GLAZEN FLACONS,
FOSTER'S Rugpijn Nierenpillen
Weigert alle andere verpakklngen.
HoogwatergetijteTerNeuzen,
Wii vestigen er de aan-
dacht op, dat
thans UITSLUITEND
verkocht worden in
verpakt in GEEL ETIKET
met zwarten opdruk.
FGSTER-McCLELLAN Co.
LONDON.
lNGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
SCHEEPVAARTBEWEGINO.
20 September.
Eng. s.s. Carlston, 1874 M3., ledig, van
Gent naar Goole.
Fransch s.s. Lamentin, 10760 M3., ge-
mengd, van Antwerpen voor Gent.
Duitsch s.s. Gerrat, 2419 M3., ledig, var^
Gent naar Bremen.
Fransch s.s. Capt. Bonelle, 8735 M3„
kolen, van Gent naar Bordeaux.
Fransch s.s. Teneriffa, 5872 M3., ledig,
van Gent naar Duinkerken.
Eng. s.s. Gen. Havelock, 2073 M3.,
stukgoed, van Gent naar New-Castle.
Eng. s.s. Crichtoun, 3184 M3., stukgoed,
van Gent naar Leith.
Eng. s.s. Falcon, 1910 M3., stukgoed, van
Gent naar Londen.
Eng. s.s. Hodder, 2877 M3., stukgoed,
van Gent naar Goole.
Eng. s.s. Swynfleet, 3306 M3., kolen, van
van Goole voor Gent.
Eng. s.s. Hillbrook, 3570 M3., erts, van
Pomaron voor Gent.
21 September.
Eng. s.s. Hull, 3202 M3., stukgoed, van
Gent naar Hull.
Eng. s.s. Dalegarth, 4699 M3., kolen, van
Methil voor Gent.
Eng. s.s. Overton, 1206 M3., ledig, van
Londen voor Gent.
Eng. s.s. Blackcock, 1393 M3., stukgoed,
van Londen voor Gent.
Eng. s.s. Poelcappelle, 2428 M3., pijp-
aarde, van Fowey voor Ter Neuzen.
Eng. s.s. Faxfleet, 2385 M3., kolen, van
Goole voor Gent.
Duitsch s.s. Industria, 6232 M3., fosfaat,
van Gent naar Stettin.
22 September.
Eng. s.s. Mersey, 2934 M3., stukgoed,
van Goole voor Gent.
Eng. s.s. Borthwick, 3184 M3., stukgoed,
van Leith voor Gent.
Fransch s.s. Annik, 7628 M3., fosfaat,
van Bona voor Sas van Gent.
Italiaansch s.s. Vampa, 10887 M3., olie,
van New-Orleans voor Gent.
Fransch s.s. Shouragallus, 5621 M3.,
ledig, van La Pallice voor Gent.
D A
G E
N.
Voorm.
Nam
Zaterdag
27
Sept.
0.37
12.55
Zondag
28
1.14
1.31
Maandag
29
n
1.50
2.06
Dinsdag
30
2 23
2.42
Woensdag
1
Oct.
3—
3.19
Donderdag
2
3.37
3.57
Vrijdag
3
4.17
4.39
wordt geadviseerd, deze overeenkomstig de
gedane aanbiedingen vast te stellen.
a. de gemeenterekening in ontvangst en
uitga&f op: 123.715.00(4 en in uitgaaf op
j 113.368.87.
b. de rekening van het Algemeen Burger-
lijk Armbestuur in ontvangst en uitgaaf op
4276.75 en 2602.45.
c. de rekening van het gemeenteiijk elec-
trisch bedrijf in ontvang en uitgaaf op
10.290,34 en 11.580,38.
d. de rekening van de vrjj willig-e brand-
weer in ontvang en uitgaaf op 838.39 en
835.24.
Ondar opmerking, dat de oninbare post
hondenbelasting ten bedrage van 31.25 is
ontstaan, doordat de personen op den staat
vermeld, in den loop van het jlaar hun hond
hebben afgeschaft, terwijl de geldende veror-
dening op de belasting van honden geen enkel
artikel heeft, waarbij bepaald wordt, dat bjj
eventueele afschaffing van een hond de belas
ting niet meer verschuldigd is;
dat de verzekerde som waarvoor voormalige
centrale is verzekerd kan worden terugge-
bracht^op 12000, aangezien volgens de mee-
ning der commissie het brandgevaar aanzien-
lijk is beperkt geworden door het niet meer in
werking zijn van het bedrijf;
dat op de nota over de maiand December
1923 voor geleverde stroom door de P. Z. E. M.
is vermeld „de afrekening van de kolentoe-
slag voigt zoo spoedig mogelijk" maar over
1923 deze afrekening niet is te vinden.
Naar aanleiding der gemaakte bemerkingen
deelen Burgemeester en Wethouders mede,
dat waar artikel 5 der verordening op de be
lasting van honden bepaalt, dat voor den
hand in den loop van het jaar verkregen of
belastba&r geworden de belasting ten voile is
verschuldigd wanneer dit plaats heeft in de
eerste zes maanden en voor de helft, wanneer
dit later plaats heeft het 00k billijk is aan
iemand die in de eerste zes maanden van het
jaar een hond afschaft een half jaar afschrjj-
ving be verleenen en dit voortvloeit uit de
bedoeKng van dit artikel;
dat zij zullen overwegen of de verzekerde
som der centrale kan worden teruggebracht
op f 12000;
dat van de P. Z. E. M. nog geen afrekening
van de kolentoeslag is ontvangen en dit dus
00k met in de rekening dienst 1923 kon worden
verantwoord.
De heer C. A. WISSE heeft namens de com
missie van onderzoek der rekening nog te ken-
nen, dat in de verordening op de hondenbelas
ting niet duidelijk is geformuleerd, dat aan
hen, die in de eerste helft van het jaar hun
hond afschaffen, over de tweede helft afschrjj-
ving van belasting kan worden verleend. Zij
vond het daarom vreemd, dat die ontheffing
verleend wordt.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
steeds zoo is toegepast en dat er nimmer aan-
merking op gemaakt is.
De heer KAIJSER geeft te kennen, dat de
commissie tegein die regeling op zichzelf geen
bezwaar heeft, doch dat de gemeenteontvan-
ger toch in de bepalingen van de verordening
zelf de gronden zou moeten kunnen ontleenen,
waarop die afschrjjving gegrond is. Dit is
noodig, om moeilijkheden te voorkomen.
De VOORZITTER acht het niet van vol-
doenoe beteekenis om de verordening te wjjzi-
gen; bleek dat het noodig werd, dan kan dit
nog altjjd.
De heer KOOPMAN is tegen wijziging der
verordening en zag liever de verordening ten
voile gehandhaafd, zoodat over een vol jaar
hondenbelasting moet worden betaald. Er
staat nergens in de verordening dat onthef
fing kan verleend worden en daarom behoort
dat z.i. 00k niet gedaan te worden. Bij de
sehoolgeldverordening staat het er wel in, en
is het dus iogiseh dat het gebeurt Bij deze
belasting mag het niet.
De VOORZITTER acht het nief billijk als
iemands hond b.v. 15 Januari dood gaat, dat
hij dan een vol jaar belasting daarvoor moet
betalen.
De heer KOOPMAN noemt dat niet zoo erg,
daar de hondenliefhebbers in zoo'n geval dan
toch weer spoedig een andere hond aan-
schaffen.
De heer DE FEIJTER acht dat in alle ge-
vallen niet zeker.
De heer VAN HOEVE meent, dat het de be-
doeling is een nieuw artikel in te voegen of
de verordening uit te voeren zooals het er
staat.
De heer KAIJSER stelt voor, de verorde
ning zoodanig te wjjzigen dat daarin bepaald
wordt, dat aan hen die hun hond voor 1 Juli
afschaffen over een half jaar afschrijving van
belasting wordt verleend. Deze ontvanger is
nu met de bestaande toepassing op de hoogte,
een latere zou dit niet weten, omdat hij het
niet uit de verordening kan lezen. Deze zaak
is niet voldoende geregeld.
De heer KOOPMAN stelt voor, de bestaan
de bepaling te handhaven.
De heer VAN PETEGEM acht dat 00k niet
billijk, dat iemand die in de eerste helft des
jaars zijn hond afschaft een vol jaar moet be
talen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat zij
de verordening naar den geest toepassen. Er
staa-. nl. in dat zij die na 1 Juli een hond aan-
schaffen, slechts voor een half jaar worden
aangeslagem. Daarom achten zij het billijk,
(fat iemand die in het laatste half jaar geen
homd meer houdt 00k niet over een vol jaar
betaalt. Zij achten wijziging der verordening
niet noodig.
Het voorstel van den heer KAIJSER wordt
niet ondersteund en kan mitsdian geen punt
van beraadslaging uitmaken.
Het voorstel van den heer Koopman om de
verordening naar de letter toe te passen
wordt evenmin ondersteund.
De heer C. A, WISSE geeft voorts te ken
nen, dat de aandacht der commissie was ge-
vallan op het hooge bedrag der brandverzeke-
nng van de centrale nl. 36.000; het brand
gevaar is verminderd, nu de centrale niet meer
oXSSiteeri^ worf^ en dat een verzekering tot
7 12.000 voldoende kan worden geacht.
De VOORZITTER meent, dat daarvoor al-
les te zeggen is. Burgemeester en Wethou-
tr-.z een en an<ier nagaan.
j Y?orts rne'le, dat de afrekening
1 M' n<yZ niet is ontvangen en
dat die dus in de rekening nog niet kon voor
komen.
De heer KOOPMAN vraagt, of dat niet in
de papjeren kan ioopen.
De VOORZITTER meent, dat dit niet meer
dan een paar guldens kan beloopen
De heer VAN PETEGEM heeft de rekening
00 nagezien en werd daarbij getroffen door
een bedrag van 122 voor een pak kleeren
voor den veldwachter. Hij vraagt, of dit niet
goedkooper kan. Voor schoeisel staat er
41. Hem dunkt, dat, als ieder inwoner van
Zaamslag per jaar f 41 voor schoeisel zou uit-
ge\en, het een goeden tijd voor de schoenwin-
kels en schoenmakers zou worden. Hij is van
meemng, dat er wel firma's zijn, die 00k goede
kwahteiten leveren, doch het veel goedkooper
doen.
De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat
voeger wel eens met anderen geprobeerd is
maar dan beviel het niet. Het is een bezwaar
om een pak kleeren te dragen dat van meet
1 aan suet bevalt. Er zijn magazijnen die
m net bijzonder op het leveren van zulke
kleeren toeleggen.
De heer VAN PETEGEM stemt dat toe,
maar noemt en adres van een huis te Tilburg,
dat dit 00k betrouwbaar doet, doch goedkoo
per. Dat zou wel 50 schelen, hetgeen hij nog
al veel vindt. Als men het er in andere ge-
meenten mee doet, zou men toch hier 00k de
proef kunnen nemen.
De heer KOOPMAN merkt op, dat het op
zoo'n pak kleeren gemakkelijk 50 kan
schelen, maar dat kan het 00k in de kwaliteit.
De heer VAN PETEGEM wijst er op, dat
er dan 00k nog een pet op staat van f 7,50,
hetgeen hij 00k duur vindt.
De VOORZITTER deelt mede, dat de secre-
taris inmiddels de hierop betrekking hebbende
rekening heeft opgezo'cht, waaruit blijkt, dat
aan den veldwachter een pak kleeren geleverd
is voor f 88, doch dat er daarbij een cape is
geleverd die f 34 kostte. Daardoor komt het
door den heer Van Petegem genoemde cijfer
in een geheel ander licht.
De heer C. A. WISSE meent nog namens de
commissie Burgemeester en Wethouders dank
te moeten zeggen voor hun zuiver beheer en
adviseert tot goedkeuring der verschillende
rekeningen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be.
sloten.
Bij het besluit tot goedkeuring van de ge
meenterekening onthouden de wethouders zich
van stemming.
De heer VAN PETEGEM vraagt nu naar
aanleiding van de gemeenterekening en de
begrooting het woord. Hij laat allereerst een
door hem ter tafel gebrachte papieren zak bij
zijn medeleden circuleeren, met verzoek ken-
nis te nemen van den inhoud, hetgeen ge
schiedt.
Hij deelt daarna mede, dat die zak specie
inhoud, door hem weggenomen tusschen stee
nen van een muur v^m de voor twee jaar ge-
bouwde huizen der woningbouwvereeniging.
Hij kent de bepalingen van het bestek voor het
bouwen dier woningen niert en hem is dus de
verhouding der specie die gebruikt moest
worden niet bekend, maar die specie behoort
toch wel zoodanig te zijn, dat zij na 2 jaar vol-
komen verhard is. Dit is allerminst het geval.
en hjj ziet best kans om die muren zoo maar
met de hand geheel af te breken. Hij heeft het
noodig geacht daarop hier eens te wijzen,
daar toch op de gemeenterekening 00k groote
bedragen voor die huizen voorkomen. En nu
moge dat 00k al geld zijn van het rijk, het rijk
moet het 00k van de belastingbetalende inge-
zetenen krijgen.
De VOORZITTER merkt op, dat veel parti-
culieren die destijds gebouwd hebben 00k on-
dervinden, dat er toen veel oorlogsmateriaal
gebruikt is. Burgemeester en Wethouders zijn
geen deskumdigen, om die materialen te be-
oordeelen. In andere gemeenten heeft men
daarvan 00k wel gehoord. Het toezicht is op-
gedragen aan een architect.
De heer VAN PETEGEM vraagt hoe dat nu
moet. De huizen zijn in zand gebouwd. We
leven zegt hij, onder een goed georganiseerd
recht, maar het is: „recht voor elkaar en
krom voor een ander". Hjj meent, dat het in
het vervolg noodig zal zijn, dat er bij bouw-
werken ter dege toezicht gehouden wordt.
De VOORZITTER: Maar hoe moet dat dan?
Wjj kunnen toch geen toezicht gaan houden
op den architect want wij zijn geen deskun
digen.
De heer VAN PETEGEM zal er Burgemees
ter en Wethouders 00k geen verwijt van ma-
ken maar wijst er op, dat de woningen ge
bouwd zijn volgens ontwerp en onder toezicht
van een architect, dat er bovendien 00k nog
een dagelijksch opzichter is aangesteld en nu
na twee jaar kan men de specie met den vin-
ger fijn wrijven! Daarvoor zijn groote som-
men van de belastingbetalers uitgegeven. Wat
zullen Burgemeester en Wethouders nu doen?
De VOORZITTER: Wij kunnen niets anders
doen als den architect op zjjn plicht wijzen.
De heer VAN PETEGEM erkent, dat het
voor Burgemeester en Wethouders 00k moeilijk
is, maar hij meent hier voor de belastingbe
talers te moeten opkomen en zulke feiten
naar voren te brengen.
De heer KOOPMAN merkt op, dat hetgeen
de heer Van Petegem hier uitspreekt, feitelijk
langs Burgemeester en Wethouders gaat, doch
een besehuldiging is aan het adres van den
architect.
De heer VAN PETEGEM meent, dat dit toch
hier ter sprake diende te komen.
De heer KOOPMANDe raad bestaat 00k
niet uit deskundigen, die kan er dus 00k niets
aan doen het is dus openlijk een verwijt aan
de betrokken deskundigen.
De heer VAN HOEVE merkt op, dat de
heeren geen zaken moeten verwarren. De
gemeenteraad heeft er in zekeren zin niets
mee te maken. De woningen zijn gebouwd
voor de woningbouwvereeniging en dat is de
gemeente niet, al zjjn er misschien bestuurs-
leden dier vereeniging tevens lid van het ge-
meentebestuur.
De VOORZITTER noemt dat een goede op
merking; het gemeentebestuur of de raad
heeft 00k den architect voor de woningen niet
benoemd.
De heer VAN PETEGEM noemt dat alle-
maal goed en wel, maar de woningen zijn toch
met geld van het rijk en de gemeente gebouwd
er wordt toch nog jaarlijks aan bijgedrlagen.
De VOORZITTER merkt op, dat achter de
architect 00k nog de dagelijksch opzichter
staat.
De heer VAN PETEGEM vraagt, of dat dan
geen treurige toestand is, als men twee per
sonen heeft voor toezicht en dat er dan nog
niet op kan vertrouwd worden, dat het werk
naar behooren wordt uitgevoerd Spreker
sprak met handelslui en stelde hen de vraag,
of ze 00k niet beter zouden vinden, dat ze, bij
een aanbesteding vooruit wisten, dat een werk
precies volgens bestek zou moeten worden uit
gevoerd. Nu vertrouwen ze er evenwel al
vooruit op, dat dit toch niet geschiedt, en
knoeit de een al meer dan de ander. Indien
vaststond, dat een bestek overeenkomstig de
voorschriften moest worden uitgevoerd, wisten
ze alien vooruit waaraan ze zich te houden
hebben.
De heer C. A. WISSE merkt op, dat een
werk toch altijd overeenkomstig het bestek
moet worden uitgevoerd.
De heer C. H. H. WISSE betoogt, dat de
heer Van Petegem te ver gaat met zijn bewe-
nng, dat de aannemers vooraf al zouden
weten, dat een werk niet moet gemaakt wor
den zooals het in het bestek staat. Spreker
weet 00k maar al te goed, dat er in dit opzicht
wel dingen gebeuren die niet zouden moeten
voorkomen, maar het gaat te ver om alle aan
nemers over een kam te scheren. Een soliede
aannemer rekent er wel degelijk op, dat hij de
bepalingen van het bestek heeft te volgen;
hij doet dat 00k, omdat hij weet, dat het zoo
moet, maar 00k ter wille van zichzelf, voor
zijn goeden naam. De aannemers die dat niet
doen zijn geen solide aannemers.
Maar als er van het bestek wordt afgeweken
dienen de architect of de dagelijksch opzichter
daarop te wijzen. In de oorlogsjaren heeft men
zich met verschillende materialen moeten be-
helpen, omdat hetgeen men noodig had niet
te krijgen was, maar toen deze woningen gezet
zijn kon men de voor speciebereiding benoo-
digde goede poederkalk reeds zooveel krijgen
als men maar hebben wou. Daarmede kan
ijzersterk werk gemaakt worden.
De vertoonde specie is van zeer onvoldoende
samenstelling en wel niet gemaakt overeen
komstig de besteksbepalingen. Maarhet
is eenmaal 00k weer gebeurd en spreker ziet
er geen nut in, daarop verder door te gaan.
De heer VAN PETEGEM wil niet beweren,
dat alle aannemers zijn, zooals door hem ge-
schetst, maar hij heeft wat hjj zeide toch ge
hoord. Wat hjj ter tafel bracht is een bewjjs
van hetgeen gedaan wordt.
De heer C. H. H. WISSE: Ja, dat is poeder-
kalk met veel zand.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester
en Wethouders in de toekomst zooveel moge
lijk zullen toezien.
De heer VAN PETEGEM herhaalt, het Bur
gemeester en Wethouders niet kwalijk te ne
men, zij zijn geen deskundigen, doch op hun
deskundigen aangewezen.
Van deskundigen gesproken vraagt hjj, wat
de heer Van der Hegge Zijnen toch als des-
kundige voor de gemeente gepresteerd heeft,
aangezien aan dezen een groot bedrag is uit-
betaald.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit is
geweest voor het maken van plannen voor den
ombouw van het net en voor het houden van
toezicht bij den bouw. Dat is een vast percen
tage van het bedrag van het werk.
De heer VAN PETEGEM meent, dat er
reeds /3000 aan hem is uitbetaald en hoorde,
dat er nu pas weer f 2900 op de rekening van
het loopende jaar is betaalt.
De VOORZITTER deelt mede, dat het
tweede bedrag de uitbreiding van het net
naar Reuzenhoek en Zaamslag (Veer) betreft.
Daarvan moet dan 00k het salaris van den
dagelijksch opzichter bestreden worden. Daar
heeft men weer hetzelfde, Burgemeester en
Wethouders zijn geen deskundigen op dat ge-
bied en wil men verzekerd zjjn van goed werk,
dan heeft men den bijstand van een deskun-
dige noodig. En het is bekend, dat die heeren
niet voor 4 of 5 per dag werken.
De heer VAN PETEGEM: Ja, mjjnheer de
Voorzitter, ik heb het een vorige maal 00k al
eens gezegd, het is jammer, dat wij als leden
van den gemeenteraad niet van verschillende
aaken op de hoogte zijn, ik geloof, dat zulks
ten zeerste in het belang der gemeente zou
zijn.
De heer A. DE FEIJTER merkt nog op, dat
op de rekening over 1924 aan den deskundige
niet 2900, doch f 2194 is uitbetaald.
De hear VAN PETEGEM heeft 00k nog
vemomen, dat er zooveel stroomverlies is. Van
de Voorzitter meedeelen hoeveel dat was?
De VOORZITTER deelt mede, dat dit over
de maand Juli 300 K. W. U. bedroeg.
De heer VAN PETEGEM noemt dat een
kolossaal verlies, hetgeen der gemeente dan
op groot financieel nadeel komt.
De heer C. A. WISSE geeft te kennen, dat
dit nog meevalt, aangezien die stroom tegen
slechts 4(4 cent berekend wordt. Het was over
bedoelde maand 18,50.
De heer VAN PETEGEM vraagt naar de
oorzaak; we hebben nu een nieuw net en daar
zou dat toch niet op mogen voorkomen.
De VOORZITTER antwoordt, dat het ver-
moeden is geopperd, dat het zit in het oude
net of in de oudemeters. Op het oogenblik
is het nog niet voldoende geconstateerd. Nu
was Juli hiervoor 00k een kwade maand. In de
maanden met toenemend stroomverbruik zal
het verlies niet zoo groot zjjn.
De heer KOOPMAN deelt mede, dat er al
oorzaken zijn opgespoord en dat het verlies nu
reeds veel zal verminderd zjjn.
De VOORZITTER bevestigt, dat de kwestie
onderzocht wordt.
7. Aanbieding begrooting der gemeente
dienst 1925.
Burgemeester en Wethouders bieden aan de
gemeentebegrooting dienst 1925; in ontvang
en uitgaaf op f 92.678.93.
b. de begrooting Burgerlijk Armbestuur
dienst 1925; in ontvang en uitgaaf op
f 3830,70;
c. de begrooting van het gemeenteiijk elec-
trisch bedrjjf, dienst 1925;
d. de begrooting van de vrijwillige brand-
weer, dienst 1925; in ontvang en uitgaaf op
603,15.
e. de begrooting der Burgerwacht, dienst
1925, in ontvang en uitgaaf op 240.
De gemeentebegrooting is reeds aan de
leden toegezonden en zal op nader te bepalen
dag door den raad behandeld worden.
8. Voorloopige vaststelling wijziging lig-
ger wegen en voetpaden.
Onder mededeeling, dat geen enkel be-
zwaarschrift is ingekomen leggen Burgemees
ter en Wethouders over het navolgende besluit:
Burgemeester en Wethouders van Zaamslag;
gelet op het besluit van den gemeenteraad
d.d. 13 Juni 1924, nummer 10, waarbij de wen-
schelijkheid is uitgesproken van wijziging van
den ligger der wegen en voetpaden;
overwegende:
dat van het voetpad nummer 36, het z.g.n.
Spuipadje, zelden of nooit meer gebruik wordt
gemaakt;
gelet op art. 29 juncto art. 14 van het reg-
lement op de wegen en voetpaden;
besluiten
te ontwerpen de volgende
wijziging van den ligger der wegen en voet
paden in de gemeente Zaamslag, Provinciaal
blad, nummer 103 van 1914;
1. Volgnummer 36 vervalt.
Opgemaakt door Burgemeester en Wethou
ders der gemeente Zaamslag den 23sten Juni
1924.
Joh. de Fejjter, Burgemeester.
J. Stolk Lzn., Secretaris.
Ter inzage galegd met de kaart van 28 Juni
1924 tot en met 28 Juli 1924.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
Joh. de Feijter, Burgemeester.
J. Stolk Lzn., Secretaris.
Voorloopig vastgesteld bij besluit van heden
23 September 1924.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
De heer VAN PETEGEM vraagt, of er in
dat vervallen pad 00k nog planken of andere
kunstwerken liggen, aan de gemeente be-
hoorende.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend;
er liggen een paar nog goede planken, dienen-
de voor bruggetjes. Deze zullen worden weg-
gehaald en geborgen of elders worden ge
bruikt.
9. aststelling kohier hondenbelasting
1924.
Burgemeester en Wethouders bieden ter
vaststelling aan het eerste suppletoir kohier
hondenbelasting, dienst 1924 ten bedrage van
f 43,50.
Dit wordt met algemeene stemmen aldus
vastgesteld.
10. Omvraag.
a. De heer KAIJSER deelt mede, dat de
Ouder-Commissie te Othene aanvankelijk met
veel genoegen het werk tot het verbouwen van
de openbare school heeft zien aanvangen en er
groote verwachtingen van koesterde, maar dat
het haar ten slotte veel tegengevallen is, om
dat de afwerking veel te wenschen overlaat.
Naar hij meent, moet de aannemer het werk
nog drie maanden in onderhoud houden. Hij
raadt aan, gedurende dien termijn den aanne
mer het niet goed Uitgevoerde werk te laten
verbeteren. De leitjes in den gang zitten hee-
lemaal scheef en op het privaat zitten die 00k
scheef en geheel uit hun fatsoen. Het toezicht
heeft daar 00k wel te wenschen over gelaten
en het is noodig, dat de aannemer dat nog in
ord© rricicikt
De VOORZITTER deelt mede, dat de reke
ning van den aannemer is binnengekomem,
doch dat Burgemeester en Wethouders nog
geen machtiging hebben gegeven het bedrag
uit te betalen. Ze hebben er 00k al een en
ander over gehoord en hebben juist besloten
om daar morgan zelf eens een kijkje te gaan
nemen.
De heer KAIJSER deelt mede, dat het ge-
wenscht is, dat Burgemeester en Wethouders
dan meteen 00k eens informeeren waar het
plakkebord van Othene, dat bij de school
stond, gebleven is. De timmerman van Othene
had opdracht om het weer te plaatsen, maar
het schijnt, tegelijk met oude materialen der
school door den aannemer der verbouwing
vervoerd te zijn.
De VOORZITTER dankt voor de mededee
ling en zal er nota van nemen; dat zal ver-
moedelijk gedachtenloos gebeurd zijn.
De heer KAIJSER veronderstelt 00k niet,
dat hierbij moedwil in het spel is.
b. De heer VAN PETEGEM klaagt over de
toepassing der bouwverordening. Als het er op
aankomt vindt hij sommige eischen der bouw
verordening 00k wel wat te streng, maar zij
is er nu eenmaal en dient te worden toege
past. Het gaiat toch niet aan, dat de eene bur
ger er zich aan houdt en de ander niet. Dat
de eene een balkdragende muur van 1 steen
moet metselen, terwijl zjjn buurman het met
een halven steen doet, dat de een een privaat-
put moet zetten van 2 M3. en een ander met
1(4 M3. volstaat. Dat een en ander voorkomt
is 00k weer een gebrek aan onvoldoende toe
zicht. Op een kleinigheid zou spreker 00k niet
zien, maar het gaat toch niet, dat in sommige
gevallen gehandeld wordt aisof er geen bouw
verordening bestaat. En z6o gaat het; de
menschen, die dat zeggen liegen toch niet
allemaal. Kan aan dien toestand geen eind
gemaakt worden
De VOORZITTER merkt op, dat men in
aanmerking moet nemen, dat er schrikkelijk
veel naijver onder de menschen is. Hij haalt
aan, dat mog onlangs een vraag tot Burge
meester en Wethouders kwam om afwijking
toe te staan voor het gebruik van vloerliggers,
niet overeenkomstig den eisch der bouwver
ordening. De afmetingen kwamen niet over-
een, ofschocm de M3. inhoud van de liggers
grooter was dan die der voorgeschreven lig
gers. Burgemeester en Wethouders hebben
echter geeru toestemming verleend. Het spreekt
wel van zelf, dat Burgemeester en Wethouders
niet in alle woningen gaan kjjken, of die vol
gens den eisch der bouwverordening worden
gebouwd en als ze daaromtrent geen rapport
van den gemeente-architect krijgen, komen ze
er niet van op de hoogte. Indien ze afwjjkin-
gen te weten komen, keur^n ze die niet goed.
De heer VAN PETEGEM wil daarvan de
schuld niet geven aan Burgemeester en Wet
houders, maar meent, dat de eene burger toch
geheel gelijk aan de ander behandeld moet
worden.
He VOORZITTER merkt op, dat op die
manier nog wel een tweede architect zou
moeten worden aangesteld om de handelingen
van den eersten na te gaan want Burgemees
ter en Wethouders kunnen het zelf niet con-
troleeren.
Ze zouden er 00k den gemeente-veldwachter
naar toe kunnen zenden, om proces-verbaal op
te maken.
De heer VAN PETEGEM zal geen namen
noemen, maar is overtuigd, dat verschillende
medeleden, ter vergadering aanwezig, even-
goed van die feiten afweten als hij zelf.
Hjj wijst vervolgens op het opbreken van
straten, dat voor verschillende doeleinden ge
schiedt. Als dat gebeurd is, ziet men meestal
een dag of 14 later den gemeentewerkman het
in orde brengen, omdat ter plaatse van de uit-
gegraven sleuf een verzakking is gekomen.
Dit zou niet het geval zijn als bij het vullen
dier sleuven de grond voldoende werd aange-
stampt. Als ten behoeve van telegraaf of
telefoon, verlichtingskabels of wat dies meer
zij de straten worden opgebroken, acht hij het
niet juist, dat het werk niet terug in voldoen
de staat wordt gemaakt en de gemeente het
later moet herstellen.
Dezer dagen heeft men zoo iets in den Veer-
weg kunnen waarnemen. Aan het postkantoor
is de stoep opgebroken maar 00k niet goed
gelegd. Waarom doen ze dat niet dadeljjk?
De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat
bestrating boven uitgegraven sleuven niet ter-
stond afdoende is te herstellen; al zou men den
grond nog zoo aanstampen, dan krijgt men er
later toch een verzakking. Dan wordt de
gemeentewerkman er op afgezonden en die
hersteld het, zoodat het aan de gemeente geen
cent kost.
De heer VAN PETEGEM zegt ndet, dat het
der gemeente geld kost, maar meent, dat het
niet zou moeten voorkomen. De verzakking
zou toch na 4 of 5 dagen nog niet mogen voor
komen. Dat komt, omdat de grond er maar
nonchalant wordt ingegooid. En al is het nu
dat de gemeentewerkman dat maakt en het
direct dus geen geld kost, die werkman heeft
zijn handen al vol en kan dan toch sinds niets
anders doen.
Hij vraagt nog, waar de steenen zijn ge
bleven die uit de uitgebrokan stoep in den
Veerweg gekomen zjjn. Hij meende, dat die
steenen goed waren te gebruiken voor het leg
gen van een pad naast de keibestrating bij
Wisse en Hoste; het was gewemscht dat te
leggen tot aan den dokter toe.
De VOORZITTER zegt, dat de goede uit-
komende steenen voor zoo'n doel zjjn gebruikt.
De heer VAN PETEGEM heeft het maar
van een klein gedeelte gezien.
De VOORZITTER meent, dat er 00k niet
zooveel af gekomen zijn; het was een versleter.
stoep. De onbruikbare zijn vervoerd naar de
slachtplaats om naar behoefte als puin te wor
den aangewend.
De lp»r VAN PETEGEM dacht, dat ze wa
ren verkocht of weggegeven. Hij meent, dat er
nog heel wat meer bruikbaar zouden geweest
zijn om straten op te knappen. In de Rozema-
rijnstraat zijn twintig tot dertig jaar geleden
zulke steenen gelegd en die zijn nog goed.
De VOORZITTER deelt mede dat volgens
de besteksbepalingen de uitgebroken steen
op aan te wijzen plaats moest worden ver-
werkt en het restant naar de begraafplaats
vervoerd. Dit is geschied. Verder weet hjj er
op dit oogenblik niets van.
c. De heer C. H. H. WISSE wil 00k naar
aanleiding van verschillende in deze vergade
ring gemaakte opmerking als zijn oordeel te
kennen geven, dat er voor het Dagelijksch
Bestuur werkelijk alle aanleiding is, om den
gemeentearchitect aan te snoren een wat meer
nauwlettend toezicht op een en ander te hou
den. De gemeente heeft eenmaal een deskun
dige in haar dienst en er is veel op het gebied
van bouwen, dat inderdaad niet is zooals het
behoort. Indien dien ambtenaar er op gewezen
wordt, dat hij zijn instructie moet uitvoeren
zooals het behoort en dat dan 00k geschied,
zou voorkomen worden, dat zulke opmerkin-
gen als van middag worden gemaakt.
d. De heer DEES wijst op den toestand der
boomen aan de Oostzijde van het dorp. Bij den
laatsten hevigen storm, heeft men er al enkele
moeten ondersteunen. Hij zou het jammer
vinden, indien er ujtvielen en raad aan de
30
kroon te laten snoeien.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester eit Wethouders het voomemen hebben
die boomen te laten snoeien, omdat de kroon
te zwaar wordt voor den stam.
De heer DEES meent, dat dit dan wel spoe
dig zou dienen te gebeuren, ter voorkon
van omwaaien of breken. Bij sommige ba
de grond al op.
De heer A. DE FEIJTER merkt op, dat he
nu nog geen tijd is voor snoeien; als de boo
men nog zoo vol in de bladereni staan, kan
men niet zien wat er weg moet.
De heer VAN HOEVE: Het is nu geen tjjd
om boomen te snoeien.
De heer DEES: Maar 00k niet voor die boo
men om nu reeds om te vallen.
De heer VAN PETEGEM is van oordeel,
dat de boomen de vorige maal niet voldoende
gesnoeid zijn, ze vatten te veel wind. Hij
meent, dat het 00k in het belang der boomen
zou zijn, indien er 'een beetje veel werd uitge-
haald.
De VOORZITTER merkt op, dat daarover
de meeningen uiteenloopen. Als een boom veel
gesnoeid wordt, groeit die schraal op. Hier is
de bedoeling natuurschoon te krijgen, daarom
hebben Burgemeester en Wethouders ze min
der laten snoeien. Er zal in elk geval op wor
den gelet.
e. De heer C. H. H. WISSE bespreekt den
onvoldoende toestand eener goot in de Roze-
marjjnstraat, bij den ingang van het straatje
van Knijff. Daar leggen er groote putten in
en dat veroorzaakt een smerige, onooglijke
toestand, omdat die altijd vol water staan. De
bewoners die met de achterzijde aan die straat
uitkomen, werpen daar geregeld hun vuil
water uit. En dat water bljjft staan voor de
woning van den heer Dekker. Hij zou gaarne
zien, dat daamaar eens gekeken werd of er
een edndje riool te leggen. Hij meent, dat
daartoe goede gelegenheid bestaat. Als dan
de bestrating wat bijgewerkt werd zou het een
groot gemak zijn 00k voor de rjj- en voertui-
gen, die er nu bij het passeeren een sterken
schok moeten doorstaan en men was 00k van
den vuilen rommel af.
De VOORZITTER zegt toe, dat dit eens zal
worden opgenomen.
f. De heer VAN PETEGEM wijst er op,
dat er in de stoep voorbij zijn huis en aan le
Wed. Verpoorte 00k steeds water bljjft staan.
Hij meent, dat die stoep op den hoek niet goed
ligt en daaruit het euvel ontstaat.
De VOORZITTER zegt toe, dat hiemaar
zal gekeken worden.
Daar niemand nog het woord verlangt, sluit
hij door het uitspreken van het dankgebed de
vergadering.
Zonnetgd.
H
1/
it