Ter H e azensche Courant Maandag 27 April 1925. No. 7752. TWHBDH BLAD. VAN GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Vergadering van Donderdag 23 April 1925, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, D. van Aken, D. Scheele, L. J. Geelhoedt, R. Scheele, C. A. Verlinde, E. L. Preriks, H. J. Col«e», N. A. Hamelink, L. J. van Driel, B. N. van Dijke en J. van Riet. Afwezig de heer P. van Cadsand. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den heer Van Cadsand be- richt is ingekomen. dat hij wegens droeve fa- milieomstandigheden deze vergadering niet kan bijwonen. Hij stelt aan de orde: 1. Installatie raadslid. De VOORZITTER noodigt den heer Hame link uit, het nieuw benoemd lid, den heer Fre- riks, de vergadering binnen te leiden. Nadat de heer Hamelink aan deze opdracht heeft voldaan legt de heer Freriks de vereischte GG^lcri De VOORZITTER wenscht hem geluk met zijne benoeming. Hij stipt aan. dat volgens de bestaande wetgeving de vervulling eener tus- schentijdsche vacature niet meer plaats heeft op de vroegere manier, met de daaraan ver- bonden drukte en strijd, <|och eenvoudig vol gens de lijst van opvolging, bij de periodieke verkiezing reeds vastgesteld. Niettemin blijft het een even gewichtige taak voor hem, die ter vervulling eener vacature tot raadslid worden benoemd. Hij wijst er voorts op, dat de heer Freriks de plaats inneemt van den heer De Meijer, die hier, zij het dan ook op zijne wijze, heeft getracht de belangen der gemeente te dienen, zooals hij dien zag, en waarvoor spre- ker hem namens den raad dank kan brengen, doch die hier is weggegaan, wel voomamelijk omdat hij geen voldoening in zijn werk vond. Hij hoopt, dat den heer Freriks de noodige kracht en lust zal worden geschonken, om mede te werken, aan het bestuur dezer ge meente, eene zeer belangrijke taak, daar het gaat over eene bevolking van ruim 10.000 zie- len en voortdurend belangrijke vraagstukken de aandacht vragen. Hij wenscht den heer Fre riks toe, dat deze ook voor zichzelf voldoening zal mogen genieten van de volbrenging der taak, waartoe hij hier geroepen wordt. De heer FRERIKS dankt den voorzitter voor de gesproken woorden, en hoopt naar zijne beste krachten werkzaam te zijn, in het belang der gemeente. Hij neemt zitting. 2. Notulen. De notulen der vergadering van 26 Februari en 19 Maart 1.1. worden met algemeene stem- men onveranderd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken. a. Kennisgevingen van C. J. Nobels, J. Ris- seeuw, J. P. van Doeselaar, W. Oostdijk en P. Cortvriendt, dat zij hpnne benoeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim te Ter Neuzen, Sluiskil, aannemen. Aangenomen voor kennisgeving. b. Kennisgevingen van C. Leunis, L. J. van Driel, B. M. Geelhoedt, G. W. Versloot, F. Elve, F. J. de Bakker, en L. J. de Vries, dat zij hunne benoeming tot lid der commissie tot we ring van schoolverzuim te Ter Neuzen, kom, aannemen. Aangenomen voor kennisgeving. c. Proces-verbaal van de op 25 Maart 1925 door den burgemeester en den secretaris krach- tens opdracht van burgemeester en wethouders ten kantore van den gemeenteontvanger ge- houden opneming der boeken en kas, waarbij is gebleken, dat de inkomsten over den dienst 1924 hebben bedragen f 527.127,85 en over den dienst 1925 84.820,12, samen f 611.947,97, en dat de uitgaven over den dienst 1924 hebben bedragen f 475.443,54, en over den dienst 1925 f 38.094,28, samen 513.537,82, zoodat in kas rnoest zijn f 98.410,15, hetgeen overeenkomt met het totaal der in kas bevonden en ih het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit d.d. 26 Februari 1925, tot aankoop van den Staat der Nederlanden (Departement van Financien) van 24 aren 13 centiaren voormaligen vestinggrond, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedepu- teerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Het verslag der Gezondheidscom^;==ie wier zetel gevestigd is te Ter Neuzen, over het jaar 1924. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een schrijven namens de Buurtvereeni- gingen te Sluiskil en te Driewegen, waarin wordt bericht, dat met algemeene stemmen is aangenomen de volgende motie: De Buurtvereenigingen te Driewegen en te Shjisikil, vergaderd den 28 Maart en den 1 April 1925; kennis genomen hebbende van het verslag der gemeenteraadszitting van 21 Januari 1925 en het daarin bij punt 7 der agenda uitgebrach- te preadvies van burgemeester en wethouders; spreken hare verwondering uit, dat de raad niet heeft geprotesteerd tegen de in het pre advies voorkomende uitspraak, dat de exploi- tatie van electrisch licht behoort tot de zaken, waarmede de overheid niets te maken heeft; verklaren den strijd voor gelijken stroom- prijs in de kom en het overig deel der gemeen te onverzwakt te zullen voortzetten en besluiten hiervan kennis te geven aan den raad der gemeente. De heer COLSEN vroeg voorlezing van dit schrijven en druke zijn spijt uit, dat dit niet met de stukken aan de leden in afschift is toe- gezonden. De heer HAMELINK had verwacht, dat de heer Colsen hierover iets zou zeggen. Dit blijkt niet het geval, doch spreker vaelt zich daartoe gedrongen. Hij heeft het aangevallen preadvies van burgemeester en wethouders nog eens nagelezen, doch hij moet er zijn verwon dering over uitspreken, daarin niet de woorden te hebben gelezen, die er volgens de motie in zouden staan, dat het volgens burgemeester en wethouders niet op den weg der overheid zou liggen zich met het electrisch licht te be- moeien. Spreker moet er tevens ofc wijzen, dat het volgens den heer Colsen al de dertiende of veertiende maal was, dat de electriciteit voor de buurtschappen hier besproken werd, dus wel een bewijs, dat zoowel burgemeester en wethouders als de gemeenteraad er zich ter deeg aan gelegen hebben laten liggen. Mis- schien evenwel, dat degene die de motie heeft gesteld, gewoon is, om tusschen de regels door te lezen, maar dan op de giftigste manier, en dat hij dit ook in dit opzicbt niet heeft kunnen laten. Spreker heeft gemeend1 dit nog eens naar voren te moeten brengen, opdat het den raad later niet in de schoenen zou kunnen worden geschoven, dat deze er zich niet mede heeft willen bemoeien. Hij betoogt, dat de raad even- goed zorgt voor de belangen der buurtschap pen, als voor die van de kombewoners. De VOORZITTER verklaart, dat burgemees ter en wethouders met verwondering kennis hebben genomen van den inhoud van de motie. Onder punt 7 der behandelde zaken in de ver gadering van 26 Februari 1.1. is in de notulen opgenomen het preadvies van burgemeester en wethouders omtrent het verzoek der buurt vereeniging te Driewegen. Daar staat echter niets in, van hetgeen in de motie wordt ge- zegd. Burgemeester en wethouders stellen zich heelemaal niet op het standpunt, dat de over heid zich niet met de voorziening in electrici- teitslevering zouden hebben te bemoeien, doch wel, dat de lichtvoorziening binnenshuis, zooals de buurtvereeniging dat wenschte, buiten hare bemoeiingen valt. Burgemeester en wethouders kunnen daarom niet nalaten hunne verwondering over den in houd der motie uit te spreken, omdat de leiding dier vereeniging toch uit menschen bestaat die in staat zijn een zaak serieus te behandelen en te beoordeelen, en het onbegrijpelijk is, dat zij deze motie niet alleen hebben samengesteld, maar die ook doorgezonden hebben aan den gemeenteraad. Burgemeester en wethouders hebben door de verschillende onderhandelingen wel degelijk blijk gegeven, zich met de voorziening in electrisch licht te willen inlaten, doch zij mee- nen, dat de overheid zich buiten de lichtleve- ring in de woningen moet houden. Indien aan het verzoek van de buurtvereeniging werd toe- gegeven, zou zich het feit voordoen, dat men schen, ingezetenen der kom, wonende in de Dekkerstraat, Walravenstraat, Dr. Buijze- straat, die zelf niet over electrisch licht be- schikken, zouden meebetalen aan het licht in de woonkamer van de heeren G. van Driel, Jan Huijssen, en H. de Regt, terwiji aan de ver lichting van het cafe van den heer Fermont, dat van den heer De Krijger en den slagers- winkel van den heer Colsen ook voor een deel zou betaald worden door bewoners van de Elleboog en het Nieuwediep. Spreker heeft deze sterke voorbeelden aangehaald, om de conse- quentie waartoe inwilliging van dusdanig ver zoek zou leiden, aan te toonen. Burgemeester en wethoudetT hebben steeds getoond, dat zij de buurtschappen wilden hel- pen, al is het, dat zij dit niet wilden doen op de wijze zooals deze dat wenschten. De heer COLSEN was niet voornemens, over deze zaak iets te zeggen, maar doch nu de voor zitter de zaak weer gaat omdraaien en er Col sen bijhaalt, hij weet niet of hij burger Colsen, dan wel het raadslid Colsen bedoelt, moet hij zich wel uiten. Noch Colsen, noch Fermont, komt hierbij te pas, want Sluiskil heeft nimmer om steun in de verlichting aan de gemeente gevraagd. Wel heeft spreker dit voorgesteld ten bate van de lagere klassen, menschen met minder dan f 1200 inkomen. De voorzitter noemt hier menschen, die dan zouden moeten betalen ten believe van de buitenmenschen, maar de buitenmenschen betalen toch, naar spreker meent ook in ruime mate voor de ge- noegens van de kombewoners. Hij brengt nog naar voren, dat alleen de buurtschap Drie wegen een subsidie in de betaling voor licht heeft gevraagd. De heer D. SCHEELE merkt op, dat de heer Hamelink heeft gemeend, iets naar aanleiding van die motie te moeten zeggen, om te voor- komen, dat den raad later iets in de schoenen zou worden geschoven. Hij wil opmerken, dat, al is het dat hij er niets van zegt, dit nog niet bewijst, dat hij het met den inhoud eens is. Hij acht het echter niet de moeite waard, om over dat ding te spreken. De VOORZITTER stelt in het licht, dat hij niets anders heeft gedaan, dan de beteekenis der motie door een paar voorbeelden te illus- treeren. Hij nicest daarvoor enkele namen noemen, doch die houden met de kwestie zelf geen verband. Hij had ook andere namen kun nen noemen. Hij heeft alleen door die voor beelden de onbillijkheid van de strekking der motie willen aantoonen, en aangezien Sluiskil zich met Driewegen solidair heeft verklaard, mocht hij toch ook voorbeelden uit Sluiskil noemen. De inwoners van Sluiskil en Driewegen kunnen de genoegens die de ingezetenen der kom van wege de gemeente genieten evengoed smaken als de kombewoners, maar het gaat toch niet aan, dat, als iemand zich ergens op het land wenscht te vestigen, dat hij dan voor zich dezelfde gemakken van bestrating, riolee- ring enz. opeischt, die men in een groot com plex wel kan aanbrengen. Voor de straatver- lichting wordt in de buurtschappen van wege het gemeentebestuur evengoed gezorgd als in de kom der gemeente, doch met de verlichting in de woningen, het aankoopen van lampen enz. bemoeit het gemeentebestuur zich ook in de kom der gemeente niet. De verbruikers be talen hun licht zelf, en de gemeente past er geen cent bij. De motie wordt met algemeene stemmen voor kennisgeving aangenomen. g. Een adres van de weduwe P. den Dikken, die daarin te kdhnen geeft, dat zij haar wo- ning, staande aan het Nieuwediep wenscht te verbouwen, hetgeen een groote verbetering, ook in hygienisch opzicht zal beteekenen, daar de ruimte zeer beperkt was, en nu aanmerke- lijke verbetering zal ontstaan; dat echter om tot dezen verbouw over te gaan moet worden afgeweken van de bepalin- gen van art. 10 der bouwverordening, aange zien de open ruimte alsdan niet voldoende is; dat zij daarom verzoekt haar afwijking dier bepaling toe te staan. Dit verzoek wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. h. Een adres van het bestuur van den R. K. schippeisbond „St. Nicolaas", afdeeling Ter Neuzen, dat daarin te kennen geeft: dat door vele schippers die met hunne vaar- tuigen meren aan de Noord-Westzijde van den aanlegsteiger in de Oosthaven, geklaagd wordt, over het ontbreken aan die zijde, van een ver- binding tusschen het laag gelegen voetpad langs dien aanlegsteiger en den hooger gelegen straatweg van de Scheldekade; dat het meermalen voorkomt, dat schippers of leden van hun gezin, zich onmiddellijk na aankomst aan dien steiger", hebben te begeven naar het telegraafkantoor dat zij alsdan niet tegen den hoogen muur kunnen opklauteren en daarom genoodzaakt zijn zich via den oprit nabij de vischmarkt, door de Walstraat, naar de Nieuwstraat te be geven; dat aan dit bezwaar op gemakkelijke wijze en met geringe kosten zou kunnen worden tegemoet gekomen door het plaatsen van een trap b.v. op den hoek der Scheldekade, tegen- over het hoekhuis voorheen bewoond door den heer De Vriendt, waardoor het voetpad langs den steiger wordt verbonden met den hooger gelegen straatweg der Scheldekade; redenen waarom zij den raad beleefd verzoe- ken het daarheen te willen leiden, dat aan dit verzoek een gunstig gevolg worde gegeven. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit adres in hunne handen te stellen om bericht en raad. De heer HAMELINK zou bij de overlegging van het advies ook gaarne een opgaaf ontvan- gen van het aantal leden dier vereeniging, dat hier is gedomicilieerd. De VOORZITTER zegt dit toe. Met algemeene stemmen wordt overeenkam- stig het voorstel besloten. i. Een adres van H. C. A. Fermont te Sluis kil, die daarin te kennen geeft: dat hij over het komende dienstjaar in deze gemeente is aangeslagen in het vergunnings- recht, voor eene som van vijftig gulden; dat hij zich echter met den bedoelden aan- slag bezwaard acht op grond, dat de verkoop van sterken drank ten zeerste achteruitgegaan is en de tijdsomstandigheden niet zeer gunstig zijn; weshalve hij de vrijheid neemt zich tot den raad te wenden, met het eerbiedige verzoek, dat aan deze zijne reclame het noodige gevolg gegeven, en op meergemelden aanslag terug- gekomen moge worden. Burgemeester en wethouders stellen voor, op dit adres afwijzend te beschikken, daar zij de reclame ongegrond beschouwen. De heer COLSEN vraagt, welken maatstaf voor de schatting van de huurwaarde der drjanklokalen wordt aangenomen. Geschiedt zuTks in verband met den omzet, dan is dit secuur, maar hij heeft gisteren de lijst der aanslagen ingezien en dan is het hem voorge- komen, dat sommige lokaliteiten hooger, maar ook anderen lager zouden moeten geplaatst worden. De VOORZITTER deelt mede, dat er 3 grondlagen in aanmerking genomen worden. Vroeger was het wel gemakkelijker, toen werd zuiver de omzet in aanmerking genomen. Het gemeentebestuur kreeg toen van den inspec- teur der directe belastingen een opgaaf om trent den inslag van sterken drank. Die op gaaf wordt niet meer verstrekt, omdat die in werkelijkheid geen zuiver beeld gaf, aangezien daarin niet begrepen was den inslag die ver- gunnlnghouders bij sluiters te dezer plaatse deden. In dit opzicht moet dus een schatting als maatstaf dienen. Dan wordt ook rekening ge- houden met de huurwaarde- volgens den aan slag in de personeele belasting van het pand of het (feel van het pand waarin de vergun- ning wordt uitgeoefend, en wordt ten slotte ook rekening gehouden met den stand of de ligging der lokaliteit, alzoo met den algemee- nen indruk die men daardoor krijgt. Wat adressant betreft, het is algemeen be- kend, dat deze zich indertijd veel moeite heeft gegeven om een vergunning voor zijn lokaal te bekomen. Sluiskil heeft voorts ook uitbrei- ding gekregen door het aldaar lossen van schepen en het toenemen der welvaart van de bevolking, door den arbeid in de fabriek, zoo dat burgemeester en wethouders meenen, dat de lokaliteit van adressant, dit alles in aan merking genomen juist geschat is. De heer COLSEN wil volstrekt niet bewere. dat Fermont te hoog is aangeslagen, maar is toch allerminst bevredigd door de inlichtingen van den voorzitter over de manier waarop de aanslag wordt vastgesteld. Naar hij meent, moet daarvoor alleen de omzet gelden en dan kent hij wel kleine cafetjes waar veel meer drank verkocht wordt dan in verschillende grootere gelegenheden. Voorts protesteert hij er tegen, dat de voor zitter door zijn toelichting den schijn zou ver- wekken, dat de bevolking van Sluiskil uit dron- kaards bestaat, door te zeggen, dat de waarde der vergunningen is toegenomen door uitbrei- ding van den fabrieksarbeid. Het tegendeel is waar; on-danks de toeneming der bevolking en de geregelde verdiensten is het drankgebruik afgenomen. Dat kan dus in het geheel niet als maatstaf gelden voor de waarde van het cafe van adressant. De VOORZITTER betoogt, niets ten nadeele der bewoners van Sluiskil te hebben willen zeggen, hij wil zelfs toegeven, dat er minder drank gebruikt wordt, maar wijst er op, dat de algemeene situatie toch beter is geworden dan jaren geleden. Het is mogelijk, dat de heer Colsen het niet eens is met de aangenomen grondslagen, maar dat kan spreker heusch niet helpen, aangezien de Drankwet het zoo voorschrijft. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. j. Een adres van M. S. de Stobbelaere, wed. E. van Graefschepe te Ter Neuzen, die daarin te kennen geeft: dat haar op 10 April is uitgereikt een aan- slagbiljet dienst 19251926 voor vergunnings- recht wegens den verkoop van sterken drank in 't klein; dat haar vergunningsreoht thans 62,50 be- draagt, terwiji over vorige jaren steeds f 50, is betaald; dat zij verleden jaar dien opslag betaald heeft, maar tot haar spijt deelt zij thans be leefd mede, dat de gevolgen van de algeheele malaise ook voor haar bedrijf merkbaar zijn, en haar een vergunningsrecht van f 62,50 in verband met de kosten te hoog voorkomt. Redenen waarom zij den raad beleefd ver zoekt haar aanslag te willen terugbrengen tot f 50,—. Burgemeester en wethouders stellen voor, in verband met den aanslag in vorige jaren dien aanslag terug te brengen tot 50, Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. k. Een adres van J. M. van der Velden, te Ter Neuzen, die daarin te kennen geeft: dat hij voor het dienstjaar 19251926 van het vergunningsrecht is aangeslagen voor 50; dat hij zich door dezen aanslag bezwaard gevoelt; dat het vergunningsrecht vastgesteld wordt naar den omzet van het gedistilleerd in ver band met den omvang van het bedrijf; dat de verkoop van gedistilleerd tot zulk een minimum is teruggeloopen, dat er van omzet geen spraak is; redenen waarom hij Uw college beleefd ver zoekt zijn aanslag te willen verminderen en terug te brengen op 25. De VOORZITTER deelt mede, dat dit adres te laat was ingekomen om nog door burge meester en wethouders te kunnen worden be- handeld. Hij stelt voor, dit in handen van het follege te stellen om advies. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten 1. Een adres van Jac. de Doelder te Ter Neuzen, die te kennen geeft, dat hij gaarne ten behoeve van zijn perceel kadastraal sectie C No. 2742, recht van uitgang zou verkrijgen door den gemeentegang kadastraal sectie C no. 3193, een en ander onder nader te stellen voor- waarden. Dit verzoek wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders om bericht en raad. 4. Vaststelling eener steunregeling voor georganiseerde uitgetrokken havenar- beiders. Burgemeester en wethouders deelen aan den gemeenteraad het volgende mede: In de raadsvergadering van 26 Februari 1925 hebben wij uwen raad voorgesteld den tegen- woordigen steun te laten doorloopen tot en met Zaterdag 2 Mei a.s. We zegden u daarbij toe voor dien tijd nieuwe voorstellen te zullen doen. In verband daarmede bieden wij u hierbij eene nieuwe regeling aan betreffende de werkloozen- uitkeering. Wij zijn hierbij uitgegaan van de over- weginig, dat de uitkeering zooals die tot heden werd verleend, in verband met de financieele omstandigheden der gemeente niet meer ver leend kan worden. In het eerste kwartaal van 1925 is aan steun ongeveer uitbetaald f 10.000, dat is reeds ongeveer 1200 meer dan in het geheele jaar 1924. Blijft de werkloosheid hier Destaan op denzelfden voet (en er zijn nog geene teekenen die op verbetering wijzen) dan zou daardoor onze begrooting belast worden met een bedrag tusschen 30 en 40 duizend gul den en zou in verband daarmede de belasting met een gelijk bedrag verhoogd moeten wor den, iets wat o.i. ook niet best gaat. Wij hebben daarom gemeend om de steun regeling alleen toe te passen op de uitgetrok ken georganiseerde arbeiders. Buiten de rege ling vallen dus de dubbel uitgetrokkenen, de nog niet recbthebbenden en de ongeorganiseer- den. Deze zullen zich te vervoegen hebben om steun bij het armbestuur hunner kerk en wan- neer daar geen steun kan verleend worden bii het burgerlijk armbestuur. De uitgetrokkenen alleen zouden wij willen steun verleenen 20 weken, waarna zij ook ten laste van de arm- besturen zullen komen (zie artikel 10). Wat de artikels der regeling betreft is deze in hoofdzaak ook overgenomen uit de rijks- regeling. Volgens artikel 5 zullen wij als tot heden blijven uitkeeren 10 plus f 1 per kind. Wij hebben evenwel gemeend, dat kinderen boven de 14 jaar buiten aanmerking moeten blijven. Het komt nog te veel voor, dat in het bijzonder meisjes thuis blijven, in plaats van te trachten eene betrekking als dienstmeisje te krijgen. Volgens artikel 6 zullen de voile inkomsten in het vervolg in rekening worden gebracht. Er moet nu eenmaal op de steunuitkeering worden bezuinigd en daarom bestaat er geen motief om verdiensten maar gedeeltelijk in re kening te brengen. Artikel 7. Hierin is uitgedrukt, dat het grondloon voor alle bedrijven f 19 zal bedragen. Artikel 9. De bedoeling van dit artikel is o.a. om te voorkomen, dat steeds nieuwe menschen in het transportbedrijf of andere aangewezen bedrijven worden opgenomen. Ook de arbei ders die zich alhier vestigen en behooren tot een der ondersteunde bedrijven, maken geen aanspraak op uitkeering. Ten slotte wenschen we te voorkomen wat nu wel eens schijnt te gebeuren, dat een huwe- ljjk wofdt gesloten om daardoor onder de steunregeling te vallen. De artikels 10 en volgende kwamen ook in de rijksregeling voor. De controle werd tot heden uitgeoefend door den Directeur der Arbeidsbeurs, die weer in speciale gevallen overleg pleegde met Burge meester en Wethouders. Wij vinden het nu wenschelijk ook hier de controle meer in te voeren, door het indienen van formulieren, op dat de commissie ieder geval wekelijks kan onderzoeken. De voorgestelde regeling luidt als volgt: Steunregeling voor „uitgetrokken" haven- arbeiders. Artikel 1. De onvrijwillig geheel of gedeeltelijk werk- looze valide arbeiders, hoofd van een gezin of kostwinner zijnde, behoudens de uitzondering van artikel 9 letter c, die op het tijdstip waar op zij werkloos werden, werkzaam waren in het havenbedrijf of in eenig ander bedrijf, daartoe door den gemeenteraad aangewezen, ontvan- gen indien zij geen recht meer hebben op uit keering uit de werkloozenkas hunner organi- satie, omdat zij zijn uitgetrokken gedurende een zeker aantal weken ondersteuning in geld. Artikel 2. Bij de beoordeeling van de vraag of en in welke mate ondersteuning noodig is, wordt met inachtneming van de na te noemen normen, die als maxima gelden, nauwlettend met den toe- stand van elk gezin in het bijzonder hekening gehouden. Voor ondersteuning komen slechts in aanmerking diegenen, die zich het nood- zakelijk levensonderhoud niet kunnen verschaf- fen, terwfjl slechts in zooclanige mate steun wordt verleend, als met het oog op de behoef- ten en de omstandigheden van den ondersteun de noodzakelijk moet worden geacht. Niemand kan aan deze regeling eenig recht op onder steuning ontleenen. Artikel 3. Als kostwinner worden alleen diegenen be- schouwd, die door hun loon geheel of bijna ge heel in het onderhoud voorzien van het gezin waartoe zij behooren. Artikel 4. De bepalingen der reglementen op de werk- loozenkassen der betrokken vakvereenigingen betreffende inschrijving bij de Arbeidsbeurs zijn van toepassing. De ondersteunde is ver- plicht aangeboden werk, waarvoor hij lichame- lijk geschikt kan worden geacht, te aanvaar- den. Artikel 5. De steun bedraagt ten hoogste: f 10 per week benevens f 1 per gezinslid boven de 2 personen, tot een maximum van 10 personen. Hierbij blijven personen boven den leeftijd van 14 jaren buiten aanmerking. Artikel 6. Het voile inkomen van den uitgetrokkene zelf en van de leden van diens gezin wordt in mindering gebracht op zijn steun, vastgesteld volgens de in artikel 5 vastgestelde normen. Artikel 7. De steun aan gehuwden en ongehuwde kost- winners mag niet meer bedragen dan 65 van het grondloon, bedragende f 19. Artikel 8. Slechts een lid van het gezin kan voor steun volgens deze regeling in aanmerking komen. Artikel 9. Geen uitkeering wordt verstrekt aan: a. diegenen die den leeftijd van 65 jaar overschreden hebben; b. diegenen die na 1 Januari 1925 opge nomen worden in een der bedrijven, die voor steun in aanmerking doen komen, of die zich van uit eene andere gemeen te alhier komt vestigen en behoort, tot een dier bedrijven; c. diegenen, die na 1 Januari 1925 zijn ge- huwd. Artikel 10. Aan de uitgetrokkenen, kan op grond dezer regeling steun worden uitgekeerd gedurende ten hoogste 20 weken. De weken, waarover in 1922, 1923 en 1924 steun is verleend, tellen hierbij mede, met dien verstande echter, dat, zoo een werknemer, na ondersteunj te zijn overeenkomstig deze regeling, in 1923, 1924 en/of 1925 weder uitkeering uit de werkloo zenkas zijner organisatie heeft ontvangen en hij opnieuw uitgetrokken is geraakt, hij weder opnieuw gedurende het te zijnen opzic'hte be- paalde aantal weken steun kan ontvangen. Heeft een uitgetrokkene gedurende het te zij nen opzichte bepaalde aantal weken steun ge- noten, dan behoort hij tot de dubbel uitgetrok kenen. Artikel 11. De steunbedragen worden vastgesteld door eene comntissie door den raad aan te wijzen. Ze worden door het bestuur der betrokken or ganisatie voor de leden in ontvangst genomen en aan dezen ter hand gesteld. Van de controle. Artikel 12. Door het bestuur der betrokken vakvereeni- ging wordt aan elk lid, dat voor ondersteu ning in aanmerking wenscht te komen, een aanvraagformulier ter invulling en ondertee- kening uitgereikt. Het imgevulde formulier wordt vervolgens door genoemd bestuur voor accoord geteekend en bij de commissie inge- diend- Veranderingen in de omstandigheden van den gesteunde en diens gezin moeten, voor zoover deze van invloed kunnen zijn op de vast stelling van het steunbedrag, door den onder steunde onverwijld aan de commissie worden medegedeeld. Artikel 13. De gegevens der aanvraagformulieren vor- men voor de commissie den grondslag harer beoordeeling, of en in welke mate ondersteu ning zal worden verleend. De juistheid der ge gevens, door den ondersteunde op het aan vraagformulier ingevuld, wordt door of van- wege de commissie onderzocht. De commissie neemt geen beslissing, dan nadat de resultaten van dat onderzoek bekend zijn. Artikel 14. De aanvraagformulieren worden door de commissie kosteloos verstrekt. Artikel 15. Door de commissie worden wekelijks uitbe- talingsstaten opgemaakt, welke met de be- noodigde gelden aan het bestuur der betrokken vakvereeniging worden ter hand gesteld tar uitkeering van den steun aan de betrokkenen, Na de uitkeering van den steun worden de staten door het bestuur der vakvereeniging weder bij de commissie ingeleverd, voorzien van de handteekeningen der ondersteunden, ten be wijze, dat de steun aan de betrokkenen is uitgekeerd. Artikel 16. De steun zal voor goed worden ingehouden, indien a. door den werklooze, die voor steun in aan merking komt, opzettelijk verkeerde in lichtingen worden verstrekt; b. door den werklooze opzettelijk geen of on- volledige opgave wordt verstrekt van het inkomen van den ondersteunde en van de overige leden van het gezin; c. de werklooze nalaat er voor te zorgen. dat hij als werkzoekende bij de gemeentelijke arbeidsbeurs is ingeschreven en ingesch:-e- ven blijft; d. de werklooze weigert werk te aanvaa waarvoor hij lichamenlijk geschikt kan worden geacht; e. de werklooze weigert te alien tijde den daartoe gemachtigde(n) persoon(perso- nen) in zijne woning te ontvangen, of zich niet onderwerpt aan de vastgestelde maat- regelen van controle. In verband met dit punt is ingekomen een adres van der. Centralen Bond, den R. K. Bond en den Christelijken Bond van Transportarbei- ders, die daarin te kennen geven: dat zij hebben kennis genomen van het raads besluit van 26 Februari betreffende bestendi- ging der steunregeling tot 2 Mei 1925; dat er vanzelf sprekend in de eerstvolgende raadsvergadering opnieuw te dien opzichte een besluit zal dienen te worden genomen; dat zij er de aandacht van Uw college op wenschen te vestigen, dat er sedert het laatst genomen raadsbesluit nog geen verbetering in de werkgelegenheid valt te constateeren en dus dientengevolge verlenging van de steun regeling even noodzakelijk is gebleven; dat zij er ten sterkste op aandringen de be staande steunregeling te verlengen tot 4 Juli 1925 en wel om na te noemen reden; dat de door langdurige werkloosheid ont- stane achterstand in de gezinnen der betrok kenen, bij intrekking der steunregeling zal overgaan in volslagen gebrek; dat de bedragen en bepalingen der bestaande steunregeling reeds op een peil zijn gebracht die geen vermindering meer toelaat wijl er toch reeds veel armoede wordt geleden; dat met ingang van 1 Juli 1925 weer alle be trokkenen aanspraak kunnen maken op hunne tweede helft werkloozenuitkeering en het een vast verschijnsel is, dat de werkloosheid in het tweede halfjaar belangrijk minder is dan over het eerste. De VOORZITTER meent goed te doen, over dit onderwerp de gelegenheid te geven tot het houden van algemeene beschouwingen. De heer HAMELINK is, wanneer hij van deze gelegenheid gebruik maakt, overtuigd, dat het moeilijker dan ooit zal zijn om in deze iets voor de werkloozen te bereiken, voor men schen alzoo, die het slachtoffer zijn van het kapitalistisch stelsel waarin wij leven. Hij heeft de wetenschap, dat het moeilijker dan ooit zal zijn de verslechtering van positie, die door het voorstel van burgemeester en wet houders wordt voorgesteld, af te wenden, om dat er in den gemeenteraad een strooming heerscht, die de steunregeling geheel weg wil hebben, maar dat er ook buiten den raad een belangrijke groep ingezetenen is, die meent, dat het nu maar uit moet zijn met het verlee nen van steun, met het daaraan verbonden luieren en dat de arbeiders dan maar moeten werken. Als men dezen dan vraagt: ..waar moeten de arbeiders dan gaan werken," dan geven zij daarvoor geen oplossing, doch zeg gen, dat de arbeiders, dat zelf maar moeten weten. Dat is nu wel goedkoop gezegd, maar geen manier om zoo iets van zich af te wente- len. Iemand met gezond verstand moet. als hij zoo iets beweert., ook de middelen daarvoor aanwijzen, en daa jm meent spreker, dat de- zulken niet het recht hebben een aanval te doen op de slachtoffers .dezer kapitalistische maat- schappij. Niettemin spreker voelt zooals hij reeds zeide dat het moeilijker dan ooit zal gaan om voor die menschen een verbetering in het voorstel te verkrijgen. Wanneer men weet, dat er een categorie menschen bestaat, van wie een door het uit- brengen zijner stem alhier ook invloed kon helpen uitoefenen, maar die er de veranitvoor- ding niet langer voor wilde dragen, en thans door modderen achter de schermen het daar heen tracht te leiden, dat de arbeiders tot blt- tere armoede terugvallen, dan kan .spreker, geen woorden vinden, om zijn ger oelens dan over tot uiting te brengen. Er is een groep die gezegd heeft: we zullen die steunregeling kost wat kost in elkaar trappen, opdat jullie zullen doen wat wij je voorschrijven, dan noemt spre ker, dat het overschrijden van den grootsten trap van brutaliteit, een onbeschoftheid. Dat gaat gemakkelijk, tegen weerlooze menschen. De tijd, dat het mode was om bivakmutsen en pclsmofjes te vervaardigen voor de jongens aan de grens is voorbij evenals den tijd toen zekere gebeurtenissen bij velen de vrees deed ontstaan, dat die wel eens aanleiding tot ver mindering hunner positie zouden kunnen zijn. Nu alles weer tot opbloei is gekomen, gaat alles weer in een andere richtin -r, tc-gdn d"* arbeiders, en die strooming vindt men ook terug in het voorstel van burgemeester en wet houders. Het college heeft een voorstel gedaan, waartoe aanleiding zou kunnen zijn, indien de werkloosheid. van de baan was. Zij zijn in ge- breke gebleven, dat aan te toonen, mqar zij weten ook wel beter Nog onlangs is daarover in een geheime raadsvergadering uitvoerig gesproken en bur gemeester en wethouders weten wel, dat er in den toestand nog geen verandering is gekomen. Zij motiveeren hun voorstel met de bewerir.g, dat de financieele omstandigheden der ge meente niet in staat stellen langer op den bestaanden voet door te gaan. Er is nu over het jaar 1925 reeds meer dan 10.000 uitge keerd, d. i. f 1200 meer dan over het geheele jaar 1924, En deze cijfers moeten dan dienen als bewijs, dat het noodzakelijk is een ver slechtering der steunregeling in te voeren, om dat de gemeentefinancien niet in staat zouden zijn den last, die door het voortbestaan der be staande regeling op haar wordt gelegd. te torschen. Maar indien het dan waar is, dat de ingeze tenen der geheele gemeente niet in staat zou den zijn dien last te dragen is het dan wel mo-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 5