HoogwatergetijteTerNeuzen, INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. IIWNHARDT# Staai-Tsbletten .®o* Maag-Tabletten.75 Zenuw-Tabletten 75« Laxeer-Tabletten .eo« Hoofdpijn-Tablotten 00* INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. BIJ Apoth. to DroguM. M3seiamtsa7Psam:srsam De raad der gemeente Zaamslag: BESLUIT Artikel 1. Ten laste der gemeente eene geldleening aan te gaan van ten hoogste drie duizend gul den rentende ten hoogste 5'/2 ten honderd 's jaars, verdeeld in aandeelen van twee hon derd vijftig gulden voor elk, waarvan tot ge- lijk bedrag zal worden afgegeven eene obliga- tie aan toonder. De storting van het verschuldigde wegens toegewezen obligation moet plaats hebben ten kantore van den gemeente-ontvanger in den loop van 1925 op den dag door Burgemeester en Wethouders te bepalen. De rente vangt aan op den dag der storting. Artikel 2. Indien voor een te groot aantal aandeelen wordt ingeschreven komen in de eerste plaats in aanmerking, de inschrijvingen waarbij de laagste rente bedongen iA terwijl bij gelijke rente de toewijzing zal geschieden pondsponds- gewijze. Artikel 3. Voor de storting der aandeelen, zal ten over- staan van den Burgemeester door de deel- nemers, die een gelijke rente bedongen, worden geloot, welke obligatienummers zij zullen ver- krijgen. Er zal worden geloot in zoovele gedeelten als er tegen verschillende rente aan meer dan een persoon is toegewezen met dien verstande, dat de hoogste nummers komen aan de obliga tion tegen de laagste rente, de daarna afda- lende nummers aan de opvolgende enz. Aan elken deelnemer zullen de obligation wier nummers met die der door hen getrokken briefjes overeenstemmen worden uitgereikt. Bij elke obligatie zal worden gevoegd een stel door Burgemeester en Wethouders ge- waarmerkte rente-coupons bestaande uit twin- tig stuks, zoodat de laatste coupon betaalbaar zal zijn in het jaar 1937. Artikel 4. Te beginnen in 1926 zal ten minste een obli gatie dezer geldleening worden afgelost on- verminderd de bevoegdheid van het gemeente- bestuur om in eenig jaar meer obligation af te lossen of wel het geheele niet terugbetaalcfe gedeelte van het kapitaal tegelijfc. Artikel 5. Bij de aflossing moeten worden ingeleverd de betrokken obligation en de daarbij behoo- rende onverschenen rente-coupons. Terugbe- taling van obligation heeft niet meer plaats na meer dan dertig jaren na den dag waarop zy aflosbaar waren gesteld. De rente wordt niet verder berekend dan tot den dag van af- losbaarstelling der obligatie. Rentebetaling heeft niet meer plaats na meer dan 5 jaar, na den dag, waarop de be trokken coupon betaalbaar was. Artikel 6. Tot zekerhaid der jaarlijksche rentebetaling en van de aflossing der aandeelen dezer geld leening worden veribonden de inkomsten en middelen der gemeente. Artikel 7. Commissionnairs en makelaars in effecten genieten provisie over het hun toege wezen bedrag; de voldoening daarvan zal plaats hebben na de afgifte der obligation. Aan instellingen van anderen dan finan- ciOelen aard of aan particulieren, die recht- streeks zonder tusschenkomst van commission nairs of makelaars ingeschreven wordt geen provisie toegestaan. Artikel 8. Bij toewijzing van de leening aan eene in- stelling kan de uitgifte, met afwijking van ar tikel 1 geschieden bij onderhandsche akte, welke ten aanzien van de in de artikelen 1, 4 en 5 geregekle onderwerpen daarmede overeen- komende bepalingen bevat. De VOORZITTER deelt mede, dat de uitga- ven voor het bedoelde werk thans wel uit de gewone middelen zouden kunnen worden be- streden, doch dat zij het meer regelmatig ach- ten hiervoor te leenen, omdat de lasten daar van dan over verschillende jaren verdeeld zijn, terwijl deze anders alleen drukt op de tegen- woordige belastingbetalers en het werk tot voor een tijd van jaren dient. Aangezien de aflossing is bepaald op 12 jaar komt de druk dan ook voor een deel op het komend geslacht dat van den oprit profiteert. De heer KOOPMAN zou het maximum der rente liever op 5 bepaald zien; hij weet wel, dat 5% een maximum is, maar meent, dat in- schrjjvers er toch naar zullen luisteren, als het maximum 5 is. De VOORZITTER acht het voorstel van 5% volstrekt geen bezwaar. De koers van het geld is al veel gezakt en misschien gaat het nog wel voor minder dan 5 Men weet het echter niet vooruit en het is gemakkelijk als men eenige vrijheid van handelen heeft, daar anders weer een nieuw besluit moet genomen worden. De heer C. A. WISSE vraagt, of het nood- zakelijk is, dat deze leening gesloten wordt. De VOORZITTER wijst'op het reeds meege- deelde; noodzakelijk is het niet. De uitgaaf zou uit het saldo van de laatste rekening kunnen gedekt worden, doch Burgemeester en Wethou ders achten voor dit werk een leening beter, om de kosten over eenige jaren te verdeelen. Bovendien kan het saldo ook worden aange- wend om oude leeningen af te lossen. De heer DE FEIJTER acht de toestand, als er geleend wordt, zuiverder. Dan kunnen langs een geleidelijke lijn de lasten naar beneden. De heer C. A. WISSE verklaart nog, dat hij, juist met het oog op het te verwachten saldo der gemeenterekening het vermenigvuldigings- cijfer nog iets lager had willen stellen. Het voorstel wordt aangenomen met alge- meene stemmen. 7. Voorstel Burgemeester en Wethouders vaststelling verordening houdende voor- schriften voor motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van reizigers tegen vergoeding. Naar aanleiding van een bij Burgemeester en Wethouders ingekomen schrijven van den Gommissaris der Koningin in Zeeland, houden de toezending ter vaststelling van eene model verordening leggen Burgemeester en Wethou ders hierbij in concept over de navolgende ver ordening, welke behoudens het hepaalde in artikel 5 gehee! overeenstemt met bet concept. Artikel 5 van het concept luidde n.l.: Het rooken is in motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van reizigers verboden. VERORDENING, houdende voorschriften voor motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van reizigers tegen vergoeding. Artikel 1. Het is aan houders of bestuurders van mo torrijtuigen verboden op den openbaren weg standplaatsen in te nemen of aldaar te stopper S d >e- jii- ui uiilateh van reizigers. Burgemeester en wetho..ueis ku.'.nen van j dit verbod ontheffing verleenen. Artikel 2. i Het is aan houders of bestuurders van mo- I tor jtuigen aan w e geen oidheffing als in het vorige artikel badoeld, is verleend, verboden: 1°. op den openbaren weg een motorrijtuig i aan het puibliek te huur aan te bieden of daarin eene zitplaats te verhuren of te huur aan te bieden; 2°. op den openbaren weg te rijden of post te vatten met het kennelijk doel een motor rijtuig te verhuren of daarin eene zit plaats te verhuren; 3°. op den openbaren weg te rijden met een motorrijtuig dat voor een zekeren afstand per plaats verhuurd wordt. Artikel 3. Het is aan bestuurders van motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van reizigers, ver boden: 1°. tijdens het vervoer sterken drank of an- dere alcoholhoudende dranken te gebrui- ken; 2°. tot het in- of uitlaten van reizigers stil te staan op andere dan de door burgemees ter en wethouders aangewezen stand- of stopplaatsen binnen de bebouwde kom der gemeente; 3*. een ander, voor vervoer van reizigers be stemd, motorrijtuig voorbij te rijden, wan- neer dit tijdens het in- of uitlaten van rei zigers daartoe op eene stand- of stop- pi aats binnen de bebouwde kom der ge meente stilstaat. Artikel 4. Het is aan houders of bestuurders van mo torrijtuigen, bestemd voor het vervoer van rei zigers, verboden: 1°. sterken drank of andere alcoholhoudende dranken in het motorrijtuig mee te voeren; 2". benzine, anders dan in de daarvoor be- stemde en door de deskundigen, aange wezen door den Commissaris der Koningin in Zeeland, goedgekeurde reservoirs of ledige benzinebussen in het motorrijtuig mee te voeren; 3*. de reservoirs te vullen of te doen vullen, wanneer de motor niet tot stilstand is ge- bracht of er passagiers in het motorrijtuig aanwezig zijn; 4*. de motor aan te zetten, alsvorens't reser voir gesloten is; 5*. te rijden met een motorrijtuig, waarin geen good werkend brandbluschapparaat, gesehikt voor het blusschen van beazine- branden, onder direct-bereik aanwezig is; 6°. te rijden met een motorrijtuig, waarin niet aanwezig is een verbandtrommel ten- minste de volgende verbandmiddelen be- vattend: een stel spalken, 3 snelverbanden, 3 driekante doeken, eenige pakjes steriel gaas, een doos zuivere watten en een kne- velverband te gebruiken bij het optreden van slagaderbreuken 7°. Het is verboden te rijden met een motor rijtuig, waarin klapstoeltjes, tabouretten, losse zitplaatsen of welke voorwerpen ook, dienende om in bijzondere gevallen als zit plaatsen gebruikt te worden, aanwezig zijn; 8°. in het motorrijtuig koffers of rijwielen te vervoeren; 9°. in het motorrijtuig handbagage te plaat- sen of toe te laten dat handbagage wordt geplaatst op zoodanige wijze, dat de reizi gers bij het binnengaan of het verlaten van het motorrijtuig daardoor belemmerd worden 10°. de reis met het motorrijtuig voort te zet ten nadat de politie heeft verklaard, dat het daarmede vervoerde gewicht gevaar oplevert voor de veiligheid der reizigers. Artikel 5. Het is in motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van reizigers, verboden: a. te rooken; b. op welke wijze of door welk middel ook God te hoonen, te lasteren, dit te bevorderen of daartoe gelegenheid te geven; c. onzedelijke taal te uiten. Artikel 6. Het is aan houders of bestuurders van mo torrijtuigen, bestemd voor het vervoer van rei zigers, niet zijnde openbare middelen van ver voer in den zin der wet van 23 April 1880 (Staatsblad no. 69), verboden: 1°. te rijden met een motorrijtuig, waarop niet aan de beide lange zij den van het koets- werk met duidelijk zichtbare, sterk tegen den achtergrond afstekende letters en cij- fers, ten minste hoog 60 m.M. en ten minste breed 15 m.M. zijn vermeld de naam van den ondernemer of van de on- dememing, het grootste getal der perso- nen, waarvoor het bestemd is en het groot ste gewicht, hetwelk daarop bovendien mag worden geladen, benevens, zoo er meer motorrijtuigen voor de uitoefening van denzeifden dienst worden gebezigd een onderscheiden naam of nummer; 2°. de reis met een motorrytuig voort te zet ten, nadat door de politie is verklaard, dat het rijtuig wegens zijn onvoldoenden toe- stand gevaar oplevert voor de veiligheid der reizigers. In zoodanig geval mag de voortzetting der reis niet plaats hebben, tenzij het ge- brekkige is hersteld of het bezwaar door het hoofd van het gemeentebestuur onge- grond wordt geoordeeldj 3°. personen in kennelijk beschonken toestand of lijdende aan besmettelijke ziekten of die wegens andere redenen voor hunne mede- reizigers gevaarlijk zijn, in het motorrij tuig toe te laten, of, zoo de omstandig- heid eerst gedurende de reis wordt ont- dekt, deze voort te zetten, zonder dat be doelde personen uit het motorrijtuig zijn verwijderd; 4". gevaarlijke of zfeks dieren, tenzij onder behoorlijk geleide en met zoodanige voor- zorgen als de veiligheid der reizigers vor- dert, in het motorrijtuig toe te laten; 5°. buskruit, andere licht ontplofbare stoffen of geladen geweren in het motorrijtuig te vervoeren. Hiervan zijn uitgezonderd de munitien, welke tot de uitrusting van In dienst reizende militairen behooren en buskruit, hetwelk reizigers in geen groo- tere hoeveelheid dan van 1 K.G. en in be hoorlijk gesloten metalen verpakking met zich voeren. Artikel 7. Deze verordening is niet van toepassing op motorrijtuigen, bestemd voor het vervoer van reizigers, waarvoor door den Commissaris der Koningin eene verklaring is afgegeven, dat zij buiten de toepassing van deze verordening vallen. Artikel 8. Overtreding van een der voorschriften dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. De heer C. H. H. WISSE kan er zich goed f mede vereenigen, dat maatregelen worden in- gevoerd als voorbehoedmiddel tegen ongeluk- ken ter verhooging van de veiligheid van het publiek. Hij kan zich echter niet vereenigen, met de bepalingen die Burgemeester en Wet houders in artikel 5 onder b en c eigener bewe- ging hebben ingelascht. leder keurt af het vioeken en het uiten van onaedenjxe taal, doch hij acht dit nog geen reden, om zulke verboden op te nemen in eene pohtieverordemng. Op dien weg voortgaande Kon men er de geheele 10 Geboden wel in op- nemen. riij zou daarom wenschen, dat eenvoudig de redactie der verordening behouden werti, zooals die door den Commissaris der Koningin is toe- gezonden. De VOORZITTER vraagt, of de heer C. H. H. Wisse het dan geen bezwaar acht, plaats te nemen in een auto waarin personen zitten, die zitten te vioeken of gemeene taal uiten. De heer C. H. H. WISSE verklaart dit even- goecl af te keuren als een ander, trouwens dat doet ieder weldenkend mensch, maar hij vindt het toch te ver gaande, zulke bepalingen op te nemen in de politieverordening. De VOORZITTER verklaart, dat, indien hij in een autobus zat, waarin hem bleek, dat iemand gestadig zat te vioeken, hij zou uitstap_ pen. Thans kan men daartegen niets anders doen. De heer C. A. WISSE is het er ook mede eens, dat men, als men iets tegen wil gaan, men ook de macht moet hebben, om zoo iemand te ver- wyiaeren. De heer C. H. H. WISSE: iVIaar waar is het eind. De heer VAN PETEGEM vermoedt, dat by Burgemeester en Wechouders meer net wee deelt, voorgezeten om te kunnen optreden tegen personen wier optreden van dien aard is, dat net leclers atkeuring opwekt, maar dat het niet de beuoeiing is, iemand te laten straffen, wien in drift eens een grof woord ontvalt. Hij voor zich zou liever nog andere bepalin gen wenschen. Vve zijn evenwel nog niet zoo- ver, dat de auto's op den weg hun eigen stof en silk kunnen opzuigen. Zoodra zulks het ge val is, zijn we een groote schrede voorwaarts. Dat zou de passage ten goede komen. Maar waar hij de aandacht op vestigen wil is de wenschelijkheid dat door de kom der gemeente wat langzamer gereden werd, vooral met het oog op de zijstraten, die men passeeren moet en waaruit plotseling toch mensehen te voor- schijn kunnen komen, die de auto's niet hebben hooren aankomen. Er is daardoor nog wel geen ongeluk voorgekomen, maar het is een wonder, dat zulks nog niet het geval geweest is. Men kan niet in alles voorzien, maar dit heeft toch al dikwijls sprekers aandacht getrokken. De VOORZITTER wijst er op, dat aan de in- gangen der gemeente waarschuwingsborden staan, aangevende de snelheid waarmede ge reden mag worden. De heer VAN PETEGEM merkt op, dat het de vraag is, of men zich aan de aangegeven snelheid houdt. Doet men zulks niet, dan schiet men er weinig mee op. De heer HAAK merkt op, dat het door Bur gemeester en Wethouders voorgestelde geen bezwaar zou zijn, indien het een rijksregeling was, maar andere gemeenten zullen het anders vaststel len De VOORZITTER zou het zeker wel wen- schelijk achten, dat het in de geheele provincie aldus bepaald werd en oppert de veronderstel- ling, dat, nu van deze gemeente het voorbeeld kan uitgaan, vele anderen wel volgen zullen. De heer DE FEIJTER merkt op, dat de Commissaris die verordening natuurlijk heeft toegezonden in de verwachting, dat alle ge meenten die zouden aannemen. De VOORZITTER: Maar de artikels mogen toch worden gewijzigd en aangevuld. De heer C. H. H. WISSE meent, dat, indien de Commissaris dergelijke bepalingen, zooals Burgemeester en Wethouders voorstellen had gerwild, hij die ook zou hebben voorgesteld. De heer DEES kan zich met het voorstel goed vereenigen, ook met artikel 5. Hij heeft het gisteren op zekere plaatsen nog ondervon- den, dat er zoo ontzettend gevloekt werd, dat het zeer deed; hij dacht toen om dit voorstel, waarmede hij geheel instemt. De VOORZITTER wijst er op, dat het ook nog een verschil maakt met een boot of tram. Indien zich daar zooiets voordoet, kan men zich om het niet te hooren, nog verplaatsen, maar dat is in een autobus niet mogelijk. De heer KOOPMAN vraagt met het oog op de bepalingen van artikel 6 of deze verordening van toepassing is op alle motorrijtuigen. Hij zou het b.v. verkeerd achten, dat een zieke b.v. niet per auto naar een ziekenhuis zou kunnen worden overgebracht, of dat een dronken per soon, die zich in de gemeente bevond zich niet per auto zou mogen laten wegbrengen, want hoe eerder men van dezulken af is, hoe beter. De VOORZITTER licht hem in, dat de veror dening alleen geld voor auto's die dienen voor vervoer van passagiers. Het zou b.v. niet toe- laabbaar zijn, dat een lijder aan besmettelijke ziekte vervoerd werd in een motorrijtuig waar in ook nog andere passagiers hadden plaats genomen. De heer KOOPMAN is door de ophelderingen bevredigd. Het voorstel wordt aangenomen met alge- meene stemmen. 8. Voorstel Burgemeester en Wethouders wijziging Bouwverordening. Burgemeester en Wethouders leggen ter vaststelling over het navolgende conceptbesluit: De raad der gemeente Zaamslag: overwegende, dat het gewenscht is aan de mogelijkerwijze uit de redactie van artikel 2 der Bouwverordening, gelijk deze thans luidt voortvloeiende moeilijkheden tegemoet te komen; gelet op het advies van de Gezondheidscom- missie, zetelende te Ter Neuzen, d.d. 13 Mei 1925; gelet op de Woningwet; b e s i u i t: in artikel 1 sub 3, achter „aangewezen rooii'ng te voegen: „waaronder wordt verstaan: het voor ieder gebouw in aanmerking komend gedeelte van de rooilijn"; in artikel 2 te lezen: „De rooilijn mag bij het bouwen naar de zijde van de straat niet wor den overschreden en wordt voor elke straat door den gemeenteraad onder nadere goedkeu- ring van Gedeputeerde Staten van Zeeland vastgesteld." De heer C. A. WISSE vraagt wat Burge meester en Wethouders met dit voorstel op 't oog hebben. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders al eens moeilijkheden hebben ondervonden met het aangeven van een rooilijn bij het bouwen. Er is echer geen bepa- ling die hun de macht verleent in die kwesties dwingend op te treden. Dit zal met dit voorstel bereikt worden. Het voorstel wordt aangenomen met alge- meene stemmen. 9. Onderzoek geloofsbrieven nieuw gekozen raadslid. Ingekomen is de geloofsbrief met bijlagen van het nieuw gekozen raadslid de heer A. Dees. De VOORZITTER benoemd eene commissie bestaande uit de heeren Koopman en C. H. H. Wisse tot het onderzoek dezer bescheiden en schorst gedurende bet onderzoek der commissie j de vergadering. Na de her-opening der vergadering adviseert de heer Koopman namens de commissie tot toe- lating van den heer A. Dees. Met algemeene stemmen wordt aldus beslo- ten. ill. Omvraag. a. De heer KOOPAIAN uit zijn bevreem- ding, dat ue Voorzuaer by de mededeelingen ook geen medeaeenng neeit geuaan van de oe- noermng van een elecro-techmsch adviseur. Hy meent, dat hij ais lid der G. E. commissie daar- omtrent ook op de hoogte zou moeten zijn. Hy weet er evenwel niets van en heeft dit alleei. vernomen uit een bericht in „De Zeeuw af- komstig uit Arnemuiden. Hij vraagt: is dat be richt juist. En indien de Vobrzitter hierop offi- cieel een bevestigend antwoord heeft, zou hij ook gaarne vememen of er van dien adviseur al een rapport is ingekomen en of het al be- kend is, onder welke condities verdere uitbrei- ding van het electrisch net zal kunnen plaats hebben. De VOORZITTER zegt, dat er nog geen sprake is van het benoemen van een adviseur. De heer De Regt heeft eenige piannen in voor- bereiding, voor uitibreiding van het electrisch net. Blijkt by de uitwerking, dat de zaak niet uitkomt, dan blijft het zooals het is, doch in dien het anders loopt zullen Burgemeester en Wethouders met voorstellen komen en dan zou den ze hem willen benoemen. De heer KOOPMAN noemt dit wel een iet- wat vreemde opvatting. De Voorzitter zegt: er is geen sprake van eene benoeniing, maar deelt verder mede, dat er piannen worden voor- bereid en uitgewerkt. Daarvoor moet dan toch opdracht zijn gegeven en dat gaat toch zoo maar niet, zonder het maken van condities. De VOORZITTER merkt op, dat het instellen van een onderzoek nog geen benoeming is. De heer KOOPMAN zegt nu, dat het al een week of 5 geleden is, dat hij dat bericht las. Is ei nog geenerlei rapport binnengekomen De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Men moet in aanmerking nemen, dat de heer De Regt voor het uitbrengen van adviezen niet beschikt over het uitgebreide inlichtingen ma- teriaal en de ervaring van den heer Van der Hegge Zijnen en dat hy over verschillende zaken inlichtingen moet inwinnen. Geen won der, dat het dus nu wat langer duurt. De heer KOOPMAN meent, dat daarentegen het bureau-Van der Hegge Zijnen gelijktijdig wel meer werk onderhanden zal hebben gehad, dan alleen van Zaamslag. Hij heeft deze zaak ter sprake gebracht. om dat hij het in het belang der betrokken ingeze- tenen acht, dat er spoedig een besluit genomen wordt. De VOORZITTER deelt mede, dat hij er met den heer De Regt over gesproken heeft en dozen had gezegd, dat het in de laatste week van Juni vergadering zou zijn. De heer De Regt heeft toen gezegd, dat zijn rapport dan wel klaar zou zijn. Nu is echter de raadszitting een week vroeger gevallen dan aanvankelijk was bedoeld, en was het rapport nog niet gereed. Spreker kan echter wel toezeggen, dat dit geen oponthoud behoeft te beteekenen. Wanneer blijkt, dat dit noodig is, zal hij expres een ver gadering beleggen, om hierover te beslissen. De zaak zal niet onnoodig opgehouden worden, in dien blijkt, dat het voor elkaar kan komen. b. De heer KOOPMAN vraagt of er den Voorzitter officieel iets van bekend is, dat het voornemen bestaat de brigade marechaussee op te heffen. Indien daarvan sprake is, zou hij het in het belang der gemeente noodig achten daartegen te protesteeren, aangezien deze ge meente ook door die brigade bewaakt wordt. De VOORZITTER deelt mede, dat hij dit ge- rucht de laatste dagen ook wel vernam, doch dat hem daarvan niets bekend is. De heer KOOPMAN vraagt, of het dan niet mogelijk zou zijn, er langs een aohterdeur eens naar te informeeren, want als dat gerucht wer- kelijk werd, zou het zeer te betreuren zijn. In- krimping van politie is hier allerminst ge wenscht. De VOORZITTER is het daar geheel mee eens. Het blykt steeds, dat de ongewenschte bezoekers graag in deze gemeente komen en de aanwijzingen zijn er, dat die van over de .grens komen. Hij is ook van meening, dat we de bri gade te Axel niet kunnen missen. De heer VAN PETEGEM wijst er op, dat aan de opheffing bezuiniging zal ten grondslag lig- gen en al wordt nu de kazerneering te Axel opgeheven, hetgeen reeds een bezuiniging zou zijn, is bet nog niet bewezen, dat ook de man- schappen verdwijnen, die kunnen b.v. verdeeld worden over Koewacht en Ter Neuzen. De VOORZITTER vermoedt, dat het nog niets meer is dan een los gerucht, want hij ge- looft, dat eventueel de meening der gemeente- besturen daarover toch wel zou gevraagd wor den. c. De heer VAN PETEGEM deelt mede, dat er zijne aandacht op gevestigd is, dat door het plaatsen of verplaatsen eener paal van het electisch licht de afheining om het erf van de weduwe Geelhoedt is beschadigd. De yOORZITTER deelt mede, daarover ook wel iets te hebben gehoord, maar hij heeft niet den indruk gekregen, dat dit een gevolg was van het plaatsen van de paal. Indien dat ech ter zoo is, moet het van wege de gemeente ge- maakt worden. Hij zal het ortderzoeken. De heer VAN PETEGEM meent, dat de man die de paal geplant heeft, wel zal weten hoe de voik in den steel zit. d. De heer C. A. WISSE vraagt, of nog iets naders bekend is, omtrent het verkrijgen van aansluitingen voor electrisch licht te Othene. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Zooals reeds vroeger is meegedeeld hebben Burgemeester en Wethouders de mensehen een briefje toegestuurd, doch er zijn maar enkele bevestigend beantwoord. Hij heeft er nog met den heer De Regt over gesproken om daar eens een lezing te houden, doch deze vroeg of daar van wel veel resultaat te wachten was, na de poging die daaf vroeger door den gemeente- secretaris reeds is aangewend. Ondertusschen heeft hij nog enkele van de1 voornaamsten be- zocht, maar er zijn daar niet veel mensehen, die als grootgebruiker in aanmerking kunnen komen. De heer C. A. WISSE vraagt of Burgemees ter en Wethouders van meening zijn om, als er daar weinig aansluitingen bekend zijn, de zaak toch maar door te zetten. De VOORZITTER antwoordt, dat reeds be kend is, dat de uitbreiding voor de Val en .de Griete alleen niet mogelijk is, zonder althans de rest der gemeente te veel te belasten. Bur gemeester en Wethouders zullen als er even tueel iets tekort komt evenwel niet op een kleintje zien, omdat zij de geheele gemeente willen helpen en overtuigd zijn dat, als er een- maal gelegenheid is om aan te sluiten alle mensehen ook zullen komen. De heer C. A. WISSE is het met dit laatste eens. e. De heer C. H. H. WISSE herinnert aan zijn in de laatste vergadering gedane vraag omtrent het bouwen eener woning in de Rose mary nstraat. De VOORZITTER deelt mede, dat bij het onderzoek gebleken is, dat daar inderdaad is cebouwd in striid met de bouwverordening. Burgemeester en Wethouders hebben den ar chitect te kennen gegeven, dat in de toekomst dergelijke afwijkingen niet mogen worden toe gestaan en dat, indien de eisch te zwaar mocht zijn, het dan beter is de bouwverorde ning weer te wijzigen. Het spreekt van zelf. dat, a's pr eenmaal gebouwd is, men het huis weer niet kan laten afbreken. DIE ELLEND1GE RUGPIJN! Hebt gij onopboudelijk pijn in uw rug? Zijt gij op van de zenuwen door de marte- iing van rheumatische pijnen Voelt gij u oud, uitgeput en ontmoedigd, dof, temeergeslagen en prikkelbaar? Er moet een oorzaak voor zijn! Hebt gij ooit aan uw nieren gedacht? Dat moest gij gedaan hebben! De nieren zijn de filters van het bloed en gij zoudt zonder nie ren geen dag kunnen leven. Als uw nieren niet behoorlijk werken, wordt uw bloed ver- giftigd en deze vergiften verspreiden zich door uw geheele gestel. Het is tijd om na te den- ken tyd om voorzorgen te nemen tegen chronische nierziekten. Gij behoort uw verzwakte nieren te hel pen, voor zich meer ernstige ziekten kunnen ontwikkelen. Verwaarloozing is gevaarlijk en leidt vaak tot rheumatiek, spit, ischias, nier- of blaassteen, en tot waterzucht of onge- neeslijke kwalen. Gebruik zander uitste! Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het speciale geneesmiddel voor verzwakte nieren. Zij heb ben duizende gevallen als het uwe gebeterd. Let op de verpakking in glazen flacons met geel etiket (alom verkrijgbaar), waardoor °-i zeker zijt geen verlegen buitenlandsch goed te ontvangen. Prijs 1,75 per flaeon. 30 De heer C. H. H. WISSE stemt dit toe, maar wyst er op, dat men, door aldus te handelen, de bouwverordening op losse schroeven zet, en ook met meer vrij is, de bepalingen tegenove* anderen te handhaven, die niet zullen nalaten op zoo iets te wijzen. Hij betreurt, dat zoo lets is voorgekomen. De bouwverordening is nu juist aldus gewjjzigd, dat zij niet bezwarend is. indien de muren niet de uiteinden van de bal- ken dragen, als ze dus mee-dragen, mogen het halvesteensmuren zijn, maar hier draagt de haltsteensmuur wel degelijk de uiteinden van de balken. De VOORZITTER henhaalt, dat uit zijn ant woord reeds bleek, dat zy by den gemeente- arclutect hebben aangedrongen op toepassing der bouwverordening. Het spreekt echter va. zeit, dat zij bij het beoordeelen van bouwplan- nen op diens advies afgaan. f. De heer C. H. H. WISSE vraagt, hoe het staat met de beerruiming. De VOORZITTER antwoordt dat deze, zou hy zoo zeggen, thans op het doode punt staat. Burgemeester en Wethouders kunnen met de taecalien geen weg, ze zien althans geen kans er iets voor te krijgen. Ze hebben ook nog bij een kleinlandbouwer van Koewacht gei'nfor- meerd, of het niet zou gaan de faecalien e laten weghalen te Drie Schouwen, indien de gemeente ze daar met een tank liet aanvoerer. doch de man ihaalde er zijn schouders voor op en zeide, dat er zoo weinig voor gegeven wordt. Hij meende, dat het iets anders zou zijn, indien de tank op de lijn MechelenTer Neuzen zou kunnen komen om het dan Belgie in te voeren. Dit gaat echter niet, omdat de spoorbreedte van de tram met die van den spoorweg niet overeenstemt. Nu is er nog een weg, om de tank nl. naar Ter Neuzen te voeren en de fae calien daar over te storten in de beerschuit dier gemeente, 'doch dan krijgt Zaamslag er niets voor. De heer C. H. H. WISSE deelt mede iemand gesproken te hebben, die bereid zou zijn met een tankwagen te komen naar den wissel van de tram in de Veerstraat. De VOORZITTER meent, dat indien we het zoo ver konden sturen, de zaak voor elkaar komt. Die man had zich dan met Bulge ter en Wethouders in verbinding moeten stellen. De heer C. H. H. WISSE merkt op, dat toen hij diat gesprek met den man had, niet bekend was, hoever Burgemeester en Wethouders met hun onderzoek stonden en of er eventueel nog wel gelegenheid was, daarvoor in aanmerking te komen. Hij voor zich dacht, dat het een oplossing zou zijn en acht een beerruiming hoogst noodig, daar vele mensehen niet weten waar ze met den inhoud van hun beerput heen moeten. De heer VAN HOEVE acht het 't beste, dat de bewuste man zich met Burgemeester en Wethouders in venbinding stelt. De heer C. H. H. V/ISSE zal zich opnieuwl met bedoelden man in verbinding stellen en ge- looft, dat de zaak dan wel voor elkaar zal komen. g. De heer C. H. H. WISSE vraagt nog, hoe het staat met de moitorbrandspuit. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders voor het verkoopen der tegenwoordige spuit met een andere ge meente in onderhandeling zijn en dat zij ove- rigens met den fabrikant Van der Ploeg maar een lcleinigheid meer verschillen. Hij deelt voorts mede, dat er ondertusschen ook een proefrit gemaakt is met de motorspuit getrokken door een vrachtauto, om na te gaan of alsdan vlug een terrein van den brand kan bereikt worden. Het bestuur van de brand- weer heeft toen gevraagd, of het de bedoeling was, uan het plan voor aanschaffing van een autobrandspuit aan den kapstok te hangen. Burgemeester en Wethouders hebben hun te kennen gegeven, dat dit geenszins de bedoe ling is. Dit was alleen bedoeld, als tijdelijke voorziening in geval van nood. We hebben dan toch eenigszins den tijd om te beslissen. De heer C. A. WISSE vraagt of de proef naar genoegen is afgeloopen. De VOORZITTER antwoordt, dat de proef goed geslaagd is, in zooverre dat men zeer vlug op het aangegeven terrein was, maar het is een heele beweging. Ook meende het be stuur, dat het rijden met de spuit met een der gelijke snelheid schadelijk zou zyn voor de ma chine. Op de macadam, of grintwegen gaat het wel, maar niet op een keiweg. De heer DE FEIJTER merkt op, dat de vrachtauto's ook niet altijd beschikbaar zijn, daar er ritten mee naar elders gemaakt wor den. De heer KOOPMAN acht dit ook allemaa! lap werk. De spuit is natuurlijk maar berekend om te rijden met een snelheid van hoogstens 5 K.M., maar geen 15 K.M. Men zou het kun nen hebben, dat men des naohts als men wat driftig en zenuwachtig is, ten slotte met de stukken van de spuit bij het terrein van den brand kwam. Men moet dan b.v. eens een draai moeten nemen. Niemand meer het woord verlangende sluit de VOORZITTER de vergadering door het uit- spreken van het dankgebed. (Zonnetijd.) DAGEN Voorm. Zaterdag Znndag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 27 Juni 28 29 30 1 2 3 ir Juli Nam 5.15 6 6.53 7.54 9.02 10.08 11.08 5.37 6.26 7.22 8.27 9.36 10 39 11.35

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 6