I Boek I II H3°8 i Firma P. J. VAN DE SANDE. BEHANGSEL PAPIEREN Seizoen 1925 N3U3ldVd 13SONVH39 p, j.i. i. Sande Goedkoope Sorteering aujapo|/\| VOORHAN DEN Populaire Mandoline-School Populaire Guitaar- en Luitschool Album voor Mandoline of Viool Gezellige Uuitjes Wij vierei Feest Onze iuweeltjes Diverse Muziek nummrs, MUZIEKHANDEL. CARTON VOOR ZOLDERBEDEKKIMG DUBBEL ASPHALTPAPIER Tegels, Marmer- en Eikenhoutpapieren, Sterretjes, enz., enz. VERGELIJKT ONZE PRIJZEN. Firma Ter Neuzen Grootste Sorteering Magazijn van Behangsel- papieren Lage Prijzen VRAAGT ONZE STAALBOEKEN. ■zua Cazua uajo)ue)| ua-iaidedeisnjoun 6miaajJ0$ BfHANGSPIJ<ERS BEHANGLINNENS DEURZINK GlASPAPIEREN gauw gezegd worden, dat we er zelf geen prijs op stellen. Hij stemt ook toe, dat het wel aan- genamer zou zijn, indien we ook nog 600 cadeau konden krijgen, maar meent, dat er in het verleden wel onnuttiger geld is wegge- gooid weggegooid is misschien niet het goede woord, laat hem dan zeggen besteed dan voor deze zaak en hij kan er met voile gerustheid zijn stem aan geven. De VOORZITTER kan wel meedeelen, dat het comite het geld niet zal weggooien en als er over is, komt het weer aan de gemeente terug. De heer P. DE FEIJTER brengt in het mid den, dat hij met het nut van het kanaal niet zoo hoog staat en dat het al of niet komen daarvan veel zal afhangen van het standpunt dat de Minister daaromtrent inneemt. Als deze ten slotte zegt, dat het rijk de helft zal be- talen, doch de rest der kosten door de gemeen- ten en polders moet worden gedragen, dan ziet hij er niet veel van komen. Hij helt ook wel wat over tot de meening van den heer't Gilde dat een nogal hoog bedrag wordt voorgesteld. De VOORZITTER meent, dat de heer De Feijter nu op de zaak weel wat vooruitloopt, het gaat thans nog in het geheel niet over het standpunt van den Minister. Het betreft thans alleen de vraag het comite in staat te stellen datgene te.doen wat het noodig acht om de zaak waarom het gaat te bevorderen, het be- strijden der administratiekosten, eventueele huur voor een vergaderlokaal, bezoeken aan den Minister en wat meer noodig blijkt. Nu zal het van het totaal der kosten ook veel af hangen, of het doel al of niet spoedig bereikt wordt. De werkzaamheden kosten geld en hij acht 10 cent per inwoner werkelijk zoo geen bedrag, om daarover te spreken. De heer OOGEL merkt op, dat het geld dat niet noodig blijkt ook niet gebruikt wordt. De VOORZITTER merkt op, dat niet aan iedere gemeente 10 cent per inwoner gevraagd wordt; dit is wel gevraagd aan Axel en Hulst als zijnde de eerst belanghebbende gemeenten doch aan anderen wordt minder gevraagd. De heer P. DE FEIJTER meent, dat het welslagen van het plan veel zal afhangen van hetgeen de regeering daarvoor wil bijdragen. De heer OGGEL meent, dat men niet op de zaak moet vooruitloopen, en dat thans buiten beschouwing laten. De heer 't GILDE verklaart minstens even sympathiek tegenover de zaak zelf te staan als welk ander lid dezer vergadering, maar is door hetgeen gezegd is toch nog niet veran- derd in zijn meening, dat 10 cent per inwoner een te hoog bedrag is. Hij meent, dat de eom- missie gen duizenden guldens noodig heeft Ten opzichte der opmerking van den heer Van Dixhoom, dat vroeger wel eens onnuttiger geld is weggegeven, hij weet niet waar deze op spreekt en kan daarop dus niet ingaan. Hij vindt 10 cent te veel en stelt daarom voor van wege deze gemeente te geven 5 cent. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat het weer het oude liedje is. Als er eens een flink ontwerp ter sprake komt, komt er oppositie met een kruiwagen bezwaren. Die ervaring is hier zoo oud en afgezaagd, dat hij er verder maar niet meer over zal spreken, doch hij wilde er wel eens de aandacht op vestigen. De heer DIELEMAN wil gaarne verklaren, dat deze zaak ook zijn sympathie heeft; hij heeft daarvan ook getuigd door zijn tegenwoor- dighedd op de eerste vergadering. Maar dat neemt niet weg, dat hij toch 10 cent per inwo ner veel vindt. Dit is toch maar voor de voor- bereiding; hadden we het er mede, dan was het wat anders, dan haden we er nog wel 600 voor over. Als alle gemeenten dat voteeren hij meent dat het toch ook aan Hulst is ge vraagd dan zal de cotnmissie over veel geld de beschikking krijgen. Hij is voorts ook van meening, dat de heeren, die er zich voor span- nen, er toch ook wel iets voor mogen doen. Overigens zou hij het beter geacht hebben, in dien het comite eens een' begrooting harer kos ten had overgelegd, dan kon de raad eens zien waarvoor de bijdrage gevraagd wordt. Indien het noodig bleek, zou hij er dan misschien onk wel 15 cent voor over hebben, maar nu weet de raad er niets van en moet maar oppervlak- kig oordeelen, men heeft geenerlei controle. De VOORZITTER merkt op, dat het bedrag dat het comite zal noodig hebben kan mee en tegenvallen. Dat zal er veel van afhangen hoe lang de werkzaamheid moet duren, en dat kan het comite ook niet zeggen. Hij is van oor- deel, dat het zeer in het belang der zaak was, daarover thans niet zoovee) te spreken. Men moet vertrouwen hebben in het comite. E" tegenover dit kleine bedrag dat gevraagd wordt, loont het zeker te probeeren het ver- langde doel te bereiken. De heer KOSTER gelooft, dat de heeren denken, dat van alle gemeenten in Zeeuwsch. Vlaanderen dusdanige bijdrage gevraagd wordt. Dit is geenszins het geval. Van Zuid- dorpe, Koewacht en Overslag, b.v. wordt maar 3 cent gevraagd en van enkele gemeenten die er geen direct belang bij hebben, zooals Hoek en Zaamslag, Ossenisse en Hengstdijk wordt niets gevraagd. De heer OuGEL merkt op, dat, als de Minis ter deze besprekingen hoorde, hij wel van mee ning zou moeten worden, dat het kanaal voor ons niet veel beteekent, terwijl spreker toch wel aanneemt, dat de heeren. er anders over denken. Men moet vertrouwen hebben in het comite, dat het de gelden behoorlijk zal behee- ren. AJs het lang duurt zal het natuurlijk meer geld noodig hebben, dan wanneer de zaak spoe dig wordt opgelost. Het is dus niet vooruit te zeggen, of ze veel of weinig noodig zullen hebben. De heer P. DE FEIJTER verklaart, dat hij in de meening verkeerde, dat van iedere ge meente in Zeeuwsch-Vlaanderen hetzelfde be drag was gevraagd, maar nu hem blijkt, dat dit niet zoo is, acht hij het bedrag niet zoo overdreven en hij stemt toe, dat het comite om te kunnen werken over geld moet kunnen be- schikken. Het voorstel van den heer 't Gilde om 5 cent per inwoner te geven wordt niet ondersteund en kan dus geen punt van beraadslaging uit- maken. Het voorstel van Burgemeester en Wethou- ders wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren J. de Feijter, Ros ter, Baert, Van Dixhoorn, Weijns, Dieleman, P. de Feijter, Van de Casteel en Oggel; tegen stemt de heer 't Gilde. 10. Vergoeding als bedoeld bij art. 13 der Lageronderwijswet. Naar aanleiding van een alsnog ingekomen verzoek van P. Koekkoek te Kijkuit om ver goeding voor schoeisel voor zijn schoolgaand kind over 1924 stellen Burgemeester en Wet- houders voor hem, ingevolge artikel 13 der wet op het Lager Onderwijs een vergoeding toe te kennen van 10. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 11. Omvraag. a. De heer WEIJNS vraagt hoever Burge meester en Wethouders thans staan met de af- rekening voor de bijdrage aan de bijzondere scholen van over 3 jaar. De VOORZITTER deelt mede, dat die afre- kening nog niet geheel klaar is; ze zijn thans bezig het uit te rekenen, en hopen daarmede wat spoed te betrachten. b. De heer't GILDE herinnert aan hetgeen hij de vorige vergadering heeft gezegd omtrent de aanstelling van vaste fitters aan de gasfa- briek. Hij heeft daarover later gesproken met leden der gascommissie en daaruit bleek hem, dat deze unaniem was voor het aanstellen van vaste fitters met een proeftijd van 1 jaar, ook de directeur vond de aanstelling van vaste fit ters een goede oplossing, maar ten slotte ver- nam hij, dat Burgemeester en Wethouders dat ■Standpunt van de gascommissie en den direc teur niet deelden en het daarom niet geschied is. Onder die omstandigheid kan het niet an ders, of hij moet deze zaak in den raad bespre- ken en het spijt hem werkelijk, dat Burge meester en Wethouders dit standpunt innemen en er over deze onnoozele zaak zooveel stof moet worden opgeworpen. Hij acht het een zaak van recht voor het per- soneel der gasfabriek, dat niet billijk behan- dekl wordt. Die losse fitters zouden voor vast behooren te worden aangesteld. Spreker meent terecht, er zijn verwondering over te mogen uitspreken, dat Burgemeester on Wethouders het denkbeeld der Gascommissie en den direc teur niet wenschten over te nemen om die menschen vast aan te stellen. Door den heer Oggel toch is in de vergade ring van 3 Februari 1.1. nog gezegd, dat de Gascommissie onder presidium van den Voor- zitter vergadert, dat als er iets is, deze dat in de vergadering van Burgemeester en .Wethou ders brengt en dat het dan in den raad komt. Indien men dan let op hetgeen nu gebleken is, is het geen wonder, dat, zooals de heer Diele man het uitdrukte, duisterheid blijft bestaan omtrent het werk der gascommissie, want de heer Oggel heeft den raad onvolledig ingelicht. Hij had er aan moeten toevoegen, dat het in den raad komt of er gevolg aan gegeven wordt indien het Burgemeester en Wethouders goed- dunkt." Gaarne zou spreker van Burgemeester en Wethouders vernemen waarom ze het voor stel van de gascommissie van de hand gewezen hebben, terwijl hij ook gaarne zou hooren hoe het met het rapport over deze zaak staat, dat door den heer J. de Feijter in de vorige verga dering met vrij groote zekerheid is aangekon- digd. Er is geen rapport, maar wel komen ons de motieven raadselachtig voor, die Burge meester en Wethouders moeten hebben geleid om 2 jonge menschen uit deze gemeente, waar- van 1 huisvader is, niet verder te willen helpen. De VOORZITTER kan hieromtrent alleen zeggen, dat, zooals den raad bekend is, de vaste benoeming van de werklieden, waaronder ook de fitters gerekend worden, aan Burge meester en Wethouders behoort. In October 1924 is deze kwestie in de gascommissie be- sproken, met het raadsbesluit, dat deze bij Burgemeester en Wethouders het voorstel heeft ingediend om de fitters met ingang van 1 Januari 1.1. vast te benoemen, met een proef tijd van 1 jaar. Dat voorstel is door Burge meester en Wethouders niet aanvaardt. Nu ligt het voor de hand, omdat het benoemings- recht bij Burgemeester en Wethouders berust, dat in den raad van wege het college geen nadere mededeelingen kunnen worden gedaan over de motieven die een of meer leden daar van aanleiding gaven hun stem in een of an- dere richting te bepalen. Hij meent, dat men deze kwestie moet ge- scheiden houden van de opmerkingen over den z.g. sluier die over het werk der commissie zou hangen. Indien een der leden er inlichtingen over wenscht kan hij die van den voorzitter of van de leden wel krijgen. De commissie ver gadert regelmatig en wanneer er een of ander is, dat daartoe aanleiding geeft wordt aan Bur gemeester en Wethouders een voorstel gedaan. Het door den heer J. de Feijter besproken rapport komt in de volgende raadszitting aan de orde, als de herziening van het werklieden- reglement in behandeling komt, aangezien daaruit blijkt, waarom het noodig geacht wordt dit te wijzigen. Aangezien is meegedeeld, dat de gascom missie unaniem voor aanstelling van vaste fitters was, kan sprekers houding in deze zaak bekend geacht worden. Indien de wethouders dat wenschen, kunnen zij met de motieven naar voren lcomen, did tot een negatieve houding hebben geleid. De heer OGGEL heeft- te kennen, dat hij hoofdzakelijk tegen de benoeming van vaste fitters was, omdat hij bezwaar had personen te benoemen van wie de directeur der gasfa briek 3 maanden te voren verklaard had, dat ze ongeschikt waren, wanneer ze als vast werden aangenomen, doch die wel bruikbaar waren als in lossen dienst zijnde fitters, en in de tweede plaats meende hij, dat het niet ge- wenscht was die benoeming te doen alvorens het werkliedenreglement was herzien. De wet houders achtten het niet het geschikte moment om de fitters voor vast te benoemen, zij kon den thans het advies van den directeur niet ac- cepteeren, met het oog op zijn 3 maanden te voren afgelegde verklaring, want deze in aan- merking nemende, werd het toen voor de wet houders duister. Zij hebben geen bezwaar voor vast te benoemen, maar moeten dan de zekerheid hebben, dat het geschikt personeel is, daar het anders een nadeel wordt voor de fabriek. De heer KOSTER wijst er nog op, dat het toen ook over andere fitters ging dan thans, toen betrof het Van Crujjningen en Deij, het gaat niet over de tegenwoordige 2. De heer OGGEL zegt nog, dat Burgemees ter en Wethouders te kennen gegeven hebben, dat, indien er vaste fitters benoemd moesten worden, er dan een oproeping voor goede vak- lieden behoorde te geschieden, omdat men daarover niet beschikte. De VOORZITTER deelt mede, dat het nu gaat over de tegenwoordige 2 fitters en dat de directeur heeft gezegd, dat hij de voile ver- antwoordelijkheid op zich neemt, voor het goed marcheeren der fabriek, indien deze 2 men schen worden aangesteld. Hij zeide, dat we dan niet bang behoeven te zij n en alles evengoed zal verloopen als vroeger. De commissie heeft daarom het voile vertrouwen in dat advies ge- had en is met haar voorstel bij Burgemeester en Wethouders gekomen. De heer 't GILDE vraagt, of de directeur dan van meening veranderd was. Hij wil nog eens naar voren brengen, dat hij, met deze zaak te bespreken, volstrekt teen politiek fortuintje beoogt. Een eyentueel .yerwijt in die richting moet hij verre van zich Werpen. Hij heeft hier nu een twintig vergaderingen bijgewoond en men kan uit zijn daden wel afleiden, dat dit niet zijn doel is, hij is geen drijver. maar hij brengt deze zaak naar voren, omdat hij meent, dat de wijze waarop zij behandeld wordt, niet door den beugel kan. Hij wijst er op, dat Van Cruijningen nog wordt aangehaald, maar dat dit al een jaar geleden was. Op 6 November 1923 heeft spreker hier ook over deze zaak gepleit. Hij is van meening, dat over een zaak als deze, de directeur toch behoort te worden gehoord, en als de directeur zegt, dat het ge schikte personen zijn, men die nemen kan. Van Bendegem is gehuwd en reeds huisvader, ter wijl Lensen toch ook den huwbaren leeftijd heeft. Hij zal over hen niet veel zeggen, doch wil dat aan het rapport over laten. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet loopt over deze fitters, doch over een andere regeling betreffende de overuren in het Werk liedenreglement. De gascommissie heeft haar meening daarover op schrift gezet. De heer OGGEL bevestigt, dat in het voomemen bestaat, in verband daarmede tot wijziging van het reglement over te gaan. DeVOORZITTER meent, dat er alle aan leiding was, om het rapport in verband met die wijziging thans nog niet aan de orde te stel len. En daama zal de kwestie ook wel opge lost worden. De heer 't GILDE kan met die verklaring genoegen nemen. Hij hoopt, dat die kwestie, weike vele gemoederen in beweging brengt, bevredigend zal worden opgelost, want in een tegenovergesteld geval zou een goede samen- werking ook niet meer mogelijk zyn. De VOORZITTER zou zich op een hooger standpunt stellen. Indien hier zaken worden behandeld, zal het meermalen voorkomen, dat een zaak met tot bevredigmg eener minder- heid wordt opgelost, zonder dat dit daarom aanleiding behoeft te zijn, dat de samenwer- king wordt opgezegd. i-»e heer J. on raUTER wil er nog op wij- zen, oat een der oorzaken, dat die kwestie zoo lang nangt, geiegen is in het feit, dat een der beuiOKKenen nog geen Zi jaar was en dus nog met als titter in vasten dienst kon benoemd worden. uaarvan was nog geen sprake toen de gascommissie haar oorspronkeayk voorstei deep, doch dit is later aan de orde gekomen, toen de tegenwoordige personen in het gedmg kwamen. indien met de aanstelling van vaste fitters was doorgegaan, had een oproeping moeten piaats heooen en zou men vreemden hebben moeten benoemen, waartegen de gas commissie wel bezwaar had, aangezien men dan met weet wie men zou krijgen en ook, dat die vreemde menschen zouden kunnen tegen vallen, terwjjl dan bovendien eigen volk moest bedanktworden. Voorts wenschte de gascom missie in het Werkliedenreglement ook de be- palingen op de overuren veranderd te zien, die nu voor de fabriek een schadepost zijn. De gascommissie heeft niet alleen te letten op de beiangen der werklieden, maar ook op die der fabriek en dat aan de ingezetenen zoo goed en goedkoop mogelijk gas wordt geleverd. De heer 't GILDE: Maar dat Werklieden reglement staat of valt toch niet met de aan stelling van 2 vaste fitters. De heer J. DE FEIJTER stemt dat vol- komen toe en merkt op, dat hij dit ook slechts in de tweede plaats aanhaalde als een der ar- gumenten waarom de gascommissie geen be zwaar had nog wat te wachteh. De hoofdzaak was echter dat een der te benoemen personen den leeftijd nog niet had. Dat was dan toch wel degelijk een argument? De heer OGGEL haalt nog aan, dat er vroe ger van de zyde van Burgemeester en Wethou- ders werd aangedrongen op het vast aanstel len van fitters. Toen gaf de directeur te ken nen, dat het meer in het belang der fabriek was om losse te nemen. Nu weer adviseert hij tot het vast aanstellen van fitters en dan nog wel personen die hij 3 maanden te voren onge schikt genoemd had. Dat moet dan toch wel een eigenaardigen indruk maken op hen die geroepen zijn de benoeming te doen. De heer J. DE FEIJTER wijst er op, dat dit geen 3 maanden te voren is gezegd, dat was wel 15 maanden vroeger. De VOORZITTER merkt op, dat hij over deze kwestie den indruk heeft gekregen, dat enkele menschen eikaar verkeerd begrepen of verkeerd verstaan hebben en dat daardoor een misverstand is ontstaan, dat thans moeilijk is op te lossen. De heer DIELEMAN acht het ook wonder- lijk, dat het eene oogenblik de voorkeur wordt gegeven aan los en het andere oogenblik aan vast personeel. De benoeming zou naar zijn meening toch het inzicht den directeur moeten overgelaten worden. De VOORZITTER wijst er op, dat de direc teur het vorig jaar ziek is geweest en dat er dan een tijd was dat de zaak niet goed mar- cheerde. In dat stadium zou hij moeten gezegd hebben, dat die fitters ongeschikt waren. Daar luisteren Burgemeester en Wethouders natuur lijk naar. De heer J. DE FEIJTER: Maar dat ging om 2 andere personen, nu is er een andere bij. De VOORZITTER: Daarom hadden we nu als gascommissie de vrijheid te zeggen, dat de directeur voor de thans in dienst zijnde men schen de voile verantwoordelijkheid op zich nam. De heer J. DE FEIJTER is het eens met den heer Dieleman, dat met het advies van den directeur rekening moet gehouden worden en men niet iemand kan benoemen, dien hij af- keurt. De heer DIELEMAN herhaalt, dat men wel degelijk met de adviezen van den directeur re kening moet houden, maar dat, als men van begin af vastpersoneel aan de fabriek had ge- had, al die moeilijkheden niet zouden voorge- komen zijn. Het geeft zoo den indruk, dat de directeur er eerst voor is iemand te benoemen als deze hem persoonlijk sympathiek is, en dat mag niet van invloed zijn, hij moet als directeur der gasfabriek boven persoonlijke sympathien of antipatien verheven zijn. Hij behoort alleen te letten op de capaciteiten. Er moet hem ad vies worden gevraagd, maar spreker zou er voor zijn, dat Burgemeester en Wethouders vasthielden aan de stelling, dat vast personee. moet benoemd worden. De VOORZITTER noemt dat goed en wel, maar dan moeten ze van verre komen en dan wordt het een dure kraeht. Indien men aiah nu, zooals enkele jaren gabeurd is, met halve krachten evengoed kan heipen, is dat een voor- deel voor de fabriek en krijgen ook ingezete nen de kans zich er in te werken. De heer J. DE FEIJTER moet naar na*_ leiding van de woorden van den heer Dieleman verklaren, dat de gascommissie nimmer den indruk heeft gehad, dat er bij den directeur persoonlijke voorliefde in het spel zou zyn. De heer P. DE FEIJTER wil nog in het licht stellen, dat inmiddels een der, personen van wie de directeur verklaarde, dat hij niet geschikt was, van de fabriek verwijderd was, terwjjl er toen een ander was, die nog niet in aanmer- king kon komen wegens zijn leeftijd. Er toen overwogen dat, als de benoeming werd door- gezet een vreemde zou moeten benoemd wor den en dat men dan een ingezetene gedaan had moeten geven, die nu ook in aanmerking kan komen. Hij gelooft, dat het uitstel in deze een gelukkige daad is geweest. De heer VAN DIXHOORN acht het zeer goed mogelijk en ook juist, dat de directeur voorstelt personen aan te stellen die hem sym pathiek zijn, maar hij veronderstelt, dat zij zijn sympathie dan hebben gewonnen door hun werk en hebben getoond goede krachten te zijn. Is iemand niet op de hoogte, dan zal hij de sympathie van zijn superieuren verspelen. Hij vraagt, of de fitters ook nog voordeel hebben van hun vaste aanstelling. De heer OGGEL antwoordt, dat zij dan ee« rechtspositie krijgen, welke ze thans missen. De VOORZITTER wijst er op, dat ze dan ook voor pensioen in aanmerking komen. Dan wordt hun positie werkelijk beter. De heer VAN DIXHOORN meent, dat, in dien het in het belang van het personeel is, de directeur dat niet op zijde zal schuiven. De heer 't GILDE verklaart, dat het hem genoegen doet te bemerken, dat alle leden er voor zijn, dat in deze kwestie een bevredigende oplossing komt en ook hij is van oordeel, dat de gasfabriek moet varen op het kompas van den directeur. c. De heer 't GILDE vraagt nog naar de regeling van de werkverschaffing. Hij had ge- meend, dat de commissie voor de werkver schaffing had bepaald, dat bij het uitgevoerde grondwerk de ongehuwden zouden afgewieeeld worden. De VOORZITTER noemt dat denkbeeld on- juist. Bij de aanbesteding van dat graafwerk is de bepaling gemaakt, dat de werkkrachten zouden worden geleverd door de commissie. Nu kwamen ook nog anderen zich aanmelden en daarvan zijn er door Burgemeester en Wet houders te werk gesteld aan den watergang bij den heer De Kraker. De aanmemer kon ech ter geen andere meer te werk stellen. Daarbij is rekening gehouden, dat de vaders van groo te gezinnen of die geacht werden het't meek noodig te hebben eerst in aanmerking kwamen. De heer 't GILDE dankt voor de verkregen inlichtingen. d. De heer VAN DE CASTEEL vraagt, of het niet mogelijk zou zijn op Zaterdag te ver- bieden over de markt te rijden. Op een vraag van den voorzitter blijkt, dat hij bedoeld te verbieden het rijden door de Noordstraat, waar de marktbezoekers de graanmarkt houden. De heer OGGEL merkt op, dat het gemeente- bestuur over het rijden door de Noordstraat niets te zeggen heeft, omdat dit een verbin- dingsweg vormt. De heer VAN DE CASTEEL wijst op 'I Neuzen, waar men dat toch ook doet en een 1 regeling voor het verkeer aangeeft. De VOORZITTER meent ook, dat er wel wat aan gedaan zou kunnen worden. De heer VAN DIXHOORN zou zich daar- tegen verzetten, omdat men naar zijn meening de zaak omdraait. Het rijverkeer door de Noordstraat hindert de marktmenschen niet, maar omgekeend hinderen die menschen het rijverkeer, door daar op de straat te gaan staan, die niet voor markt bestemd is; daar- i voor moeten ze op de Markt zijn. De heer VAN DE CASTEEL: Dan zouden ze de markt moeten verleggen naar de Markt. De heer VAN DIXHOORN geeft te kennen, dat hij er dan hard aan zou helpen om moge- lijke stoomis op de markt te voorkomen, maar I de Noordstraat is geen marktplaats. De heer DIELEMANOok geen plaats voor stalling van dekhengsten. De heer VAN DIXHOORN is het er geheel mede eens, dat het ook geen standplaats Is voor dekhengsten; die hooren daar niet. De VOORZITTER zegt bespreking der vraag van den heer Van de Casteel toe. e. De heer DIELEMAN vraagt, welk arti- kel van het Werkliedenreglement zal worden herzien. De VOORZITTER deelt mede, dat het voor- i nemen bestaat art. 21 te wijzigen. Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergadering door den VOORZITTER met het uitspreken van het dankgebed gesloteu. voor zelf-onderricht. Prijs /1,20. voor zelf-onderricht. Prijs 1,20. bevattende 12 populaire en melodieuse Succesnummers met zang_ Prijs f0,90. Album voor Harmonium of Huisorgel. 21 bekende Liederen voor Bruiloften en Partijen. Met begeleiding. Prijs 0,90. Bekende Kinderliedjes met begeleiding voor Piano of Harmonium Pijs 0,90. o. w. Als we Trouwen. Hotel de Nachtegaal. Potasch en Perlemoer Wonderful one. Kitten on the Keys. Zaza. Mellow Moon. Swingin doron the lane. Als ik je zie dan moet ik huilen Knal Effect Cato en de Piccolo. Je cherche ar£s Titine. Diarist. Bdbd. Passione Cara. enz. enz. enz. JOOA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 6