ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. Albert No. 7831. Vrijdag 30 October 1925. 65e Jaargang. abonnementsprijs b I hhThi knn. DE INDRINGER TWBHDB ZBIj-A-13 f 1 HILL KTOH. Do\d[ Uw Schoenen Goed '0j:Affyi DE VERPL1CHTE OPKOMST TER STEMBUS. Op vragen van het lid van de Tweede Kamer, den beer Kersten, in verband met het niet voldoen door k ezers aan de ver- plichting, bun opgelegd in art. 72 der Kieswet, bij de jongste verkiezingen voor de Tweede Kamer. heeft de minister van justitie voovloopig geantwoord, dat de toepassing van de be^ paHngen der Kieswet omtrent de in art dier wet opgelegde verpliehting ten aanzien van de jongste verkiezirg vcor de Tweede Kamer nog niet is beeindigd en in verband daarmede de viagen voorshands met voor beantwoording vatbaar zijn. Reeds aanstonds na de verkiezmg zijn ecbter stappen gedaan om betreffende de aan de Kieswet in de verschillende ge- meenten gegeven uitvoering te worden ingelicht en de ondergeteekende is gaarne bereid, te bevorderen, dat de aldus te ver- zamelen gegevens, zoodanig aangevuld, dat de vragen van den heer Kersten daann een zooveel mogelijk volledige beantwoor ding vinden, te zijner tijd ter beschikking van de Kamer worden gesteld. Ds KERSTEN EN DE LU1KSCHE KERMIS. De heer Kersten heeft aan den ministei van Waterstaat de volgende vragen gesteld Heeft de minister kennis genomen van bet inleggen van extra treinen op Zondag 18 en 25 October in verband met de Ker mis te Luik en van de advertenties ge- plaats door de Nederlandsche spoor wegen. Acbt uwe Exc. het niet noodzakelrj k dergeljjke ontheiliging en aanmoediging tot ontheiliging van den Zondag en tot kermisvieren. als strijdend tegen Gods Ge- bod en tegen het waarachtig heil des volks te doen beeindigen Is uwe Exc. bereid den invloed der re- geering in het semi-overheidsbedrijf der spoorwegen aan te wenden, opdat herhaling dezer feiten niet meer plaats grijpe V TOT HANBHAV1NG VAN HEl ONT- WERP- WEELDEBELASTING BESLOTEN. Door het Tweede Kamerlid van Aalten waren de volgende schriftelijke vragen ingi diend 1 Is de minister van binancien voor nemens, het in de zitting 1924—1925 ingediende wetsontwerp tot herziemng van de Verdedigingsbelasting II te handhaven naast het thans zonder intrekking van gemeld wetsontwerp, gedane voorstel tot afschaffing der Verdedigingsbelasting II? 2 lndien het antwoord op vraag 1 ontkennend mocht luiden, is dan de minister voornemens, de tegelijkertijd met het wetsontwerp tot herziening der Verdedi- crincrabelasting H ingediende wetsontwerpen tot aanvulling der Zegelwet, 1917, tot wijziging der Successiewet, tot wijziging der wet op de inkomstenbelasting 1914 en tot wijziging van artikel 33 der Leening- wet 1914, niettegenstaande den bij deze gelijktijdige indiening tusschen al deze Voor binnen Ter Neuzen 1,40 per Voor Ned. Indie en Amerika /2,70 hand- Uit het Engelsch van 93) (Vervolg). Lance," zeide hij met een stem, schor van emotie, ,,dat maak t niet vernederend voor me integendeel, ik ben blij datje alles gezegd hebt. Zoo'n verdenking mocht niet op een onschuldig iemand blijven rusten. Maar ik had verplichtingen aan je vader, jongen missenien als ik me, bij jouw komst h:er, beter rekenschap van mijn plicht gegeven had wie weet, of alles dan niet anders geloopen zou zijn Conrthorne glimlachte even, maar nu zonder een spoor van verbittering. Niets zou verschil gemaakt hebben, sir zeide hij, „en ten slotte heb ik me nu kunnen uitleven. Over een jaartje zult u dankbaar zijn, dat alles zoo geloopen is. Door deze quaestie heeft u den man gekregen, dien u in Silverdale nood'g had." Toen keerde hij zich nog eens tot Stim- son. Denk erom, brigadier Wi'tham dachtdat ik dood was", zeide hij met een stem, bijna onhoorbaar door zwakte. Een paa* maal bewoog hjj onrustig zijn hoofd, toen bleef hij stil liggen. De dokter boog zich over hem been, terwijl hjj de aanwezigen door een handgebaar beduidde wetsontwerpen gelegden band, te haven Hierop heeft de heer Colijn, minister van Financien, het volgfnde geantwoord: le. Ondergeteekende heeft bij zijn brief aan den voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal d.d. 19 October 1925, no. 120, het in de zitting 1924- 1925 ingediende wetsontwerp tot herziening van de Verdedigingsbelasting II ingetrokken. 2e. Onder voorbehoud, dat nog wijzi- gingen van de genoemde wet?or.twerpen overwogen worden, licht handhaving er van in het voornemen. BELAST1NGOPBRENGST OVER 1926. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer in zake de wet op de. middelen. De minister van Financien deelt daarin mede, dat ook bij nadere overweging een raming van de bruto-opbn ngst der blasting 1926 ten bedrage van f 110.000.000 hem niet te hoog voorkomt. Met betrekking tot de gemaakte opmer- king omtrunt de vermeerderde opbrengst van den suiker accijns en de rijwielbelas- ting, sluit de minister zich aan bij de leden, die als hunne meening te kennen hebben gegeven, dat de vermeerderde opbrengst dier middelen niet als een bewijs van over- matigen druk op de groote gezinnen kan strekken. Indien de suikeraceijns een overmatig zwaren druk uitoefende, zou de opbrengst door beperking van het verbru.k moeten dalen. Wat de rijwielbelasting betreft is de hoogere opbrengst een gevolg van te lage raming wegens onbekendheid met het juiste aantal rijwielen. Het bedrag der belasting per rijwiel is zoo matig, dat hier van een zwaren druk kwalijk kan gesproken worden. DE R1JKSKOSTEN BIJ DE STORMRAMP Naar de „N. Arnh. Crt." verneemt, zal de Nederlandsche Regeering aan het Na- tionaal Steuncomite voor steun aan de slachtoffers van de stovmramp deonkosten declareeren welke het Rijk heeft gemaakt voor het verleenen van de eerste hulp in de geteisterde streken o m. door het zenden van genietroepen naar Boiculo voor de herstellingen der telegraaf- en telefoondraden enz DE R. K. KERK TE BORCDLO. Naar wij ve;nemen zal de R. K. kerk a.s. Zondag 1 Nov. weer in gebruik worden genomen, dank zij den voorspoedigen voort- gang van de restauratiewerkzaamh< den. Het k,-rkgebouwwas door den cycloon hev g geteisterd. De torenspits was van den toren verdwenende kerkkap was ontzet, de gewelven zwaar beschadigd. V an deze was geen enkele rib meer intact ge- bleven. Door den wind, die door de inge- waaide ramen vrij spel in de kerk had gekregen en mede door den hevigen wind- druk op de zijmureu, werd het gewelf in de hoogte gedrukt, waardoor groote scheuren in de gewelfvelden ontstonden. HET NEDERLANDSCH-BELGISCHE VERDRAG. De Brusselsche correspondent van de Tel. meldde dezer dagen het volgende aan zijn blad: „Naar wij vernemen, zal de Belgi- weg te gaan. Alltn gingen ze de kamer uit, alleen Earrington bleef. Een paar uur later het was diep in den nacht en buiten was het ongelooflijk koud en donker, kwam Barrington zacht de kleine zijkamer binnen, waar Dane in een gemakkelijken stoel lag te slapen. Maar hoe weinig gedruisch hij cok maakte, bij het opengaan van de deur zat de groote Silverdaler overeind Toen de oude man aan de tafel girg zitten, keek Dane hem vragend aanBarrington knikte ernstig. Ja". antwoordde hij opde onuitgesproken vraag „het is voorbij hij is buiten bereik van aardsche rechtspraak en onze verwijten laten we hopen, dat zijn laatste daad veel zal goedmaken sche regeering een lange memorie van toeiichting publiceeren, inhoudende de motieven, waarop het verzoek tot rati- ficatie aan de volksvertegenwoordi- ging, steunt. Deze uiteenzetting zal de punten, waaromtrent de Nederlandsche regee ring bedenkingen zou kunnen hebben, nader behandelen. Men mag aannemen, sehrijft de Nieuwe Rotterdamsche Courant, dat dit bericht in hoofdzaak juist is. To-n kort geleden de Belgische minister van financien in ons land was, in verband met de aanstaande Belgische leening, is, als wij wel zijn in- gelicht, met hem over het verdrag ge sproken. Men mag aannemen, dat men van Nederlandsche zijde niet verzuimd heeft, den Belgischen minister bij die ge- legenheid de bezwaren, die hier te lande tegen het verdrag zijn ingebracht, duide- lijk onder het oog te brengen. Het resultaat dezer besprekingen is geweest, dat men overeenkwam, de ra- tificatie van het verdrag te bespoedigen. Naar alle redelijkheid mag men ver- moeden, dat nu van Belgischen kant eeni- ge tegemoetkomendheid zal worden be- toond. Deze tegemoetkomendheid zou zich dan hieruit uiten,' dat in de, in het bericht van de Tel. bedoelde, lange me morie van toeiichting met de Nederland sche bezwaren rekening wordt gehouden, en dat men die langs „explicatieven weg' door een officieel commentaar eenigszins tracht te ondervangen. Men moet afwachten, of onze volks- vertegenwoordiging met deze poging tot opheffing van bezwaren, waarvan nu blijkbaar niemand het gerechtvaardigde meer ontkent, genoegen zal nemen. Zal de Belgische memorie werkelijk in staat zijn, de gevaren af te wenden, die de zonderlinge constructie van het verdrag voor ons land oplevert? De methode, om een slecht verdrag niet te wijzigen, maar door een officieele uitlegging zoo onschadelijk mogelijk te maken, doet wat heel erg denken aan het lapje tegen het bloeden. Sluit men op die manier voor de betrekkingen tusschen twee naburige volken fundamenteele ^erdraaen? Een vaderlandsche spreuk zegent de gevolgen voor een goed accoord. Het lijkt ons toe, dat men door explicatieve memories de gevolgen van een slecht accoord niet ge- heel opheft. Men kan ook vragen: Is deze primi- tieve en in het beste geval onbevredigen- de methode noodig? Het mag allerminst een geheim heeten, dat in belangrijke politieke kringen in Belgie een zekere welwillendheid heerscht jegens belanpriike Nederlandsche wen- schen in dezen. Men zal niet licht een Belgische regeering bereid vinden, mate- rieele voordeelen uit het verdrag op te geven. Maar beslissend bezwaar tegen het wegvijlen van oneffenheden, die bij ons hevigen aanstoot wekken, zou men INGEZONDEN MEDEDEELINGEN ^^Tabletfen, groote doos 66 cts INGEZONDEN MEDEDEELIN GEN. ternauwernood ontmoeten. Belgie zou, wij meenen het te kunnen verzekeren, allicht niet ongeneigd worden gevonden, de wijziging van dingen te dulden, die de Belgen niet in het verdrag hebben ge- bracht om er misbruik van te maken, maar die in ons land terecht onrust wek ken, omdat in de toekomst misbruik daar- van zou kunnen worden gemaakt. Wij denken daarbij aan de ongelijke behan- deling van Nederlandsche en Belgische belangen uit een oogpunt van meestbe- gunstigingsrecht, een ongelijkheid. die slechts in het verdrag gekomen schijnt, doordat de Belgische onderhandelaars zorgvuldiger te werk zijn gegaan, dan de onze. Verder aan het gevaarlijk gefor- muleerde vraagstuk van onze verplieh ting tot onderhoud van de Schelde. ter wijl toch onder de verantwoordelijke menschen in Belgie niemand het onrede~ lijke op dit punt' van ons wil verlangen. Ook komt in aanmerking de bepaling, die verbiedt, dat de politie op Neder- landsch gebied zich bemoeit met zich op doorvaart bevindende schepen, een be paling, waarvan onze zuidelijke buren ook het voor hen schadelijke karakter in- zien. Hiermede zouden geenszins alle geva ren en nadeelen, waarmede het verdrag dreigt, uit den weg zijn geruimd. Maar wij wilden hier slechts het minimum op- sommen, dat, volgens onze niet uit de lucht gegrepen meening, in Belaie bij een goede behandeling van de zaak wel te bereiken zou zijn. Wij moeten de vrees uitspreken, dat moeilijkheden hier vooral op persoonlijk gebied lioqen en dat niet aan Belgischen kant. Het prestige van een minister, die een verdrag gesloten heeft, eischt, dat van de critiek op dit verdrag zoo weinig moqelijk juist blijkt. In Belgie behandelen nieuwe mannen het geval. \v ij willen qeen oogenblik aannemen, dat onze mi nister van buitenlandsche zaken lands- belangen zou opofferen om een peccavi te ontwijken. Maar moeilijk moet het in ieder geval voor hem zijn, van de andere partij het uiterste te verkrijgen, voor een votum van het parlement of een duide- lijke parlementaire discussie zijn persoon lijk optreden tegenover de anderen kracht bl'van de neiging aan Belgischen kant om zekere Nederlandsche bezwaren te ondervangen, geeft het bericht in de Tel. reeds blijk. Het lijkt echter niet waar- schijnlijk. of het procede van ondervan- ging, dat men nu schijnt te willen toe- passen, krachtig genoeg is om alles te be reiken wat men. zelfs zonder bij onze zuidelijke buren ernstige ontstemming te wekken, zou kunnen bereiken. Wij willen waarschuwen tegen halve oplossingen. Wij willen hiermede niet zeggen, dat wij nog hopen op een alge- heelc opheffing van al onze bezwaren tegen het verdrag. Onze waarschuwing qaat slechts tegen een halve oplossing, die de helft zou zijn van hetgeen er bij het volgen van de beste procedure in Brussel zou kunnen worden bereikt. Het verdrag van Locarno heeft onze positie in dit opzicht nog zuiverder ge maakt. Ons voornaamste belang bij het tot stand komen van het verdrag met Belgie was, dat daardoor het recht van medespreken van vreemde mogendheden in de betrekkingen tusschen de twee lan- den definitief verviel. De lezer van ons hoofdartikel heeft daaruit kunnen ver nemen, dat te Locarno de mogendheden dit recht als definitief vervallen hebben erkend. Wij willen geenszins betoogen, dat wij nu den Belgen uit dien hoofde minder kunnen bieden. Dat zou een weinig fraaie methode zijn. Voor de binnenland- 9che behandeling van het geval heeft dit feit echter toch zijn beteekenis. De ge- heimzinnige aanduiding van buitenland sche invloeden en buitenlandsche geva ren tiert nu heel welig. Een zeer kras voorbeeld van onwaardige en onverant- woordelijke wijze van propageeren voor het Belgisch-Nederlandsch verdrag heeft onlangs de Nederlander in een R. v. R. geteekend hoofdartikel geleverd. De dreigementen, waarmede de Belgen niet werken, werden toen van Nederlandsche zijde aangevoerd, ten deele gebaseerd op onjuiste mededeelingen. Dergelijke dingen zijn sedert Locarno gelukkig onmogelijk geworden. Zelfs de angstigsten onder ons, en die zich door geheimzinnige aanduidingen van neiging tot inmenging van vreemde mogendheden het gemakkelijkst laten intimideeren. kunnen nu gerust zijn. Wii kunnen W ontwerp bekijken, oordeelend naar onze belangen, naar de behoeften van een goede betrekking met onze zuidelijke buren, naar de eischen van het inter- nationaal fatsoen. Andere overwepinqen echter kunnen en moeten er buiten blijven. """""ScHmAKENT ADVOCAAT STERKEN DRANK. Voor het kantongerecht te Middelburg hebben Dinsdag verschillende verlof- houders te Middelburg terecht gestaan, wegens overtreding der Drankwet. Hun was n.l. ten laste gelegd, het in hunne respectievelijke verlofslocaliteiten voor- handen hebben van sterken drank, n.l. advocaat. Deze zaken waren eenigen tijd geleden uitgesteld geworden met het doel de in- jeslaggenomen advocaat scheikundig te laten onderzoeken. Nadat door dat onderzoek in het labo- ratorium van den keuringsdienst van wa ren te Goes was gebleken, dat de ver schillende inbeslaggenomen merken ad vocaat een percentage alcohol bevatten, varieerende van 7 tot 14 pCt., vroeg den ambtenaar van het openbaar ministerie ontslag van rechtsvervolging, daar z. i. een dergelijk klein percentage alcohol oevattenden drank niet tot sterken drank gerekend kon worden. De kantonrechter, na een tweetal scheikundigen van bovengenoemden keu ringsdienst te hebben gehoord, ontsloeg de beklaagden van rechtsvervolging. GERECHTSHOF DEN HAAG. Het Gerechtshof te Den Haag vernie- tigde het vonnis van de rechtbink te Middelburg, waarbij mej. A. M., koop- vrouw te Ter Neuzen, veroordeeld werd tot 2 maanden gevangenisstraf, wegens het ter verspreiding in voorraad hebben eerbaarheic HOOFDSTUK XXV. Witham's vertrek Silverdale. uit Op een avond, toen de eerste sneeuw door een scherpen kouden wind bijna horizons aal over de prairie vcortgezwiept werd, stond Maud Barrington voor een van de ram6h van de kleine zitkamer op de eerste verdieping van de Grange, naar buiten te kijken. Bij elken nieuwen wind- stoot stonden de dubbele ramen in hun sponningen te schudden en bewogen de gordijnen naast haar in den ijzigen toch, welke ondanks alle voorzorgen toch naar binnen drong. Na een minuut of tien kreeg het jonge me:sje genoeg van de wilde vlokkenjacht, die de duisternis met een wit ?cherm buitensloot j ze tiok de zware overgordijnen dichtengingterugnaar haar plaatsje bij den haard. Maar in 't voorbijgaan bleef ze voor den grooten spiegel, die aan den wand boven een sier- lijk Fransch kabinet hing, staan en bekeek zich met een lichten bios en een zachte uitdrukking in haar oogen, die haar iets te ernstig gezicht ongelooflijk veel mooier maakten. Maar bijna onmiddellijk trok de ongewone uitdrukking weer weg kleuret d stretk ze het glanzende bruine haar iets veider van haar voorhoofd weg, maakte den knoop van het lange snoer kleine witte kralen los en duwde hem hooger op, vervolgens ordende ze de plooien van"de eenvoudige zwartzijde japon onder de lage ceintuur. Maud Barrington was niet ijdel, gewoonlpk besteedde ze niet meer aandacht aan haar toilet dan ieder gewoon, knap joDg meisje, maar dezen keer duurde het lang, voordat ze tevreden was, een feit dat een toeschouwer allicht op 't denkbeeld gebracht zou hebben, dat er haar dien avond veel aan haar uiterlijk gelegen was. Zooals ze daar stond, kon ze met het resultaat tevreden zijn. Juist, omdat ze wist, dat kleinigheden op zekere oogen- blikken van groote beteekenis kunnen zijn, had ze zich met geen enkel sierraad, dat van rijkdom blijk geven kon, getooid, maar juist door den eenvoud was het effect des te grooter, want het sombere zwart deed niet alleen de blanke tint van hals en ge'aat des te sterker uitkomen, maar accen- tuee;de de fijne lijnen van het kleine hoofd en dien mooien sianken hals, een bezit, dat ze aan een lange reeks van aristoeratische voorouders te danken had, maar waarop ze juist dien avond maar matig trotsch was. Langzaam liep ze door naar haar ge- woue zitplaats, de pouf bij den haard, maar plotseliDg veranderde ze van voor- ntmen. Met een warmen bios ging ze op een van de lage stoelen bij het kleine tateltje zitten en nam een brief uit het koperen rekje, dat gewoonlijk alleen zake- lijke mededeelingen bevatte. Het schrijven zelf was niets dan een kort verzoek om toestemming voor een visite op de Grange, n aar Maud Bairington had de gave, om tusschen de regels te kunnen lezen 'twas of ze de moeite voelde, welke die paar korte beheerschte zinnen der schrijver gekost hadden. Zorgvuldig stak ze het dubfcel gevouwen vel papier weer in de enveloppe en keek op haar horlogemet een ongeduldig fronsen van haar wenk- brauwen bracht ze het khine uurwerk aan haar oor, om zich ervan te overtuigen, dat het niet stil was blijven staan. daarna bleef ze onbewegelijk met haar handen ineengevouwen zitten wachten. Het was doodstil in de kamer een plotseling scherp knetteren in de groote vulkachel en het naargeestige huilen van den wind waren de eenige g6luiden die er gehoord werden en 'twas of ze beide de stilte nog vol- komener maakten. Maar plotseling werd de deur opengedaan en kwam Miss Bar- eid strijdende afbeel- et Hof wijzigde de veroordeeling in met een proeftijd van met de dingen. een voorwaardelijke, van 3 jaar. rington de kamer binnen. En ofschoon Maud in den vlammenden haard bleef staren, voelde ze, dat de oude vrouw haar scherp aankeek, dat geen enkel detail van de ongewone kleeding aan den opmerk- zamen b ik van de zachte, blauwe oogen ontsnapt was. Maar ze zeide niets, en na een paar oogenblikken van leklemmend zwijgen, was Maud 't, die de stilte ver- brak. Ze zullen vanavond wel niet komen, tante", zeide ze. Miss Barrington. die tusschen de papie- ren van 't koperen rekje naar den een of ar.deren brief aan 'tzceken was, hiefluis- terend het hoofd op. De wind floot en gierde in, het huisbjj elke nieuwe vlaag sloeg de sneeuw kletterend tegen de ruiten en loeide het onheilspeilend in den grooten schooreteen boven den open haard. Maar ondanks dat schudde Miss Barrington on- geloovig het hoofd. „ik geloof niet, dat je gelijk krijgen zult, en daarom spijt het me werkelijk, dat je oom niet thuis is," zeide ze. „Na- tuurlijk konden we op den brief van mr. Witham geen weigerend antwoord sturen, maar dat neemt niet weg, dbt 'torder- houd verre vaD gemakkelijk zal zijn. Alles wat wij door onze houding of door onze woorden beloven, zullen de men schen hier moeten nakomen en om voor Silverda'e te moeten beslissen heuscb, die verartwoordelijkheid voel ik als te groot." (Wordt vervolgd.) HAROLD BlNDLOSS. 0

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 5