slotLe Xeer populair geworden. Bij hun heengaan stonden veft Koblentizers de j tran^n in de oogen. Een Amerikaan lijkt voorloopig d<-' aangewezcn man voor de I uito«fening van een suzcreine console ov^r Djitschland's financien welke de r«chterzijde, s crabs wel'licht tot medewer- "king aan de regeering groepen, zoo hate- lijk is. In eik gevai hebb«n zijn besUssingen minder kans om door de twee partijen die te Londen ten slptfce zijn samenge- bracht, aangevochten te warden. De aankondigingen van een begin van de militaire ontruimming van het nieuwe bezette gebied (de zone van Dortmund en Hoerde) en van de aanstaande afschaf- fing van de tolgrens en van de verkeersbe- lemmeringen tusschen tweeerlei Duitscn gebied dragen er het hunne toe bij; om het gevoel van ontspanmng te versterken. Hei Engelsche vakvereenigingscongres t« Hull biedtiaan de malcontenten in de arbeiderspartij^elegenheid MacDonalds re geering onder vuur te nemen. De woord- vo«rder der ketelmakers, uit hoofde van zijn beroep gewend torsche slagen toe te brengen, wraakte schrijft de N. R. Q-t. in een hartistochtelijke rede de aanspraken van de arbeidersregeering om politieke maatregelen voor te bereiden en in te dienen, zond(r goedkeuring van de vakbeweging. Zoo had de regeering eeni- ge maanden geleden gedreigd met een wetsontwerp, dat haar buitengewone be- voegdhejd zou verleenen om de verkeers- staking te Londen baas te worden, terwijl men in sprekers oogen te doen had! met een volkomen gerechtvaardigd arbeidsge- schil. Voorts v«rwierp hij haar aanneming van het rapport van Dawes en wil'de hij de leer niet onderschrijvendat een regeering, die in de minderheid is, niet ,,z?kere dingen" zou kunnen doen. Na hem viel een ander woordvoerder, ve'r- tegenwoordiger van de burgerlijke be- ambten, het buitenlandsche beleid van de regeering in zake het verslag 'der des- kundigen voor het herstielVraagstuk aan. Heftige protesten tegen de regeling van Dawes kwamen ook van de zijde van de spoorwegmannen en de mijnwerkers. Engelsche en Fransche mijnwerkers zou- den beiden met leede oogen de Duilische kolienlevermgen als praestattes voor het herstel aanzien. Deze stemming in de Engelsche arbei- derswereld tegen de overeenkomst van Londen voor welker totstandbrenging MacDonald en zijne oollega's zoo ijverig in de weer zijn geweest is merkyvaar- dig g^noeg om er een oogenblik bij stil te staan. Te meer, omdat zij samenvait met een gelijkgezinde strooming in de kringen der Britsche indus(riee(enwier vrees voor een groot Duitsch hanch'lsoffen- sief dagelijks wordt aangewakkerd door artikelen in kranfcen als de Daily Mail over koortsachtige toebereidselen in Duit- sche fabriekscentra en berichlen uit de Engelsche mijnstreken over toenemende slapte jn het bedrijf en werkloosheid. Toen de beslissende slagen in de groo- ten oorlog geleverd begonnen te wor den, heerschte een dergelijke vrees voor het .uitbreken van den vrede" in de ge- l®deren der o.w.-ers, in dien tijd onge- twijfeld voortgekomen uit grove.r roerselen in onaandoenlijker gemoederen, maarge noodzakelijkheid van verdubbcling van eigen inspanning. Hef is zeer wel tie voorzien, dat het Duitsche handelsreveil tijdelijke malaise in verschillende takken van het Engelsche be- drijfsleven veroorzak<m zal. Maar om zulke tijdelijke e.n playtselijke verschijnselen mag men niet uit het oog Veriiezen, dat thans de eerste groote; door onpartijdige des- kundigen aanbevolen proet ondertiomen zal worden, om tot een duurzame en a(ge- meene verbetering te komen. TER NEUZEN; 3 SEPT. 1924. ,',Met Sassche kermis".... is in het leven van kinderen, volwassenen en ouden van dagen een evenement, een etappe, die ieder onzer heeft at te leggen of trac'nt te bereiken. Het woord kermis" alleen bij jongeren in de personificatie van dans-', bier- en nog andere soorten van genoegens. En, laat ik het eerlijk bekennen, zelfs nog in het leven van menig volwassene; die al meer etappes heeft afgelegd dan hem nog voor den boeg liggen, wekt het woord nog dilcwijls illusies. Maar gewoonlijk beteckent ,,met Sas sche kermis" voor de een of DE JAARDAG VAN H.M. K0N1NG1N DE werd alhier j.l. Maandag herdacht door het uitsteken der vlaggen van openbare en ver schillende particuliere gebouwen, terwijl des avonds ten aanhoore van een zeer groot publiek op de Markt concert werd gegeven door het muziekgezelschap //De Vereenigde Werklieden", directeur de heer A. Schirris. De pauze tusschen de eerste en tweede afdeeling werd aangevuld door een zang- uitvoering door de Chr. gemengde zang- vereeniging /Excelsior", directeur de heer P. Kaan, voor welke eerste uitvoering van dit koor in het openbaar, bijzondere belang- stelling was. Het concert werd begunstigd door goed weer. Blijkens de berichten werd de jaardag op vele plaatsen met meerdere of mindere luister en feestelijkheden herdacht. Bijzon dere feestelijkheden hadden o m. plaats te Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Ook uit Brussel, Gent en Berlijn wordt melding gemaakt van de feestelijke her- denking van dezen jaardag. Het Holland Huis te Brnssel werd in verband daarmede Zondag bezocht door duizendenNederlanders en Belgen, de meesten getooid met Oranje- bloemen, die in het Holland-Huis werden uitgereikt. AVONDTEEKENSCHOOL TE TER NEUZEN. Wij vestigen de aandacbt van belang- hebbenden op de advertentie in dit nummer betreffende inscbrijving van leerlingen voor den aanstaanden teekencursus aan de am- bachtsscbool alhier. In het bijzonder wordt de aandacbt gevestigd op de cursussen voor volwassenen. Door verandering der Nijver- heidswet mogen leerlingen die de dagschool dier inrichting bezoeken niet meer voor den avondcursus worden aangenomen. Daar- door is de kring van hen die er voor in aanmerking komen beperkter geworden. De ervaring leert, dat er onder de ouderen, die reeds in de praktijk werkzaam zijn nog velen zijn, voor wie het volgen van derge- lijken cursus rijke vruchten kan afwerpen. Elders bestaan verschillende eorsussen voor volwassenen en dergelijke cursussen voor de schilders hadden ook hier groot succes Nu de toevloed der jongeren niet meer zoo groot kan zijn is er goede gelegenheid voor het vormen van klassen voor volwassenen. Er wordt ook op gewezen dat ond-leerlingen andere gewichtige gebeurtems, zonder aan- hang van alRrlei genoegens. M«t Sassche kermis zal nnmig werkman gebruik maken van de paar dagen vrijaf om zijn ,;erpels te steken", zijn ,,oegst te dorschen bij den een of anderen boer die hem zoo lang onderdak verleend heeft, ot zijn ,,verkeskot" weer eens in orde te brengen, dat in den loop van het jaar door regen en wind* of door een lastigen wroetjas deerlijk geha.vend geworden is. Met Sassche kermis maakt menigien van de gelegenheid gebruik om familie en bloedverwanten in den vreemde eens (e bezoeken. ,;Het komt er anders niet van" lluidt de igeijktfe term, wanneer het bij deze omstandigheid met gebeurt. ,,Met Sassche kermis" is nog voor een oneindig groot aaatel opvatyngen vatbaar. Wekken zij, bij het we-rpen van een blik vooruit, een hoop, die men verwezen- lijkt wenscht; van den anderen kant wordt het woord als een herinnering aan den een of andere gebeurtenis opgevat. ;,Met Sassche kermis is het precies zoo of zooveel jaren geleden, dat......" De herinnering aan de feiten wekt bij menigeen blijde of droeve gewaarwordin- gen, al naar de omstandigheden. Laten we 'hopen, dat zij dit jaar voor ons alien de aangename gewaarwording van beter en gunstige.r weer moge te- weegbrengen. lijk de beduchtheid van thans wortelende in zjc^ 0pnieUw moeten laten inschrijven. het ingeschapen instinct tot zelfbehoud. In den breede beschouwd gaat zij samen met kortzichtigheid en onwil om tijdelijke er- schijnselen als zoodanig te zien. De Brit sche steenkoolnijverheid heeft in jaren geen voorspoediger tijd gekend dan vlak voor en na de bezetting van het Roer- gebied toe.n de Duitischers alle steenko- jen opkochten, die zij maar konden. De vleug van voorspoed is betaald met de ontwrichting in de handelsbetrfkkingen tusschen West- en Midden-Europa daar- na. Vedokt de opgedane ervaring tot het terugwenschen van dc>n staat van onrust,, verbittoring en strijd? De vergaukeSijke opleving gold slechts een gebied van de EngelsHie productie. Jaren lang heeft de Britsche industrie ge- klaagddat zij geen handel kon drijven met 't-en verarmd Europa en in een ont- redderde wereld. Men heeft juist in En- geland rusteloos geroepen om een rege- ling die den economischen en politieken vrede herstellen moest- Nu zij er is, lijkt het ni«t alleen kleinmoedig; maar ook in consequent den vrede te schuwen. Be eerste voorwaarde voor een ook maar gedeeltelijk slagen van de regehng van Dawes is een Duitschland, mgespan- nend werkend voor een herleefden mt- voer, zonder welken het niets vergoeden kan. Zulk e^n herleving is center met inhaerent aan juist Dawes' regehng, maar aan e]kc andere denkbare regeling, die op de een of andere manier den vrede zou stichten. Het is voor niemand een peheim hoe de Duitsche mjverheid, eerst fn den oorlog en later in den tijd der in- flatie; zich uitfeebreid en haar outillage verbeterd heeft. Engeland heeft daar al- tijd een verscherping van den concurren- tjC-strijd van voor den oorlog van kun nen verwachten; zoodra Duitschland met voile capaciteit kon werken. Het eenig verweer daartegen kan slechtls verdub- belde inspanning en verbetering van pro- ductie-methoden aan Engelschen kant zijn. Een groot deel van de openbare mee- nin» in Engeland heeft er Frankrijk lang een° Verwijt van gemaakt dat het) her- stelbetalingen wilde aftappen aan een Duitschland dat kunstmatig zwak gehou- den werd. Een soortgelijke denkfout zou men van Engelsche zijde maken, indieii men herstel vain den vrede wenschte. maar tegelljk de voile ontwikkding van de Duitsche industkieele capaciteit zou willen breidelen; die nalevir.g van de ov^eenkomst van Londen mogelijk nioet maken. Terwijl het ook de vraag zou bhj- ven, of b.v. de Duitsche kolenleveringen waaraan de Engelsche mijnwerkers aan- stoot nementoch niet voor afzet elders ge oroduceerd zouden worden en dan op an dere markten met de Engelsche zouden ooncurreeren. Het meewarig argument dat de overeenkomst van Londen de Duitsche arbeiders tot slaven zou maken; klinkt niet oprecht. De Duitsche arbeider zal onge- twijfeld 7elf voor zijn belangen weten te waken. Eer lijkt zulk een argument zijn oorsprong te hebben in vrees voor de RIJKS HOOGERE BURGERSCHOOL. Bij het gehouden herexamen zijn tot de eerste klasse der R. H. B. S. alhier toege- laten W. E. Cambier van Nooten en H. G. de Feijter, beiden te Ter Neuzen. Afge- wezen 1 candidaat. Bevorderd tot de 5e klasse zijn P. E. van Cadsand te Sluiskil en P. Dieleman te Axel. DROEtfTG ONGELUK. Zondagavond is op de Westerschelde bij Lillo, het 15-jarig dochtertje van schipper Mart, van Driel, van Ter Neuzen, beva- rende het schip A Gezusters", overboord geslagen en verdronken. POSTERIJEN EN TELEGRAFIE. De kantoorbediende J. M. Poissonnier is met ingang van 1 September verplaatst van Sas van Gent naar Ter Neuzen. DIRECTE BELASTINGEN. Met ingang van 1 October is benoemd tot rjjkeklerk bij de directe belastingen te Hillegom, de heer J. Orlebeke te lJselmonde, vroeger te Axel. EXAMEN HOOFDAKTE. Te Rotterdam slaagde voor het examen hoofdacte de heer T. Koster te Biervliet. DRIEWEGEN. Onder begunstiging van goed weder is de jaardag der Koningin hier met op- gewektheid gevierd De schoolkinderen warden onthaald, een optocht geformeerd en luchtballons opgelatien. Aan H. M. werd h«t volgende telegram gezonden: VereenigingenOnd»rwijzers, school- t kinderen buurt Ddewegen, Ter Neu zen, dankbaar voor Uwer Majesteits be- zo«k op 8 Augustus, feestelijk saam yereenigd, bidden 'Uwe Majesteit en Doorluchtig Huis Gods Zegen toe. JANSEN, Hoofd d'er School. Hierop werd het volgend telegram terug ontvangen: Jansen, Hoofd eener School, Neuzen, H.M. de Koningin,Idiraagt mij op U alien, in aangename herinnenng aan haar ont- vangst in buurt Driewcgen, Haar op- rechten dank voor gelukwenschen over t« brengen. VAN GEEN, seer, der Koningin. Een welgetslaagd vuurwerk besloot den blijden dag. SAS VAN GENT. Met Sassche Kermis. Gelieve nu niet te meenen, waarde le- zer, dat ik reeds bij voorbaat een loflied wensch te zingen op die fameuze gebeur tenis. Fameus? Ja zeker, beroemd, bij zonder of eigenlijk iets eigenaardigs voor- spiegelenddat zich moeilijk onder woor- den=laat brengen. ONTHULLING VAN HET MONUMENT VAN DALE TE SLUIS. Heden had te Sluis de aangekondigde onthulling plaats vain, het monument voor wijlen den onderwijzer en schrijver en ar chivaris Johan Hendriik van Dale. Door het comite, dat op iniatief van de Zeeuwsch-Vlaamsche studentenvereeniging is gevormd voor deze huldiging, waren tal van personen uitgeinoodigd en bij de ont- vangst te een uur in het Stadhuis, in de be- kende fraaie raadzaal, werden o.a. opge- merkt, de .vertegenwoordiger van H. M. de Koningin, de kamerheer in buiitengewonen dienst, Jhr. W. Z. van Teijlingen, den Commissari9 der Koniingin in Zeeland, Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford; het lid van Ged. Staten, Mr. R. M. Dusseldorp; den heer P. Visser, hoofdeommies van de afd. Kunsten en Wetenschappen als vertegen woordiger van den 'Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; de heer J. Be'r- nolet, lid van de Bestendige deputatie van den provincialen raad van West-Vlaande- ren, de heeren Vierin, schepen en D'hoore, raadslid van Brugge, de hterna te vermel- den sprekers en vertegenwoordigers uit on derwijs- en landbouwkrinigen. De heer H. M. Kerpestein, hoofd der openbare school en voorzitter van het plaatselijk comity heette alien welkom in het aloude schepenhuis met zijn schatkamer van oude oorkonden en geschriften, op den historischen bodem, waar de geschied- en taalvorscher Van Dale leefde en werkte. Spreker wees er op, dat men recht wil doen aan een onzer grooten, we gedenken willen den man,, die woekerde met de vele talemten hem geschonken. Het is een ure van weemoed en vreugde tevens, van wee- moed, als we denken aan zijn kortstondig, broos bestaan. Het woord van den psalm dichter over ons broos bestaan, moge neer- geschreven zijn voor ieder, in de geringste mate geldt het toch het genie, den kunste- naar bij Gods genade, hij leeft, al is hij ook gestorven. Daarom rijst vreugde naast weeddm in onze harten. Johan Hendrik van Dale leeft, leeft in zijn werken, zijn geest omzweeft ons in deze ure. Daarom mag hij worden herdacht met jubeltonen hem den levensblijde. Een juichtoon, een danklied past ons aldus spreker als we hiier vergaderd zien mannen en vrouwen uit alle rangen en standen, van alle richtingen, maar alien een in het verlangen, den, bescheiden geleerde, die nooit zich zelven zocht, te huldigen naar verdienste. Vervolgens heette de heer Kerpenstein, welkom den vertegenwoordiger van H. M. de Koningin en wees er op hoe telkens blijkt, hoe onze Hooge Landsvrouwe deelt in het wel en wee van Haar gansche vnlk, zich verblijdt met de blijden en treurt met de treurenden. Moge Hare regeering ge- zegend zijn aldus spreker tot in leng- te van dagen. Brenge de geachte vertegen woordiger aan H. M. onzen diep gevoelden dank over voor den luister, bijgezet aan dit herdenkingsfeest. Vervolgens uitte spreker zijn vreugde over het aanwezig zijn van een vertegen woordiger van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen om vervolgens met vreugde te begroeten den Commissaris der Koningin, die steeds hechter weet te maken de banden, welke bestaan tusschen hem en het Zeeuwsche volk. Van harte reikte spreker de broederhand aan den heer Bemoulet, lid van de besten dige afvaardiging van de provincie West- Vlaanderen en gaf de verzekering, dat znn vriendelijke attentie lang in aangename herinnering zal blijven. Tot de nakomelin- gen en verwanten van den heer Van (Dale, zegt spreker, dat zij deelen in de syrrrpathie, die men voelt voor hun- edelen voorvader. Bijzonder brengt spreker hulde aan de wakkere Zeeuwsch-Vlaamsche studenten vereeniging en haar eniinenten eere-voor- zitter, den heer Mr. P. Dieleman, den sym- phatieken Zeeuwsch-Vlaming met ziin groote gaven van hoofd en hart, omdat zij het irtitiatief tot deze grootsche betooging hebben genomen. De Vlamingen, die voor de rechten van hun taal strijden, heette spreker welkom in den persoon van professor Vercoullie. Ook verzekehde spreker de tegenwoor- digheid van den taalkunstenaar professor De Vooijs, Mr. Van Meerkamp van Embden, en de overige aanwezigen op hoogen prijs te stellen,, om ten slotte de wensch uit te spreken, dat de uren, doorgebracht in Sluis te midden van het guile Zeeuwsch Vlaam- sche volk met zijn edele karakter eigen- schappen, die culmineerden in den heer Van Dale, nog lang bij alien in aangename herinnering moge blijven. Hierna werd' het woord gevoerd door den afgevaardigde der oud-leerlingen, wij ko men daarop nad'er terug. Na de ontvangst ten stadhuize werd met de muziek voorop naar de plaats op de wallen gemarcheerd, waar de onthulling van het daargeplaatste monument zou plaats hebben. De eerste spreker op de plaats der eigen- lijke plechtigheid was Prof. Dr. C. P. N. de Vooijs uit Utrecht, die zeide gaarne te willen spreken over de beteekenis van Jo han Hendrik van Dale voor de Nederland- sche taalkunde, te meer n,u hij op zich heeft genomen de „Maatschappij van Nederland- sche Letterkunde" te werteigenwoordigen. Twee mannen,, die Van Dale door veel- jarige omgang intiem gekend hebben, de predikant Janssen en de onderwijzer Man- have schetsten ons het beeld van hun ver- eerden vriend, begaafd met een uitnemend verstand, gepaard aan een krachtigen wil, maar lichamelijk zwak. In zijn studie vond hij zijn troost. Geen zucht naar roem of stoffelijk voordeel dreef hem, maar echt wetenschappelijke belangstelling. Onver- moeid opklimmend, langs een reeks van examens, met de hoogste lof afgelegd, be- reikte hij in 1854 zijn einddoel, toen hij in zijn vaderstad hoofdonderwijzer en het vol gend jaar archivaris werd. Zijn archiefstudie, zijn historische ge schriften kunnen meer bevoegden beter waardeeren, aldus spreker. Maar de ar- chief studie opende voor hem de baan tot verdiepte taalkennis. Juist in deze periode wekte Matthijs de Vries te Leiden geest- drift voor de Nederlandsche taalstudie, in het bijzonder voor het Middelnederlands. Talentrijke volgelingen als Verwijs en Co- sijn verleenden hun steun. Aan dezen op- bloei namen ook een drietal mannen uit on- derwijskringen deel, 'die zich door eigen kracht een weg hadden gebaand: A. de Ja- ger, L. A. te Winkel en J. H. van Dale. De beide eersten kwamen het meest op den voorgrond; hun, verdiensten werden met een eere-doctoraat beloond, Van Dale, niet de mindere in aanleg, bleef het lager onder wijs iin zijn geliefde geboortestad getrouw. In 1867 en in 1870, na te Winkel's dood, uitgenoodigd om deel te nemen, aan de re- dactie van het „Nederlandsch woorden- boek", bedankte hij na lange aarzeling. Van Dale's hoofdwerk is alom gewaar- deerd, maar minder bekend is, dat hij een verd'ienstelijk kenner was van het Middel nederlands. In zijn opstellen over de oude stadsrekeningen van Sluis en het Reglement voor de Scheepvaart van, 1252 heeft hij, juist door zijn grondige kennis van het 'Mid- deleeuwsche leven, de moeielijke woorden voortreffelijk verklaard. Door het verband te leggen tusschen taal en maatschappelijk leven vulde hij aan, wat anderen uit letter- kundige bronnen opdiepten. Kritisch talent toonde hij, toen hij bij tekstuitgaven van Verwijs, Fruin en Scho- ten in de Taalgids verbeteringen en aan- vullende verklarin.gen gaf. Betreffende het Nieuw Woordenboek der Nederlandsche Taal, zegt spreker, dat dit aanvankelijk be- doeld was als de herziening van een gelijk- namig woordenboek van de heeren Calisch, maar bij de grondlige omwerking uitgroeide tot werk met een eigen stempel. Geen moeite heeft hij ontzien in zijn werk zoo goed mogelijk te maken. De hulp van Matthijs de Vries, die hij met trots zijn vriend noemde, kwam hem daarbij goed te pas. Zelf achtte hij het werk, dat hem dag en nacht bezig hield, ondankbaar en ver- drietig. Inderdaad was het een werk van zelfopoffering, dat zijn krachten sloopte. De voltooiing heeft hij niet mogen beleven, de tweede helft is door zijn medewerker en vriend Manhave ter perse gelegd. Te vroeg, op 44jarigen leeftijd, kwam voor hem het noodlottige einde. Met de rijke ervaring, door zijn woordenboekstudie opgedaan, met zijn grondige kennis en onvermoeibare vlijt had hij bij langer leven nog veel meer diensten kunnen bewijzen aan onze taal studie. Overdreven lof past niet bij de her- deniking van een zoo ongeveinsd nederig man als Van Dale. Een taalgeleerde van de eerste rang is hij niet geweest, wel een scherpzinnig en verdienstelijk werker, een voorbeeld van vlijt en toewijding aan de wetenschap, een man wienis werk nog vijf- tig jaren na zijn dood, met eere genoemdi wordt. Hij heeft het aan zijn geboortestad en aan zijn vaderland verdiend, dat zijn na- gedachteniis heden gehuldigd wordt, aldus eindigt spreker. De tweede spreker was de heer Prof. Dr. J. Veroouilie, hoogleeraar aan de Universi teit te Gent, op wiensnvoorden wij nader terug komen. De volgende spreker was weder een Zeeuw, namelijk de heer Mr. A. 'Meerkamp van Embden, rijksarchivaris in Zeeland1, die zei.de, dat er alle aanleiding bestond op dezen herdenkingsdag ook eenige woorden te wijden aan Van Dale als archivaris van Sluis. Onmiddellijk nadat Van Dale zich in het begin van het jaar 1851 te Sluis geves tigd had, werd hij een getrouw bezoeker van het gemeentearchief, zooals blijkt uit de oudste jaargangen van het tijdschrift „de Navorscher", waarin Van Dale tal van bijdragen plaatste. Maar om de archief stukken met vrucht te kunnen raadplegen, was het noodig daarin orde te scheppen Hij vatte dit werk aan en van lieverlede ontstond ook een beschrijving, die in 1855 voltooid was en nog steeds bij onderzoe- kingen iin het archief vajj Sluis de beste hulp biedt. Als erkenning van zij,ne diensten ontving Van Dale in datzelfde jaar eene aanstel- ling tot archivaris en inderdaad had hij, die als leek aan het werk was gegaan, zich ont- wikkeld tot een uitnemend vakkundige. En bovendien was hij, in een tijd, toen het el- kander maschrijven nog was aan de orde van den d'ag, gaan inziien, dat een richt'ige geschiedschrijving niet mogelijk is zonder kennis van de authentieke bescheiden, die in .de archieven bewaard worden. Hierin ligt 'de beteekenis van den archivaris Van Dale; hij maakte de bronnen voor anderen toe- gankelijk en wist die zelf voortreffelijk te gebruiken. Zooveel wetenswaardigs dolf hij op uit de archieven van de beroemde stad Sluis en van een andere hoogst merkwaard'ige ad- ministratie, het Vrije van Sluis, dat hij het stichten van twee tijdschriften wenschelijk achtte om zijn vondsten wereldkundig te maken, het jaarboekje Cadsandnia, waar- van te beginnen met 1854 zes jaargangen verschenen, om de „Bij,dragen tot de oud- heidkunde en geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen", die in 1856 voor het eerst uitkwamen en eveneens zes jaargangen beleefden. Vooral het laatstge- noemde tijdschrift, dat Van Dale te samen met zijn vriend H. Q. Janssen redigeerde, is van een dusdanig belang, dat niemand, die ook maar eenigszins met de hulpmiddelen bekend is, "een, onderzoek van historischen aard, Zeeuwsch-Vlaanderen betreffend, zal beginnen zander zich er van te hebben ver- gewist of de „Bijdragen," wellicht reeds iets over het punt in quaestie bevatten. Onmiddellijk practisch nut van Van Dale's werkzaamheid voor de stad zijner inwoning bleek voornamelijk, nadat het gemeente- bestuur hem een onderzoek had opgedra- gen naar den ouden rechtstoestand der wal len van Sluis, die door het Rijk als domein werden beschouwd. Het resultaat van dat onderzoek is neergelegd in1 een respectabel werk, genaamd: „Een blik op de vorming der stad Sluis, en op den aanvang hare vestingwerken van, 1382 tot 1587", later aangevuld door een: „Naamlijst van de poorten, torens, steegers enz. der stad Sluis in het midden der 15e eeuw". Het werk, rijk vain, inhoud, verscheen, in 1871, maar Van Dale mocht'de uitwerking van zijn streven om de rechten der stad op de wal len aan te toonen, niet meer beleven. Eerst na zijn overlijden werd de gemeente, ,,met het oog op de geschiedenis der vesting- gronden", zooals in de considerans der wet te lezen, staat, door het Rijk in de gelegen heid gesteld om de wallen tegen een matige vergoeding over te nemen. Het bilijvemd voordeel hiervan was voor Sluis zeer belangrijk en als mocht betwij- feld worden of de archieven ook de direct op geld waardeerbare belangen der publie- ke lichamen kunnen dienen, wat nog wel eens schijnt voor te komen, dan, moge o.,a. worden verwezen naar het voorgevallene met de Sluische wallen. Zoo heeft de archivaris Van Dale, door zij.ne werkzaamheid op het gebied der zui- vere en toegepaste geschiedkunde den roem van Sluis niet weinig verhoogd en het lijkt billijk en dus wenschelijk, dat die roem terugvalt op dezen onvermoeiden en be- gaafden werker. Het was weer een Belg die thans het woord ,nam en wel de heer Dr. De Sagher, archivaris van Brugge, wonende te Knocke. Op hetgeen deze spreker zeide, komen wij ook nader terug. De volgende spreker was de heer Kerpen stein, de voorzitter van het plaatselijk co mite, die wees op den rouw die op 19 Mei 1872 te Sluis heerschte, toen Van Dale door den oniverbiddelijken dood was opge- eischt, gevallen als slachtoffer van de af- schuwelijkste der ziekten, de kinderpokken. Een schok voer door intellectueel Neder- land en Vlaamsch Belgie nu men de wel- doorwrochte artikelen zou moeten missen van den man, van wien men nog zoo veel verwachtte en die telkens nieuwe paden- wees op het gebied der taalwetanschap, die een, baanbreker was voor hen, die de oude bronnen der geschiedenis zouden nasporen. Spreker schetste vervolgens hoe Van Dale in vreugde en droefheld met zijn gemeente- naren medeleefde, hoe hij in waarheid ,de opvoeder was niet alleen van de jeugd, maar van al ziin stadgenooten. Dat Van Dale een practisch man was, toont spreker aan door te wijzen op zijn werken gedurende 3 maanden dag en nacht om aan te toonen, dat de wallen van Sl;uiiisi geen eigendom zijn van de domeinen, maar van de gemeente Sluis. Spreker ontkent, dat Van Dale zijn school verwaarloosde voor zijn wetenschappelijk werk, inzoinderheidi voor zijn woordenboek, zooals de geruchten het willen doen voor- komen, imtegendeel hij trof in 1854 een ver waarloosde school en in Februari 1855 ge- tuigde de schoolopziener reeds „Veel ver betering gevonden. in de orde, de zindelijk- heid en bezigheid. Ook was ik tevreden over de vorderingen der scholieren." Vooral ook bij het Schoolexamen in 1857, kwamen het kennen en kunnen der leerlingen ;uit en vestigde Van Dale voor goed zijn naam als uitstekend onderwijzer. Verschillende goede onderwijzers zijn aan Van Dale's school gevormd, nieuw leven wist hij het dorre onderwijs dier dagen in te blazea Talnijk zijn de schooluitgaven van zijn hand, die nieuwe gezichtsp.unten openden en vele jaren op geen enkele boe- kenlijst der lagere en middelbare scholen ontbraken en nog niet overal verdmngen zijn. Als men met een, oud-leerling van hem spreekt, hoort men een lofspraak zoo vlei- enid, zoo welgemeend, als maar zelden een onderwijzer ten deel valt. Vele zijner oud- leerlingen zijn een sieraad geworden der maatschappij. Spreker noemt slechts een dier velen;, den bekenden heer Bekaar, oud- inspecte,ur generaal van den Rijkswater- staat, die nog altijd met geestdrift spreekt van de lessen, die hij van den heer Van Dale ontving. En dat alles was het werk van een auto- didact, die bezitter was van alle lagere ak- ten, die het gewaardeerde lid werd van een twaalftal binnen- en buitenlandsche geleer de genootschappen, den vriend en vraag- baak onzer hoogleeraren, wien de schitte- rendste en meest lucratieve betrekkingen werden aangeboden eni die toch de nederige dorpsschoolmeester bleef, met weinig tevre den. Een zwakke poging deed de burgerij om dien man te eeren, door een gedenkzuil op te richten op zijn, graf, maar grootscher h.ulde zou hem gebracht worden in 19281 op zijn lOOsten geboortedag. Dat was het heilig voornemen der Sluizenaars. Edoch het heeft niet zoo mogen zijn. De wakkere Zeeuwsch-Vlaamsche studentenvereeniging was hp" voor. Het was die vereeniging, die onder leid'ing van den eminenten, verdien- stelijken Zeeuwsch-Vlaming Mr. P. Diele man, zorgde voor een betere hulde, want

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 2