ALGEMEEN NIEUWS- EH APYERTENTiEBLAP VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Stop dien hoest...
i m m m m fMr mm m m "msr m m -***»
Bekendmaking,
Het Land van den
BUITENLAND.
)E
3 maanden
ABONNEMENTSPRIJS WoJr "SflnSS enTme/iiaP^^^^ande. -"vo^'$3 maanden Abonnementer
Bij vooruitbetaling fr. per post /'660 per jaar
ementen voor't buitenland alleen bij vooruitbctali
joaagTB bXxA-33.
Het „land van den Nijl", zooals ree^.®»
Herodotus Egypte noemde, staat op drt
oogenbtik door de gebeurtemssen, die daar
zijn voorigevaben, en vooral door het seherpe
conflict, dat met Engeland is ontstaan, wel
sterk in, het middelpunt der algemeene be-
langs,telling. Toch moet men met denken,
dat de naam Egypte ook maar in de verste
verte ,,1'and van den Nijl" zou beteekenen,
het schijnt tamelijk wel vast te staan, dat het
Grieksche woord Aiguptos afkomstig is van
eert Egyptisch woord, Het-ka-Ptah, dat is.
hois van (den god) Ptah. Deze Ptah was
in zeer ouden tijd de hoofdgod van de
residemtie Memphis, een stad waarover wij
iindertijd in een artikel in dit zelfde blad
reed's een en ainder hebben medegedccld.
Zelf noemen de Egyptenaren hun land:
Kemt, dat wil eigenlijk zeggen: „de zwarte
Zi, willen daarmee aanduiden het donker-
gekleur.de, vruchtbare akkerland, in tegeli
stening met de rood-bruine woestijn, die
zich aan weerszijden van het Nijldal uit-
strekt, en die onder meer ook haar naam
heeft gegeven aan de Roode Zee, die dus
wil zijn de zee, stroomend door het roode
land,".
En op die wijze is Egypte door de
Egyptenaren zelf dan dus toch weer getee-
kend als het land van den Nijl. Dat is de
nivier, die Egypte gemaakt heeft, en die
Egypte onderhoudt. Want van den Nijl
moet het land het hebben. Regenen immers
doet het er zelden of nooit. In de Delta, en
dus onmiddellijk aan- de zeezijde, komer.
jaarlijks enkele regendagen voor, maar
reeds ten zuiiden van Kai'ro wordt de regen
zeldzaam, en geheel .in het Zuiden is de
regen beslist zeldzaam. Wat er dus van het
akkerland en van, den landbouw terecht zal
komen, moet beslist komen van en door den
Nijl. Terneer, waar het land heel arm is aan
bronnen'. Prof. Obbink, de Utrechtsche
hoogleeraar in de theolagie, die pas een reis
naar Egypte heeft gemaakt en die een
ook reeds dioor ons genoemd prachtwerk
over Egypte (en Palestina) heeft geschreven
onder den titel „Op Bijbelschen Bodem"
meent, dat de eenige zoet-waterbron in
Egypte ten noorden van Kai'ro gelegen is,
bij On-Heliopolis. Het water van deze
bron, zoo vertelt de kundige hoogleeraar,
heette de melk te zijn van den hemelschen
Oceaan, waarin de zonnegod Re gewoon
was zijn aangezicht te wasschen. En de vlak
bij deze bron staande sykomoor was de
boom, waarop, naar het oude verhaal, de
foenix zich neerzette, en zich door een straal
der igoddelijke zon liet verbranden om daar-
weer uit zijn eigen asch te verrijzen.
na
Latere chnistetijke traditien maakten van
dezen boom de plaats, waar Jozef en Maria
zich in diens schaduw hadden neergezet bij
hun vlucht voor Herodes naar Egypte, ter-
wijl dan verhaald wordt, hoe het kindeke
Jezus daar dorst kreeg en hoe toen de bron
ontstond om hem en zijn ouders te laven.
Geen wonder dus ook, dat deze sykomoor-
boom een voorwerp van vereering bleef alle
eeuwen door, wat wel duidelijk is te zien
aan de vele voorwerpen, waarmede men
hem heeft behangen.
Geen regen dus en zoo goed als geen
grondwater; al het verdere moet dus
komen van den Nijl, die echter een zeer
ongelijken waterstand heeft. Van Maart tot
Juni staat het water het laagst. Dan smelt
op de bergen van de AbessynisChe hoog-
vlakten de sneeuw, en dit water wordt dan
noordwaarts gevoerd door den ,,Blauwen
N.ijl", die zich bij Kantoem met den „Witten
Nijl" vereemigt, en het niveau dan wel met
5 of 7 M. ziet stijgen. Het grootste gedeelte
van Egypte wordt dan, overstroomd, dorpen
steken gedeeltelijk nog boven de enorme
watervlakte als eilanden uit, en de verbin-
ding daartusschen heeft plaats over dijken.
Rood is het water gekleurd door de mee-
gevoerde roodachtige verweeringsstoffen
der krijtrotsen in het Zuiden, en het is on-
drinkbaar, ook voor de Egyptenaren, die
overigems op 't punt van de gezondheid en
den smaak niet erg kieschkeurig zijn. Die
va9te stoffen zetten zich dan op het over-
stroomde land af als uiterst vruchtbaar slib.
Begin October bereikt de Nijl zijn hoogsten
waterstand. De hier en daar, ook nu nog,
opgestelde Nijlmeters comtroleeren den
hoogsten stand van het water, en het be-
richt over dien waterstand beslist heel vaak
tevens over de vermoedelijke opbrengst van
het land een volgend jaar, zoodat de belas-
tingen zelfs daarnaar vooraf worden ge-
regeld
Dit water, dat zoo heel nuttig was en
bleef, werd dan op veel punten vast ge
houden in ontzaglijk grooite reservoirs,
waaruit men het later, naar gelang van be-
hoefte, kon aftappen,. Het is gebleken, dat
e.e menschen in het land van den Nijl reeds
vijfduizend jaar geleden op ongeveer de-
zelfde wijze het water exploiteerden als zij
thans doen, maar in den allerjongsten tijd
daar nu nog bij gekomen de nieuwert
techniek. Reeds in 1835 begon men in den
westelijken Nijl-arm een dam te bonwen om
daar door ook in den drogen tijd den .Nijl op
peil te kunmen houden, zoodat de rivier be-
vaarbaar bleef en ook het land bij tijden
kunnen worden bevloeid. Door de
drassigheid en slapte van den bodem in de
Nijl-delta, die de voor dit werk benoodigde
zware dijken moest kunnen dragen, werd
de arbeid een dertigtal jaren later echter
weer stopgezet. Het grootste werk op dit
gebied werd echter in 1898 aangevangen,
toen men twee reusachtige Nijldammen
ging aanleggen, een te Assint en een ten
Zuiden van Assuan bij het eilandje Filae;
en deze werken. kwamen in 1903 gereed.
De Assintsche dam is 833 meter lang met
111 waterpoorten; en de dam bij Assuan is
almee de grootste ter wereld. Hij is I960
meter lang, en, is thans 47 meter hoog en
aan den voet 36 meter breed. Er zijn 180
waterpoorten in, die door electrische kracht
worden geopend en gesloten. Deze beide
damnien doen natuurlijk tevens dienst als
bruggen over de rivier.
Gaat nu de Nijl stijgen omstreeks eind
Juni dan worden de poorten opengezet,
en eind November worden zij geleidelijk
gesloten, waardoor het water stijgt. Het
hier verzamelde water is genoeg om heel
Egypteland gedurende den zomer van wa
ter te voorzien.
En toch heeft dit reuzenwerk nog meei
voordeelen; immers, er liggen in Egypte
duizenden hectaren onontgonnen, grond, en
deze Bieeste terreinen zouden in vruchtbaar
akkerland herschapen kunnen worden, in-
dien er maar voldoende water was. Gevolg
van de prachtige waterwerken, die wij daar-
even noemden is nu ook, dat vele duizenden
hectaren woestijngrond reeds ontgonnen
zijn en productief zijn gemaakt. En er
wordt verzekerd, dat alleen de wrijving tus-
schen Egyptenaren en Engelschen de
Egyptenaren kunnen het niet, en de Engel
schen vertrouwen zij niet! nog in den
weg staat aan een overigens prachtige uit
werking van al deze bronnen van inkomst
err verbetering: er zou op het gebied van
electrificatlie nog heel wat uit dit water zijn
te maken. Hier ligt dus nog een rnooi ar-
beidsveld voor energie, mits de vereischte
samenwerking en het onontbeerlijke ver
trouwen worde gevonden.
Dat de Nijl de bron was van alle wel-
vaart, gelij.k wij in het voorafgaande ten
duideJ.ijkste meenen te hebben aangetoond,
wi'sten ook de oude Egyptenaren reeds, ook
al hadden zij over den oorsprong van hun
rivier nog niet de juiste voorstelling. Zij
fabelden maar wat over den oorsprong dier
bijkans onmetelijke watermassa's. Zoo ver
telden zij (volgens Prof. Obbink) elkander
d'ait in het verre zuiden bij Elefantine twee
onderaardsche holen waren, door goden be-
waakt, waaruit de Nijl ontsprong. En ook
vertelden zij, dat in het Zuiden, waar hemel
en aarde elkander raken en waar de wate
ren „die boven het uitspansel zijn" samen-
vloeien met de wateren van den de aarde
omringenden wereldoceaan, de Nijl out
staat. En elders vereenigt dan dat Nijl-
water zich weer met den Nijloceaan. Na
tuurlijk zocht men ook een verklaring van
het telken jare opnieuw wassen van den
Nijl. Zoo is er een diepzinnig verhaal, dat
verteft, hoe het water wast, wanneer de
godin Lsis er maar e6n traan in laat vallen.
En ook ging men den Nijl met een der go
den vereenzelvigen. Die was het dan, die
aan Egypte alles bracht en bood, wat dit
land noodig had. En wij denken dan na
tuurlijk aan het bekende verhaal uit Genesis
in de Jozefgeschiiedenis, terwijl het zeker
merkwaardig is eens daarnaast te leggen
den tekst van een brief van den Farao
Dzozer, die ongeveer 3000 jaren voor
Christus' geboorte aan den landvoogd var
Elefantine schreef: „Ik ben in groote zorg
over de bewoners van mijn paleis. Mijn hart
is zeer bezorgd over de ramp, dat tijdens
mij,n regeering de Nijl-overstrooining gedu
rende zeven jaar geheel achterwege bleef.
Er zijn nu weinig veldvruchten en ook ont-
breekt het aan gras, ja, aan alles wat eet-
baar is. Iedereen besteelt hier nu zijn naas-
te. De kinderen schreien, het hart der
ouden-van-dagen is ge'bogen, hun knieSn
knikken, hun armen hangen slap. Mijn ho-
velingen zijn radeloos. De voorraadschuren
zijn geopend, maar alles, wat er in was, Is
reeds opgeteerd." Men ziet uit dit bericht,
dat verstandige Farao's er dus wel degelijk
op bedacht waren, om in overvloedsjaren
het koren te doen verzamelen en opbergen.
En ook zijn bij de opgravingen dergelijke
voorraadschuren aan het licht gebracht,
zooals het Oude Testament er noernt.
Grooter ramp dan het uitblijven van de
jaarlijfcsche overstrooming was voor Egypte
niet te bedenken, en als er dan ook e£n god
was, die verdiende door de Egyptenaren te
"worden, geeerd, dan was dat de Nijl-god.
Hij, was het, die elk jaar opnieuw in Egypte
het nieuwe leven schiep door zijn levenwek-
/kende kracht. In een hymne, ons door Ob
bink medegedeeld, heet het:
„Vader der goden,
die Egypte overvloed van voedsel schenkt,
op wiens paden rijkdommen liggen
en wiens vingeren overvloed dragen."
Hij is de Eenige, die ziichzelf heeft voort-
gebracht, en daar is niemand, die weet, van-
waar hij is:
Zelfs de groote goden weten niet vanwaar
[g(j zijt,
en nochtans zijt gij de bron van hun leven."
Maar er zijn toch, naast den Nijl, nog wel
enkele andere bijzonderheden over Egypte
te verhalen, die niet mogen worden ver-
zwegen als wij het allervoornaamste willen
hoemen. Van een klimaat kan in Egypte
niet worden gesproken, want het verscnil
tusschen Noord- en Zuid-Egypte is daar-
voor veel te sterk. uid-Egyptenaren gaan,
in het heete jaargcijde naar het Noorden
om de gloeiende zor' te ontloopen. En men
merkt dan ook, als men naar het Zuiden
spoort, den overgang heel goed. Hoe verder
naar het Zuiden des te meer zon en -
des te meer zand. Groot is vooral het vei-
schiil tusschen temperatuur in zon en scha
duw. In het voorjaar ,is de lucht niet zel
den koud, terwijl de zon dan reeds branden
,kan. Europeanen, die in Egypte komen, zijn
de eerste veertien dagen stellig verkouden:
zoo sterk is de overgang in temperatuur van
schaduw en zon. 's Nachts kan het er zebs
zoo koel zijn, dat men de ramen niet open
kan houden. Ook is tegelijk de lucht er veel
droger dan in ons laud bijvoorbeeld. -Men
transpireert er minder; vrouwen, die van
het werk op het land komen, loopen met
haar kleeren aan de rivier in, wa'den wat
heen en weer, en zijn al heel spoedig, nia-
dat zij weer aan den oever zijn gekomen,
geheel droog. Prof. Obbink verhaalt, dat hij
bij het handenwasschen niet snel genoeg
een handdoek grijpen kon, anders waren
>zijn handen reeds droog. En al het brood,
dat voor een langeren tocht werd meege-
nomen, was binnen enkele uren zoo hard en
droog als beschu'it. Echter veranderen al
deze verschijnselen, zoodra als de Nijl gaat
stijgen door de enorme verdamping van
deze reusachtige watervlakte. De hitte
wordt daniondragelijk. En er is nergens
een schuilplaats tegen ook niet in de dicht-
ste schaduw. Alle wegen missen boomen,
en aanplauten schijnt niet te gaan, omdat
niiemand er voor voelt de menschen uit het
land zelf hebben lang niet dien hinder van
tie warmte als de vreemdeliu'gen.
Maar naast de zon moet ook uog het stof
worden genoemd. Dat is een vreeselijke
kwelling: de groote L.ffdpla
geen verweer tegen. En hoe verder men
naar het Zuiden komt, des te erger wordt
het. Overal dringt dit stof doorheen, e,n al
les ziit er vol van. Waar dan nog zandstor-
men bijkomen van groote kracht.
Alles bijeen is het dus geen; land om
graag lang heen, te gaan. Het ,is een land,
dat voorloopig zeker op zijn eigen bewo
ners, die er geboren en getogen zijn, zal
"zijn aangewezen. De Engelschen mogen er
de baas spelen, zij mogen daarbij zelfs ten
deele in hun recht zijn Egypte zal moeten
blijven het land van en voor de Egypte
naren!
INGEZONDEN MEDEDEELINGP^
voor hare rekening
DE TOESTAND.
De Kaad van den Volkenbond heeft
Dinsaag te Rome, op Engeland's verzoek,
goedgevonden de kwesties, voortvloeiende
uit het protokol van Geneve, tot de zit-
ting van Maart aan te houden. Engeland
krijgt, schrijft de N. R. Crtzoodoende
ongeveer drie maanden den tijd, om met
de Dominions er overleg over te houden
zoo noodig. de constructieve amende-
en
menten in elkaar te zetten, op welker mo
gelijkheid vroeger othcieus gezinspeeld is.
Chamberlain is een hoffelijk man m ver-
klaarde uitdrukkelijk, dat zijn verzoek niet
beteekende dat Engeland reeds partij had
gekozen tegen het protokol. Formeel is
dit juist, omdat /Engeland" in dit verband
het Britsche rijk beteekent en het oordeel
cover de resultante moet zijn van het nog
niet gehouden overleg tusschen de Engel
sche regeering en hare groote ove-zeesche
gewesten,
Wie echter geluisterd heeft naar de op-
vattingen die in de conservatieve partij tot
uiting zijn gekomen en naar de bezwaren
uit de Britsche dominions, weet dat het
stuk, zooals het thans luidt, nauweljjks
kans heeft op het Britsche fiat. Toen de
Britsche dominions in den grooten oorlog
hulp verleenden aan de geallieerden, hebben
zij dat alleen gedaan uit trouw aan het
Britsche rijk en om het belang dat zjj bjj
zijn instandhouding hadden, maar na deze
ervaring is onder hen de sterke strooming
ontstaan, om in alle beslissingen van de
Engelsche regeering over oorlog en vrede
volledig gekend te worden
Op deze rem reeds zou Engeland zich
voortaan kunnen beroepen, als men het
moeht verwjjten dat het aarzelt met zijn
machtsmiddelen aangerande staten bij te
springen, nog afgescheiden van de zeer ver-
breide opvatting in Engeland zelf dat de
Engelsche vloot niet lichtvaardig gebruikt
mag worden als hulpmacht ingevolge een
oponthoud en ten bate van anderen. In
den Engelschen verkiezingsstrijd hadden
alle partijen er zich over verstaan het
protokol buiten. den strijd te houden, een
bewijs te meer dat geen hunner het in zijn
tegenwoordigen vorm
wilde nemen.
De bedenktijd dien Engeland vraagt, zal
vertragend werken op de bijeenkomst van
de ontwapeningsconferentie. Deze kan, naar
men zich herinnert, pas bijeengeroepen
worden, indien drie van de vier voornaamste
ledefl van den Volkenbondsraad het protokol
geratificeerd hebben. De eenige staat die
dit gedaan heeft Tsjecho Slowakije
behoort niet tot deze grooten. Zij wachten
af wat Engeland doen zal Voorts kan het
ag. Er baat cok protokol van Geneve, volgens afspraak, niet
in werking trede voor de ontwapenings
conferentie gehouden is
Juni was als haar datum genoemd maar
te Rome i^ Dinsdag definitief besloten om
begin Mei eerst een conferentie tot bestrij-
ding van den internationalen sluikhandel
m wapens en ander oorlogstuig te houden,
een heel wat tammer onderwerp, maar dat
met de technische kwesties die eraan vast-
zitten, toch wel een maand zal vergen. Er
zullen dus altijd wel redenen te vinden zijn
om de ontwapeningsconferentie nog wat
uit te stellen en daarmee het feit te be-
mantelen dat zij bijster slecht voorbereid
lijkt.
D1CHTE MIST.
i e dichte mist, waarin Londen Woensdag
gehuld was, duurde s avonds al dertig uur
aan een stuk door en beperkte zich niet
tot de stad, doch omhulde heel Engeland
en het Kanaal. De scheepvaart ondervond
er ernstige belemmeringen door en te Londen
kon een deel van de post en de dagbladen
zelfs niet besteld worden.
Naar de draadlooze dienst meldt waren
alle kanaaldiensten en luchtverbindingen
gestaakt Wedrennen moesten worden af-
gelast. Devoetbalmatch Oxford Cambridge
moest worden uitgesteld. Een botsiug
tusschen 2 omnibussen in Londen waarbij
10 passagiers gewond werden, is een der
gevolgen van den nevel.
Te Londen, waar de mist het sterkst
was, was het Donderdagmiddag om 12 uur
zoo donker als anders te middernacht. De
straa lautaarns werden aangevuld door zoek-
lichten en op ruim 50 belangrijke verkeers-
kruisingen stonden mannen met sterk licht-
gevende lampen oin aan de omnibusseu den
weg te wijzen. Het verkeer met auto's en
trams is, evenals dat op de spoorwegeu be-
langrijk vertraagd. De weerkundige dienst
verwacht dat de mist nog 24 uur zal aau
houden.
TER NEUZEN, 12 DECEMBER 1924.
GEMEENTERAAD.
In de op Dinsdag a.s., ties namiddags
2 uur, te houden openbare vergadering van
den gemeenteraad komen de volgende pun-
tem in behandeling:
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Voorsitel van Burg, en Weth. om
gunstig te beschikken op verzoeken
van C. van Eerdenburg en J. J. Ver-
linde, al'hier, om vergunning voor het
leggen van een riool in gemeente-
gronti.
4. Idem op een verzoek van de Maat-
schappij „de Automaat" te 's-Hage,
om vergunning voor gebruik van ge-
meentegrond in de Nieuwstraat, voor
het plaatsen van een benzine-pomp
5. Idem tot het benoemen van een lid
van het Burgerlijk Armbestuur, we-
gens periodieke aftretiing van den
beer A. N. Ham el ink.
ng.
Aanbevoien worden: 1. A. N. Ha-
melink; 2. Anth. Harte.
6. Idem tot het benoemen van een «tv
bezoldigd ambtenaar van den bvi-T-
gerlijikien stand, belast met 'het vfA-
trekken van huwelijken.
Aanbevoien worder.1. D.J. Dees.
2. A. P. J. E. Begheijn.
7. Idem om afwijzend te beschikken cf
een verzoek van de Zeeuwsche Laml-
bouwmaatschappij om omtheffi^
voor het betalen, der retributie voor
gebruik van een 1 ok a a 1. der kopschooL
8. Idem, om, naar aanleiding van haar
verzoek aan de Katholieke MiddeJ-
bare Schoolvereeniging te Hulst
voor 1925, ten behoeve harer han-
delsdagschool, eene subsidie toe te
kennen van f 200.
9. Idem 'tot het vestigen van een bou»-
verbod op eenige perceelen grond
aan de Axelsche straat.
10. Idem tot wijziging der gem een te-
begrooting, dienst 1924.
11. Idem tot vaststelling eener overeenr
komst, aan te gaan met de N. V.
P. Z. E. M. inzake de electrificafk
der straatverlichtiing te Sluiskil.
12. ldiem om aan de P. Z. E. M. een ga-
ranitie te verleenen van hoogsteiB
J200, ten behoeve van de electrische
verlichting van Sluiskil, Oostzijdt.
13. Stemmen over het voorstel van Burg,
en Weth. tot het heffen van opeen-
ten op de hoofdsom der dividend- en
tantieme-belastimg. (Hierover staak-
ten in de vorige vergadering de
st«mmen).
14. Benoeming van leden tier diverse
raadscom missies.
15. Vasitstellimg suppletoir kohier hon-
denbelasting, dienst 1924, op ees
eindbedrag van f 60.
EEN JUBILEUM EN EEN ORGEL-
1NW1JDING.
Ds. Groeneveld, predikant der Gere!
kerk alhier, herdacht Dinsdag den dag
waarop lnj voor 30 jaar het ambt aanvaard-
de te Marum (Fr.) Van 1894 tot 1900 dienfle
hij de Geref. kerk aldaar. Van 1900 tot iyU8
stond hij te Winsurn (Gr.) en van 1908 i«
1916 te Oenkerk (Fr.). Up 9 Juli i916
werid Ds. Groeneveld te Ter Neuzen be-
vestigd.
Door de Geref. kerk alhier was sedm
geruimen tijd den wensch gekoesterd eec
nieuw orgel te bezitten, en werden poginge*
aangewend, de aanschaiffingskosten uit vrlp-
wiiil.li.ge bijdragen te bestrijden. Men had
blijkbaar goeden moed op het welslage*.
daar het oude kerkorgel reeds voor een aa»-
tal maanden werd verkocbt en afgebroken.
terwijl men. zich ondentusschen den tijd ctte
nog veiioopen moest eer het nieuwe orgef
klaar was behielp met een gewoon huis-
orgel.
Deze week was bet orgel afgeleverd en.
geplaatst en was de Woensdagavond be-
stemd voor de plechtige ingebruikneming.
die gepaard zou gaan met een orgelconcat.
Er was zeer groote belangstelling, zoodat
het kerkgebouw geheel gevuld was.
Ds. Groeneveld opcode op tie gewouc
wijze den kerkdienst en Met zingen Psal®
150, welke zang .nog op het huisorgel werd
begeleid.
Daarna verkreeg het woord de heer C. J.
Nobels, voorzitter der orgelcommissie, dk
in eene toespraak het orgel aan de gemeente
overdroeg.
Door Ds. Groeneveld werd het daaroj?
voor de gemeente aanvaard en liet dezr
z'itngen Ps. 98 vers 2 en 3, welke zang voor
het eerst met het nieuwe orgel werd bege
leid, waarbij men reeds de schoone klankeu
van dit instrument bewonderen kon.
Die kwamen echter te meer uit bij de jib
yolgende bespeling door den heer Streber,
een vertegenwoordiger van de leveremte
firma.
Na de bespeli:ng kwam aan het woord etc
heer D. Scheele, voorziitter-ouderling, die
nanvens de gemeente Ds. Groeneveld geluk-
wenschte met zijn 30jarig jubileum. Hij
verzocht de gemeente den jubilaris toe te
zingen Ps. 134 3.
Weder volgde hierna orgelbespeling, na
afloop waarvan de bijeenkomst door Ds.
Groeneveld op de gebruikelijke wijze werd
gesloten.
De Geref. kerk is hiermede in het bezh
gekomen van een. orgel, waarmede men
haar felicifeeren kan. Het is geleverd door
de Firma G. F. Steinmeijer Co., Kcml
Beijersche Hof-Orgelfabriek te Oettinges
(Beieren.) Het orgel heeft 26 registers, ver-
deeld over 2 manualen en pedaal, benevens-
23 koppels en speelhuipen; verder is het
voorzien van een geruischloosloopende elec
trische windmachine. Het front is geheef
van eikenhowt.
CONCERT VAN TER NEUZENSCH
MANNENKOGR.
Zooals uit de advertentie in dit nu mow
blijkt, zal op aanstaanden Dinsdag door
Ter Neuzensch Mannenkoor een conceit
gegeven worden in een gymnastieklokaaS
der kopschool. Naar we vernemen heels
deze vereeniging weer al het mogeiijkt
gedaan, om den hoorders een belangwek-
kend prograntma te bieden. Het programma
bevat verschillende mooie nummers, door
het koor te zingen onder leiding van den
direoteur, den heer C. A. van Fraaijenhoven,
terwijl men zich ook verzekerd heeft de
medewerking van de symphonic „Vlijt en
;n. j
De Buigemeester der gemeente TER NEUZES
sn^ttkt bekend, dat eene Opeabare Vergadenug
ran dsn Gemeenteraad zal worden gehouden op
Dinsdag 16 Dec. 1924, dea namiddags 2 uur.
E'er Neuzen, 12 Dec. 1924.
De Burgeineester voornoemd,
J. HUKJNGA
voordat Uw verlcoudheid ontaardt
in een ernstige en moeilijk te
genezen borstaandoening. Neem de
kleine oorzaken weg en voorkom al-
dus de groote gevolgen met de ver-
zac.htende en genezende Akker's
f 1.50 f 2.75 f 4 50
Overal per koker
zijn voordee'l^erl
De groote
a. I
■:n|