ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAP VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7785. Woensdag 15 Juli 1925 65e Jaarga bekendmaking. DE INDRINGER Vacantie PUROL Uitloten Geldleeningen. BINNENLANQ. FEUILLETOH. Hi T m*,,,™ a 1 At\ ruvr 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /«,60 per jaar ABONNEMENTSPRIJS: v£Z nTUS X"mfitotVO per 3 maanden - Voor '1 overtg builenland f 3,35 per 3 maanden - Abonnemenlen voor't bnilenland allee, blj vooruitbetal-g. EENIGE OPMERKiINOEN NAAR AAN- LELDING VAN HET NEDERLANDSCH- BELG1SCH VERDRAG. Een correspondent der N. R. Crt. schrijft d-aarover het volgende: Het is een pijnlijke taak te schrijven over het verdrag tusschen Nederland en Belgie, dat bij ons parlement ter goedkeuring aan- hangig is. Dat dit verdrag van Nederland- schen kant ernstige bezwaren heeft, hoeft men niet meer te zeggen. Deze zijn zoo uit- voerig, dat men soms van het kwade wat te veel kreeg. Zooals de din-gen nu eemmaal ston-den, moesten wij bij dit verdrag eenig nadeei op den koop toe nemen. Het was ook niet mogelijk, door de veranderin-g der om- standighed-en, allerle-i rechten, die wij be- zaten, te hand-haven. Wij willen dat nu niet in bijzond-erheden behandelen. Deze dingen ziet men beter onder oogen op het tijdstip, dat definitief over een Nederlandsch-Bel- gisch verdrag zal .moeten worden beslrstJ Wij schrijven met opzet over „een'' Neder- landsch-Belgisch verdrag, want wij hopen. en wellicht niet zonder reden, dat dit ver drag dan niet het teganwoordige ontwerp in onveranderden vorm zal zijn. Het is nu nog ge-en tijd om met de a-rgumenten, die ten gunste van eenige op het eerste gezicht onaangname bepalingen in dit verdrag aan- gevoerd kunnen worden, voor den dag te komen. Wij maakten hier echter een toe- speliing op ter verklaring, waarom wij eenige punten van uitgang vooraf willen vaststel len. Wij willen hier b.v. niet principled bestrn- den( dat Nederland tot zekere hoogte de kosten zal drag-en van het onderhoud van het vaarwater in de Schelde. Ook willen wij ons hier niet verzetten tegen de ,,-beau geste" onz-er rege-eri-ng want dat is het inzake het toelaten van een mogeliik Riir.-Schelde'kanaal over ons gebied. Wij zijn zelf-s van meening. dat de consolidate van on-ze betrekkingen tot onze zuideliike buiren i.n veel opzich-ten politiek zoo be-i langriik is, dat men daarvoor over benaalde concessies aan de Belgen. -die wij niet pret tig vinden, zou kunnen hee-nstappen. Vraagt men ons of wij den prij-s, die voor de toe- nadering betaald moet worden, te hoog vin den, dan zouden wij zonder bedenken be- vestigend an-twoorden. Daarmede is echie-r o.i. nog de vraag niet beantwoord, of het verdrag al dan met verworpen moet worden. Men kan niet eenvoudig zeggen: de prijs is ons te hoog, wij betalen dien dus- niiet. Want a Is ons parlement het verdrag verwerpt, dan bepaait de schade zich niet daartoe, dat wij de middellij'ke voordeelen van het verdrag moeten missen, maar is ook nog posi-tiei nadeei aan-gerieht in de betrekkin gen tusschen de twee landen. Wij staan dan scherper tegenover elkaar dan voor het oogenblik, waarop het verdrag ondertee- kend werd. Keurt ons parlement het verdrag goed, dam betaalt het niet alleen _voor de verbetering van de betrekkingen maar ook voor het vermijden van po-sitieve schade aan die betrekkingen. Daarom moet, nu wij door het onderteekenen, van het ver-drag e-enmaal in het nad-eel zijn geraakt, desnoods meer worden gesliikt, dan men-ig voor-stemmer, als hijzelf aan de onderhandelingen had deelge- nomen, voor die onderteekening zou hebben willen aaiTvaa-rden. Wij willen ons dus om politieke over- wegirtg-en bij de beoordeeling van het ver drag op een zeer ruim standpun-t steilen. Wij hebben nog meer daarvoor gedaan. Wij heb ben over het verdrag gesprok-en met Neder landsche desikundigen, die het betrekk-elijk nog het best gezind waren, en di-e tenvolle het bedenkelijk-e van een verwerping voel- den. Wij zijn eenige malen naar Belgie gereisd, en hebben de technische kanten van het verdrag besproken met de beste experts, die men ons daar kon aanwijzen. Wij wil d-en ,,den anderen kant" hooren. Het resultaat is geweest, dat wij de hoop moeten uitspreken, dat dit verdrag nooit in zijn tegenwoondiigen vorm aan de stemming der V-olksvertegenwoordiiging zal worden on-derworpen. Want de discussie zou het „mobilis-atiewerk" als het is. onfeHbaar moeten vernietigen. Het verdrag heef.t twee leelijke kanten. Het is al te ma-deelite 1-1 op een punt zelfs finan- cieel ondragelijk gevaarlijk voor ons land. En -dan kunnen er niet anders dan e in del ooze 'w-rijvinigen met Belgie uit voortkomen. Wij zullen de Scheldekwestie het eerst behandelen. M-en verwac'ntte hier geen uiepgaamde bespreking. Wij kunnen slechts eenige nuchtere opmerkingen en verwijzin- gen geven. Maar waarschijnlijk is dat reeds voldoende. Veel opzien heeft de brochure van den heer J. C. Ramaer, den oud-in-specteur-gene- raal van den Rij'kswaterstaat gemaakt. Deze brochure, getiteld „Het verdrag met Belgie een ramp voor het vaderland,' laat niets goeds aan de overeenkomst. Wij kunnen op verschillen.de, niet zuiver-technische punten, zooals u-it het bovenstaande reeds gebleken is, niet met den schrijver meegaan. Zijn technische beschouwingen over de Schelde zijn echter bijzander indrirkwekkenid. Ik heb z-e in Belgie niet weerlegd kunnen krijgen. Van de mannen, die ik gesproken heb, waagde rviemand, h-et zijn bezongdheid be- treffende de Schelde ongegrond te n-oemen. Men gaf toe, dat de Schelde een „wilde rivier" is, waarvan men alle verrassingen, ook de onaangenaamste, verwachten kan. Men erkende, dat nieman-d er pell op kan trekken, wat het onderhoud van die r-iviei op iedere diepte, die de Belgen haar zullen willen geven, ons kosten kan. Men ontken- de niet. dat wij in dte n-oodzakelijkheid kun nen komen, ten koste van millioenen een wanhopigen strijd tegen het zand te voeren. Het moeilij'ke van den strijd tegen de Schelde lis nooit duidelijker uiteengezet dan in een zeldzaam helde/ artikel in de Brus- selsche Standaard van 6 Augustus 1V24. Daar leest men en wordt door teekeningen aanschouweiijk voorgesteid, hoe een breed water als de Nederlanosche Schelde al naar de kracht van stroom en tij voortdurend aan zijn geulen moet verar.deren. Er wordt ten slotte gevraagd, wa, gedaan kan worden o-m de gevolgen van d en toestan-d van on- gedurigheid te verheij -n. Het heet dan: „Eerste middel: Nu wordt er gebag- gerd, veel ge-baggeru, altijd gebaggerd, zonder eenige verbetering te brengen. Dat is geen won-der. Een stroom laat zich wel beinvloeden door een geul, die in zijn nabijheid ligt, en hem niet ei.gen is, doch hij zal er zich in wringen, hij zal de eene zijde uitvreten en de and-ere aanzanden. Is de geul door den vloed gegraven bij voorbeel-d, dan kan zij voortduren-d den stroom van eb-be eenigszins afwenden, daar de vloed het zand opnemen zal, dat de ebbestroom er zou hebben neergela- ten. Is het integen-deel een kunstmatigen geul, de stroom zal z-e yervormen, ver- ieggen, tot ze op de plaats -is gekomen, die de stroom zelf verkiest. De ku-nst- matige geul moet dan opnieuw worden gegraven." Als tweede middel wordt genoemd, den stroom tot gelijkmatigheid te verbreeden. Dit wordt even,zeer verworpen als het derde mi-d-deleen versmallen van den stroom, waarvan de nadeelen worden opgesomd. Als vierde middel wordt aan de hand ge- - daan de stroomingen „zoodamig te lijdeix, dat de hoofdstroom van vloed samenvalt, met dien van ebbe en dat diezelfde stroomingen hun richting behouiden bij't uitloopen van het vak bin- nen hetwelk zij werden geleid. Dit 1-eid-en zou moeten geschieden door middel van dijken, die om een verminde- -ring van den vloed te vermijden, best n-iet boven laag water zouden uitsteken, en die, om wille van de k-osten, slechts de uiterst noadige lengte zouden krijgen." Het denkbeeld is missckien voortret felijk, maar gaat zeker ver b»B--en d-e mididelen, die wij aan de Schelde ten koste zouden willen leggen. Dat men een dergelijke financieele inspannin-g op zicli neemt om den toegangs- weg tot een eigen groote havenstad open te ho.uden, is heel goed denkDaar. Niet echter, dat een vreemde staat de zelfverloochening zoover wil drijven ten gerieve van een mede- dinger. Dat Belgie er na aanneming van het verdrag nog toe zou overgaan, als men daar van de doeltreffendheid van den maatregel overtulgd mocht raken, is niet aan te nemen. Waarom z-ouden de Belgen die kosten maken, terwijl wij toch voortaan de Schelde in orde moeten houden! Zeker, ook aan Belgi-schen kant verwerpt men niet volstrekt het denkbeeld van de mogelijkhaid van een verzanden van de Schelde. Nu kan men zeggen: Gebeurt dat, dan is het force majeure, en kan niemand van ons verlangen, dat wij on-s rumeeren in een vergeefschen strijd am het te verhinde- ren. Maar voor de onvermijdelijkheid der ver- zanding erkcnd werd, hoeveel millioenen zou-den wij dan reeds in de rivier gestoken hebben? Hoeveel booze woorden zouden er over ons arm h-oofd zijn uitgestort:' 'Wij geven toe, dat dirt moeilijkheden zijn, die men niet vermij-den kan, als men het be- ginsel aanvaardt, dat wij let-s moeten doen voor d-e vaargeul naar Antwerpen op ons gebied. Het risico van de verpliditing, die wij op ons nemen, is echter tengevolge van Uit het Engelsch van HAROLD BlNDLOSS. 47) (Vervolg.) Biijkbaar zonder eenige reden keek het jouge meisje opeens een anderen kant uit. ,.tn toch bent uzelf met een van hen in heel korten tijd goede vrienden gewor- den," antwoordde ze koeltjes. ,,Maar t is waar, in een van zijn primitieve buien hebben we hem nog niet gezien. Miss Barrington begon te lachen. ,,W ie weet, hoe gauw je dat schouwspel al te genieten krijgt, antwoordde ze ondeu- gend. Op dat oogenblik gingen de staldeuren open en er kwam een licht wagentje melt twee glanzend bruine paarden hun kant uit. Een staljongen hielp hen instappen en even daarna reden ze uit de koele scha- duw van het berkenboschje, de warme, zonnige prairie op. Na een rit van een kwartier, heuvel-op. heuvel-af, over den zachten, veerenden prairie-grond. die het geluid van hoeven en wielen bijna geheel dempte, kwamen ze op een hoog punt, van waar ze een uitstekend uitzicht had- den. Het meisje hield de paarden in; voor hen uit ontrolde zich het resultaat van het streven van een man. Are naast are, warm bruin tegen het groen en grijs van de prairie, strekten de omaeploegde tarwe-velden zich uit. in larqzame glooi'ing omlnag. omhooo over den heuvelrug verder. Slechts een Kccr, in etc eerste, cjoe&e jaren, toen de tarwe oncjewoon li(x>9 stond, was er in biiverdale zoo geploegd; en nog steeds, oischoon de grens van het vroeger be- bouwde land bereikt was, gingen de ma chines door. miiks van haar, tegen de helling op, in trapsgewijze opstellmg. kwamen de stot- iige machines aaurollen en de breede strook van parallel getrokken oren, die ze achter zich heten, had een beteekenis, want nu pioegden ze niet ianger terrein, dat al eens vroeger koren gedragen had. Elke golf van vochtige bruine aarde, wel ke door de glinsterende ploegscharen om- hoog geworpen werd, was tol, betaald door de prairie, en een belofte van wat komen zou, als de mensch zijn werk ge daan had en de wildernis vrucht ging dragen. Terwijl de beide vrouwen zonder een woord te spreken naar het langzaam vor- derende werk bleven zitten kijken. kwam bij het meisje de gedachte op. dat een man, die zulk een verantwoordelijkheid op zich durfde nemen, of iemand moest zijn zonder oordeel, of iemand die verder zag dan de meesten en de bezitter van een buitenge- wone hoeveelheid moed. Om bij het ge- stadig dalcn van dc tarwc zoovccl geld in den grond te steken, was meer durf noo- dig dan waarover de mhnnen uit' haar om- geving konden beschikken. En toen, op eens, zagen ze den man zelf. Een groote ploeg met drie scharen was aan 't einde van de lange voor blijven stilstaan; biijkbaar was het voorste span in opstand tegen den man. die van hen hetzelfde wilde eischen. wat hij zelf gaf: a! hun kracht, gewillig tot het laatste oogenblik toe. het karakter van den stroom, dat ook aan belg-iis-chen kant voLmonaig erk-end wor-ut, zoo groot, dat het binnen -red'elijke grenzen moet worden beperkt, Een gronaslag is stellig te vinden in de gemiddel-de onder- houo-skosten over een aantal jaren. Wij hoe ven niet een-s sdiraei te zijn; maar in ieder geval zouden wij het volgens alle deskundi- gen niet denkbeeld-ige gevaar, ons aan de Schelde half te ruineeren, moeten buiten- sluiten. Ik wil in dat verband nog op een ding wijzen. Wij moeten niet denken, dat wij door het felt, dat wij de Schelde onderhou-den, in hartelijke betrekkingen tot onze zuidielijke buren zullen komen. De aard van zaken b-rengt op de natuurlijkste wijze mede, dat het teg-en-deel veeleer het geval kon blijken. Het zal dan met aan ons li'ggen, en ook niet aan booze -bedoelingen der Belgen; maar eenvoudig aan de o-mstandighede-n. Men overwege het volgende geval: Verleden jaar is het nauw van Bath ver- zan-d. Antwerpen verloor gauw het geduld, nadat de Bel gem lan-a niet binnen had kunnen komen, en onze regeerin-g heeft toen reeds vele veirwij-ten moeten hooren, die zij bewij- zen kon niet verdiend te hebben. En toen kon men haar nog niet een-s het ontwijken van financieele offers voor de voeten wer- pen. Belgie is toen gaan graven. Dat heett schatten gekosit. Nederlandsche (en ook sommig-e Belgi9che) deSkundigen hebben, dat geldweggooien genoemd. Tenslotte bleek, dat de rivier zelf een nieuiwe geul ge- vorimd had; men kon toen het onvoltooide graafwerk in den steek laten. Zoo iets kan weer gebeuren, als wij voor het onderhoud hebiben te zorgen. Onze overheid zal dan weinig neiging vertoonen, om ter wi-lle van het begrijpelijke, zenuw- achtige ongeduld van Antwerpen, met duur en, naar haar meening overbodig bagger- werk te beginnen. Allicht zal zij, vertrou- wende op den stroom, de dingen eerst wil len aankijken. Antwerpen, bij voorbaat wan- Trouwig, zou nog -sp-oediger dan tegenover de Belgis-che regeering, het geduld verliezen. De arbiter, waarin het verdrag voorziet, moet dan een besiissing treffen. Welk een voortrcffeiTjke aanleiding tot ontstenmingen kan er in-deze dingen tiggen, voorat als een Spaansch of Deensch arbiter, de moei- Jijke riv-ier n-iet kennend, als onze en zekere Belgisdie deskundiigen, Antwer pen zijn zin geeft. Maar nog-maals, wij geven toe, dat derge lijke moeiliikheden onvermiidehjk zijn. Zelts de Spaniaand of Deen. die onze en d-e Bel- gi-sche Schel-de-specialiteiten m-oet vertellen, hoe de grillige rivier m-oet worden foehan- del-d. is een onvermijdelijkheid. Wij steilen het geval alleen maar. om duid-elijk te ma ken.'-dat wij niet louter vreugde van het ver- d-r?ig moeite-n verwach-ten, Over andere en minder ingewikkelde na deelen in een volgend artikel. NEDERLAND EN BELGIE. De Belgische regeeriug heeft laugs den gebruikelijken w g aan de Nederlandsche een voorstel doen toekomei: inzake een sanitaire overeenkomst voor de scheepvaait. ter regelmg aan de formaliteiten en ertoe strekkende, het verkeer van het eene land naar het andere te vergemakkelijken. Men is hier van meening dat de regeling spoedig tot stand zal komen. KiMEKVERKiEZING. De heer Henri ter Hall verzoekt ons, mee te deelen, dat hij gaarne zou zien dat INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Ter verzachting en genezing van stuk- geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen der huid en zonnebrand, is het nood- zakelijk op reis altijd voorzien te zijn van een Doos Maar jong en ongetemd als ze waren, halt dol van prikkelbaarheid door de veie insecten en den zwaren halster, haaden ze er op een gegeven oogenblik de brui aan gegeven. Met achterover-gelegde ooren en woest glinsterende oogen weigerden ze verder te gaan. Maar toen de een met een heftig gerinkel van tuig steigerde en de ander kwaadaardig begon te hinnek'en, greep de man voor hen meteen in. Hij iiet het hoofdstel met een hand los en sloeg toe. Het volgende oogenblik werd hij door het span meegesleurd in een ver- woeden strijd, waarvan de toeschouwers niets anders zagen dan een chaos van met schuim bedekte lichamen, zwart-bruin Engelsch leer, opgeheven hoeven en een arm die telkens weer toesloeg. Mis Bar rington werd doodsbleek, maar in de oogen van haar nichtje kwam een opge- wonden glans. Maar na een paar minuten was het pleit beslecht. Witham riep een van zijn hel pers. die naast het volgende span stond, raapte zijn hoed op, die als een grijze lek, half in de aarde getrapt, aan zijn voeten lag en kwam naar het kleine wagentje toe. Hij zat vol aarde en schuim, zijn blauw Iin- nCn hemd was gescheurd en de knokkels van zijn eene hand dropen van t bloed, maar overigens was hij zoo kalm alsof er niets gebeurd was. ,,Ik kwist niet, dat we toeschouwers hadden," zeide hij lachend, maar zoo iets als d* is nu en dan noodig.' .,Ja?", antwoordde Miss Barrington, met een blik op de groote ploeg-machines Zelfs als de tarwe naar beneden gaat? Witham knikte. ,.Ja," antwoordde hij. ,,dat wil zeggen, voor mij; de prijs van de tarwe is maar een van de vele onder- deelen." Miss Barrington stak hem haar hand toe. ,,Wil je me even helpen uitstappen" toer^met een blik op haar nichtje, dsjt. al dien "tijd niets gezegd had. ..Maud zou nu graag die berekening van je hebben die je haar iaatst vergeten hebt te geven. „Een oogenblikje," Witham keerde zich tot de twee mannen, die naast de groote ploegmachine stonden. ,,Neem jij mijn dieren, lorn, maar denx er om. t z-;n rakkers. Jake kan dan jouw span over- nemen. En meteen doorgaan. Deze strook moet nog gescheurd worden, voordat we den cultivator kunnen beginnen. Daarna keerde hij zich weer naar den wagen toe, hielp zijn onverwachte gasten uitstappen en liep met hen naar zijn hoeve terug. Onder t voortloopen overpeinsde Maud, hoe bespottelijk een andere man er met dien ineengedeukten vilten hoed met zijn slap neerhangenden rand uit ge zien zou hebben. loen ze de boerderii bereikt hadden. deed hij de deur van zijn kleine, hoogst-eenvoudig gemeubileerde huiskamer voor hen open en liep zelf door, om zich te verkleeden. Miss Barrington begon te lachen, toen ze het gezicht van Maud zag. ,,Aanschouw het milieu van Lance Courthorne, den losbol zeide ze. Maud schudde 't hoofd. ..Neen? ant woordde ze beslist, ,,een man ais hij kan nooit een losbol geweest zijn.' Ofschoon de kleine vrouw met het witte haar na de veranderde stemming van haar nichtje. zulk een bewering wel ver- wacht had, keek ze toch om den toon ver- wonderd op. Maar voordat ze iets kon comite's of d-rgelijke, die zich beijveren voor een actie in verband met zijn niet- herkieziiig tot lid van de f weede Kamer, deze actie staken, daar hem uitsluitend aangenaam kan zijn een uitspraak van het hoofd estuur van den Vrijh idsbond in deze aangelegenbeid. (N. R. Crt DE EXTRA-TREINEN OR ZONDaG. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Kersten, betreffende het in leggen van extra treinen op Zondag, in het bijzonder ter gelegenfceid van de kermis te Deventer, antwoordt de Minister van Waterstaat het vo'gende Volgens artikel 100, 4e lid, van het A. R. D. is de spoorwegdirectie bevoegd tot het inleggen van extra treinen. Van deze bevoegdheid wordt gibruik gemaakt ter vervulling van buitengewone verkeers- behoeften. Geschiedt dit niet, en bepaait men zich tot een poging, om die behoefte door middel van de gewone dienstregeling te vervullen, dan wordt de kans vergroot, dat de dienst wordt ontwricht, mede ten nadeele van de Zondagsrnst van het per- soneel. DE TOEPASSING DER WARENWET UP MELK. Het Staatsblad no. 256 bevat het Kon. besluit van den 23sten Juni, tot oepas- sing van de artikelen 14 en 15 der Wa- renwet voor melk Dearbij zijn bepalingen getroilen ten aanzien van de aanduidmgen melk, tapte melk, afgeroomde melk, room of koffieroom, slagroom, karnemelk, karne- melksap, yoghurt, melkyoghurt, kinder- melk onderscheidenlijk zuigelingenmelk, aangezuurde marktveemelk. Voorts is hierbij bepaald aan welke eischen deze producten moeten voldoen Artikel 15 regelt de verpakking, waarin melk of melkproducten door melkverkoo pers of personen, in een bedrijf van melk- verkooper werkzaam, worden vervoerd of ter aflevering of ten verkoop in voorraad worden gehoudenartikel 16 het vervoer van melk en taptemelk en de als melk en taptemeik aangednide waren door den melk- verkooper of personen in een bedrijf van melkverkooper werkzaam. Artikel 19 bepaait: Pe melk, die de melkveehouder verkoopt, aflevert of ten verkoop of ter aflevering in voorraad heeft, moet voldoen aan de volgende eischen a. zij moet gewonnen zijn van melkvee, waar van tijdens het melken de uiers en de naaste omgeving daarvan niet verontreinigd zijn b. zij moet op zindelijke wijze gemoiken, bewaard en behandeld zijnc zij moet onmiddellijk na het melken doelmatig ge- filtreerd zijnd zij moet onmiddellijk na het melken uit den stal verwijderd zijn zeggen, ging de deur open en kwam Wit ham binnen. „Als u wilt, kan ik thee voor u laten zetten," begon hij, „maar ze is niet zoo goed als u gewend bent en mijn aardewerk laat ook heel wat te wenschen. U be- grijpt, tot het zaaien achter den rug is( hebben we geen tijd voor iets anders." In de oogen van Miss Barrington kwam een ondeugende schittering. ..En dan?' vroeg ze. „Dan..." antwoordde Witham lachend „moet het prairie-gras gesneden worden en dan komt de oogst.' En in dien tusschentijd kunnen we za ken doen ik heb de cheque meege- bracht," mengde Maud Barrington zich in het gesprek. „Laten we dat eerst uit de wereld helpen.'' Witham ging zitten, haalde een kleine blocnote uit zijn zak en maakte vlug, een berekening. ..Ziehier. zeide hij rustig, ,,het verschuldigde bedrag voor het ploeaen. Maud Barrington vulde de cheque in en stak ze hem over tafel toe. Ondanks zijn voorgewende kalmte kleurde hij even en beiden waren blij. toen^ er door he: bin- nenkomen van Witham's hulp in de huis- houding, een forsche man, gekleed in een pak van blauw Engelsch leer, 'n einde aan de pijnlijke situatie gemaakt werd. Hij zet- te 'r -he bind -onder 'n woord te spreken neer en ging de kamer weer uit. Het aar dewerk vertoonde teekenen van gebruik en't blad zelf lag vol gemorste thee naar toch oaf het Witham 'n onaekend n-!uks- gevoel toen Maud aan de kale tafel ging zitten en de kopjes begon te ordenen. (Wordt vervolad.) Burgemeuster—en Wethouders van rER NEUZEN, brengen ter kennis van belangbebbenden, dat in hunne vergaileriug van heden zijn uitgeloot a. het aandeel no. 2 in de geldleening groot 5000,—aangegaan in 1901 b. de aandeelen 1103. 48 en 61 in de geldleening groot f 17500,aangegaan in 1906, e. bet aandeel no. 2 in de geldleening groot 7500,aangegaan in 1910. De aandeelen, zijn atlosbaar 1 October 1925 ten kantore van den Ontvanger dezer gemeente en wat die onder b en d betreft, ook bij de Anasterdainsche Bank te Amsterdam en bij Julius Oppeniieim's Bank te Groningen. Ter Neuzen, den 13 Juli 1925. Burgerneester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgerneester. B. 1. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Burgerneester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat vanaf heden gedureride d r i e maanden op de gemeente-secretarie voor een ieder is ter lezing nedergelegd de door hen afgekondigde „Wijziging der Algemeene Politieverordening" welke wijziging in afschrift, tegen betaling der kosten veikrijgbaar is gesteld. Ter Neuzen, den 13 Juli 1925. Burgerneester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgerneester. B. 1. ZONNEVIJLLE, Secretaris. 30-60-90 ct

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 1