V 4 6EMEN6DE BERICHTERI Hoofdpijn INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. res-rvoirs, zoodat men in het getroffen ge- bied spoedig voor watergebrek vreest. Het marine-station Maidjuru, alsook de steden Osaka en Kyoto, die in het aard- bevingsgebied liggen, hebben groote hulp- expedities uitgerust, die met extra treinen naar de getroifen steden werden vervoerd. Tegelijk met de aardbeving, ontstond ook een zeebeving en een vloedgolf over- spoelde Shioseki, welke kuststad gebeel verwoest zou zijn. Ook bier zijn vele slachtoffers. Yolgens telegrammen uit Tokio wordt het aantal dooden bij de jongste aardbeving op ongeveer 1500 personen gescbat. De sehade bedraagt ongeveer 6 millioen pond sterling De telegrafische verbindingen met de ge- teisterde streken zijn nog niet hersteld. Gemeld wordt, dat het aantal dooden op 600, dat der gewonden op 6000 wordt ge- schat, terwijl volgens voorloopige ramingen de schade 100 millioen yen zou bedragen. De brand te Toyoka en Kinosaki is be- dwongen. Beide steden bieden echter het troostelooze schouwspel van een geheel ver- nietigde stad. Te Kinosaki is de verwoes- ting erger, dan elders. Bijna alle hotels vielen bij den eersten schok in. 400 Badgasteu werden door een vloedgolf gedood. Anderen, die zich in de brandende hotels begaven, om nog iets van hun be- zittingen te redden, kwamen in de vlammen om of stikten in den rook. Ook op het station van Kinosaki kwamen verschillende reizigers, die zich daar bevon- den, om. Het gebied, dat door de aardbeving is getroffen, beslaat een oppervlakte van 25 vierkante mijlen. Het aan de zee gelegen plaatsje Naidzoeri is door de aardbeving niet getroffen. De eerste schok duurde 14.8 seconden, en werd door een aantal lichtere schokken gevolgd. In verschillende plaatsen ontstonden ook overstroomingen, tengevolge van de aard beving De aardbeving was van verschillende zijden reeds voorspeld, daar aan de kust een groote menigte doode visschen boven kwamen drijven. EEN HiONGAARSCHE ROTSTEMPEL. Uit Budapest wordt aan de „Frf. Ztg." geschreven: In 1870 werd in het dor.pje Felsodebro bij Erlau een rotstempel blootgelegd, die een der oudste kunstmonumenten van Hongarije bleek te zijn, uit de 9e eeuw, een kerk uit het eerste decennium van het Hongaarsche Christendom. Het bleek een volledige kerk te zijn. Op de muren werden vele schilde- rijen gevonden, ontleend aan de gedachten- wereld van het oudste Christendom. Alles wijst erop, dat het hier een bouwwerk be- treft uit den tijd, toen de eerste Hongaar sche christenen nog bevreesd waren voor vervolging door de heidenen en hun gods- dienstige gebruiken slechts in het verborgen konden uitoeienen. In den loop der eeuwen verdwenen de sporen van dit ondergrondsch gebouw steeds meer en toen in de 18de eeuw de tegenwoordige kerk geibouwd werd, schijnt men van het bestaan, ter zelfder pfaatse, van de rotskerk niet te hebben ge- weten. Thans zullen, met steun der regee- rihg, de opgravingen en blootlegging met energie worden voortgezet. EEN ONTPiUOFFlNG. De (Brusselsche) Standaard meldt: Zondagmorgen heeft zich te Schilde in de villa van den heer Frans van Cauwelaert, buirgemeester van de stad Antwerpen, een ontploffing voorgedaan. Rond 5 uur werd de gouvernante een er- gen gasreuk gewaar. Zij stond dadelijk op om daar de oorzaak van na te gaan, doch deze opsporingen hadden voor gevolg, dat, in de keuken der villa gekomen, zich eens- klaps een erge ontploftiing voordeed. Een gedeelte van dezen vleugel der villa stortte met groot gedruisch in- en de arme gouver nante werd onder de puinen bedolven. De -slag was verre gehoord en weldra snelden al de geburen toe, die samen met de rijks- wacht de reddingswerken instelden. Eerst na 25 minuten werd de gouvernante ont- dekt en verlost; over haren toestand kan men vooralsnog geen uitspraak vellen. Het meisje, mej. Marie Maesschalck, 30 jaar, was deerlijk in het aangezicht verbrand en inwendig erg gekneusd. Zij werd ter plaat- se verpleegd door dokter Dero, waarna ze op last van den heer Van Cauwelaert, die met zijn gezin te Antwerpen verbleef, met den ziekenwagen der brandweer naar zijn woonst, op den Rozier, voor verdere ver- pleging werd overgebracht. Door het spoedig tusschenkomen dei ge buren, werd alle brandgevaar geweerd. Toch is de schade aanzienlijk. EVENTJES W ACHTEN, KAMERAAD". De telefonisten te Leningrad moeten haar klanten" aanspreken met „kameraad" en van de opbellende abonne's wordt verwacht dat ze hier in demzelfden geest op antwoor- d6Zoodat zich bij ieder telefoongesprek de volgende dialoog ontspint: ,,15427, kameraad". Geen antwoord. „Kameraad, ik moet 15427 hebben Stifle. „Zeg, kameraad, slaap je? We Ik nummer, kameraad?" ",15427". „ln gesprek, kameraad' Eventjes wachten. (Na vijf minuten). „Wat Dliet je, kameraad? ,,15427, kameraad „ln orde, kameraad" Een voordeel is aan deze omslachtige rnanier van doen verbonden: Kwaad worden op een kameraad die een verkeerde verbin- ding geett, of op een kameraad, die zoo on- duidelijk spreekt, dat je met geen mogelijk- heid een goed nummer kunt geven, is na- tuurlijk totaal uitgesloten. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. De VOORZITTER deelt mede, dat dit de lea ning voor de hoofdleiding betreft en dat de af- lossing van .f 100 's jaars verband houdt met het bedrag voor afschnjvmig, dat daarvoor eeldt n.l. 2 Men zou ook hebben kunnen stellen 50 jaar, maar nu heeft men mooiere Puddingen GEM EEN T ER A A O VaIs AXEL. Vergadering van Dinsdag 26 Alei 1925, des voormiddags ±0 uur. Voorzitter de heer 1Blok, Burgemeester. Legertwoordig de leden J. M. Oggel, M. W. Koster, A. E. C. Kruijsse, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. M. Baert, A. Th. 't Gilde, Ed. van de Casteel, F. Dieleman, J. de Fejjter en P. de Feijter. aecretaris de heer J. L. J. Maris. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Aan de orde komt: 1. Notulen. De heer OGGEL merkt omtrent de notulen van 7 April 11. op, dat op bladzijde 4, de 17e regei van onaeraan onjuist is vermeld, dat hij de houding van de twee leden van het college van Gedeputeerde Staten, die hier als commis- saris der P. Z. E. M. tegenwoordig waren be- treuide. Hij heeft betreurd de houding van het college van Gedeputeerde Staten, voorai met het oog op de verhouding waarin het komt ten opzichte van de twee leden, die hier met de gemeente hebben onderhandeld. De heer KRUIJSSE beweert, dat die woor- den toch gesproken zijn, zooals ze zijn ver meld, hetgeen hem ook de woonden van critiek over de houding van Gedeputeerde Staten in den mond gegeven heeft. De heer OGGEL houdt vol, niet over de twee leden van het Gedeputeerd college te hebben gesproken en dit kon ook niet, daar deze in het college een minderheid kjinnen uitmaken. De heer KRUIJSSE blijft ook bij zijn mee- ning, en meent, dat er op dit punt de vorige vergadering wel eenige verwarring is ont- staan. Hij heeft ondertusschen vernomen, dat de 2 leden van Gedeputeerde Staten, die hier als comtnissaris der P. Z. E. M. tegenwoordig waren, ook alles in het werk hebben gesteld om het contract bij Gedeputeerde Staten goed- gekeurd te krijgen. Hij heeft de heeren in een verkeerd daglicht gesteld en hetgeen hij In de vorige vergadering naar aanleiding daarvan ten hunnen nadeele over hunne houding zou hebben gezegd, neemt hij gaame terug. De heer OGGEL verklaart, dat hij reeds de vorige vergadering overtuigd was, dat het niet aan de bedoelrie 2 leden zou te wijten zijn, dat aan het raadsbesluit tot het sluiten van het contract goedkeuring is onthouden. Hij achtte het daarom gewenscht hier openlijk mee te deelen, dat de door hem gesproken woorden onjuist zijn weergegeven. De heer KRUIJSSE houdt vol, dat het wel gezegd is. De heer OGGEL wijst er op, dat de heer Kruijsse heeft gesproken van mannen met 2 j aangezichten. De heer KRUIJSSE erkent dit, doch dit was naar aanleiding der woorden van den heer Oggel, die deze inderdaad heeft gebruikt, doch het misschien anders bedoeld heeft. De VOORZlTTER meent, dat er geen be- zwaar zal zijn, de notulen naar aanleiding der toelichting van den heer Oggel te wijzigen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten en de notulen daarna vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. a. Het raadsbesluit van 7 April 1924 tot verkoop van grond aan den raad der Gerefor meerde Kerk, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 7 April 1925, tot vaststelling eener wijziging der begrooting voor 1924, voorzien van het bewijs der goed keuring door'Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij mededeeling wordt ge- daan van het besluit van den raad der ge meente Sas van Gent tot wijziging in den da tum der jaarlijksche kermis. Deze zal worden gebouden van den Zaterdag voor den derden Maanclag in September tot en met den daar. op volgenden Dinsdag. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit van 7 April 1925 tot verkoop van grond aan J. Verpoorte, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedepu teerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Beredeneerd verslag van hetgeen met betrekking tot verbetering der Volkshuisves- ting in de gemeente Axel gedurende het jaar 1924 is verricht. Er werden 2 aanschrijvingen tot verbetering van woningen gedaan. Door de gemeente werd overgegaan tot het afbreken van de door haar gebouwde 4 nood- woningen, terwijl van 1 perceel de onberwoon- baarverklaring werd opgeheven. g. De rekening der Gezondheidscommissie, wier zetel is gevestigd te Ter Neuzen over het jaar 1924. De ontvangsten hebben bedragen f 2857,45, de uitgaven f 1228,86, het goed slot f 1628,59. Aangenomen voor kennisgeving. h. De begrooting der Gezondheidscommis sie voornoemd, voor 1926, op een eindcijfer van f 2615,31. De bijdrage der gemeente Axel is geraamd op 114,32. Burgemeester en Wethouders stellen voor, hiermede rekening te houden bij de vaststelling der gemeentebegrooting voor 1926. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. f. Een verzoek van S. J. Wijna om van de gemeente de oppervlakte afkomstig van den afgegraven wal achter de Julianastraat te huren. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat zij met het oog op het jaargetijde, naar aanleiding van dit na de vorige vergadering in gekomen verzoek, behoudens goedkeuring van den gemeenteraad, zijn overgegaan om die op pervlakte grond van pl.m. 100 roeden bij open- bare insc'hrijving te verhuren. Het resultaat hiervan was, dat 2 inschrijvingslbiljetten zijn ingekomen. Zij hebben daarop aan W. Ver- straten 20 roeden verpacht tegen 20 cent per roede en aan S. J. Wijna pl.m. 80 roeden a 15 cent per roede. Deze bedragen werden door de inschrijvers in hun inschrijvingSbiljetten genoemd. Zij stellen voor aan deze handeling goed keuring te verleenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 3. Vaststellen rooilijn op het Spui. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat is ingekomen een verzoek van P. Moens om op het Spui een woonhuis met stalling te bou- wen. Naar aanleiding daarvan stellen zij voor de rooilijn vast te stellen zooals deze op de bij dit voorstel behoorende teekening is aange- geven. bedaart spoedig door gebruik van een paar Mijnhardt's Hoofdpijntabletten. 60 ct. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 4. Verzoek van P. Dieleman voor het leg- gen eener stoep. Naar aanleiding van een verzoek van P. Die leman, tot het leggen eener nieuwe stoep voor zijn woning, staande aan de Kanaalkade, ge- merkt A no. 54, stellen Burgemeester en Wet houders voor, behoudens rechten van derden, de gevraagde vergunning te verleenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 5. Verkoopen van grond. a. Naar aanleiding van een verzoek van J. Overdulve, om een perceel grond te koopen in de Julianastraat, stellen Burgemeester en Wet houders voor, perceel no. 48 en perceel 49 ge- deeltelijk (te samen over een breedte van 7,50 M.) ter gezamenlijke oppervlakte van 245 M2. te verkoopen voor f 3 per M2. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. b. Naar aanleiding van een verzoek van de weduwe Dieleman-Eggebeen om aan haar te verkoopen een oppervlakte grond om haar huisje, sectie G no. 97, zijnde de grond gelegen voor haar woning en een stuk waar een gedeel te van haar woning op staat, stellen Burge meester en Wethouders voor, die grond aan den publieken dienst te onttrekken, en daarna een oppervlakte van 6 M2., waarop van harent- wege een gebouwtje is gesticht te verkoopen a f 2,50 per M2., en op haar ander verzoek af- wijzend te beschikken. Dit gedeelte is gelegen achter de gemeente- lijke werk- en opslagplaats in de Oosterstraat. De onttrekking aan den publieken dienst is tijdig ter openbare kennis gebracht. De heer KRUIJSSE vraagt welk bezwaar er is geheel aan het verzoek tegemoet te komen. De heer OGGEL deelt mede, dat Burgemees ter en Wethouders dezen grond liever in eigen- dom aan de gemeente houden; er zijn boven- dien ook meer liefhebbers voor. De VOORZITTER deelt mede, dat naar aan leiding van die aanvraag Burgemeester en Wethouders daar eens zijn gaan kijken en ge- bleken is, dat het huisje van de wed. Dieleman voor een deel op gemeentegrond staat. Die grond willen Burgemeester en Wethouders ver koopen omidat het voor de vrouw gewenscht is eigenares te zijn van den grond waarop haar woning staat. De heer KRUIJSSE merkt op, dat het dan gewenscht zou zijn, dat Zwets ook een stukje grond kocht, want die heeft een privaat ge- bouwd op grond van de gemeente. De VOORZITTER merkt op, dat dit een toe- stahd is van jaren terug. De heer VAN DIXHOORN meent, dat het bouwen van dat privaat een nog betrekkelijk nieuwe toestand is, dat is wellicht 2 of 3 jaar geleden. Hij merkt op, dat de vraag van Zwets naar dien grond is gedaan, omdat deze een uitweg naar de straat wilde hebben. Nu was het ook de bedoeling van adrefssante om een voldoende strook voor uitweg aan Zwets over te laten. Dan waren beiden gered. De VOORZITTER meent, dat ze niet gered behoeven te worden, want het blijft open ter- rein en zij kunnen er dus beide gebruik van maken. De heer OGGEL wijst er op, dat de gemeente het later noodig kan hebben. De menschen kunnen het nu toch ook gebruiken, zonder dat ze het koopen. De heer VAN DIXHOORN ziet er voor de gemeente ook geen bezwaar in het te verkoo pen. Het is een stukje grond, dat overal tus- schen in ligt. De heer VAN DE CASTEEL vmdt de ge vraagde koopsom nogal hoog. De heer KRUIJSSE merkt op, dat de vrouw ook de kosten eener akte krijgt. De heer VAN DE CASTEEL stelt voor den grond waarop het huisje gedeeltelijk staat aan adressante te verkoopen voor f 5 in massa. Burgemeester en Wethouders nemen dit voorstel over, dat met algemeene stemmen wordt aangenomen. 6. Aankoop van 2 woningen in de Oude Stad. De VOORZITTER deelt mede, dat in de Oude Stad 2 woningen buiten de rooilijn staan, n.l. F no 9 en F no. 10. Deze woningen kwamen publiek te koop. Op 16 April 1.1. is aan de leden van den gemeenteraad persoonlijk gevraagd, of zij in principe bereid waren mede te werken aan een besluit tot het koopen van de woning F no 10 op grond, dat deze zoodamg buiten de rooilijn staat, dat het, in verband met de toeneming van het verkeer wenschelijk is, dat dit huisje van wege de gemeente werd aange- kocht, om het later te sloopen en voor open- baren weg te bestemmen. De waarde van dat perceel werd geraamd op pl.m. 1000. Alle leden, behalve de heer Van Dixhoorn de uitstedig was hebben bevestigend geant- woord terwijl ook Gedeputeerde Staten zich in principe bereid verklaard hebben hieraan hunne goedkeuring te verleenen. Daarop is den heer Van de Casteel door Bur gemeester en Wethouders opdracht gegeven het perceel te koopen. Bij de veiling hep het echter zoo, dat het perceel werd gecombmeerd met F no. 9, en dus te samen moest worden gekocht, hetgeen is geschied voor f 810. Burgemeester en Wethouders stellen thans voor, dezen koop definitief goed te keuren. De heer 't GILDE vraagt, of beide woningen zullen worden afgebroken. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders de woning bewoond door P. Goossen wenschen af te breken. Aan dezen is tegen 15 Juli a.s. ontruimmg der wo ning aangezegd, terwijl aan den huurder der andere woning is bericht, dat hij tot nader be- richt kan blijven wonen, tegen betalmg van de tot nu toe betaalde huur, die hij brj den ge- meente-ontvanger moet betalen. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 7. Vaststelling van het tweede exploitatie- plan van het bouwterrein. Volgens het oordeel van Burgemeester en Wethouders is het oogenblik aanigebroken om het overige gedeelte bouwterrein aan de Ju lianastraat en omgetving te projecteeren, ten- einde goedkoopere bouwgrond beschikbaar te kunnen stellen. Bij het ontwerpen van de straten en het ver- deelen van de perceelen voor den bouw van woningen in dat gedeelte is gebleken, dat deze exploitatie van bouwterrein eerst dan econo- misch kan genoemd worden, wanneer van ver schillende aangrenzende eigenaars een geza- melijke oppervlakte van 6600 M2. daasbij word gekocht. D Deze eigenaars zijn de heeren: Cappon, Bak- ker Dekker. Mieras en de Wed. van Alten, die hierover gehoord zijnde, met uitzondering van Mieras, bereid waren een gedeelte van hun perceel af te staan voor denzelfden pn,s ah waarvoor de gemeente die geheele onpervlnkte gekocht heeft, bedragende f 1,per M2. Ons college stelt voor: 1. over te gaan, behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten tot aankoop van grond, ter grootte van 6590 M2. a 1, per M2.; 2. het geprojecteerde plan zoodanig vast te stellen, zooals op de teekening is aange- geven; 3. vast te stellen de straten, welke het eerst voor aanieg in aanmerking komen; 4. voor de navolgende perceelen: van no. 1 t/m 24 de prijs van den grond te bepalen op f 3,per M2.; van no. 25/26; 47 t/m 50 de prijs van den grond te bepalen op 3,per M2.; van no. 27/36; 37 t/m 46 de prijs van den grond te bepalen op 2,75 per M2.; "van no. 50/62; 63 t/m 81 de prijs van den grond te bepalen op /2,50 per M2.; van no. 82 t/m 84 de prijs van den grond te bepalen op 3,per M2.; rvan no. 85 t/m 126 de prijs van den grond te bepalen op f2,50 per M2.; 5. voor een en ander eene geldleening aan te gaan, rentende hoogstens 514 afhan- kelijk van het besluit, tot uitvoering van bovengenoemde plannen. De VOORZITTER, dit voorstel nader toe- lichtende, herinnert, dat het complex bouw terrein door de gemeente in openbare veiling is gekocht, doch dat het thans, bij de verdeeling in perceelen, bleek, dat het voordeeliger zou zijn als de gemeente et nog een oppervlakte grond bijkreeg. Alle eigenaren waren bereid hun grond af te staan'voor f 1 per M2., behalve de heer Mieras, van wie de gemeente 125 M2. zou moeten hebben. Deze wilde liever niet ver koopen doch zou die oppervlakte aan de ge meente afstaan voor niet minder dan f 1000. Burgemeester en Wethouders achten dat veel te veel en zouden er dan liever geheel van af zien en het plan veranderen, ofschoon dit dan eenige moeilijkheden met zich zal brengen. Er zijn daar nu een aantal kleine perceeltjes ontworpen, opdat daar arbeiderswoningen zou den kunnen worden gebouwd, doch dan moeten er weer dubbele perceelen van gemaakt worden. De heer VAN DIXHOORN vraagt, naar aan leiding van de openstelling der gelegenheid voor het bouwen van arbeiderswoningen, of men op die wijze geen gevaar loopt van edn- zijdigheid in het bouwen. Er moeten ook ar- beiderswonngen zijn, maarmen kan ook van het goede te veel krijgen. De VOORZITTER lcoestert de door den heer Van Dixhoorn geopperde vrees niet. De percee len liggen zoo wat verdeeld hetgeen blijkt uit de voorgestelde prijzen. Er moet ook rekening gehouden worden met het geld, dat binnen moet komen. De heer VAN DIXHOORN vraagt, of het aanleggen der bestrating en rioleering nog wat zou kunnen uitgesteld worden. De VOORZITTER deelt mede, dat het niet de bedoeling is, het geheele plan ineens aan te leggen, doch straat voor straat, naar gelang van de behoefte. Maar Burgemeester en Wet houders moeten ook klaar zijn met den grond. om te beginnen wanneer het noodig is. Er is den heer Mieras gezegd, dat hij den grond niet behoefde weg te geven, dat Burgemeester en Wethouders bereid waren ze door een taxateur zijnerzijds en een van wege de gemeente te laten schatten en dat zij zich dan, onder voor- behoud van goedkeuring door den gemeente raad bij die schatting zouden neerleggen. Hij deed het echter niet. Er zal dan niets anders op zitten, dan te trachten den grond langs den weg van onteigening in bezit te krijgen. De heer 't GILDE noemt het voorgelegde plan schitterend en zoowel aan Burgemeester en Wethouders als aan den ontwerper behoort een woord van hulde te worden gebracht. Hij zou er gaarne zijn voile medewerking aan ver leenen, maar moet toch bezwaar maken om den heer Mieras nu terstond met den sterken arm te gaan dwingen zijn grond aan de gemeente over te geven. Hij geeft in overweging, dat niet direct te doen en meent, dat het stratenplan zonder die grond toch wel voor uitvoering vat- baar zal zijn. De heer OGGEL wijst op een weg, die dan niet verhard zal worden. De VOORZITTER wijst er op, dat de heer Mieras niet onbillijk behandeld wordt. Als ge- werkt wordt volgens het ingediende plan kan er mettertijd op zijn grond ook gebouwd wor den en stijgt zijn andere grond dus in waarde. Spreker vndt het ook wel jammer, dat iemand tegen zijn zin moet gedwongen worden iets aan de gemeente af te staan, maar het gemeentebe- lang moet toch voorgaan. De heer't GILDE merkt op, dat zijn perceel geheel misvormd wordt, en hij er veel aan heeft ten koste gelegd: De heer OGGEL merkt op, dat hij terstond anderen grond kan krijgen en noemt namen van personen die daar grond willen verkoopen. De VOORZITTER wijst er op, dat wel wordt voorgesteld dit plan vast te stellen met het oog op de toekomst, maar dat het toch ook mogelijk zou zijn, dat het pas over een jaar of 10 zou worden uitgevoerd. De heer't GILDE vraagt, of Mieras nog niet de gelegenheid zou kunnen worden geboden om op zijn bes'luit terug te komen, teneinde aan den last eener procedure van onteigening te ontkomen. Hij wijst er nog op, dat de gemeente voor dat kleine stukje grond bij Deij, voor ver betering der Kerkdreef toch ook 1000 betaald heeft. Nu zal men wel zeggen: daar is het een centrum, maar bij Mieras wordt het ook een centrum. De VOORZITTER merkt op, dat in dit geval met de toekomst geen rekening kan worden gehouden. Er wordt bij onteigening door de taxateurs geschat overeenkomstig de waarde op dat tijdstip. De heer OGGEL meent, dat het geval bij Deij niet gelijk is, aangezien die ook een deel van zijn woning moest afstaan. De heer 't GILDE wijst er op, dat er straks toch op gewezen is, dat Mieras er rekening mede moet houden, dat zijn grond in de toe komst hooger in waarde zal worden. Daarmede zou men dan ook geen rekening moeten houden. De VOORZITTER acht dat werkebjk een geheel andere kwestie. Indien daar straten worden gemaakt en zijn grond komt aan de straat te liggen vloeit het uit den aard der zaak voor, dat zijn grond in waarde stijgt, door het werk der gemeente. De heer WEIJNS merkt op, dat, aangezien de grond voor Mieras meer waarde blijkt te hebben dan voor de andere, het ook geen be- zwaar zou zijn dezen iets meer te betalen. De heer OGGEL: Bijvoorbeeld f 2,—. De VOORZITTER vindt dat ook goed. De heer DIELEMAN juicht het in afwijking met den heer Van Dixhoorn toe, dat er in het nieuwe plan ook gelegenheid is voor het bou wen van arbeiderswoningen. Hij vindt echter de variatie in de prijzen van den grond te klem, en zou de voor f 2,50 genoteerde perceelen liever zien verminderd tot f 2 per M2. De VOORZITTER wijst er op, dat Burge meester en Wethouders om variatie in den prys te krijgen de perceeltjes grond voor de arbei derswoningen veel kleiner genomen hebben, op dat de Feflhebbers daarvoor zoo weimg moge lijk grond behoeven te koopen. Vandaar dat die perceeltjes zoo klein zijn. Overigens moet er toch op gelet won!en, dat de gemeente aan den grond niet te veel te kort komt. Er moet be strating, rioleering en straks ook verlichtmg worden aangelegd. De heer DIELEMAN is door de mededeeling, dat het kleinere perceelen grond zijn, wel be- vredigd. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat de heer Dieleman straks blijkbaar zijn woorden niet juist heeft v erst aan. Spreker heeft niet gezegd, dat hij bezwaar had tegen het beschik- Daar stellen van grond voor het bouwen van aibaiderswoningen, doch heeft alleen gewezen op het bezwaar van eenzijdig of gelijk vormi- gen bouw. Overigens vraagt hij, of het wel zoo in het belang der arbeiders is, als men gestadig de gelegenheid tot vestiging uit an dere plaatsen openstelt, want als er maar voor 500 een bestaan is, is het voor die 500 geen voordeel, als er ten slotte 1000 wonen. De heer 't GILDE verklaart het eens te zijn met den heer Dieleman, dat er behoefte is aan arbeiderswoningen en dat het scheppen der ge legenheid om deze te stichten moet worden toegejuicht. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. De VOORZITTER vraagt, of de raad kan goedkeuren, dat aan dit besluit wordt vastge- knoopt de bepaling, dat Burgemeester en Wet houders worden gemachtigd aan den heer Mieras voor den benoodigden grond f 2 per M2. te bieden en dat, indien hij ook dit weigert, den weg der onteigening zal worden inge- slagen. Dit wordt met algemeene stemmen goedge- vonden. De heer DIELEMAN vraagt, of het nu de bedoeling is, reeds enkele straten aan te leg gen. De VOORZITTER antwoondt bevestigend, zulks in verband met aanvragen om bouw grond. Hij heeft die zooeven op de kaart aan- gewezen. De heer't GILDE heeft vernomen dat er ook nog liefhebbers zijn die het nog niet hebben aangevraagd. 8. Toetreden als lid tot de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten. De VOORZITTER deelt mede, dat reeds ge- ruimen tijd is overwogen de vraag of het wen schelijk is, toe te treden als lid der Vereeni ging van Nederlandsche gemeenten. Meer- malen is die kwestie in de vergadering van Burgemeester en Wethouders aangehouden, doch het college is meer en meer overtuigd, dat het wenschelijk is voor de gemeente om lid te worden, te meer daar uit een aanscjhrijving van het ministerie van Financien blijkt, dat alle rijkslbijdragen en andere uitkeeringeii voortaan "zullen geschieden door tusschenkomst van de Bank der Vereeniging van Nederland sche gemeenten. De gemeente heeft ook dik- wijls veel kasgeld, hetgeen dan ook daar kan worden belegd. Voor het begin moet als entreegeld women betaald 10 cent per inwoner en als contributie jaarlijks 1 cent per inwoner. Burgemeester en Wethouders stellen voor als lid toe te treden. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 9. Toekennen eener gratificatie aan H. d<- Lozanne, kweekeling met akte aan de openbare school. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat uit een schrijven van het hoofd der open- bare lagere school blijkt, dat gedurende de zekte van de onderwijzeres mej. J. A. Abra- hamse de werkzaamheden voor haar op ver- dienstelijke wijze zijn waargenomen door den kweekeling met akte H. de Lozanne, en deze in overweging geeft aan dezen eene belooning toe te kennen van 50. Burgemeester en Wethouders stellen dit aan den raad voor, zij achten het billijk, dat voo: die diensten een belooning wordt gegeven. De heer WEIJNS veronderstelt, dat die ver- vanging toch geschied is met toestemming van Burgemeester en Wethouders. De VOORZITTER deelt mede, dat die luer- voor niet noodig was, en dat ook niet te voor zien was, dat mej. Abrahamse een week of zes hare taak niet zou kunnen vervullen. De heer OGGEL merkt op, dat Burgemees ter en Wethouders ook nog aan het hoofd der school gevraagd hebben, waarom deze met heeft gevraagd den heer De Lozanne tydelyk door Burgemeester en Wethouders te laten be- noamen, hetgeen had gekund en dan had by ook meer salaris kunnen krijgen, maar hy ver- klaarde dat niet gedaan te hebben, omdat ver- ondersLld werd? dat de onderwijzeres maar enkele dagen zou wegblijven. Het voorstel wordt aangenomen met meene stemmen. 10. Aangaan van 2 geldleeningen ten be- hoeve van de gasfabriek. De VOORZITTER herinnert, dat het vong jaar werken zijn uitgevoerd tot aanmerkehjke mtbreiding der gasfabriek. Ter dekking van de kosten hiervan wordt voorgesteld ten be- hoeve der gasfabriek twee leenmgen te sluiten, nJ.: a een voor aanieg der hoofdleidiing (nieuwe straten) groot 5500, rentende hoogstens 5% af te lessen in 55 jaar; b een voor uitbreiding der muntgasinstal- laties, groot f 7000, eveneens rentende hoog stens 5/4 af te lossen in 20 jaren. Deze geldleeningen op te nemen uiterlyk .o Juni 1925, rente te voldoen uit de gewone mlDeeleheer WEIJNS maakt aanmerking o]j) den langen aflossingstermijn van 55 jaar. obligaties, ieder van f 100. De heer 't GILDE geeft te kennen van mor een ook nog aan den directeur der gasfabriek te hebben gei'nformeerd naar den duur van de leading, waarop deze mededeelde, dat die zeker op 55 tot 60 jaar is te schatten. Het voorstel getuigt dus van een juiste fmancieele pohtaek. Door een vluggere aflossing zou de exploitatr thans te zwaar gedrukt worden. De VOORZITTER wijst ook nog op het vei- sohil in de aflossing der leeningen Op die der muntgasinstallaties wordt meer a gesc ir Daarom wordt ook voorgesteld deze in 20 jaar af te lossen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 6