ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No 7720 Maandag 9 Februari 1925 65" Jaargang. -j 6INWEHLAWD. FB B 1LLITOB. A DnuUCMCMTCDDIIO- Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden ADUNfrltmtn I O r n IJ O Voor Ned. Indie en Amerika 2,70 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /'6,60 per jaar Voor 't overig buitenland 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling. Z4EKTE- EN ONGEVALLENWET 1925. Memorie van toelichting. Bij de Tweede Kamer is ingediend ihet ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet 1925. Het ontwerp komt in hoofdtrekken hier- op neer: De herziening is gericht op het verwezen- lijken van eenheid in beginselen en van aansluiting in de uitvoeringsregelen tus- schen de deelen, welke tezamen het gebouw der sociale verzekering zullen vormen. In de vergadering van de Tweede Kamer van 8 April heeft de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid met betrekking tot de wijtze, waarop het beoogde doel het best ware te benaderen, zijin denklbeelden uiteen- gezet. De twee volgende beginselen zouden den grondslag vormen, waarop het nieuwe ge bouw der sociale verzekering behoort te worden opgetrokken: le. De sociale verzekerimg, als verplioh- te verzekering, is in wezen een arbeiders- verzekering. Voor het opnemein in de ver- plichte verzekering van niet-anbeiders ont- breekt derhalve de noodzakelijke reChts- grond. Aan niet-arbeiders kan echter wel de gelegenheid worden geopend om zich door vrijwillige verzekering de voordeelen te verzekeren, welke de arbeiders krachtens de verplichte verzekering zullen genieten. 2e. De uitvoering der verzekering ge- sohiedt bij voorkeur door uit de maatschap- pij opgekomen organen. De overheid be- perke zich zooveel mogelijk tot het stellen van dwingende regelen, het houden van toe- zidit, het geven van noodzakelijke leiding, terwijl aanvullende organen door haar wor den ingesteld, welke de uitvoering der so ciale verzekering op zich zullen nemen. voor zoover daaraan, naast de uit de maat- schappij opgekomen organen, behoefte mocbt blijken. Het ontwerp vertoont dan de volgende hoofdlijnen. Het berust, evenals de be- staande Ziektewet, op den grondslag der verplichte verzekering. Ortder die verplichte Ziekte- en On- gevallen-verzekering zullen vallen alien, die, in loondienst arbeid verrichten. Een loongrens waarboven de verzekering is uit- gesloten, is niet gesteld. Alleen wordt het dagloon, waarvoor geldelijke schadeloos- stelling wordt toegekend, geibonden aan een maximum van 8 gulden. Op deze alge- meene verzekering maakt het ontwerp slechts uitzondering voor de bemanning van zeeschepen. De arbeiders zullen voorts ingevolge het ontwerp verzekerd zijn tegen geldelijke ge- volgen van ziekte en ongeval door het en- keie feit van hun loondienst. Ook de ver plichte ziekteverzekering zal een collectief karakter krijgen. De verzekering der arbeiders is losge- maakt van den aard van hun werk. Even- min onderscheidt het wetsontwerp naar den werkgever, in wiens dienst wordt gearbeid. De voorgedragen regeling geeft den lossen arbeider, die aannemelijk weet te maken, dat hij geregeld loonarbeid pleegt te ver richten, aanspraak op ziekengeld onder zekere voorwaarden. Het ontwerp voorziet in de mogelijkheid om personen in dienst van werkgevers, als de bovengenoemde, van de verplichte ziek- Uit het Engelsch van Edgar Wallace. 33) (Vervolgd). 'Hij greep haar hand en hield die vast, totdat ze zich zadit losmaakte. Ze zwegen verlegen, totda-t Lord Mansar plotsel-ing zei: „Mevrouw Maynard vindt u me heel onbe- leefd, als ik u een persoonlijke vraag doe?" „lk kan me u niet oUbeleefd voorstellen," zei ze lachend. „ls uiw man dood?" Ze schudde het hoofd. ,,Bent u gescheiden?" Weer schudde ze het hoofd. „ls er eenige kans, dat u binnenkort scheidt?" „Neen, Lord Mansar," zei ze kalm en hij reikte haar de hand tot afsaheid. ,,Dat spijt me," zei hij en Gwenda ging naar boven en sohaamde zich. Chick zou cjen volgenden morgen om tien uur kennis komen, maken met den heer Glion. De plaats van ibijeenkomst was een groot, kaal vertrek, gemeUbeld met een lange tafel en een stuk of zes mahoniehou- ten stoelen. Aan de geverfde wanden hingen vier groote kaarten in eiken'houten lijsten en deze vormden met het karpet op den vloer alle versiering van het vertrek. Alleen moet men niet vergeten, dat de heer Bertram Glion op zichzelf een meubel en een sieraad was. Hij was zeer zwaarlijvig, en liet dit nog meer uitkomen door zijn voorliefde voor gekleurde vesten. Deze waren steeds van zijde en gewoonlijk met fantastische patro- nen bewerkt. De heer Glion 'vertelde zijn intiemen vrienden met trots, dat hij de patronen zelf ontwierp, waardoor hij er tenminste eerliik voor uitkwam, dat niemand anders er ver- antwoordelijk voor was. Zijn gezicht was' ten, verzekering te doen uitsluiten, indien de werkgever bij verordening of reglement op voldoende wijze voorzieningen heeft ge- troffen voor het geval van ziekte der bij hem in dienst zijmde arbeiders. De verzekering zal, zooals het door den wetgever gedachte normale geval is, door de bedrijfsvereenigingen worden uitge- voerd. Een afdeeling kan worden ingesteld, uit- sluitend voor de arbeiders, in dienst van denzelfden werkgever. De bedoeling van dit voorsohrift is, het voortbestaan mogelijk te maken, van aan bestaande ondernemin- gen verbonden ziektekassen. Als aanvallende organen treden bij de uitvoering der verzekering op de Rijksver- zekeringsibank en de Raden van Arbeid. De kosten der verzekering worden ge- dragen door de werkgevers. Voor zoover deze niet lid zijn van de bedrijfsvereeniging, zullen zij aan de hand van door hen aan te houden loonlijsten de voor beide verzeke- ringen verschuldigde premie halfjaarlijks hebben te betalen in den vorm van een vast te stellen percentage van het door hen uit - betaalde loon. De bepalingen betre.ffende de uitkeerin- gen en schadeloosstellingen krachtens elk der beide verzekeringen,, zijn zoo goed als ongewijzigd uit de Ziektewet en de Onge vallenwet overgenomen, terwijl ook overi- gens zooveel mogelijk aansluiting is ge- zocht ibij den inhoud dier wetten. Over de kosten van de verzekering wordt nog imedegedeeld, dat een doorsnede- premie van ruim 2 pCt. van het uitbetaalde loon, naar de Regeering verwacht, voldoen de zal zijn om de kosten der ziekteverzeke ring, met inbegrip der administratiekosten, te dekken. Daarbij moet echter in het oog worden gehouden, zegt de memorie van toe lichting, dat deze verzekering niet geheel nieuwe lasten op het bedrijfsleven zal leg- gen. Reeds thans ontvangen immers een 600.000 arbeiders bij ziekte uitkeering, in welker kosten de werkgevers een grooter of geringer deel mededragen. Het ligt in de bedoeling om na aanneming van dit wetsontwerp door de Staten-Gene- raal zoo spoedig mogelijk de indiening te bevorderen van verdere wetsontwerpen toi doorvoering van herzieningsbeginselen. REGELING DER Z1EKENVERZORGING. Memorie van antwoord. De oorspronke- lijke opzet van het ontwerp veranderd. De Staat neemt geen geldelijke lasten op zich. - Regeling van ziekenjondsen. Aan de Atemorie van, Antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer be- treftende het wetsontwerp, houdende rege ling der Ziekteverzorging, wordt het vol gende ontleend: In verband met de moeilijike tijdsomstan- digheden, deelt de Minister mede, kan het ontwerp niet in zijn oorspronkelijken opzet worden gehandhaafd. Het ontwerp beoogde aangemoedigde „self-help". Aan dien steun kan echter onder de tegenwoordige omsfan- digheden niet worden gedacht, zoodat alle voorschriften, welke op den Staat ten be- hoeve van de ziekenverzorging geldelijke lasten legden, uit het ontwerp moesten wor den gelicht. Dit laatste dwong tot een ingrijpen- de wijziging van het ontwerp in zijn geheel, aangezien met het wegvallen van de bijdra- gen van den Staat de ontworpen regeling diik en rood. Bij bijzondere gelegenheden was het vuurrood en de natuur legde den <iadruk op die kleur door hem te begiftigen met een klein wit snorretje en een paar sneeuwwitte wenkbrauwen. Hij was een zeer welgesteld man, die zijn fortuin te danken had aan het goede ver- trouwen van vele aandeelhouders, die dien- tengevolge zeer arm waren. De verhouding tusschen de heer Glion en zijn aandeel'nouders kan men het best verge- lijken met een zandlooper. Plaats den zand- looper, zooals het behoort, dan is er slechts plaats voor zand aan een zijde. Volgens zijn levensopvatting was er geen plaats in de wereld voor rijke aandeelhouders en rijke promotors. De een of de ander moest rijk worden en de heer Glion maakte uit, dat hem dat geluk ten deel moest vallen. Hij zat aan het uiteinde van de tafel in een grooten, gemakkelijken stoel en rechts van hem zat, minder gemakkelijk, zijn vriend en compagnon, John Meggison. Meggison zou men kunnen beschrijven als een ver- sChoten verschijning. A1 zijn goede eigen- schappen waren een beetje verflauwd. Hij had een lang, smal gezicht, was zwijgzaam, droeg een pince-nez en sprak een tikje ge- maaikt. Zijn zorgelijke gelaatsuitdrukking was misschien te wijten aan het feit, dat hij zijn leven lang tevergeefs moeite had ge- daan om zijn begrip van fatsoen aan te passen aan de zware eisdhen van den heer Glion. Glion schoof den stoel achteruit en storid hijgend op, toen Chick aangekondigd werd. „Lord Pelborough, niet waar? Juist. Hij keek Chick aan en zei weer: Juist." De heer Meggison keek Chick ook aan en schudde het hoofd. Het was bedoeld als teeken aan zijn compagnon, dat Chick niet geschikt was. Hij streelde zich met de illusie, dat de heer Glion werd bei'nvloed door zijn o or deel. „Juist," zei de heer Glion weer. „Neem plaats, Lord Pelborough." Vijf minuten lang waggelde de heer Glion door het vertrek met een langen stok wegens haar voor de ziekenfondsen te zwa re lasten niet uitvoerbaar zou zijn. Het ont werp is daarom omgewerkt tot een regeling van de eischen, waaraan, naar de meening van den AAinister, een goed ingericht zieken- fonds, dat bestemd is te voorzien in de ge- neesikundige verzorging van arbeiders en n.et dezen maatschappelijk gelijk stonden, behoort te voldoen en sluit zich derhalve i l dit gev/ijzigde karakter aan bij de regeling der besiaande Ziektewet. Aan een fzondei ke regling wordt ook thans de voorkeur gegeven boven het op- nemen dier regeling in de Ziektewet. In de eerste plaat; daarom, wijl het ziekenfonds- weztn niet uitsluitend is een arbeidersbe- iang, doch ook een belang van de maat schappelijk met arbeidersv gelijkstaande groepen onzer samenleving (kleine zelfstan- digen). Het oorspronkelijk karakter van het ont werp zal worden hersteld, zoodra de tijds- omstandlgheden het toelaten. Tegen wijziging van den naam der wet in „Ziekenfondswet", bestaat bij den Minis ter geen bezwaar. DE VRIJHEIDSBOND. Overeenkomstig het verkiezingsregtement is op 6 en 7 dezer een vergadering gehou- den van den partijraad van den Vrijheids- bond, waarin alle 18 kieskringen vertegen- woordigd waren, ten einde naar aanleiding van de door de afdeelingen in het geheele land gestelde candidaten vast te stellen he! politieke advies over de definitieve combi- naties der candidatenlijsten en over de sa- menstelling en de volgorde op de candida tenlijsten. Bij de samenstelling van het advies werd uitgegaan van de gedachte, dat voor elken kieskring allereerst rekening zou worden gehouden met de gewestelijke verlangens en dat combinaties van kieskringen slechts zouden volgen, voor zoover onderling en uit eigen beweging overeenstemming werd verkregen, aangaande de eerste nummers van de gecombineerde lijst. Met dit systeem werd ten slotte bereikt dat in het land met 8 verschillende geweste lijke lijsten zal worden uitgekomen, t. w.: I: Dordrecht, Middelburg, Leilen, Til- burg; II. Leeuwardm, Groningen, Den Helder, Assen; III: Arnhem, Nijmegen, Den Bosch, Maastricht; IV: Haarlem. Utpecht; V: Zwolle; VI: Amsterdam; VII: 's Gravenhage; VJII: Rotterdam. Het politiek advies omtrent de candidaten voor de eerste plaatsen luidt als volgt: I: 1. Mr. H. C. Dresselhuys; 2. mej. Jo hanna Westerman, 3. Prof. Dr. B. D. Eerd- mans, 4. E. M. Teenstra; II: 1. Mr. G. A. Boon, 2. Dr. S. E. Bie- Tema, 3. D. de Boer (Stompetoren), 4. mevr. H. van. Riet-Smeenge, 5. J. Huges; III: 1. Mr. A. G. A. Ridder van Rappard, 2. Mr. J. Gerritzen, 3. Mr. J. Dijckmeester; IV: 1. Prof. Mr. Dr. A. van Gijn, 2. mevr. E. W. Wynaendts FranckenDyse- rinck; V: 1. Dr. I. H. J. Vos; 2. A. F. Stroink; VI: 1. Mr. H. C. Dresselhuys, 2 Wal- raven Boissevain; VII: 1. Mr. P. Droogleever Fortuyn, 2. Mr. P. J. W. H. Cort van der Linden; VIII: 1 Mr. H. J. Knottenbelt, 2. L. de Groot. Het vender aanvullen der lijsten werd aan het initiatief der kieskringen overgelaten. wijzend op de kaarten en plattegronden aan den wand. Hij trachtte Chick te overtuigen van de waarschijnlij'kheid van petroleum- bronnen bij Doebnitz. Eenigen tijd later voegde de heer Joicey zich bij hen, wiens gebrek aan kennis goed gemaakt werd door enthousiasme en aan den lunch zaten vier directeuren van de Doebnitz-petroleum- maatsdhappij gezamenlijk aan tafel ten huize van den heer Glion. Chick kwarn heel verstrooid thuis. Hij hing zijn hoogen hoed op en zag er zoo be- droefd uit, dat Gwenda er van schrok. „Is het je tegengevallen, Chick?" zei ze. Chick wreef zioh langs den neus en keek haar venwezen aan. „Wat?" zei hij, alsof hij uit een droom ontwaakte. „Neem me niet kwalijk, Gwen da. Tegengevallen? Neen. Het is zoo'n reusachtige onderneming, Gwenda. Er wordt voor een millioen pond aandeelen uitgegeven en mijn naam wordt op het pros pectus gedrukt en ik heb niets te doen, dan eens in de maand op kamtoor te komen." Ze schudde hem bij den sohouder. ,,Beste jongen, honderden menschen zou den er ik weet niet wat voor geven om zoo een betrekking te krijgen." Misschien wel," zei Chick ongeloovig. ,,Maar Gwenda, weet jij iets yan petroleum af?" ,;Of ik er iets van weet?" vroeg ze ver- baasd. „Neen, natuurlijk niet; maar je hoeft nog geen autoriteit op het gebied van petroleum te zijn, als je directeur bent van een petroteummaatschappij." ,,Blij!kbaar niet," zei Ghick. Hij was geabonneerd op een bibliotheek en kwarn den volgenden dag thuis met een stapel boeken onder den arm. Toen Gwen da naar de titels keek en zag, dat ze alle- maal over petroleum liepen, verwonderde ze zich. Ze begon Chick te begrijpen en in te zien, dat achter zijn onibeholpenheid een sterk doorzettingsvermogen school. De moed, die hem telkens weer in den ring had gebracht om een nederlaag te lijden tegen- over een man, die hem ongetwijfeld te sterk lntusschen werd daarbij aan de kieskringen ernstig aanbevolen daarbij aan vrouwelijke candidaten ook verder groote aandacht te schenken. Aan de heeren A'br. Staalman en H. ter Hall waren in het aanvainkelijk politiek ad vies van den partijraad plaatsen resp. in groep VI en groep I toegedaoht, welke rede- lijke kansen op verkiezing boden,. Na mondeling overleg met beide heeren, bleek de wenschelijkheid hun candidatuur niet tot bepaalde kieskringen te beperken, teneinde in het geheele land gelegenheid te bieden op hen stemmen uit te brengen. Een afizonderlijke lijst, hunne namen be- vattende, al of niet met een, der kieskringen verbonden, werd derhalve wenschelijk ge- acht. HET KAMERLID BRAAT EN DE PLATTELANDERS. Het N. v. h. Noorden te Groningen heeft een onderihoud gehad met den heer K. r. de Boer te Siddeburen, lid der Tweede Kamer, afgevaardigde voor den Plattelandersbond en den bondssecretaris, den heer C. Wol- merstet, betreffende het conflict tusschen den heer Braat en den Plattelandersbond. Genoemde heeren deelden aan het blad mede, dat Braat dictator wil spelen in den bond, zonder er de capaciteiten voor te be- zitten. Met hem Is vruchtbare samenwer- king onmogelijk. In de vergadering van den bond, waarin aan een viertal personfn in dien bond werd verzooht uit te treden, wa ren dertig leden van de partij aanwezig, on der wie 20 ,,'Braatmannen,". Degenen, die het met Braat niet eens zijn, mijden de ver- gaderingen, omdat men zijn schimpen beu is. Het conflict is ontstaan, doordat Braat zich niet wilde onderwerpen aan een ge- wijzigde reglementsbepaling, waarbij was bepaald, dat een zittend Kamerlid geen be- stuursfunctie mag waarnemen. Braat wordt in de Kamer niet meer au- serieux genomen. Verscheidene afdeelingen beginnen in te zien, dat hij in de Kamer een gevaar wordt voor het platteland. In Gro ningen werd voongesteld Braat te royeeren. Maar Braat Is door velen ontzien, omdat hij de oprichter van den bond is. A is teekenend voor zijn mentaliteit, zeg- gen genoemde plattelanders verder, dat nimmer tot rapporteur is benoemd, dat alien hem in de koffiekamer mijden en dat toen de heer De Boer hem eens verzocht mee de Kamerstukken na te zien^ Braat antwoord- i de: „Ik m'n tijd geven aan die rWat I denk je wel. Ik ga veel liever naar de bios- coop." De beide heeren dachten er niet aan de j belangen van den bond door iemand als Braat te laten verwaarloozen. Zij denken j er. niet aan hun post te verlaten, doch wei- i geren pertinent iedere samenwerking met Braat, op grand van hun overtuiging, dat uit zijn optreden nooit iets goeds kan tot stand komen. HET Dr. SCHAEPMAN-MONUMENT. Wij lezen in „De Msb.", dat het Dr. Schaepman^Comite er in geslaagd is, Tub- bergen, de geboorteplaats van Dr. Schaep- man, een grootsch standibeeld te bezorgen, zooals er niet veel in den lande te vinden i zijn, een standibeeld, dat Twente nog niet i rijk is." j ,,Neeland's grootste zoon krijgt nu een was, maar hem tot het eind toe hardnekkig j bestreed, die zelfde moed, hield hem nu drie dagen en naohten lang in zijn slaapkamer opgesloten; gedurende dien tijd werd de achterdooht bevestigd, die opgewekt was door een blik van verstandhouding tusschen Glion en zijn compagnon. I Het was aan den lunch geweest, toen de i heer Joicey sprak over het dividend, dat uit- I gekeerd zou worden. Chick had slechts een j blik opgevangen maar dat was genoeg. I Een week verliep en hij had alle boeken i over petroleum doongewerkt. Hij had de I boeken nu ingeruild voor de eenige aan- weizige brochure over Roemenie. Het was een klein boekje, maar het was in het l Duitsch en weer zat Chick er drie dagen i lang over gebogen, om met behulp van een i Duitsch-Engelsch woordenlboek de rare Gothische letters te ontcijferen, waarbij hij aanteekeningen maakte in zijn eigenaardig i krielbelig handschrift. i Het prospectus was uitgegeven met, vol gens Lord Mansar, ongepaste haast en bij I de eerste bestuursvergadering, waaraan Chick deelnam, kondigde de heer Glion aan, dat inteekeningen binnen „stroomden". Glion, die tallooze maatschappijen had zien komen en gaan en veel ervaring had van schijo^directeuren, reed na de vergadering naar zijn groot huis in Haus Crescent terug, kokend van woede. ,,Met wat voor een vent hebben ze me nu opgescheept?" raasde hij tegen den zacht- moedigen Meggison. „Het is een onvergeef- lijke stommerd. Ik gaf er wat voor als ik I hem er uit kon trappen." ,,Hij is jong," mompelde de heer Meggi- i son. 1 „Jong loop naar den duivel!" barstte de heer Glion uit. Over zaken, die in tien minuten afgehandeld hadden moeten wor- 1 den, zeurde hij tot zes uur! Heb je opge- merkt, hoe hij per se het verslag van den in- genieur won lezen? Heb je gehoord, wat h.ij zei over den prijs en wie het geld kreeg?" „H:i is nog heel jong!" morripelde de heer Meggison. monument, hem waardig. Op den hoogen sohitterend gelegen Tubiberger Esch, aan den straatweg van Tuibbergen naar Almeio, midden in de heerlijlke roggevelden, zal naar gehoopt wordt in het volgend jaar die marquante figuur verrijzen; daar zal Dr. Schaepsman's beeltenis, meermalen levensgroot, in brons-koper te aanschouwen zijn, daar zal hij kdmen te staan die talent- voile redenaar, doctor, hoogleeraar en staatsman, aan wien de Nederlandsche na- tie, in het bijzonder ons Roomsche volk, ontzaglijk veel te danken heeft." HOLLAND OP Z'N MALST De draaibrug over de Koningshaven in Rotterdam aldus schrijft de H. Crt. zou vervangen worden door een hefbrug. Dringend noodig was het niet en aangezien de Staat met de dubbeltjes der zwaarbe- iaste burgerij uiterst zuinig moet zijn, scheen het, dat men dit werk wel tot beter tijden zou uitstellen. Het bleek echter, teneinde de ijzerindustr e hier te Jande een zeer noodigen steun te geven in een moei lijken tijd en de werkloosheid te bestrijden, zeer wensch-lijk om toch dit werk nu reeds te doen uitvoeren. Een //werkver- ruiming", waarvoor zeer zeker heel veel te zeggen is De post bleef dan ook op de begrooting gehandhaafd tot steun van den nationale industrie en bestrijding van de werkloosheid. Tot zoover is alles prachtig. Maar nu komt de klap op den vuurpijlhet ver vangen van de draaibrug over de Konings haven te Rotterdam door een hefbrug, met bijkomende werken, is opgedragen aan de N. V. Rollo Gute Hoffnungshiitte te Oberhausen voor 688 800 Deze Duitsche firma had iets lager ingeschreven dan de „nationale industrie". Zuinig beleid, zal men zeggen maar wat blijft er nu over van de bescherming der //nationale industrie" en van de be strijding der werkloosheid Meu bespaart iets, maar het geld gaatnaar Ouitsch- land en de nationale industrie". tot welker bescherming het werk op de begrooting bleef, ziet dit buitenkansje aan haar neus voorbijgaan en ook de werkloozen hebben het nakijken Van de u werkverruiming", waarvoor het toegestane geld bestemd was, komt niets terecht en men had dus het heele bedrag kunnen besparen. Is het niet een hoon voor de lioogge- prezen „nationale industrie", een hoon, waarover de vereeniging „Het Nederlandsch Fabrikaat" nog wel eens een woordje mag meespreken Het voor //werkverruiming" hier te lande bestemde geld gaat dus naar Duitschland. En wat doet men in Duitschland V Daar denkt men anders bver de bescherming der nationale industrie Nog altijd hand- haafd Duitschland het invoer erbod voor Nederlandsche electromotoren, tot groote schade voor dezen tak van Nederlandsche industrie. Maar Holland gunt als contra- beleefdheid het werk, dat hier te laude zou worden uitgevoerd voor werkver ruiming", aan de Duitsche industrie #A1 te goed is buurman's gek", zegt het spreekwoord. .,Jong!" sputterde de kogelronde Glion. ,,Hij heeft Joiceys vertrouwen aan het wan- kelen gebracht en Joicey moet den boel aan de markt brengen." Op datzelfde oogeniblik wandelde de heer Joicey, nu niet meer enthousiast, langs de I hames, vergezdd van een somberen Chick. Chick's hooge 'hoed stond achter op zijn hoofd en hij had de handen in de zakken. ,,U weet een hoop van petroleum af!" zei Joicey wrevelig, want een man ziet niet graag zijn idealen vervliegen. „Hoe weet u dat allemaal?" ,,Gelezen," zei Chick. „0, uit boeken," zei de heer Joicey met minachting. ,,Ja," zei Chick, „uit boeken. U weet toch zeker dok uit boeken, dat Roemenie bestaat. Of bent u er zelf geweest?" De iheer Joicey moest dit toegeven. „U heibt Glion wild gemaakt," zei hij, na- dat ze een paar minuten zwijgend voortge- loopen hadden. „0 ja?" zei Chick omverschillig. „Dat is die dikke, roode man, he?" „Ja. U hebt hem een beetje in het nauw gedreven met dien aankoopsprijs. Vijfhon- derd pond is niet te veel, zooals ik ver wacht." Chick brornde iets binnensmonds. ,,Wie krijgt het geld?" vroeg hij na een tijdje. „Het petroleumsyndicaat," antwoordde de heer Joicey, niets op zijn gemak, want hij wist, dat het petroleumsyndicaat een andere naam was voor Glion en Meggison. Ze namen afscbeid op het punt, waar de trams in den tunnel verdwijnen om naar Southampton Row te stijgen en bij die ge legenheid loste Chick zijn laatste schot. ,,Ik geloof niet dat er een druppel petro leum zit", zei hij. „Goeden avond, mijnheer Joicey." De jemgeman keek hem beduusd na. (Wordt vervolgd.) TER NEUZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 1