ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 7766.
Vrij dag 29 Mei 1935.
Est Mohammedanisme.
65"
BUITENLAND.
ZBXxA-ID.
het
Pinksterfeest zal
a s. Maandag GEEN nummer
van dit blad verschijnen
BIN N E NLAND.
£33-
%,r
T NT0,„on n /in nor t maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f6,60 per jaar
ABONKEMENTSPRIJS: wZ N^IadS enAme/illaf 2PJ0 per 3 maan'den - Voor' T overig buitenland J3.35 per 3 maanden - Abonnementen voor 'tbuitenland alleen bij vooruitbetaling.
-
III.
Was dus, gedeeltelijk door Mohammeds
eigen schuld, zooals wij in ons vorig artikel
zagen, alle kans verkeken op een blijvend.e
vereeniging met Joden en Christenen de
versehillen met beide godsdiensten waren
daarvoor natuurlijk te groot en te zeer in
het oog loopend toch wist de slimme
godsdienststichter een soort verdedigend
verbond te sluiten met de Joden in zijn om-
geving, waarbij beide partijen elkaar al haar
oude rechten en gebruiken bleven gunnen,
maar waarbij men zich tevens verplichtte
tot verleening van alien steun, die noodig
mocht worden tegen eenig vijand.
Hadden misschien de inwoners van Mek-
ka eerst gehoopt, dat zij nu van den las-
tigen prediker verlost waren, en hadden zij
er misschien ook al op gerekend, dat de
inwoners van Medina hem spoedig zat zou-
den zijn, zoo werden zij daarin deerlijk be-
drogen. Mohammed verloor de onderwer-
ping van zijn vaderstad geen oogenblik als
doel uit het oog, en hoe belachelijk dit plan
ook aanvankelijk moge hebben geleken in de
o »gen van hen, die het tamelijk welvarende
Mekka met zijn grooten handel vergeleken
met het vrij onbeduidende Medina; de „pro-
feet" bleef ev aan denken en hij zag er niet
vanaf, eer hij zijn doel bereikt had. Maar
het was een Jong way" tot Mekka; voor-
loopig moest Mohammed nog tevreden zijn
met het ondernemen van rooftochten in klei-
nen stijl tegen de handelskaravanen der
Mekkanen. Dit was een werkje, dat zijn
landsliaden trouwens best aanstond, want
roovers zijn de Araibieren alien van-huis-uit.
Daarbij werd zelfs niet eens de heilige
maand, waarin alom vrede heerschte, ge-
eerbiedigd, en toen men deze kwestie voor
Mohammed bracht, liet hij de schuldigen na
een zacht standje weer gaan.
Natuurlijk waren deze roofaanvallen den
kooplieden van Mekka zeer onaangenaam,
en onder aanvoering van Aboe Sofjan, die
vanaf dezen tijd als aanvoerder van de Mek
kanen ten tooneele verschijnt, maakten zij
zich gereed om den straatroover tegen te
gaan. Op 16 Maart 624 kwam het tot een
treffen bij de bron te Bedr, en ook al waren
de Mekkanen veel sterker in aantal, Moham
med's ,,geloovigen" waren toch de sterksten.
Grooter nog dan de buit was de indruk,
dien Mohammeds schitterende overwinning
op de menschen te Medina en op al de fie
ri oei'enen maakte. Nu waagde niemand in de
stad het weer, om zich openlijk tegen den
profeet te verzetten, de eenigen, die den
stand van zaken nog niet goed begrepen,
waren de Joden. Wij geven hier geen ver-
haal van al de droeve lotgevallen die de
Joden in Arabie in de volgende jaren, voor-
namelijk door eigen schuld, kregen te on-
dergaan. Zoo maakten zij in den ,,loop-
gravenoorlog" van 627 gemeene zaak met
Mohammeds tegenstanders, die toen tegen
Medina optrokken. Mohammeds partijge-
nooten vreesden den oorlog in het open
veld, en trokken zich nu in de stad Medina
terug, die zij door het aanleggen van breede
loopgraven voor de ruiters ontoegankelijk
maakten. Dit middel baatte uitstekend; de
stad bleef bevrijd, maar ook hier kregen de
Joden het gelag te betalen: 600 hunner wer
den afgemaakt. Men heeft (misschien niet
ten onrechte) Mohammed op dit punt ver-
dedigd door te wijzen op het feit, dat Karel
de Groote eens 4500 Saksers liet dooden!
Hoe het zij, vermelding en zelfs eervolle
vermelding verdient het in ieder geval, dat
Mohammed, in afwijking van al zijn tijd-
genooten het verbod uitvaardigde om de
lijken der gevallen overwonnenen te schen-
den.
Scheen het doel van Mohammed: de on-
derwerping van Mekka, nog in een wijde
verte te liggen, hij wist er op een andere
manier dichterbij te komen. Hij vatte name-
lijk het plan op om met eenige begeleiders
een pelgrimsvaart te ondernemen naar de
heilige plaatsen, en hij gaf in het t/oorjaar
van 628 uitvoering aan dit plan, maar na
tuurlijk in het gewaad van een pelgrim en
slechts gewapend met een zwaard. Hij
rekende er op, dat de Mekkanen in geen ge
val gedurende de heilige maand eenig. ge-
weld tegen zijn manschappen zouden ge
bruiken, vooral, als het hun volkomen dui-
delijk werd, dat men met vriendschappelijke
bedoelingen kwam. Weliswaar had hij zelf
bij een vorige gelegenheid op den lands-
vrede niet gelet, en het overtreden van dit
gebod een vergefelijke zonde genoemd,
maar hij wist al te goed, dat zijn tegen
standers het op dit eene punt nauwer namen
dan hij. Toch was het een groot waagstuk,
en te meer, toen het al spoedig duidelijk
wend, dat de Mekkanen een dreigende hou-
ding tegen hem aannamen. Na allerlei heen-
en-weer-gepraat werd er eindelijk tot een
verdrag besloten, op grond waarvan Mo
hammed wel deze keer weer moest heen-
gaan, maar ham toegestaan werd het vol-
gend jaar drie dagen lang in pelgrims-
gewaad op het feest te Mekka te komen.
Om dit mogelijk te maken, werd er een
wapenstilstand voor tien jaar voorgesteld,
en de beide partijen zouden dan alle ge
legenheid hebben om inmiddels tot een ver
bond te komen. Mohammed haastte zich al
deze voorwaarden te aanvaanden, want, al
had hij zijn doel nog niet geheel bereikt op
dit oogenblik, hij begreep toch wel, dat het
in orde zou komen; want als de door ge
heel Arabie reeds zoo bekende profeet zich
op het feest zou vertoonen aan het hoofd
van de zijnen, dan zou hij aller blikken tot
zich itrekken en zeker niets minder vieren
dan een triomftocht. Zoo gebeurde dan ook
in het volgend jaar (629), toen hij, vol
komen in overeenstemming met al de af-
spraken, te Mekka verscheen, nadat de on-
verzoenlijke Koreischieten zich, ter vermij-
ding van onaangenaamheden, op een dicht-
bij liggenden berg hadden teruggetrokken.
Wie te Mekka maar een spiertje politiek in-
zicht bezat, kon nu op zijn vingers voorspel-
len, dat de toekomst aan den Islam behoor-
de, en de allervoornaamste personen van
macht en invloed, zooals Khalied ibn al
Walid en Hamr ibn el-Hasi, de latere stad-
houder van Egypte, haastten zich dan ook
om hunne bekeering openlijk te proclamee-
ren; terwijl anderen op sprang stonden hun
voorbeeld te volgen. Reeds in het volgend
jaar wist Mohammed een niet geheel onbil-
lijk voorwendsel te vinden om tegen Mekka
op te trekken.'De stad viel nu zoo goed als
zonder slag of stoot in zijn handen; er wa
ren slechts enkele onverz'oenlijken, die
tegenstand boden. De profeet gaf bevel de
afgodsbeelden te verbrijzelen, maar voor het
overige verleende hij een algeheele amnes
ties de heilige plaatsen en ceremonien liet
hij ook in de toekomst bestaan.
Dus had nu Mohammed zijn doel bereikt.
Nog een keer kwamen de Bedoei'enen in ver-
zet, maarbij Honein, aan de grens van
Zuid-Arabie, werd hun een geweldige
nederlaag toegebracht. Nu kwamen uit alle
oorden van Arabie gezantschappen naar
Medina om den profeet te huldigen. Mo
hammed ontving ze vol eer, maar eischte
van hen alien, dat zij de afgoden zouden
verlaten, den profeet zouden erkennen, dat
zij de vijf dagelijksche gebeden zouden ver-
richten en de voorgeschreven belasting zou
den betalen.
Intusschen had de profeet nog grootere
plannen. Hij zond zelfs brieven aan den
'Oostromeinschen keizer, aan den Stadhou-
der van Egypte, aan de Gassaniden en aan
den Perzischen vorst, alles om hen uit te
noodigen tot den Islam over te gaan. Hij
maakte zich gereed tot een tocht tegen den
Byzantynschen machthebber, en was vast
besloten om de jonge kracht van den Islam
te meten aan de naburige volkeren. Maar eer
het daartoe kwam, moest in Arabie zelf een
einde worden gemaakt aan het Heidendom.
En daarom zond hij in den jare 631 zijn
zwagers zoon Ali naar Mekka met 'n hoogst
gewichtig document, dat nog in den Koran
bestaat, en waarvah het opschrift luidt:
„Hoe de afgodendienaars zich losmaken van
God en Diens gezant."
Het stuk werd op hoogst plechtige wijze
aan de bedevaartgangers voorgelezen, en
mag nog tot op den huidigen dag wooden
beschouwd als de grondwet van den Islam.
De hoofdinhoud komt hierop neer, dat bin-
nenkort geen ongeioovige meer toegang zal
kunnen krijgen tot het heilige gebied. En bij
andere bepalingen komt hier dan ook reeds
tot uitdrukking de plicht van den krijg tegen
alle ongeloovigen.
Nog een keer ondernam Mohammed een
bedevaart naar Mekka, de zoogenaamde
afscheids-bedevaart, bij welke gelegenheid
hij een rede hield om den Arabieren stren-
gelijk in te scherpen, dat nu alle oude zeden
zouden hebben afgedaan, en dat de Islam
de eenheid en gelijkheid van de geloovigen
eens en voorgoed had gesanctionneerd. Hier
voerde dus nog een keer de enthousiast het
woord en niet de politicus; want als Mo
hammed zijn Arabieren beter gekend had,
zou hij hebben begrepen, dat hij op dit punt
het onmogelijke van hen eischte. Hier en
daar begon reeds verzet het hoofd op te
steken, maar gelukkig bleef het verdriet om
dit verder te zien, den ouden profeet be-
spaard. In den zomer van het jaar 632
stierf hij in zijn woning te Medina.
Moeilijk zal het wel altijd zijn en blijven
om een billijk oordeel over den persoon van
Mohammed te vellen. Hij is in ieder geval
een zeer buitengewoon mensch geweest.
Twee geestesrichtingen treden in zijn per-
soonlijkheid op den voorgrond, die anders
in een en denzelfden persoon niet tegelijk
plegen te worden aangetroffen; een onver-
schrokken en haast onverwelkelijk enthou-
siasme en daarnaast een kloek berekenende
^chranderheid. Dit wordt eenigermate be-
grijpelijk, als wij bedenken, dat hij reeds op
rijpen, mannelijken leeftijd tot profeet werd
geroepen, en dus op een leeftijd, als anders
het enthousiasme van de jeugd wel verdwe-
nen pleegt te zijn. Reeds in de eerste
(Mekkaansche) periode ging Mohammed
met veel sluwheid te werk en met fijnen takt
vaak. en dus mogen wij niet vallen in de
veel gemaakte fout: Mohammeds leven
en optreden en werkwijze niet als een geheel
te zien.
Ook zijn er menschen, die bij Mohammed
op later leeftijd karakterfouten meenen te
vinden, die volgens hun zeggen bij den jon-
geren profeet niet of althans niet in die mate
werden aangetroffen. Maar ook dit is on-
juist. Zondeloos is Mohammed zeker niet
geweest. De levensgeschiedenis van den
profeet bewijst keer op keer het tegenover-
gestelde. Voor een Arabier geldt hij als het
ideaal v-an mildheid en dapper- en flinkheid;
al zijn maatregelen, ook ten opzichte van de
Joden, acht een Arab'ier eer te zwak dan te
streng. Het zou geen kw: id kunnen, Mo
hammeds ergste bedillers tins te wijzen op
het leven van een man ate koning David.
Doch het is voor ons voUfunen natuurlijk,
dat hij de nationale fouten van zijn volk
deelde. Het is waar: hij heeft het oorlog-
voeren in de heilige maand toegestaan, hij
is getrouwd met de vrouw \$n zijn stiefzoon
altemaal dingen, die bij de oude Arabie
ren nooit werden gehoordt en die in strijd
waren met de vaderlijke gewoonten. Maar
juist blijkt daaruit, dat voor Mohammed
andere wetten golden dan voor ieder ander
Arabier. Wij willen de zwakheden van dezen
man zeker niet bemantelen, maar wij hebben
respect voor zijn persoon en voor veel van
zijn gedragingen. Zelfs de- vaak hem ver-
weten zinnelijkheid berust op een fictie.
En zoo kan men all^n eerbjed hebben voor
Mohammeds bedoelingen en voor vele van
zijn gedragingen, terwijl men zijn leer en
geloof toch als dwaalleer en bijgeloof, gispt.
Over die onderwerpen nu een en ander in
een volgend artikel over veertien dagen.
EERSTE-^AMER.
Zonder- thopfdelijke stemming werden
aangenomifh dewetsontweipen inzake be
palingen omtrent wisslls er assignation en
tot wijziging <van de pensiojnregeling voor
reserve adjuaant-onderofficieren.
TWEEDE KAME&.
Vergadering vap Doi;derdag.
Na discussie wordt besloten, de wijziging
van hoofdstuk 10 der staatsbegrooting
(subsidie Vroedvrouv\ensc|iool te Heerlen)
op de agenda te'jjaatsen.
Zonder stemming wordt aangenomen de
pensioenwet voor den vrijwilligen landstorm.
Bij het ontwerp tot aanvulling van de
Kieswet ontwikkelt de heer Vliegen (s.-d.)
bezwaren tegen het uitsluitend gelden van
godsdienstige gemoedsbezwaren.
Minister Ruys antwoordt, dat bij den
stemplicht uiterlijke kenteekenen van ge
moedsbezwaren noodzakelijk zijn.
De heer Rutgers (a.-r.) meent, dat ook
andere gemoedsbezwaren geldig zijn.
De Minister sluit zich hierbij aan.
De heer Suring (r.-k.) heeft bezwaar
tegen het beroep op gewetensbezwaren
achterat, volgens art. 3. Evenzoo de heer
Van Sasse van IJsselt (r.-k.).
De Minister antwoordt, dat speciaal voor
1925 een regeling getroffen moest worden.
Het artikel wordt verworpen met 37 tegen
25 stemmen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
40 tegen 21 stemmen.
Verschillende wetsontwerpen worden zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Bij de wijziging van de Hooger Onder-
wijswet en van de wet tot regeling van het
hooger landbouw- en hooger veeartsenij-
kundig onderwijs maakt de heer Beumer
(a.-r.) bezwaar tegen de wijziging van vee-
artsenijkunde in diergeneeskunde.
De heer Decker (r.-k.) en de Minister be-
strijden zijn standpunt.
De heer Wintermans (r.-k.) heeft hetzelf-
de bezwaar als de heer Beumer.
Art. 1 wordt verworpen met 38 tegen 25
stemmen.
De verdere behandeling van het wetsont
werp wordt aangebouden tot heden.
Bij de conclusie over een adres van het
comite tot hulp aan mobilisatie-slachtoffers
te Drachten dringt de heer K. ter Laan
(s.-d.) aan op steun.
DE STAATSBEGROOT1NG 1926.
In de zitting der Eerste Karner verklaarde
Minister Colijn, dat hij thans de begroo-
tingscijfers voor 1926 in zijn bezit had.
Zelfs bij een stijging der middelen met 10
millioen zal hij, zoo zeide de Minister, heb
ben te voorzien in een tekort van 15 a 20
millioen tengevolge van allerlei tegenvallers.
EEN STROOM VAN TOER1STEN
NAAR EUROPA.
Niet minder dan 9 stoomschepen met dui-
zenden toeristen voor Europa zijn uit New-
York vertrokken.
Verwacht wordt, dat 200.000 Amerikanen
dezen zomer een uitstapje zullen maken
naar Europa. De vraag naar buitenland-
sche valuta bij de banken is verbazend groot
en men gelooft, dat 500 millioen dollar door
Amerikanen zullen worden uitgegeven in
Frankrijk en Engeland.
DE KATHEDRAAL VAN AMIENS
IN GEVAAR.
Een ernstig gevaar bedreigt de prachtige
katihedraal van Amiens. Dinsdag werd in
de stad een groote slag gehoord. Woens-
dag stortte het geheele geplaveide plein
voor de Kathedraal in. Er is een enorm
gat met een middellijn van 90 voet en een
diepte van 30 voet voor de kathedraal. Ten
gevolge van den storm is dit gat met water
gevuld. Architecten zijn in allerijl ontboden
om den toestand te bestudeeren. Men acht
den toestand ernstig.
SIC TRANSIT
Velen in Duitschland waren, zelfs reeds
toen Wilhelm II nog keizer was, van oordeel,
dat de goede smaak van den heerscher nogal
wat te wenschen overliet. Algemeen was
men het er over eens, dat Wilhelm II, vooral
in de eerste jaren van zijn regeering, op
kunstgebied Berlijn niet heeft verfraaid.
Reeds jaren zijn 'de Pruisische regeeringen
nu bezig allerlei buitenissigheden, die Wil
helm 11 als inspiraties beschouwde, weg te
werken. Architecten en kunstkenners, die
bekend staan als kaiserfreundlich, knappen
dit moeilijke werkje op en wat zij reeds heb
ben bereikt is het slot Sans Souci, het be
kende verblijf van Frederik den Groote heeft
overal bijval gevonden.
Op het oogenblik is men, naar aan de
Tel. wordt medegedeeld, bezig het keizerlijk
slot te Berlijn te restaureeren en neemt daar
bij de door keizer Wilhelm II bewoonde
vertrekken geducht onder handen. Het werk
van Schliiter, Eosander von Goethe, Lang-
hans en Schinkel wordt, zoover dit mogelijk
is, ontdaan van de toevoegingen van den
laatsten Hohenizollern. Mooie Rococ-versie-
ringen van Frederik den Groote herstelt men
in haar oorspronkelijken vorm. Binnenkort
zullen de voormalige keizerlijke vertrekken,
evenals het overige gedeelte van het slot,
voor bezichtiging door het publiek, worden
opengesteld.
Wat binnen de muren van het keizerlijk
plaveisel voorvalt, interesseert hoofdzakelijk
de vaklieden. Daarentegen zijn de herstel-
lingswerken die voor iedereen zichtbaar aan
den toren van de Kaiser Gedachtnis Kirche
worden uitgevoerd, te Berlijn het gesprek
van den dag. Men is daar bezig een der
graotste bunders van Wilhelm II te herstel-
len. Men neemt namelijk den veelbesproken
blisem-afleider weg, die aan een keizerlijke
nuk zijn oorsprong dankte. Boven op dat
kruis van den middentoren is een lange
ijzeren staaf bevestigd, die een gouden ster
van drie meter doorsnede draagt, en die
over geheel Berlijn zichtbaar is. Ieder Ber-
lijner kent den oorsprong van dit ornament.
De architect, die de teekening der kerk aan
den keizer moest overleggen, had zooals dit
bij zulke plannen gebruikelijk is, door het
gebouw een as getrokken, die aan het einde
met sterren was afgesloten. De keizer zag
de ster boven het kruis en zonder de bedoe-
ling van den teekenaar te begrijpen, ver
klaarde hij zich een geestdriftig voorstander
van het denkfoeeld om boven op het kruis
een ster aan te brengen, die tegelijkertijd
als bliksemafleider dienst zou doen. Moor
den architect was de keizerlijke wensch een
gebod en zoo praalt sedert jaren deze ster
boven Berlijn. Blijkbaar is men van oordeel
dat deze grappenmakerij nu lang genoeg
geduurd heeft. Daarom bouwt men een dure
stellage, om het zware stuk koper een dezer
dagen naar beneden te brengen.
Zoo verdwijnen de sporen van Wilhelm II
uit Berlijn.
TER NEUZEN, 29 MEI 1925.
DE KUNSTKRING.
De muziek- en zangvereeniging ,,De Kunst-
kring", directrice mevr. Doussy-Slingeneijer,
die aanvankelijk voornemens was nog een
concert te geven, was daarvan wegens het
gevorderd seizoen afgezien en besloot eene
repetitie om te vormen in een gezelligen
avond, waarvoor de leden gelegenheid tot
introductie hadden. Deze had gisteravond
plaats. Er heerschte op de bovenzaal van
het Hotel des Pays-Bas een gezellige stem
ming. Door het orkest werden eenige num-
mers uitgevoerd, daarna volgde het koor en
tot slot een zangnummer met orkestbege-
leiding.
Hierop volgde een vrij programma, waar
bij door eenige dames en heeren muziek- en
zangnummers werden uitgevoerd en tot slot
voordrachten werden ten beste gegeven, die
d^ cfanwezigen ten zeerste amuseerden. Het
was voor de vereeniging een mooie avond.
Ri JKSWATERST AAT.
Bij Kon. besluit is de teohnisch-ambte-
naar van den Rijkswaterstaat, de heer j. C.
de Masier, te Tiel, vroeger te i er Neuzen,
met ingang van i Juni, bevorderd tot tech-
nisch-hoofdambtenaar van den Rijkswater
staat.
DE FR1EZEN IN ZEELAND.
In verband met het tournee dat de Friezen
gedurende de Pinksterweek door Zeeland
zullen maken, en blijkens de advertentie in
dit nummer a.s. Vrijdag te Ter Neuzen
komen, wenschen wij nog het volgende mede
te deelen:
Het gezelschap bestaat uit 24 dames en
heeren. Naast verschillende Friesche en
Hollandsche zangnummers, welke onder
lekling van den heer J. Paardekoper ge
geven zulleri worden, staat op het program
ma ook de opvoering van eenige fragmen-
ten uit het foikioristische zangspel „Fryske
Trou" Dit spel van den Frieschen tooneel-
schrijver Y C. Schuitmaker, van wiens hand
reeds een 25-tal Friesche tooneel- en nog
enkele openluchtspelen verschenen, bedoelt
te laten zien het, Friesche volk bij zijn werk
en ontspanning en in zijn trouw aan Neder-
land. Het werd geschreven voor de Vader-
landsche historische volksfeesten, welke en
kele jaren geleden in Arnihem gehouden zijn
(waarbij o.a. ook Zeeland vertegenwoor-
digd was) en daar met succes opgevoerd
in het groote openlucht-theater. Daarna is
het nog vele malen in Friesland en ook daar
buiten, o.a. te Amsterdam, Rotterdam, Den
Haag en Bergen, gegeven.
De schrijver, die deze maal persoonlijk
aan de opvoering medewerkt, heeft voor het
tournee door Zeeland de verschillende frag-
menten zoo samengesteld, dat het een af-
gerond geheel vormt, terwijl de figuur
„Frysland" in de Nederlandsche taal tel-
kens de noodige toelichting geeft, zoodat
alles, ook voor wie geen Friesch verstaat,
zeer gemakkelijk is te volgen. Dit spel, dat
overal en in alle kringen, zoowel rechts als
links, succes oogstte zal ongetwiifeld de
Zeeuwen ook wel bevredigen.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
Over de week van 17 tot en met 23 Mei
werd in de Prov. Zeeland een geval van be-
smettelijke ziekte. geconstateerd, n.l. diphte-
ritis te Sluis.
T AB AK S V ER GU N NI NiGEN
Houders van tabaksvergunningen zijn er
op bedacht, dat voor of op 1 Juni het door
hen verschuldigde jaarlijksch vergunnings-
recht ad J 5 ten kantore van den rijksont-
vanger behoort te worden voldaan.
EEN NIEUW KERKGEBOUW.
De Geref. gemeente te Barendrecht, die,
naar men van daar meldt onder de hoede
van Ds. R. van de Kamp (vroeger te Axel),
tot grooten bloei is gekomen, ook wat het
zielental betreft, is thans een nieuw kerkge-
bouw gesticht, dat daar staat als een monu
ment van de welvaart in het Geref. Baren
drecht en tegelijk als een sieraad voor het
groote dorp. De kerk bevat 1150 zitplaat-
sen, welk aantal kan vermeerderd worden
tot 1400. Naast de kerk staat de nieuwe
pastorie, een gezellig buitenhuis in moder-
nen geest. Het kerkgebouw kan centraal
verwarmd worden, des zomers automatisch
gelucht en er is ook voorzien in een rijwiel-
bergplaats. De stichtingskosten beliepen
ongeveer een ton.
ONTSLAG VAN GEHUWDE
ONDER WIJZERESS EN.
Door de Eerste Kamer is met 22 tegen
12 stemmen (rechts tegen links) aangeno
men de wijziging van de lager onderwijswef
welke aan de gemeentebesturen de bevoegd-
heid verleent de gehuwde onderwijzeressen
te ontslaan.
CHR1STELIJKE BOEREN- EN
TUINDERSBOND.
Vrijdaginorgen der vorige week vergader-
de in het Militair Tehuis te Middelburg de
afdeeling Zeeland van den Christehjken
Boeren- en Tuindersbond, onder voorzitter-
schap van den vice-voorzitter, den heer Joh.
de Feijter, uit Zaamslag, die er op wees, dat
1924 over het algemeen voor den landbouw
goed is geweest. Het ledental van den bond
nam toe, o.a. door de oprichting van de af
deeling Oostburg. Spreker betreurt het, dat
de Zomertijd nog niet is afgeschaft. Een
ernstige klacht had spreker over het niet
benoemen van protestanten in de jury voor
den paardenfokdag te Dordrecht; als daar
geen verandering in komt en men blijft bij
het alleen benoemen van R. K., zou men de
leden van den bond moeten adviseeren geen
paarden meer in te zenden.
De rekening van den penningmeester aan-
wijzend in ontvangst 632,22, w. o. J 361,11
goed slot 1923 en uitgaaf J 217,40, aldus
een goed slot 1924 ad 414,81, werd goed-
gekeurd.
Omslag volgens het aantal H. A. als bij
de Z. L. M., werd nog al bezwaarlijk geacht.
De voorzitter en de secretaris wezen op
het werken der afdeeling Axel en andere
ten opzichte van gewassenkeuring enz.
De voorzitter bepleitte het stichten van
CLn afdeeling Zuid-Beveland.
De heeren De Feijter, De Bliek, Padmos
en Dominicus werden als bestuursleden
herkozen.
Over de velling'breedte van wagenwielen
kon men het niet eens worden.
De voorzitter meent, dat men vooral er
tegen is uit financieele bezwaren. Het bleek,
dat men het ook nu niet geheel eens was
over het nut van smalle of breede vellingen
voor het bedrijf en ook voor de wegen.
Nadat de heer v. d. Putte had medege
deeld, dat hij des middags niet kon aan-
wezig zijn, en hij de heeren uit de vergade
ring, die verleden jaar een koninklijke on-
derscheiding, vooral den secretaris, daar-
msde geluk had gewenscht, werd de verga
dering tot 2 uur geschorst.
In de middagvergadering hield Mr. Goed-
bloed een rede over het rapport van de
Staatscommissie inzake Pacht.