I k
m
ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Onze wmsten en verliezen.
No 7703.
Donderdag 1 Januari 1925
65® Jaargaitfs-
I i
I
GEMENfiDE BERiGHTEN,
",Y,r hinnen'Ter NeutSn f 1 40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post '6,60 per jaar
ABONSEMfcNTSPRIJS I Voor Ned?"lndie en^Amerika f2,70 per 3 maanden Voor 't overig buitenland f 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling.
De Oudejaa/rsavondstemming bliju rud
beperkt tot dien avond zeiven, maar komt
over de meesien onzer dadelijk ate die Kerst-
drukte bedaard en de Kerstvreugde wat ge~
kalmeerd is. Wij bedoelen daarmede in
't geheel niet te zeggen, dat de Kerst-
vreugde vergankelijk is, of ook maar op-
geschroefd of opgelegd; doch ate de kerst-
boom weer de kamer uit is em de bijizondere
en eigenaardige beslommeringen en ver-
heugenissen, die de Ker-sttijd in ons leven
pleegt te brengen, weer voorbij zijn, komt ei
toch tijd tot beginning over het vervloden
jaan, en roept het afscheid van den ouden
en de nadering van den nieuwen tijdkring
er ons vanzelf toe om nu wat meer aam-
dacbt te schenken aan datgene, wat wij ge-
wonnen of (en) verloren hebben.
Wij zetten de winst zij de ditmaal voorop.
In veler leven mag dat gelukkig, en ook als
doo-r de droeve ervaringen van het ge
heel of zoo goed als geheel voorbijgegane
jaar de verLieslijsten meer voorrang vragen,
zal het toch zeker goed zijn en dubbel zijn
nut hebben om juist eerst eens ons af te
vragen: Is er ook in het ou-die jaar geen
winst gemaakt, en mag er niet dankbaar
worden geconstateerd, dat er ook thans nog
allarlei werd gewonnen of behouden bleef,
wat wellicht zich niet op den voorgrond
stelt, maar wat toch indien dat ook eens
ware weggebleven of weggevallen ons
op den Oudejaarsavond nog een veel sterker
gevoel van berooidheid zou hebben ge-
geven dan bij sommigen, die dit artikel
lezen, nu reeds het geval zal en moet zijn?
Toch zouden wij de zuivere ein blijde en
noeinenswaardige winstposten wel aller-
eersrt op dien voorgrond widen schuiven. In
dit verloopen jaar zijn velen onzer verrijkt.
Zij "hebben verrassangen genoten, waar mis
schien zij en meerderen met en om hen eerst
bij zander bjij mede zijn geweest; hun kring
is vergroot, hun schatten zijn toegenomen,
hun positie is versterkt, zij zijn rijker ge~
yotrden, irijiker in bezit, rijker in gezondheid
en. kracht, zij hebben hun vleugels wijder
mogen uitslaan, daar is die wondare blijd-
schap in hun leven gekomen, die onbeschrij-
felijke vreugde, die Jezus heefrt bedoeld, als
hij het heeft over een vrouw, die, als zij
baart, wel droefheid heeft, maar die daarna
de benauwheid niet meer gedenkt vanwege
de vreugde, dat een mensch ter wereld is
geboren. Dezen gaan zeker een zeer blijde.n
Oudejaarsavond tegen. Zij behoeven tegen
de viering van dien avond niet op te zien.
Zij zullen afs het goed met hen is in
recht diankbare stemming de jaarwisseling
mogen dbormaken. Zij zullen hun kroost
eens overzien, hun schatten eens bij elkaar
zetten of tellen, en als zij dan erkennen hoe
het niet eigen voortreffelijkheid of deugd,
hoe het niet alleen eigen inspanning of zorg
was, die hun deze voorrechten bereidde, zal
er een blijde dan.ktoon ongetwij.feld opklin-
ken uit hun zi-el.
Maar wij hebben natuurlijk niet alleen op
het oog de zeer venrasten of verrijkten. Daar
zijn ook anderen. Daar zijn menschen,
die geen bijzondere zegeningen zoo dadelijk
zullen weten te noemen of aan te wijzen.
Laten wij er dadelijk bij zeggen: Het ligt
niet in ieders aardi of karakter om aanstonds
de iicbtzij-den naar voren te keeren of op te
merken. Daar zijn van die droefgeestige,
zwaartillende en ontevreden naturen, die
alleen maar de schaduw opmerken en der
vermeldi-ng waardig schijnen te achten, maar
die de blijde kanten haast nimmer schijnen
te zien. Het moet wel lets heel bijzonders
zijn, wat hen eens een keer in verrukking
of extase brengt, uitzinnig-zijn (zooals
Paulus het noemde) is een woord en een
zaak, die bij hen zoo goed als onbekend is.
Zij zijn nooit eens verrukt, nooit eens echt
verrast, zij zullen ook op dien Oudejaars
avond niet erg dankbaar zijn, omdat mis-
schien geen in-het-oog-loopendie zegeningen
hun deel zijn geweest. En toch: hoe moet
het niet reeds worden geprezen, wanneer
wij op den Oudejaarsavond niet behoeven te
rouwen over verliezen, door ons geleden,
en wanneer wij, bij het langsgaan van de rij
onzer dierbaren, mogen zeggen, dat er geen
enkele plaats ledig wordt gevonden. Bij een
deugdeiijke boekhouding moet toch altijd
een post blijven voor „afschrijvingen", hoe
moei het worden op-prijs-g<estekl, als wij bij
het afsluiten van onze levens- en bezits-
balans, ook al mogen dan geen belangrijke
of noemenswaardiige winstposten. te boeken
zijn geweest, althans geen ernstige verlie
zen hebben aan te wijzen, en mogen conr
stateeren, dat alles, wat wij mochten hou-
den, onverkort of onbezwaard ons eigen
bezit bleef. Dat er niets is beschadigd,
niets in waarde verminderdi, dat de liefde,
onderling, voor en van de onzen, niet is
bekoeld, dat de toon van goede verstand-
houding niiet werd verstoord en dat de ban-
den bleven gelegd en bleven bestaan, terwijl
misschien nog tal van nieuwe connecties
werden aangeknoopt, die toch ook ieder op
haar eigen wijze weer Ieidden tot veraange-
naming van onzen levenstoon en tot beves-
tiiglng van onze levenszekerheid.
Misschien zelfs, dat zij, die geen bijzon
dere verrassingen of verrijkingen mochten
constateeren nog te meer reden hebben tot
tevredenheid en stille vreugde, waar immers
hun beziit rustiger hun persoonlijk eigen-
dom was en werd. Zij sloegen diit jaar hun
wortels nogdieper in den onmisbaren en voe-
denden bodem, zij zijn ongemerkt nog meer
gehecnt en bevestigd. Zij hebben gewon
nen in de diepte, al wisten zij misschien
geen. winst in de breedfe aan te wijzen; zij
zijn to ook rijker geworden, beter gefun-
deerd, ;as\< r geworteld. Hoe langer men el
kaar .leeft, hoe slechter men elkaar kan'
missen; daaruit blijfct dan ook omgekeerd:
hoe langer men elkaar bezit, des te meer
ging men aan elkaar hechten. En zoo wor
den all deze dingen, die misschien geen
winstposten heeten en die ook als zoodanig
niet mogen worden aangemerkt, toch wel
degelijk zaken, waarover wij ons op den
Oudejaarsavond oprechtelijk mogen verheu-
gen, en die ons reden en stof mogen zijn tot
innigen dank aan Hem, die dit alles ons gaf
en nu ook ons liet.
Nog een ding zouden wij willen noemen:
en dat is misschien iets, dat het allerminst
wordt opgemerkt, maar dat toch werkelijk
het alleruitnemendst bezit is. Toen Paulus
in een y«ui zijn hrieven ate't ware zijn
testa men bLnaakte, en. hij had te getuigen
van heel veel moeilijkheden en bezwaren, die
zijn deel waren geweest en nog waren, heeft
hij ook niet onvermeld gelaten een ding:
„Ik heb het geloof behouden". Dit is stellig
wel het allerbeste, in,d,ien wij aan het eind
van een voorbij gevloden jaar mogen zeg
gen, dat wij het geloof behouden hebben.
Zeker, dat kan. niet zoo-maar worden ten-
toongesteld. Echt geloof laat zich niet eens
even nagaan bij maat of gewicht. Het treedt
ook niiet ieder oogenblik naar voren en is
niet aan dit of dat kenmerk aanstonds te
meten. Maar als wij het mogen zeggen, dat
wij het geloof behouden hebben, dan is dat
ongetwijfeld het aMeruifnemendste, wat een
onderwerp van blijde overdenking, op den
Oudejaarsavond zijn mag. Dan weten wij
met onze d'ankbaarheid ook iraad en weg,
dan is onze dankbaarheidsbetuiging geen
onbestelbare brief, die, hoe vurig ook ge-
siteld, en in wat voor vloeiende en schoone
bewofordingen ook opgemaakt, tenslotte
toch ^eeri doe! treff, omdat eenvoudig" de
geadresseerde onbekend is en bleef, neen,
dan gaat onze danktoon. op tot Hem, Die
gegeven heeft, Die gezegend heeft, Die
gunst betoonde en genade-op-ganade be-
wees, en Die ons zioo uitnemend beveiligde
en verrijkte.
Op den Oudejaarsavond komen in de
tweede plaats ter sprake onze verliezen. Wij
zouden drie dingen thans willen noemen.
Voorop staan dan. natuurlijk onze persoom-
lijke verliezen, wij bedoelen.: onze verliezen
aan menschen en in eigen kring en in het
groat geheeil van staat en gemeenschap. Wij
noemen geen namen hier.
Vele vooraanstaan.de man.nen en vrou-
wen in binnen- en buitenland zijn in
1924 heengegaan, velen nog in de voile
kracht van het leven; personen niet zelden,
die moeilijk konden. worden gemist en die
oravervangbaar leken. Maat wij willen hier
niet alleen de voaraanstaanden noemen en
hebben ook niiet slechts hen op het oog. Wij
denken ook aan eenvoudigen en stilHen in
den lande, aan onaanzienlijken en kleinen,
aan eenvoudigen en armen, aan menschen
van weinig invloed en aan kinderen, die nog
alleen. maar zorg vroegen. Ook van dezulken
zijn er velen heengegaan, en het is met groot
verdriet en innige droefheid, dat zij worden
nagesfaard. Het reeds gesloten graf ver-
toont zich nog eens aan onzen blik. de won-
de, die nog wel niet heelde, maar die zich
toch sloot, wordt nog eens opengedekt, de
pijm gaat nog eenis schrijnen en de tranen
komen weer eens "te voorschijn.
Oudejaarsavond roept al die droeve her-
inneri.ngen weer eens op, en dien avond
vloeien er heel wat tranen, Dat mag, dat
moet zellfs. Het zou een bewijs zijn van
koude en van hardheid, indien wij dien
avond d>at alles niet herdachten.
Na deze verliezen, persoonlijke verliezen
of verliezen aan personen, zouden wij in de
tweede plaats willen noemen: achteruit-
gang, die veler deel was, in zaken. 1924 is
voor heel wat menschen een zwaar jaar ge
weest. De tijst van de faillissementen groei-
de tot een onrustbaren.de lengte, en er wordt
allerwege geklaagdi door winkeliers en gros-
siers, over slapte en bezwareni. Deze dingen
mogen ook hier wel eens worden genoemd.
Vooiral, omdat dat alles nu, jaren n.a den
oorlog, voor velen moeilijker te bra gen lijkt.
In den oorlog hadden wij de oorzaak gere-
geld; voor oogen, wij wisten hoe en waar-
door het kwam, maar toen is met den
„vrede" de opluchting gekomen, en meenden
de meesfen, dat de jaren van voorspoed en
geluk weer zouden terugkeeren. Echter is
dit alles in de meeste branches op een
groote teleurstelting u.itgeloopen. Vooral
omdat door den oorlog en door de ontberin-
gen, diie velen zich in die jaren moesteir ge-
troosten, het uithoudingsvermogen van de
meesten. niet bijster versterkt was, doch eer
verslapl
Zoo trefit men alom teleurgestelden aan,
menschen dus, die met ernstige vermoedens
en bange vrees het nieuwe jaar tegengaan.
Indien 1924 zooveel teleurstelling en ach-
teruitgang bracht, waarom zou dan 1925
winst en meevallers brengen,? Het is alsof
zii den moed en het vertrouwen verloren
hebben!
Maar dan noemen wij nu ook nog een
derde soort verliezen, an dat zijn ongetw.ij-
ield ue zwaarste. Dat zou het geval zijn,
in,aiien ook bij on.s, door wat oorzaak en on-
ber wat invloed dan ook, in het jaar, dat
vowbijlginig, het peil van ons zedelijk-igods-
dierastbg leven achteruitliep. Wij noemen
met opzet het zedelijke nu eens het eerst.
Niet, omdat wij daaraan hd meeste hechten
of net godsdiens'tige bij hevi.edelijke achter-
Stellcu, doch alleen, oiriaa? voor heel veel
menischen in den tegenwoordigen tijd het
zedelijke makkelijker lijkt te controleeren.
En dan. maken wij ons zeker niet aan over-
drijving schuldig, wanneer wij zeggen: het
zedal'ijk peil is schrikkelijk achteruitgegaan.
Exeessen, als in het Haarmann-proces enz.
aan den dag traden, behoeven nog niet eens
te worden genoemd. en breed te worden
uiitgemeten om toch toe te stemmen, dat er
heel veel achteruiitgang is alom. Wij geven
niet eens bewijzen. Alles schijnt er tegen-
woordig maar mee door te kunnen. De
levensernst is zoo .goed ate geheel verdwe-
nen, het schaamtegevoel is zoo goed als
zoek, daar is bijkans geen trouw meer te
vinden aan het eens gegeven woord, geen
onderhouden meer van eens geschonken
heiLige beloftan en verzekcringen; en nu
noemen wij nog niet eens de godsdienstige
ontkenningen, de openbaringen van spot en
twijfeizucht. Zijn er onder degenen, die
deze regels lezen, misschien ook niet tal
van jongere en oudere menschen., die op den
Oudejaarsavond zich op dit punt achteruit-
gang hebben te verwijten?
Dit derde soort verliezen is het allererg-
ste. Wij willen deze, onze overdenking niet
sluiten, zander er op gewezen te hebben, dat
tenslotte bij alle andere verliezen troost-
gironden kunnen worden aangevoerd. Daar
zijn. tal vain verliezen, waaruit winst nog
geboren kan worden. Daar zijn dingen, die
eerst heel hard en onnoemelijk gruwellijk
leken, maar die toch op-den-duur hun goede
zijde nog bleken. te hebben. Daar zijn ver
liezen, waaruit tenslotte winst nog weer
geborep werd. Maar achteruiitgang op
zed el.ijk-godisdi e n stig gebied leidt alleen
maar tot schade en tot uitc idelijk verderf.
Daarom moeten wij op uen Gfudejaaisavond
juist deze verliezen en dezen achteruitgang
het ernstigst onder die oogen zien. Al dat
andere is te overkomen, al dat andere kan
misschien nieit worden hersteid, maar er kan
toch nog wel winst uit worden getrokken;
doch dit laatste verlies, deze laatste achter
uitgang mag niet wordien gedoogd. Er wor-
de door ons ernstig gewaakt tegen een los-
laten van de hechte grondslagen van het
zedelijk en godsdienstig levem Men zij op
dit punt liever wat conservatief, dan zoo
gevaarlijk „vooruit strevend". En ate
straks 1925 aanbreekt, vinde het nieuwe
jaar in ons een vast voornemen om te gaan,
dan rechten., koninklijken weg, den weg,
waarop God alleen zegenen wil en ook
alleen zegenen kan!
DE DOORSNEE HOLLANDER.
Het „Hbld." heeft een prijsvraag uitge-
schreven, over het volgende onderwerp:
,,Geef een definitie van een doorsnee Hol-
lander". De schrijver van de definitie moest
zich beperken tot circa 250 woorden.
Als eerste prijswinnaar fungeerde de
heer F. Hooger te Haarlem met de volgende
inzending:
De doorsnee Hollander, van meening, dat
de voorzichtigheid de moeder van de porse-
leinkast is, kijkt eerst de kat uit den boom
en begeeft zich, zachtjes aan, dan breekt
het lijntje nietnog niet over ijs van een
nacht.
De d. H. denkt langzaam en begint niet
vlug, maar eenmaal onderweg, zet hij door.
Men kan hem niet meer aanmoedigen dan
met een „hou je taai".
i De d. H. zou liefst 9 cent voor een dub-
beltje willen beta-leu, om er dan 11 voor
terug te verlangen.
De d. H. spreekt Nederlandsch (of wat
daarvoor doorgaat), maar zingt in het
Duiitsch en dioet aan sport alleen in het En-
gelsch (met Hollandsche uitspraak). Zijn
gelukwenschen en. betuigingen van deel-
nemimg geschieden bij voorkeur in. het
Fransch (of wat hij daarvoor houdt). Daar
de weg naar zijn hart door de maag gaat, is
zijn menu ook in die taal gesteld.
De d. H. schaamt zich meer voor een fout
gemaakt in een. vreemde taal, dan voor tien
in zijn moedertaaL
De d. H. iis op zijn manier trotsch op zijn
nationaliteit, die culmineert in het Oranje-
lirnt op 31 Augustus, maar veel meer er voor
over heeft hij meestal. niet.
De d. H. is anti-militarist, minder uit
overtuiging of voor zoover het zijn gewete-n
dan wel zijin gemak en zijn beurs betreft.
De d. H. houdt veel van lezen, maar
koopt liefst geen boeken, die hij op andere
wijze ter lezing krijgen kan.
De d. H. is vrijhandelaar vofgens opvat-
ting en traditle, maar in de practijk treedt
hij. fel beschermend opvoor buiten-
landisch fabriikaat.
De d. H. heeft het spreekwoord: zooveel
hoof den, zooveel zinnen naar de eischen
des tijds veranderd en' gesplitst in twee
nieuwe, te weten: zooveel hoofden, zooveel
ambteniaren. en zooveel z.tranen, zooveel
scholen.
De d. H. meent met zijn schoolvvijsheid
alleis beter te weten dan. menschen met min
der pa-rate kenniis, maar ziet nog wel een.s
over het hoofd, dat de school des levens
nog andere bekwaamheden en eigenschap-
pen eischt dan degene waarvoor hij een di
ploma heeft.
De d. H. is groot op maar niet in het wa
ter, ook is hij klaarblijlkelij.k minder gesteld
op frissche lucht in tram, trein en vergader-
lokaal dan op taibakswalm.
De du H. houdt van vrijheid... voor zich-
zelf, op reis zijnde, steekt hij daarom bij
voorkeur een. sigaar op in een afdeeling
voor niet-rookers; en loopt, voor zoover hij
niet op een fiets zit, gaarne aan den ver-
keerden kant van den weg.
De d. H. „kankert" graag en. houdt niet
van wat hij „jan Ktaassen" noemt, ofschoon
dit zijn nationale held is met Foezel, die het
,,le.kker niet doet", maar wanneer hij zich
ergens warm voor gemaakt heeft, kan men
ailles van hem gedaan krijgen en weet hij
in zoo'm geval niet van wij.ken of opgeven.
De d. H. voetbalt bij voorkeur met den
mond, op de tribune en in de krant, de
scheidsrechter heeft hem liever op het veld,
voor zoover hij er niets te ma-ken heeft.
De d. H. sympathiseert in stilte met Ha-
velaar, maar richt zich in het openbaar toch
maar liefst naar Droogstoppel en con-sorten.
De dt H. steunt gaarne vreemde slacht-
offers, maar de eigen landgenooten laat hij
nog wel eens over aan Liefdadigheid. Naar
Vermogeim, waarvan hij immers lid' is.
De d. H. die zich in het voorstaande
mee.nt te herkennen, zou ten omrechte daar
uit op kunnen maken, dat hij eigenlijk een
weieig sympathieke wereldburger is. Niets
is echter minder waar, want onder de vele
goede hoedanigheden, naast „les defauts de
ses qualite's" die de d. H. heeft, vindt een
zijner beste eigenschappen uitdrukking in
het echt vaderlandsche spreekwoord, dat
hem karakteriseert:
Een man een man, een woord een woord.
De tweede prijs werd aan de volgende in
zending toegekend:
De doorsnee Hollander is klein in't kleine
em dikwijls groot in het groote; hij maakt
den indruk van gernoedelij.k en. kalm te zijn,
maai is kwalijkmemend en hartstochtelijk.
Hij houdt van kinderen en dieren, spreekt
graag kwaad en doet graag goed.
Het is penny-wise, maar niet pond-foo
lish! Hij Scheldt op z'n land maar is er dol
op; gaat graag op reis en -dankt den hemel
als hij weer thu.is is!
Hij is slecht gekleed, hecht aan zijn uiter-
lijk, draagt een te dikken gouden horloge-
ketting, is dol op courantenlezen, vrouwen
en sigaren., maakt zonder dat hij het wil een
braven indruk en is allerminst braaf.
ECHTE TERRieRS
In het Fransche depa-rtement Cote d'Or,
hebben de gebroeders Terrier een record
gemaakt. Zij samen hebben m.l. dezen z-o-
mer in het district Flavign, 10.000 giftige
sl.anigen gevangen en gedood.
De dieren lagen gewoonlijk -in „bundels"
van 50 a 60 imeengestrengeld, alleen de kop-
pen vrij.
Vader Terrier is indertijd aan slangen-
beten gestorven, vamdaar de beroepskeuze
der zoons, waarvan de oudste reeds 31 ge-
vaarlij.ke won-den opliep.
ZIJN KRACHT REDDE HEM.
Te Roubaix stond dezer dagen een circus.
Toen de kor.nak den olifant buitern de tenten
wilde „uitzetten", sloeg hij een langen ijze-
ren pin- in den .grond. Aan de pin bungelde
een kettimg, en aan den ketting hing den
olifant te suffen. Plotseling uompetterde
het dier een hartverscheurenden kreet uit,
sloeg achteruit, rolde over dein grond en
kalmeerde niet, voor het de pin losgeru-kt
had.
De kornak had de pin in een electrischen
kabel geslagem, welke vier fabrieken van
stroom voorzag. Dat was zelfs jumbo te
bar!
AMERIKAANSCH.
Herbert Ho led ay, een Amerikaansche
bandiet, die eigenlijk heel zijn liven holy-
day" dat wil zeggen vacantia had wil
len vierem, heeft voor eenigen tijd, met een
heele bende, een trein aangevaltem in den
staat Illinois en hoorde zich nu door de
rechtbank veroordeelen tot 25 jaar opslui-
ting.
Op de gebruikelijke vraag na het vor.nis
of hij nog iets te zeggen had, bracht hij in
't midden:
„De eene diens-t is de andere waard. Van
de drie millioen dolilar, die we gestolen
hebben, zijn nog honderdduizend onaange-
roerd gebleven. Ze zijn in verzekerde be
waring, enkele meters diep onder -den grond
ergens in de buurt van Kansas City. Als u
me 20 jaar kwijtscheldt, van de 25 waar-
toe u mij hebt veroordeeld, dan zal ik u de
juiste plaats aanwijzen."
De rechter is daar niet op ingegaan;
maar onder de bestolenen. zullen er wel zijn,
die dat erg spijtig vinden, bij voorbeeld de
ve rze keri.ng- ma a t schiap pij-en
SLU1KHANDEL IN GOUD.
Verleden week verschenen voor de correc-
tioneele rechtbank van Toulouse 51 perso
nen, die zich te verantwoorden hadden we-
gens frauduleuzen handiel in goud. Een jaar
geleden reeds kwam de Parijsche politie op
het sp-oor van een aantal goudhandelaren.
naar aamleiding van de aamhoudimg van een
zekeren Duhamel, die in het bezit werd ge
vonden van zeven staven go-ud en twaalf
staven zilver. Duhamgl had verschillende
juweliers in Toulouse opgezocht, en bij een
onderzoek bleek, dat een speciaal toestel
voor het smelten van mun.ten zich in zijn
woning bevomd. Na een uitgebreid onder--*
zoek kwam de politie tot de zekerheid, dat
de handel in gouden en zilveren munten
voornamelijk in Bordeaux, Pau en Bayonne
-werd gedrevem. Onder de gearresteerden
bevond zich een juwelier, die erkende voor
twee millioen francs aan munten te hebben
opgekocht.
De vorige week werd zelfs in den express-
t-rein ParijisToulouse in de bagage van
een reiziger voor een waarde van 75.000
francs aan goud, zilver en plat-Lma gevonden.
REUZE VISSCHEN.
De tijdschriften op visscherijgebied mel-
den de vangs-t van visschen van buitenge-
wone grootte en gewicht, in de rivieren en
stroomen van Duitschland.
Bij Tubingen werd een karper gevangen
die bij een lengte van 80 cJVL een gewicht
had van 17 pond. Bij Eichen in de provincie
Westfalen, ving men met een net een forel
van acht pond, een gewicht, dat voor deze
roofvisch wel een unicum mag heeten. Het
beestje was 70 c.M. lang. I.n den Rijn bij
Mundenheim nabij Ludwichshavem ving een
visscher, een zalm, die bij een gewicht van
21 pond een lengte had van 1.15 M. Bij
Regemsburg werd uit het water een- visch op
het droge gebracht, d.ie 54 pond zwaar was.
BEU VAN HAAR DERTIENDEN ECHT-
GENOOT.
Een zekere mrs. Henry La Forge te East
St. Louis (Illinois) heeft zich dezer dagen
van haar dertiemden echtgenoot laten schei-
dem, op grond van slechte behandeling zij-
nerzijds. Mr. La Forge trad 31 jaar geleden
voor het eerst in het huwelijk, toen zij 14
jaar oud was. Sindsdien is een echtverbin-
ten-is nietig verklaand, in elf gevallen heeft
zij echtscheiding aangevraagd en gekregen,
terwijl verder in een geval de echtgenoot een
echtscheiding heeft dOorgedrevem. Driemaal
is mrs La Forge met denzelfden man ge-
trouwd geweest.
DE BIJBEL OVERGESCHREVEN.
In Montreal (Canada) heeft zekere Wil
liam Russel gedurende vijf en twintig jaren
al zijn vrijen tijd beste.ed aan. het overschrij-
ven van den bijbel. Zondagavond is hij met
dit werk juist gere-ed gekomen.
Dit werk, dat het merkwaardigste bijbel-
manuscript van den mieuweren tijd moet zijn
bevac 2000 bui.tengewoom moo-i beschreven
bladzijden. Naar gemeld wordt, komt daar-
in geen enkele fout of verbetering voor.
EEN GEHEIMZINNIGE MOORD TE
PARIJS.
Een pakket, dat later bleek den romp van
een jongen man te bevatten, werd vorige
week in de vroegte, door een nachtwaker
aan een der boulevards gevonden. Eenige
ure-n later wend een dergel-ijk pakket aan-
getroffen door een politieagent aan de Quai
Jemappes, De inhoud ervan bestond uit een
linker dijbeen. Een derde pak met twee ar
men, een geheel been en een stu-k van een
been werd elders door een arbeider onder
een hoop steenen ontdekt. Uit alle drie pak-
ketten droop het bloed. Het hoofd wordt nog
steeds vermist. De romp was gewikkeld in
een nieuw blauw-grijze stof en omwikkeld
met een koord. Dit pakket bevatte verder
een pagina van de ..Illustration". Ook de
armen em beene-n in het andere pakket waren
in dezelfde blauw-grijze stof gewikkeld, ter
wijl zich d-aarbij een pagina van de „Echo
de Luest", een te San Francisco verschij-
nend blad bevond.
EEN GROOT SCHANDAAL
Naar de Tel. uit Praag verneemt, is in
de plaats Kaschau een groot schandaal aan
het licht gekomen. De di-recteur van een
jongemeisjes-perasionnaat heeft een zestien-
jarig m-eisje uit zijn imstlituut ontvoerd, met
medenemng van een bedrag van 90.000
kronen. Uit het ingesteld onderzoek zijn
ongelooflijke schandalen geblekem. Langer
dan een jiaar organiseerden de directeur en
het onderwijzend personeel met de mei-sjes
allerlei orgieen. Het instituut is thans op
last der autoriteiten gesloten. De directeur
is nog voortvluchtig.
DE VERMOORDE, DIE HERLEEFDE.
Te Napels heeft zich tijdens een moord-
proees een wonderiijk incident voorgedaan.
Een jonge boer, Sabatino geheeten, werd
van moord op een slager te dier stede be-
schuldigd. Hij hield strak en stijf vol, dat
hij den inam tijdens 'n twist, die ze samen
hadden, niet zou hebben gedood: wel had
hij hem ernstig gewond.
Ondianks zijn verweer werd Sabatino
schulidig verklaard van moord, en ter dood
veroordeeld.
Opeens echter rende een man de reehts-
zaal -binnen, en riep uit, da,t hij de slager
was, die naar men meende, was vermoord.
„Sabatiimo heeft", zoo verklaarde de man,
toen hij tot kalmte was gekomen, „mij be-
wusteloos geslagen, en eenige weken lang
was ik n,iet in staat mij te herinneren wat
was gebeurd. Plotseling echter kwam miim
geheugem terug, en pas vanddag hoorde ik
van dit proces."
Ofschoon het von-mis reeds was geveld,
heed men een niieu-w on,J'o'"-^ek rctnst s?-e-
ciaal voor de identificatie.
■■BnHBBBBHKa
TER
ENSCH