ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAP VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7785.
Woensdag 15 Juli 1925
65e Jaarga
bekendmaking.
DE INDRINGER
Vacantie
PUROL
Uitloten Geldleeningen.
BINNENLANQ.
FEUILLETOH.
Hi
T m*,,,™ a 1 At\ ruvr 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /«,60 per jaar
ABONNEMENTSPRIJS: v£Z nTUS X"mfitotVO per 3 maanden - Voor '1 overtg builenland f 3,35 per 3 maanden - Abonnemenlen voor't bnilenland allee, blj vooruitbetal-g.
EENIGE OPMERKiINOEN NAAR AAN-
LELDING VAN HET NEDERLANDSCH-
BELG1SCH VERDRAG.
Een correspondent der N. R. Crt. schrijft
d-aarover het volgende:
Het is een pijnlijke taak te schrijven over
het verdrag tusschen Nederland en Belgie,
dat bij ons parlement ter goedkeuring aan-
hangig is. Dat dit verdrag van Nederland-
schen kant ernstige bezwaren heeft, hoeft
men niet meer te zeggen. Deze zijn zoo uit-
voerig, dat men soms van het kwade wat te
veel kreeg. Zooals de din-gen nu eemmaal
ston-den, moesten wij bij dit verdrag eenig
nadeei op den koop toe nemen. Het was ook
niet mogelijk, door de veranderin-g der om-
standighed-en, allerle-i rechten, die wij be-
zaten, te hand-haven. Wij willen dat nu niet
in bijzond-erheden behandelen. Deze dingen
ziet men beter onder oogen op het tijdstip,
dat definitief over een Nederlandsch-Bel-
gisch verdrag zal .moeten worden beslrstJ
Wij schrijven met opzet over „een'' Neder-
landsch-Belgisch verdrag, want wij hopen.
en wellicht niet zonder reden, dat dit ver
drag dan niet het teganwoordige ontwerp
in onveranderden vorm zal zijn. Het is nu
nog ge-en tijd om met de a-rgumenten, die
ten gunste van eenige op het eerste gezicht
onaangname bepalingen in dit verdrag aan-
gevoerd kunnen worden, voor den dag te
komen. Wij maakten hier echter een toe-
speliing op ter verklaring, waarom wij eenige
punten van uitgang vooraf willen vaststel
len.
Wij willen hier b.v. niet principled bestrn-
den( dat Nederland tot zekere hoogte de
kosten zal drag-en van het onderhoud van
het vaarwater in de Schelde. Ook willen
wij ons hier niet verzetten tegen de ,,-beau
geste" onz-er rege-eri-ng want dat is het
inzake het toelaten van een mogeliik
Riir.-Schelde'kanaal over ons gebied. Wij
zijn zelf-s van meening. dat de consolidate
van on-ze betrekkingen tot onze zuideliike
buiren i.n veel opzich-ten politiek zoo be-i
langriik is, dat men daarvoor over benaalde
concessies aan de Belgen. -die wij niet pret
tig vinden, zou kunnen hee-nstappen. Vraagt
men ons of wij den prij-s, die voor de toe-
nadering betaald moet worden, te hoog vin
den, dan zouden wij zonder bedenken be-
vestigend an-twoorden. Daarmede is echie-r
o.i. nog de vraag niet beantwoord, of het
verdrag al dan met verworpen moet worden.
Men kan niet eenvoudig zeggen: de prijs is
ons te hoog, wij betalen dien dus- niiet. Want
a Is ons parlement het verdrag verwerpt,
dan bepaait de schade zich niet daartoe,
dat wij de middellij'ke voordeelen van het
verdrag moeten missen, maar is ook nog
posi-tiei nadeei aan-gerieht in de betrekkin
gen tusschen de twee landen. Wij staan dan
scherper tegenover elkaar dan voor het
oogenblik, waarop het verdrag ondertee-
kend werd. Keurt ons parlement het verdrag
goed, dam betaalt het niet alleen _voor de
verbetering van de betrekkingen maar ook
voor het vermijden van po-sitieve schade aan
die betrekkingen. Daarom moet, nu wij door
het onderteekenen, van het ver-drag e-enmaal
in het nad-eel zijn geraakt, desnoods meer
worden gesliikt, dan men-ig voor-stemmer, als
hijzelf aan de onderhandelingen had deelge-
nomen, voor die onderteekening zou hebben
willen aaiTvaa-rden.
Wij willen ons dus om politieke over-
wegirtg-en bij de beoordeeling van het ver
drag op een zeer ruim standpun-t steilen. Wij
hebben nog meer daarvoor gedaan. Wij heb
ben over het verdrag gesprok-en met Neder
landsche desikundigen, die het betrekk-elijk
nog het best gezind waren, en di-e tenvolle
het bedenkelijk-e van een verwerping voel-
den. Wij zijn eenige malen naar Belgie
gereisd, en hebben de technische kanten van
het verdrag besproken met de beste experts,
die men ons daar kon aanwijzen. Wij wil
d-en ,,den anderen kant" hooren.
Het resultaat is geweest, dat wij de hoop
moeten uitspreken, dat dit verdrag nooit in
zijn tegenwoondiigen vorm aan de stemming
der V-olksvertegenwoordiiging zal worden
on-derworpen. Want de discussie zou het
„mobilis-atiewerk" als het is. onfeHbaar
moeten vernietigen.
Het verdrag heef.t twee leelijke kanten. Het
is al te ma-deelite 1-1 op een punt zelfs finan-
cieel ondragelijk gevaarlijk voor ons land.
En -dan kunnen er niet anders dan e in del ooze
'w-rijvinigen met Belgie uit voortkomen.
Wij zullen de Scheldekwestie het eerst
behandelen. M-en verwac'ntte hier geen
uiepgaamde bespreking. Wij kunnen slechts
eenige nuchtere opmerkingen en verwijzin-
gen geven. Maar waarschijnlijk is dat reeds
voldoende.
Veel opzien heeft de brochure van den
heer J. C. Ramaer, den oud-in-specteur-gene-
raal van den Rij'kswaterstaat gemaakt. Deze
brochure, getiteld „Het verdrag met Belgie
een ramp voor het vaderland,' laat niets
goeds aan de overeenkomst. Wij kunnen op
verschillen.de, niet zuiver-technische punten,
zooals u-it het bovenstaande reeds gebleken
is, niet met den schrijver meegaan. Zijn
technische beschouwingen over de Schelde
zijn echter bijzander indrirkwekkenid. Ik heb
z-e in Belgie niet weerlegd kunnen krijgen.
Van de mannen, die ik gesproken heb,
waagde rviemand, h-et zijn bezongdheid be-
treffende de Schelde ongegrond te n-oemen.
Men gaf toe, dat de Schelde een „wilde
rivier" is, waarvan men alle verrassingen,
ook de onaangenaamste, verwachten kan.
Men erkende, dat nieman-d er pell op kan
trekken, wat het onderhoud van die r-iviei
op iedere diepte, die de Belgen haar zullen
willen geven, ons kosten kan. Men ontken-
de niet. dat wij in dte n-oodzakelijkheid kun
nen komen, ten koste van millioenen een
wanhopigen strijd tegen het zand te voeren.
Het moeilij'ke van den strijd tegen de
Schelde lis nooit duidelijker uiteengezet dan
in een zeldzaam helde/ artikel in de Brus-
selsche Standaard van 6 Augustus 1V24.
Daar leest men en wordt door teekeningen
aanschouweiijk voorgesteid, hoe een breed
water als de Nederlanosche Schelde al naar
de kracht van stroom en tij voortdurend aan
zijn geulen moet verar.deren. Er wordt ten
slotte gevraagd, wa, gedaan kan worden
o-m de gevolgen van d en toestan-d van on-
gedurigheid te verheij -n. Het heet dan:
„Eerste middel: Nu wordt er gebag-
gerd, veel ge-baggeru, altijd gebaggerd,
zonder eenige verbetering te brengen. Dat
is geen won-der.
Een stroom laat zich wel beinvloeden
door een geul, die in zijn nabijheid ligt,
en hem niet ei.gen is, doch hij zal er zich
in wringen, hij zal de eene zijde uitvreten
en de and-ere aanzanden.
Is de geul door den vloed gegraven bij
voorbeel-d, dan kan zij voortduren-d den
stroom van eb-be eenigszins afwenden,
daar de vloed het zand opnemen zal, dat
de ebbestroom er zou hebben neergela-
ten. Is het integen-deel een kunstmatigen
geul, de stroom zal z-e yervormen, ver-
ieggen, tot ze op de plaats -is gekomen,
die de stroom zelf verkiest. De ku-nst-
matige geul moet dan opnieuw worden
gegraven."
Als tweede middel wordt genoemd, den
stroom tot gelijkmatigheid te verbreeden.
Dit wordt even,zeer verworpen als het derde
mi-d-deleen versmallen van den stroom,
waarvan de nadeelen worden opgesomd.
Als vierde middel wordt aan de hand ge- -
daan de stroomingen
„zoodamig te lijdeix, dat de hoofdstroom
van vloed samenvalt, met dien van ebbe
en dat diezelfde stroomingen hun richting
behouiden bij't uitloopen van het vak bin-
nen hetwelk zij werden geleid.
Dit 1-eid-en zou moeten geschieden door
middel van dijken, die om een verminde-
-ring van den vloed te vermijden, best n-iet
boven laag water zouden uitsteken, en die,
om wille van de k-osten, slechts de uiterst
noadige lengte zouden krijgen."
Het denkbeeld is missckien voortret felijk,
maar gaat zeker ver b»B--en d-e mididelen, die
wij aan de Schelde ten koste zouden willen
leggen. Dat men een dergelijke financieele
inspannin-g op zicli neemt om den toegangs-
weg tot een eigen groote havenstad open te
ho.uden, is heel goed denkDaar. Niet echter,
dat een vreemde staat de zelfverloochening
zoover wil drijven ten gerieve van een mede-
dinger. Dat Belgie er na aanneming van het
verdrag nog toe zou overgaan, als men daar
van de doeltreffendheid van den maatregel
overtulgd mocht raken, is niet aan te nemen.
Waarom z-ouden de Belgen die kosten
maken, terwijl wij toch voortaan de Schelde
in orde moeten houden!
Zeker, ook aan Belgi-schen kant verwerpt
men niet volstrekt het denkbeeld van de
mogelijkhaid van een verzanden van de
Schelde. Nu kan men zeggen: Gebeurt dat,
dan is het force majeure, en kan niemand
van ons verlangen, dat wij on-s rumeeren in
een vergeefschen strijd am het te verhinde-
ren.
Maar voor de onvermijdelijkheid der ver-
zanding erkcnd werd, hoeveel millioenen
zou-den wij dan reeds in de rivier gestoken
hebben? Hoeveel booze woorden zouden er
over ons arm h-oofd zijn uitgestort:'
'Wij geven toe, dat dirt moeilijkheden zijn,
die men niet vermij-den kan, als men het be-
ginsel aanvaardt, dat wij let-s moeten doen
voor d-e vaargeul naar Antwerpen op ons
gebied. Het risico van de verpliditing, die
wij op ons nemen, is echter tengevolge van
Uit het Engelsch van
HAROLD BlNDLOSS.
47) (Vervolg.)
Biijkbaar zonder eenige reden keek het
jouge meisje opeens een anderen kant uit.
,.tn toch bent uzelf met een van hen in
heel korten tijd goede vrienden gewor-
den," antwoordde ze koeltjes. ,,Maar t is
waar, in een van zijn primitieve buien
hebben we hem nog niet gezien.
Miss Barrington begon te lachen. ,,W ie
weet, hoe gauw je dat schouwspel al te
genieten krijgt, antwoordde ze ondeu-
gend.
Op dat oogenblik gingen de staldeuren
open en er kwam een licht wagentje melt
twee glanzend bruine paarden hun kant
uit. Een staljongen hielp hen instappen en
even daarna reden ze uit de koele scha-
duw van het berkenboschje, de warme,
zonnige prairie op. Na een rit van een
kwartier, heuvel-op. heuvel-af, over den
zachten, veerenden prairie-grond. die het
geluid van hoeven en wielen bijna geheel
dempte, kwamen ze op een hoog punt,
van waar ze een uitstekend uitzicht had-
den. Het meisje hield de paarden in; voor
hen uit ontrolde zich het resultaat van het
streven van een man.
Are naast are, warm bruin tegen het
groen en grijs van de prairie, strekten de
omaeploegde tarwe-velden zich uit. in
larqzame glooi'ing omlnag. omhooo
over den heuvelrug verder. Slechts een
Kccr, in etc eerste, cjoe&e jaren, toen de
tarwe oncjewoon li(x>9 stond, was er in
biiverdale zoo geploegd; en nog steeds,
oischoon de grens van het vroeger be-
bouwde land bereikt was, gingen de ma
chines door.
miiks van haar, tegen de helling op, in
trapsgewijze opstellmg. kwamen de stot-
iige machines aaurollen en de breede
strook van parallel getrokken oren, die
ze achter zich heten, had een beteekenis,
want nu pioegden ze niet ianger terrein,
dat al eens vroeger koren gedragen had.
Elke golf van vochtige bruine aarde, wel
ke door de glinsterende ploegscharen om-
hoog geworpen werd, was tol, betaald
door de prairie, en een belofte van wat
komen zou, als de mensch zijn werk ge
daan had en de wildernis vrucht ging
dragen.
Terwijl de beide vrouwen zonder een
woord te spreken naar het langzaam vor-
derende werk bleven zitten kijken. kwam
bij het meisje de gedachte op. dat een man,
die zulk een verantwoordelijkheid op zich
durfde nemen, of iemand moest zijn zonder
oordeel, of iemand die verder zag dan de
meesten en de bezitter van een buitenge-
wone hoeveelheid moed. Om bij het ge-
stadig dalcn van dc tarwc zoovccl geld in
den grond te steken, was meer durf noo-
dig dan waarover de mhnnen uit' haar om-
geving konden beschikken. En toen, op
eens, zagen ze den man zelf.
Een groote ploeg met drie scharen was
aan 't einde van de lange voor blijven
stilstaan; biijkbaar was het voorste span
in opstand tegen den man. die van hen
hetzelfde wilde eischen. wat hij zelf gaf:
a! hun kracht, gewillig tot het laatste
oogenblik toe.
het karakter van den stroom, dat ook aan
belg-iis-chen kant voLmonaig erk-end wor-ut,
zoo groot, dat het binnen -red'elijke grenzen
moet worden beperkt, Een gronaslag is
stellig te vinden in de gemiddel-de onder-
houo-skosten over een aantal jaren. Wij hoe
ven niet een-s sdiraei te zijn; maar in ieder
geval zouden wij het volgens alle deskundi-
gen niet denkbeeld-ige gevaar, ons aan de
Schelde half te ruineeren, moeten buiten-
sluiten.
Ik wil in dat verband nog op een ding
wijzen. Wij moeten niet denken, dat wij door
het felt, dat wij de Schelde onderhou-den, in
hartelijke betrekkingen tot onze zuidielijke
buren zullen komen. De aard van zaken
b-rengt op de natuurlijkste wijze mede, dat
het teg-en-deel veeleer het geval kon blijken.
Het zal dan met aan ons li'ggen, en ook niet
aan booze -bedoelingen der Belgen; maar
eenvoudig aan de o-mstandighede-n.
Men overwege het volgende geval:
Verleden jaar is het nauw van Bath ver-
zan-d. Antwerpen verloor gauw het geduld,
nadat de Bel gem lan-a niet binnen had kunnen
komen, en onze regeerin-g heeft toen reeds
vele veirwij-ten moeten hooren, die zij bewij-
zen kon niet verdiend te hebben. En toen
kon men haar nog niet een-s het ontwijken
van financieele offers voor de voeten wer-
pen.
Belgie is toen gaan graven. Dat heett
schatten gekosit. Nederlandsche (en ook
sommig-e Belgi9che) deSkundigen hebben,
dat geldweggooien genoemd. Tenslotte
bleek, dat de rivier zelf een nieuiwe geul ge-
vorimd had; men kon toen het onvoltooide
graafwerk in den steek laten.
Zoo iets kan weer gebeuren, als wij voor
het onderhoud hebiben te zorgen. Onze
overheid zal dan weinig neiging vertoonen,
om ter wi-lle van het begrijpelijke, zenuw-
achtige ongeduld van Antwerpen, met duur
en, naar haar meening overbodig bagger-
werk te beginnen. Allicht zal zij, vertrou-
wende op den stroom, de dingen eerst wil
len aankijken. Antwerpen, bij voorbaat wan-
Trouwig, zou nog -sp-oediger dan tegenover
de Belgis-che regeering, het geduld verliezen.
De arbiter, waarin het verdrag voorziet,
moet dan een besiissing treffen. Welk een
voortrcffeiTjke aanleiding tot ontstenmingen
kan er in-deze dingen tiggen, voorat als
een Spaansch of Deensch arbiter, de moei-
Jijke riv-ier n-iet kennend, als onze en
zekere Belgisdie deskundiigen, Antwer
pen zijn zin geeft.
Maar nog-maals, wij geven toe, dat derge
lijke moeiliikheden onvermiidehjk zijn. Zelts
de Spaniaand of Deen. die onze en d-e Bel-
gi-sche Schel-de-specialiteiten m-oet vertellen,
hoe de grillige rivier m-oet worden foehan-
del-d. is een onvermijdelijkheid. Wij steilen
het geval alleen maar. om duid-elijk te ma
ken.'-dat wij niet louter vreugde van het ver-
d-r?ig moeite-n verwach-ten,
Over andere en minder ingewikkelde na
deelen in een volgend artikel.
NEDERLAND EN BELGIE.
De Belgische regeeriug heeft laugs den
gebruikelijken w g aan de Nederlandsche
een voorstel doen toekomei: inzake een
sanitaire overeenkomst voor de scheepvaait.
ter regelmg aan de formaliteiten en ertoe
strekkende, het verkeer van het eene land
naar het andere te vergemakkelijken. Men
is hier van meening dat de regeling spoedig
tot stand zal komen.
KiMEKVERKiEZING.
De heer Henri ter Hall verzoekt ons, mee
te deelen, dat hij gaarne zou zien dat
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Ter verzachting en genezing van stuk-
geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen
der huid en zonnebrand, is het nood-
zakelijk op reis altijd voorzien te zijn
van een Doos
Maar jong en ongetemd als ze waren,
halt dol van prikkelbaarheid door de veie
insecten en den zwaren halster, haaden ze
er op een gegeven oogenblik de brui aan
gegeven. Met achterover-gelegde ooren
en woest glinsterende oogen weigerden ze
verder te gaan. Maar toen de een met een
heftig gerinkel van tuig steigerde en de
ander kwaadaardig begon te hinnek'en,
greep de man voor hen meteen in. Hij
iiet het hoofdstel met een hand los en
sloeg toe. Het volgende oogenblik werd
hij door het span meegesleurd in een ver-
woeden strijd, waarvan de toeschouwers
niets anders zagen dan een chaos van met
schuim bedekte lichamen, zwart-bruin
Engelsch leer, opgeheven hoeven en een
arm die telkens weer toesloeg. Mis Bar
rington werd doodsbleek, maar in de
oogen van haar nichtje kwam een opge-
wonden glans.
Maar na een paar minuten was het pleit
beslecht. Witham riep een van zijn hel
pers. die naast het volgende span stond,
raapte zijn hoed op, die als een grijze lek,
half in de aarde getrapt, aan zijn voeten
lag en kwam naar het kleine wagentje toe.
Hij zat vol aarde en schuim, zijn blauw Iin-
nCn hemd was gescheurd en de knokkels
van zijn eene hand dropen van t bloed,
maar overigens was hij zoo kalm alsof er
niets gebeurd was.
,,Ik kwist niet, dat we toeschouwers
hadden," zeide hij lachend, maar zoo iets
als d* is nu en dan noodig.'
.,Ja?", antwoordde Miss Barrington,
met een blik op de groote ploeg-machines
Zelfs als de tarwe naar beneden gaat?
Witham knikte. ,.Ja," antwoordde hij.
,,dat wil zeggen, voor mij; de prijs van de
tarwe is maar een van de vele onder-
deelen."
Miss Barrington stak hem haar hand
toe. ,,Wil je me even helpen uitstappen"
toer^met een blik op haar nichtje, dsjt.
al dien "tijd niets gezegd had. ..Maud zou
nu graag die berekening van je hebben
die je haar iaatst vergeten hebt te geven.
„Een oogenblikje," Witham keerde
zich tot de twee mannen, die naast de
groote ploegmachine stonden. ,,Neem jij
mijn dieren, lorn, maar denx er om. t z-;n
rakkers. Jake kan dan jouw span over-
nemen. En meteen doorgaan. Deze strook
moet nog gescheurd worden, voordat we
den cultivator kunnen beginnen.
Daarna keerde hij zich weer naar den
wagen toe, hielp zijn onverwachte gasten
uitstappen en liep met hen naar zijn hoeve
terug. Onder t voortloopen overpeinsde
Maud, hoe bespottelijk een andere man
er met dien ineengedeukten vilten hoed
met zijn slap neerhangenden rand uit ge
zien zou hebben. loen ze de boerderii
bereikt hadden. deed hij de deur van zijn
kleine, hoogst-eenvoudig gemeubileerde
huiskamer voor hen open en liep zelf door,
om zich te verkleeden. Miss Barrington
begon te lachen, toen ze het gezicht van
Maud zag.
,,Aanschouw het milieu van Lance
Courthorne, den losbol zeide ze.
Maud schudde 't hoofd. ..Neen? ant
woordde ze beslist, ,,een man ais hij kan
nooit een losbol geweest zijn.'
Ofschoon de kleine vrouw met het witte
haar na de veranderde stemming van
haar nichtje. zulk een bewering wel ver-
wacht had, keek ze toch om den toon ver-
wonderd op. Maar voordat ze iets kon
comite's of d-rgelijke, die zich beijveren
voor een actie in verband met zijn niet-
herkieziiig tot lid van de f weede Kamer,
deze actie staken, daar hem uitsluitend
aangenaam kan zijn een uitspraak van het
hoofd estuur van den Vrijh idsbond in deze
aangelegenbeid. (N. R. Crt
DE EXTRA-TREINEN OR ZONDaG.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Kersten, betreffende het in leggen van extra
treinen op Zondag, in het bijzonder ter
gelegenfceid van de kermis te Deventer,
antwoordt de Minister van Waterstaat het
vo'gende
Volgens artikel 100, 4e lid, van het
A. R. D. is de spoorwegdirectie bevoegd
tot het inleggen van extra treinen. Van
deze bevoegdheid wordt gibruik gemaakt
ter vervulling van buitengewone verkeers-
behoeften. Geschiedt dit niet, en bepaait
men zich tot een poging, om die behoefte
door middel van de gewone dienstregeling
te vervullen, dan wordt de kans vergroot,
dat de dienst wordt ontwricht, mede ten
nadeele van de Zondagsrnst van het per-
soneel.
DE TOEPASSING DER WARENWET
UP MELK.
Het Staatsblad no. 256 bevat het Kon.
besluit van den 23sten Juni, tot oepas-
sing van de artikelen 14 en 15 der Wa-
renwet voor melk Dearbij zijn bepalingen
getroilen ten aanzien van de aanduidmgen
melk, tapte melk, afgeroomde melk, room
of koffieroom, slagroom, karnemelk, karne-
melksap, yoghurt, melkyoghurt, kinder-
melk onderscheidenlijk zuigelingenmelk,
aangezuurde marktveemelk. Voorts is
hierbij bepaald aan welke eischen deze
producten moeten voldoen
Artikel 15 regelt de verpakking, waarin
melk of melkproducten door melkverkoo
pers of personen, in een bedrijf van melk-
verkooper werkzaam, worden vervoerd of
ter aflevering of ten verkoop in voorraad
worden gehoudenartikel 16 het vervoer
van melk en taptemelk en de als melk en
taptemeik aangednide waren door den melk-
verkooper of personen in een bedrijf van
melkverkooper werkzaam.
Artikel 19 bepaait: Pe melk, die de
melkveehouder verkoopt, aflevert of ten
verkoop of ter aflevering in voorraad heeft,
moet voldoen aan de volgende eischen a.
zij moet gewonnen zijn van melkvee, waar
van tijdens het melken de uiers en de naaste
omgeving daarvan niet verontreinigd zijn
b. zij moet op zindelijke wijze gemoiken,
bewaard en behandeld zijnc zij moet
onmiddellijk na het melken doelmatig ge-
filtreerd zijnd zij moet onmiddellijk na
het melken uit den stal verwijderd zijn
zeggen, ging de deur open en kwam Wit
ham binnen.
„Als u wilt, kan ik thee voor u laten
zetten," begon hij, „maar ze is niet zoo
goed als u gewend bent en mijn aardewerk
laat ook heel wat te wenschen. U be-
grijpt, tot het zaaien achter den rug is(
hebben we geen tijd voor iets anders."
In de oogen van Miss Barrington kwam
een ondeugende schittering. ..En dan?'
vroeg ze.
„Dan..." antwoordde Witham lachend
„moet het prairie-gras gesneden worden
en dan komt de oogst.'
En in dien tusschentijd kunnen we za
ken doen ik heb de cheque meege-
bracht," mengde Maud Barrington zich
in het gesprek. „Laten we dat eerst uit
de wereld helpen.''
Witham ging zitten, haalde een kleine
blocnote uit zijn zak en maakte vlug, een
berekening. ..Ziehier. zeide hij rustig,
,,het verschuldigde bedrag voor het
ploeaen.
Maud Barrington vulde de cheque in en
stak ze hem over tafel toe. Ondanks zijn
voorgewende kalmte kleurde hij even en
beiden waren blij. toen^ er door he: bin-
nenkomen van Witham's hulp in de huis-
houding, een forsche man, gekleed in een
pak van blauw Engelsch leer, 'n einde aan
de pijnlijke situatie gemaakt werd. Hij zet-
te 'r -he bind -onder 'n woord te spreken
neer en ging de kamer weer uit. Het aar
dewerk vertoonde teekenen van gebruik
en't blad zelf lag vol gemorste thee naar
toch oaf het Witham 'n onaekend n-!uks-
gevoel toen Maud aan de kale tafel ging
zitten en de kopjes begon te ordenen.
(Wordt vervolad.)
Burgemeuster—en Wethouders van rER NEUZEN,
brengen ter kennis van belangbebbenden, dat in
hunne vergaileriug van heden zijn uitgeloot
a. het aandeel no. 2 in de geldleening groot
5000,—aangegaan in 1901
b. de aandeelen 1103. 48 en 61 in de geldleening
groot f 17500,aangegaan in 1906,
e. bet aandeel no. 2 in de geldleening groot
7500,aangegaan in 1910.
De aandeelen, zijn atlosbaar 1 October 1925 ten
kantore van den Ontvanger dezer gemeente en wat
die onder b en d betreft, ook bij de Anasterdainsche
Bank te Amsterdam en bij Julius Oppeniieim's Bank
te Groningen.
Ter Neuzen, den 13 Juli 1925.
Burgerneester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgerneester.
B. 1. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgerneester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat vanaf heden gedureride d r i e
maanden op de gemeente-secretarie voor een ieder
is ter lezing nedergelegd de door hen afgekondigde
„Wijziging der Algemeene Politieverordening" welke
wijziging in afschrift, tegen betaling der kosten
veikrijgbaar is gesteld.
Ter Neuzen, den 13 Juli 1925.
Burgerneester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgerneester.
B. 1. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
30-60-90 ct