ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 7720
Maandag 9 Februari 1925
65" Jaargang.
-j
6INWEHLAWD.
FB B 1LLITOB.
A DnuUCMCMTCDDIIO- Voor binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden
ADUNfrltmtn I O r n IJ O Voor Ned. Indie en Amerika 2,70 per 3 maanden
Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post /'6,60 per jaar
Voor 't overig buitenland 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Z4EKTE- EN ONGEVALLENWET 1925.
Memorie van toelichting.
Bij de Tweede Kamer is ingediend ihet
ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet 1925.
Het ontwerp komt in hoofdtrekken hier-
op neer:
De herziening is gericht op het verwezen-
lijken van eenheid in beginselen en van
aansluiting in de uitvoeringsregelen tus-
schen de deelen, welke tezamen het gebouw
der sociale verzekering zullen vormen.
In de vergadering van de Tweede Kamer
van 8 April heeft de Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid met betrekking tot de
wijtze, waarop het beoogde doel het best
ware te benaderen, zijin denklbeelden uiteen-
gezet.
De twee volgende beginselen zouden den
grondslag vormen, waarop het nieuwe ge
bouw der sociale verzekering behoort te
worden opgetrokken:
le. De sociale verzekerimg, als verplioh-
te verzekering, is in wezen een arbeiders-
verzekering. Voor het opnemein in de ver-
plichte verzekering van niet-anbeiders ont-
breekt derhalve de noodzakelijke reChts-
grond. Aan niet-arbeiders kan echter wel
de gelegenheid worden geopend om zich
door vrijwillige verzekering de voordeelen
te verzekeren, welke de arbeiders krachtens
de verplichte verzekering zullen genieten.
2e. De uitvoering der verzekering ge-
sohiedt bij voorkeur door uit de maatschap-
pij opgekomen organen. De overheid be-
perke zich zooveel mogelijk tot het stellen
van dwingende regelen, het houden van toe-
zidit, het geven van noodzakelijke leiding,
terwijl aanvullende organen door haar wor
den ingesteld, welke de uitvoering der so
ciale verzekering op zich zullen nemen.
voor zoover daaraan, naast de uit de maat-
schappij opgekomen organen, behoefte
mocbt blijken.
Het ontwerp vertoont dan de volgende
hoofdlijnen. Het berust, evenals de be-
staande Ziektewet, op den grondslag der
verplichte verzekering.
Ortder die verplichte Ziekte- en On-
gevallen-verzekering zullen vallen alien,
die, in loondienst arbeid verrichten. Een
loongrens waarboven de verzekering is uit-
gesloten, is niet gesteld. Alleen wordt het
dagloon, waarvoor geldelijke schadeloos-
stelling wordt toegekend, geibonden aan een
maximum van 8 gulden. Op deze alge-
meene verzekering maakt het ontwerp
slechts uitzondering voor de bemanning
van zeeschepen.
De arbeiders zullen voorts ingevolge het
ontwerp verzekerd zijn tegen geldelijke ge-
volgen van ziekte en ongeval door het en-
keie feit van hun loondienst. Ook de ver
plichte ziekteverzekering zal een collectief
karakter krijgen.
De verzekering der arbeiders is losge-
maakt van den aard van hun werk. Even-
min onderscheidt het wetsontwerp naar den
werkgever, in wiens dienst wordt gearbeid.
De voorgedragen regeling geeft den lossen
arbeider, die aannemelijk weet te maken,
dat hij geregeld loonarbeid pleegt te ver
richten, aanspraak op ziekengeld onder
zekere voorwaarden.
Het ontwerp voorziet in de mogelijkheid
om personen in dienst van werkgevers, als
de bovengenoemde, van de verplichte ziek-
Uit het Engelsch
van Edgar Wallace.
33) (Vervolgd).
'Hij greep haar hand en hield die vast,
totdat ze zich zadit losmaakte. Ze zwegen
verlegen, totda-t Lord Mansar plotsel-ing zei:
„Mevrouw Maynard vindt u me heel onbe-
leefd, als ik u een persoonlijke vraag doe?"
„lk kan me u niet oUbeleefd voorstellen,"
zei ze lachend.
„ls uiw man dood?"
Ze schudde het hoofd.
,,Bent u gescheiden?"
Weer schudde ze het hoofd.
„ls er eenige kans, dat u binnenkort
scheidt?"
„Neen, Lord Mansar," zei ze kalm en hij
reikte haar de hand tot afsaheid.
,,Dat spijt me," zei hij en Gwenda ging
naar boven en sohaamde zich.
Chick zou cjen volgenden morgen om tien
uur kennis komen, maken met den heer
Glion. De plaats van ibijeenkomst was een
groot, kaal vertrek, gemeUbeld met een
lange tafel en een stuk of zes mahoniehou-
ten stoelen. Aan de geverfde wanden hingen
vier groote kaarten in eiken'houten lijsten en
deze vormden met het karpet op den vloer
alle versiering van het vertrek. Alleen moet
men niet vergeten, dat de heer Bertram
Glion op zichzelf een meubel en een sieraad
was. Hij was zeer zwaarlijvig, en liet dit
nog meer uitkomen door zijn voorliefde voor
gekleurde vesten. Deze waren steeds van
zijde en gewoonlijk met fantastische patro-
nen bewerkt.
De heer Glion 'vertelde zijn intiemen
vrienden met trots, dat hij de patronen zelf
ontwierp, waardoor hij er tenminste eerliik
voor uitkwam, dat niemand anders er ver-
antwoordelijk voor was. Zijn gezicht was'
ten, verzekering te doen uitsluiten, indien
de werkgever bij verordening of reglement
op voldoende wijze voorzieningen heeft ge-
troffen voor het geval van ziekte der bij
hem in dienst zijmde arbeiders.
De verzekering zal, zooals het door den
wetgever gedachte normale geval is, door
de bedrijfsvereenigingen worden uitge-
voerd.
Een afdeeling kan worden ingesteld, uit-
sluitend voor de arbeiders, in dienst van
denzelfden werkgever. De bedoeling van
dit voorsohrift is, het voortbestaan mogelijk
te maken, van aan bestaande ondernemin-
gen verbonden ziektekassen.
Als aanvallende organen treden bij de
uitvoering der verzekering op de Rijksver-
zekeringsibank en de Raden van Arbeid.
De kosten der verzekering worden ge-
dragen door de werkgevers. Voor zoover
deze niet lid zijn van de bedrijfsvereeniging,
zullen zij aan de hand van door hen aan te
houden loonlijsten de voor beide verzeke-
ringen verschuldigde premie halfjaarlijks
hebben te betalen in den vorm van een vast
te stellen percentage van het door hen uit -
betaalde loon.
De bepalingen betre.ffende de uitkeerin-
gen en schadeloosstellingen krachtens elk
der beide verzekeringen,, zijn zoo goed als
ongewijzigd uit de Ziektewet en de Onge
vallenwet overgenomen, terwijl ook overi-
gens zooveel mogelijk aansluiting is ge-
zocht ibij den inhoud dier wetten.
Over de kosten van de verzekering wordt
nog imedegedeeld, dat een doorsnede-
premie van ruim 2 pCt. van het uitbetaalde
loon, naar de Regeering verwacht, voldoen
de zal zijn om de kosten der ziekteverzeke
ring, met inbegrip der administratiekosten,
te dekken. Daarbij moet echter in het oog
worden gehouden, zegt de memorie van toe
lichting, dat deze verzekering niet geheel
nieuwe lasten op het bedrijfsleven zal leg-
gen. Reeds thans ontvangen immers een
600.000 arbeiders bij ziekte uitkeering, in
welker kosten de werkgevers een grooter
of geringer deel mededragen.
Het ligt in de bedoeling om na aanneming
van dit wetsontwerp door de Staten-Gene-
raal zoo spoedig mogelijk de indiening te
bevorderen van verdere wetsontwerpen toi
doorvoering van herzieningsbeginselen.
REGELING DER Z1EKENVERZORGING.
Memorie van antwoord. De oorspronke-
lijke opzet van het ontwerp veranderd.
De Staat neemt geen geldelijke lasten
op zich. - Regeling van ziekenjondsen.
Aan de Atemorie van, Antwoord op het
voorloopig verslag der Tweede Kamer be-
treftende het wetsontwerp, houdende rege
ling der Ziekteverzorging, wordt het vol
gende ontleend:
In verband met de moeilijike tijdsomstan-
digheden, deelt de Minister mede, kan het
ontwerp niet in zijn oorspronkelijken opzet
worden gehandhaafd. Het ontwerp beoogde
aangemoedigde „self-help". Aan dien steun
kan echter onder de tegenwoordige omsfan-
digheden niet worden gedacht, zoodat alle
voorschriften, welke op den Staat ten be-
hoeve van de ziekenverzorging geldelijke
lasten legden, uit het ontwerp moesten wor
den gelicht.
Dit laatste dwong tot een ingrijpen-
de wijziging van het ontwerp in zijn geheel,
aangezien met het wegvallen van de bijdra-
gen van den Staat de ontworpen regeling
diik en rood. Bij bijzondere gelegenheden
was het vuurrood en de natuur legde den
<iadruk op die kleur door hem te begiftigen
met een klein wit snorretje en een paar
sneeuwwitte wenkbrauwen.
Hij was een zeer welgesteld man, die zijn
fortuin te danken had aan het goede ver-
trouwen van vele aandeelhouders, die dien-
tengevolge zeer arm waren.
De verhouding tusschen de heer Glion en
zijn aandeel'nouders kan men het best verge-
lijken met een zandlooper. Plaats den zand-
looper, zooals het behoort, dan is er slechts
plaats voor zand aan een zijde. Volgens
zijn levensopvatting was er geen plaats in
de wereld voor rijke aandeelhouders en rijke
promotors. De een of de ander moest rijk
worden en de heer Glion maakte uit, dat hem
dat geluk ten deel moest vallen.
Hij zat aan het uiteinde van de tafel in
een grooten, gemakkelijken stoel en rechts
van hem zat, minder gemakkelijk, zijn vriend
en compagnon, John Meggison. Meggison
zou men kunnen beschrijven als een ver-
sChoten verschijning. A1 zijn goede eigen-
schappen waren een beetje verflauwd. Hij
had een lang, smal gezicht, was zwijgzaam,
droeg een pince-nez en sprak een tikje ge-
maaikt. Zijn zorgelijke gelaatsuitdrukking
was misschien te wijten aan het feit, dat hij
zijn leven lang tevergeefs moeite had ge-
daan om zijn begrip van fatsoen aan te
passen aan de zware eisdhen van den heer
Glion.
Glion schoof den stoel achteruit en storid
hijgend op, toen Chick aangekondigd werd.
„Lord Pelborough, niet waar? Juist. Hij
keek Chick aan en zei weer: Juist."
De heer Meggison keek Chick ook aan en
schudde het hoofd. Het was bedoeld als
teeken aan zijn compagnon, dat Chick niet
geschikt was. Hij streelde zich met de
illusie, dat de heer Glion werd bei'nvloed
door zijn o or deel.
„Juist," zei de heer Glion weer. „Neem
plaats, Lord Pelborough."
Vijf minuten lang waggelde de heer
Glion door het vertrek met een langen stok
wegens haar voor de ziekenfondsen te zwa
re lasten niet uitvoerbaar zou zijn. Het ont
werp is daarom omgewerkt tot een regeling
van de eischen, waaraan, naar de meening
van den AAinister, een goed ingericht zieken-
fonds, dat bestemd is te voorzien in de ge-
neesikundige verzorging van arbeiders en
n.et dezen maatschappelijk gelijk stonden,
behoort te voldoen en sluit zich derhalve i l
dit gev/ijzigde karakter aan bij de regeling
der besiaande Ziektewet.
Aan een fzondei ke regling wordt ook
thans de voorkeur gegeven boven het op-
nemen dier regeling in de Ziektewet. In de
eerste plaat; daarom, wijl het ziekenfonds-
weztn niet uitsluitend is een arbeidersbe-
iang, doch ook een belang van de maat
schappelijk met arbeidersv gelijkstaande
groepen onzer samenleving (kleine zelfstan-
digen).
Het oorspronkelijk karakter van het ont
werp zal worden hersteld, zoodra de tijds-
omstandlgheden het toelaten.
Tegen wijziging van den naam der wet
in „Ziekenfondswet", bestaat bij den Minis
ter geen bezwaar.
DE VRIJHEIDSBOND.
Overeenkomstig het verkiezingsregtement
is op 6 en 7 dezer een vergadering gehou-
den van den partijraad van den Vrijheids-
bond, waarin alle 18 kieskringen vertegen-
woordigd waren, ten einde naar aanleiding
van de door de afdeelingen in het geheele
land gestelde candidaten vast te stellen he!
politieke advies over de definitieve combi-
naties der candidatenlijsten en over de sa-
menstelling en de volgorde op de candida
tenlijsten.
Bij de samenstelling van het advies werd
uitgegaan van de gedachte, dat voor elken
kieskring allereerst rekening zou worden
gehouden met de gewestelijke verlangens en
dat combinaties van kieskringen slechts
zouden volgen, voor zoover onderling en
uit eigen beweging overeenstemming werd
verkregen, aangaande de eerste nummers
van de gecombineerde lijst.
Met dit systeem werd ten slotte bereikt
dat in het land met 8 verschillende geweste
lijke lijsten zal worden uitgekomen, t. w.:
I: Dordrecht, Middelburg, Leilen, Til-
burg; II. Leeuwardm, Groningen, Den
Helder, Assen; III: Arnhem, Nijmegen,
Den Bosch, Maastricht; IV: Haarlem.
Utpecht; V: Zwolle; VI: Amsterdam; VII:
's Gravenhage; VJII: Rotterdam.
Het politiek advies omtrent de candidaten
voor de eerste plaatsen luidt als volgt:
I: 1. Mr. H. C. Dresselhuys; 2. mej. Jo
hanna Westerman, 3. Prof. Dr. B. D. Eerd-
mans, 4. E. M. Teenstra;
II: 1. Mr. G. A. Boon, 2. Dr. S. E. Bie-
Tema, 3. D. de Boer (Stompetoren), 4.
mevr. H. van. Riet-Smeenge, 5. J. Huges;
III: 1. Mr. A. G. A. Ridder van Rappard,
2. Mr. J. Gerritzen, 3. Mr. J. Dijckmeester;
IV: 1. Prof. Mr. Dr. A. van Gijn, 2.
mevr. E. W. Wynaendts FranckenDyse-
rinck;
V: 1. Dr. I. H. J. Vos; 2. A. F. Stroink;
VI: 1. Mr. H. C. Dresselhuys, 2 Wal-
raven Boissevain;
VII: 1. Mr. P. Droogleever Fortuyn, 2.
Mr. P. J. W. H. Cort van der Linden;
VIII: 1 Mr. H. J. Knottenbelt, 2. L. de
Groot.
Het vender aanvullen der lijsten werd aan
het initiatief der kieskringen overgelaten.
wijzend op de kaarten en plattegronden aan
den wand. Hij trachtte Chick te overtuigen
van de waarschijnlij'kheid van petroleum-
bronnen bij Doebnitz. Eenigen tijd later
voegde de heer Joicey zich bij hen, wiens
gebrek aan kennis goed gemaakt werd door
enthousiasme en aan den lunch zaten vier
directeuren van de Doebnitz-petroleum-
maatsdhappij gezamenlijk aan tafel ten huize
van den heer Glion.
Chick kwarn heel verstrooid thuis. Hij
hing zijn hoogen hoed op en zag er zoo be-
droefd uit, dat Gwenda er van schrok.
„Is het je tegengevallen, Chick?" zei ze.
Chick wreef zioh langs den neus en keek
haar venwezen aan.
„Wat?" zei hij, alsof hij uit een droom
ontwaakte. „Neem me niet kwalijk, Gwen
da. Tegengevallen? Neen. Het is zoo'n
reusachtige onderneming, Gwenda. Er
wordt voor een millioen pond aandeelen
uitgegeven en mijn naam wordt op het pros
pectus gedrukt en ik heb niets te doen, dan
eens in de maand op kamtoor te komen."
Ze schudde hem bij den sohouder.
,,Beste jongen, honderden menschen zou
den er ik weet niet wat voor geven om zoo
een betrekking te krijgen."
Misschien wel," zei Chick ongeloovig.
,,Maar Gwenda, weet jij iets yan petroleum
af?"
,;Of ik er iets van weet?" vroeg ze ver-
baasd. „Neen, natuurlijk niet; maar je
hoeft nog geen autoriteit op het gebied van
petroleum te zijn, als je directeur bent van
een petroteummaatschappij."
,,Blij!kbaar niet," zei Ghick.
Hij was geabonneerd op een bibliotheek
en kwarn den volgenden dag thuis met een
stapel boeken onder den arm. Toen Gwen
da naar de titels keek en zag, dat ze alle-
maal over petroleum liepen, verwonderde ze
zich. Ze begon Chick te begrijpen en in te
zien, dat achter zijn onibeholpenheid een
sterk doorzettingsvermogen school. De
moed, die hem telkens weer in den ring had
gebracht om een nederlaag te lijden tegen-
over een man, die hem ongetwijfeld te sterk
lntusschen werd daarbij aan de kieskringen
ernstig aanbevolen daarbij aan vrouwelijke
candidaten ook verder groote aandacht te
schenken.
Aan de heeren A'br. Staalman en H. ter
Hall waren in het aanvainkelijk politiek ad
vies van den partijraad plaatsen resp. in
groep VI en groep I toegedaoht, welke rede-
lijke kansen op verkiezing boden,.
Na mondeling overleg met beide heeren,
bleek de wenschelijkheid hun candidatuur
niet tot bepaalde kieskringen te beperken,
teneinde in het geheele land gelegenheid te
bieden op hen stemmen uit te brengen.
Een afizonderlijke lijst, hunne namen be-
vattende, al of niet met een, der kieskringen
verbonden, werd derhalve wenschelijk ge-
acht.
HET KAMERLID BRAAT EN DE
PLATTELANDERS.
Het N. v. h. Noorden te Groningen heeft
een onderihoud gehad met den heer K. r. de
Boer te Siddeburen, lid der Tweede Kamer,
afgevaardigde voor den Plattelandersbond
en den bondssecretaris, den heer C. Wol-
merstet, betreffende het conflict tusschen
den heer Braat en den Plattelandersbond.
Genoemde heeren deelden aan het blad
mede, dat Braat dictator wil spelen in den
bond, zonder er de capaciteiten voor te be-
zitten. Met hem Is vruchtbare samenwer-
king onmogelijk. In de vergadering van den
bond, waarin aan een viertal personfn in
dien bond werd verzooht uit te treden, wa
ren dertig leden van de partij aanwezig, on
der wie 20 ,,'Braatmannen,". Degenen, die
het met Braat niet eens zijn, mijden de ver-
gaderingen, omdat men zijn schimpen
beu is.
Het conflict is ontstaan, doordat Braat
zich niet wilde onderwerpen aan een ge-
wijzigde reglementsbepaling, waarbij was
bepaald, dat een zittend Kamerlid geen be-
stuursfunctie mag waarnemen.
Braat wordt in de Kamer niet meer au-
serieux genomen. Verscheidene afdeelingen
beginnen in te zien, dat hij in de Kamer een
gevaar wordt voor het platteland. In Gro
ningen werd voongesteld Braat te royeeren.
Maar Braat Is door velen ontzien, omdat hij
de oprichter van den bond is.
A is teekenend voor zijn mentaliteit, zeg-
gen genoemde plattelanders verder, dat
nimmer tot rapporteur is benoemd, dat alien
hem in de koffiekamer mijden en dat toen
de heer De Boer hem eens verzocht mee de
Kamerstukken na te zien^ Braat antwoord-
i de: „Ik m'n tijd geven aan die rWat
I denk je wel. Ik ga veel liever naar de bios-
coop."
De beide heeren dachten er niet aan de
j belangen van den bond door iemand als
Braat te laten verwaarloozen. Zij denken
j er. niet aan hun post te verlaten, doch wei-
i geren pertinent iedere samenwerking met
Braat, op grand van hun overtuiging, dat
uit zijn optreden nooit iets goeds kan tot
stand komen.
HET Dr. SCHAEPMAN-MONUMENT.
Wij lezen in „De Msb.", dat het Dr.
Schaepman^Comite er in geslaagd is, Tub-
bergen, de geboorteplaats van Dr. Schaep-
man, een grootsch standibeeld te bezorgen,
zooals er niet veel in den lande te vinden
i zijn, een standibeeld, dat Twente nog niet
i rijk is."
j ,,Neeland's grootste zoon krijgt nu een
was, maar hem tot het eind toe hardnekkig
j bestreed, die zelfde moed, hield hem nu drie
dagen en naohten lang in zijn slaapkamer
opgesloten; gedurende dien tijd werd de
achterdooht bevestigd, die opgewekt was
door een blik van verstandhouding tusschen
Glion en zijn compagnon.
I Het was aan den lunch geweest, toen de
i heer Joicey sprak over het dividend, dat uit-
I gekeerd zou worden. Chick had slechts een
j blik opgevangen maar dat was genoeg.
I Een week verliep en hij had alle boeken
i over petroleum doongewerkt. Hij had de
I boeken nu ingeruild voor de eenige aan-
weizige brochure over Roemenie. Het was
een klein boekje, maar het was in het
l Duitsch en weer zat Chick er drie dagen
i lang over gebogen, om met behulp van een
i Duitsch-Engelsch woordenlboek de rare
Gothische letters te ontcijferen, waarbij hij
aanteekeningen maakte in zijn eigenaardig
i krielbelig handschrift.
i Het prospectus was uitgegeven met, vol
gens Lord Mansar, ongepaste haast en bij
I de eerste bestuursvergadering, waaraan
Chick deelnam, kondigde de heer Glion aan,
dat inteekeningen binnen „stroomden".
Glion, die tallooze maatschappijen had zien
komen en gaan en veel ervaring had van
schijo^directeuren, reed na de vergadering
naar zijn groot huis in Haus Crescent terug,
kokend van woede.
,,Met wat voor een vent hebben ze me nu
opgescheept?" raasde hij tegen den zacht-
moedigen Meggison. „Het is een onvergeef-
lijke stommerd. Ik gaf er wat voor als ik
I hem er uit kon trappen."
,,Hij is jong," mompelde de heer Meggi-
i son.
1 „Jong loop naar den duivel!" barstte
de heer Glion uit. Over zaken, die in tien
minuten afgehandeld hadden moeten wor-
1 den, zeurde hij tot zes uur! Heb je opge-
merkt, hoe hij per se het verslag van den in-
genieur won lezen? Heb je gehoord, wat h.ij
zei over den prijs en wie het geld kreeg?"
„H:i is nog heel jong!" morripelde de heer
Meggison.
monument, hem waardig. Op den hoogen
sohitterend gelegen Tubiberger Esch, aan
den straatweg van Tuibbergen naar Almeio,
midden in de heerlijlke roggevelden, zal
naar gehoopt wordt in het volgend jaar
die marquante figuur verrijzen; daar zal
Dr. Schaepsman's beeltenis, meermalen
levensgroot, in brons-koper te aanschouwen
zijn, daar zal hij kdmen te staan die talent-
voile redenaar, doctor, hoogleeraar en
staatsman, aan wien de Nederlandsche na-
tie, in het bijzonder ons Roomsche volk,
ontzaglijk veel te danken heeft."
HOLLAND OP Z'N MALST
De draaibrug over de Koningshaven in
Rotterdam aldus schrijft de H. Crt. zou
vervangen worden door een hefbrug.
Dringend noodig was het niet en aangezien
de Staat met de dubbeltjes der zwaarbe-
iaste burgerij uiterst zuinig moet zijn,
scheen het, dat men dit werk wel tot beter
tijden zou uitstellen. Het bleek echter,
teneinde de ijzerindustr e hier te Jande een
zeer noodigen steun te geven in een moei
lijken tijd en de werkloosheid te bestrijden,
zeer wensch-lijk om toch dit werk nu
reeds te doen uitvoeren. Een //werkver-
ruiming", waarvoor zeer zeker heel veel
te zeggen is De post bleef dan ook op
de begrooting gehandhaafd tot steun van
den nationale industrie en bestrijding van
de werkloosheid.
Tot zoover is alles prachtig. Maar nu
komt de klap op den vuurpijlhet ver
vangen van de draaibrug over de Konings
haven te Rotterdam door een hefbrug, met
bijkomende werken, is opgedragen aan
de N. V. Rollo Gute Hoffnungshiitte te
Oberhausen voor 688 800 Deze Duitsche
firma had iets lager ingeschreven dan de
„nationale industrie".
Zuinig beleid, zal men zeggen maar
wat blijft er nu over van de bescherming
der //nationale industrie" en van de be
strijding der werkloosheid Meu bespaart
iets, maar het geld gaatnaar Ouitsch-
land en de nationale industrie". tot welker
bescherming het werk op de begrooting
bleef, ziet dit buitenkansje aan haar neus
voorbijgaan en ook de werkloozen hebben
het nakijken
Van de u werkverruiming", waarvoor het
toegestane geld bestemd was, komt niets
terecht en men had dus het heele bedrag
kunnen besparen.
Is het niet een hoon voor de lioogge-
prezen „nationale industrie", een hoon,
waarover de vereeniging „Het Nederlandsch
Fabrikaat" nog wel eens een woordje mag
meespreken
Het voor //werkverruiming" hier te lande
bestemde geld gaat dus naar Duitschland.
En wat doet men in Duitschland V Daar
denkt men anders bver de bescherming
der nationale industrie Nog altijd hand-
haafd Duitschland het invoer erbod voor
Nederlandsche electromotoren, tot groote
schade voor dezen tak van Nederlandsche
industrie. Maar Holland gunt als contra-
beleefdheid het werk, dat hier te laude
zou worden uitgevoerd voor werkver
ruiming", aan de Duitsche industrie
#A1 te goed is buurman's gek", zegt
het spreekwoord.
.,Jong!" sputterde de kogelronde Glion.
,,Hij heeft Joiceys vertrouwen aan het wan-
kelen gebracht en Joicey moet den boel aan
de markt brengen."
Op datzelfde oogeniblik wandelde de heer
Joicey, nu niet meer enthousiast, langs de
I hames, vergezdd van een somberen Chick.
Chick's hooge 'hoed stond achter op zijn
hoofd en hij had de handen in de zakken.
,,U weet een hoop van petroleum af!" zei
Joicey wrevelig, want een man ziet niet
graag zijn idealen vervliegen. „Hoe weet u
dat allemaal?"
,,Gelezen," zei Chick.
„0, uit boeken," zei de heer Joicey met
minachting.
,,Ja," zei Chick, „uit boeken. U weet toch
zeker dok uit boeken, dat Roemenie bestaat.
Of bent u er zelf geweest?"
De iheer Joicey moest dit toegeven.
„U heibt Glion wild gemaakt," zei hij, na-
dat ze een paar minuten zwijgend voortge-
loopen hadden.
„0 ja?" zei Chick omverschillig. „Dat is
die dikke, roode man, he?"
„Ja. U hebt hem een beetje in het nauw
gedreven met dien aankoopsprijs. Vijfhon-
derd pond is niet te veel, zooals ik ver
wacht."
Chick brornde iets binnensmonds.
,,Wie krijgt het geld?" vroeg hij na een
tijdje.
„Het petroleumsyndicaat," antwoordde
de heer Joicey, niets op zijn gemak, want hij
wist, dat het petroleumsyndicaat een andere
naam was voor Glion en Meggison.
Ze namen afscbeid op het punt, waar de
trams in den tunnel verdwijnen om naar
Southampton Row te stijgen en bij die ge
legenheid loste Chick zijn laatste schot.
,,Ik geloof niet dat er een druppel petro
leum zit", zei hij. „Goeden avond, mijnheer
Joicey."
De jemgeman keek hem beduusd na.
(Wordt vervolgd.)
TER NEUZENSCHE COURANT