ALGEMEEN NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
No. 7830.
65e Ja-irgang.
Woensdag 28 October 1935.
HINDERWET.
~TT nnehlahoT
DE INDRINGER
FKUILLKTON.
BUITENLAND.
ninhWl maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post "6,60 per jaar
ABONNEMENTSPRIJS: v»! Ms iraAmerika /2,7o'?er 3 maanden - Voor i overig buitenland f3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buitenland alleen bij voomitbetaling.
NOG EEN PATROUILLE AAN-
GEVALLEN.
Een patrouille, uitgegaan ten einde
zekeren Alkassen, die itts in ziti had, op
te lichteD, werd in het Ramborgsche bosch
in Aijeh aangevallen. Sergeant Van Wijk
kreeg een ernstige wocde in de rechterknie.
Vjjf karabpnen, drie klewangs en 105 pa-
tronen worden vermist.
Alkassen is een gewezen wegmandoer,
die ontslagen was wegens plichtsverzakicg.
De bende is naar de bovenstreek gevlucht.
Bebalve ten aanzien ran den moord op
kapitein van der Sluys Veer zjjn er tot dusver
op het departement van Kolon.en geen amb.e-
lijke berichten over de beide overvallen op
Atjeh ontvangen. Overigens meende men
naar de Tel. tneldt op het departement,
dat er geen enkUe reden tot ongerusthdd
beboeft te bestaan en deelde men oris mede
dat de gebeurtenissen daar niet beschouwd
worden als uitingen van algemeen of ge-
organiseerd verzet.
BRUG 1NGESTORT BIJ MEDAN.
De groote brug te Bindjei, in de afd.
Boven Lankat, is ingestort. Honderd toe-
schouwers van Chineesche wajangvertooning
zijn te water geraakt.
Er zijn drie dooden en vijt zwaar gewon-
den geteld.
Talloos velen worden nrg vermist. Het
bestuur, vele Europeanen en inlanders
zoeken de rivier af.
HET VRACHTAUTO-VERKEER.
Het te Eindhoven bestaande comite ter
beseherming van de gebouwde eigendom-
men tegen het gevaar, dat het al te zware
vrachtautoverkeer voor de huizen oplevert,
heeft dezer dagen van het ministerie van
Waterstaat bericht ontvangen, dat aan dit
departement overwogen wordt, het rijden
van vrachtauto's met massieve gummi-
banden te verbieden.
DE GROOTSTE STATIONNAIRE
BAGGERMOLEN TER WERELD.
Bij de N. V. Verschure en Co.'s
Scheepswerf en Machinefabriek te Am-
Uit het Engelsch van
HAROLD BlNDLOSS.
92) Vervolg.)
Toen het te smal werd, ging de ma
rechaussee achteraan rijden en een paar
minuten later hield de wagen op korten
afstand van de plaats, waar zich, geen
twee uur geleden, zooveel afgespeeld
had, stil. De beide mannen stapten uit
en de eene, een lange jonge man met een
ernstig uiterlijk, bewoog zich over Cour-
thorne heen. Na een paar minuten keek
hij op en toen hij den blik van Payne ont-
moette, knikte hij even.
,,Een uur of twaalf hoogstens; mis-
schien ook eerder, zeide hij. ,,Op het
oogenblik laten we hem zoo misschien
dat ik hem tot bewustzijn brengen kan,
als we eenmaal bij Adamson zijn
meer dan een mijl is de boerderij hier niet
vandaan."
Met hun drieen tilden ze Courthorne
die blijkbaar bewusteloos was, voorzich-
tig op en droegen hem in den wagen:
toen alles zpo goed mogelijk geregeld
was, gaf Payne marechaussee Hilton een
wenk. ..Neem mijn paard en rijd naar
de Grangevraag daar naar Colonel
Barrington. Zeg hem vooral, dat het een
quaestie van hoogstens een paar uur
is. En daarna ga je Stimson halen."
Gelaten steeg de jonge man, die, naar
sterdam, ligt een door deze werf vooi
Engelsche rekening gebouwde bagger-
molen gereed, weike de grootste station-
naire baggermolen ter wereld zai zijn.
Het gevaarte zal, vermoedelijk reeds aan
het einde dezer week te Southampton in
gebruik worden gesteld bij den aanleg
van de nieuwe haven voor de groote
mailschepen aldaar.
Het schip, dat een enormen indruk
maakt, heeft een lengte van 61 M., een
breedte van 10.60 M. en een holte van
3.96 M. De baggerdiepte bedraagt 23 M.
Per uur kan een hoeveelheid van 1600
ton grond verwerkt worden.
Een ver.ticale triple-expansie-machine
van 600 indicateur paardekrachten, op-
gesteld in de machinekamer, brengt door
middel van twee kameelharen-drijfrie-
men, elk van 60 c.M. breedte, de tand-
wieloverbrenging voor den emmerket-
ting in beweging. Als de molen op de
grootste baggerdiepte werkt, is deze em-
merketting samengesteld uit 61 emmers.
Deze emmers bewegen zich over een lad
der, welke door middel van een afzon-
derlijke machine hooger en lager gesteld
kan worden. De ladder, die met inbe-
grip van de emmers en rollen 150 ton
weegt, hangt aan twee stalen kabels,
ieder 90 m.M. dik. Aan dek bevinden
zich de benoodigde lieren en twee hijsch-
kranen. De stoom voor de hoofdmachine
en alle hulpwerktuigen wordt geleverd j
door een Schotschen ketel van 4J/2 M.
middellijn.
In het schip bevinden zich de verblij-
ven voor de bemanning, bestaande uit 23
personen.
Het gansche werk is door Hollandsche
handen gebouwd, onder toezicht van
Lloyds en Board of Trade, in negen
maanden na ontvangst van de bestelling,
en zou door Nederlandsche sleepbooten
naar Southampton worden overgesleept.
De eerste twee jaren bestaat er voor den
molen emplooi. De kans, dat de eige-
naresse er in de toekomst mede ..in haar
maap zal zitten", is niet zeer groot, als j
men bedenkt, dat het gevaarte naar elke j
plaats ter wereld kan worden gedirl- j
geerd. waar men het noodig mocht heb- f
ben.
LOCARNO EN NEDERLAND.
Bij elk der drie verdragen van 1839,
waarin het statuut van Belgie werd vast-
gelegd, vooreerst het verdrag tusschen
Nederland en de groote mogendheden,
dan dat tusschen Belgie en diezelfde mo
gendheden, ten slotte het eigenlijke Bel-
gisch-Nederlandsche vredesverdrag, was
schrijft de N. R. Crt., Nederland direct
of indirect betrokken, en voor wijziging
van althans twee van de drie is onze
medewerking noodig. ^Artikel 31 van het
verdrag van Versailles heeft dit uitdruk-
kelijk erkend; na vooropgesteld te heb
ben, dat het conventioneele statuut van
Belgie niet meer beantwoordt aan de
eischen van het heden, wordt er vervol-
gens Duitschland in verplicht, wijzigin-
gen in dat statuut te aanvaarden, maar
wordt Nederlands medewerking aan die
wijzigingen als onmisbaar beschouwd.
De wijzigingen in het conventioneele
statuut van Belgie, die men thans
wenscht aan te brengen, zijn vooreerst de
schrapping van alles wat in art. VII van
het Belgisch-Nederlandsche vredesver-
drag betrekking heeft op Belgie's perma-
nente neutralisatie, alsmede van art. XIV
van dat verdrag, dat het niet-oorlogs-
haven-karakter voor Antwerpen inhoudt.
zijn uiterlijk te oordeelen, doodmoe was,
weer op: maar, al kreunde hij even, toen
hij wegreed, toch deed hij zijn beide
boodschappen in ongelooflijk korten tijd.
Denzelfden avond, laat, hield de wagen
van de Grange, met Barrington en Dane,
voor de afgelegen boerderij stil. Een
man, die zij geen van beiden kenden,
ging hen voor naar de kamer, waar op
een veldbed in den hoek een onbewege-
lijke figuur lag.
,,Den geheelen dag heeft hij stil ge-
legen, net alsof hij sliep, zeide de
man.maar zoo juist heeft de dokter
hem iets gegeven en nu is hij wakker.
Barrington beantwoordde den groet
van Payne, die bij het binnenkomen van
den Silverdaleschen leider opgestaan
was en hem nu een stoel aanbood. Met
Dane vlak achter zich ging de oude man
naast het bed zitten. Even bleef het stil,
toen bewoog de gewonde man zijn hoofd
een paar maal onrustig. De dokter boog
zich naar den vrederechter toe en sprak
fluisterend met hem.
„Hij kan nu wel sprekenmaar als
u hem wat vragen wilt, moet 't gauw
gebeuren," was hetgeen, dat hij zeide.
Maar ondanks de voorzorg van fluis
terend spreken, had Courthorne hem
toch gehoord; hij glimlachte even en
keerde zich tot Barrington. ,,Ik ben bang,
dat 't u verdriet zal doenwat u te
hoopen zult krijgen. Maar ik ben 't ver
plichtniets aan te doen,'' zeide hij
moeilijk. „En nu luister goed ik.
kan 't niet tweemaal zeggen en schrijf
alles opals 't kan nog wat brande-
wijn, dokter."
Deze punten zijn voorzien in art. 1 van
het Nederlandsch-Be'gisch tractaat van
3 April j.l. Voorts v.ordt gewenscht de j
afschaffing zoowel van het verdrag, dat
Belgie met de groote mogendheden had
gesloten, als van het Nederlandsche trac
taat met die mogendheden: de wensch
hiertoe is door Bei >ie zoowel als door
Nederland te Londen en te Parijs ken-
baar gemaakt, waarop uit beide hoofd-
steden bevestigende Antwoorden inkwa-
men; over den vorm der afschaffing zou
nog nader worden overeengekomen. De
afschaffing van de twee collectieve ver
dragen van 1839 is voorzien in de nota's
van 3 April j.l., die gedeeltelijk opgeno-
zijn bij de Kamcrstukken over het
men
Belgisch-Nederlandsche verdrag. Over
de nadere onderhandelingen nopens den
vorm van de afschaffing der collectieve
verdragen van 1839 verluidde sedert
niets.
Zoo stond de zaak, toen op 16 dezer
te Locarno het Rijnpact werd gepara-
feerd door Duitschland, Belgie, Frank-
rijk, Groot-Brittannie en Italie. De con-
siderans van dit verdrag nu schijnt ook
voor ons land van groot belang; de on-
derteekenaars doen daar toch niets min
der in dan constateeren, dat de Belgische
neutralisatieverdragen reeds afgeschaft
zijn (Constatant 1' abrogation des traites
de neutralisation de la Belgique.)
Wat beteekenen deze woorden? Wij
kunnen ze slechts zoo verstaan, dat de
betrokken Regeeringen, kennis hebbende
van den door Belgie zoowel als door
Nederland geuiten wensch om de col
lectieve verdragen van 1839 af te schaf-
fen, en hun fiat in beginsel reeds gegeven
hebbende, geene waarde meer hechten
aan nadere onderhandelingen over den
vorm der afschaffing, maar den noodigen
consensus aanwezig wetende, thans in
een plechtig staatsstuk onder vrijwillige
medewerking van Duitschland, reeds
meenen te kunnen constateeren. dat bei
de collectieve conventies afgeschaft zijn.
Het is bekend, welke waarde zoowel
het kabinet van Brussd als dat van Den
Haag hecht aan de doorsnijding van den
band, die de groote mogendheden nog
verbond aan de Belgisch-Nederlandsche
betrekkingen. Wij hebben steeds begre-
pen en er onze instemming mede be-
tuigd, dat onze Regeering het slaken van
dien band beschouwde als eene conditio
sine qua non voor de aanvaardinq van
het Belgische tractaat. Ook voor Neder
land leek deze politieke strekking van
het tractaat een groot belang; zij vorm-
de voor ons het aantrekkelijke punt. Uit
Locarno komt thans echter het bericht
dat het Belgisch-Nederlandsche voorstel
daartoe niet alleen in beginsel. maar
reeds definitief aanvaard is, zoodat de
neutralisatie-verdragen door de mogend
heden van het Rijnpact als reeds afge
schaft beschouwd worden. De zeer
groote beteekenis hiervan soringt in het
oog. Inderdaad er schijnt alle reden om
over deze ook voor ons land zoo ge-
wichtige zaak iets naders te vernemen,
en eene regeeringsverklaring. al of niet
in antwoord op eene vraag uit de Staten-
Generaal, mag dus met belangstelling
tegemoet gezien worden.
DE TOESTAND.
De drie Duitsch-nationale ministers in
het kabinet Luther-Stresemann zijn ge-
Barrington boog zich voorover, om
iets te zeggen, maar terwijl de dokter een
glas met brandewijn tegen de bloedeloo-
ze lippen van den gewonden man hield,
en hem zoo liet drinKen, gaf de vrede
rechter, die met een vel papier voor zich
zat te wachten, hem een teeken.
,,We zullen het geheel volgens de wet
doen. Geeft den Bijbelhij ligt
daar, dokter," zeide hij. ,,Als u even
herhalen wilt, wat ik u voorzeg d.aar-
na kunt u dan uwe verklaring geven.'
Na een paar minuten was het ge-
beurd; met een schittering van ironie in
de oogen, achter de halfgesloten oog-
leden, keek Courthorne den kring van
mannen rond.
„Voelt u zich nu heusch zekerder van
na dat?' vroeg hij met een stem,
hoorzamend aan het besluit van de partii
dat het tractaat van Locarno onaanneme-
lijk is, afgetreden. Dit is te verklaren
uit de eenstemmigheid waarmee de
Duitsch-nationale groep uit den Rijks-
dag, welke aanvankelijk verdeeld was in
een meerderheid tegen en een minder-
heid voor het tractaat, zich op haar beurt
naar de beslissing van de hoogste partij-
instanties geschikt heeft. Het opmerke-
lijke is, dat het verzet der Duitsch-natio-
nalen, naar bekend was geworden, oor-
spronkelijk niet zoozeer de merites van
het tractaat zelf gold als wel het feit, dat
Duitschland, naar hun meening, met toe-
zeggingen die buiten dit tractaat vielen,
was afgescheept, waarvan niet te voor
zien was, of zij verwezenlijkt zouden
worden. (Spoedige ontruiming van de
Keulsche zone, verzachting van het be-
zettingsregime voor het Rijnland en van
het bestuursregime voor het Saargebied.)
Eigenlijk zou dus, zoo het tot ontbinding
van den Rijksdag en een algemeene ver-
kiezing kwam, de leus ,,voor of tegen
Locarno" niet geheel zuiver gesteld zijn,
ofschoon zij natuurlijk wel dien vorm zou
aannemen, omdat zij in haar kortheid
directer tot de verbeelding van het kie-
zersvolk spreekt.
Een algemeene verkiezing zou natuur
lijk op een versterking van den steun
voor Locarno in den Rijksdag kunnen
uitloopen. Is dit echter nauwelijks het
geval of levert zij integendeel een ver
sterking van de stemmen aan de rechter-
zijde ertegen op, dan zit men in nog
moeilijker parket dan nu reeds.
De fatale termijn van 1 December,
den dag die voor de onderteekening van
het tractaat van Locarno is vastgesteld,
liet nauwelijks tijd voor een ontbinding
van den Rijksdag en een algemeene ver
kiezing, en zou in elk geval de parlemen-
taire behandeling ervan voor dien datum
onmogelijk gemaakt hebben. Vandaar,
dat de Duitsche regeering, het gebiedend
noodzakelijk heeft geacht, zonder de af
getreden Duitsch-nationale ministers aan
te blijven en het tractaat in veilige ha
ven te brengen. De democraten en de
sociaiisten hebben met dit besluit van
Luther en Stresemann hun instemming
betuigd en zullen haar onvoorwaardelijk
steunen in de politiek van Locarno, wel
ke de Duitsch-nationale partij gewraakt
heeft.
De leeggekomen minister-zetels zijn
slechts interimair bezet. Het is, of bet
kabinet den Duitsch-nationalen te ken-
nen heeft willen geven, dat het hun
plaats nog open wil houden, in afwach-
ting, dat zij van de dwaling huns weegs
terug mochten willen keeren. Graaf
Westarp. die in de crisis over Locarno
de gematigde richting vertegenwoordig-
de, heeft uitdrukkelijk gezegd, dat daar
geen kijk op was. Maar in vijf weken
kan er nog wel een en ander gebeuren en
bij de Dawes-.regelinq hebben wij gezien,
schrijft de N. R. Crt., dat de Duitsch-
nationalen begrip hebben voor het nut
van een' taktische zwenking op het juiste
oogenblik. Een verschil met den toe-
stand van toen is echter. dat een aantal
stemmen van de Duitsch-nationalen voor
de aanneming van de Dawes-regeling
noodig waren. en men het nu ook zonder
hen af kon. De verleiding bb'ift daarom
voor den onverzoenlijken vleugel we!
sterk, om de partij tegenover haar kiezers
dmtrzaam te laten ooseeren als de man
nen. die niet mee hebben willen doen aan
Locarno.
Telken male als men in Frankrijk be-
ginnen wil aan het herstel van den zorg-
wekkenden toestand waarin de Schat-
kist verkeert, staat er een minister van
financien op vallen. Caillaux, die met zoo
groote verwachtingen in het kabinet op-
genomen was, als de financieele specia
list, die orde in den baaierd zou schep-
pen, was nu ten leste zoo ver, dat hij, na
langen wachttijd, spijkers met koppen
moest gaan slaan, en alweer is op dit
psychologisch oogenblik gebleken, dat
zijn portefeuille in gevaar kwam, nog
voor zijn financieele ontwerpen aan de
Kamer voorgelegd waren. Het verzet
ertegen kwam ditmaal van den kant van
het meerendeel van zijn ministerieele
ambtgenooten, die zijn financieele her-
vormingspolitiek bleken te wantrouwen,
zelfs voor hij haar voor hen behoorlijk
uiteengezet had. Zoo lazen wij dan in
een telegram uit Parijs, dat Painleve
Caillaux, voor den kabinetsraad waarin
hij zijn voorstellen zou ontvouwen, ver-
zocht had af te treden. Caillaux weiger-
de dit en zoo bleef Painleve slechts de
keus over tusschen onmiddellijk indienen
van het ontslag van het kabinet of het
aanhooren van Caillaux. Dit laatste is
gebeurd en een tweede telegram is ko-
men vertellen, dat er een ..aanmerkelijke
ontspanning" was ingetreden en Cail
laux' uiteenzetting een ..gunstigen" in
druk op zijn collega's had gemaakt. In-
dien dit den toestand geheel juist weer-
gaf, zou Painleve blijk gegeven hebben,
van een voor een staatsman onbegrijpe-
lijke voorbarigheid of moest Caillaux
zijn voorstellen op het allerlaatste oogen
blik gewijzigd en zekere opportunistische
talenten getoond hebben.
De moeilijkheid schuilt blijkbaar in de
heffing ineens, waarvan bekend was, dat
Caillaux een tegenstander is. Dit lijkt
eenigszins paradoxaal, omdat de sociaiis
ten, voor wie deze heffing de heilige
witte olifant van hun program is, de in-
trede van Caillaux in het kabinet juist
met grooter voldoening begroet hadden
dan de andere meer reohts staande kar-
telbroeders aan de linkerzijde. Caillaux
heeft nog eens in een rede voor zijn
kiezers te Chateau-du-Loir Zondag dui-
delijk gezegd, dat hii in die heffing geen
heil zag. Hij wraakte haar als ,,een van
die geometrische denkbeelden waarmede
men voorzichtig moet zijn, aangezien zij
bijkans altijd in strijd met realiteiten
blijken. Daarbij kwam nog voor hem de
ov.erweqing, dat zulk een heffing ver
moedelijk tot een terugslag zou leiden en
ten slotte tot de concentratie van rijk-
dom in de handen van een kleine minder-
heid. Dit nam niet weg zeide hii verder,
dat hij voorstander is van een democra-
tische financieele hervorming, die ten
doel moet hebben de zichtbare uitinqen
van rijkdom meedoogenloos te treffen.
maar toch ook weer niet zoo onbarmhar-
tig, dat er ontduiking door in de hand
gewerkt werd. Aan den andean kant
wil hij den interest van de Fransche
staatsschuld niet verlagen, omdat dit
deqenen zou treffen die vertrouwen ge-
had hebben in het crediet van het lanJ
en vooral den middenstand.
Men mag benieuwd zijn, hoe Cail
laux ten -slotte de kerk in het midden
wilde houden in den somberen financiee-
len toestand, die nog onrustbarender
aanzien gekregen heeft door de crisis
waarin de franc verkeert. Caillaux'
overzicht van de nationale schuld is ge
schikt om elken minister van financien
me
die lichtelijk heesch en heel zwak klonk.
,,Wat zou ik er nu nog aan hebben, om
de waarheid te verdraaien? Maar. laat ik
beginnen: Ik heb marechaussee Shannon
doodgeschoten. Datum kunt u in 't bevel
tot inhechtenisneming vinden. Buitenge-
woon gek, maar ik ben t vergeten. Bij
die geiegenheid heb ik kleeren en paard
van Witham geleend, zonder zijn mede-
weten wel heb ik hem betaald, een
kleinigheid om zich voor mij uit te
geven de politie moest hem achterna
gaan, dan hadden de smokkelaars vrij
spel. Alleen in zooverreis Witham
medeplichtig geweest. Marechaussee's
dachten, dat ik 't was, hebben me nage-
zeten tot 't paard door 't ijs zakte. Zelf
heb ik eruit kunnen komen maar
Witham was in Montana, wist niet dat
ik't er levend afgebracht had pas een
poosje geleden wel. Maak er behoorlijke
zinnen van en lees t me voor.
Een paar minuten lang werd er in het
stille vertrek niets dan het haastige kras-
sen van de pen van den vrederechter ge
hoord: nog voordat hij klaar was, ging
de deur open en kwam brigadier Stim
son, warm en stoffig van den langen rit,
de kamer binnen. Hij bleef bij de deur
staan, toen de vrederechter zijn hand
waarschuwend ophief en de verklafring
op den gewonen dreuntoon begon voor
te lezen. Toen hij zweeg, knipte Cour
thorne een paar maal goedkeurend met
zijn oogen.
,,In orde" zeide hij. ,,Nu teekenen.
De dokter schoof zijn arm onder het
kussen en lichtte hem voorzichtig iets op,
terwijl de vrederechter naar den anderen
kant van 't bed omliep en hem een pen-
nehouder tusschen de vingers schoof.
Langzaam, moeizaam-krassend. zette
Courthorne zijn naam. Toen liet hij het
kleine voorwerp uit zijn krachtelooze
vingers vallen. De vrederechter nam
papier en pen, liep naar de kleine tafel
onder de lamp en onderteekende het do
cument zelf, daarna nam hij het op en
wilde het aan Colonel Barrington over-
handigen. Werktuigelijk stak deze zijn
hand uit, maar Dane was hem voor.
Met een beslist gebaar nam hij het pa
pier aan.
,,Neen," zeide hij. ..Als u een tweeden
getuige noodig heeft, laat mij die dan
liever zijn."
Met een kleine handbeweginp be-
dankte Barrington hem: terwijl Dane
teekende, keek Courthorne rond i plot-
seling zag hij Stimson.
„Mijn compliment voor je geduld,
brigadier," zeide hij zwakjesAlleen
verduiveld zuur voor je, dat de eenige
man. dien je met recht gevangen had
kunnen nemen, op deze manier onder je
vingers wegglipt. Uit mijn verklaring
heb je gehoord, dat Witham vast en
zeker dacht, net als jullie allemaal, dat ik
dood was.
..Stimson wendde zich tot den vrede
rechter. ,,Ja, ik heb gehoord, wat u voor-
las. Die verklaring is volkomen overeen-
komstig de feiten, die me via verschil-
lende ooggetuigen ter oore zijn ge-
komen."
Terwijl hij sprak keerde Courthorne
langzaam zijn hoofd om en keek Barring
ton aan. ,,Ik begrijp, wat 't voor u is,
sir," zeide hij. ,,Op zijn zachtst gespro-
ken... vernederend; maar ziet u, de
quaestie is deze: een paar maanden ge
leden heeft Witham me bij de brug ge-
redMijn paard was onwillig en ach
ter me lagen de planken loshij heeft
't dier gegrepenhad hij niets ge-
daan, dan was hij van me af geweest.
Laat mij voor eens in mijn leven ook eens
edelmoedig zijnveel geiegenheid om
die eigenschap te ontwikkelen, zal ik
wel niet hebben.
Barrington's mond trok nerveus; de
ironische klank in de zwakke stem was
bijna meer dan bij verdragen kon. Maar
toen stond hij op en ging naar het bed
toe.
(Wordt vervolqd).
nsche
■■■■■in m
Burgemeester en Wethouders van iEK NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat ter gemeente-
secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen
van de N.V. ..VLASSERIJ HEX ZWAANTJE" te
Ter Neuzen, om V ERG UNITING tot het plaatsen
en inwerking brengen van een Stoommachine en
3 Electromotoren in de vlasserij, op het perceel kada-
straal bekend in seetie E, No. .10.
Op Muandag den 9 Nov. a. s., (les namiddags
uur, zal 111 net geineentebuis geiegenheid oesiaai om
bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in
te brengen en deze inondeling en schrittelyk toe
te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, voor het bovenge-
melde tijdstip, ter secretarie der gemeente kennis
nemen van de ter zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudents
niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn versehenen, ten
einde hunne bezwaren mondeling toete lichten.
Ter Neuzen, 26 October 1925.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
B. I. ZONNEVIJLLE. J. HUIZ1NGA.