plaatsang der lantaarn is voor reker»g der
gemoente.
Art. 4.
De straatverlichting zal plaats hebben met
lampen van 32 N. K.
Art. 5.
Burgemeester. en wethouders zullen bepa'en
hoeveel en welke lampen ayondlampen zullen
zijn. De andere zijn nachtla'mpen. Burgemees-
ster en wethouders zullen tevens den brand-
tijd regelen, met dien verstande, dat het uit-
schakelen van lampen tusschen 12 uur
'a avonds en zonsopgang slechts bij hooge uit-
zondering zal kunnen verlangd worden. Wan-
nee r de gemeente in de tegen woordige verdee-
ldng van avond- en nachtlampen wijziging
wenscht, zal zij daarvan de kosten aan de P. Z.
E. M. moeten betalen.
Art. 6.
De stroomprijs voor de straatverlichting
wordt bepaald op /0,45 (vijf en veertig cent)
per K. W. U. en wordt per kwartaal betaald.
Bovendien betaalt de gemeente jaarlijks een
bedrag van vijf gulden 5,aan de P. Z.
E. M. voor het verikregen recht om aan de
palen der Rijkstelegrafie 2 straatlampen te
mogen bevestigen.
Art. 7.
De berekening van den te betalen stroom
geschiedt naar de aanwijzing van den electri-
citedtsmeter, welke geplaatst zal worden op
een door burgemeester en wethouders aan te
wijzen plaats en welke meter verzegeld moet
zijn. Tusschen de gemeente en de maatschappij
geldt als overeengekomen, dat de electrici-
teitsmeter juist aanwijst, wanneer hij bij een
verbruik van 1/5 van de stroomsterkte, waar-
voor hij geconstrueerd is, geen grootere afwij-
king vertoont, dat 10 meer of minder en
daarboven tot volbelasting geene grootere af-
wijking dan 5 meer of minder. Bij twijfel
aan de juiste aanwijzing van den electriciteits-
meter kan eene beproeving zoowel door de
gemeente als door de maatschappij verlangd
worden. De beproeving geschiedt aan de cen-
trale der maatschappij en kan door de ge
meente of iemand van harentwege worden bij-
gewoond. Geschiedt de beproeving op aan
vrage van de gemeente en blijkt zij ongelijk te
hebben dan betaalt zij aan de maatschappij,
vijf gulden voor kosten en transport heen en
terug van den meter. Blijkt de gemeente ge-
lijk te hebben dan komen de kosten -joor reke-
ning der maatschappij en is deze verplicht
dadelijk een anderen meter te plaatsen. Met de
gemeente wordt het volgens de onjuiste aan
wijzing van den beproefden meter, over het
laatste kwartaal te veel of te weinig betaalde
verrekend; verdere verrekening heeft niet
plaats.
Is het kwartaalverbruik, wegens gebleken
onjuistheid van den meter of om een andere
reden niet vast te stellen door den meter dan
betaalt de gemeente naar keuze der maat
schappij het gemiddelde van het voorgaande
en het opvolgende kwartaal en wel bij gelijk
gebleven aantal lampen hetzelfde bedrag als
over hetzelfde kwartaal van het afgeloopen
jaar. Burgemeester en wethouders of een door
hen aan te wijzen ambtenaar, zullen steeds
het recht hebben den meter te controleeren.
Art. 8.
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor
den tijd van twintig jaren, loopende vanaf de
dagteekening dezer overeenkomst, met dien
verstande, dat de stroomprijs om de vijf jaren
kan worden herzien.
De heer HAMELINK vraagt naar aanlei-
ding van art. 5 opheldering omtrent den brand-
tijd der lampen. Zal men nu daar, waar thans
gedurende 6 maanden van het jaar nimmer
lampen branden, voortdurend nachtlampen
laten branden Hij meent, dat het in de zo-
mermaanden niet noodig is.
De VOORZITTER deelt mede, dat er een
regeling bestaat, genoemd „het staatje van
Samson'', dat is een regeling, vastgesteld in
verband met den stand der maan eraz. De rege
ling geschiedt aldus te Sluiskil en burgemees
ter en wethouders willen dat ook voor Drie-
wegen zoo regelen.
De heer HAMELINK is het met die rege
ling niet eens; hij heeft er echter de aandacht
eens op willen vestigen.
De heer VAN CADSAND wijist er op, dat
de brandtijd van de straatlampen te Sluiskil
met de P. Z. E. M. ook wel eens anders mag
geregeld worden, want hij bemerkte, dat jL
Zaterdagavond 11 uur nog al de lampen bran
den.
De VOORZITTER heeft dit ook vernomen
en kan zeggen, dat daartegen reeds maatrege-
len getroffen zijn.
De heer COLSEN deelt mede, dat, nu te
Sluiskil de straatverlichting brandt, blijkt, dat
daaraan wel wat mankeert. Op de eene plaats
is er te veel, op de andere te weinig licht.
Dat zou nog moeten veranderd worden. Er
zullen palen verplaatst moeten worden. Dat is
bij het begin over het hoofd gezien en het zal
nu geld kosten. In het vervolg zou wel een
accoord moeten worden gemaakt, dat men een
maand tijd had om voor de lampen een andere
plaats aan te wijzen.
Wat het te lang branden der straatverlich
ting betreft, dat kwam door een defect aan de
klok Dat is nu weer hersteld.
Het voonstel wordt aangenomen met alge-
meene stemmen.
De heer VERLINDE verlaat de vergade-
ring.
7. Beschikbaarstelling schoollokaal voor
tuinbouwonderwijs.
Door het Dagelijksch Bestuur van de Maat
schappij tot bevordering van Landbouw en
Veeteelt in Z eel and wordt in een adres te
kennen gegeven: y
dat er van wege vorengenoemde maatschap
pij in deze gemeente een wintercursus in
tuinbouwkunde wordt gegeven;
dat deze maatschappij daartoe in staat is
gesteld, doondat haar van wege het Rijk en de
Provincie ten behoove van de onderwijskracht
en de leermiddelen van dezen cursus de noo-
dige geldmdddelen ter beschikking zijn ge
steld;
dat deze gemeente er het grootste belang
bij heeft, dat de tuinbouw in hare omgeving
zich steeds meer ontwikkelt;
dat daartoe een eerste vereischte is, dat de
toekomstige tuinbouwers in de gelegenheid
zijn goed tuinbouwonderwijs te volgen;
dat de gemeenten in onze provincie, welke
zonder uitzondering er belang bij hebben, dat
de tuindersstand in zijn ganschen omvang
zdch steeds meer kan bekwamen, als regel ten
behoove van een cursus in tuinbouwkunde gra
tis een verliCht en verwarmd lokaal beschik-
baar stellen en bij uitzondering soms nog bo
vendien een suhsidie verleenen;
dat de geldmiddelen der Maatschappij tot
bevordering van Landbouw en Veeteelt in
Zeeland, welke een zeer ruim arbeidsveld
heeft, niet toereikend zijn om in iedere ge
meente, waar zij een wintercursus organiseert,
daarvoor een verlicht en verwarmd lokaal te
huren
dat zij zich daarom tot den raad wendt met
het verzoek ten behoeve van dezen cursus van
wege de gemeente gratis een verlicht en ver
warmd lokaal ter beschikking te willen stellen.
Naar aanleiding hiervan stellen burgemees
ter en wethouders voor:
Aan de Maatschappij tot bevordering van
indbouw en Veeteelt in Zealand, gevestigd
te Goes, gratis beschikbaar te stellen een ver
licht en verwarmd beneden lokaal van het
■ehodlgebouw, waarin de operibare TJ. L. O.
school en de ope;'.bare lagere school A zijn on-
dergebracht, voor het geven van een winter
cursus in tuinbouwkunde en zu.ks on der de
navolgende voorwaarden
1°. Gebruik kan worden gemaakt van het
lokaal aan te wijzen door het hoofd der open-
bare lagere school A.
2°. De imgebruikgeving geldt a 11 e e n
voor het geven van tuinbouwondeiwijs.
3°. Het lokaal moet steeds toegankelijk
zijn voor burgemeester en wethouders, de door
hen aan te wijzen ambtenaren en het hoofd
der school.
4°. Eventueel aangerdchte schade is ge-
heel voor rekening van den gebrudker.
5°. Deze vergunning is alleen geklig, wan
neer zij door den verzoeker bij eene op zegel
geschreven verklaring wordt aanvaard.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
8. Beschikbaarstellen van een schoollokaal
voor een slagerscursus.
Door het bestuur van den Zeeuwsch-Vlaam-
schen Slagersbond voor Ter Neuzen en Om-
streken wordt per adres te kennen gegeven
dat door hen hier ter stede is opgericht een
siagensvakschool voor de leden van den bond;
dat met het geven van lessen zou worden
begonnen op 1 October a.s.;
dat echter voor het geven van die lessen
nog een lokaal ontbreekt, waarom het den
raad vriendelijk verzoekt, een lokaal of zaal
ter beschikking te willen stellen, des Woens-
dags namiddags, voor drie a vier maanden,
waarin gelegenheid zal zijn het bovengemeld
onderricht voor een 20tal leerlingen te geven;
dat, aangezien nog eenige maatregelen en
voorzieningen moeten worden getroffen, het
bestuur bet zeer op prijs zou stellen zoo spoe-
dig mogelijk te mogen vememen tegen welke
conditien en over welke lokaliteit zal kunnen
worden beschiikt.
Burgemeester en wethouders stellen naar
leiding hiervan voor, te besluiten:
Aan het bestuur van den Zeeuwsch-Vlaam-
schen Slagersbond voor Ter Neuzen en Om-
streken gevestigd te Ter Neuzen, gratis be
schikbaar te stellen een zoo noodig verwarmd
en verlicht gymnastieklokaal van de voor
rnalige openbare lagere school A, voor het
geven van lessen in het slagersvak en zulks
onder de navolgende voorwaarden:
1°. Gebruik kan worden gemaakt van het
lokaal aan te wijzen door den gemeente*.
bouwmeester.
2°. De linigebruikgeving geldt alleen
voor het geven van lessen in het slagersvak
3°. Het lokaal moet steeds toegankelijk
zijn voor burgemeester en wethouders en .dfe
door hen aan te wijzen ambtenaren.
4°. Eventueel aangerichte schade is ge-
hee-1 voor rekening van den gebruiker.
5°. Deze vergunning is alleen geklig, wan
neer zij door den verzoeker bij eene op zegel
geschreven verklaring wordt aanvaard.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9.
Verleenen vergunningen voor het leg-
gen van riolen in gemeentegrond.
a. Naar aanleiding van een verzoek van de
Zeeuws^h-Vlaamsche Tramwegmaatschappij,
om haar vergunning te verleenen voor het
Ifeggen en hebben van zij-riolen in gemeente
grond voor aanisiuiting aan een gemeenteriool
van het nieuw gebouwde kantoor en woning
aan de Scheldekade, stellen burgemeester en
wethouders voor de gevraagde vergunning te
verleenen, ten behoeve van den afvoer van
hemel- en huishoudwater, en het spoelwater
der W.C. uit den septictank der privaten, o.m.
onder voorwaarde, dat ter erkenning van het
eagendomsrecht der gemeente op den grond
waarin de riolen zullen worden gelegd jaar
lijks zal moeten worden betaald een retributie
van f 2,50 en volgens de verordening op het
ruimen der privaatputten, een bedrag van 5
per jaar.
b. Naar aanleiding van een verzoek van
J. A. Eckhardt, om hem vergunning te willen
verleenen voor het gedeeltelijk in gemeente
grond aanleggen van een nieuw riool en aan-
sluiting op het gemeenteriool, zulks voor den
afvoer van afvalwater, ten behoeve zijner wo
ning en bakkerij staande aan de Nieuwstraat,
stellen burgemeester en wethouders voor de
gevraagde vergunning te verleenen, o.m. on
der voorwaarde, dat verzoeker voor het her-
stellen en onderhouden der op te breken stra-
ten zal moeten betalen 1 en voor erkenning
van het eigendomsrecht der gemeente op den
grond waarin het riool zal worden gelegd,
jaarlijks betaald wordt eene retributie van
f 2,50.
c. Naar aanleiding van een verzoek van K.
Loof, wonende Veriengde Van Steenbergen-
laan no. 7, om hem vergunning te verleenen
tot aansluitdng op het gemeenteriool in een
zijstraat bij zijn perceel, voor afvoer van
hemel- en schrobwater met overstort van uri-
noir en privaat, stellen burgemeester en wet
houders voor aan adressant tot wederopzeg-
gens vergunning te verleenen voor het leggen
van een riool in gemeentegrond en dit riool
aan te sluiten op het gemeenteriool gelegen in
het straatje tusschen de Veriengde Van Steen
bergenlaan en het straatje achter den Schut-
tershofweg, alleen voor den afvoer van hemel-
en huishoudwater, ten behoeve van de woning
staande op het perceel staande aan de Ver
iengde Van Steenbergenlaan no. 7, o.m. onder
voorwaarde, dat jaarlijks eene retributie zal
betaald worden van 2,50.
Deze voorstellen worden met algemeene
stemmen aangenomen.
zetelende gezondheidscomrni ssie over last en
hinder, welke sommige ingezetenen ondervin-
van uitvliegende duiven. Hun regenwater
It daar door zeer verontreinigd. Boven
dien wordt door deze duiven in het voorjaar
veel schade aangericht aan de bezaalde all
ies. Het dagelijksch bestuur der Z. L. M.
heeft daarom verzocht bij verordening te ver-
bieden, dat duiven in dien tijd uitvliegen. In
verband hiermede stellen wij uwen raad voor
tusschen de artikels 51 en 52 der algemeene
politieverordening op te nemen: het navol
gende artdkel 51a:
„Het is binnen de bebouwde kommen der ge-
„meente verboden duiyen anders te houden
„dan in hokken of in afgesloten ruimten.
„Van dit verbod kan voor het houden van
„wedstrijden door burgemeester en wethouders
,,ontineffing worden verleend.''
De VOORZITTER vestigt er de aandacht
op, dat dit dus 2 zaken betreft, nl. de tabou-
retjes in de motorrijtuigen en ten tweede de
duiven.
De heer COLSEN heeft ernstig bezwaar
tegen het tweede deel van het voorstel, aan
gezien hij de duivensport zeer nuttig oor-
deelt. Het is eene sport en deze houdt de
menschen uit de cafe's. Met de aan de bepa-
lang vastgeknoopte machtiging voor burge
meester en wethouders om voor het houden
van wedstrijden vergunning te geven tot uit
vliegen is de duivensport niet gered. Een duif,
die steeds op het hok moet gehouden worden,
kan niet aan een wedstrijd deelnemen. Nog af-
gedacht van de omstanddgheid, dat zulke die-
ren vleugellam worden, moet ieder toch kun
nen begrijpen, dat een duif, die niet gewoon
is uit te vliegen, zich niet kan orienteeren.
Als zulke duiven elders opgelaten werden zou-
den ze niet weten waar naar toe. De duiven
moeten in vrijheid kunnen vliegen. Hij be-
grijpt, dat er het motief achter zit, dat ze op
eens anders dak zouden zdtten, doch weer-
spreekt dat dit zoo erg is als men zich schijnt
voor te stellen.
De VOORZITTER noemt het een moeilijke
kwestie. Het valt echter niet tegen te spre-
ken, dat er herhaaldelijk over geklaagd wordt,
wegens de verontreiniging van daken. Ten
einde daaraan een eind te maken, hebben bur
gemeester en wethouders gemeend deze be-
paling te moeten voorstellen.
De heer HAMELINK wijst er op, dat de
motiveering van het voorstel tweeerlei is, nl.
dat er een verzoek gekomen is van de Maat
schappij tot bevordering van Landbouw en
Veeteelt in Zeeland, die naar spreker meent
slechts verzocht de duiven een bepaalden tijd
van het jaar op te houden, en dan de klach-
ten ingekomen bij de gezondheidscommissie.
Het verzoek van de Landbouwmaatschappij
kunnen burgemeester en wethouders naar
spreker meent maar moeilijk voor aannemen
van hun voorstel aanvoeren, aangezien hun
voorstel slechts betreft de duiven die gehou
den worden binnen de bebouwde kom, terwijl
het te veronderstellen is, dat, indien het juist
is, dat de duiven schade toebrengen aan het
gezaaid land, dit evenzeer zal toegebracht
worden door duiven gehouden buiten de be
bouwde kommen. Het voorstel van burge
meester en wethouders zou tegen dat euvel
d-us niet afdoend zij-n. Spreker is echter van
meening, dat die klacht erg overdreven is en
de schade aan het land al heel gering is, al
is het dan ook, dat er een duif eens een graan-
tje meepibt. Overigens is hij van oordeel, dat
de Landbouwmaatschappij met haar verzoek
niet bij de gemeentebesturen had moeten ko
men, doch zich tot de rijksregeering had moe
ten wenden, die dan desgewenscht een alge-
meenen maatregel had kunnen voorstellen.
Hij wijst er voorts op, dat de postdu-iven
door de wet ook worden beschermd.
Het is bovendien ook nog de vraag, of
tegen-over de schade die de duiven aan den
landbouw zouden toebrengen, ook geen voor-
deel staat, aangezien toch bij onderzoek van
de kroppen van duiven reeds is aangetoond,
dat deze heel wat orikruid oppikken. Het
voordeel, dat ze hierdoor doen, weegt mis-
sohien vrijiwel op tegen de schade.
Spreker vindt het wel jammer, dat de ge-
zondheidscommissde zoo laat tot de ontdek-
king is gekomen, dat de duiven de daken ver-
ontreinigen, en het noodig is het uitvliegen te
beletten. Haar schrijven getuigt naar spre-
kers meening van optimisme, want vraagt
hij hebben haar nog geen andere klachten
bereikt? De dakep. jammer genoeg
op andere wijze door $»{iyriiazen in
veel erger mate verontreinigd; een dakhaas
10.
Politieverorde-
Wijziging Algemeene
ning.
Overeenkomstig het schrijven van den Com-
missaris der Komngin, dd. 23 Maart 1925,
A. No. 605, 2e afdeeling, werd aldus geven
burgemeester en wethouders den raad te ken
nen in uwe vergadering van den 11 Juni jl.
besloten in de algemeene politieverordening
dezer gemeente op te nemen de artt. 71a tot
71g, houdende bepalingen voor houders en
bestuurders van motorrijtuigen enz.
Waar gedeputeerde staten ons bij hun mis
sive, d.d. 19/25 Juni 1925, no. 21°, 3e afdeeling,
verzoeken alsnog eene bepaling op te nemen,
waarbij verboden wordt klapstoeltjes enz.
aanwezig te hebben in autobussen, stellen wij
uwen raad voor in artikel 71d der algemeene
politieverordenndg tusschen punt 6 en 7 op te
nemen het navolgende nieuwe lid 6a:
„Het is verboden te rijden met een motor-
„rijtuig, waarin klapstoeltjes, tabouretten,
„losise zitplaatsen of welke voorwerpen ook
„dienende om in bijzondere gevallen als zit-
„plaatsen gebruikt te worden, aanwezig zijn".
Verder achten wij het gewensoht eene bepa
ling op te nemen, waarbij verboden wordt dui
ven te houden anders dan in hokken of afge
sloten ruimten. Bij ons college toch is een
klacht ingekomen van de in deze gemeente
in d« algemeene politieverordening heeft ge-
staan, doch dat het bij eene algdheeae herzie-
ning daaruit is verioi-en gegaan; het is dus
niets nieuws.
iJe heer HAMELINK weet daarvan, want
hij is eens op die bepaJ-ing veroordeeki.
De VOORZITTER noemt het jammer, dat
die bepaling destijds verloren is gegaan; men
was er toen aan gewoon, terwijl het nu een
ingrijpen noodig maakt. De klachten over de
duiven nemen toe; er zijn nu 4 klachten in
gekomen, zoodat burgemeester en wethouders
het noodig hebben geoordeeld, den gemeente-
raad zich te doen uitspreken. Ongetwijfeld
heeft men er veel last van, als men iemand
met een groot aantal duiven naast zich heeft.
Het moge wellicht pijnlijk zijn voor de duiven-
houders, maar het is toch een maatregel, die
in het algemeen belang wordt genomen. Spre
ker moet daarom aanneming van het voorstel
bepleiten, tegenover den heer Hamelink, die
meent, dat de gemeente er zich aan behoort te
onttrekken en een rijksregeling wenscht en
den heer Geeihoedt, die beperking van het
aantal wenscht.
De heer D. SCHEELE acht bestendiging
van den tegenwoordigen toestand ontoelaat-
baar. En wat het denkbeeld betreft om het
houden van duiven alleen te verbieden als er
klachten over komen of als de duiven een an-
der overlast aandoen, dat acht hij onuitvoer-
baar. Wie zal uitmaken van wie de duif is,
als er een op zijn dak komt zitten. Wie weet
van wie de duif is, als er een van den West-
kant op een woning op Java gaat zitten, want
die zullen dan gewoonlijk wel niet van je buur-
man zijn.
De heer HAMELINK merkt op, dat de heer
D. Scheele hierin blijkt niet, van de duiven en
hun gewoonten op de hoogte te zijn. Er zal
geen enkele duif van den Westkant een huis
in de buurt Java tot rustplaabs nemen.
In de meeste gevallen zullen de duiven
zeldzaam op het dak van buurman gaan zit
ten, doch in de meeste gevallen kan wel wor
den aangetoond, van wie de duiven zijn. De
voorzdtter zegt: er zijn reeds 4 klachten. Er
zijn echter wel vijf- a zesihoniderd duivenhou-
ders. Moet men dan nu al die menschen hun
liefhebberij ontnemen, terwille van 4 duiven-
houders. welke aanleiding geven tot klachten
lets anders is het als een buurman er perti
nent overlast van heeft, maar dan zou daar
tegen alleen dienen gewaakt te worden.
De heer COLSEN deelt mede vroeger ook
duivenhouder te zijn geweest, en moet dan
verklaren, dat de heer D. Scheele er niets van
weet, als die beweert, dat er duiven van de
Westkant op Java zouden komen, of het moest
zijn, dat een duif, die in een wedstrijd ver-
dwaald is daar eens even zou uitrusten. Als
men van buurmans duiven overlast heeft, kan
men zeer goed aantoonen van wie die zijn. In
de vergadering van het bestuur der woning-
bouwvereeniging te Sluiskil heeft hij ook in
den breede betoogt het onraadzame van een
verbod van duivenhouden. De meening om
trent verontreiniging van het regenwater acht
hij overdreven en hij acht het een groot voor
deel van de duivensport, dat de duivenmelkers
veel aan hun duivenihok worden vastgehouden,
en men onder hen over het algemeen niet veel
personen aantreft, die veel drank gebruiken.
De door burgemeester en wethouders voor-
gestelde wijziging der Algemeene Po-litiever
ord-ening wordt aangenomen met 7 tegen 5
stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Riet, De Ja-
ger, Van Aken, D. Scheele, Van Cadsand,
Freriks en Van Dijke; tegen stemmen de
heeren Geeihoedt, R. Scheele, Colsen, Hame
link en Van Driel.
11.
Trekken afdeelingen voor onderzoek
gemeentebegrooting 1926.
De VOORZITTER noodigt de heeren uit tot
het loten voor vormen der afdeelingen voor
het onderzoek der gemeentebegrooting, dienst
1926.
Tot de le afdeeling zullen behooren de
heeren Verlinde, Colsen, Hamelink, Van Driel,
Van Dijke en Van Riet; tot de 2e afdeeling
de heeren D. Scheele, Van Cadsand, Geeihoedt,
R. Scheele en Freriks.
De eerste afdeeling zal bijeenkomen Woens-
dag 28 October en de tweede op Vrijdag 30
October, teikens des avonds te 6,30 uur.
12.
geven, te noemen de „Bastionstraat";
3". de straat loopende van af de Axelsche
strait De Feijter—Wed. Van Eerdenburg,
in Westeiijke richting, welke de Tramstraat
kruist, op de teekening in geel aangegeven,
te n-ofemen de „Tuinstraat";
4°. de straat loopende van af de Tram-
raat in Westeiijke richting liggende ten Zui-,
den van de Tuinstraat, op de teekening in rood
aangegeven, te noemen de „Tulpstraat";
5°. de straat loopende van af het punt
waar de Axelscthe straat en de Tramstraat
zich vereenigen in Westeiijke richting, op de
teekening in grijs aangegeven, te noemen de
„Rozenstraat''.
2°. Voor de buurtschap Sluiskil wordt voor-
gesteld
1°. de straat loopende van af den spoorweg
Ter NeuzenGent in Zuidelijke richting, op de
bij dit besluit behoorende teekening in groene
kleur aangegeven, te noemen „Kanaalkade
Zuid";
2". de straat loopende van den spoorweg
Ter NeuzenGent in Noordeiijke richting te
noemen de „Kanaalkade Zuid";
3°. de straat op de teekening in rood ver-
maljoen aangegeven, te noemen „Nieuwe Kerk-
straat";
4°. de straat op de teekening in geel aan
gegeven, te noemen de jVeldstraat'';
5°. de straat op de teekening in donker-
blauw aangegeven, te noemen „Landstraat";
6°. de straat op de teekening in rood kar-
mijn aangegeven, te noemen de „Pierssenspol-
der straat-';
7°. de straat op de teekening in gee! oker
aangegeven, te noemen „Bovenweg
8°. -de straat op de teekening in donker-
bruin aangegeven, te noemen de „Beneden-
weg".
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
14. Wijziging gemeentebegrooting 1925.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
de gemeentebegrooting voor 1925 te wijzigen
als volgt:
onder de inkomsten op te nemen: gedeelte
van het (vermoedelijk) batig slot van den ge-
wonen dienst van het ddenstjaar 1923 3000;
onder de uitgaven te verhoogen den post:
steun aan uitgetrokken werkloozen met f 3000.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
15. Ontheffingen belastingen.
In verband met ingekomen verzoeken stel
len burgemeester en wethouders voor daarom-
trent te beschikken als volgt:
1°. Aanslagen wegens schoolgeld:
Afschrijiving te verleenen tot het achter hun
naam vermelde bedrag aan F. Boes 2,67, J.
J. Donze f 8,25, L. G. van der Eijk 6, C. A.
van Fraaijenhoven j 55,80, J. A. Hamelink
f 1,28, C. Leunis f 1,50, A. van der Valk f 9,
M. A. W airon f 1^5, C. J. de Zwart 1,86, C.
M. t Gilde f 1,92, G. J. Koevoets 1,74, A.
Leijs 0,54, Ghr. Ollebek 0,77, Joz. C. Scheele
f 1,06, P. F. Streefkerk f 6, P. Westerhof
19,80, wed. J. A. Oostdyk /4,68, G. de Feij
ter f 9,33, J. P. Scheele 4, G. Verlinde f 2,66,
J. de Wit 2,40, H. J. van Gelderen /0,30,
J. Kouwijzer /3,20, J. de Vos f 9,60, G. van
Driel 2,40, J. de Zeeuw 7,28, F. J. van
Trichit f 9, P. Remerij f 5, C. J. van Dinteren
f 0,48, E. Geers f 1,74, C. van Haelst f 28,80,
H. J. van der VeLden f 4, J. H. B. Butfer
f 22,50, I. P. Casteleyn f 22,87, J. Cornelissen
f 6,25, D. Kaan f 10,50, A. Lammers f 7, G.
de Ridder f 15, J. Risseeuw 22,50, A M.
Verpoorte f 3, G. J. Will f 3,12, C. H. H.
Wisse /9, B. 1. Zonnevjjlie 22,50, J. van
Bemdegem /36, C. Deurwaarder 3,12, J. P.
van Hoeve f 49,50, J. de Jonge 2, J. Naaije
f 2, P. Sol f 2, H. de Vriend 18, C. Aertssens
2,80, F. de Bakker 13,13, H. E. Scheffer
f 3^0, A. P. Smet 9, F. J. van Tricht 13,13,
W. J. Vermeulen /2,66, H. J. van den Ouden
2, wed. J. Riddering 3,20, C. J. de Bruijne
17,80, J. Meeusen /4,68, J. Smallegange f 21,
A. Drabbe f 7,04, P. Hamelink 0,80, J. Pijpe-
link f 1,07, P. C. Kaan 4,20, P. Verhage
4,80.
Te handhaven de aanslagen van A. F. Ber-
wald, L. J. van Waes, J. Federmar, A. Reune-
ker, A. L. van de Pitte, R. L. de Maesschalk,
R. Simoen, H. de Smet.
doet dit in erger mate dan 20 duiven. En dan
is nog wel in de politieverordening bepaald,
dat houders van katten moeten"Sorgdragen,
dat hun dieren een ariider geen overlast aan
doen.
Kan ten opzichte van de duiven niet een
dergelijke maatregel worden getroffen, dat ze
moeten worden opgehbuden indien blijkt, dat
ze een ander overlast aandoen Waarom moe
ten nu ook zij wier duiven eenander geen
overlast aandoen ook jsastgehoucien worden?
De duiven behooren niet tot de schadelijke
dieren. Op dat gebied schijnen de landbou-
wers zelf hun belang niet te begrijpen. Dat
ziet men aan de mollen, die ook door de wet
worden beschermd, doch die de landbouwers
tegen hun eigen belan-g tracht te vangen
De -heer D. SCHEELE: Daar zou ik nu
maar over uitscheiden, want dadr weet u niets
van
De heer HAMELINK baseert zich hierbij
op de officieele publicajifes. Hij acht het goed,
dat van gemeentewege maatregelen worden
genomen om de burgers te beschermen tegen
overlast, maar acht het ongewenscht, verder
te gaan.
De heer GEELHOEDT wijst er op, dat er
zeer veel aan duivensport wordt gedaan.
Aanneming van het voorstel staat echter ge
lijk met een algeheei verbod van duivenhou
den, want dan is het beoefenen van de duiven
sport door het houden van wedvluchten abso-
luut onm-ogelijk, daar de dieren dan de gele
genheid missen zich te trainen. Hij vraagt of
het niet mogelijk is, het aantal duiven dat
iemand binnen de bebouwde kom houden mag
te beperken. Hij hoorde van iemand die 25 tot
30 duiven hield; hij gelooft wel, dat, als men
van zoo iemand buurman is, men er niet om
moet lachen. Laat men eens een proef nemen
met beperking van het aantal.
De heer VAN CADSAND verwondert zich
over de woorden van den heer Colsen, waar
deze beweert, dat de duiven niet op eens an
ders erf zouden komen. Spreker is ook lid van
het bestuur van de woningbouwvereeniging te
Sluiskil en toen hij dezer dagen bij de wonin-
gen kwam, trof het hem, dat hij daar wel een
30 tot 40 duiven op de goot zag zitten. Hij
acht dat voor de betrokken bewoners zeer on-
aangenaam. Spreker heeft er kennis van ge
geven aan het bestuur van de woningbouw
vereeniging, en aan het bestuur voorgesteld,
het houden van duiven te verbieden. De heer
Colsen, als voorzitter, kon dat niet billijken,
ze konden het voorstel van spreker niet steu-
nen. Er wordt hier gepleit voor de liefheb-
bers van de duivensport, maar spreker meent,
dat ze met hun liefhebberij van eens anders
eigendom zouden moeten blijven.
De VOORZITTER herinnert, dat het verbod
tot het laten uitvliegen van duiven jaren lang
Wijziging raadsbesluit van 19 October
1916 en vaststellen rooilijnen.
Naar aanleiding van het raadsbesluit van
25 Januari 1.1. tot vaststelling van rooilijnen,
is blijkens een missive van gedeputeerde sta
ten van Zeeland, waarbij wordt toegezonden
een schrijven van den Inspecteur voor de
Volksgezondlheid, den heer Jhr. C. de Graeff,
djd. 24 Febr. 1925, er de aandacht op gevallen,
dat bij de uitvoering van het stratenplan
rondom de buurt Java niet in alle opzichten is
gevol-gd het oorspronkelijke plan, vastgesteld
bij besluit van 19 October 1916, no. 5.
In verband hiermede stellen burgemeester
en wethouders voor, het volgende besluit te
nemen
De gemeenteraad van Ter Neuzen;
overwegende, dat bij raadsbesluit van 19
October 1916, No. 5, is goedgekeurd een plan
van stratenaanleg;
dat bij de uitvoering van verschillende on-
derdeelen van dit plan straten zijn aangelegd
met een breedte afwykend van die, in het oor
spronkelijke plan vastgesteld;
dat in verband met de bij raadsbesluit van
22 Januari 1925 voor die straten vastgestelde
rooilijn noodzakelijk is;
dat het stratenplan hiermee in overeenstem-
ming-wordt gebracht;
gelet op het advies van de Gezondhedd-s-
commissie;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders; besluit:
In afwijking van het stratenplan vastge
steld bij raadsbesluit van 19 October 1916, No.
5, nader te bepalen, dat de breedte van de Van
Steenbergenlaan vastgesteld op 10 M, zal be-
dragen 8 M., die van de Veriengde Van Steen
bergenlaan vastgesteld op 12 M. zal bedragen
10,80 M., die van de Steenkamplaan vastge
steld op 10, 9 en 8 M zal bedragen 8,35 M. en
8 M., die van de Tramstraat, vastgesteld op 13
en 12 M., zal bedragen 13,60 en 12,25 M., een
en ander op bijbehoorende teekening in groene
kleur aangegeven.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
13. Toekennen straatnamen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur
gemeester en wethouders het gewenscht ach
ten, namen te geven aan verschillende nieuwe
straten en ook de straten in de buurtschap
Sluiskil namen te geven.
Betreffende de kom der gemeente stellen
zij voor:
1°. de straat loopende van af den Schut-
tershofweg tot aan de Axelsche straat op de
bij het voorstel behoorende teekening in bruin
aangegeven (de straat waarin de tramradls
leggend, te noemer* de „Tramstraat";
2°. de straat loopende van af de Axelsche
straat in de richting der Tramstraat en der
Veriengde Van Steenbergenlaan (van af den
april bij P. van de Walle tot de lak- en nik-
kelfabriek), op de teekening in groen aange-
2°. Aansiagen wegens hondenbelasting.
Afschrijving te verleenen aan: W. P. Nieu-
welink f 4, J. C. Geensen f 1,50, P. Harms
1,75, J. Faas 2, J. F. Emmaneel f 2, C.
Stapper 2,25, J. Wieland f 2,50, A. de Bruijne
f 5, A. G. Jongsma f 3,50, P. de Rijke 2, E.
Hamerlinck 5,50, M. van Driel f 4,50, H. L.
van den Akker /1,75, J. Allaart 0,25, H. de
Regt 7, A. Steendijk f 6, A. M. A. Peters
1,50, J. Pijpelink 3, L. Verhelst f 2,50, D.
L. van Bastelaere 2,25, C. Bracke f 3,50,
F. Sitoffijn 2, L. Koole f 2, wed. M. Scheele
f 1,50, Ed. Kalle 2,25, en A. H. de Vos f 2.
Deze voorstellen worden aangenomen met
algemeene stemmen.
16. Benoeming commissie in zake klachten
omtrent de electrische centrale.
De heer COLSEN geeft te kennen, dat hij,
overeenkomstig zijn voorstel, gaame zou zien,
dat de wethouder van publieke werken in deze
commissie zittjng nam.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heer
Van Aken daartegen geen bezwaar heeft. Er
blijven dus 2 leden te benoemen.
Bij eerste stemming worden uitgebracht op
de heeren Verlinde en Colsen 4, Van Driel 3,
Van Riet, Hamelink, Van Dijke, R. Scheele
ieder 2 en De Jager, Geeihoedt en Van Cad
sand ieder 1 stem.
Bij tweede vrije stemming worden uitge
bracht op de heeren Verlinde en Colsen ieder
6, R. Scheele 3, Van Riet, Van Driel en Van
Dijke ieder 2, en Van Cadsand en D. Scheele
ieder 1 stem.
Alsnu heeft eene tusschenstemmdng plaats
om te beslissen wie der heeren Van Riet, Van
Driel en Van Dijke met de heeren Verlinde,
Colsen en R. Scheele in herstemming zullen
komen.
Bij deze tusschenstemmdng wordt beslist
dat de heer Van Dijke, welke 4 stemmen ver-
krijigt, in herstemmnig komt; op de heeren
Van Driel en Van Riet zijn resp. 3 en 2 stem-
men uitgebracht.
Bij de nu volgende herstemming wordt ge-
kozen met 5 stemmen de heer Verlinde; op de
heeren R. Scheele, Colsen en Van Dijke zijn
4 stemmen uitgebracht.
De VOORZITTER laat nu nog eene her
stemming houden tusschen laatstgenoemde 3
heeren om te beslissen wie als derde lid der
commissie zal gekozen zijn.
Bij die stemming worden uitgebracht op de
heeren Colsen en Van Dijke ieder 4 en op den
heer R. Scheele 1 stem.
Alsnu wordt bij loting tot derde lid der com
missie benoemd de heer Colsen.
Deze verklaart de benoeming aan te nemen.
Niemand het woord verlangende, sluit de
VOORZITTER de vergadering.