f SPORT. Doortrekking van het kanaal van de Axelsche-Sassing naar Hulst. iNGEZONDEN MEDEDEELING8K ZenuW-Tabletten .75<* Laxser-Tsbletten 60« Hoofdpijn-Tableiten 60<* Bij Apoth. en Drogisten. StavastVlissingen 11 3—1 Middel'bu rg 11Z eelandi a 2—3 TerneuzenM. E. V.O. 1—2 s Walcheren 9 Goes 8 Zeeuwsche Voetbalbond. Stand Z. V. B. le Klas, Bijgewerkt tot 30 November 1924. VOETBAL. Nederlandsche Voetbalbond. Afd. IV, 3e Klas A. c^trijduitslagen van 7 December. JL bij Mijnhardts-tabletten zijn verknjgbaar JTa. Aj Kamer van Koophandel en Fabrieken, ter- wiil hij bij de reorganisatie der Earners JL LL~J„ w li.ri der afdeelmg groot- hem benoemden tot Q. s* 5 doelp. <n V 3 <v 3 3 0) fl v. t. 3 Bergsche Boys 10 9 i 19 34-8 1.90 M. E.V. O. 6 5 1 10 12-5 1.66 Zeelandia 7 4 i 2 9 11-6 1.28 Terneuzen 9 5 i 3 11 25-17 1.22 Stavast 5 2 2 1 6 8-9 1.20 4 2 3 10 14-16 1.11 1 3 4 5 10-13 0.62 B. O. Z. 9 2 1 6 5 9-19 0.55 Middeiburg II 8 1 1 6 3 10-20 0.37 Vlissingen II 9 1 8 2 7-27 0.22 bedrid welks leden hunnen voorzitter. Voorts was de overledene secretaris van de Maritime Vereoniging en maaktevoortb deel van het bestuur van verschillende par- ticuliere vereenigingen. Daar men mmmei te vergeefs een beroep deed op zijn steun, en hii deze in verschillend opzicht gul ver- leendp zal zijn verscheiden al voren- staande omstandigheden in aanmerking ge nomen in breeden kringeen gevoekg ver- iies beteekenen en zal voorzeker bij alien die hem in zijn werken gekend hebben de hei- innering blijven voortleven als aan die van een flink burger, wienis, menschelijker wns gesproken, te vroeg verscheiden. met alleen te betreuren is voor de zijnen, doch ook voor de stad zij.ner inwoning. Voligens de lijst is in den. gemeenteraad opvoilger de heer R. Scheele Nz. en in de Proviinciale Staten de heer Ph. J. van Dixhoorn te Axel. Voor vervulling der va- cature in de Kamer van Koophandel en Fabrieken moet een nieuwe verkiezing wor- den uitgeschreven. ST. NICOLA A SFEEST. Vrijdag was het ons vergund, een kijkje te komen nemen in de keurig versierde feestzaal van ,,'s Lands Welvaren' alhier. Vele kanden en beurzen hadden dit tot stand gebracht. Daar waren verzameldeen honderd kinderen uit de le, 2e en 3e klas van de openbare school A te Ter Neuzen. Onder leiding van de beide onderwijzeres- sen en den onderwijzer van die klassen was er een feest op touw gezet, ten einde den kleinen eenige heerlijke uurtjes te be- reiden. Wat een schat van speelgoed, wat een verscheidenheid van lekkers Ook trof ons een transparant, hangende voor in de zaal, waarop afgebeeld de maan, lachend schij- nende door de boomen Tusschen lOtallen slingers van bloemen en groen merkten we er een op van lam pions en „deegmannetjes", aardig uitge- dacht. Wat een jolige gezichtjes van al die net gekleede kindertjes wat een gespannen jverwachting" op alier gelaatHet toppunt werd bereikt, toen Sint met Piet binnen- kwamen, welwillend gebracht met een auto. Voorafgegaan door 2 heel kleine peu- tertjes, die het pad voor de beide ,/kinder- vrienden" met bloemeu en groen bestrooi- den, toegejuicht door de honderd mondjes, gingen de „hooge gasten" voor in de zaal. Andere kleinen kwamen liedjes opzeggen of zingen en een grootere leerling begroette Sint met een vioolnummer. Daarna voerden een dertigtal meisjes, al ien in 't wit met kransjes in 't haar, een goed geslaagde rei uit. Eindelijk gingen Sint en Piet, zeer vol- daau over alles, wat de leerlingen gepres- teerd hadden, heen. Toen werden de hon- derden geschenkjes uitgedeeld en keerden de kleinen, beladen met lekkers en moois, naar hids terug. Jammer, dat aiet genoodigd publiek een zoodanig gedrang veroorzaakte, dat de help- sters zich bijna rechts noch links konden keeren en zelfs hatelijke, misplaatste op- merkingen aan de feestleidsters niet spaar- den. Intusschen alle eer aan de beide onder- wijzeressen en den onderwijzer uit de be- trokken klassen, het comite van school- reisjes en vele anderen, die den kleinen dit zeer welgeslaagd feest bereidden. TEXTIELINDUSTRIE. De heer Fr Koch, gedipl. textielbedrijfs- leider, is tot directeur benoemd der Mecha- nische Tricotagefabriek Behaegel—De Nijs te Hulst. EEN KONINKLUKE ST. NICOLAAS- VERRtSSING. J I. Vrijdag werden de jongedames De Feijter en De Kraker, te Zaamslag, die het Axelsch costuum voor Prinses Juliana heb ben verzorgd, en Haar voor Haar tocht door Oostelijk. Zeeuwsch Vlaanderen op 8 Augustus j 1 daarmede hebben gekleed, verrast met de ontvangst van een gouden broche, zijnde een gekroonde J met parelen bezet, hun door H. \1. de Koningin ge- schonken als herinnering aan betgeen zij voor de Prinses hebbeii gedaan. SELZAETE. Tijdens de drukte der markt alhier was Maandag het verkeer over de noodbrug geheel gestremd Personen die naar den kanaal moesten waren te maken van de pont. te klein bleek, voerden eenige scliippers met roeibootjes heen en weei\ om het publiek over te zetten Het ongeluk wilde, dat een dergelijk bootje, waarin een vrouw, een kind en twee man- nen zaten, omsloeg en de inzittenden te water geraakten. Het mocht den haastig toegesnelde personenen gelukken alien te redden Zierikzee Zeelandia II Veere Terneuzen 11 Walcheren II Deto 5 6 3 3 1 1 2 1 1 3 1 3 2 5 - 7 12 12 7 7 4 2 31-5 18-6 14-14 16-19 10-20 4-29 1.71 1.71 1.— 1 0.50 0.25 overkaut van het verplicht gebruik Daar deze echter Hedennamiddag werd te HuLst in de beneden- zaal van het stadhuis eene vergadering gehou- den over bovenstaand onderwerp, zooals wij de vorige week vermeldden bijeengeroepen door het Bureau der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwseh-Vlaanderen. Tegenwoorddg waren de leden dier Kamer woonachtig in Oostelijk Z.-Vlaanderen, de gemeentebesturen van Axel, Hulst, Clinge, Koewacht, Zuiddorpe, St. Jansteen, Westdorpe, Overslag, Stoppeldijk en Boschkapelle, vele raadsleden van de 2 eerstgenoemde gemeenten afgevaardigden van polderbesturen, verschillen de vooraanstaande personen, terwijl van de ge noodigde vertegenwoordigers aanwezig waren het lid der Eerste Kamer, de heer Jhr. De Muralt, het lid der Tweede Kamer de heer L. A. Fruijtier, het lid van Gedeputeerde Staten de heer B. F. Fruijtier, het lid der Prov. Staten de heer Dumoleijn, de heer A. de Vulder van Noorden, Regeeringscommissaris bij de stoom- vaartmaaitschappij Zeeland en voor de expl. van den Prov. Stoombootdienst op de Wester. Schelde. De voorzitter, de heer J. A. van Rompu opende de bijeenkomst met een woord van welkom aan de aanwezigen, in het bijzonder de belangstellende autoriteiten. Hij bracht hulde aan de nagedachtenis van wijlen den heer R. G. E. Nolson, die, indien hem het leven en gezondheid waren gebleven hier mede zou aangezetenen hebben, om zijn energie en voor- lichting ook te geven voor de zaak die alien hier samenibracht, doch die door een Hooger Bestier op betrekkelijk jongen leeftijd uit zijn werkkring is weggerukt. Hij dankte vervolgens het gemeentebestuur van Hulst voor de in het aloude stadhuis ver- leende gastvrijheid, en hield daarna de volgen- de inleiding: Indien ik thans voor u sta als leider dezer bijeenkomst, is zulks in mijn kwaliteit als voorzitter der Kamer van Koophandel en I a- brieken voor Zeeuwseh-Vlaanderen en in op- drachtt dier Kamer, welke door deze opclracht weer een nieuw veld barer werkzaamheul be- treed, d'aar zij voor de eerste maal buiten haar eigen kring naar voren treedt. Ik wil even memoreeren, dat de werkmgs- sfeer der vroegere Kamer waren beperkt tot de gemeenten die de stichting daarvan hadden uitgelokt, zoodat de sinds 1892 te Ter Neuzen bestaande Kamer zich beperkte tot de belan- gen dier plaats en de in 1915 te Sas van Gent opgerichte tot die van Sas van Gent, doch dat de overeenkomstig de Wet van 1920 met April 1922 tot stand gekomen Kamer voor Zeeuwseh-Vlaanderen haar werkkring zag uit- gebreid tot geheel Zeeuwseh-Vlaanderen. Die Kamer heeft ondervonden, dat er voor haar een ruim veld braak lag. Want, al is het ook, dat we met dankbaarheid willen erkennen, dat de hooge regeering in de laatste kwart eeuw de belangen van Zeeuwseh-Vlaanderen niet over het hoofd zag, in onze streek de tot- standkoming van verschillende zaken door sub- sidie steunde en zelf werken uitvoerde strek- kende tot verhooging van de welvaart der streek, zoo bleven er toch nog tal van wenschen bestaan. En een dlier oudste wenschen, mijne heeren, is toch zeker wel een scheepvaartverbinding van Axel en Hulst met groot vaarwater. Wij alien, zelfs de ouderan onder ons, zijn, om het zoo eens uit te drukken, met die kwestie opge- groeid, we hoorden daarvan in onze pnlle jeugd, in ons opgroeien, in onzen middelbaren leeftijd, en tijdens ons ouder worden. Geen wonder, aangezien deze kwestie, zooals ik nader hoop aan te stippen, een ware historie heeft. Het mag dus niet verwonderen, dat niet lang na de oprichting der'Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwseh-Vlaanderen, zij ook ter sprake kwam bij dat college, en be- sproken werd de nieuwe pogingen der gemeen tebesturen Axel en Hulst steun te verleenen. Het archief der nieuwe Kamer bevatte om- trent deze zaak uit den aard der zaak geen gegevens, waarom een poging werd aangewend ilaarin te voorzien door informatie bij de be- trokken gemeenten. Dit had aanvankelijk geen resultaat, evenmin als de sinds 1919 inge- diende verzoeken der genoemde gemeentebe sturen, dat bleken te hebben, en er bestond alle uitzicht, dat die laatste poging ook weer op niets zou uitloopen, aangezien er niet smeer om- tient gehoord werd. De omstandigheden, die nu sinds een jaar of drie vele werken hebben do en uit- of afstellen, schijnen ook een fatalen invioed te hebben gehad op de met ijver in 1919 aangevangen voorbereidingen voor de be- oogdd kanalisatie. Maar. werd er blijkbaar in Den Haag niet meer aan gedacht, hier was men 'tniet verge- ten, en de Kamer van Kooph. maakte van een bijzondere gelegenheid gebruik, de aandacht van Z. Exc. den Minister van Waterstaat daar- op opnieuw weer eens te vestigen. 'Daarbij bleek, dat Zijne Excellentie tegenover deze kwestie sympathiek stond en hij noemde die in de vergadering der Eerste Kamer op 8 Juni 1.1. zelfs als een werk welks uitvoering van naar wren tredend belang kon worden geacht. Dit klonk wel moedgevend, doch voor zoover ons bekend is, is het bij die uitspraak gebleven, alhtans, zooals terecht in het voorloopig versiag der Tweede Kamer is opgemerkt, uit de Staatsbegrooting blijkt niet, dat er in het stadium der kwestie vooruitgang gekomen is. De herinnering in ons jiaarverslag aan de in het jaar 1900 bestaande comite Van Deinse, welks leden voor zoover mij bekend inmiddels niet meer tot de levenden behooren, deed den heer L. van Waesberghe in de Kamer de wen- sohelijkheid uitspreken van het opnieuw vor- men van een comite, dat zich de bevordering De Kamer beaamde die wenschelijkheid, Zij is echer van meening, dat dit eene zaak is waaraan zij wel steun kan verleenen, doch dat het niet op haren weg ligt, die in haar vollen omvang aan te pakken, dat de voor-* naamste stappen daartoe moeten uitgaan van de direct belanghebbende streek zelf, daar deze het best over de te dien opzichte bestaande wenschen over de nocdzakelijkheid kan oordee- len, te meer, waar het niet uitgesloten is, dat de direct belangheibbende gemeentebesturen door meer dan een spontane instemming van hunne daadwerkelijke belangstelling zullen hebben te doen blijken. De Kamer was alzoo van meening, dat be- doeld comite of acht men zulks beter een vereeniging zal moeten worden gevormd uit de direct belanghebbende streek en droeg aan het Bureau op, om, indien niet te eeniger tijd bleek, dat de vorming van zoodanig comite aanstaande was daartoe het initiatief te nemen en belangheibbenden samen te roepen. Na zich vergewist te bebben, dat de gemeen tebesturen van Axel en Hulst met dit voorne- men sympathiseerden is door ons overgegaan tot het beleggen van deze vergadering, waar- voor met gebruikmaking van het advies van voornoemde gemeentebesturen zijn uitgemoo- digd de besturen der direct belanghebbende gemeenten en polders, benevens een aantal vooraanstaande jv ^nen, en afgevaardigden in verschillende hoo^erfe colleges, die met dit deel van Zeeuwseh-Vlaanderen uit hoofde hun- ner relaties in verband staan. Ik wil die heeren mededeelen, dat het lid der Tweede Kamer de heer Van der Biit heeft meegedeeld wegens den aanvang der behande- ling van de Marinebegrooting niet tegenwoor- ddg te kunnen zijn, doch dat diit pogen zijn sympathie heeft. Ook kwam een bericht in van het lid van Gedeputeerde Staten, de heer Mr. P. Dieleman, dat hij dioor een andere vergade ring hier tot zijn spijt niet kon aanwezig zijn. Uit de groote belangstelling waarva.n bij deze vergadering blijk wordt gegeven, meen ik te mogen afleiden, dat de Kamer van Koop handel en Fabrieken een onderwerp heeft aan- geroerd, diat inderdaad leeft bii de bevolking dezer streek, al zal de belangstelling bij de jon- geren wel wat geluwd zijn, omdat de be- moeii'ngen deswege door de opeenvolgetide te- leurstellingen met steeds grootere tusschen- poozen werden herhaald en men er minder van hoorde spreken. Het is o.m. van het jaar 1874 geleden, dat in verband met dit onderwerp deze streek voor dat doel samenwerkte. Toen is o.m. een vergadering gehouden waarin dezelfde gemeentebesturen tegenwoordig waren. die ook voor deze vergadering zijn uitgenondigd. Zooals ik reeds aanstipte: deze kanaalkwes- tie, heeft zijn historie en het kan zijn nut heb ben, die in korte trekken in het geheugen terug te roepen en haar weer tot voile leven te bren- gen. Het archief dier Kamer van Koophandel en Fabrieken, dat, zooals ik zeide aanvankelijk over deze zaak niets bezat dan leege bladen, bevat daarvan thans, dank zij de werkzaamheid van den secretaris, die daarvoor op de juiste plaatsen wist na te sporen, een lijvig dossier van interessante gegevens. Moet met betrek- king tot een deel der bronnen waaruit genut werd een zekere bescheidenheid worden in ncht genomen, aan de gemeentebesturen van Axel en Hulst zeg ik bii deze dank voor de daarvoor ondervonden medewerking, evenals aan den secretaris der commissie voor verbetering van de suatie van een deel van dit district, den heer Mr. P. Dieleman. f De spreuk van het Zeeuwsche wapen ..Luctor et Emergo" is, mijne heeren, wel van bijzon dere toepassing op Zeeuwseh-Vlaanderen. Het was steeds worstelen en zwemmen. De geschie- denis leert ons, dat in de veertiende eeuw Zeeuwseh-Vlaanderen reeds was ingedijkt. Latere gebeurtenissen maakte het echter voor een giroot deel weer drijvendle. Niet alleen, dat sommige polders invloeiden tengevolge van het geweld der door stormen opgezweepte gol- ven die dijken dteden bezwijken, doch ook door de strijdende partijen in den 80jarigen oorlog werden, als het in hun kraam te pas kwam ifdijken doorgestoken en het land under water &ezet. In dit opzicht zijn de omstandigheden tusschen twee haakjes nog weinig veranderd, want, indien de omstandigheden onze streek in den jongsten wereldstrijd hadden betrokken, dan zou men, de teekenen waren er reeds, een herhaling van hot onder water zetten hebben beleefd. Een gevolg van de geschetste omstandighe den was, dat in het laatst van de jaren 150(1 van Oostelijk 2teeuwsch-Vlaanderen slechts de hooge zandgronden in het Zuiden en de steden Hulst, Axel en Ter Neuzen met een kleine omgeving, bij vloed boven het water uTtstaken. In de zeventiende en achttiende eeuw is men aangevangen om het verloren land weer door inpoldering te herwinnen. Omstreeks 1750 was reeds een groot deel van het overstroomde drooggelegd, doch nog tot 1787 doorstroomden Braakman en Hellegat nog het geheele land en werden zoowel de stad Hulst als Axel nog door het zeewater bespoeld. De Noordwestelijke grens van die zeearmen werd gevormd door de thans nog „zeedlijk" genoemden dijk langs Poonhaven, Kijkuit, Axel, Sluiskil, en verder langs het vroegere Axelsche Gat naar den dijk van de Braakman. De Zuidoostelfjke grens der zeearmen werd gevormd door dfe dijken van de polders Stop peldijk, Klein Cambron, Havik en Hulster Nieuwland, die wallen van Hulst, de dijken van de polders Absdale-, Oud- en Nieuw Ferdinan- dus, Oud Beoostenblij Bezuiden, Moerspui, Zuiddorpe, Noord, Lippens, de Belgische pol ders St. Francois en Keirmelk, voorts den pol der St. Anthony en verder door den dijk van het vroegere Sassche Gat tusschen Sas van Gent en Philippine. Op een kaart van den toestand in die dap-en zien we als eilanden in die zeearmen liggen de Oud Vogelschor of Zuicl-Westenrijkpolder en Zuidelijker de Autriche- met den Papeschor- polder. Hulst langs de oude vaart van Hulst, de Hulster-Vlakte e.n het Hellegat en Axel lanes het Axelsche Gat, waarvan de Axelsche kreek toen deel maakte, en den Braakman, ston- (den alzoo in directe gemeenschaf) met de Wester-Schelde. legd te zijn van Luntershoek naar Reigers- bosch. Reeds in het begin der 19e eeuw is herhaal- delijk uitgezien naar middelen om d'e afwate- ring, die door sterke aanslibbing in het Helie- ;at spoedig achteruitging, te verbeteren, en het ligt voor de hand, dat de scheepvaart langs dien uitweg naar Hulst, voor zoover deze nog n eenige beteekenis was, niet weinig moesc lijden en geheel verliep. Te Axel was het ai niet veel beter. De sluis aan de Axelsche Sassing werd in het jaar 1805, na te rn gesprongen, door een. dam at'geslo- ten. De scneepvaart was toen schijnbaar in beteekenis ook reeds veel achteruitgegaan. Door cte passluis en de sluis van Zwartenhoek werd voldoende in de afwatering voorzien". Omdat de oude waterwegen door het Sassciie en het Axelsche Gat tengevolge van de sterke aanslibbing niet meer voldedien, werd ten be- hoeve van de afwatering en scheepvaart het kanaal van Ter Neuzen naar Sas van Gent ge- graven. De uitwateringen die in genoemde gaten uitkwamen, werden in het kanaal op- genomen. Bij den aanleg van dit kanaal was ook be- doeld een zijtak van Sluiskil naar Hulst, Het kanaal v&n Sluiskil naar de Sassing is dan ook in dien tijd gegraven. De Axelsche Sassing (schutsluis) werd in 1827 hersteld en heropend, terwijl begonnen werd met het graven van een kanaal tusschen de Axelsche kreek en de kreek om het Ciooj. Eiland. De uitwatering langs het Hellegat was al even onvoldoende als die langs het Axelsche Gat, waarom tegelijk daarin verbete ring trachtte te krijgen door het water der Hulstersche vlakte eveneens af te voeren naar de Axelsche kreek. De uitvoering van dat plan werd echter niet vol too id. We hebben in de laatste jaren maar al te zeer ervaren wat „tijdsomstandigheden" kunnen teweegbrengen of te wel tengevolge hebben. Het waren ook in dien tijd „tijdsom- standigheden" die de tenuitvoerlegging van het geheele plan hebben belet. Zooals we uit de historie weten werd het in Belgie, waarmede Nederland toen nog ver- bonden was roerig. De kanaalwerken hadden al vertraging ondervonden door geibrek aan arbeidskrachiten, terwijl er bij de regee ring naar het schijnt ook vrees bestond voor de gevoLgen eener opeenhooping van werkvolk aan de grenzen in die roerige tijden. „Toen de werken op bijkans een half uur van Hulst gevorderd waren" zooals we in een request van lateren tijd lezen, werden die werkzaamheden gestaakt en zijn tot den hui- digen dag in dien onvoltooiden toestand blijven liggen, waarmede de te Hulst algemeen ge- koesterde hoop op een nieuwen waterweg naar de Wester-Schelde vervloog. Het gegraven gedeelte van het kanaal heeft alleen en uit- sluitend gediend voor waterleiding, en doet dit nog. We springen nu met de geschiedenis over op het jaar 1842, toen na de afscheiddng verschil lende regelingen met Belgie werden getroffen, waaronder ook die betreffende afwatering. Het kanaal van Ter Neuzen naar Sas van Gent zou alleen voor de feeheepvaart, worden ge- bruikt en ter voorziening in de afwatering werd de Oostelijke en de Westelijke waterlei ding gegraven. Dit was fataal voor de nog op Axel bestaande scheepvaart, aangezien het peil van de Axelsche kreek als gevolg van die waterleiding dermate zakte, dat zij voor de scheepvaart niet meer geschikt was, terwijl ook op den dgpmpel der sluis aan de Sassing te weinig vaardiepte overbleef. Voor zoover we hebben kunnen opdiepen heeft het toen geduurd tot 1849, dat er van rijkswege een ontwerp is gemaakt voor het uit voeren van betrekkelijk kleine verbeteringen aan sluis en den vaarweg, waarvan de kosten werden geraamd op f 64.600. Gmtrent de vaart op Hulst is naar het schijnt zeer weinig bekend. Daarentegen weten we, dat de vaart op Axe! van beteekenis was en in de raadiszaal van die stad zien we nop een schiiderij, weergevende een kijkje op Axel uit vroegere dagen, van uit zee gezien, dat geheel den indruk geeft van een bedrijvige lmvenplaats. Ongetwijfeld zijn de straatnamen „Zeestraat", „Kaaiwal", „Gentsche vaart- st.raat" overgebleven als een herinnering aan dien tijd. Een ingrijpenite verandering kwam er in den toestand door de groote diikage van 1788 en 1789, waarbij werden gelegd de afsluitdijk van Reigersbosch naar Luntershoek, die van <'e Axelsche Sassing naar Zwartenhoek en die tusschen den Autrichenpold'er en Sas van Gent. Door de schut-, tevens afwateringssluis te Luntershoek en de Axelsche Sassing bleef de Blijkbaar was toen de scheepvaart op Axe! va,n weinig beteekenis, daar blijkens een schrijven van den Staatsraad-Gouverneur van de Provincie Zeeland aan het gemeentebestuur van Axel, de Hoofdingenieur van 's Rijks Wateirstaat in bet lie district had te kennen gegeven, dat de „aanzienlijke" kosten van dit werk geenszins geevenredigd waren aan het nut en voordeel daaruit te verkrijgen, waarom deze in overweging gaf de Sassing af te dam- men, een goedten rijweg te maken van de stad naar de af damming en een ladings- en los- plaats ter plaatse voor de -schepen daar te stellen en verder den straatweg van Ter Neu zen naar Axel te voltooien. Alzoo een voorstel aan het gemeentebestuur van Axel waarom- tnent ik in den loop der tijden ook in het pu bliek wel eens iets hoorde verluiden. En dan, mijne heeren, moet ik iets rechtzet- ten, dat voor zoover ik meen een legende ge- worden is, doch niet jujst is. Volgens het verhaal zouden destijds de be- stuurderen van Axel uit kortzichtigheid hun vaarweg hebben pirijsgegeven voor enkele landwegen hetgeen hun door het nageslacht, dat verlangde naar een goeden vaarweg kwa- lijk genomen werd. Uit een schrijven van Burgemeester en Wet- houders van Axel van 15 April 1850 blijkt evenwel overduidelijk, dat de afdamming van den vaarweg tot aan de Sassing werd betreurd, en zulks als een nadeel voor de omgeving werd beschouwd, omdat daardoor de gelegenheid tot het vervoeren van veldproduoten aanzienlijk werd ingekrompen, zoowlel als de aanvoer van koloniale waren enz., die daarvoor in de plaats werden verkregen. „De voltooii'ng van den oorspronkelijk ont- worpen waterweg werd echter zoowel in het belang van Axel als van de Zuid1- en Oost- waarts gelegen gemeenten als een eerste be^ hoefte beschouwd, en achtte het gemeentebe stuur zich verplicht, op deszelfs verkrijging stegds het oog gevestigd te houden. Het ge meentebestuur nam evenwel gaarne aan, dat de voor 1830 ter voltooii'ng van het zijkanaal aanwezige fondsen sedert, door den drang der omstandigheden tot andere (doel)einden be- steed zijnde, de financieele toestand des rijx^ het niet zou toelaten, de gevorderd wordende veid'ieping van al de werken en verwijding van het kanaal en verder noodige werken te bekostigen. Het wenschte de goede bedoelin- „en te erkenen, vervat in de hiervoren ver- melcte missive van 10 April 1850, en te ver- klaren, dat hunnerzijds na de vooruitgezette algetneene beschouwingen over het wensche- lijke van den waterweg, waanwar het gemeen- ebestuur, in de hoop op een betere toekomst steeds zal blijven hechten, geen bedenkingen bestonden tegen de uitvoering vani het door den Hoofdingenieur voornoemd aangegeven plan tot afdamming van de Sassing en het maken der genoemde kunstwegen. Uit dit schrijven blijkt dus, dat Axelsch ge meentebestuur zeer wel de behoefte aan een vaarweg bleef inzien, doch slechts noodge- d.ron,gen in de afdamming berustte. en althans trachtte te land te verkrijgen wat bezwaarlijk gemist kon worden, met name de voltooiing \an een klinkerweg naar Ter Neuzen. De Axelsche Sassing is daarop definitief af- gedamd volgens bestek no. 43 van het jaar 1851. (Op to merken valt, dat zii eerst in het iaar 1921 geheel is aangevuld, bii de werken t-r.r -gtrVl einden toch niet meer zou kunnen diction. Thans gaat er een weg overheen). Indien we nagaan, dat de afsluiting begrij- pelyk l-eeds niet zonder protest geschiedde, is bet alleszins verkiaarbaar, dat voortdurernd pogingen zijn aangewend, om den vaarweg weer terug te krijgen. R< i iS53 deden eenige ingezetenen van Axe! daartoe een verzoek aan Z. M. Koning Willem de derde. Zij ontvingen een afwijzen- de beschikking. Steeds werd die poging herhaald. Door den gemeenteraad van Axel voor de eerste maal op 28 September 1853. Hij deed dit in breed gemotiveerd ad- waarin er op werd gewezen, dat het kanaal tct Hulst indertijdi was begre- pen in de aanbesteding der werken voor het kanaa! Ter NeuzenSas van Gent, dat de Bel gische onlusten aanledding waren geweest, dat werk niet uit te voeren, doch dat de afdam- mingen (indijMmgen) van polders, die Axel van zijn vaarweg hadden beroofd, aan den Staat door den verkoop van Domeingronden aanzdenlijke baten hadden opgeleverd, dat de gemeente zonder vergoeding grond had afge- staan voor uitvoering van het werk, en die grond thans dcor den Staat verpacht werd, dat de scheepvaart op die Sassing sterk vermeer- derde en te verwachten was die in de toekomst nog zou toenemen. Gewezen werd op de uit voering van andere kanaalwerken, die ten slotte voor den Staat ook geen directe voor- doelen afwierpen. Bij schrijven van 22 Juli 1859 werd door tusschenkomst van Gedeputeerde Staten van Zeeland een afwijzende beschikking ontvangen, waarin te kennen gegeven werd, dat hgt on- derzoek naar de mogelijkheid en wenschelijk heid der uitvoering van het werk zoowel als de evAntueete uitvoering, moest worden over- gelaten aan de meer onmiddellijk belangheb- benden. In. een nieuw request van 26 Juli 1860 be- toogt de gemeenteraad van Axel, dat die kos ten bezwaarlijk ten laste der belanghebbenden kunnen worden gebracht aangezien de werken tot afsluiting van het vaarwater zijn genomen zonder dat de raad daaromtrent is gehoord (het is mogeiijk, d!at het zooeven medegedeel- de schrijven van den Staatsraad-Gouverneur in Zeeland alleen door het college van burge meester en wethouders is behandeld), en de in gezetenen dus stilzwijgend van de voordeelen, die zij vroeger van en door de scheepvaart ge- noten waren verstoken. De daampvolgende poging werd aangewend door den gemeenteraad van Hulst, in een ad res van 3 Juni 1863, die evenzeer wees op het opdroogen eener rijke bron van welvaart en bloei voor die gemeente en de omgeving, als gevolg van het afsnijden van den vaarweg door de verschillende indijkingen, en eveneens verwees naar de hoop die gewekt was door de aanhesteding vaji een kanaal Ter NeuzenSas van Gent met zijtak naar Hulst, en dat de be trokken gemeenten door de vele drukkende ge- meenteuitgaven niet in staat waren iets voor verwezelijking van het beoogdte doel te kunnen bijdragien. Ook deze smeekbede had evenmin gevolg. De algemeene toestand des lands van dien tijd is mij niet bekend, doch het moet toch, als we de tegenwoordige staatsbemoeiingen nagaan, ver- wondering' baren, dat door de regeering niet werd ingegrepen, als we nagaan, dat g-con an dere vervoermiddelen bestonden en alles per scheepsgelegenheid moest worden verzonden of ontvangen, en er geen andere havens waren dan de Axelsche Sassing en de haven te Wal- soorden en Ter Neuzen. Wat een opoffering aan tijd en moeite moet dit niet gekost hebben, om alles langs de toen allerminst goed cmder- houden wegen naar die havens te brengen of daar te halen! Aan genoemd adres van HuLst werd door Axel adhaesie betuigdi, terwijl uit andere stuk- kan blijkt, dat dit ook gesteund is door de ge- meenteraden van Koewacht, Zaamslag, Zuid dorpe, Sit. Jansteen en Clinge. Geheel zonder gevolg schjjnen die ad ressen toch niet te zijn geweest, want in een adres van Axel's raad van 18 Mei 1865 blijkt, dat men in den jare 1864 door en van wege amb- tenaren van den Rijkswaterstaat met grooten ijver opmetingen had ziien verrichten, en alzoo hoop koesterde, dat de voltooiing zou worden verkregen, doch later niets meer vemam. Dringend verzocht men den Koning onder j herinnering aan de vroegere adressen de uit voering der werken bij de Hooge Regeering aan te bevelen en daarmede rekening te hou den voor de Staatsbegrooting van 1866. Vervolgens treffen we aan een verzoek van den gemeenteraad van Axel op 3 December 1869 gericht tot den Minister van Binnenland- sche Zaken, naar aanleiding van de Memorie van Antwoord op de Staatsbegrooting voor 1869. Daaruit blijkt dat in 1867 door den Hoofdingenieur van 's Rijkswaterstaat te Middeiburg een plan is ingediendi, waarvan de totale kosten worden geraamd op 6,5 ton, al zoo het tienvoudige van het in 1849 gemaakte ontwerp voor betrekkelijk kleine verbeteringen. Een onderzoek naar een goedkooper plan was toen nog hangende. Ook maakte de Mi nister de opmerkiing, dat de beteekenis dier begeerde doorgraving veel van zijn waarde zou hebben verloren, door de toen aanstaanden aanleg van den spoorweg Ter NeuzenMeche- len en het doortrekken van den spoorweg van Sas van Gent naar Sluiskil. De gemeenteraad van Axel kwam tegen <h« meening op, en gaf te kennen, dat zelfs indien die spoorweg er kwam, bij hem de behoefte aan een kanaal niet was verminderd, aangezien dit voor vervoer van koopmansgoederen meer ge- makken bood1, aangezien men dan niet tot de plaats van enkele stations zou beperkt zijn, en dat overigens uit art. 56 der concessievoof- waarden aan eerstgenoemden spoorweg bleek, dat de Regeering niet van meening is geweest of een kanaal, of een spoorweg daar te stellen, omdat diaariin aan de spoorwegmaatschappij de verplichting wordt opgelegd te gedoogen het maken eener beweegbare brug en het ver leenen van hulp daarvoor, indien ten behoeve van den aanleg van een kanaal van Sluiskil langs Axel naar Hulst die in dien spoorweg moet worden aangelegd. Ook kwam de raad op tegen de stelling van den Minister, dat voor dat kanaal onderhande- lingen met Belgie zouden noodig zijn, om ten behoeve van het zijkanaal water aan bet ka naal van Ter Neuzen naar Sas van Gent te onttrekken, aangezien het kanaal tot Hulst in het oorspronkelijk plan is begrepen geweest, en er alzoo geen sprake kon zijn van een nieuw werk, doch alleen van de voltooiing van een aangevangen werk. De raad verzocht den Minister dringend zich de oplossing dezer zaak te blijven aan- trekken, met den wensch zich niet door het eindcijfer te laten afschrikken, daar het, in verband met het daarbij betrokken groote be lang voor de streek, te betreuren zou zijn, dat dit werk zou moeten blijven liggen, terwijl in bijna alle andere deelen van Nederland kost- bare werken werden ondemomen. Voorts zieni wij den gemeenteraad van Axel het goed1 recht der gemeente en omgeving weer bepleiten in 1870, naar aanleiding van de me- morie van toelichting de hep-rr

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 2