ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
7815
Woensdag 23 September 1925.
&a.
E. E. Kaatoorhouders
DE INDRINGER
Zenuw
65'
H i nderweI
tabletten
Hflijnhardt
A80NNEMENTSPR1JS: VoOTbinMnTerNeuzen '-MB-
~B I N N E N L A N B.
FBTJILLBTOS.
BUITENLAHD
lift,
worden verzocht het abonnements-
geld over het 3e kwartaal 1925
van de Ter Neuzensche.Courant,
voo' 1 October in te zenden.
Wij vestigen er de aandacht van
onze abonne's op dat wij bij terug-
ontvangst van eene onbetaalde kwi-
tantie onm ddel<ijk detoezending van
het blad zullen staken.
DE UITGEEFSTER.
Onze abonne's in
'het Buiteniand worden
dringend verzocht het
verschuldigde abonnementsgeld voor
1 October a.s. in te zenden. Bij niet-
ontvangst voor dien datum wordt
het abonnement gestaakt.
Voor Belgie, Frankrijk en Duitsch-
land, is de abonnementsprijs bij
vooruitbetaling f 3,35 per kwartaal,
voor Amerika en Ned.-Indie f 2,70.
DE UITGEEFSTER.
DE ARBITRAGE IN HE f VERDRAG
MET BELGIE.
Men schrijft aan de N. R Crt.
In de September afleveringvandeVragen
des Tijds" lez-n wij een keurig verzorgd
artikel van de hand van professor J. P. A.
Francois, tevens referendarisaan het depar
tement van buiteniandsche zaken met h t
opschrift„Het Verdrag met Belgie en de
InternationaleRechtson' wikkeling. Sohrij-
ver toont aan hoe de geschiedenis heeft
geleerd, dat noch geweld noch vreedzame
oaderhandelingen ooit bij michte geweest
zijn, de wereldkaart te herzien op eene
wijze, die niet weder den kiem in zich bergt
van nieuwe ontevredenheid en nieuwe con-
flicten
Een laatste redmiddel ziet hij dan ook
slechts in de wijze, waarop de Volkenbond
dat doel traeht te bereiken, met zijn over-
talrijke op internationaal overleg gerichte
organen, waarin de international arbitrage
eene zoo groote plaats inneemt En bij
stelt den tegenstanders van arbitrage in
het Nederlandseh-Belgische t.ractaat de
vraag, of zij wel beseffen, gevaariijk spel
te spelen, indien zij op grond van de mee-
Uit het Engelsch van
Harold Bindloss.
niug, dat onze ei^en waterstaat ingenieurs
beter van de rivmrtoestanden op de hoogte
zjjn, dan eenige buiteniandsche specialiteit,
arbitrage afwjjzen. Doen zij dan niet beter,
den zwaren strijd, dien de kleine mogend
heden hebben te voeren, om het denkbeeld
van de beslechting van geschillen door ar
bitrage en rechtspraak in de wereld ingang
te doen vinden maar terstond op te geven
Zoo in het algemeen gesteld z't er zonder
twijfel veel waars in tie ernstige woorfen,
die de geachte schrij ver laat hooren. Doch
is bet daarom voor eene kleine mogend-
heid noodig. dan ook maar elken vorm van
arbitrage te accepteeren Moet zij daarom
zoover gaan, dat zij mede jubelt over elke
basis van arbitrage, haar aangeboden, zonder
te letten op de factoren, die op de recht
spraak van arbiters zullen invloed oefenen V
Moet die kleine mogendheid haar eigen
hoogste belangen gaan opofleren. om toeh
maa: te bereiken dat de ideeen van Geneve
ook in de overige staten meer ingang
zullen vinden Dat kan tocb de bedoeling
niet zijn van den Volkenbond.
Zeeland is een polderland met watertoe-
standen, zooals waarschijnlijk nergens ter
wereld voortkomen en de buiteniandsche
deskundigen, die de arbiters moeten voor
licbten. of zelf de arbiters zijn, zullen voor
de zeer moeiljjke taak staan, de Neder-
landsche polderbezwaren te beoordeelen,
welke worden aangevoerd tegen eene door
Belgie geeischte verbetering van lietvaar-
water Zij zullen deze bezwaren allicht in
hun vollen omvang slechts gedeeltelijk
kunnen cerzien. moeten toch een uitspraak
doen. Tefst op korten termijn en zullen
zich daarom moeten vastklampen aan elken
stroohalra, die steun kan geven aan een
rechtvaardige uitspraak. En daarin komt
het tractaat hun ter hulpe, want in art.
IV 2 vinden zij geen stroohalm, maar
een stevigen houvast, waarop zij, metom-
zeiling van bovengenoemde moeilijkheden,
een eerlgke uitspraak kunnen gronden.
Art. IV 2 luidt
„De Hooge Cont acteerende Partijen be-
scbouwen het als een hoofdneginsel dat de
Wester-Schelde met hare toegangen van
uit voile zee, alsmede de Scheld* beneden
de haveninrichtingen van Antwerpen, wat
de bevaarbaarheid betreft, te alien tijde
moeten beantwoorden aan de eischen, welke
zoowel door den vonruitgang van den
scheepsbouw als door toenemen ie hehoeften
van de scheepvaart worden gesteld
Beide partijen hebben dit beginsel vrij
willig aanvaard. Indien dus Belgie kan
aantoonen, dat het geeischte voor de ver
betering van het vaarwater onmisbaar is,
moet elkander belang wijken.
Zelfs al zoudt gij mij overtuigen, zal de
arbiter aan Nederland antwoorden, dat uwe
dijken zich zullen begeven, dat uwe polders
zullen overstroomen, er is door de tegen-
partij aangetoond, dat zonder de gevraagde
verbetering d>' bevaarheid van de Schelde
niet bean'woord aan de eischen, in 2
gesteld; dus moet ik haren eisch toewijzen.
Het is naar de letter en den geest van
de overeenkomst, die door beide partijen
vrijwillig is aanvaard.
Dit is nu een basis van arbitrage, die
wij niet kunnen aanvaarden evenmin zullen
pousseeren als bet geldt de belangen van
anderen
Professor Francois is een uitnemend
jurist. Welticht kan hrj aantooneQ, dat de
arbiters dien weg niet op mogen gaan.
Doch kan bij dit niet, dan zal hij moeten
1 toegeven, dat een dusdanige vorm van
arbitrage door gee: e regeering, die waakt
voor het belang van hare onderdanen, kan
worden aanvaard en zeker niet door bet
land van Grotius.
HET OOD-KAMERlTd FRUYTIER.
De hoofdinspecteur van den arbeid ir
L. A. Fruytier is, te rekenen van 15 Sept.
toegevoegd aan den directeur generaal van
den arbeid, ter standplaats 'sGra?enhage
dezelfde fuuctie welke hij vervulde van
1917 tot hjj in 1922 lid der Tweede Earner
werd.
D E MON ST R AT IE F CONGRES VAN
S D. A. P. EN N. V. V.
Het driedaagsche Congres door deze beide
organisaties op touw gezet in Den Haag
is Zaterdagmiddag ingele-.d met een hul
diging van mr Troelstra
Toen deze de verguderingzaal in den
Dierentuin binnenkwam daverde hetge .ouw
van het applaus, het gej rich en het gezang.
Troelstra wandelde midden door de zsal,
zichtbaav g-roerd en rechts en links handen
drukkend.
Achtereeavolgens werd Troelstra toege-
sproken door Schaper die hem zei dat hjj
nu door de massa zou gehuldigd worden,
door Vliegen, die hem als politiek leider,
als politiek kunstenaar, roemde, door
Friedrich Adler, die hem namens de Inter
nationale toesprak en door Stenhuis, die
het zich een trots en glorie noemde aan
Troelstra het ontwerp Troe'stra-oord te
mogen overhandigen.
De heer Troelstra zei in zjjn antwoord
o. a, dat hij wel van terzijde van de
voorbereiding der stichting van het
Troelstra oord iets had medegemaakt. Het
zal aan zjjn doel be' twoorden. Spr.
dankte het Yakverbond de gevers, voor
de bulde, spr. gebracht. maar gebracht
ook aan de verheffing der arbeidersklasse
met spr.'s hup en hoopte dat menig
afgebeuld propagandist van S. D. A. P. en
vakbeweging er tot rust zal komen daar
in het Troelstra-oord. Immers, hoevelen
van die propagandisten plegen roofbouw
ten koste van eigen lichaam. De rust kan
dan het middel zijn den strijd met sterker
krachten en meer succes te voeren. Spr.
dankte nogmaals voor het hoogopgevatte
en kostbare geschenk.
Zich tot zijn opvolger als voorzitter van
de Kamerfractie wendende, verklaart spr.
de keuze van den heer Albarda met on-
verdeelde instemming te hebben ontvangen.
(Applaus) Spr. stelt hem den eisch dat
hij zich zelf gelijk zal blijven. overtuigd,
dat hetgeen aan hem nog mocht ontbreken
weldra aangevuld zal worden. Spr. wenschte
vergaderden en den heer Albarda beiden
aeluk met de gedane keuze.
Achtereenvolgens bracht de heer Troelstra
aan verschillende vrienden en medewerkers
dank. De beschouwingen over den poii-
tifken toestand van het oogenblik liet hij
rusten- Ze zullen opgenomen worden in
een binnenkort te verschijnen brochuren
Hij bepaalde zich nu tot een opwekking
om ten s rijd van de democratic te doen
doordringen in bet bedrijfsleven, en het
kapitalisme aan te tasten in zijn kern.
Thans gaat he„t naar de socialisatie
's Avonds is er een groote fakkeloptocht
gehouden voor de woning van den heer
Troelstra. Het was een ontzaglijke lange
stoet met een aantal muziekkorps^n. Het
voorbij trekken voor het huis, waar mr.
Troelstra met zijn familie op het balcon
stond, duurde meer dan een half uur.
Het congres werd Zondag ingeltid door
een rede van den heer Albarda over de
politieke situatie, waarbij het in het bij-
zonder het premierschap van den heer Coign,
en het gedrag der Katholieke democraten
kritiseerde.
Na inleidingen resp. van G. J. A Smit Jr
A. H. Gerhard en S. de la Bella, werden
resoluties aangenomen inzake medezeggen
schap en bedrijfsorganisaties, over onder-
wijs, en over de 48-urige werkweek.
Maandag werd na een rede van K. ter
Laan een motie aangenomen voor nationale
ontwapening.
MINISTER WELTER.
Maandagnamiddag is te s-Gravenhage
aangekomen het lid van den Raad van
Ned.-Indie, de heer Ch. J. I. M. Welter,
die zooals men weet de opdracht had ont
vangen om zich naar Nederland te begeven
met bestemming om door de Koningin te
worden benoemd tot minister van Kolonien
in het nieuwgevormde kabinet-Colgn.
Te zgner begroeting waren, behalve
mevr. Welter en verdere gezins en familie-
leden, tot welke laatste ook beho^rde
generaal Burger, oud commandant van het
veldleger, op het perron aanwezig de
voorzitter van den ministerraad, tevens
minister van financien en kolonien a.i., de
heer H. Coign, en verder de secretaris-
generaal van het departement van Kolonien,
mr. dr M. S. Koster, en de heer Th. v.
Voorthuysen, aiministrateur, hoofd vap
het kabinst van den minister van Kolonien
en chef *an de afd. binnenlandsch bestuur
van het departement.
Na de eerste begroeting door de familie-
leden verwelkomde minister Colijn den
toekomstigen minister allerhartelijkst en
onderhield zich eenige oogenblikken met
hem. waarna de heer Welter de overige
heeren van het departement de baud drukte
en zich naar de gereedstaande auto begat.
Daarna vertrok de familie naar hethu's
in de Wattstraat, reeds sedert eenigen tijd
door mevr. Welter bewoond.
WEER EEN ONWTETTIGE LOTING.
De Commissaris der Koningin in Overijsel
heeft de loting der militie 1926 te Hengelo
vernietigd van no. 97 der lijst al Dooi
den loteiing flofmeijer, die bij de 'oting
niet aanwezig was en op wiens naam een
andere loteiing Hofmeijer een nummer trok,
dat aan eerstgenoemde werc^toegekend, was
bezwaar tegen de loting ingebracht.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
Zenuwstillend—zenuwsterkend. Buisje 75 ct.
DE TOESTAND.
Primo de Rivera is thans in de water n
van Alhucemas aangekomen, en d t moet
schrijft de N. R ~!rt zeker beschouwd worden
als een inleidir g voor nieuwe Spaansche
operaties of- een terugtocht. Bg C euta
en Tetoean, wel 200 K.M. ten Westenvan
de landingsplaats der Spa^jaarden is alles
rustig, zegt een officieel communique uit
Madrid. Vrijdagavond hebben echter de
Mooren nog een aanval gedaan op de
Spaarsche landingstroepen op het schier-
eiland Morro Nuevo over het heele front.
Zij wierpen een groot aantal bandgra-
natcn, een bewijs, dat de strijd op heel
korten afstand gevoerd werd, maar werden
na levendige gevechten afgeslagen. Om
een u ir 's nachtshernieuwden zij hun offen-
sief, nu gesteu .d door hun artillerie op de
hoogte Dzjebel Malmussi. De meeste pro-
jectielen vielen in zee. De Riff-kabylen
rukten in dichte gelederen op en lieten
verscheidene dooden op het veld."
Deze beschrgving van het gevecht lijkt
eenigszins onsamenhangend,want men komt
niet te weten, of de vgand voorgoed afge-
slagen is Vermoedelijk is de positie der
Spanjaarden nog moeilijk, ook wegens het
gebrek aan drinkwater. Het boren naar
water op Morro Nueve is vruchteloos ge-
w«est en er zouden hun nu twee distilleer-
ketels gestuurd worden, om van zeewater
drinkwater te maken. Men zou gedacht
hebben, dat de troepen zulke toestellen
dadelijk meegekregen liadden.
Het kan zijn dat de Fraoscben spoedig
den Spanjaarden een afleiding zullen trach-
ten te verschaffen, want de oorlogscorres-
pondent van de Echo de Paris kondigt
een nieuwe Fransche aanvallende beweging
op den Oostelijken vleugel uit bet vak
van Kiffane, een eind ten Noorden van
Taza, aan. Terwijl de twee vorige aan-
vallen onderscheidenlgk met 30 en 21
batBjons ondernomen zijn, zouden er dit
maal 80 bataljons aan deelnemen.
Slaagt dit ofl nsief, dan zou het vijan-
delijk gebied tusschen Kiffane en den
Spaanschen post Azib de Midar in het vak
van Melilla een sbuk versmald worden,
maar het gebied dat ertusschen ligt is zoo
bergacitig en moeilijk begaanbaar dat er
van^een ontmoeting tusschen de Spaansche
en Fransche voorposten nog vooreerst wel
geen sprake zal zijn. De Fransche stoot
zou all een Abd el-Krim kunnen no adzaken
nog niet meer strijdkrachten tegen de
Spanjaarden bij de baai van Alliucemas
samen te trekken. Voor het overige moet
het de plannen der Franschen in de war
gestuurd hebben dat de Spanjaarden niet.
dadelijk na hun landing tegen Ajdir. het
hoofdkwart.ier van Abd-el-Krim konden
oprukken.
77) (Vervolg).
„Ja. Maar ten eerste h»b ik niet veel
noodig en ten tweede weet je niet, hoe
't komt, dat ik zonder geld zit en waarom
ik «eer juist bij jou gek 'men ben. Blijk-
baar ben je er niet bepaald nieuwsgierig
naar, maar toch zal ik't je vertellen. Den
vorigen keer, na onze ontmoeting bij de
brug, ben ik weggegaan met het vaste plan,
om me in den eersten tijd niet meer te
laten zien. Maar geen dag daarna ben ik
nogal erg ziek g-*worden op een armoedige
boerderij, een paar uur gaans van de neder-
zetting, hebben ze me toen zoo goed en
zoo kwaad als 't ging verpleegd, maar
'twas er verschrikkelijk. Gloeiend-heet,
een oven, een atmosfeer, wazig door het
alkali stof, niets te drinken dan wat onge-
looflijk-slechte whisky en bitter wel-water
om 't te verdunnen. Een dag of drie heb
ik daar gelegen, smachtend van dorst met
legers vliegen, wandelend over me heen.
Ik wist, dat 't het einde voor me zou be-
teekenen, als ik daar bleef gelukkig
kwam er toen een hetrekkelijk koele dag
dadelijk, toen ik dat 's ochtends merkte,
ben ik opgekrabbell heb me in 't zadel
geheschen en ben hiernaartoe gekomen
Hoe ik 'them geleveid heb, weet ik niet;
het grootste g deelte van den tijd was alles
zoo'n beetje schemerig om me heen, zig
ik geen prairie of iets van mijn omgeving,
maar ik wist, dat ik veilig zou zijn, wan
neer het me gelukte, jou te bereiken
jij zou 't als een soort verp'ichting voelen
o'm iets voor me te doen. Natuurlijk waren
er ook nog andere factoren, die je ertoe
zouden noodzaken, maar daar heb ik, op
mijn woord, niet aan gedacht."
Witham's sympathie voor den man, die
nooit bijster groot geweest was, was er
door de ondervihding van de laatste zes
maanden niet sterker op gewordeu maar
hg herinnerde zich Courthorne's handels-
wjjze. toen hij anderhalf jaar geleden in
het kleine onaanzienlijke blokhuis, dat al
die jaren zijn woning geweest was, ziek
gelegen had. En ook herinnerde hij zich
dat alles, wat hjj op het oogenblik bezat,
feitelijk het eigendom van den man op den
ruststoel was
BJij hebt zelf de voorwaarden gesteld",
zeide'hij, iets minder zeker dan eerst.
Courthorne knikte. „Ja, maar ondanks
dat zou ik nu toch graag zien, dat een
ervan wat minder streng gemaakt werd.
Help me met kleine bedragen, tot je den
oogst verkocht hebt als je dan met een
flink bod komt, wie weel, of je dan niet
hetgeen je op 't oogenblik in Silverdale
bezit kunt behouden Om je de waarheid
te zeggen, geloof ik, dat de tijd, die mij
nog hier op het ondermaansche overblijft,
vrij beperkt. is, en voorda^ ik voorgoed
opstap, wil ik nog eens ter dege genielen
van alles, wat de wereld een man van mijn
type te genieten geeft. Dood kun je nog
lang genoeg zijn. wat jij
Witham knikte dat was een opvatting.
die hij begrijpen kon. Hoe dikwijls had
hij dat z-dfde verlangen in de moeilijke
ja en, die nu achter hem lagen. leeren
kennen een bijna onweerstaanbare be-
hoefte om zich een keer uit te leven, zo. der
aan gevolgen te denken, zonder kosten te
tellen
„Zoo aan dien geestest^estand heb ik
dus de grap te dan!<en, die je je te mijnen
koste in de nederzetting veroorloofd hebt."
zeide Witliam. „Yrij schunnig, vo d j^
zelf niet
Courthorne begon te lachen „Die vrien-
delgke te;m is 'tbe-te bewijs, dat je me
hoegenaamd niet kent. 't M as niets dan
een grap en daarbij een grap extra be
rekend om jou voordeel aan te brengen.
Kijk eens: de rol die jij vervullen moest,
eischte heel wat meer capaciteiteu, dan die,
waarover jij te beschikken had. De situatie
was werkelijk te gek een buitengewoon
rechtschapen iemand, solide, puriteinsch en
wat dies meer zij, die zich in 'tgoede Sil
verdale voor mij uitgaf! Dat geval in de
nederzetting gai' er tenminste nog een waar
heids tintje aan. Waarschijnlijk zitten mgn
hooggeachte familieleden tot op het huidige
oogenblik in zak en assche over die plot-
selinge inzinking."
„Geef je geen moeite mijn gevoel voor
humor is niet genoeg geoefend, om zoo
iets te kunnen apprecieeren", antwoordde
Witham grimmig. „Maar nu over jezelf
wat scheelf er eige ilijk aan?"
„Long t b.c zeide Courthorne. „Mis
schien heb ik't al jaren gehad, maar werke
lgk last ervan heb ik pas na het bad in
de rivier op dien bewusten avond gekregen.
Wil ik je het verhaal van dien avond eens
doen? We zjjn wel niet b, paald gezworen
kameraden, maar na de cow-boys en vee-
boeren van de laatste paar maanden is het
bepaald een verlichting om ook eens met
een meer intelligent ien and te praten.
„Ga je gang," antwoordde Witham.
w 'Jan zal ik bij het oversteken van de
rivier beginnen", zeide Courthorne. ,'tWas
de eenige manier, want een van de mare-
chaussees zat me vlak op de hielen
Ik was bijna aan den overkant, toen het
paard opeens door 't ijs zakte ik had
't elk oogenblik verwacht, daardcor lukte
het mij om er uit te krabbelen Ik zie
mezelf daar nog staan op den kant,
met een gordijn van fijne jachtsneeuw om
me heen. Misschien had ik het dier ook
nog kunnen redden, maar ik was bang, dat
de man aau den overkant den vorm van
het paard zien zou daarom liet ik hem
gaan. Het duurde gelukkig maar even
I toen werd hij door den sterken stroom
onder het ijs getrokken en ik kan je zeggen,
toen ik daar stond en niets anders meer
za<* dan een groot gat, had ik mezelf
kunneu slaan Daarna heb ik me een minuut
of vijf in een boschje schuil gehouden. maar
toen' ik merkte, dat geen van de tnarechaus-
sees er aan dacht, om aan den anderen
kant poolshoogte te komen nemen. Ten ik
er van door gegaan, dwars door de sneeuw
jacht h en, zonder van richting te weten,
tot ik, bij toeval tegen de oude hut van
Jardine opliep. Bij alle narigheid bofte
ik toch ook nog, want in den eenen boek lag
een erg prairie hool en ben er onder
tegen aan gekropen en heb den heele nacht
zoek gebiacht met bundeltje na bundeltje
droge halmen stijl ineen te rollen en het
dan"in de kaehel te stoppen. Heb je wel
eens door en door nat een uur of tien in
een vertrek waar het tusschen de 10 en
20 graden onder nul was, doorgebracbt
ja autwobrdde Witham lakoniek. ,Een
of'twee maal heb ik dat geroegen gehad".
„Dan weet je, hoe't is, zeide Courthorne.
Die nacht heeft mijn leven waarschijnlijk
voor meer dan de heift bekort t was
afschuwelijk, maar ten flotte kwam er
toch een einde aan en toen het ochtend
werd, ben ik verder getrokken wehad-
den nogal wat vrienden juist in diestreek
en een van hen heeft me toen opgenomeD
en verzorgd."
Witham bleef een paar minuten lang
zwijgend voor z'ch uit zitten ki]ken On
danks zijn onversclvlligheid, kad het ver
haal hem geboeid, terwijl de eenvoudige
verteltrand van den man, die nu met zijn
hoofd van hem afgewend in zijn stoel licht
lag te hij gen, nDt zonder uitwerking ge-
bleven was. Dood^til was het om hen heen,
zwijgend lag de scbemerige prairie onder
den van sterren flonkerenden liemel op den
volgenden dag te wachten zelfs de gewone
geluiden van het huis ontbraken op dat
oogenblik geheel.
(Worrlr vervolgd
Si t-/
CO U RANT
Burgemeester en WethouderB van TER NEUZEN
makcn bekend, dat het verzoek van de Societd
Laitiere HollandU te Laeken-Brussel, oin in het
perceel, kadastraal bekend in Sectie K no. 234 een
fabriek van melkproducten te mogen oprichten door
hen is toegestaan.
Ter Neuzen den 21 September 1925.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester:
B I. ZONNEV1JLLE, Seeretaris.