GLAZEN FLACONS, FOSTER'S Rugpijn Nierenpillen Weigert alle andere verpakklngen. HoogwatergetijteTerNeuzen, Wii vestigen er de aan- dacht op, dat thans UITSLUITEND verkocht worden in verpakt in GEEL ETIKET met zwarten opdruk. FGSTER-McCLELLAN Co. LONDON. lNGEZONDEN MEDEDEELINGEN. SCHEEPVAARTBEWEGINO. 20 September. Eng. s.s. Carlston, 1874 M3., ledig, van Gent naar Goole. Fransch s.s. Lamentin, 10760 M3., ge- mengd, van Antwerpen voor Gent. Duitsch s.s. Gerrat, 2419 M3., ledig, var^ Gent naar Bremen. Fransch s.s. Capt. Bonelle, 8735 M3„ kolen, van Gent naar Bordeaux. Fransch s.s. Teneriffa, 5872 M3., ledig, van Gent naar Duinkerken. Eng. s.s. Gen. Havelock, 2073 M3., stukgoed, van Gent naar New-Castle. Eng. s.s. Crichtoun, 3184 M3., stukgoed, van Gent naar Leith. Eng. s.s. Falcon, 1910 M3., stukgoed, van Gent naar Londen. Eng. s.s. Hodder, 2877 M3., stukgoed, van Gent naar Goole. Eng. s.s. Swynfleet, 3306 M3., kolen, van van Goole voor Gent. Eng. s.s. Hillbrook, 3570 M3., erts, van Pomaron voor Gent. 21 September. Eng. s.s. Hull, 3202 M3., stukgoed, van Gent naar Hull. Eng. s.s. Dalegarth, 4699 M3., kolen, van Methil voor Gent. Eng. s.s. Overton, 1206 M3., ledig, van Londen voor Gent. Eng. s.s. Blackcock, 1393 M3., stukgoed, van Londen voor Gent. Eng. s.s. Poelcappelle, 2428 M3., pijp- aarde, van Fowey voor Ter Neuzen. Eng. s.s. Faxfleet, 2385 M3., kolen, van Goole voor Gent. Duitsch s.s. Industria, 6232 M3., fosfaat, van Gent naar Stettin. 22 September. Eng. s.s. Mersey, 2934 M3., stukgoed, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Borthwick, 3184 M3., stukgoed, van Leith voor Gent. Fransch s.s. Annik, 7628 M3., fosfaat, van Bona voor Sas van Gent. Italiaansch s.s. Vampa, 10887 M3., olie, van New-Orleans voor Gent. Fransch s.s. Shouragallus, 5621 M3., ledig, van La Pallice voor Gent. D A G E N. Voorm. Nam Zaterdag 27 Sept. 0.37 12.55 Zondag 28 1.14 1.31 Maandag 29 n 1.50 2.06 Dinsdag 30 2 23 2.42 Woensdag 1 Oct. 3— 3.19 Donderdag 2 3.37 3.57 Vrijdag 3 4.17 4.39 wordt geadviseerd, deze overeenkomstig de gedane aanbiedingen vast te stellen. a. de gemeenterekening in ontvangst en uitga&f op: 123.715.00(4 en in uitgaaf op j 113.368.87. b. de rekening van het Algemeen Burger- lijk Armbestuur in ontvangst en uitgaaf op 4276.75 en 2602.45. c. de rekening van het gemeenteiijk elec- trisch bedrijf in ontvang en uitgaaf op 10.290,34 en 11.580,38. d. de rekening van de vrjj willig-e brand- weer in ontvang en uitgaaf op 838.39 en 835.24. Ondar opmerking, dat de oninbare post hondenbelasting ten bedrage van 31.25 is ontstaan, doordat de personen op den staat vermeld, in den loop van het jlaar hun hond hebben afgeschaft, terwijl de geldende veror- dening op de belasting van honden geen enkel artikel heeft, waarbij bepaald wordt, dat bjj eventueele afschaffing van een hond de belas ting niet meer verschuldigd is; dat de verzekerde som waarvoor voormalige centrale is verzekerd kan worden terugge- bracht^op 12000, aangezien volgens de mee- ning der commissie het brandgevaar aanzien- lijk is beperkt geworden door het niet meer in werking zijn van het bedrijf; dat op de nota over de maiand December 1923 voor geleverde stroom door de P. Z. E. M. is vermeld „de afrekening van de kolentoe- slag voigt zoo spoedig mogelijk" maar over 1923 deze afrekening niet is te vinden. Naar aanleiding der gemaakte bemerkingen deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat waar artikel 5 der verordening op de be lasting van honden bepaalt, dat voor den hand in den loop van het jaar verkregen of belastba&r geworden de belasting ten voile is verschuldigd wanneer dit plaats heeft in de eerste zes maanden en voor de helft, wanneer dit later plaats heeft het 00k billijk is aan iemand die in de eerste zes maanden van het jaar een hond afschaft een half jaar afschrjj- ving be verleenen en dit voortvloeit uit de bedoeKng van dit artikel; dat zij zullen overwegen of de verzekerde som der centrale kan worden teruggebracht op f 12000; dat van de P. Z. E. M. nog geen afrekening van de kolentoeslag is ontvangen en dit dus 00k met in de rekening dienst 1923 kon worden verantwoord. De heer C. A. WISSE heeft namens de com missie van onderzoek der rekening nog te ken- nen, dat in de verordening op de hondenbelas ting niet duidelijk is geformuleerd, dat aan hen, die in de eerste helft van het jaar hun hond afschaffen, over de tweede helft afschrjj- ving van belasting kan worden verleend. Zij vond het daarom vreemd, dat die ontheffing verleend wordt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het steeds zoo is toegepast en dat er nimmer aan- merking op gemaakt is. De heer KAIJSER geeft te kennen, dat de commissie tegein die regeling op zichzelf geen bezwaar heeft, doch dat de gemeenteontvan- ger toch in de bepalingen van de verordening zelf de gronden zou moeten kunnen ontleenen, waarop die afschrjjving gegrond is. Dit is noodig, om moeilijkheden te voorkomen. De VOORZITTER acht het niet van vol- doenoe beteekenis om de verordening te wjjzi- gen; bleek dat het noodig werd, dan kan dit nog altjjd. De heer KOOPMAN is tegen wijziging der verordening en zag liever de verordening ten voile gehandhaafd, zoodat over een vol jaar hondenbelasting moet worden betaald. Er staat nergens in de verordening dat onthef fing kan verleend worden en daarom behoort dat z.i. 00k niet gedaan te worden. Bij de sehoolgeldverordening staat het er wel in, en is het dus iogiseh dat het gebeurt Bij deze belasting mag het niet. De VOORZITTER acht het nief billijk als iemands hond b.v. 15 Januari dood gaat, dat hij dan een vol jaar belasting daarvoor moet betalen. De heer KOOPMAN noemt dat niet zoo erg, daar de hondenliefhebbers in zoo'n geval dan toch weer spoedig een andere hond aan- schaffen. De heer DE FEIJTER acht dat in alle ge- vallen niet zeker. De heer VAN HOEVE meent, dat het de be- doeling is een nieuw artikel in te voegen of de verordening uit te voeren zooals het er staat. De heer KAIJSER stelt voor, de verorde ning zoodanig te wjjzigen dat daarin bepaald wordt, dat aan hen die hun hond voor 1 Juli afschaffen over een half jaar afschrijving van belasting wordt verleend. Deze ontvanger is nu met de bestaande toepassing op de hoogte, een latere zou dit niet weten, omdat hij het niet uit de verordening kan lezen. Deze zaak is niet voldoende geregeld. De heer KOOPMAN stelt voor, de bestaan de bepaling te handhaven. De heer VAN PETEGEM acht dat 00k niet billijk, dat iemand die in de eerste helft des jaars zijn hond afschaft een vol jaar moet be talen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat zij de verordening naar den geest toepassen. Er staa-. nl. in dat zij die na 1 Juli een hond aan- schaffen, slechts voor een half jaar worden aangeslagem. Daarom achten zij het billijk, (fat iemand die in het laatste half jaar geen homd meer houdt 00k niet over een vol jaar betaalt. Zij achten wijziging der verordening niet noodig. Het voorstel van den heer KAIJSER wordt niet ondersteund en kan mitsdian geen punt van beraadslaging uitmaken. Het voorstel van den heer Koopman om de verordening naar de letter toe te passen wordt evenmin ondersteund. De heer C. A, WISSE geeft voorts te ken nen, dat de aandacht der commissie was ge- vallan op het hooge bedrag der brandverzeke- nng van de centrale nl. 36.000; het brand gevaar is verminderd, nu de centrale niet meer oXSSiteeri^ worf^ en dat een verzekering tot 7 12.000 voldoende kan worden geacht. De VOORZITTER meent, dat daarvoor al- les te zeggen is. Burgemeester en Wethou- tr-.z een en an<ier nagaan. j Y?orts rne'le, dat de afrekening 1 M' n<yZ niet is ontvangen en dat die dus in de rekening nog niet kon voor komen. De heer KOOPMAN vraagt, of dat niet in de papjeren kan ioopen. De VOORZITTER meent, dat dit niet meer dan een paar guldens kan beloopen De heer VAN PETEGEM heeft de rekening 00 nagezien en werd daarbij getroffen door een bedrag van 122 voor een pak kleeren voor den veldwachter. Hij vraagt, of dit niet goedkooper kan. Voor schoeisel staat er 41. Hem dunkt, dat, als ieder inwoner van Zaamslag per jaar f 41 voor schoeisel zou uit- ge\en, het een goeden tijd voor de schoenwin- kels en schoenmakers zou worden. Hij is van meemng, dat er wel firma's zijn, die 00k goede kwahteiten leveren, doch het veel goedkooper doen. De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat voeger wel eens met anderen geprobeerd is maar dan beviel het niet. Het is een bezwaar om een pak kleeren te dragen dat van meet 1 aan suet bevalt. Er zijn magazijnen die m net bijzonder op het leveren van zulke kleeren toeleggen. De heer VAN PETEGEM stemt dat toe, maar noemt en adres van een huis te Tilburg, dat dit 00k betrouwbaar doet, doch goedkoo per. Dat zou wel 50 schelen, hetgeen hij nog al veel vindt. Als men het er in andere ge- meenten mee doet, zou men toch hier 00k de proef kunnen nemen. De heer KOOPMAN merkt op, dat het op zoo'n pak kleeren gemakkelijk 50 kan schelen, maar dat kan het 00k in de kwaliteit. De heer VAN PETEGEM wijst er op, dat er dan 00k nog een pet op staat van f 7,50, hetgeen hij 00k duur vindt. De VOORZITTER deelt mede, dat de secre- taris inmiddels de hierop betrekking hebbende rekening heeft opgezo'cht, waaruit blijkt, dat aan den veldwachter een pak kleeren geleverd is voor f 88, doch dat er daarbij een cape is geleverd die f 34 kostte. Daardoor komt het door den heer Van Petegem genoemde cijfer in een geheel ander licht. De heer C. A. WISSE meent nog namens de commissie Burgemeester en Wethouders dank te moeten zeggen voor hun zuiver beheer en adviseert tot goedkeuring der verschillende rekeningen. Met algemeene stemmen wordt aldus be. sloten. Bij het besluit tot goedkeuring van de ge meenterekening onthouden de wethouders zich van stemming. De heer VAN PETEGEM vraagt nu naar aanleiding van de gemeenterekening en de begrooting het woord. Hij laat allereerst een door hem ter tafel gebrachte papieren zak bij zijn medeleden circuleeren, met verzoek ken- nis te nemen van den inhoud, hetgeen ge schiedt. Hij deelt daarna mede, dat die zak specie inhoud, door hem weggenomen tusschen stee nen van een muur v^m de voor twee jaar ge- bouwde huizen der woningbouwvereeniging. Hij kent de bepalingen van het bestek voor het bouwen dier woningen niert en hem is dus de verhouding der specie die gebruikt moest worden niet bekend, maar die specie behoort toch wel zoodanig te zijn, dat zij na 2 jaar vol- komen verhard is. Dit is allerminst het geval. en hjj ziet best kans om die muren zoo maar met de hand geheel af te breken. Hij heeft het noodig geacht daarop hier eens te wijzen, daar toch op de gemeenterekening 00k groote bedragen voor die huizen voorkomen. En nu moge dat 00k al geld zijn van het rijk, het rijk moet het 00k van de belastingbetalende inge- zetenen krijgen. De VOORZITTER merkt op, dat veel parti- culieren die destijds gebouwd hebben 00k on- dervinden, dat er toen veel oorlogsmateriaal gebruikt is. Burgemeester en Wethouders zijn geen deskumdigen, om die materialen te be- oordeelen. In andere gemeenten heeft men daarvan 00k wel gehoord. Het toezicht is op- gedragen aan een architect. De heer VAN PETEGEM vraagt hoe dat nu moet. De huizen zijn in zand gebouwd. We leven zegt hij, onder een goed georganiseerd recht, maar het is: „recht voor elkaar en krom voor een ander". Hjj meent, dat het in het vervolg noodig zal zijn, dat er bij bouw- werken ter dege toezicht gehouden wordt. De VOORZITTER: Maar hoe moet dat dan? Wjj kunnen toch geen toezicht gaan houden op den architect want wij zijn geen deskun digen. De heer VAN PETEGEM zal er Burgemees ter en Wethouders 00k geen verwijt van ma- ken maar wijst er op, dat de woningen ge bouwd zijn volgens ontwerp en onder toezicht van een architect, dat er bovendien 00k nog een dagelijksch opzichter is aangesteld en nu na twee jaar kan men de specie met den vin- ger fijn wrijven! Daarvoor zijn groote som- men van de belastingbetalers uitgegeven. Wat zullen Burgemeester en Wethouders nu doen? De VOORZITTER: Wij kunnen niets anders doen als den architect op zjjn plicht wijzen. De heer VAN PETEGEM erkent, dat het voor Burgemeester en Wethouders 00k moeilijk is, maar hij meent hier voor de belastingbe talers te moeten opkomen en zulke feiten naar voren te brengen. De heer KOOPMAN merkt op, dat hetgeen de heer Van Petegem hier uitspreekt, feitelijk langs Burgemeester en Wethouders gaat, doch een besehuldiging is aan het adres van den architect. De heer VAN PETEGEM meent, dat dit toch hier ter sprake diende te komen. De heer KOOPMANDe raad bestaat 00k niet uit deskundigen, die kan er dus 00k niets aan doen het is dus openlijk een verwijt aan de betrokken deskundigen. De heer VAN HOEVE merkt op, dat de heeren geen zaken moeten verwarren. De gemeenteraad heeft er in zekeren zin niets mee te maken. De woningen zijn gebouwd voor de woningbouwvereeniging en dat is de gemeente niet, al zjjn er misschien bestuurs- leden dier vereeniging tevens lid van het ge- meentebestuur. De VOORZITTER noemt dat een goede op merking; het gemeentebestuur of de raad heeft 00k den architect voor de woningen niet benoemd. De heer VAN PETEGEM noemt dat alle- maal goed en wel, maar de woningen zijn toch met geld van het rijk en de gemeente gebouwd er wordt toch nog jaarlijks aan bijgedrlagen. De VOORZITTER merkt op, dat achter de architect 00k nog de dagelijksch opzichter staat. De heer VAN PETEGEM vraagt, of dat dan geen treurige toestand is, als men twee per sonen heeft voor toezicht en dat er dan nog niet op kan vertrouwd worden, dat het werk naar behooren wordt uitgevoerd Spreker sprak met handelslui en stelde hen de vraag, of ze 00k niet beter zouden vinden, dat ze, bij een aanbesteding vooruit wisten, dat een werk precies volgens bestek zou moeten worden uit gevoerd. Nu vertrouwen ze er evenwel al vooruit op, dat dit toch niet geschiedt, en knoeit de een al meer dan de ander. Indien vaststond, dat een bestek overeenkomstig de voorschriften moest worden uitgevoerd, wisten ze alien vooruit waaraan ze zich te houden hebben. De heer C. A. WISSE merkt op, dat een werk toch altijd overeenkomstig het bestek moet worden uitgevoerd. De heer C. H. H. WISSE betoogt, dat de heer Van Petegem te ver gaat met zijn bewe- nng, dat de aannemers vooraf al zouden weten, dat een werk niet moet gemaakt wor den zooals het in het bestek staat. Spreker weet 00k maar al te goed, dat er in dit opzicht wel dingen gebeuren die niet zouden moeten voorkomen, maar het gaat te ver om alle aan nemers over een kam te scheren. Een soliede aannemer rekent er wel degelijk op, dat hij de bepalingen van het bestek heeft te volgen; hij doet dat 00k, omdat hij weet, dat het zoo moet, maar 00k ter wille van zichzelf, voor zijn goeden naam. De aannemers die dat niet doen zijn geen solide aannemers. Maar als er van het bestek wordt afgeweken dienen de architect of de dagelijksch opzichter daarop te wijzen. In de oorlogsjaren heeft men zich met verschillende materialen moeten be- helpen, omdat hetgeen men noodig had niet te krijgen was, maar toen deze woningen gezet zijn kon men de voor speciebereiding benoo- digde goede poederkalk reeds zooveel krijgen als men maar hebben wou. Daarmede kan ijzersterk werk gemaakt worden. De vertoonde specie is van zeer onvoldoende samenstelling en wel niet gemaakt overeen komstig de besteksbepalingen. Maarhet is eenmaal 00k weer gebeurd en spreker ziet er geen nut in, daarop verder door te gaan. De heer VAN PETEGEM wil niet beweren, dat alle aannemers zijn, zooals door hem ge- schetst, maar hij heeft wat hjj zeide toch ge hoord. Wat hjj ter tafel bracht is een bewjjs van hetgeen gedaan wordt. De heer C. H. H. WISSE: Ja, dat is poeder- kalk met veel zand. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders in de toekomst zooveel moge lijk zullen toezien. De heer VAN PETEGEM herhaalt, het Bur gemeester en Wethouders niet kwalijk te ne men, zij zijn geen deskundigen, doch op hun deskundigen aangewezen. Van deskundigen gesproken vraagt hjj, wat de heer Van der Hegge Zijnen toch als des- kundige voor de gemeente gepresteerd heeft, aangezien aan dezen een groot bedrag is uit- betaald. De VOORZITTER deelt mede, dat dit is geweest voor het maken van plannen voor den ombouw van het net en voor het houden van toezicht bij den bouw. Dat is een vast percen tage van het bedrag van het werk. De heer VAN PETEGEM meent, dat er reeds /3000 aan hem is uitbetaald en hoorde, dat er nu pas weer f 2900 op de rekening van het loopende jaar is betaalt. De VOORZITTER deelt mede, dat het tweede bedrag de uitbreiding van het net naar Reuzenhoek en Zaamslag (Veer) betreft. Daarvan moet dan 00k het salaris van den dagelijksch opzichter bestreden worden. Daar heeft men weer hetzelfde, Burgemeester en Wethouders zijn geen deskundigen op dat ge- bied en wil men verzekerd zjjn van goed werk, dan heeft men den bijstand van een deskun- dige noodig. En het is bekend, dat die heeren niet voor 4 of 5 per dag werken. De heer VAN PETEGEM: Ja, mjjnheer de Voorzitter, ik heb het een vorige maal 00k al eens gezegd, het is jammer, dat wij als leden van den gemeenteraad niet van verschillende aaken op de hoogte zijn, ik geloof, dat zulks ten zeerste in het belang der gemeente zou zijn. De heer A. DE FEIJTER merkt nog op, dat op de rekening over 1924 aan den deskundige niet 2900, doch f 2194 is uitbetaald. De hear VAN PETEGEM heeft 00k nog vemomen, dat er zooveel stroomverlies is. Van de Voorzitter meedeelen hoeveel dat was? De VOORZITTER deelt mede, dat dit over de maand Juli 300 K. W. U. bedroeg. De heer VAN PETEGEM noemt dat een kolossaal verlies, hetgeen der gemeente dan op groot financieel nadeel komt. De heer C. A. WISSE geeft te kennen, dat dit nog meevalt, aangezien die stroom tegen slechts 4(4 cent berekend wordt. Het was over bedoelde maand 18,50. De heer VAN PETEGEM vraagt naar de oorzaak; we hebben nu een nieuw net en daar zou dat toch niet op mogen voorkomen. De VOORZITTER antwoordt, dat het ver- moeden is geopperd, dat het zit in het oude net of in de oudemeters. Op het oogenblik is het nog niet voldoende geconstateerd. Nu was Juli hiervoor 00k een kwade maand. In de maanden met toenemend stroomverbruik zal het verlies niet zoo groot zjjn. De heer KOOPMAN deelt mede, dat er al oorzaken zijn opgespoord en dat het verlies nu reeds veel zal verminderd zjjn. De VOORZITTER bevestigt, dat de kwestie onderzocht wordt. 7. Aanbieding begrooting der gemeente dienst 1925. Burgemeester en Wethouders bieden aan de gemeentebegrooting dienst 1925; in ontvang en uitgaaf op f 92.678.93. b. de begrooting Burgerlijk Armbestuur dienst 1925; in ontvang en uitgaaf op f 3830,70; c. de begrooting van het gemeenteiijk elec- trisch bedrjjf, dienst 1925; d. de begrooting van de vrijwillige brand- weer, dienst 1925; in ontvang en uitgaaf op 603,15. e. de begrooting der Burgerwacht, dienst 1925, in ontvang en uitgaaf op 240. De gemeentebegrooting is reeds aan de leden toegezonden en zal op nader te bepalen dag door den raad behandeld worden. 8. Voorloopige vaststelling wijziging lig- ger wegen en voetpaden. Onder mededeeling, dat geen enkel be- zwaarschrift is ingekomen leggen Burgemees ter en Wethouders over het navolgende besluit: Burgemeester en Wethouders van Zaamslag; gelet op het besluit van den gemeenteraad d.d. 13 Juni 1924, nummer 10, waarbij de wen- schelijkheid is uitgesproken van wijziging van den ligger der wegen en voetpaden; overwegende: dat van het voetpad nummer 36, het z.g.n. Spuipadje, zelden of nooit meer gebruik wordt gemaakt; gelet op art. 29 juncto art. 14 van het reg- lement op de wegen en voetpaden; besluiten te ontwerpen de volgende wijziging van den ligger der wegen en voet paden in de gemeente Zaamslag, Provinciaal blad, nummer 103 van 1914; 1. Volgnummer 36 vervalt. Opgemaakt door Burgemeester en Wethou ders der gemeente Zaamslag den 23sten Juni 1924. Joh. de Fejjter, Burgemeester. J. Stolk Lzn., Secretaris. Ter inzage galegd met de kaart van 28 Juni 1924 tot en met 28 Juli 1924. Burgemeester en Wethouders voomoemd, Joh. de Feijter, Burgemeester. J. Stolk Lzn., Secretaris. Voorloopig vastgesteld bij besluit van heden 23 September 1924. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. De heer VAN PETEGEM vraagt, of er in dat vervallen pad 00k nog planken of andere kunstwerken liggen, aan de gemeente be- hoorende. De VOORZITTER antwoordt bevestigend; er liggen een paar nog goede planken, dienen- de voor bruggetjes. Deze zullen worden weg- gehaald en geborgen of elders worden ge bruikt. 9. aststelling kohier hondenbelasting 1924. Burgemeester en Wethouders bieden ter vaststelling aan het eerste suppletoir kohier hondenbelasting, dienst 1924 ten bedrage van f 43,50. Dit wordt met algemeene stemmen aldus vastgesteld. 10. Omvraag. a. De heer KAIJSER deelt mede, dat de Ouder-Commissie te Othene aanvankelijk met veel genoegen het werk tot het verbouwen van de openbare school heeft zien aanvangen en er groote verwachtingen van koesterde, maar dat het haar ten slotte veel tegengevallen is, om dat de afwerking veel te wenschen overlaat. Naar hij meent, moet de aannemer het werk nog drie maanden in onderhoud houden. Hij raadt aan, gedurende dien termijn den aanne mer het niet goed Uitgevoerde werk te laten verbeteren. De leitjes in den gang zitten hee- lemaal scheef en op het privaat zitten die 00k scheef en geheel uit hun fatsoen. Het toezicht heeft daar 00k wel te wenschen over gelaten en het is noodig, dat de aannemer dat nog in ord© rricicikt De VOORZITTER deelt mede, dat de reke ning van den aannemer is binnengekomem, doch dat Burgemeester en Wethouders nog geen machtiging hebben gegeven het bedrag uit te betalen. Ze hebben er 00k al een en ander over gehoord en hebben juist besloten om daar morgan zelf eens een kijkje te gaan nemen. De heer KAIJSER deelt mede, dat het ge- wenscht is, dat Burgemeester en Wethouders dan meteen 00k eens informeeren waar het plakkebord van Othene, dat bij de school stond, gebleven is. De timmerman van Othene had opdracht om het weer te plaatsen, maar het schijnt, tegelijk met oude materialen der school door den aannemer der verbouwing vervoerd te zijn. De VOORZITTER dankt voor de mededee ling en zal er nota van nemen; dat zal ver- moedelijk gedachtenloos gebeurd zijn. De heer KAIJSER veronderstelt 00k niet, dat hierbij moedwil in het spel is. b. De heer VAN PETEGEM klaagt over de toepassing der bouwverordening. Als het er op aankomt vindt hij sommige eischen der bouw verordening 00k wel wat te streng, maar zij is er nu eenmaal en dient te worden toege past. Het gaiat toch niet aan, dat de eene bur ger er zich aan houdt en de ander niet. Dat de eene een balkdragende muur van 1 steen moet metselen, terwijl zjjn buurman het met een halven steen doet, dat de een een privaat- put moet zetten van 2 M3. en een ander met 1(4 M3. volstaat. Dat een en ander voorkomt is 00k weer een gebrek aan onvoldoende toe zicht. Op een kleinigheid zou spreker 00k niet zien, maar het gaat toch niet, dat in sommige gevallen gehandeld wordt aisof er geen bouw verordening bestaat. En z6o gaat het; de menschen, die dat zeggen liegen toch niet allemaal. Kan aan dien toestand geen eind gemaakt worden De VOORZITTER merkt op, dat men in aanmerking moet nemen, dat er schrikkelijk veel naijver onder de menschen is. Hij haalt aan, dat mog onlangs een vraag tot Burge meester en Wethouders kwam om afwijking toe te staan voor het gebruik van vloerliggers, niet overeenkomstig den eisch der bouwver ordening. De afmetingen kwamen niet over- een, ofschocm de M3. inhoud van de liggers grooter was dan die der voorgeschreven lig gers. Burgemeester en Wethouders hebben echter geeru toestemming verleend. Het spreekt wel van zelf, dat Burgemeester en Wethouders niet in alle woningen gaan kjjken, of die vol gens den eisch der bouwverordening worden gebouwd en als ze daaromtrent geen rapport van den gemeente-architect krijgen, komen ze er niet van op de hoogte. Indien ze afwjjkin- gen te weten komen, keur^n ze die niet goed. De heer VAN PETEGEM wil daarvan de schuld niet geven aan Burgemeester en Wet houders, maar meent, dat de eene burger toch geheel gelijk aan de ander behandeld moet worden. He VOORZITTER merkt op, dat op die manier nog wel een tweede architect zou moeten worden aangesteld om de handelingen van den eersten na te gaan want Burgemees ter en Wethouders kunnen het zelf niet con- troleeren. Ze zouden er 00k den gemeente-veldwachter naar toe kunnen zenden, om proces-verbaal op te maken. De heer VAN PETEGEM zal geen namen noemen, maar is overtuigd, dat verschillende medeleden, ter vergadering aanwezig, even- goed van die feiten afweten als hij zelf. Hjj wijst vervolgens op het opbreken van straten, dat voor verschillende doeleinden ge schiedt. Als dat gebeurd is, ziet men meestal een dag of 14 later den gemeentewerkman het in orde brengen, omdat ter plaatse van de uit- gegraven sleuf een verzakking is gekomen. Dit zou niet het geval zijn als bij het vullen dier sleuven de grond voldoende werd aange- stampt. Als ten behoeve van telegraaf of telefoon, verlichtingskabels of wat dies meer zij de straten worden opgebroken, acht hij het niet juist, dat het werk niet terug in voldoen de staat wordt gemaakt en de gemeente het later moet herstellen. Dezer dagen heeft men zoo iets in den Veer- weg kunnen waarnemen. Aan het postkantoor is de stoep opgebroken maar 00k niet goed gelegd. Waarom doen ze dat niet dadeljjk? De VOORZITTER voert hiertegen aan, dat bestrating boven uitgegraven sleuven niet ter- stond afdoende is te herstellen; al zou men den grond nog zoo aanstampen, dan krijgt men er later toch een verzakking. Dan wordt de gemeentewerkman er op afgezonden en die hersteld het, zoodat het aan de gemeente geen cent kost. De heer VAN PETEGEM zegt ndet, dat het der gemeente geld kost, maar meent, dat het niet zou moeten voorkomen. De verzakking zou toch na 4 of 5 dagen nog niet mogen voor komen. Dat komt, omdat de grond er maar nonchalant wordt ingegooid. En al is het nu dat de gemeentewerkman dat maakt en het direct dus geen geld kost, die werkman heeft zijn handen al vol en kan dan toch sinds niets anders doen. Hij vraagt nog, waar de steenen zijn ge bleven die uit de uitgebrokan stoep in den Veerweg gekomen zjjn. Hij meende, dat die steenen goed waren te gebruiken voor het leg gen van een pad naast de keibestrating bij Wisse en Hoste; het was gewemscht dat te leggen tot aan den dokter toe. De VOORZITTER zegt, dat de goede uit- komende steenen voor zoo'n doel zjjn gebruikt. De heer VAN PETEGEM heeft het maar van een klein gedeelte gezien. De VOORZITTER meent, dat er 00k niet zooveel af gekomen zijn; het was een versleter. stoep. De onbruikbare zijn vervoerd naar de slachtplaats om naar behoefte als puin te wor den aangewend. De lp»r VAN PETEGEM dacht, dat ze wa ren verkocht of weggegeven. Hij meent, dat er nog heel wat meer bruikbaar zouden geweest zijn om straten op te knappen. In de Rozema- rijnstraat zijn twintig tot dertig jaar geleden zulke steenen gelegd en die zijn nog goed. De VOORZITTER deelt mede dat volgens de besteksbepalingen de uitgebroken steen op aan te wijzen plaats moest worden ver- werkt en het restant naar de begraafplaats vervoerd. Dit is geschied. Verder weet hjj er op dit oogenblik niets van. c. De heer C. H. H. WISSE wil 00k naar aanleiding van verschillende in deze vergade ring gemaakte opmerking als zijn oordeel te kennen geven, dat er voor het Dagelijksch Bestuur werkelijk alle aanleiding is, om den gemeentearchitect aan te snoren een wat meer nauwlettend toezicht op een en ander te hou den. De gemeente heeft eenmaal een deskun dige in haar dienst en er is veel op het gebied van bouwen, dat inderdaad niet is zooals het behoort. Indien dien ambtenaar er op gewezen wordt, dat hij zijn instructie moet uitvoeren zooals het behoort en dat dan 00k geschied, zou voorkomen worden, dat zulke opmerkin- gen als van middag worden gemaakt. d. De heer DEES wijst op den toestand der boomen aan de Oostzijde van het dorp. Bij den laatsten hevigen storm, heeft men er al enkele moeten ondersteunen. Hij zou het jammer vinden, indien er ujtvielen en raad aan de 30 kroon te laten snoeien. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester eit Wethouders het voomemen hebben die boomen te laten snoeien, omdat de kroon te zwaar wordt voor den stam. De heer DEES meent, dat dit dan wel spoe dig zou dienen te gebeuren, ter voorkon van omwaaien of breken. Bij sommige ba de grond al op. De heer A. DE FEIJTER merkt op, dat he nu nog geen tijd is voor snoeien; als de boo men nog zoo vol in de bladereni staan, kan men niet zien wat er weg moet. De heer VAN HOEVE: Het is nu geen tjjd om boomen te snoeien. De heer DEES: Maar 00k niet voor die boo men om nu reeds om te vallen. De heer VAN PETEGEM is van oordeel, dat de boomen de vorige maal niet voldoende gesnoeid zijn, ze vatten te veel wind. Hij meent, dat het 00k in het belang der boomen zou zijn, indien er 'een beetje veel werd uitge- haald. De VOORZITTER merkt op, dat daarover de meeningen uiteenloopen. Als een boom veel gesnoeid wordt, groeit die schraal op. Hier is de bedoeling natuurschoon te krijgen, daarom hebben Burgemeester en Wethouders ze min der laten snoeien. Er zal in elk geval op wor den gelet. e. De heer C. H. H. WISSE bespreekt den onvoldoende toestand eener goot in de Roze- marjjnstraat, bij den ingang van het straatje van Knijff. Daar leggen er groote putten in en dat veroorzaakt een smerige, onooglijke toestand, omdat die altijd vol water staan. De bewoners die met de achterzijde aan die straat uitkomen, werpen daar geregeld hun vuil water uit. En dat water bljjft staan voor de woning van den heer Dekker. Hij zou gaarne zien, dat daamaar eens gekeken werd of er een edndje riool te leggen. Hij meent, dat daartoe goede gelegenheid bestaat. Als dan de bestrating wat bijgewerkt werd zou het een groot gemak zijn 00k voor de rjj- en voertui- gen, die er nu bij het passeeren een sterken schok moeten doorstaan en men was 00k van den vuilen rommel af. De VOORZITTER zegt toe, dat dit eens zal worden opgenomen. f. De heer VAN PETEGEM wijst er op, dat er in de stoep voorbij zijn huis en aan le Wed. Verpoorte 00k steeds water bljjft staan. Hij meent, dat die stoep op den hoek niet goed ligt en daaruit het euvel ontstaat. De VOORZITTER zegt toe, dat hiemaar zal gekeken worden. Daar niemand nog het woord verlangt, sluit hij door het uitspreken van het dankgebed de vergadering. Zonnetgd. H 1/ it

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 7