ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VIAANDEREN. No. 7781. Ma an dag 6 Juli 1925 65e Jaargaufe. DE INDRINGER ABONNEMENTSPRIJS: X™, NedflndS ^nAme/ik^/^TO^rrmaanden -^VoTt overig "bSitenlaiSd"/3^ per 3 maanden - Abonnementen voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling. BIWNENLAWP. 1 FEPILLETO t«, Monvon i i an nar maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post per jaar TERUGKEER DER RON. FAMILIE. De Koningin, de Prins fen Prinses Juliana zijn van hun Zwitsersche rt-is teruggekeerd, en werden aan het S.S. s ation begroet door burgemeester Patijn en den Gouverneur der residentie, Generaal-Majoor Benteijn Zoowel op het perron als buiten werd j de Kon. familie zeer toegHnicht. De Koningin droeg de rechterhand nog steeds in een omwikkeling van gaas. Per auto begaf de Kon. familie zich naar het landhuis, //de Ruigenhoek" om het dejeuner te gebruiken. HET Z1LVEREN HUWEL1J KSFEEST VAN DE KONINGIN. Te 's-Gravenhage is een vergadering ge- houden van organisaties eu vereenigingen, waar besprekingen werden gevoerd over de viering van het 25-jarig liuwelijksfeest van H.M. de Koningin. Besloten werd dat I namens de Haagsche burgevij aan de Ko ningin en den Prins het poriret van Prinses Juliana, geschilderd door den Haagschen schilder W. wan Konijnenburg, zal worden aangeboden. Het ligt voorts in de bedoeling van het comite om ter herdenking van het feest een bijeenkomst te organiseeren in de Groote Kerk, waar een zang en muziekuit- vcering zal worden gegeven, en de regee- ring, alsmede het provinciaal en stedelijk bestuur zullen worden uitgenoodigd. HET KAB1NET-RUYS DEMISSIONNAIR De Koningin heeft de onder dagteekening van 29 Juni ingediende aanvragen om eervol ontslag van de ministers in overweging ge nomen en hun verzocht, zich inmiddels te blijven belasten met de behandeling en de afdoening zoo mogelijk van de loopende zaken. In verband met de ingetreden kabinets- crisis, meldt de Tel., dat de ministers De Visser, Van Swaay, Aalberse en De Graaif het voornemen koesteren, zich n i e t meer voor een ministers portefeuille beschikbaar te stellen. Naar in parlementaire kringen verluidt, zou minister Ruys niet ongenegen zijn, e entueel een nieuwe portefeuille te aan- vaarden. DE T0EW1JZ1NG DER ZETELS. Bij de toewijzing der zetels is gebleken, dat de wijziging van art. 100 der Kieswet, welke een dezer dagen is at'gekomen van grooten invloed is geweest op de verdeeling. Tengevolge van deze wijziging komen voor het toekennen van de plaatsen, nadat de eerste plaats is bezet, niet in aanmerking lijsten, die na toekenning eener plaats een gemiddeld aantal stemmen van minder dan 75 van den kiesdeeler per tcegekende plaats zouden aanwijzen Van deze wijziging nu zijn de dupe geworden de Plattelandersbond (Braat), de Vrijheidsbond (lijst Staalman-ter Hall) en de R. K. Volkspartij. Immers zou bij de werking der oude wet aan deze drie partijen een overschotzetel zijn toegewezen, terwijl thans de drie overschotzetels volgens het stelsel der gemiddelden (Hagenbach- Bischoff (d'Hondt) zijn toegewezen aan de S D. A. P., de Chr. Historische Unie en de R. K. Staatspartij. Uit het Engelsch van Harold Bindloss. 43) Vervolg. De toewijzing is als volgt geschied de kiesdeeler heeft bedrageu, zooals reeds is gemeld, 30858, 75 °/Q van den kiesdeeler was dus 23145. De Middenstandspartij, die verzuimd heeft haarin den kieskring Haarlem ingedieiide lijst met de overige lijsten in het land te verbinden, bleef, doordat zij in die overige kit skringen slechts 21.677 stem- men heeft verkregen, beneden de vereischte 75 °/q. Ware haar lijst van Haarlem met de andere lijsten verbonden, dan zou hear totaal juist boven de 75 °/q zijn uitgekomen. Het verzuim, door deze partij gepleegd, komt haar dus duur te staan. Bij de eerste verbinding der zetels werd toegewezen aan Communistische Partij een zetel plus een overschot van 5928 stem- men; aan de S. D. A P. 22 zetels plus een overschc.t van 27441 stemmen; aan de Chr. Historische Unie 9 zete's plus een overschot van 27841 stemmenaan de Plattelacdertbond (Braat) een zetel plus een overschot van 13.111 stemmen; aan den Vrijz. Deinocratischen Bond 6 zetels plus een overschot van 2011 stemmen, aan de R K. Staatspartij 28 zetek plus een overschot van 19326 stemmen, aan de R.K. Volkspartij een zetel plus een overschot van 9257 stemmen, aan de V rij heidsbond lijsten Staalman-Ter Hall) 1 zetel plus 12243 stemmen, aan den Vrij- heidsbond 7 zetels plus 10428 stemmen, aan de Anti Revel. Partij 12 zetels plus 7119 stemmen en aan de S'aatk. Gerefor- meerde Partij 2 zetels plus 756 stemmen. De Her. Geref. Staatspartij verkreeg bij de eerste toewijzing geen zetel, maar be- hield een overschot van 30276 stemmen, dat is meer dan 75 °/0 van den kiesdeeler. Onmiddellijk kon nu van de partijen, die volgens de laatste wijziging der Kieswet, zooals hierboven vermeld, de Communistische Partij, de Plattelandersbond Braat, de R K. Volkspartij, de Vrijheidsbond Staalman- Ter Hall en de Staatkundig Geref. Partij van de lijst afgevoerd worden, omdat bij toewijzing van een overschotzetel het op deze part pen u'tgebr. cht gemiddeld aanta' stemmen per toegekende plaats minder dan 75 °'0 van den kiesdeeler zou bedragen. Voor de restzetels kwamen dan ook in aanmerking, nadat bij de eerste verdeeling reeds 90 zetels aan diverse partijen waren toegewezen, de Herv. Gereformeerde Staats partij met een overschot van 30 276 stem- men, de S. D. A. P. met een overschot van 27.441 stemmen, de Chr. Historische Unie Aet een overschot van 27.841 stemmen, de R. K. Staatspartij met een overschot van 19.326 stemmen, de Vrijheidsbond met een overschot van 10 428 stemmen, de Anti Rev. Partij met een overschot van 7119 stemmen en de Vrijz. Demccratische Bond met een overschot van 2011 stemmen. Er waren nu 97 zetels verdeeld en het merkwaardige geval deed zich nu voor, hetwelk bij de wijziging van de Kieswet in 1923 in de richting van het stelsel-Eagen- bach-Bi?choff (d'Hondt) zHfsdeweta ever niet verwacht heeft. Het stehel der gemiddel den moest thans worden toegepast en het bleek dat de S. D. A. P., de R.K. Staats partij en Chr. Historisch Unie, na toewijzing van nog een zetel, het grootste gemiddelde aanwees, zoodat aan deze partijen rechtens de drie nog te verdeelen zetels moesten worden toegewezen. (Hbl.) Witham deed, wat hem gevraagd werd. Toen de jonge man met een korten be- leefden groet de kamer uitgegaan was, trokken ze hun stoelen tot bij de kachel, om voor 't naar bed gaan nog een sigaar te rooken. Na de eerste paar trekken viel het Dane op dat t gezicht van zijn met- gezel ernstiger dan gewoonlijk stond. ,,Hoe vond je het gezicht van den mare- chaussee, toen we binnenkwamen? be- gon hij 't gesprek. ,,Hij keek alsof hij een geestverschijning zag." Witham lachte. ,,Ja, waarschijnlijk dacht hij dat ook. Ik weet dat er in het district, waar hij vandaan komt, een man was, die volgens t beweren van de men- schen sprekend op me leek. Ik heb de gelijkenis nooit kunnen zien, als ik t goed heb, is hij een maand of zes geleden ver- ongelukt." ,,Ja, 't is eigenaardig, zooals de men schen op elkaar kunnen lijken," gaf Dane ten antwoord, „maar 't is nog eigenaardiger, _zooals sommiae menschen kunnen verande'ren. Op de Grange heb- ben ze een portret van je als jongen 't gezicht is nog wel te herkennen. maar niemand zou ooit gedacht hebben, dat die jongen tot 't type man, dat jii bent, zou opgroeien. Enfin, dat is ten slotte maar bijzaak vertel me liever, hoe je gemerkt hebt, dat er valsch gespeeld werd. Ik heb toch ook wel verstand van spelen; in mijn vlegeljaren heb ik er veel ondervinding duur betaalde ondervinding, dat kan ik je verzekeren van opgedaan en van die wijsheid heb ik heel wat onthouden, maar ik moet je zeggen, ondanks al mijn aan- dacht, heb ik vanavond niets gezien, dat' me op het denkbeeld valsch spelen ge- bracht zou hebben. Witham keek hem lachend aan. ,.Voor het grootste gedeelte was het bluf. Ik hield zijn gezicht in de gaten en op een gegeven oogenblik zag ik iets in zijn oogen, dat me de overtuiging gaf: hij speelt valsch! Maar pas toen hij de tafel omwipte. was ik zeker." ,.Wel." antwoordde Dane droogjes, ,.je behoeft tefiminste nooit te zeggen, dat je zenuwen niet in orde zijn. Een gevaar- lijk spelniets dan een verdenking. om op af te gaan! Maar't is waar, jij was in een gunstige positie." ..Ik geef je toe, dat ik nog een keer in, mijn leven een gevaarlijk spel gespeeld heb, maar behalve dat, had ik geen enkele ondervinding, om op af te gaan, zeidc Witham met een eigenaardigen glimlach. Dane mikte zijn sigaar in den aschbak en stond op. ,,Kom. 't is bedtijd!" zeide hij nonchalant; toen ging hij, opeens ern stiger, voort: „Nu het gesprek toch die richting uitgegaan is, is t meteen een goede gelegenheid om je iets te zeggen, dat ik allang op mijn hart heb. t Is waar. dat ik je zoo nil en dan niet begrijp, maar ondanks dat, als je ooit in moeilijkheden mocht komen en je hebt iemand noodig om je te helpen, dan hoop ik. dat je je tot mij wenden zult. En je vertrouwen, geef BELGISCllE OORLOGSSCHEPEN EN DE WESTERSCHELDE. 1 Prof. jhr. mr. W. J. M. v. Eysinga schrijft f in de „Econ. Stat. Berichten" over het re- j gime vim Belgische oorlogsschepen op de j N'ederlaudsche Wester-Schelde o.m. Het Belgische tractaat, evenals het'vre- j desverdiag van 1839, geeft op de Schelde j slechts vrijheid voor de handelsvaart. Het verdrag diukt dit uit in art. IV par. 1 door te zeggen, dat de nvier vuortdurend vrij en open zal zijn //.voor de vaart van alle i vaartuigen van alle naties, uitgezonderd oorlogsschepen", onder welk laatste woord j ook begrepen zijn de met oorlogsschepen j gelijkgestelde vaartuigen Wil dit nu zeg gen, dat het tractaat bedoelt, dat nooit een Belgisch oorlogsschip op de Nederland- sche Wester Schelde zal mogen komen? j Zeer zeker is dit de bedoei'ng niet. Ten j opzichte ook van Belgi>che oorlogsschepen j beoogt het nactaat geheel rfgewijz gd te laten den ook in het voorloopig verslag der Tweede Kamer bedoelden alg< rneenen regel van internationaal recht, dat een staat behoudens de bepalingen van het Grot d- verdiag van den Volkenbond alsmede van het onzijdigheidsrecht volkomen beoor- deelt of en zoo ja, onder welke voorwaarden hij vreemde oorlogsschepen op zjjn gebied zal toelatenm. a w. laat het tractaat ge heel onaangestast de Nederlandsche regeling van 30 October 1909 S. 351 ten aanzien van de toelating van oorlogsschepen van vreemde mogendheden in de Nederlandsche territoriale wateren en het daarbinnen ge- legen Nederlandsche watergebied. Tot deze regeling blhoort ook de bepaling, dat de toelating van vreemde oorlogsschepen gsheel kan worden verfcoden, gelijk geschiedde bij het begin van den grooten oorlog (zie 1914 S. 332). In dezen zin begrijpen wij ook de toeliclitende memorie waar zij zegt z/De tekst sluit de oorlogsschepen uit. Maar hij regelt niets omtrent de doorvaart van Belgische oorlogsschepen over de Schelde en hare toegangen in tijd van vrede of van i oorlog Mag dus reeds in vredestijd Nederland Belgische oorlogsschepen weren van de Wester-Schelde al schijnt het ons ook hoogst onwaarschijnlijk, dat een Neder landsche rtgeering,van haar liberale houding ten opzichte van de toelating van vreemde oorlogsschepen voor Belgie zou willen af- wijken, in een oorlog, waarin Nederland onzijdig en Belgie oorlogvoerende zou zijn, geldt dit natuurlijk a fortiori, terwijl onder tet Grondverdrag van den Volkenbond vrij doorvaren laten plietit kan worden (vgl. art. 16 voorlaatste lid van het Grondverdrag van den Volkenbond). Maar, zoo zoude men kunnen vragen, de schrapping van art. XIV van het trac taat van 1839, door welke schrapping Antwerpen een oorlogsbaven zou kunnen worden, impliceert zij niet het vrije door- tochtsrech t van Belgische oorlogsschepen over de Nederlandsche West-r Schelde? Art. XIV van het tractaat van 1839 luidt als volgt: z/Le port d'Anvers conformement aux stipu lations de l'article 16'du traite de Paris, du 30 Mai 1814, continuera d'etre uniquement un port de commerce". Het bestendigde dus een bepaling van de vredestractaten van 30 Mei 1814 tusschen de gtallieerden van toen en het ov^erwonnen Frankrijk, en je me wel als je dat noodig en nuttig vindt." Met een vriendschappelijken knik ging hij de kamer uit. Onbeweeglijk bleef Wit ham zitten; zoo met zijn armen op zijn knieen en zijn uitgedoofde sigaar tusschen zijn slap neerhangende vingers staarde hij nog wel een uur lang ernstig voor zich uit. HOOFDSTUK XIII. Een vrijwillig pleit. Door de handige manier, waarop de hotelhouder na t vertrek van Witham de zaak wist te regelen, kwam de man met de smoking er met het verlies van zijn winst ar; een paar uur na het gebeurde was hij alweer op weg naar de grens. En daar geen van de mannen, die bij de schermut- seling aanwezig geweest waren, er een eer in stelde, om t feit, dat ze door een valsche speler gedupeerd waren, bij hun vrienden bekend te maken, zou niemand in Silverdale er ooit iets van vernomen hebben Dane was iemand, op wiens stilzwijgendheid onvoorwaardelijk gere- kend kon worden als een van de jon ge Silverdalesche boeren niet een paar dagen later op reis gegaan was, wat een bezoek aan de nederzetting noodzakelijk maakte. Ben woord hier en een woord daar deed bij hem 't vermoeden rijzen, dat er iets ongewoons gebeurd was; maar daar niemand er iets voor scheen te voe- len, om hem volledig in te lichten. kwam hij na een dag of wat gezond en wel, maar met een onbevredigde nieuwsgierigheid, weer in Silverdale terug. De dag na zijn thuiskomst werd er op de hoeve van Mac- donald de gewone maandelijksche reunie gehouden. er toevallig was een van de eersten, die hij daar ontmoette, Ferris. de groote beteekenis, die de Britsche regee- ring toendertijd hechtte aan het niet-oorlogs haven-karakter van Antwerpen, blijkt reeds uit de instructies die Lord Castlereagh van j zijn regeering tnedekreeg in het eind van j 1813, toen hij met de geallieerden ging onderhandelen over de vredesbepalingen. j En ook brj de onderhandelingen over de scheiditg tusschen Nederland en Belgie treffen wij het voorschrift van art. XIV van het tractaat van 1839 in precies dezelfde bewoordingen reeds aan in de Bases de separation van begin 1831. Maar wat in een bepaalden oorlog brandende levenskwest:e is, kan in eenen volgenden ever, grooten oorlog in het ge heel geen rol spelen. Dit verschijrsel doet zich mter voor, en zoo zien wij de Britsche regeering in het begin van 1919 gaarne medewerken tot de resolutie van den Oppersten Raad van 8 Maart van dat jaar, waarin onder letter e het algemeene doel van de herziening der verdragen van 1839 wordt aangegeven als het overeenkcmstig de strekking van den Volkenbond Belgie bevrijden van de Souvereiniteitsbeperkin- gen, welke het door die verdragen van 1839 waren opgelegd. Tot deze souvereiniteits- beperkingen behoort omnium cor sensu ook art. XIV betreffende het conventioneele niet oorlogshavenkarakter van Antwerpen. Maar. waar, gelijk wij zagen. het regime van vreemde oorlogsschepen op de Neder landsche Wester-Schelde door het iractaat ongewijzigd gelaten wordt, is de practische beteekenis van het schrappen van art. XIV een beperkte. Zij betoogt door de souve- reiniteifsbeperkirig op te heffen, Belgie een moreele statisfactie te geven, die echter niet verder gaat dan zij gaan kan en met name niet medebrengt conventioneele vrije vaart van Belgische oorlogsschepen op de Nederlandsche Wester Schelde trouwens wie zou willen volhouden, dat de schrapping van art XIV zoodanige conventioneele vpge vaart voor Belgische oorlogsschepen zou medebrengen, kan niet ontkomen aan de consequents, dat de.opheffing vau een Belgischesouvereinitei sbepeikingzou mede brengen, vestiging van een internationaal servituut, dus ook een souvereiniteitsbe- perking, voor Nederland, n.l. het opgeven van het recht om zelf te beslissen of en zoo ja, onder welke voorwaarden vreemde oorlogsschepen op Nederlar.dsch gebied zullen worden toegelaten maar nu is juist de vestiging van zoodanige servituten uit- drukkelijk uitgesloten geworden bij de re solutie van 4 Juni 1919, die grondslag werd van de Belgisch-Nederlandsche onder handelingen. Het kan dus o i. geer. twijfel lijden, dat uit de schrapping van art XIV van het vredestractaat van 1839 geen con- ventioneel recht 'an Belgie op viije door vaart van Belgische oorlogsschepen over de Nederlandsche Wester-Schelde kan worden afgeleid. TER NEUZEN, 6 Juli 1925. NED. HERV. KERK. IN GEBRUIKNEMING VAN HET f ELECT RISC H LIGHT. 't Was wel op een zeer ongewoon uur dat de leden der Ned. Herv. Kerk alhier Zaterdag kerkwaarts togen, tl. des avonds te 10 uur, maar toch bleek er groote be- ,,'t Schijnt, dat er in cie nederzetting iets ongewoons gebeurd is, begon hij dade- lijk. „Verleden week Zaterdag, iets met een beroepsspeler van over de grens; de lui wilden niets loslaten, maar uit sommige opmerkingen heb ik begrepen, dat er ook een ,,Silverdaler bij betrokken is ^eweest moet zijn. Zonder het te weten had hij wat luider gesproken dan gewoonlijk en onder de aanwezigen. voor 't meerendeel Silver dalesche boeren met hun vrouwen en dochters, waren er verscheidenen wier aandacht maar een klein stootje noodig had om van het niet zeer brillante piano- spel van Mrs. Macdonald naar belang- rijker dinger af te dwalen. De slotaccoor- den waren nog niet wegg'estorven, toen een vrij luide stem de stilte, die er op volg- de, verbrak. Ferris zal je wel inlichtingen kunnen geven. Die is er dien avond geweest. Ferris werd rood tot achter zijn ooren. Het ter sprake brengen van dien avond raakte een teer punt bij hem aan; snel wenkte hij den eersten spreker om niet op het onderwerp door te gaan. ,,De laatste paar weken ben ik er bijna om den avond geweest. k Had er het een en ander te doen," trachtte hij te ont- wijken. Maar de andere man was blijkbaar In een plagerige stemming misschien ook had hij den wenk niet begrepen. ,,Op- biechten, jongentje. dat is het eenige wat je te doen staat. Vooruit, hoe eerder hoe beter, je hebt nooit van je leven een ge- heim kunnen bewaren." Aangetrokken door de luide. joviale stem, was een aantal van de aanwezigen laDgstelliDg, daar een sehare van otustreeks 700 persoi en samenkwam. Deze kerkgang en belangstelling betrof het thans in het kerkgebouw aangebrachte electrisch licht, dat op dat tijdstip in ge- bruik zou worden get omen. Teneinde dit tot zijn voile recht te laten komen, was het noodig zulks, bij de tegenwoordige zomersche dagen laat in den avond te doen. Het aanbrengen der lichtinstallatie was, in verband met de noodige werkzaamheden in den hoogen koepel, een omvangrijk en zorgzaam werk, dat is uitgevoerd do<*r de Electrischs Centrale alhier. AaDgebracht zpn in het midden der kerk een 15tal kogelreflexlampen, waarin half watt lampen zijn gemonteerd en een 25tal kleinere lampen voor verlichting der zijwaartsche Zitplaatsetj, met een totaal lichtsterkte van pt. m. 6500 normaalkaarsen. Men wenschte ook gaarne de oude koperen lichtkronen te behouden en deze zijn thans opgehangen boven den //tuin", ter weers- zijden van den kansel. De moderne verlichtingsinstallatie is smaakvol en doelmatig aangebracht. Bij het ontsteken van het licht bleek de kerk prachtig te zijn verlicht. l)s. Timmerman hield bij deze gelegen heid eene rede, naar aarleiding van Zacha- ria 14 7b ,,En het zal geschieden ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen." Hij begon met dank uit te spreken aan God, aan Wiens Zegen alles is gelegen, en verder aan alien die hebben meegewerkt en bijgedragen voor deze schoone verlich ting van het kerkgebouw. Daaruit is op- nieuw geoleken, wat door eendrachtige samenwerking L t stand kan komen. In verband met het uur van samenkomst stipte hij aan, dat ook in den Bijbel her- haalde ijk wordt gewaagd van nachtelijke samenkomsten, en hij brengt hier van toe- passing de woorden van den profeetEn het zal geschieden ten tijde des avonds. dat het licht zal worden. In 1660 werd de kerk behalve d-. or een luchter op den kansel en den lessenaar slechts door een kerkkrcon verlicht, doch bij de toen besteede vergrooting der kerk werd een tweede kroon aargeschaft. Thans beschikt men over electrisch licht, waarbij de vroegere verlichting verre ten achter staat. Eer het hiertoe gekomen is, zijn ook teleuTstellingen ondervonden. Hij herinnert er aan, dat een belangstellend lid in 't najaar van 1909 en 't voorjaar van 1910 geheel op eigen kosten een elec- trischlichtinstallatie wilde laten aanbrengen. Dat aanbod is niet aanvaard, doch men blijft haar, die dat vorstelijk aanbod deed, daarvoor steeds dankbaar. Inmiddels werd steeds meer en meer behoefte gevoeld aan het nieuwe licht, en werd betreurd, dat bij avondgoosdienst- oefeningen de verlichting zoo allertreurigst was. In het laatst van 1924 is door 2 act;eve personen, bezield met warme liefde en toewijding voor de kerk, n). de kerk- voogd de heer G. Yerlinde en de ouderling de heer C. L. Deij, de zaak van het electrisch licht ter hand genomen. Hunne onder handelingen met den administrateur der elect:ische centrale, den heer Van der Lubbe I had tot resultaat, dat deze belangeloos een j noodverlichting deed asnbr-ngen. waarvoor j men hem zeer dankbaar is, en men op om de beide jonge mannen heen komen i staan. S/oordat Ferris tijd had om te ant- i woorden, vroeg Mrs. Macdonaid, die zich °°k bij de groep gevoegd had. lachend: „Wat is hier aan de hand? Mag ik het ook weten, Gordon?' Natuurlijk, antwoordde de man, die het eerste over de quaestie begonnen was.. ,,Ik zal beginnen met te verteilen, wat ik -eiweet, ofschoon dat maar een bitter beetje is bent u dan na afloop nicuws- gierig, dan kunt u Ferris hier naar de rest vragen. Dat geheimzinnig doen van hem dient alleen, om t verhaal nog wat inte- ressanter te maken. Wel, verleden week Zaterdag is er in de gelagkamer van het' hotel iets gebeurd, «dat de menschen thuis met hun dwaze voorstelling van het leven hier, typisch Wild West zouden noemen. Kaarten, revolver, een beroeps-speler en sensationeele ontmaskeringeq van laatst- genoemde, wat wil je - nog meer? En iemand hier uit Silverdale heeft de hoofd- rol gespeeld." ,,Wat leuk riep een van de jonge meisjes enthousiast. ..Echt iets. wat je vroeger dacht, dat elken dag hier ge beurde. Toe, vertelt u 't ons. Mr. Ferris. Stel je voor, zeg, dat er in al die interes- sante verhalen over knappe roovers en galante ridders met van die groote breede hoeden nog een beetje waarheid was." In de oogen van Ferris kwam een eigenaardige uitdrukking. Snel, bijna keu- rend, keek hij den kring van nieuwsgierige gezichten rond. Hij vergeet echter achter zich te kijken een nalatigheid, waardoor het hem ontging dat Maud Barrington en haar tante. die juist binnen gekomen wa ren. vlak achter hem waren blijven staa (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 1