f
SPORT.
Doortrekking van het kanaal
van de Axelsche-Sassing
naar Hulst.
iNGEZONDEN MEDEDEELING8K
ZenuW-Tabletten .75<*
Laxser-Tsbletten 60«
Hoofdpijn-Tableiten 60<*
Bij Apoth. en Drogisten.
StavastVlissingen 11
3—1
Middel'bu rg 11Z eelandi a
2—3
TerneuzenM. E.
V.O.
1—2
s
Walcheren 9
Goes 8
Zeeuwsche Voetbalbond.
Stand Z. V. B. le Klas,
Bijgewerkt tot 30 November 1924.
VOETBAL.
Nederlandsche Voetbalbond.
Afd. IV, 3e Klas A.
c^trijduitslagen van 7 December.
JL
bij
Mijnhardts-tabletten zijn verknjgbaar
JTa. Aj
Kamer van Koophandel en Fabrieken, ter-
wiil hij bij de reorganisatie der Earners
JL LL~J„ w li.ri der afdeelmg groot-
hem benoemden tot
Q.
s*
5
doelp.
<n
V
3
<v
3
3
0)
fl
v. t.
3
Bergsche Boys 10
9
i
19
34-8
1.90
M. E.V. O. 6
5
1
10
12-5
1.66
Zeelandia 7
4
i
2
9
11-6
1.28
Terneuzen 9
5
i
3
11
25-17
1.22
Stavast 5
2
2
1
6
8-9
1.20
4
2
3
10
14-16
1.11
1
3
4
5
10-13
0.62
B. O. Z. 9
2
1
6
5
9-19
0.55
Middeiburg II 8
1
1
6
3
10-20
0.37
Vlissingen II 9
1
8
2
7-27
0.22
bedrid welks leden
hunnen voorzitter.
Voorts was de overledene secretaris van
de Maritime Vereoniging en maaktevoortb
deel van het bestuur van verschillende par-
ticuliere vereenigingen. Daar men mmmei
te vergeefs een beroep deed op zijn steun,
en hii deze in verschillend opzicht gul ver-
leendp zal zijn verscheiden al voren-
staande omstandigheden in aanmerking ge
nomen in breeden kringeen gevoekg ver-
iies beteekenen en zal voorzeker bij alien die
hem in zijn werken gekend hebben de hei-
innering blijven voortleven als aan die van
een flink burger, wienis, menschelijker wns
gesproken, te vroeg verscheiden. met alleen
te betreuren is voor de zijnen, doch ook
voor de stad zij.ner inwoning.
Voligens de lijst is in den. gemeenteraad
opvoilger de heer R. Scheele Nz. en in de
Proviinciale Staten de heer Ph. J. van
Dixhoorn te Axel. Voor vervulling der va-
cature in de Kamer van Koophandel en
Fabrieken moet een nieuwe verkiezing wor-
den uitgeschreven.
ST. NICOLA A SFEEST.
Vrijdag was het ons vergund, een kijkje
te komen nemen in de keurig versierde
feestzaal van ,,'s Lands Welvaren' alhier.
Vele kanden en beurzen hadden dit tot
stand gebracht. Daar waren verzameldeen
honderd kinderen uit de le, 2e en 3e klas
van de openbare school A te Ter Neuzen.
Onder leiding van de beide onderwijzeres-
sen en den onderwijzer van die klassen
was er een feest op touw gezet, ten einde
den kleinen eenige heerlijke uurtjes te be-
reiden.
Wat een schat van speelgoed, wat een
verscheidenheid van lekkers Ook trof ons
een transparant, hangende voor in de zaal,
waarop afgebeeld de maan, lachend schij-
nende door de boomen
Tusschen lOtallen slingers van bloemen
en groen merkten we er een op van lam
pions en „deegmannetjes", aardig uitge-
dacht.
Wat een jolige gezichtjes van al die net
gekleede kindertjes wat een gespannen
jverwachting" op alier gelaatHet toppunt
werd bereikt, toen Sint met Piet binnen-
kwamen, welwillend gebracht met een
auto.
Voorafgegaan door 2 heel kleine peu-
tertjes, die het pad voor de beide ,/kinder-
vrienden" met bloemeu en groen bestrooi-
den, toegejuicht door de honderd mondjes,
gingen de „hooge gasten" voor in de zaal.
Andere kleinen kwamen liedjes opzeggen
of zingen en een grootere leerling begroette
Sint met een vioolnummer.
Daarna voerden een dertigtal meisjes, al
ien in 't wit met kransjes in 't haar, een
goed geslaagde rei uit.
Eindelijk gingen Sint en Piet, zeer vol-
daau over alles, wat de leerlingen gepres-
teerd hadden, heen. Toen werden de hon-
derden geschenkjes uitgedeeld en keerden
de kleinen, beladen met lekkers en moois,
naar hids terug.
Jammer, dat aiet genoodigd publiek een
zoodanig gedrang veroorzaakte, dat de help-
sters zich bijna rechts noch links konden
keeren en zelfs hatelijke, misplaatste op-
merkingen aan de feestleidsters niet spaar-
den.
Intusschen alle eer aan de beide onder-
wijzeressen en den onderwijzer uit de be-
trokken klassen, het comite van school-
reisjes en vele anderen, die den kleinen dit
zeer welgeslaagd feest bereidden.
TEXTIELINDUSTRIE.
De heer Fr Koch, gedipl. textielbedrijfs-
leider, is tot directeur benoemd der Mecha-
nische Tricotagefabriek Behaegel—De Nijs
te Hulst.
EEN KONINKLUKE ST. NICOLAAS-
VERRtSSING.
J I. Vrijdag werden de jongedames De
Feijter en De Kraker, te Zaamslag, die het
Axelsch costuum voor Prinses Juliana heb
ben verzorgd, en Haar voor Haar tocht
door Oostelijk. Zeeuwsch Vlaanderen op 8
Augustus j 1 daarmede hebben gekleed,
verrast met de ontvangst van een gouden
broche, zijnde een gekroonde J met parelen
bezet, hun door H. \1. de Koningin ge-
schonken als herinnering aan betgeen zij
voor de Prinses hebbeii gedaan.
SELZAETE.
Tijdens de drukte der markt alhier was
Maandag het verkeer over de noodbrug
geheel gestremd Personen die naar den
kanaal moesten waren
te maken van de pont.
te klein bleek, voerden
eenige scliippers met roeibootjes heen en
weei\ om het publiek over te zetten Het
ongeluk wilde, dat een dergelijk bootje,
waarin een vrouw, een kind en twee man-
nen zaten, omsloeg en de inzittenden te
water geraakten. Het mocht den haastig
toegesnelde personenen gelukken alien te
redden
Zierikzee
Zeelandia II
Veere
Terneuzen 11
Walcheren II
Deto
5
6
3
3
1
1
2
1
1 3
1 3
2 5
- 7
12
12
7
7
4
2
31-5
18-6
14-14
16-19
10-20
4-29
1.71
1.71
1.—
1
0.50
0.25
overkaut van het
verplicht gebruik
Daar deze echter
Hedennamiddag werd te HuLst in de beneden-
zaal van het stadhuis eene vergadering gehou-
den over bovenstaand onderwerp, zooals wij de
vorige week vermeldden bijeengeroepen door
het Bureau der Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Zeeuwseh-Vlaanderen.
Tegenwoorddg waren de leden dier Kamer
woonachtig in Oostelijk Z.-Vlaanderen, de
gemeentebesturen van Axel, Hulst, Clinge,
Koewacht, Zuiddorpe, St. Jansteen, Westdorpe,
Overslag, Stoppeldijk en Boschkapelle, vele
raadsleden van de 2 eerstgenoemde gemeenten
afgevaardigden van polderbesturen, verschillen
de vooraanstaande personen, terwijl van de ge
noodigde vertegenwoordigers aanwezig waren
het lid der Eerste Kamer, de heer Jhr. De
Muralt, het lid der Tweede Kamer de heer L.
A. Fruijtier, het lid van Gedeputeerde Staten
de heer B. F. Fruijtier, het lid der Prov. Staten
de heer Dumoleijn, de heer A. de Vulder van
Noorden, Regeeringscommissaris bij de stoom-
vaartmaaitschappij Zeeland en voor de expl.
van den Prov. Stoombootdienst op de Wester.
Schelde.
De voorzitter, de heer J. A. van Rompu
opende de bijeenkomst met een woord van
welkom aan de aanwezigen, in het bijzonder
de belangstellende autoriteiten. Hij bracht
hulde aan de nagedachtenis van wijlen den
heer R. G. E. Nolson, die, indien hem het leven
en gezondheid waren gebleven hier mede zou
aangezetenen hebben, om zijn energie en voor-
lichting ook te geven voor de zaak die alien
hier samenibracht, doch die door een Hooger
Bestier op betrekkelijk jongen leeftijd uit zijn
werkkring is weggerukt.
Hij dankte vervolgens het gemeentebestuur
van Hulst voor de in het aloude stadhuis ver-
leende gastvrijheid, en hield daarna de volgen-
de inleiding:
Indien ik thans voor u sta als leider dezer
bijeenkomst, is zulks in mijn kwaliteit als
voorzitter der Kamer van Koophandel en I a-
brieken voor Zeeuwseh-Vlaanderen en in op-
drachtt dier Kamer, welke door deze opclracht
weer een nieuw veld barer werkzaamheul be-
treed, d'aar zij voor de eerste maal buiten haar
eigen kring naar voren treedt.
Ik wil even memoreeren, dat de werkmgs-
sfeer der vroegere Kamer waren beperkt tot
de gemeenten die de stichting daarvan hadden
uitgelokt, zoodat de sinds 1892 te Ter Neuzen
bestaande Kamer zich beperkte tot de belan-
gen dier plaats en de in 1915 te Sas van Gent
opgerichte tot die van Sas van Gent, doch dat
de overeenkomstig de Wet van 1920 met
April 1922 tot stand gekomen Kamer voor
Zeeuwseh-Vlaanderen haar werkkring zag uit-
gebreid tot geheel Zeeuwseh-Vlaanderen.
Die Kamer heeft ondervonden, dat er voor
haar een ruim veld braak lag. Want, al is het
ook, dat we met dankbaarheid willen erkennen,
dat de hooge regeering in de laatste kwart
eeuw de belangen van Zeeuwseh-Vlaanderen
niet over het hoofd zag, in onze streek de tot-
standkoming van verschillende zaken door sub-
sidie steunde en zelf werken uitvoerde strek-
kende tot verhooging van de welvaart der
streek, zoo bleven er toch nog tal van wenschen
bestaan.
En een dlier oudste wenschen, mijne heeren,
is toch zeker wel een scheepvaartverbinding
van Axel en Hulst met groot vaarwater. Wij
alien, zelfs de ouderan onder ons, zijn, om het
zoo eens uit te drukken, met die kwestie opge-
groeid, we hoorden daarvan in onze pnlle
jeugd, in ons opgroeien, in onzen middelbaren
leeftijd, en tijdens ons ouder worden. Geen
wonder, aangezien deze kwestie, zooals ik
nader hoop aan te stippen, een ware historie
heeft.
Het mag dus niet verwonderen, dat niet lang
na de oprichting der'Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Zeeuwseh-Vlaanderen, zij
ook ter sprake kwam bij dat college, en be-
sproken werd de nieuwe pogingen der gemeen
tebesturen Axel en Hulst steun te verleenen.
Het archief der nieuwe Kamer bevatte om-
trent deze zaak uit den aard der zaak geen
gegevens, waarom een poging werd aangewend
ilaarin te voorzien door informatie bij de be-
trokken gemeenten. Dit had aanvankelijk geen
resultaat, evenmin als de sinds 1919 inge-
diende verzoeken der genoemde gemeentebe
sturen, dat bleken te hebben, en er bestond alle
uitzicht, dat die laatste poging ook weer op
niets zou uitloopen, aangezien er niet smeer om-
tient gehoord werd. De omstandigheden, die
nu sinds een jaar of drie vele werken hebben
do en uit- of afstellen, schijnen ook een fatalen
invioed te hebben gehad op de met ijver in
1919 aangevangen voorbereidingen voor de be-
oogdd kanalisatie.
Maar. werd er blijkbaar in Den Haag niet
meer aan gedacht, hier was men 'tniet verge-
ten, en de Kamer van Kooph. maakte van een
bijzondere gelegenheid gebruik, de aandacht
van Z. Exc. den Minister van Waterstaat daar-
op opnieuw weer eens te vestigen. 'Daarbij
bleek, dat Zijne Excellentie tegenover deze
kwestie sympathiek stond en hij noemde die
in de vergadering der Eerste Kamer op 8 Juni
1.1. zelfs als een werk welks uitvoering van
naar wren tredend belang kon worden geacht.
Dit klonk wel moedgevend, doch voor zoover
ons bekend is, is het bij die uitspraak gebleven,
alhtans, zooals terecht in het voorloopig
versiag der Tweede Kamer is opgemerkt, uit
de Staatsbegrooting blijkt niet, dat er in het
stadium der kwestie vooruitgang gekomen is.
De herinnering in ons jiaarverslag aan de in
het jaar 1900 bestaande comite Van Deinse,
welks leden voor zoover mij bekend inmiddels
niet meer tot de levenden behooren, deed den
heer L. van Waesberghe in de Kamer de wen-
sohelijkheid uitspreken van het opnieuw vor-
men van een comite, dat zich de bevordering
De Kamer beaamde die wenschelijkheid, Zij
is echer van meening, dat dit eene zaak
is waaraan zij wel steun kan verleenen, doch
dat het niet op haren weg ligt, die in haar
vollen omvang aan te pakken, dat de voor-*
naamste stappen daartoe moeten uitgaan van
de direct belanghebbende streek zelf, daar deze
het best over de te dien opzichte bestaande
wenschen over de nocdzakelijkheid kan oordee-
len, te meer, waar het niet uitgesloten is, dat
de direct belangheibbende gemeentebesturen
door meer dan een spontane instemming van
hunne daadwerkelijke belangstelling zullen
hebben te doen blijken.
De Kamer was alzoo van meening, dat be-
doeld comite of acht men zulks beter een
vereeniging zal moeten worden gevormd uit
de direct belanghebbende streek en droeg aan
het Bureau op, om, indien niet te eeniger tijd
bleek, dat de vorming van zoodanig comite
aanstaande was daartoe het initiatief te nemen
en belangheibbenden samen te roepen.
Na zich vergewist te bebben, dat de gemeen
tebesturen van Axel en Hulst met dit voorne-
men sympathiseerden is door ons overgegaan
tot het beleggen van deze vergadering, waar-
voor met gebruikmaking van het advies van
voornoemde gemeentebesturen zijn uitgemoo-
digd de besturen der direct belanghebbende
gemeenten en polders, benevens een aantal
vooraanstaande jv ^nen, en afgevaardigden
in verschillende hoo^erfe colleges, die met dit
deel van Zeeuwseh-Vlaanderen uit hoofde hun-
ner relaties in verband staan.
Ik wil die heeren mededeelen, dat het lid
der Tweede Kamer de heer Van der Biit heeft
meegedeeld wegens den aanvang der behande-
ling van de Marinebegrooting niet tegenwoor-
ddg te kunnen zijn, doch dat diit pogen zijn
sympathie heeft. Ook kwam een bericht in van
het lid van Gedeputeerde Staten, de heer Mr.
P. Dieleman, dat hij dioor een andere vergade
ring hier tot zijn spijt niet kon aanwezig zijn.
Uit de groote belangstelling waarva.n bij
deze vergadering blijk wordt gegeven, meen ik
te mogen afleiden, dat de Kamer van Koop
handel en Fabrieken een onderwerp heeft aan-
geroerd, diat inderdaad leeft bii de bevolking
dezer streek, al zal de belangstelling bij de jon-
geren wel wat geluwd zijn, omdat de be-
moeii'ngen deswege door de opeenvolgetide te-
leurstellingen met steeds grootere tusschen-
poozen werden herhaald en men er minder van
hoorde spreken. Het is o.m. van het jaar 1874
geleden, dat in verband met dit onderwerp deze
streek voor dat doel samenwerkte. Toen is
o.m. een vergadering gehouden waarin dezelfde
gemeentebesturen tegenwoordig waren. die
ook voor deze vergadering zijn uitgenondigd.
Zooals ik reeds aanstipte: deze kanaalkwes-
tie, heeft zijn historie en het kan zijn nut heb
ben, die in korte trekken in het geheugen terug
te roepen en haar weer tot voile leven te bren-
gen.
Het archief dier Kamer van Koophandel en
Fabrieken, dat, zooals ik zeide aanvankelijk
over deze zaak niets bezat dan leege bladen,
bevat daarvan thans, dank zij de werkzaamheid
van den secretaris, die daarvoor op de juiste
plaatsen wist na te sporen, een lijvig dossier
van interessante gegevens. Moet met betrek-
king tot een deel der bronnen waaruit genut
werd een zekere bescheidenheid worden in ncht
genomen, aan de gemeentebesturen van Axel
en Hulst zeg ik bii deze dank voor de daarvoor
ondervonden medewerking, evenals aan den
secretaris der commissie voor verbetering van
de suatie van een deel van dit district, den
heer Mr. P. Dieleman.
f De spreuk van het Zeeuwsche wapen ..Luctor
et Emergo" is, mijne heeren, wel van bijzon
dere toepassing op Zeeuwseh-Vlaanderen. Het
was steeds worstelen en zwemmen. De geschie-
denis leert ons, dat in de veertiende eeuw
Zeeuwseh-Vlaanderen reeds was ingedijkt.
Latere gebeurtenissen maakte het echter voor
een giroot deel weer drijvendle. Niet alleen,
dat sommige polders invloeiden tengevolge van
het geweld der door stormen opgezweepte gol-
ven die dijken dteden bezwijken, doch ook door
de strijdende partijen in den 80jarigen oorlog
werden, als het in hun kraam te pas kwam
ifdijken doorgestoken en het land under water
&ezet. In dit opzicht zijn de omstandigheden
tusschen twee haakjes nog weinig veranderd,
want, indien de omstandigheden onze streek in
den jongsten wereldstrijd hadden betrokken,
dan zou men, de teekenen waren er reeds, een
herhaling van hot onder water zetten hebben
beleefd.
Een gevolg van de geschetste omstandighe
den was, dat in het laatst van de jaren 150(1
van Oostelijk 2teeuwsch-Vlaanderen slechts de
hooge zandgronden in het Zuiden en de steden
Hulst, Axel en Ter Neuzen met een kleine
omgeving, bij vloed boven het water uTtstaken.
In de zeventiende en achttiende eeuw is men
aangevangen om het verloren land weer door
inpoldering te herwinnen. Omstreeks 1750
was reeds een groot deel van het overstroomde
drooggelegd, doch nog tot 1787 doorstroomden
Braakman en Hellegat nog het geheele land
en werden zoowel de stad Hulst als Axel nog
door het zeewater bespoeld.
De Noordwestelijke grens van die zeearmen
werd gevormd door de thans nog „zeedlijk"
genoemden dijk langs Poonhaven, Kijkuit,
Axel, Sluiskil, en verder langs het vroegere
Axelsche Gat naar den dijk van de Braakman.
De Zuidoostelfjke grens der zeearmen werd
gevormd door dfe dijken van de polders Stop
peldijk, Klein Cambron, Havik en Hulster
Nieuwland, die wallen van Hulst, de dijken van
de polders Absdale-, Oud- en Nieuw Ferdinan-
dus, Oud Beoostenblij Bezuiden, Moerspui,
Zuiddorpe, Noord, Lippens, de Belgische pol
ders St. Francois en Keirmelk, voorts den pol
der St. Anthony en verder door den dijk van
het vroegere Sassche Gat tusschen Sas van
Gent en Philippine.
Op een kaart van den toestand in die dap-en
zien we als eilanden in die zeearmen liggen de
Oud Vogelschor of Zuicl-Westenrijkpolder en
Zuidelijker de Autriche- met den Papeschor-
polder.
Hulst langs de oude vaart van Hulst, de
Hulster-Vlakte e.n het Hellegat en Axel lanes
het Axelsche Gat, waarvan de Axelsche kreek
toen deel maakte, en den Braakman, ston-
(den alzoo in directe gemeenschaf) met de
Wester-Schelde.
legd te zijn van Luntershoek naar Reigers-
bosch.
Reeds in het begin der 19e eeuw is herhaal-
delijk uitgezien naar middelen om d'e afwate-
ring, die door sterke aanslibbing in het Helie-
;at spoedig achteruitging, te verbeteren, en
het ligt voor de hand, dat de scheepvaart langs
dien uitweg naar Hulst, voor zoover deze nog
n eenige beteekenis was, niet weinig moesc
lijden en geheel verliep.
Te Axel was het ai niet veel beter. De sluis
aan de Axelsche Sassing werd in het jaar 1805,
na te rn gesprongen, door een. dam at'geslo-
ten. De scneepvaart was toen schijnbaar in
beteekenis ook reeds veel achteruitgegaan.
Door cte passluis en de sluis van Zwartenhoek
werd voldoende in de afwatering voorzien".
Omdat de oude waterwegen door het Sassciie
en het Axelsche Gat tengevolge van de sterke
aanslibbing niet meer voldedien, werd ten be-
hoeve van de afwatering en scheepvaart het
kanaal van Ter Neuzen naar Sas van Gent ge-
graven. De uitwateringen die in genoemde
gaten uitkwamen, werden in het kanaal op-
genomen.
Bij den aanleg van dit kanaal was ook be-
doeld een zijtak van Sluiskil naar Hulst, Het
kanaal v&n Sluiskil naar de Sassing is dan ook
in dien tijd gegraven.
De Axelsche Sassing (schutsluis) werd in
1827 hersteld en heropend, terwijl begonnen
werd met het graven van een kanaal tusschen
de Axelsche kreek en de kreek om het Ciooj.
Eiland. De uitwatering langs het Hellegat
was al even onvoldoende als die langs het
Axelsche Gat, waarom tegelijk daarin verbete
ring trachtte te krijgen door het water der
Hulstersche vlakte eveneens af te voeren naar
de Axelsche kreek.
De uitvoering van dat plan werd echter niet
vol too id. We hebben in de laatste jaren maar
al te zeer ervaren wat „tijdsomstandigheden"
kunnen teweegbrengen of te wel tengevolge
hebben. Het waren ook in dien tijd „tijdsom-
standigheden" die de tenuitvoerlegging van
het geheele plan hebben belet.
Zooals we uit de historie weten werd het in
Belgie, waarmede Nederland toen nog ver-
bonden was roerig. De kanaalwerken hadden
al vertraging ondervonden door geibrek
aan arbeidskrachiten, terwijl er bij de regee
ring naar het schijnt ook vrees bestond
voor de gevoLgen eener opeenhooping
van werkvolk aan de grenzen in die roerige
tijden. „Toen de werken op bijkans een half
uur van Hulst gevorderd waren" zooals we in
een request van lateren tijd lezen, werden die
werkzaamheden gestaakt en zijn tot den hui-
digen dag in dien onvoltooiden toestand blijven
liggen, waarmede de te Hulst algemeen ge-
koesterde hoop op een nieuwen waterweg naar
de Wester-Schelde vervloog. Het gegraven
gedeelte van het kanaal heeft alleen en uit-
sluitend gediend voor waterleiding, en doet dit
nog.
We springen nu met de geschiedenis over op
het jaar 1842, toen na de afscheiddng verschil
lende regelingen met Belgie werden getroffen,
waaronder ook die betreffende afwatering.
Het kanaal van Ter Neuzen naar Sas van Gent
zou alleen voor de feeheepvaart, worden ge-
bruikt en ter voorziening in de afwatering
werd de Oostelijke en de Westelijke waterlei
ding gegraven. Dit was fataal voor de nog op
Axel bestaande scheepvaart, aangezien het peil
van de Axelsche kreek als gevolg van die
waterleiding dermate zakte, dat zij voor de
scheepvaart niet meer geschikt was, terwijl
ook op den dgpmpel der sluis aan de Sassing
te weinig vaardiepte overbleef.
Voor zoover we hebben kunnen opdiepen
heeft het toen geduurd tot 1849, dat er van
rijkswege een ontwerp is gemaakt voor het uit
voeren van betrekkelijk kleine verbeteringen
aan sluis en den vaarweg, waarvan de kosten
werden geraamd op f 64.600.
Gmtrent de vaart op Hulst is naar het
schijnt zeer weinig bekend. Daarentegen weten
we, dat de vaart op Axe! van beteekenis was
en in de raadiszaal van die stad zien we nop
een schiiderij, weergevende een kijkje op Axel
uit vroegere dagen, van uit zee gezien, dat
geheel den indruk geeft van een bedrijvige
lmvenplaats. Ongetwijfeld zijn de straatnamen
„Zeestraat", „Kaaiwal", „Gentsche vaart-
st.raat" overgebleven als een herinnering aan
dien tijd.
Een ingrijpenite verandering kwam er in den
toestand door de groote diikage van 1788 en
1789, waarbij werden gelegd de afsluitdijk van
Reigersbosch naar Luntershoek, die van <'e
Axelsche Sassing naar Zwartenhoek en die
tusschen den Autrichenpold'er en Sas van
Gent.
Door de schut-, tevens afwateringssluis te
Luntershoek en de Axelsche Sassing bleef de
Blijkbaar was toen de scheepvaart op Axe!
va,n weinig beteekenis, daar blijkens een
schrijven van den Staatsraad-Gouverneur van
de Provincie Zeeland aan het gemeentebestuur
van Axel, de Hoofdingenieur van 's Rijks
Wateirstaat in bet lie district had te kennen
gegeven, dat de „aanzienlijke" kosten van dit
werk geenszins geevenredigd waren aan het
nut en voordeel daaruit te verkrijgen, waarom
deze in overweging gaf de Sassing af te dam-
men, een goedten rijweg te maken van de stad
naar de af damming en een ladings- en los-
plaats ter plaatse voor de -schepen daar te
stellen en verder den straatweg van Ter Neu
zen naar Axel te voltooien. Alzoo een voorstel
aan het gemeentebestuur van Axel waarom-
tnent ik in den loop der tijden ook in het pu
bliek wel eens iets hoorde verluiden.
En dan, mijne heeren, moet ik iets rechtzet-
ten, dat voor zoover ik meen een legende ge-
worden is, doch niet jujst is.
Volgens het verhaal zouden destijds de be-
stuurderen van Axel uit kortzichtigheid hun
vaarweg hebben pirijsgegeven voor enkele
landwegen hetgeen hun door het nageslacht,
dat verlangde naar een goeden vaarweg kwa-
lijk genomen werd.
Uit een schrijven van Burgemeester en Wet-
houders van Axel van 15 April 1850 blijkt
evenwel overduidelijk, dat de afdamming van
den vaarweg tot aan de Sassing werd betreurd,
en zulks als een nadeel voor de omgeving werd
beschouwd, omdat daardoor de gelegenheid tot
het vervoeren van veldproduoten aanzienlijk
werd ingekrompen, zoowlel als de aanvoer van
koloniale waren enz., die daarvoor in de plaats
werden verkregen.
„De voltooii'ng van den oorspronkelijk ont-
worpen waterweg werd echter zoowel in het
belang van Axel als van de Zuid1- en Oost-
waarts gelegen gemeenten als een eerste be^
hoefte beschouwd, en achtte het gemeentebe
stuur zich verplicht, op deszelfs verkrijging
stegds het oog gevestigd te houden. Het ge
meentebestuur nam evenwel gaarne aan, dat
de voor 1830 ter voltooii'ng van het zijkanaal
aanwezige fondsen sedert, door den drang der
omstandigheden tot andere (doel)einden be-
steed zijnde, de financieele toestand des rijx^
het niet zou toelaten, de gevorderd wordende
veid'ieping van al de werken en verwijding van
het kanaal en verder noodige werken te
bekostigen. Het wenschte de goede bedoelin-
„en te erkenen, vervat in de hiervoren ver-
melcte missive van 10 April 1850, en te ver-
klaren, dat hunnerzijds na de vooruitgezette
algetneene beschouwingen over het wensche-
lijke van den waterweg, waanwar het gemeen-
ebestuur, in de hoop op een betere toekomst
steeds zal blijven hechten, geen bedenkingen
bestonden tegen de uitvoering vani het door den
Hoofdingenieur voornoemd aangegeven plan
tot afdamming van de Sassing en het maken
der genoemde kunstwegen.
Uit dit schrijven blijkt dus, dat Axelsch ge
meentebestuur zeer wel de behoefte aan een
vaarweg bleef inzien, doch slechts noodge-
d.ron,gen in de afdamming berustte. en althans
trachtte te land te verkrijgen wat bezwaarlijk
gemist kon worden, met name de voltooiing
\an een klinkerweg naar Ter Neuzen.
De Axelsche Sassing is daarop definitief af-
gedamd volgens bestek no. 43 van het jaar
1851. (Op to merken valt, dat zii eerst in het
iaar 1921 geheel is aangevuld, bii de werken
t-r.r -gtrVl
einden toch niet meer zou kunnen diction.
Thans gaat er een weg overheen).
Indien we nagaan, dat de afsluiting begrij-
pelyk l-eeds niet zonder protest geschiedde, is
bet alleszins verkiaarbaar, dat voortdurernd
pogingen zijn aangewend, om den vaarweg
weer terug te krijgen.
R< i iS53 deden eenige ingezetenen van
Axe! daartoe een verzoek aan Z. M. Koning
Willem de derde. Zij ontvingen een afwijzen-
de beschikking.
Steeds werd die poging herhaald. Door den
gemeenteraad van Axel voor de eerste maal op
28 September 1853. Hij deed dit in breed
gemotiveerd ad- waarin er op werd gewezen,
dat het kanaal tct Hulst indertijdi was begre-
pen in de aanbesteding der werken voor het
kanaa! Ter NeuzenSas van Gent, dat de Bel
gische onlusten aanledding waren geweest, dat
werk niet uit te voeren, doch dat de afdam-
mingen (indijMmgen) van polders, die Axel
van zijn vaarweg hadden beroofd, aan den
Staat door den verkoop van Domeingronden
aanzdenlijke baten hadden opgeleverd, dat de
gemeente zonder vergoeding grond had afge-
staan voor uitvoering van het werk, en die
grond thans dcor den Staat verpacht werd, dat
de scheepvaart op die Sassing sterk vermeer-
derde en te verwachten was die in de toekomst
nog zou toenemen. Gewezen werd op de uit
voering van andere kanaalwerken, die ten
slotte voor den Staat ook geen directe voor-
doelen afwierpen.
Bij schrijven van 22 Juli 1859 werd door
tusschenkomst van Gedeputeerde Staten van
Zeeland een afwijzende beschikking ontvangen,
waarin te kennen gegeven werd, dat hgt on-
derzoek naar de mogelijkheid en wenschelijk
heid der uitvoering van het werk zoowel als
de evAntueete uitvoering, moest worden over-
gelaten aan de meer onmiddellijk belangheb-
benden.
In. een nieuw request van 26 Juli 1860 be-
toogt de gemeenteraad van Axel, dat die kos
ten bezwaarlijk ten laste der belanghebbenden
kunnen worden gebracht aangezien de werken
tot afsluiting van het vaarwater zijn genomen
zonder dat de raad daaromtrent is gehoord
(het is mogeiijk, d!at het zooeven medegedeel-
de schrijven van den Staatsraad-Gouverneur in
Zeeland alleen door het college van burge
meester en wethouders is behandeld), en de in
gezetenen dus stilzwijgend van de voordeelen,
die zij vroeger van en door de scheepvaart ge-
noten waren verstoken.
De daampvolgende poging werd aangewend
door den gemeenteraad van Hulst, in een
ad res van 3 Juni 1863, die evenzeer wees op
het opdroogen eener rijke bron van welvaart
en bloei voor die gemeente en de omgeving,
als gevolg van het afsnijden van den vaarweg
door de verschillende indijkingen, en eveneens
verwees naar de hoop die gewekt was door de
aanhesteding vaji een kanaal Ter NeuzenSas
van Gent met zijtak naar Hulst, en dat de be
trokken gemeenten door de vele drukkende ge-
meenteuitgaven niet in staat waren iets voor
verwezelijking van het beoogdte doel te kunnen
bijdragien.
Ook deze smeekbede had evenmin gevolg. De
algemeene toestand des lands van dien tijd is
mij niet bekend, doch het moet toch, als we de
tegenwoordige staatsbemoeiingen nagaan, ver-
wondering' baren, dat door de regeering niet
werd ingegrepen, als we nagaan, dat g-con an
dere vervoermiddelen bestonden en alles per
scheepsgelegenheid moest worden verzonden
of ontvangen, en er geen andere havens waren
dan de Axelsche Sassing en de haven te Wal-
soorden en Ter Neuzen. Wat een opoffering
aan tijd en moeite moet dit niet gekost hebben,
om alles langs de toen allerminst goed cmder-
houden wegen naar die havens te brengen of
daar te halen!
Aan genoemd adres van HuLst werd door
Axel adhaesie betuigdi, terwijl uit andere stuk-
kan blijkt, dat dit ook gesteund is door de ge-
meenteraden van Koewacht, Zaamslag, Zuid
dorpe, Sit. Jansteen en Clinge.
Geheel zonder gevolg schjjnen die ad ressen
toch niet te zijn geweest, want in een adres
van Axel's raad van 18 Mei 1865 blijkt, dat
men in den jare 1864 door en van wege amb-
tenaren van den Rijkswaterstaat met grooten
ijver opmetingen had ziien verrichten, en alzoo
hoop koesterde, dat de voltooiing zou worden
verkregen, doch later niets meer vemam.
Dringend verzocht men den Koning onder j
herinnering aan de vroegere adressen de uit
voering der werken bij de Hooge Regeering
aan te bevelen en daarmede rekening te hou
den voor de Staatsbegrooting van 1866.
Vervolgens treffen we aan een verzoek van
den gemeenteraad van Axel op 3 December
1869 gericht tot den Minister van Binnenland-
sche Zaken, naar aanleiding van de Memorie
van Antwoord op de Staatsbegrooting voor
1869. Daaruit blijkt dat in 1867 door den
Hoofdingenieur van 's Rijkswaterstaat te
Middeiburg een plan is ingediendi, waarvan de
totale kosten worden geraamd op 6,5 ton, al
zoo het tienvoudige van het in 1849 gemaakte
ontwerp voor betrekkelijk kleine verbeteringen.
Een onderzoek naar een goedkooper plan
was toen nog hangende. Ook maakte de Mi
nister de opmerkiing, dat de beteekenis dier
begeerde doorgraving veel van zijn waarde zou
hebben verloren, door de toen aanstaanden
aanleg van den spoorweg Ter NeuzenMeche-
len en het doortrekken van den spoorweg van
Sas van Gent naar Sluiskil.
De gemeenteraad van Axel kwam tegen <h«
meening op, en gaf te kennen, dat zelfs indien
die spoorweg er kwam, bij hem de behoefte aan
een kanaal niet was verminderd, aangezien dit
voor vervoer van koopmansgoederen meer ge-
makken bood1, aangezien men dan niet tot de
plaats van enkele stations zou beperkt zijn, en
dat overigens uit art. 56 der concessievoof-
waarden aan eerstgenoemden spoorweg bleek,
dat de Regeering niet van meening is geweest
of een kanaal, of een spoorweg daar te stellen,
omdat diaariin aan de spoorwegmaatschappij
de verplichting wordt opgelegd te gedoogen
het maken eener beweegbare brug en het ver
leenen van hulp daarvoor, indien ten behoeve
van den aanleg van een kanaal van Sluiskil
langs Axel naar Hulst die in dien spoorweg
moet worden aangelegd.
Ook kwam de raad op tegen de stelling van
den Minister, dat voor dat kanaal onderhande-
lingen met Belgie zouden noodig zijn, om ten
behoeve van het zijkanaal water aan bet ka
naal van Ter Neuzen naar Sas van Gent te
onttrekken, aangezien het kanaal tot Hulst in
het oorspronkelijk plan is begrepen geweest,
en er alzoo geen sprake kon zijn van een nieuw
werk, doch alleen van de voltooiing van een
aangevangen werk.
De raad verzocht den Minister dringend
zich de oplossing dezer zaak te blijven aan-
trekken, met den wensch zich niet door het
eindcijfer te laten afschrikken, daar het, in
verband met het daarbij betrokken groote be
lang voor de streek, te betreuren zou zijn, dat
dit werk zou moeten blijven liggen, terwijl in
bijna alle andere deelen van Nederland kost-
bare werken werden ondemomen.
Voorts zieni wij den gemeenteraad van Axel
het goed1 recht der gemeente en omgeving weer
bepleiten in 1870, naar aanleiding van de me-
morie van toelichting de hep-rr