ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7832.
Maandag 2 November 1925.
65e Jaargang.
DE INDRINGER
ABONNEMENTSPRIJS: XZ SlS -or votr™ Tov=rigJH«£j.n7/SLiT^AJirK
atMKENLAMD.
gKOILLETOy.
BUITENLAND.
NEDERLAND—BELGIe.
Het wetsontwerp tot ratificatie van het
verdrag met Nederland kan niet onmid~
delliik bij het weer bijeenkomen van de
Belgische Kamers op 10 November wor-
den irugediend. De reden,, die men daar-
voor in officieele kringen opgeeft is de
volgende, naar de N. R. Crt. mededeelt:
Belgie, dat Nederland zoo veel mogehjk
ter wille wenscht te zijn. heeft, toen het
vernam, dat de overeenkomst aanleiding
had gegeven tot besprekingen en gispin-
gen in dit land, aangeboden, door enkele
verklaringen in de memorie van toelich-
ting, de hezorgdheid die zou kunnen rij-
zen, zoowel ten aanzien van de toepas-
sing als van den uitleg van het verdrag,
te verzachten, ten einde aldus de oetrok-
kenen gerust te stellen.
Belgie heeft Nederland langs den ge-
bruikelijken weg verzocht zijn bezwaren
kenbaar te maken. Dit is vijf of zes maan-
den geleden reeds geschied Sinds-
dien is Brussel echter zonder antwoord
qebleven
Aldus de uitleg, dien men in zekere
officieele kringen geeft.
DE FINANCIeELE VOORUIT-
Z1CHTEN DER GEMEENTEN.
Een eerste taak der gemeentebesturen
is het welvaartspeil der bevolking te
bevorderen, al naar de geaardheid van de
omgeving, de ligging. de bedrijven, enz.
In het aigemeen hfchoort ook tot de taak
der gemeentebesturen het bevorderen
van vestiging van meergegoeden, omdat
de voordeelen daarvan allereerst ten goe
de komen aan de minder gegoeden.
Het spreekt vanzelf, dat de iinancieeie
vooruitzichten der gemeenten, verband
houden met den tegenwoordigen toestand.
De vooruitzichten zijn ook voor klei-
nere gemeenten in het aigemeen nog
steeds niet gunstig. Zij spiegelen zich al
in den toenemenden schuldenlast en den
zwaren belastingdruk. Eenig er mate staat
de schuldenlast in verband met den al ot
niet Snellen groei der gemeente. Het
groote bezwaar is, dat ten aanzien van
rente en aflossing der schulden nog niet
in belangrijke mate kan worden bezui^
nigd.
Indien de wijze, waarop de gemeente
besturen een beroep doen op de geld
markt, geen verandering ondergaat, zal
het voor de industrie steeds ongunstiger
worden om geld op te nemen. En indien
daardoor het welvaartspeil daalt, ligt
hierin een gevaar voor de gemeenten
zelven. De gemeenten zullen derhalve
moeten komen tot inkrimping van de za
ken, waarvoor wordt geleend; boven
dien zal men moeten komen tot fonds-
vorming van die uitgaven, welke werke
lijk buitengewoon zijn.
In het verschuiven van uitgaven door
leening schuilt een groot gevaar, omdat
daardoor het nageslacht in een onduld-
baren toestand wordt gebracht. Een ge-
meentebestuur moet beginnen met de bur-
gerij te bevrijden van den overmatigen
druk tengevolge van maatregelen geno
men door voorgaande geslachten. Ver
schillende kleine en middel-groote ge
meenten moesten langzamerhand zulke
zware lasten opleggen, dat 'n uittocht van
meergegoeden plaats had natuurlijk
tot groot nadeel in de eerste plaats van,
de minder gegoeden.
Uit het Engelsch van
Harold Bindloss.
In de gementen, waar met name de di-
recte belastingen overmatig hoog zijn, zal
men daarom moeten trachten, meer uit de
bedrijven te halen. Het rechtstreeksche
gemeentebestuur zal zich voorts moeten
beperken tot de gevallen, waarin het on-
ontbeerlijk is. In vele gemeenten is men
met het grondbedrijf, en op het gebied
van de volkshuisvesting en den scholen-
bouw, leelijk in het moeras geraakt. En
wie mede denkt aan het vraagstuk der
werkloozenzorg, zal zeker niet ontkennen,
dat de financieele vooruitzichten der ge
meenten in het aigemeen verre van roos-
kleurig zijn!
EEN NATIONALE
VEREENIGING MET EEN INTER-
NATIONAAL PLAN.
Een nationale vereeniging, met een
uitstekenden naam, koestert een grootsch
plan.
Internatioinaal.
De Nederlandsche Reisvereeniging
wie is er tegenwoordig geen lid van? -
wil het volgend jaar naar Amerikq gaan!
Tot dusverre organiseerde de N. R. V.
uitsluitend vacantiereizen, Allereerst in
ons land zelf, maar haar uitnemende re-
putatie verkreeg zij toch voornamelijk
door haar groepsreizen naar bijkans alle
landen van Europa, Vooral met haar
Vereenigingsreizen naar Zwitserland,
waarbij men voor een ongelooflijk laag
bedrag een weekje over de Alpen kpn
buitelen heeft de Reisvereeniging zich
een naam verworven.
De N. R. V. verricht een bij uitstek
sociaal werk. Hiermede wordt nu eens
niet bedoeld, dat de gemeenschap voor
den enkeling zorgt, doch omgekeerd: dat
de enkeling zich voor anderen beschik-
baar stelt en met name de landgenooten
wil laten deelen in het natuurschoon, dat
hem tevoren geboeid en bekoord heeft.
Thans wil de N. R. V. de velen, die in
het land van den dollar kinderen, ver-
wanten, vrienden hebben, in de gelegen-
heid stellen, deze in eigen omgeving te
zien.
Mogen van haar 45.000 leden talrijken
deze eerste reis over den Oceaan aan-
vaarden!
BORCULO.
Het is weder ongeveer drie maanden
geleden, dat gansch' Nederland werd op-
geschrikt door de tijding, dat Borculo
door een cycloon geteisterd was. Wie
werd niet door ontroering aangegrepen
door het vreeselijk lot. dat dit vriendelijk
gelegen stadje getroffen had? En wie
dacht niet tevens, met ontzetting aan de
mogelijkheid, dat de cycloon toevallig
eens een anderen loop genomen had en
de eigen woonplaats in enkele oogenblik-
ken tot een puinhoop zou hebben ge-
maakt?
Vreeselijk was de ramp maar heer-
lijk was de onverwijlde hulpverleening,
door nationalen zin geboden. In uren van
gevaar zoeken de menschen elkander. het
lot aan een hunner beschoren, wordt ge-
voeld als een leed aan alien aangedaan.
Op dezelfde wijze wordt een catastrophe,
in eenig deel van de'natie, ook als een
nationale ramp gevoeld.
Borculo wordt weder opgebouwd. Het
nieuwe Borculo zal herinneren aan de
verwoestende krachten der natuur-ele-
menten maar het moet en zal er tevens
staan als een symbool van nationalen zin.
MISDRIJVEN TE WATER.
In Stbl. 420 is opgenomen het Kon.
Besluit van 16 October 1925, tot vast-
steUing van een algemeenen maatregel
van bestuur, als bedoeld in art. 437 quater
van het Wetboek van Strafrecht, betref-
fende de bestrijding van de begunstiging
van misdrijven op bepaalde waterge-
bieden.
Dit besluit is van toepassing ten aan
zien van de navolgende watergebieden:
a. De Bovan-Rijn, de Waal, de Bo
ven- en de Beneden-Merwede, de Noord,
de Nieuwe Maas, de Rotterdamsche Wa-
terweg, de Noordgeul en Westgeul;
b. het Pannerdensch kanaal, de Ne-
der-Rijn, de Lek en het Merwedekanaal;
c. de Oude Maas, het Mallegat, de
Dordtsche Kil, het Hollandsch Diep, het
Volkerak, het Zijpe, het Mastgat, de
Keeten, de Ooster-Schelde, het Kanaal
door Zuid-Beveland, de Wester-Schelde
en het Kanaal van Ter Neuzen;
d. de Nieuwe Merwede, de Amer, de
Bergsche Maas. het Heusdensch Kanaal,
de Afgedamde Maas, de Maas, de Ge
kanaliseerde Dieze, de Zuid-W^illems
vaart en het Kanaal Luik Klaastricht.
een en ander met uitzondering van de
edeelten, behoorende tot de gemeente
Rotterdam en Amsterdam en voorts met
dien verstande, dat onder de toepassing
van dit besluit zijn begrepen de Rijks-
havens, welke in of aan deze wateren
zijn gelegen.
Ten aanzien van de toepassing van dit
besluit zijn onder vaartuigen ook vlotten
beqrepen. I
feetreffende de opkooperij te water is
bepaald, dat het verboden is, uit een vaar-
tuig, aanwezig op een der in hiervoren
aangewezen 'watergebieden eenig goed
op te koopen of, opkooper zijnde, als ge-
schenk aan te nemen of in pand, gebruik
of bewaring te nemen, tenzij wordt ge-
handeld krachtens vergunning, door ol
vanwege den Minister van Justitie te ver-
leenen.
De houder1 van een vergunning als
vorenbedoeld, is verplicht een doorloo-
pend op- en verkoop'-egister volgens door
den Minister van justitie vast te stellen
model bij te houden, op een wijze, als na
der in het besluit is omschreven.
Een houder van een vergunning als
vorenbedoeld, is voorts verplicht, onver-
wijld kennis te geven aan de, bij de ^r"
gunning aan te wijzen ambtenaren, indien
hij in de gelegenheid is, eenig goed op te
koopen, waarvan hij redelijkerwijs moet
aannemen, dat het van misdrijf afkomstiq
is of voor den rechthebbende verloren is
gegaan.
Het is hem verboden eenig goed van
een ander dan den eigenaar van het be-
trokken vaartuig op te koopen, tenzij met
onderteekende schriftelijke vergunning
van dezen of, betreft het een opkoop van
een ander dan van den schipper. van dien
schipper, welke vergunning bij het regis
ter aanwezig moet zijn.
Tusschen een uur na zonsondergang en
een uur voor zonsopgang, mag van de
vergunning geen gebruik worden ge
maakt.
Ten aanzien van de rivierventerij zijn
o.m. de volgende bepalingen vastgesteld:
Het is verboden, met gebruikmaking
van een vaartuig aan opvarenden van een
op de in den aanhef dezes vermelde wa
tergebieden zich bevindend vaartuig. goe-
deren te koop aan te bieden, te verkoo-
pen of anderzins op eenigerlei wijze te
vervreemden, tenzij gehandeld wordt
krachtens vergunning door of vanwege
den Minister van Justitie te verleenen.
Een vergunning als vorenbedoeld,
wordt niet verleend, indien de persoon
van den aanvrager of de omstandigheden,
waaronder het bedrijf zal worden uitge-
oefend, naar het oordeel van hem, die de
vergunning kan verleenen, ernstig gevaar
voor misbruik opleveren.
Het vaartuig waarmede het bedrijf
wordt uitgeoefend, moet voorzien zijn van
een door onzen Minister van Justitie vast
te stellen kenteeken en daarop moet, vol
gens door of vanwege dezen te geven
voorsohriften, de naam en de woonplaats
van den houder der vergunning duidelijk
zichtbaar voorkomen.
Het is verboden in het vaartuig behal-
ve artikelen tot verkoop waarvan de ver
gunning strekt, andere voorwerpen aan
wezig te hebben dan die, welke vereischt
worden voor de vaart en voor de onmid-
dellijke behoefte der personen die zich op
het vaartuig bevinden, zulks met dien
verstande, dat in geen geval sterke drank
in het vaartuig aanwezig mag zijn.
Overigens gelden de bepalingen en
voorwaarden, die bij het verleenen der
vergunning worden gesteld.
De houder van een der vergunningen
als boven aangeduid, moet, indien hij zich
aan den wal, langs of op het watergebied
waarover zijn bcvoegdhcid strekt, be--
vindt, steeds in het bezit zijn van die ver
gunning, zoomede van een afdruk van
dit besluit. Hij is verplicht, die vergun
ning op de eerste vordering aan de amb
tenaren van rijks- en gemeentepolitie,
daaronder begrepen de marechaussee, te
vertoonen.
Dit besluit treedt in werking met m-
gang van 1 Januari 1926.
HET TR ACTA AT VAN HANDEL
EN VRIENDSCHAP MET MEXICO.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
maakt bekend, dat de Mexicaansche re-
geering op 15 October het tractaat van
handel en vriendschap, op 22 September
1897 tusschen Nederland en de Vereenig-
de Mexicaansche Staten geslotem, heeft
OPfLdoeld tractaat zal ophouden van
kracht te zijn op 15 October 1926.
DE TOESTAND.
Toen Chamberlain er Ponderdag in de
vergadering van den Raad van den Volken-
bond te Parijs gewag van maakte dat op
dit lichaam niet alleen de taak rustte om
het Grieksch Bulgaarsche incident in der
minne te regelen, maar de nog veel be-
langrijker taak, om middelen te beramen
tot voorkoming van een herbaling ervan,
was dit, schrijtt de N. R Crt. naar thans
blijkt, een eerste aanwijzing dat de Raad
voornemens is, in die rich ing onverwgld
praktisch werk te verrichten. In de in-
lichtingen namehjk die Briand en Cham
berlain Vrijdag na de sluiting van de
zitting van den Raad aan de journalisten
verstrekten, deelden zij het verrassende
nieuws mede dat de opdracht aan de
commissie van onderzoek naar de toedracht
van het grensincident ,op verzoek van de
betrokken landen" sterk uitgebreid- is en
het opsporen van alle oorzaken van onlusten
omvat, die zich in dat deel van Europa
kunnen voordoen.
De commissie zal zich dus, zooals Cham
berlain het uitdrukte, bezig houden met
het makqn van een diagnose naar het
kwaad en in het vervolg van het gesprek
Jiebben beiden toegegeven dat een tractaat
op de leest van Locarno een gewer.schte
oplossing lijkt, mits het voortkomt uit het
vrijwillig initiatief van de belangkebbende
regeeringen.
Als de commissie, op grond van haar
diagnose van het kwaad, ertoe over mocht
gaan vekere „leefregelen" voor den Balkan
aan te bevelen, zal men daaronder in de
eerste plaats het scheppen van gedemili-
tariseerde neutrale zones langs de grenzen
verwachten. Dit zou echter weer de moei-
lijkheid meebrengen dat dan onverant-
WGordelijke gewapende elementen gelijk
komitadzji's zooveel te vrijer spel zouden
krggen voor hun moorden en brandschat-
tingen. Een internationale grenswacht
onder gezag van den Volkenbond bijvoor-
beeld zou hen in zulk efen van soldatfn
ontbloot gebied slechts in toom kunnen
houden, waarbij dan van zelf de oude
kwestie ter sprake komt, of de Volkenbond
niet in staat dient gesteld te worden, van
haar gebiedende hand een vuist en wel een
gepantserde te maken.
Indien het pas gebeurde aan de Grieksch-
Bulgaarsche grens den stoot mocht geven
tot een steviger verankering vandrnv'rede
op den Balkan, zouden de wandaden der
komitadzji's en de eigengereidheid van
Griekenland ten slotte een nieuw voo-beeld
leveren, hoe op kwade daden niet altijd de
vloek rust dat zij nieuw kwatd'verwekken,
maar er soms ook het goede uit voort kan
komen. Gelijk ook hetoractaat van Locarno
ten slotte is vooitgekomen uit het besef,
dat de eeuwige strubbelingen na den vrede
van Versailles de oorzaken dreigden te
worden van een nieuwe gewapende botsing
in West-Europa.
De Duitsche sociaal-democraten schijnen
voet bij stuk te houden, en zeggen, dat
zij, hoewel zij natuurlgk met de politiek
van Locarno van heeler harte instemmen
en daar zelfs het vaderschap voor opeischen,
in den Rijksdag tegen het tractaat zullen
stemmen en het met eigen hand helpen
vermoorden, indien de Duitsch-natio- alen
op hun afwijzend standpunt blijven stasn.
De beweegredenen voor deze houdicg van
de sociaal democraten zijn l lpkbaar van
verscbillenden aard.
Om te beginnen, w lien zij bertiker dat
de regeering van Luther een Stres ma de
voile consequentie trekt uit de desertie
van de Duitsch-nationale ministers op let
kritiekste psychoL gische oogenblik van de
Duitsche staatkunde en nut, nadat het
tractaat met behulp van de socnal-demo-
cratische stemmen zou aangenom'n zijn,
de Duitsch-nationalen weer de ei kel
interimair bezHte ministerzetels doet in-
nemen.
Onthielden zich de sociaal demrcraten
enkel bij de sfemmirg in den Rijksdag,
dan zou het tractaat er komen. Zij zijn
dus gedwongen ertegen te stemrren om
94) (Vervolg).
Ze nam haar brief, dien ze in d en tus
schentijd gevonden had op, en ging de
kamer' uit. Maud bleef met een ernstige
uitdrukking op haar gezicht voor zich uit
zitten kijken. Ze kende hare tante en
daardoor wist ze, dat de woorden van zoo-
even een waarschuwing voor haar geweest
waren. De welvaart van Silverdale had
haar a'tijd na aan 't hart gelegen en nu
werd ze opeens voor een keuze gezetof
ze moest datgene, wat haar nog oneindig
veel meer waard was, opgeven, of ze moest
haar trots verzaken en zelfs de eerste po-
ging tot toenadering doen. Onbeweeglijk
bleef ze zitten. tot ze na een poos, die haar
een eeuwigheid toeleek, den klopper van
de buitendeur hoorde. Met een gevoel, of al
'tbloed uit haar gezicht wegvloeide, stond
ze op, toen ze lichte voetstappen de trap
hoorde opkomen.
Onderwijl stonden de beide mannen, die
door het dienstmeisje binnengelaten waren,
bij de fel brandende kachel beneden in de
hall te wachten, tot ze weer beneden kwam.
Na een paar minuten zagen ze haar de
trap afkomen. Colonel Barrington is op
reis, maar Miss Barrington en Miss Maud
zijn thuis," kondigde ze aan. Miss Maud
laat vragen, of u boven wilt komen, ze is
in de kleine zitkamer.''
rWist je, dat Barrington er niet was?"
vroeg Witham zacht aan Dane, toen ze
bezig waren om hun bont-jas en bonten
beenstukken over den grooten kleeren-
standaard in den hoek van de hall op te
.hangen.
Dane keek hem wat onzeker aan. „Ja...
feitelijk we!," antwoordde hij.
„Dan begrijp ik niet," zeide Witham
koel, „dat jij me van te voren niet behoor-
lijk gewaarschuwd hebt."
Dane kleurde, maar hij bleef Wituam
aankijken „Hoor eens." zeide hij, terwijl
hij hem met een overredend gebaar de hand
op den schouder legde. ,'t Is waar, dat
ik dit opzettelijk verzwegen heb, maar voor
die hanctelwijze had ik mijn reden. Luister
nu nog eens voor het laatst naar me, Wit-
ham. Ik ben niet blind en wat de andere
merschen betreft... zooals ik jealgezegd
heb, willen die je hier per se terug hebben.
Knn je dien vervloekten trots van je nu
niet eens een avondje vrijaf geven en aan
nemen, wat je geboden wordt?"
Met een ongeduldig schouderophalen
keerde WitLam zich van hem af, maar
toen hij even daarna opkeek, stond zjjn
gezicht vermoeid pn neerslachtig. Laten
we niet weer opnieuw beginnen. Je weet
toch immers, dat mijn besluit onherroepelijk
vaststaat".
,Goed dan", antwoordde Dane nu ook
op zijn beurt neers'achtig. Ik heb gedaan
wat ik kon. Ga jij nu naar boven om
het Miss Barrington te vertellen, onder-
tusschen verdwijn ik naar den stal om die
zwakke piek in de eenestrengterepareeren".
„Dat tuig kan best wachten", viel
Witham uit. ,„Jij gaat netjes met me
mee".
Maar Dane was al bij de zijgang, welke
naar den stal voerde. „Waarachtig niet.
Ga jij maar alleenna jouw we g-ring
van zooeven help ik je met geen hand
meer". Nog even knikte hij Witham
zegevierend toe, toen was hij verdwenen.
Een paar minuten later deed W itham
de deur van de kleine zitkamer open. Bij
zjjn binnenkomen stond Maud uit haar
stoel op en noodigde hem met een gebaar
uit om te gaan zitten. Oogenschijnlijk
heel kalm voldeed Witham aan haar on-
uitgesproken vfrzoek, maar inwendig vroeg
hij zich af, of ze aan zijn gezicht zou
kunnen zien, hoe fel zijn hart bonsde.
„lk vind 't heel prettig, dat u me heeft
willen ontvangen", begon hij. ,,'t Zou
jammer geweest zijn, als ik weg had moeten
gaan zonder u en uw tante voor al uw
vriendelijkheid dank te zeggen. En nu
kreeg ik zooeven van uw dienstmeisje te
hooren, dat Colonel Barrington op reis
was ik wist't nietwerkelijk niet
Ondanks de spanning, waarin zij ver-
keerde, moest het meisje even lachen.
Anders was je allicht niet gekomen
En dan zouden wij niet in de geiegenhe:d
geweest zijn om je met je vrijspraak geiuk
te wenscinn. Zooals je ziet, breng ik t
ter sprake
't Is voor mij prettiger, zooals het nu
gegaan is." gaf Witham rustig ten ant
woord, „maar feitelijk had r cht zn
loop moeten hebben. at mijn vrijspraak
zoo spoedig ge olgd is, heb ik hoofdzakelijk
aan die laatste erklaring van Courthorne
te danken en aan t feit, dat de politie er
biijkbaar niet veel voor voelde, om de
eerste quaestie nog eens op te halen.
Natuurlijk had ik 't zelf kunnen doen,
maar na hetgeen, dat u nu van me weet,
zult u dat wel niet verwacht hebben".
Maud begreep, dat nu het oogenblik om
haar eerste poging te wagen gekomen was
voor het uiterlijk heel kalm keek ze hem
aan, maar haar handen, die in haar schoot
lagen, hield ze nerveus inetngeklemd.
,Neen", zeide ze. .dat zou ik zeker van
niemand- wie dan ook, verwacht hebben.
Maar biijkbaar schep jij er een zeker ge-
noegen in, om verder te gaan dan strikt
noodig is. Waarom wil je hier weg?"
/Omdat ik heel arm ben" antwoordde
Witham. „0m hier in Silverdale te wonen,
moet je over voldoende geldmiddelen be
schikken".
,Maar die toestand is feitelijk je eigen
schuld", zeide het meisje met een glim-
lach, die heel wat van haar zelfbeheerschiDg
eischte. „'t Schjjnt. dat jij armoede boven
iets anders verkiestmaar dit zeg ik je,
een kans in Silverdale zul je hebben, Voor
dat zoudeHinge legaat was 't land en de
boerderij van Courthorne mijn eige; dom
nu, na zijn dood, vervalt het weer aan mil.
Hem ben ik niets schuldig, want 't is ni t
als geschenk van hem, dat :k 't aanvaard.
Wil je hier blij en als mijn paehter. op con-
dities, d edoor Dane en Macdonald vastgesteld
zullen worden Mijn oom heeft't te druk
om dit ook nog op zich te kunLen nemen."
„Neen", antwoordde Witham met een
stem, die ondanks zijn groote zelfbeheer-
sehir.g even trilde. „Geloof me 't zou
moe lijkheden met uw vrienden hier geven."
„Wat?" zeide Maud verbaasd. „En die
hebben je zelf gevraagd om hier te blijvt n
,,Een edelmoedige opwelling, anders niet.
Over een poosje zouden ze er spijt van
hebben. Ik ben niet een van hen en
nu ze 't weten, zooals ik van het eerste
oogenblik af 't geweten heb, zou't verschil
maken. Ze zouden ongetwijfeld beleefd
zijn en b ijven, maar als ik moest merken,
dat ik hier geduld werd.. ik zou 't niet
kunnen verdragen."
Bier glimlachte Maud even, maar haar
wangen gloe-'den en haar oogen tintelden
van drft.
..Een paar maanden ge'eden heb ik je
iets gezegd. dat ik nu herhalen ga in
het uitvluchten bedenken ben je niet handig
en wat deze speciale uitvlucbt aangaat weet
je heel goed. dat je hun onrecht aandoet,"
zeide ze. ,En ook weet je dit; zelfs als
ze je vijar.dig gezind waren, zou je hier
kunnen blijven en hen dwingen, jon als hun
gelijke te erkennen. Als ik 't goed heb,
zijn dat een pcos geleden je eigen woorden
geweest. Wat is er van dat geloof in het
j recht van een ieder naar mate zijner per-
soonlijkheid ge worden
(Wordt vervolgd).