ALGEMEEH MIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7678. V^ydag 31 October 1924. 64e Jaargang. Hot Dienstboden-vraagstuk. B I N N E NT AND. BUITENLAND. Na het rooken WVBERT ii iiwnifwwu—irii ii«MmwrTT-MwrwiMrniin-r I———11 in i iw iwiin r wmmmmmmmmmmamma*aa. - ..^.i^nnn ,.n Voor binnen Ter Neuzen fl,40per3 maanden Voor buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr per post f[>, 60 per jaar ABONN E WSENTSPRIJS Voor Ned .Indie en Amerika 2,70 per 3 maanden Voor 't overig buitenland 3,35 per 3 maanden Abonnementen voor t buitenland alleenjM^voo^ HOKUMS TBI BIjAD. Volgens de uitkomsten der beroepstelling van 1909 zoo deelt de heer W. F. Deti- ger directeur der gemeente- en districts- arb'eidsbeurs te Amsterdam, in het Haag- sche Maandblad mede, waren er toen 215.000 vrouweiijke personen in huiselijke diensten werkzaam, waarvan er 16500 ge- huwd waren, zoodat er dan overblijven een kieine 200.000 dienstboden, waarvan 165.000 in won end. En stelt men daar nu naast de uit komsten van de beroepstelling in 1919, dan zijn er 157.000 inwonende dienstboden, en dus minder dan tien jaar vroeger, terwijl het bevolkingscijfer in die laatste tien jaren aanmerkelijk steeg, en in aansluiting daar- bij het aantal gezinnen klom van l.lol.ouu tot 1.425.000! Met andere woorden: er is een sterke aanwas van het aantal gezinnen, en een vermiindering daarnaast van het nan- tal dienstboden. En deze achteruitgang of mindere aanwas dagteekent niet alleen uit die tiental jaren, doch is reeds van ouderen datum. Na 1899 was het aantal vrouwen in tien jaar toegenomen met 18 procent, dat zon- der beroep met 12, dat met beroep met 27 procent, terwijl het aantal dienstboden slechts toenam met13.7 procent. Deze cijfers bewijzen onwedersprekelijk, dat er gerust reeds jaren lang van een dienstboden-vraagstuk kan worden gespro- ken, maar dit dienstboden-vraagstuk heeft den' laatsten tijd stellig den vorm aange- nomen van een ernstige kwestie, zoodat wij zonder overdrijving kunnen spreken van „dienstboden-nood". Wil men een kwaal goed genezen, dan zal men moeten beginnen met het opsporen van de oorzaken van de ziekte en vooral ook hebben na te gaan, waar die ziekte zetelt. Wij hebben eens 'n verhaal gelezen van iemand1, die een voetlijden had, en die reeds van allerlei had geprobeerd, totdat hem op een gegeven dag ineens werd aan- getoond, dat dt schuld zae in zijn werve'- kolom, op een plaats, waar anderen en de patient zelf de oorzaak zeker niet zouden hebben gezocht. Nu is het dienstboden-vraagstuk natuur- lijk ook weer een zeer samengestelde kwes tie (welke kwestie is dat niet?), en zullen wij dus zeker niet kunnen volstaan met het noemen van een enkele oorzaak of ook maar van eenige oorzaken. Daar is in de laatste tientallen jaren zoo'n enorme om- mekeer gekomen in ons geheele leven, in het leven onzer gansche samenleving, dat het niet in weimige regels of kolommen ge- heel is aan te wijzen, welke factoren hier hebben meegewerkt. Maar wij willen in dit artikel toch wel bij twee zijden, en dan nog wel bij zeer tegenovergestelde zijden de schuld zoeken. Wij willen gaan zeggen, dat de oorzaak voor het dienstboden-vraagstuk en de schuld voor den dienstboden-nood ligt en bij de menschen, die zich laten die- nen, en bij de personen, die voor dit dienen in het bijzonder in aanmerking komen. De schuld ligt dan en daarmee willen wij aanvangen voor een zeer groot deel bij de menschen, die zich laten of lieten die nen. Zij hebben zich op dit gediend-worden op dit: zich laten dienen, verhoovaardigd. Zij zijn op een voetstuk gaan staan (als zij er met reeds op stonden), en schijnen of schenen van meening te zijn, dat een mijn- heer of mevrouw, die een dienstbode er op na kon houden, een geheel andersoortig wezen was dan die dienstbare in kwestie zelve. Op zoo'n „meid" werd dan neerge- zien, zij werd uit de hoogte behandeld, zij moest ondertusschen maar letterlijk altijd klaar staan. Om elk wissewasje kon zoo'n meisje worden binnengeroepen of gebeld; er werd zoo goed als mooit rekening mede gehouden of zoo iemand misschien ook er eens moe was en dus dankbaar was om ein- delijk eens te kunnen zitten. Neen, rust werd zoo'n dienstbare ook in de avonduren niet gegund. De plaats, waar zij zich in die halfbakken „vrije" uren mocht ophouden, was dikwijls allerongezelligst, slecht ver- liicht en slecht verwarmd. De dienstbode had een vreeselijk saai leven in een vaak nliet weinig rommelige keuken, en dat het er in dit verblijf niet anders uitzag en zoo'n meisje weinig lust of idee had om haar eigem dagverblijf op wat behoorlijke wijze in orde te houden, lag niet zelden aan het feit, d'at er op ieder nur van den dag in „haar" keuken door allerlei menschen aller lei rommel werd gebracht of gemaakt. En kwam, na een arbeidsdag van niet zelden twaalf uren of langer, zoo'n meisje dan ein- delijk te zitten, dan stand zij nog ieder oogenblik bloot aan het gevaar om de huis- bei te moeten gehoorgeven of op het minste of geringste teekem zich weer door een koude gang naar het woon- of zitvertrek te moeten begevem. Kwam eindelijk het tegen-gegeeuwde uur van ,,naar bed gaan", dan moest niet zelden de dienstbode zich tevredenstellen met een ijskoud slecht verlicht dakkamertje ergens vlak onder de pannen, waar zij dan een nachtleger vond, waarvan wij nu maar zul len hopen en vertrouwen, dat het haar de noodige rust, verkwikking en warmte deed genieten. Overdag moest ze haar werk doen in koude dienstkleeding, in een japonnetje, dat's winters zeker weinig, zoo niet te wei nig bedekking bood; moest zij de straat op, om boodschappen te doen, dan mocht zij soms maar nauwelijks een mantel aandoen. Voor-dag-en-dauw moest er worden opge- staaa Nooit dacht er iemand aan haar, nooit diende iemand haar, nooit bewees iemand haar een attentie. Zelfs de brieven, die voor haar kwamen, moest zij ontvangen uit de handen van anderen; haar boterham- men waren dik-op-het-onbeschaafde af; al lerlei spijzen en dranken werden haar soms onthouden, was voor de gewone gezinsleden geen weelde te groot en geen zorg te teer, voor haar was het meest gewone bijna altijd nog te goed. En zorgen deed niemand voor haar. Nu versta men ons wel. Wij bedoelen na- tuurlijk heelemaal niet, dat het zoo altijd toeging of toegaat. Er zijn (en waren) tal van, gezinnen, waar de dingen anders gin- gen, waar met de dienstbode wordt mee- geleefd, waar het beste ook voor haar niet te best is, en waar zij deelen mag in al de vreugden en in al de tractaties; waar zij een goede keuken en een goed1 slaapvertrek heeft. Maar wij durven toch wel te zeggen, dat de „diensten", waar een of meer van de door ons geteekende misbruiken 'of kwade gewoonten aan de orde van den dag waren, lang niet tot de zeldzaamheden of ui'tzonde- ringen behoorden of nog behooren. En wij aarzelen dan ook geen oogenblik om het uit te spreken: deze vernederende behandeling, die menig dienstbode zich jaar-in-jaar-uit moest laten welgevallem, is, naar het ons wil voorkomen een van de sterkste oorzaken geworden voor het ontstaan van het dienst boden-vraagstuk en van den huidigen nij- penden dienstboden-nood. Daar kwam en komt dan bij, dat de jongelui van beiderlei kunne, die gingen werken in fabrieken en op ateliers, daar langzamerhand veel betere toestanden vonden, een veel betere behande ling niet zelden ondervonden, en in een omgeving mochten verkeeren, waar allerlei gerief en gemak hun ten dienste stond. Op een behoorlijken tijd behoefde dan de arbeid pas te worden aangevangen; de middag- schafttijd bood gelegenheid voor verpoo- zing en conversatie; de avonden waren ge heel vrij. Er werd daar geen koude geleden, men had zijn dage'lijksch werk, zijn dage- lijksche taak, wdaf men niet om-alies-en- nog-wat keer-op-keer van kon worden af- geroepen en na een niet al te langen en niet al te inspannenden arbeidsdag kreeg men tijdig een mooien, geheel vrijen avond, die volkomen naar eigen verkiezing in den hui- selijken kring of elders kon worden door- gebracht. Juist wie deze dingen schetst en zich in- denkt, voelt het enorme verschil, dat daar steeds meer aan het lich't trad tusschen het leven van huispersoneel en personen, die op andere wijze hun brood verdienden. Om dan nog maar te zwijgen van slechte verzorging in tijden van ziekte en bij ouden-dag, waar eerst in den allerlaatsten tijd de zoo ge- wenschte verbetering bij is ingetreden. Alles bijeen reden gemoeg om te billijken onze eerste stelling, dat de schuld voor het ontstaan van het dienstboden-vraagstuk en den daaruit thans voortvloeienden dienst- bodeni-nood voor een goed deel ligt bij de personen, die zich de weelde konden ver- oorloven van zich te laten „bedienen". Maar: en ziedaar nu de keerzijde, die vooral niet mag worden veronachtzaamd: de schuld ligt evenzeer, en voor geen ge- ringer deel bij de dienenden zelve. Dienen willen de menschen tegenwoordig trouwens niet meer. Zij willen ook niet meer „dienst- bode" heeten. Zij zijn niet meer ,,in een dienst", neen, zij zijn „in betrekking". En nu is dit maar niet enkel een kwestie van een woord, zij het een werkwoord of een zelfstandig naamwoord. Het is veel meer de kwestie van werken en zelfstandigheid. Men schaamt zich tegenwoordig niet zelden voor „werken" en jaagt een soort „zelfstan- digheid" na, een zijn van „eigen-heer-en- meester", dat op-den-duur leiden zal met onomstootetijke zekerheid, tot ontwrichting van heel ons maatschappelijk leven. Indien de menschen niet meer dienen wil len en niet langer wenschen te werken, dan zal weldra onze samenleving (en de voor- teekenen die naar een dergelijke, algemeene deblacle heenwijzen, beginnen zich al enkele jaren qp onheilspellende wijze te vertoonen) te gronde gaan. En toch wij duchten geen tegenspraak, als wij zeggen: Ook bij ons tegenwoordig geslacht ligt een goed deel schuld, dat het dienstboden-vraagstuk daar is. Tal van gezinnen zijn diep ongelukkig bij gebrek aan voldoende hulp. Onze tijd is nog niet ver genoeg, onze huizen zijn nog grootendeels te ouderwets ingericht, en ons geheele leven is nog van dien aard, dat menig gezin een dienstbode eenvoudig niet missen kan. Zou hier een dienstbode wor den uitgespaard, dan zou een dergelijk groot aandeel van de huiselijke beslomme- ringen en bezigheden voor rekening van de andere geziinsleden zelve komeni, dat het geheele leven werd ontwricht. Bovendien moge dan menig persoontje, dat vroeger voor een „betrekking" als dienstbode vast en zeker in aanmerking ware gekomen, thans haar plaats vinden op een kantoor of in een ziekenhuis, op een fabriek of atelier, men had toch wel kunnen begrijpen, dat de afdus te kwader ure met ongeschoolder en in ieder geval ongeschikter kracht voor- ziiene plaats beter bezet had kunnen zijn of bliiven door een mannelijk persoon, die daarvoor allereerst in aanmerking kwam. Op deze wijze zijn nu allerlei personen ver- drongen, die elders geen werk meer vinden kunnen, zoo zij in het allerergste geval geen ellende veroorzaken in gezinnen, die thans zonder verdienste zijn geraakt, of nog weer het aantal gaan vergrooten van hen, die door den Staat moeten worden onderhou- den. In het door ons reeds even genoemde artikel van den heer Detiger in het Haagsch Maandblad, heeft deze bekwame schrijver, die ter zake volk men kundig en ervaren mag heeten, getre ht ook, eenige middelen aan te geven, hoe ellicht verbete ring op dit punt en lenigii.g van den be- staanden nood ware te verkrijigen. Het wil ons echter voorkomen, dat het hier in hoofdzaak genoemde: het oprichten van vakscholen, het uitgeven van diploma's, het invoeren van een leerling-regeling, enz. enz., ook het invoeren varcollectieve contracten, niet het middel zal blijken, doch dat, gelijk trouwens ook deze schrijver wil, begonnen zal moeten worden met het begin, namelijk dit: dat er betere begrippen ingang moeten vinden. over de positie der dienst boden, dat er meer waardeering moet wor den gekweekt voor den gezinsarbeid, en dat dus deze gezinsarbeid weer op een lijn zal moeten komen staan met anderen maat- schappelijken arbeid. Wie medewerkt om deze gelijkstelling in breederen kring ingang te doen vinden, en wie dus medeijvert om het zoo ver te krij- gen, dat het dienstbode-zijn binnen zeer korten tijd niet meer wordt gevoeld of be- schouwd als een werk van minder soort of lager beteekenis dan alle anderen arbeid, die heeft den eersten stap en tegelijk de beste schrede gezet op den weg om te komen tot oplossing van het dienstboden-vraagstuk. of althans tot eenige lenigmg van den dienstboden-nood. ONZE VLOTTENDE SCHULD. H^t Handelsblad wijst er op, dat, de toestana hier t)e lande thans ian,gzaam maar g*stadig aan het verbetleren is. Ter beurze wferspiegelt zich dit reeds eenigen tijd ip «en geleidelijk herstel in industrieele waarden. In d® afgeloopen week heeft deze ver betering echter geen verderen vooiilgang gemaakt, voornamelijk wel, doordien het dure geld aan e€n uitbreiding van zaKen in den weg staat. Aan de spanning op de geldmarkt is het ook toe te schrijven, dat! de jongste inschrijving op schatkistpapier zulk een geheel ander verloop heeft ge- had dan d® Duitsche leening^ bij weljce de hooge rente en de buitenlandsche gang- making stimuieerend hebben gewerkt. Op de 85 gld. millioen schatkistpapier is slechts voor ruim 57 gld. millioen inge- schreven en voor niet meer dan 423/4 millioen toeigewezen, d.i. nauwelijks de helft van het aangevraagde bedrag. Onder die omstandigheden is het te vreezen dat eerlang weder een ruimer beroep zal worden gedaan op Die Nederlandsche Bank voor het onderbrengen van schat- k is t papier. Wij hebben er reeds meermalen op ge- wezen, dat deze toestand op den duur zeer ongewenscht is. Ons land staat er, wat de vlottende staatsschuld betlreft, op zich zelf gunstig voor. Vrijwel het geheele uit- staande bedrag is gedekt door voorschotttn aan de gemeenten, de kolonien en aan buitenlandsche stafen, welke voorschotten all® t. z. t. zullen worden terugb> laald. Er kan onder die omstandigheden geen sprake van zijn, dit schatkistpapier te fundeeren door het uitgtven van een leening op lan gen termijn. Hieruit behoeft ecliter niet noodzakelijkerwijze voort te vloeien, dai men nog jaren lang blijft werken met schat- kistpromessen, die voor een groot deel om de drie maanden moeten worden ver- nieuwd, en waarbij men steeds aan de wisselvalli|gheden van de geldmark 'zal blijven bljootgesteld. Ook voor de verhouding tusschen den Staat en de Circulafubank is dit een zeer ongewenscht systeem. Er is geen enkele reden, waarom niet een belangrijk ge- deelte van het uiifstaande schaltSdspapier geoonsolideerd zou kunnen worden fn schatkistbiljetftjen met een looptijd van en kele jaren. Indien hierop een behoorlijke rente wordt aangeboden, zou dit papier stellig gemakkelijk plaatsing vinden. De Staat zou dan grootendeels af zijn van de zorgen der vlottende schuld en op onze geldmarkt zouden met een slag nor mal® verhoudingen kunnen terugkeeren. Dit zou tevens in het belang zijn van den den effectenhandel, die tegenwoordig keer op keer geremd wordt door de grillige veranderingen in ci-n prolongatic-koers, w®lke voor een deel verband houden met de politick ten aanzien van het schatkist papier. DE VERKIEZINOEN IN ENGELAND. Om halftien gjsteravond waren 595 van d® 615 uitslagen bekend. De stand was toen: Conservatieven 400 (winst 157, verlies 8) Labour 151 (winst 22, v«rlies 62). Liberalen 40 (winst 9, verlies 119). Onafhankelijken 4. Zooals bovenstaande cijfers aantoonen hebben de conservatieven een groote over- winmng behaald. Zelfs de stoutste ver- wachting van de Zogepraleiide parti] is overtroffen. De volledige uitslag zal niet voor h®t eind van de week bekend kunnen zijn, maar dit kan niets mfeer aan de be- slissing veranderen. TER NEUZEN, 31 OCTOBER 1924. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. In de uonueruag genouden vergauering went meuegeaeela een scnrijven van ae R. l. E. Al. waarin deze meedeelt, dat het aanood aer gemeente waaroij ueze voor eiectrincatie van geneel siuisail, Driewe- gen, Zwaantje en Eaandijk a 40 cent per ic.Vv.U. geaurende de eerste 4 jaren het te- kort bij te passen tot een maximum van f 2UU0 onvoldoende voorkomt en zij zich mans geneel vrij beschouwd. Uit het ver- zoek aer R. Z. t. M. om vergunning tot het plaatsen van palen te Sluiskil Westzijde Dhjkt, dat zij met particulieren een overeen- komst heeit gesioten voor verlichting van een deel der Westzijde van Sluiskil. Door verschillende sprekers werd dut laatste be- treurd, aangezien nu de beste klanten wor den genomen en het verschaffen van stroom aan de oiverblijvenide later des te meer moeite zal kosten. Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur werd benoemd de heer W. Bedet. Een verzoek van eenige bewoners van Sluiskil om voorziening in zake afwatering in den Coegorspolder werd afgewezen, doch aangenomen een voorstel van den heer Col- sen om aan adressanten oude rioolbuizen ter beschikking te stellen voor het dempen em rnoleeren eener sloot, zonder eenige ver- antwoordelijkheid of verdere verpiichting voor de gemeente. Besloten werd een lokaal der kopschool beschikbaar te stellen voor de Zeeuwsche Landbouwmaatschappij voor het houden van een tuinbouw cursus. Voorts werd vastgesteld de gemeente- begrooting, waarvan de behandeling met het overig deel der agenda den geheelen dag in beslag nam. Bij de algemeene beschouwingen werd er van linksche zijde op gewezen, dat er '«ra eenige verandering in het bestuur der ge meente door het rechtsche college niets blijkt, en de begrooting geheel is ingericht overeenkomstig die welke vroeger door het linksche college werden aangeboden en dat er van invoering van het beginselprogram door rechts omtwikkeld toen zij in de op posite was, niets is gekomen. Van recht sche zijde werd daartegen aangevoerd, dat, nadat het vorig jaar gebleken was, dat een anderen koers op verschillende puntem geen instemming vond bij den raad, het college had gemeend zich daarnaar te moeten rich- ten, em dat de rechtsche meerderheid uit 4 verschillende fracties bestaat, die het om- trent verschillende begimselkwesties niet eens zijn, doch (het was een antirev. spre- ker die aan het woord was), dat men gaar- me de verschillende punten, b.v. invoeren van het raadsgebed, afschaffing/ der ker mis enz. zou voorstellen, indien bekend was, dat daarvoor een meerderheid was te vinden. Toch werd de meening uitgespro- ken, dat deze wethouders, al zijn enkele maatregelen die zij aanvankelijk wenschten in te voeren jammer genoeg weer zijn inge- trokken, toch waken, dat zich op het gebied van Zondagsontheiliging excessen voor- doen, zooals dit onder het linksch college tot veler ergernis wel eens is voorgekomen. In bespreking kwam de schoolbanken- kwestie. De wethouder van publieke wer ken verklaarde, dat die oude afgekeurde schoolbamken uit school B in school A ge bracht zijn buiten zijn voorkennis. Ten slot- te werd na breedvoerige bespreking gecon- cludeerd, dat door het bestuur der vereemi- ging voor Chr. Volksonderwijs zij het dan ook voorgelicht door onjuiste deskun- dige adviezen ten onrechte 22 goede schoolbanken als onbruikbaar zijn afge- keurd en dat de banken, naar school A ge bracht goede banken zijn, volgens het rijks- model. Bij de aanschaffing van nieuwe ban ken voor 2 klassen van school A, waartoe in den loop der zittin.g naar aanleiding van een voorstel van den heer Hamelink beslo ten werd, zal nader worden overwogen of daarvoor banken van, hetzelfde model, dan wel de iets goedkoopere banken volgens Amerikaansch model zullen worden ge nomen. Bij de behandeling der begrooting werd o.m. besloten aan mej. A. A. Koene, oud- concierge van het gemeentehuis een toe- slag op haar pensioen ad f 180's jaars toe te kenmen; tot toetreding tot de Vereeni- ging van Nederlandsche gemeenten; tot het verleenen eener subsidie aan de Ter Neu- zensche Bad- en Zweminrichting van /250; tot het verleenen eener subsidie (voor 1925) aan de Vereeniging het Wit-Gele Kruis te Ter Neuzen ten bedrage van /300; tot het rooien der olmen boomem aan de Kerk- hoflaan, die voor een deel ziekteverschijn- selen vertoonen; tot het uittrekken van een post ad f 3000 voor vernieuwing van stra- tem; het contract met het ziekenhuis aldus op te vatten, dat die vereeniging jaarlijks 1000 moet aflossen op hare leeningen; staakten de stemmen over het heffem van opcenten op de dividend- en tanti£mebelas- ting. De begrooting is vastgesteld op een eind- INGEZONDEN MEDEDEELING- verdwijnt de on- aangename smaak in den mond direct door gebruik van de verfrisschende Groote doozen 65 Cts Wyberttabletten zijn verkrijgbaar bij Fa. A. van OverbeekeLeunis. cijfer van /210.450,81; de hoofdelijke om- slag is uitgetrokken op 146.731,83y2 (voor het loopend jaar op 153.986,05). CHR. WINTERLEZ1NG. Onder groote belangstelling had Woens- dagavond in de Ned. Herv. Kerk alhier de eerste winferlezing in dit seizoen plaats. De bijeenkomst werd geopend met het zin- gen van Ps. 118 3 en voorlezing van Hebr. 11 32 tot het 2e vers van hoofdstuk 12, waarna de voorzitter, de heer J. Mille- naar, de aanwezigen en den spreker, Dr. F. J. Krop, hervormd predikant te Rotterdam, hartelijk verwelkomde. Op treffende wijze werd door den spreker de historie van den Bartholomeusnacht nagegaan. Hij ging daartoe vele jaren voor 1572 terug, om aan te toonen de plannen die beraamd werden om de Hugenoten in slaap te wiegen en aldus dat bloedblad te orgahiseeren. Aan het eind der bijeenkomst werd door de aanwezigen staande gezongen het tweede vers van het Wilhelmus. BOND VOOR STAATSPENSIONEERING. Gisteravond gaf in het Concert- en Bios- coopgebouw alhier de afdeeling Ter Neuzen van den Bond voor Staatspensioneering de aangekondigde tooneelvoorstelling, met welwillende medewerking van de tooneel- vereeniging'„Vooruitgang is ons Streven". De zaal was overvol. De bijeenkomst werd geopena door den iiei-i j. de Vries, wien het een genoegen was alien het wel- kom toe te roepen. Door de groote opkomst werd blijk gegeven van belangstelling voor het werken van den Bond en haar doel, om behoeftige ouden van dagen in het betalen van hun premie behulpzaam te zija Opgevoerd werd de dramatische schets in 2 bedrijven ,,Eert uwen vaderhet klhchtspel „Dolle Dries" en een tweetal voordrachten. De uitvoering van een en ander viel zeer te loven en had veel succes bij de aandachtig luisterende toehoorders. Het was een mooie avond. Ter afwisseling werden verschillende propaganda-liederen gezongen. UITSLAG AANBESTEDING. Gisteren werd in het Hotel de Commerce, bij den heer A. die Vrieze, alhier, door den architect L. de Bruijne aanbesteed: het bou- wen van een woonhuis in den Koegors- polder aan de Oostzijde van het kanaal, na- bij Sluiiskil. Ingeschreven werd als volgt: voor het metselwerk: J. H. A. Moens te Ter Neuzen en Hoek 1692; M. Wage- naar te Hoek f 1618; C. A. van Fraeijen- hove te Zaamslag 1553; P. M. Oostdijk te Ter Neuzen f 1490; Gebr. Scheele te Sluis kil 1447 en S. van der Hooft te Ter Neu zen f 1300, gegund; voor het timmer- en ijzerwerk: D. Galle te Zaamslag 1425; P. A. Leunis te Ter Neuzen /1370; P. L. Bogaard te Ter Neu zen f 1328; J. A. de Krijger te Sluiskil 1310; L. G. Molegraaf te Ter Neuzen 1150; P. Hamelink te Hoek j 1083, ge gund; voor het lood- en zinkwerk: Jac. Kool Zoon te Sluiskil f 60, gegund; voor het glas- en verfwerk: P. L. A. de PauwKlaassen te Sluiskil 297; J. P. van Rijn te Axel /274; Alph. Guilliet Zoon te Ter Neuzen 250; H. P. Goethals te Ter Neuzen /217; A. van Duijse te Ter Neuzen f 198 en D. R. Riemens te Zaamslag 175, gegund; voor de massa: A. J. de Krijger te Sluis kil f 3080. DE HENGSTENKEURING TE AXEL. Voor deze keuring, aldus schrijft men aan de Tel., waren 65 hangsten opgegeven, waarvan 26 jonge dieren van 30 maanden oud en 39 volwassen exemplaren. Van de jongere generatie waren er om verschillen de redenen 11 niet opgekomen, deels ver- kocht naar het buitenland en andere pro vinces van ons land. Afgekeurd werden 6 stuks, zoodat van de 15 aanwezigen 9 exem plaren konden worden ingeschreven in het stamboek voor het zware trekpaard. Van de 39 oudere reeds ingeschreven hengsten werd aan 21 stuks eeni certificaat uitgereikt van goedkeuring, 10 stuks bleken afwezig te zijn. Een hengst werd uitgesteld, zoodat op de a.s. voorjaarskeuring deze nogmaals zal worden onderzocht. Van de 29 voorgebrachte dieren werden er 7 afge keurd. Zoowel onder de nieuw ingeschre- venen als onder de opnieuw goedgekeur- den werden enkele hengsten aangetroffen van het type dat in deze streek zoo gaarne ^ggaiMk .TABLETTEN mii|iiiiiiimiiiiiiimiiiimiiimii(iiiiinmiiiniiiiiiniii'ii'"iniiiiiinii'niiiniiiiiHHiiiliTi

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1