I k m ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Onze wmsten en verliezen. No 7703. Donderdag 1 Januari 1925 65® Jaargaitfs- I i I GEMENfiDE BERiGHTEN, ",Y,r hinnen'Ter NeutSn f 1 40 per 3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post '6,60 per jaar ABONSEMfcNTSPRIJS I Voor Ned?"lndie en^Amerika f2,70 per 3 maanden Voor 't overig buitenland f 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor't buitenland alleen bij vooruitbetaling. De Oudejaa/rsavondstemming bliju rud beperkt tot dien avond zeiven, maar komt over de meesien onzer dadelijk ate die Kerst- drukte bedaard en de Kerstvreugde wat ge~ kalmeerd is. Wij bedoelen daarmede in 't geheel niet te zeggen, dat de Kerst- vreugde vergankelijk is, of ook maar op- geschroefd of opgelegd; doch ate de kerst- boom weer de kamer uit is em de bijizondere en eigenaardige beslommeringen en ver- heugenissen, die de Ker-sttijd in ons leven pleegt te brengen, weer voorbij zijn, komt ei toch tijd tot beginning over het vervloden jaan, en roept het afscheid van den ouden en de nadering van den nieuwen tijdkring er ons vanzelf toe om nu wat meer aam- dacbt te schenken aan datgene, wat wij ge- wonnen of (en) verloren hebben. Wij zetten de winst zij de ditmaal voorop. In veler leven mag dat gelukkig, en ook als doo-r de droeve ervaringen van het ge heel of zoo goed als geheel voorbijgegane jaar de verLieslijsten meer voorrang vragen, zal het toch zeker goed zijn en dubbel zijn nut hebben om juist eerst eens ons af te vragen: Is er ook in het ou-die jaar geen winst gemaakt, en mag er niet dankbaar worden geconstateerd, dat er ook thans nog allarlei werd gewonnen of behouden bleef, wat wellicht zich niet op den voorgrond stelt, maar wat toch indien dat ook eens ware weggebleven of weggevallen ons op den Oudejaarsavond nog een veel sterker gevoel van berooidheid zou hebben ge- geven dan bij sommigen, die dit artikel lezen, nu reeds het geval zal en moet zijn? Toch zouden wij de zuivere ein blijde en noeinenswaardige winstposten wel aller- eersrt op dien voorgrond widen schuiven. In dit verloopen jaar zijn velen onzer verrijkt. Zij "hebben verrassangen genoten, waar mis schien zij en meerderen met en om hen eerst bij zander bjij mede zijn geweest; hun kring is vergroot, hun schatten zijn toegenomen, hun positie is versterkt, zij zijn rijker ge~ yotrden, irijiker in bezit, rijker in gezondheid en. kracht, zij hebben hun vleugels wijder mogen uitslaan, daar is die wondare blijd- schap in hun leven gekomen, die onbeschrij- felijke vreugde, die Jezus heefrt bedoeld, als hij het heeft over een vrouw, die, als zij baart, wel droefheid heeft, maar die daarna de benauwheid niet meer gedenkt vanwege de vreugde, dat een mensch ter wereld is geboren. Dezen gaan zeker een zeer blijde.n Oudejaarsavond tegen. Zij behoeven tegen de viering van dien avond niet op te zien. Zij zullen afs het goed met hen is in recht diankbare stemming de jaarwisseling mogen dbormaken. Zij zullen hun kroost eens overzien, hun schatten eens bij elkaar zetten of tellen, en als zij dan erkennen hoe het niet eigen voortreffelijkheid of deugd, hoe het niet alleen eigen inspanning of zorg was, die hun deze voorrechten bereidde, zal er een blijde dan.ktoon ongetwij.feld opklin- ken uit hun zi-el. Maar wij hebben natuurlijk niet alleen op het oog de zeer venrasten of verrijkten. Daar zijn ook anderen. Daar zijn menschen, die geen bijzondere zegeningen zoo dadelijk zullen weten te noemen of aan te wijzen. Laten wij er dadelijk bij zeggen: Het ligt niet in ieders aardi of karakter om aanstonds de iicbtzij-den naar voren te keeren of op te merken. Daar zijn van die droefgeestige, zwaartillende en ontevreden naturen, die alleen maar de schaduw opmerken en der vermeldi-ng waardig schijnen te achten, maar die de blijde kanten haast nimmer schijnen te zien. Het moet wel lets heel bijzonders zijn, wat hen eens een keer in verrukking of extase brengt, uitzinnig-zijn (zooals Paulus het noemde) is een woord en een zaak, die bij hen zoo goed als onbekend is. Zij zijn nooit eens verrukt, nooit eens echt verrast, zij zullen ook op dien Oudejaars avond niet erg dankbaar zijn, omdat mis- schien geen in-het-oog-loopendie zegeningen hun deel zijn geweest. En toch: hoe moet het niet reeds worden geprezen, wanneer wij op den Oudejaarsavond niet behoeven te rouwen over verliezen, door ons geleden, en wanneer wij, bij het langsgaan van de rij onzer dierbaren, mogen zeggen, dat er geen enkele plaats ledig wordt gevonden. Bij een deugdeiijke boekhouding moet toch altijd een post blijven voor „afschrijvingen", hoe moei het worden op-prijs-g<estekl, als wij bij het afsluiten van onze levens- en bezits- balans, ook al mogen dan geen belangrijke of noemenswaardiige winstposten. te boeken zijn geweest, althans geen ernstige verlie zen hebben aan te wijzen, en mogen conr stateeren, dat alles, wat wij mochten hou- den, onverkort of onbezwaard ons eigen bezit bleef. Dat er niets is beschadigd, niets in waarde verminderdi, dat de liefde, onderling, voor en van de onzen, niet is bekoeld, dat de toon van goede verstand- houding niiet werd verstoord en dat de ban- den bleven gelegd en bleven bestaan, terwijl misschien nog tal van nieuwe connecties werden aangeknoopt, die toch ook ieder op haar eigen wijze weer Ieidden tot veraange- naming van onzen levenstoon en tot beves- tiiglng van onze levenszekerheid. Misschien zelfs, dat zij, die geen bijzon dere verrassingen of verrijkingen mochten constateeren nog te meer reden hebben tot tevredenheid en stille vreugde, waar immers hun beziit rustiger hun persoonlijk eigen- dom was en werd. Zij sloegen diit jaar hun wortels nogdieper in den onmisbaren en voe- denden bodem, zij zijn ongemerkt nog meer gehecnt en bevestigd. Zij hebben gewon nen in de diepte, al wisten zij misschien geen. winst in de breedfe aan te wijzen; zij zijn to ook rijker geworden, beter gefun- deerd, ;as\< r geworteld. Hoe langer men el kaar .leeft, hoe slechter men elkaar kan' missen; daaruit blijfct dan ook omgekeerd: hoe langer men elkaar bezit, des te meer ging men aan elkaar hechten. En zoo wor den all deze dingen, die misschien geen winstposten heeten en die ook als zoodanig niet mogen worden aangemerkt, toch wel degelijk zaken, waarover wij ons op den Oudejaarsavond oprechtelijk mogen verheu- gen, en die ons reden en stof mogen zijn tot innigen dank aan Hem, die dit alles ons gaf en nu ook ons liet. Nog een ding zouden wij willen noemen: en dat is misschien iets, dat het allerminst wordt opgemerkt, maar dat toch werkelijk het alleruitnemendst bezit is. Toen Paulus in een y«ui zijn hrieven ate't ware zijn testa men bLnaakte, en. hij had te getuigen van heel veel moeilijkheden en bezwaren, die zijn deel waren geweest en nog waren, heeft hij ook niet onvermeld gelaten een ding: „Ik heb het geloof behouden". Dit is stellig wel het allerbeste, in,d,ien wij aan het eind van een voorbij gevloden jaar mogen zeg gen, dat wij het geloof behouden hebben. Zeker, dat kan. niet zoo-maar worden ten- toongesteld. Echt geloof laat zich niet eens even nagaan bij maat of gewicht. Het treedt ook niiet ieder oogenblik naar voren en is niet aan dit of dat kenmerk aanstonds te meten. Maar als wij het mogen zeggen, dat wij het geloof behouden hebben, dan is dat ongetwijfeld het aMeruifnemendste, wat een onderwerp van blijde overdenking, op den Oudejaarsavond zijn mag. Dan weten wij met onze d'ankbaarheid ook iraad en weg, dan is onze dankbaarheidsbetuiging geen onbestelbare brief, die, hoe vurig ook ge- siteld, en in wat voor vloeiende en schoone bewofordingen ook opgemaakt, tenslotte toch ^eeri doe! treff, omdat eenvoudig" de geadresseerde onbekend is en bleef, neen, dan gaat onze danktoon. op tot Hem, Die gegeven heeft, Die gezegend heeft, Die gunst betoonde en genade-op-ganade be- wees, en Die ons zioo uitnemend beveiligde en verrijkte. Op den Oudejaarsavond komen in de tweede plaats ter sprake onze verliezen. Wij zouden drie dingen thans willen noemen. Voorop staan dan. natuurlijk onze persoom- lijke verliezen, wij bedoelen.: onze verliezen aan menschen en in eigen kring en in het groat geheeil van staat en gemeenschap. Wij noemen geen namen hier. Vele vooraanstaan.de man.nen en vrou- wen in binnen- en buitenland zijn in 1924 heengegaan, velen nog in de voile kracht van het leven; personen niet zelden, die moeilijk konden. worden gemist en die oravervangbaar leken. Maat wij willen hier niet alleen de voaraanstaanden noemen en hebben ook niiet slechts hen op het oog. Wij denken ook aan eenvoudigen en stilHen in den lande, aan onaanzienlijken en kleinen, aan eenvoudigen en armen, aan menschen van weinig invloed en aan kinderen, die nog alleen. maar zorg vroegen. Ook van dezulken zijn er velen heengegaan, en het is met groot verdriet en innige droefheid, dat zij worden nagesfaard. Het reeds gesloten graf ver- toont zich nog eens aan onzen blik. de won- de, die nog wel niet heelde, maar die zich toch sloot, wordt nog eens opengedekt, de pijm gaat nog eenis schrijnen en de tranen komen weer eens "te voorschijn. Oudejaarsavond roept al die droeve her- inneri.ngen weer eens op, en dien avond vloeien er heel wat tranen, Dat mag, dat moet zellfs. Het zou een bewijs zijn van koude en van hardheid, indien wij dien avond d>at alles niet herdachten. Na deze verliezen, persoonlijke verliezen of verliezen aan personen, zouden wij in de tweede plaats willen noemen: achteruit- gang, die veler deel was, in zaken. 1924 is voor heel wat menschen een zwaar jaar ge weest. De tijst van de faillissementen groei- de tot een onrustbaren.de lengte, en er wordt allerwege geklaagdi door winkeliers en gros- siers, over slapte en bezwareni. Deze dingen mogen ook hier wel eens worden genoemd. Vooiral, omdat dat alles nu, jaren n.a den oorlog, voor velen moeilijker te bra gen lijkt. In den oorlog hadden wij de oorzaak gere- geld; voor oogen, wij wisten hoe en waar- door het kwam, maar toen is met den „vrede" de opluchting gekomen, en meenden de meesfen, dat de jaren van voorspoed en geluk weer zouden terugkeeren. Echter is dit alles in de meeste branches op een groote teleurstelting u.itgeloopen. Vooral omdat door den oorlog en door de ontberin- gen, diie velen zich in die jaren moesteir ge- troosten, het uithoudingsvermogen van de meesten. niet bijster versterkt was, doch eer verslapl Zoo trefit men alom teleurgestelden aan, menschen dus, die met ernstige vermoedens en bange vrees het nieuwe jaar tegengaan. Indien 1924 zooveel teleurstelling en ach- teruitgang bracht, waarom zou dan 1925 winst en meevallers brengen,? Het is alsof zii den moed en het vertrouwen verloren hebben! Maar dan noemen wij nu ook nog een derde soort verliezen, an dat zijn ongetw.ij- ield ue zwaarste. Dat zou het geval zijn, in,aiien ook bij on.s, door wat oorzaak en on- ber wat invloed dan ook, in het jaar, dat vowbijlginig, het peil van ons zedelijk-igods- dierastbg leven achteruitliep. Wij noemen met opzet het zedelijke nu eens het eerst. Niet, omdat wij daaraan hd meeste hechten of net godsdiens'tige bij hevi.edelijke achter- Stellcu, doch alleen, oiriaa? voor heel veel menischen in den tegenwoordigen tijd het zedelijke makkelijker lijkt te controleeren. En dan. maken wij ons zeker niet aan over- drijving schuldig, wanneer wij zeggen: het zedal'ijk peil is schrikkelijk achteruitgegaan. Exeessen, als in het Haarmann-proces enz. aan den dag traden, behoeven nog niet eens te worden genoemd. en breed te worden uiitgemeten om toch toe te stemmen, dat er heel veel achteruiitgang is alom. Wij geven niet eens bewijzen. Alles schijnt er tegen- woordig maar mee door te kunnen. De levensernst is zoo .goed ate geheel verdwe- nen, het schaamtegevoel is zoo goed als zoek, daar is bijkans geen trouw meer te vinden aan het eens gegeven woord, geen onderhouden meer van eens geschonken heiLige beloftan en verzekcringen; en nu noemen wij nog niet eens de godsdienstige ontkenningen, de openbaringen van spot en twijfeizucht. Zijn er onder degenen, die deze regels lezen, misschien ook niet tal van jongere en oudere menschen., die op den Oudejaarsavond zich op dit punt achteruit- gang hebben te verwijten? Dit derde soort verliezen is het allererg- ste. Wij willen deze, onze overdenking niet sluiten, zander er op gewezen te hebben, dat tenslotte bij alle andere verliezen troost- gironden kunnen worden aangevoerd. Daar zijn. tal vain verliezen, waaruit winst nog geboren kan worden. Daar zijn dingen, die eerst heel hard en onnoemelijk gruwellijk leken, maar die toch op-den-duur hun goede zijde nog bleken. te hebben. Daar zijn ver liezen, waaruit tenslotte winst nog weer geborep werd. Maar achteruiitgang op zed el.ijk-godisdi e n stig gebied leidt alleen maar tot schade en tot uitc idelijk verderf. Daarom moeten wij op uen Gfudejaaisavond juist deze verliezen en dezen achteruitgang het ernstigst onder die oogen zien. Al dat andere is te overkomen, al dat andere kan misschien nieit worden hersteid, maar er kan toch nog wel winst uit worden getrokken; doch dit laatste verlies, deze laatste achter uitgang mag niet wordien gedoogd. Er wor- de door ons ernstig gewaakt tegen een los- laten van de hechte grondslagen van het zedelijk en godsdienstig levem Men zij op dit punt liever wat conservatief, dan zoo gevaarlijk „vooruit strevend". En ate straks 1925 aanbreekt, vinde het nieuwe jaar in ons een vast voornemen om te gaan, dan rechten., koninklijken weg, den weg, waarop God alleen zegenen wil en ook alleen zegenen kan! DE DOORSNEE HOLLANDER. Het „Hbld." heeft een prijsvraag uitge- schreven, over het volgende onderwerp: ,,Geef een definitie van een doorsnee Hol- lander". De schrijver van de definitie moest zich beperken tot circa 250 woorden. Als eerste prijswinnaar fungeerde de heer F. Hooger te Haarlem met de volgende inzending: De doorsnee Hollander, van meening, dat de voorzichtigheid de moeder van de porse- leinkast is, kijkt eerst de kat uit den boom en begeeft zich, zachtjes aan, dan breekt het lijntje nietnog niet over ijs van een nacht. De d. H. denkt langzaam en begint niet vlug, maar eenmaal onderweg, zet hij door. Men kan hem niet meer aanmoedigen dan met een „hou je taai". i De d. H. zou liefst 9 cent voor een dub- beltje willen beta-leu, om er dan 11 voor terug te verlangen. De d. H. spreekt Nederlandsch (of wat daarvoor doorgaat), maar zingt in het Duiitsch en dioet aan sport alleen in het En- gelsch (met Hollandsche uitspraak). Zijn gelukwenschen en. betuigingen van deel- nemimg geschieden bij voorkeur in. het Fransch (of wat hij daarvoor houdt). Daar de weg naar zijn hart door de maag gaat, is zijn menu ook in die taal gesteld. De d. H. schaamt zich meer voor een fout gemaakt in een. vreemde taal, dan voor tien in zijn moedertaaL De d. H. iis op zijn manier trotsch op zijn nationaliteit, die culmineert in het Oranje- lirnt op 31 Augustus, maar veel meer er voor over heeft hij meestal. niet. De d. H. is anti-militarist, minder uit overtuiging of voor zoover het zijn gewete-n dan wel zijin gemak en zijn beurs betreft. De d. H. houdt veel van lezen, maar koopt liefst geen boeken, die hij op andere wijze ter lezing krijgen kan. De d. H. is vrijhandelaar vofgens opvat- ting en traditle, maar in de practijk treedt hij. fel beschermend opvoor buiten- landisch fabriikaat. De d. H. heeft het spreekwoord: zooveel hoof den, zooveel zinnen naar de eischen des tijds veranderd en' gesplitst in twee nieuwe, te weten: zooveel hoofden, zooveel ambteniaren. en zooveel z.tranen, zooveel scholen. De d. H. meent met zijn schoolvvijsheid alleis beter te weten dan. menschen met min der pa-rate kenniis, maar ziet nog wel een.s over het hoofd, dat de school des levens nog andere bekwaamheden en eigenschap- pen eischt dan degene waarvoor hij een di ploma heeft. De d. H. is groot op maar niet in het wa ter, ook is hij klaarblijlkelij.k minder gesteld op frissche lucht in tram, trein en vergader- lokaal dan op taibakswalm. De du H. houdt van vrijheid... voor zich- zelf, op reis zijnde, steekt hij daarom bij voorkeur een. sigaar op in een afdeeling voor niet-rookers; en loopt, voor zoover hij niet op een fiets zit, gaarne aan den ver- keerden kant van den weg. De d. H. „kankert" graag en. houdt niet van wat hij „jan Ktaassen" noemt, ofschoon dit zijn nationale held is met Foezel, die het ,,le.kker niet doet", maar wanneer hij zich ergens warm voor gemaakt heeft, kan men ailles van hem gedaan krijgen en weet hij in zoo'm geval niet van wij.ken of opgeven. De d. H. voetbalt bij voorkeur met den mond, op de tribune en in de krant, de scheidsrechter heeft hem liever op het veld, voor zoover hij er niets te ma-ken heeft. De d. H. sympathiseert in stilte met Ha- velaar, maar richt zich in het openbaar toch maar liefst naar Droogstoppel en con-sorten. De dt H. steunt gaarne vreemde slacht- offers, maar de eigen landgenooten laat hij nog wel eens over aan Liefdadigheid. Naar Vermogeim, waarvan hij immers lid' is. De d. H. die zich in het voorstaande mee.nt te herkennen, zou ten omrechte daar uit op kunnen maken, dat hij eigenlijk een weieig sympathieke wereldburger is. Niets is echter minder waar, want onder de vele goede hoedanigheden, naast „les defauts de ses qualite's" die de d. H. heeft, vindt een zijner beste eigenschappen uitdrukking in het echt vaderlandsche spreekwoord, dat hem karakteriseert: Een man een man, een woord een woord. De tweede prijs werd aan de volgende in zending toegekend: De doorsnee Hollander is klein in't kleine em dikwijls groot in het groote; hij maakt den indruk van gernoedelij.k en. kalm te zijn, maai is kwalijkmemend en hartstochtelijk. Hij houdt van kinderen en dieren, spreekt graag kwaad en doet graag goed. Het is penny-wise, maar niet pond-foo lish! Hij Scheldt op z'n land maar is er dol op; gaat graag op reis en -dankt den hemel als hij weer thu.is is! Hij is slecht gekleed, hecht aan zijn uiter- lijk, draagt een te dikken gouden horloge- ketting, is dol op courantenlezen, vrouwen en sigaren., maakt zonder dat hij het wil een braven indruk en is allerminst braaf. ECHTE TERRieRS In het Fransche depa-rtement Cote d'Or, hebben de gebroeders Terrier een record gemaakt. Zij samen hebben m.l. dezen z-o- mer in het district Flavign, 10.000 giftige sl.anigen gevangen en gedood. De dieren lagen gewoonlijk -in „bundels" van 50 a 60 imeengestrengeld, alleen de kop- pen vrij. Vader Terrier is indertijd aan slangen- beten gestorven, vamdaar de beroepskeuze der zoons, waarvan de oudste reeds 31 ge- vaarlij.ke won-den opliep. ZIJN KRACHT REDDE HEM. Te Roubaix stond dezer dagen een circus. Toen de kor.nak den olifant buitern de tenten wilde „uitzetten", sloeg hij een langen ijze- ren pin- in den .grond. Aan de pin bungelde een kettimg, en aan den ketting hing den olifant te suffen. Plotseling uompetterde het dier een hartverscheurenden kreet uit, sloeg achteruit, rolde over dein grond en kalmeerde niet, voor het de pin losgeru-kt had. De kornak had de pin in een electrischen kabel geslagem, welke vier fabrieken van stroom voorzag. Dat was zelfs jumbo te bar! AMERIKAANSCH. Herbert Ho led ay, een Amerikaansche bandiet, die eigenlijk heel zijn liven holy- day" dat wil zeggen vacantia had wil len vierem, heeft voor eenigen tijd, met een heele bende, een trein aangevaltem in den staat Illinois en hoorde zich nu door de rechtbank veroordeelen tot 25 jaar opslui- ting. Op de gebruikelijke vraag na het vor.nis of hij nog iets te zeggen had, bracht hij in 't midden: „De eene diens-t is de andere waard. Van de drie millioen dolilar, die we gestolen hebben, zijn nog honderdduizend onaange- roerd gebleven. Ze zijn in verzekerde be waring, enkele meters diep onder -den grond ergens in de buurt van Kansas City. Als u me 20 jaar kwijtscheldt, van de 25 waar- toe u mij hebt veroordeeld, dan zal ik u de juiste plaats aanwijzen." De rechter is daar niet op ingegaan; maar onder de bestolenen. zullen er wel zijn, die dat erg spijtig vinden, bij voorbeeld de ve rze keri.ng- ma a t schiap pij-en SLU1KHANDEL IN GOUD. Verleden week verschenen voor de correc- tioneele rechtbank van Toulouse 51 perso nen, die zich te verantwoorden hadden we- gens frauduleuzen handiel in goud. Een jaar geleden reeds kwam de Parijsche politie op het sp-oor van een aantal goudhandelaren. naar aamleiding van de aamhoudimg van een zekeren Duhamel, die in het bezit werd ge vonden van zeven staven go-ud en twaalf staven zilver. Duhamgl had verschillende juweliers in Toulouse opgezocht, en bij een onderzoek bleek, dat een speciaal toestel voor het smelten van mun.ten zich in zijn woning bevomd. Na een uitgebreid onder--* zoek kwam de politie tot de zekerheid, dat de handel in gouden en zilveren munten voornamelijk in Bordeaux, Pau en Bayonne -werd gedrevem. Onder de gearresteerden bevond zich een juwelier, die erkende voor twee millioen francs aan munten te hebben opgekocht. De vorige week werd zelfs in den express- t-rein ParijisToulouse in de bagage van een reiziger voor een waarde van 75.000 francs aan goud, zilver en plat-Lma gevonden. REUZE VISSCHEN. De tijdschriften op visscherijgebied mel- den de vangs-t van visschen van buitenge- wone grootte en gewicht, in de rivieren en stroomen van Duitschland. Bij Tubingen werd een karper gevangen die bij een lengte van 80 cJVL een gewicht had van 17 pond. Bij Eichen in de provincie Westfalen, ving men met een net een forel van acht pond, een gewicht, dat voor deze roofvisch wel een unicum mag heeten. Het beestje was 70 c.M. lang. I.n den Rijn bij Mundenheim nabij Ludwichshavem ving een visscher, een zalm, die bij een gewicht van 21 pond een lengte had van 1.15 M. Bij Regemsburg werd uit het water een- visch op het droge gebracht, d.ie 54 pond zwaar was. BEU VAN HAAR DERTIENDEN ECHT- GENOOT. Een zekere mrs. Henry La Forge te East St. Louis (Illinois) heeft zich dezer dagen van haar dertiemden echtgenoot laten schei- dem, op grond van slechte behandeling zij- nerzijds. Mr. La Forge trad 31 jaar geleden voor het eerst in het huwelijk, toen zij 14 jaar oud was. Sindsdien is een echtverbin- ten-is nietig verklaand, in elf gevallen heeft zij echtscheiding aangevraagd en gekregen, terwijl verder in een geval de echtgenoot een echtscheiding heeft dOorgedrevem. Driemaal is mrs La Forge met denzelfden man ge- trouwd geweest. DE BIJBEL OVERGESCHREVEN. In Montreal (Canada) heeft zekere Wil liam Russel gedurende vijf en twintig jaren al zijn vrijen tijd beste.ed aan. het overschrij- ven van den bijbel. Zondagavond is hij met dit werk juist gere-ed gekomen. Dit werk, dat het merkwaardigste bijbel- manuscript van den mieuweren tijd moet zijn bevac 2000 bui.tengewoom moo-i beschreven bladzijden. Naar gemeld wordt, komt daar- in geen enkele fout of verbetering voor. EEN GEHEIMZINNIGE MOORD TE PARIJS. Een pakket, dat later bleek den romp van een jongen man te bevatten, werd vorige week in de vroegte, door een nachtwaker aan een der boulevards gevonden. Eenige ure-n later wend een dergel-ijk pakket aan- getroffen door een politieagent aan de Quai Jemappes, De inhoud ervan bestond uit een linker dijbeen. Een derde pak met twee ar men, een geheel been en een stu-k van een been werd elders door een arbeider onder een hoop steenen ontdekt. Uit alle drie pak- ketten droop het bloed. Het hoofd wordt nog steeds vermist. De romp was gewikkeld in een nieuw blauw-grijze stof en omwikkeld met een koord. Dit pakket bevatte verder een pagina van de ..Illustration". Ook de armen em beene-n in het andere pakket waren in dezelfde blauw-grijze stof gewikkeld, ter wijl zich d-aarbij een pagina van de „Echo de Luest", een te San Francisco verschij- nend blad bevond. EEN GROOT SCHANDAAL Naar de Tel. uit Praag verneemt, is in de plaats Kaschau een groot schandaal aan het licht gekomen. De di-recteur van een jongemeisjes-perasionnaat heeft een zestien- jarig m-eisje uit zijn imstlituut ontvoerd, met medenemng van een bedrag van 90.000 kronen. Uit het ingesteld onderzoek zijn ongelooflijke schandalen geblekem. Langer dan een jiaar organiseerden de directeur en het onderwijzend personeel met de mei-sjes allerlei orgieen. Het instituut is thans op last der autoriteiten gesloten. De directeur is nog voortvluchtig. DE VERMOORDE, DIE HERLEEFDE. Te Napels heeft zich tijdens een moord- proees een wonderiijk incident voorgedaan. Een jonge boer, Sabatino geheeten, werd van moord op een slager te dier stede be- schuldigd. Hij hield strak en stijf vol, dat hij den inam tijdens 'n twist, die ze samen hadden, niet zou hebben gedood: wel had hij hem ernstig gewond. Ondianks zijn verweer werd Sabatino schulidig verklaard van moord, en ter dood veroordeeld. Opeens echter rende een man de reehts- zaal -binnen, en riep uit, da,t hij de slager was, die naar men meende, was vermoord. „Sabatiimo heeft", zoo verklaarde de man, toen hij tot kalmte was gekomen, „mij be- wusteloos geslagen, en eenige weken lang was ik n,iet in staat mij te herinneren wat was gebeurd. Plotseling echter kwam miim geheugem terug, en pas vanddag hoorde ik van dit proces." Ofschoon het von-mis reeds was geveld, heed men een niieu-w on,J'o'"-^ek rctnst s?-e- ciaal voor de identificatie. ■■BnHBBBBHKa TER ENSCH

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1925 | | pagina 1