LANDBOUWBERICHTEN.
6EMEN8DE BERICHTEN.
HOENDERPEST.
Naar dr. Baudet in het i ijdschrift voor
Diergen«Lskunde mededeelt, heerscht in
de omgeving van Woud^nburg en Scher-
penzeel een kippenziekte, waarvan de voor-
naamste verschijnseien bestonden in groove
somnolentie, st^rke blauvve verkleuring van
de kam en groote sterfte.
Na den dood werd«n puntvormige bloe-
dingen gevond®n in tal van organen. Het
bacteriologisch onderzoek was steeds ne-
gatief. Proefdierenbesmet met emulsie
van organen en met bloed en ook met
filtraat van dit moleulde door den Chamber-
landkaars (L 25, model Martin) sti^rven na
1 tot 3 dagen ond«r dezelfde verschijnse-
\erschijselen en met dezelfde verschijnse-
len en met dezelfde bevindingen bij de lijk-
opening. Op deze wijze was de besinetting
steeds van di«r op dier over te brengen.
Dr. Baudet komt tot de gevolgtrekking
dat we hier t« doen hebben met hoen-
derpest. i
DE DEPRESS1E WEG, MAAR
Eindelijk is de depressie, die zoolang
slecht weer veroorzaakte, weggetrokken.
Het weerbericht van het Meteorologisch
lnstituut van Maandagmorgen constateer-
de dit verblijdend feit. Intusschen schijnt
een nieuwe depressie zich ontwikkeld te
hebben, zoodat we niet veel gewonnen heb
ben, aldus schrijft de weerkundige mede-
werker van „Het Vad."
Het buiige weer van Maandag is blijk-
baar een gevolg van deze nieuwe secun-
daire depressie boven Schotland en de
Noordzee. Een naar hier vooruitdringend
gebied van hooge drukking in het Zuidwes-
ten deed den barometer eerst stijgen, maar
nu daalt hij weer een beetje. Het ziet er dus
opnieuw slecht uit.
De groote depressie heeft geen afscheid
genomen zander een laatsten overvloedigen
regen. Te Neufahrwasser aan de Oostzee
viel in twee etmalen 116 mM. regen, d.i.
ongeveer zooveel als hier in de geheele
maand is gevallen.
Met den regen van Maandag mee is te
's Gravenhage in de loopende maand een
hoeveelheid gevallen van 136 mM. Het re
cord, dat op Augustus 1917 stond en 165.5
mM. bedraagt, is dus nog niet geslagen.
Hoewel de regenval dus overvloedig is
geweest, is hij niet buitengewoon. Volgens
de waarnemingen te 's Gravenhage ver-
richt, kwamen in de laatste acht jaren de
volgende perioden van veel regen voor.
Augustus 1917 met 166 mM., October
1917 met 132 mM., September 1918 met
142 mM., een 6-daagsche periods in Au
gustus 1920 met 72 mM., en 1 dag in Juni
1921 met 60 mM.
In de eerst genoemde maand regende het
in de eerste drie dagen 84 uren aan een
stuk door.
Het kan dus wel eens meer fLink regenen
hiteveeliieden bekend, o.a. 1JAugustus
1917 met 167 mM. te Woudenberg. Toch
behoort de loopende maand onder een der
natste van de laatste jaren. De reeds ge
vallen hoeveelheid is meer dan anderhalf
maal de normale en het is mogelijk, dat
daar nog wat bijkomt.
Dat het weer nu zoo regenrijk is voor-
spelt niets voor het vervolg. De regen is
wel het meest wisselvallige meteorologische
element en op na.tte perioden kunnen zoo-
wel droge als andere natte volgen. Na den
overvloedigen regen in Augustus 1917 volg-
den 9 droge dagen in September, waarvan
4 met prachtig warm weer October en
November waren toen weer regenrijk. We
moeten dus maar afwachten.
DE ONTZETTENDE AUTOBUSRAMP
TE HEINO
die Woensdagnacht te Heino plaats had,
warden nog de volgende bijzonderheden
gemeld:
De vrachtrijder Doevelaar uit Raalte, had
ter gelegenheid van de kermis te Raalte
pleizierritten georganiseerd. Woensdag
nacht om half twee vertrok er wederom een
vroolijk gezelschap, per nieuwe autobus,
waarin behalve de eigenaar Jan Doevelaar
en de conducteur Herman Doevelaar, nog
14 andere personen hadden plaats geno
men. Het waren: Tonia Hageman, Bertha
Kappert, twee dochters van Schaasberg,
Willem Bannink, G. J. Brouwer, J. W.
Nijenkamp, Dina ten Dam, A. Brouwer,
Neussink en Wissink, J. de Robs alien uit
Raalte, G. J. Kemper uit Wijhe en A. ten
Dam uit Diepeveen.
Toen de autobus vlak nabij Heino was
gekomen, moest de chauffeur tengevolge
van een defect aan de lichtinstallatie, stop-
pen. Tijdens het onderzoek waren ook een
7-tal wielrijders naderbij gekomen om bij
te lichten, toen plotseling een explosie in
den motor ontstond, tengevolge waarvan
een groote vlam naar achteren in de bus
sloeg.
Een radelooze angst maakte zich mee-
ster van de inzittenden, want in minder dan
geen tijd stond de autobus, vooral binnen
in de carosserie, in lichte laaie. De 19-
jarige melkrijder G. J. Kemper uit Wijhe,
sprong direct door de ramen, en bekwam
slechts lichte verwondingen, doch redde
daardoor zijn leven. De chauffeur Jan Doe
velaar, wiens kleeren in brand stonden,
sprong uit de auto in de sloot, waardoor hij
zijn lev^n wist te redden. Eveneens zijn
broer, die naast hem zat, is een der weinige
gelukkigen die tot de lichtgekwetsten be
hoort.
De nog 13 inzittenden verdrongen zich
alien naar den uitgang achter in de auto.
Het portier was echter op slot, en de sleutel
was in het bezit van den chauffeur.
Ontzettend was de aanblik van de 13
brandende menschen, omhuld door de hoog
opslaande vlammen. Het was e£n kluwen
geworden van wanhopigen, die zich ver
drongen voor het gesloten portier.
De 7 wielrijders, die van dit ontzettend
gebeuren getuigen wares, begonnen onmid-
dellijk het reddingswerk. Hartkamp uit
Heino redde van twee personen het leven.
Door een neergelaten raampje van het por
tier trok en 'rukte hij een jongen en een
meisje naar buiten. Te moeilijker was het
reddingswerk door het gedrang der achter-
sten, met den dood voor oogen, aan wan-
hoop ten prooi. Hierdoor was het bijna niet
mogelijk de dicht bij het portier zijnde per
sonen, die als het ware beklemd werden,
uit het raampje te trekken, waardoor van
een regelmatige redding geen sprake kon
zijn.
En terwijl eenige personen het reddings
werk voortzetten, doofden de anderen de
vlammen der brandende menschen, die uit
de auto waren gehaald.
Het was slechts een korte spanne tijds.
dat de verwoesting heeft geduurd, 5 minu-
ten slechts, en nog bleven zes lijken en
twee zwaargewonden in de auto achter.
Toen was alles afgeloopen. Alleen de ca
rosserie was van binnen uitgebrand, en
daarbinnen lagen de verwrongen lijken, on-
herkenbaar.
Willem Bannink uit Raalte, hing half uit
het raampje, zijn gelaat bijna geheel ver
brand. Zijn armen hingen naar beneden,
doch hij leefde nog. Naast hem, het hoofd
nog buiten het portier, lag de 15-jarige
Bertha Kappert uit Raalte. Zij was geheel
verbrand, het lichaam geheel verkoold.
Haar linkerarm hoog opgeheven, als om
redding roepende. Men herkende haar aan
een koralen halssnoer. Over en door elkaar
5 andere lijken nog in de onmogelijkste
standen als het ware in een 'hoek gedrukt.
Dat was de oorzaak waarom Woensdag-
morgen om 11 uur nog niet vast stond wie
waren verbrand.
Uit de Hgging der lijken en de standen
van armen en beenen, valt na te gaan, met
welk een ontzettende wanhoop er gevochten
en gedrongen is om naar buiten te komen.
Van vier verongelukten werd de identi-
teit spoedig vastgesteld. Het waren Bertha
Kappert, 15 jaar uit Raalte, twee dochters
van Schaasberg uit Raalte, en A. Brouwer,
eveneens uit Raalte, Twee lijken, dat van
Wissink en Neussink, werden eerst later
herkend.
Direct na het ontzettend gebeuren, werd
Dr. v. d. Berg, uit Heino gewaarschuwd,
die onmiddellijk de talrijke verwonden ver-
bond.
Vervolgens werd de verbrande auto met
de 6 lijken ondergebracht in de schuur Van
Bos.
Het parket arriveerde om half 8 uur
Woensdagmorgen op de plaats des onheils,
en na ingesteld onderzoek vertrok het om
kwart over 9 naar Zwolle.
Tusschen 9 en 10 uur kwamen eenige
vaders van de verongelukten zich melden.
Bevend over het geheele lichaam betrad
Schaasberg, die twee zijner dochters miste,
de schuur. Hij herkende de meisjes niet
uit een drietal verwrongen zwart-verkoolde
gezichten, die zichtbaar waren. Hij wilde
in de verbrande auto stappen, doch tijdens
het onderzoek werd zulks niet toegestaan.
De oude man kon zich echter niet langer
inhouden en begon te schreien als een kind.
Buiten gekomen was de grijsaard de on-
macht nabij. Hij werd het naast gelegen
huis binnengeleid door een veldwaChter,
die hem staande hield.
nageman'en wm'eraKHanmnk, werden fief
auto naar het Sophia-ziiekenhuis te Zwolle
overgebracht. Ze zijn respectievelijk 17 en
18 jaar oud en woonachtig te Wijnvoorden
(bij Raalte). Woensdagmiddag was er
nog niet direct stervensgevaar bij geen van
beiden, doch hun toestand is, zooals be-
grijpelljk, zeer ernstig.
Van de 10 personen die gered zijn, zijn
er zeker 4 of 5, die hun leven te danken
hebben aan het moedig en kordaat optreden
van Hartkamp, en de drie gebroeders Wul-
link uit Heino en nog 3 personen uit Wijhe,
die getuige waren van het verschrikkelijk
ongeluk. Op gevaar af van zelf in brand te
geraken, hebben zij het meerendeel der ge-
redden met groote moeite uit de auto ge-
trokken door het geopende portierraam
heen.
Het maken van foto's werd door de
justitie niet toegestaan.
Nader wordt gemeld, dat de verbrande
auto j.l. Vrijdag bij een proefrit direct
warm liep. Vermoedelij.k zal dit ook Woens
dagnacht het geval zijn geweest, en vatte
tengevolge daarvan de benzine, die men
juist aanvulde, vlam.
De landbouwer Hartkamp, een der zeven
wielrijders, die van het geheele geval ge
tuige was, decide aan de Zwolsche Courant
nog het volgende mede:
„Wij kwamen met z'n zevenen omstreeks
kwart na twaalf van het feest te Raalte en
begaven ons naar huis in Heino, toen we
uit den tegenovergestelde richting heel
langzaam de autobus van Doevelaar zagen
naderen, waarvan slechts een tantaarn
brandde.
Bij de auto gekomen, stond deze geheel
stil. Wij sproogen van de fiets en uit
nieuwsgierigheid lichtten we, nog in feest-
stemming, eens met onze lantaarns naar
binnen om te zien we er al zoo in zaten.
Een van de Doevelaars, die beiden voorin
zaten, kwam naar ons toe en zei: „Jongens
je doet toch niets met aan de auto". Anders
heb ik niemand buiten de auto gezien. Mijn
kameraad beweert echter toen we kwamen
aanrijden, te hebben gezien, dat er een
voor de auto langs liep en waarschijinlijk
met de lantaarns bezig was. We stonden
nog zoo'n beetje te schertsen, toen plotse
ling een helle vlam voor in de auto bij den
chaffeur opsteeg en zich bliksemsnel naar
achteren verplaatste.
Dadelijk had ik mijn zinnen bij elkaar
en riep: „Jongens grijp toe". We gooiden
de fietsen aan den kant en we deden wat
we konden. Hoe we ook probeerden, de
achterdeur was met geen mogelijkheid open
te krijgen, daar ze op slot was en de chauf
feur den steeksleutel in den zak had. Doe
velaar stond echter zelf ook in brand, zoo
dat daar geen heil te verwachten was. De
meisjes en jongens in dn auto drongen al
ien naar achteren, zoodat het een geweldig
gedrang en geschreeuw was. En het was
een vuurzee. Met groote moeite is het ons
ten slotte gelukt, een zestal inzittenden
door het achterraampje er uit te trekken.
Alleen Kemper uit Raalte was door een zij-
ruit gesprongen en kwam er met een lichte
wonde af. Nadat ik er twee uitgehaald
had, was er niets meer aan te redden.
Mijnheer, het was verschrikkelijk, het
was een onuitsprekelijk drama en ik ben er
nog zwaar van in mijn hoofd.
Ook sprak een verslaggever van het blad
eenige inzittenden, die zich echter weinig
meer herinnerden,
De chauffeur verkeerde in de meening
zelfs niet stilgestaan te hebben. Vermoed
wordt echter, dat op een of andere manier
misschien bij het nazien van de lantaarn,
benzine is gaan vloeien en in brand geraakt.
Ter plaatse waar de auto gestald is,
waren we in de gelegenheid het verbrande
voertuig, waarin nog de verkoolde lijken
door elkaar gewrongen voor de deur lagen,
in oogenschouw te nemen. Van binnen is
alles verbrand, de ruiten stuk, doch van
buiten is de carrosserie vrij gaaf gebleven,
terwijl ook de machine weinig geleden heeft.
In Heino en Raalte heerschte een gedruk-
te stemming en nog lang zal dit treurlge
slot van het Oranjefeest te Raalte den in-
woners heugen.
ONGELUK BIJ EEN SCHIETOEFENING.
Bij een nachtelijke oefening der infante-
rie in het dorpje Hamersvefd is de milieien
Popke Alckersma uit Hoogkerk bij Gronin-
gen door een schot in het hart doodelijk ge-
troffen. Hij was twintig jaar oud en zou
over een paar weken met groot verlof gaan.
De marechaussee uit Leusden stelt een on
derzoek naar het gebeurde in.
DRIE DAGEN AAN DEN KETTING OP
DE NOORDZEE.
Op den ,/Joord-Hinder".
H. G. C. schrijft aan het Hbld.:
21 Augustus 4 uur 's morgens stoomde
de „Vlisisingen", het gasvoorzieningsvaar-
tuig van het rijksbetonningsmagazijn, de
haven van Vlissingen uit om de aflossings-
bemanning naar het lichtsohip Noord-Hin-
der te brengen. Na een rustige vaart onder
de Belgische kust werd het water in voile
zee woeliger en na een vaart van zes uur,
waarbij het kleine schip hevig slingerde en
stampte, werd het lichtschip bereikt en de
nieuwe bemanning met de loge met een
sloep op den Noord-Hinder overgebracht.
Ruim een uur later was de oude bemanning
op de „Vlissingen" overgegaan en aan-
vaardde deze met dit schip de terugreis
naar den vasten wal.
De eerste kennismaking met het leven op
het lichtschip was voor den loge tevens een
kennismaking met de zeeziekte. De wind
was sands den morgen toegenomen en de
zee hooger geworden, waardoor het veran-
kerde schip sterk slingerde en stampte en
's avonds bij veranderde ligging ten op-
zichte van de deining zwaar rolde. Hoog
werd het voorschip telkens door de aan-
rollende golven opgetild; als hooge water-
bergen rolden de golven weg als de achter-
steven met een plons omlaag dook. Na een
rustigen nacht slapen en een goed ontbijt
verdween de lastige zeeziekte en werd het
verblijf" aan boord behagelijker.
De Noord-Hinder, het Zuidelijkste der
vijf Nederlandsche lichtschepen, 75 km uit
de kust, ongeveer op het midden' tusschen
de monden van de Schelde en de Theems
gelegen, is zooals de bemanning zelf zegt,
„een goed sahip". Het is geheel van ijzer
ferT#, i^i,%y
en den gast; in het middenschip de vijf
tanks met gecomprimeerd lichtgas voor
't draailicht van den vuurtoren en de ver-
lichti-ng aan boord, en de machinekamer
met de Dieselmotoren voor het drijven van
de dynamo voor de draadlooze telegrafie
en voor het bedienen van de mistsirene en
het onderzeekloksignaal. In het voorschip
verblijft de bemanning, uit zeven man be-
staande. In het dekhuis zijn de kamer voor
den marconist, de kajuit en de keuken.
Hoog boven het dekhuis, 15 meter hoog
boven het wateroppervlak, steekt de licht-
toren uit, waarin 's avonds het seinlicht
wordt ontstoken. De bemanning houdt zich
bezig met de bediening der verschillende
signalen, wisselt seanen met passeerende
schepen, houdt om beurtan de wacht en
brengt verder den tijd door met wat huis-
vlijt en, in dezen tijd, met het hengelen naar
makreel.
Het sdhip li.gt verankerd in 22 vaam
water en ligt aan omstreeks 100 meter ket-
ting; de ankerkettingen komen door twee
gaten in het voorschip binnen. De positie
van het schip wordt bepaald door wind en
stroom. Vier maal per etmaal wisselt het
getij, dat tweemaal ZuidwestNoordoost
en tweemaal in omgekeerde riohting loopt.
Zijn wind en stroom gelijk gericht, dan ligt
het schip met den kop op de deining en is
de beweging een stampende. Draait echter
het getij en belet de wind het schip geheel
om te zwaaien, dan komt het dwarszeesch
te liggen en gaat de beweging over in een
deinende en onaangenaam rollende. Stil of
verlaten is het echter niet, hier midden in
de Noordzee. Want de Noord-Hinder is
een baken op den zeeweg van de Holland-
sche kust naar het kanaal en van de West-
kusf van Engeland naar de Belgische ha
vens, zoodat telkens schepen passeeren.
Mooi was het weer niet, de dagen op den
Noord-Hinder doorgebracht. Hard loeide
de wind door het touwwerk en de antemne,
hoog was nu en dan de donker zwarte zee
en het verankerde schip rukte aan de ket-
tingen en was verre van rustig. Soms klet-
terden de buien neer op het dek en rolde
de donder over de zee. Doch lang duurden
de buien niet. Na korten tijd klaarde de
lucht weer op en kwam de zon terug met
haar blijdje schijnsel en deed de zee weer
lichtgroen oplichten. Hoogst interessant
was dan het aspect op de hooge wolk-
torens, telkens overgaand in de aambeeld-
achtige wolkformaties der buienwolken, die
op tientallen kilometers afstand met hun
neerslag het verafgelegen land overgoten.
Eenzaam en eentonig is overigens het leven
dezer kluizenaars der zee, die telkens voor
vier weken of, wamneer ruw weer geen af-
lossing toelaat, voor langer, op dit kleine
verblijf worden achtergelaten. Eentonig is
hun voedlng van conserven en oud brood,
met als welkome afwisseling, de versche
makreel, of wat er anders gevangen wordt.
Eens per veertien dagen komt een stoom-
loodsboot met versch brood en versche
groenten, en met de post en couranten.
Sportief is anders de afleiding van de
makreelenvangst, een ware strijd in vlug-
heid en behendigheid met de vlugge vis-
schen. Als het schip dwars op de zee ligt
verzamelen de makreelen zich aan den
loefkant. Dan worden de lange hengels te
voorschijn gehaald en aan een lang snoer
een haak met een stukje wit blinkend ma-
kreelvleesch in den vorm van een vischje
snel door het heldere zeewater getrokken.
Opeens een witte schitter van de blinkende
visch die snel achter het aas aanschiet, en
op het oogenblik, dat hij toehapt, snel op-
gehaald moet worden. Soms bepaalt de
vangst zich tot enkele exemplaren, dan
weer wordt visch na visch uit de zee op-
gehaald. Meer aan de oppervlakte rondom
het schip, zwemmen de luie „marsbankers",
makreelachtige visschen met een rooden
rug. Onverschilliig laten ze den haak met
het aas aan zich voorbijgaan, ja soms ge-
schiedt het, dat de snel door het water ge-
haalde haak een luien marsbanker aan-
haakt, die dan met luiden hoon weer in de
zee wordt teruggeworpen. Een andere niet
minder animeerende sport is het oppikken
van de lui zwemmende roode visschen met
een vork met weerhaken aan een langen
steel, een sport waarin een der matrozen
buitengewoon bedreven was. Hoewel goed
van smaak zijn de marsbankers minder fijn
om te eten dan de makreelen'.
Zondag was de dag waarop de gast, in-
dien de gelegenheid zich voordeed, de
terugreis naar den vasten wal wenschte te
aanvaarden. Tegen acht uur 's morgens
waren in het verre Noord-Westen twee
schepen zichtbaar, wdarvan een in de rich-
ting van het lichtschip voer e,n op de ge-
geven signalen op den Noord-Hinder toe-
stoomde. Op de vraag naar de plaats van
bestemming werd geantwoord „Brugge".
Op de tweede vraag „can you take a pas
senger with you" kwam de kreet „all right".
Op het lichtschip werd daarop een boot ge-
streken, waarmede de passagier na een
hartelijk afscheid van den kapitein en de
bemanning op de Engelsche kolenboot
„Yokefleet" werd overgebracht, om vier uur
later in de sluis van Zeebrugge van boord
van den vrachtstoomer te stappen en met
vele trams over Sluis en Oostburg de terug
reis naar Vlissingen te aanvaarden.
OVERBRENGING VAN EEN DRONK-
AARD ONDER VERZET VAN HET
PUBLIEK.
Het simple feit; dat een dronken man
zich Dinsdagavond te rust^n had gelegd op
de tramrails bij het Hoogezand te 's-Hage,
is uitgedijd tot een relletje van belang,
dat nog geruimen tijd nadien een onrustkge
atmosfeer schicp in de omgeving van hCt
politiebureau van der Vennestraa^
Een beschonkene had zich dan neerge-
vleid op de tramrails en dreigde overre-
den te worden door een naderende tram.
Een fietser; die voorbijkwam en het ge
vaar bespeurde; slecpte den man op zij
en heesch hem op de been. NauweUjks
stond hij weer en deed een paar wan'ro-
pige pogingen om! behoorlijk vooruit te ko
men; waarbij de breedte van de straat
hem parten speelde; of een paar agenten
kr-egen hem in het oog. Zij kwamen juist
op tijd om hem voor een nieuwen val te
behoeden en zeulden daarop met hun slap-
pen arr®stant bureauwaarts. Of de be
schonkene nu; ondanks de steunende ar-
of wilde, het feit is, dat de man een eind-
weegs over de straat gesleept w.erd; wat
de ergernis van het publiek opwekte, dat
aan zijn ontstemming op ®en zoodanige
wijze lucht gaf dat de politietnannen van
hun wapens wapens moesten gebruik ma
ken.
Het opg®wonden volk begeleidde de
agenten; die inmiddels hun arrestant voort-
droegendie inmiddels hun arrestant voort-
droegen; tot het bureau van der Venne-
straat, waar de dronkaard een p|aa<teje
kreeg in een der cellen ter ontnuchtering.
Nog lang na dit emotioned gebeuren,
bipef het rumoerig in de van der Venne-
straat en school de men samen voor het
bureau.
M1SHANDELING VAN EEN
INSPECTEUR VAN POLITIE.
Zondagmiddag maakte de inspecteur van
politie J. Smit te Zwolle, met een vriend
een fietstoohtje naar Epe. Bij Ernst gingen
zij voor den regen schuilen in een klein
cafetje, waar zes boerenjongens aanwezig
waren. Toen zij weer heen gingen, ontving
de heer Smit onverwacht van achteren een
hevigen slag op het hoofd, en toen hij zich
wendde tot een der anderen, en vroeg, wat
dit te beduiden had, gaf deze hem onver
wacht een slag links van het hoofd. De in
specteur maakte zioh toen bekend, en som-
meerde hen mee te gaan naar den burge-
meester van Epe. Direct daarop vielen ze
hem weer aan, de anderen kozen voor hun
makkers partij, en toen de inspecteur, die
ongewapend was, zich met boksen verde-
digde en de eerste twee aanvallers eenige
flinke stooten hadden ontvangen, dat het
bloed hun uit den neus vloeide, werd het
mes getrokken. De inspecteur week daarop
naar ihe.t cafetje terug, waar de kastelein
de jongens met jenever overhaalde den in
specteur verder ongemoeid te laten. Er is
aangifte gedaan bij den burgemeester van
Epe en de zaak wordt strafrechtelijk ver-
volgd.
VALLEND HARDSTEEN.
Een glazenwasscher, die Dinsdagmiddag
op een ladder stond tegen een gevel aan
den Singel te Amsterdam, werd getroffen
door een vallend stuk hardsteen, van een
kozijn. Het raakte eerst zijn hoofd en daar-
na zijn rug. De man viel en werd met ern-
stige kneuzingen opgenomen.
PIJNLIJKE GOOCHELTOEREN.
De heer Van E., uit Ginniken, tijdelijk
verblijf houdende in een hotel in Den Haag,
heeft aangifte gedaan van mishandeling,
gepleegd in cabaret Pisuise te Schevenin-
gen. Een goochelaar had hem verzocht
even op het podium te komen en een kope-
ren balletje vast te houden. Dit balletje
was echter te voren door een chemisch pre-
paraat gloeiend gemaakt en de heer E.
heeft dan ook eenige brandwonden aan de
hand gekregen.
EEN VERDWAALDE KOGEL.
Een bewoner van een huis in de lste
Jan-Steenstraat te Amsterdam had herhaah
delijk last van e«n kat, die in zijn turn
kwam en op de duiven Ioerde. Hij was
gerechtigd een revolver te bezitten en wil
de Dinsdag van dat wapen gebruik ma
ken om op de kat t« schiefcen, wajl, vol
gens de bepalingen van de Veewet, ge-
oorloofd is.
Hij raakte echt«r de kat niet maar wel
een hard voorw^rp, waarschijnlijk een spij-
ker. De kogel stuittje daarop af; verander
de van richting en trof een vrouw d,e in
de keuken van de derde verd eping stond.
Zij kwam er met «en licht schampschot
aan den hals af.
EEN GEVAARLIJK SPELLETJE.
Een zek^re J. D. te Dordrecht deed aan
gifte bij de politic; dat hij door een on-
bekendc met bjjtend vocht in het, gelaat
geworpen «n daardoor verwond was. Het
blijkt echter, dat de knaap dit, verhaal ver-
zonnen heeft. Er wordt bij wijze van spel-
letje wel eens z.g. vuur gespuwd. Men
neemt een hoeveelheid petroleum in den
irfSnd, houdt op een armlengte afstand
een brandende lucifer en spuwt in die
vlam de petroRum, waardoor een groote
vlam ontstaat. Dit spelletje heeft ook J.
v. D. vvillen doen, doch in stede van petro
leum heeft hij benzine in den mond ge
nomen met gevolg, dat hij brandwonden
aan gejaat en schroeiplekken op het hoofd
kreeg. Uit angst heeft hij toen het be-
kende v«rhaaltje opgedischt.
kwade BEDOELINGEN.
Een onbekend man heeft bij een apo-
theker in Rotterdam besteld een fleschje
ether en een fleschje gloroform, die be-
zorgd moesten worcfen aan een opgegevCn
adres in de Havenstraat. Do man deed de
bestelling namens een te Rotterdam geves-
tigd veearts. Op den nieuwen Binnenweg
is de loopjongen, met de bezorging van
de fleschje^ belast, aangesproken door een
heer van omstreeks 50 jaar, die op een
fiets gezeten was en die den jongen heeft
weten te bewegen de fleschjes aan hem
af te geven, voorgevende dat er groote
haast bij was. Aan het adres aan de Ha
venstraat wist men van de bestelling met
af.
EEN WESP.
Een voerman te Rotterdam had een
zware vracht te verplaatfeen, waarbij zijn
paard stapvoets moest loo pen. Hij wilde
nu zijn boterham verorbercn. Hij had een
paar happen genomentoen de man plot
seling eCn brandende pijn in den mond
voelde. Versctmkt spuwde hij zijn brood
uit en bemerkte tot zijn niet geringe ver-
bazing, dat met het brood een doorgebeten
wesp zijn mond uitkwam. Het beest had
nog kans gezien, om «ven voor zijn over-
lijden een flinke prik in des voermans
tong te geven. De geheele mond is door
den stock opgczwollen, zoodat de onfor-
tuinlijke voerman zich ond«r behandehng
van 'n dokter moest stellen.
DE BROWNING.
Het Volk vertelt, hoe de militante anti-
militarist te Terwispcl door zijn eigen vuur-
wapen omkwam. De heer K. Blauw te
Haarlem, vroeger onderwijzer, maar om
anti-militarist}sche propaganda en di^nst-
weigering met meer in betrekking, zou
te Wijnjeterp op een antf-militanstische
meeting het woord voeren. Zatjerdagmid-
Twee doktoren waren spoedig ter plaatse
maar hulp mocht niet me«r baten. Na on
geveer anderhalf uur is Blauw, onder he-
vige pijn, tengevolge van zware verbloe-
ding overleden.
Aanvankelijk werd aan zelfmoord ge-
dacht, maar dit moet absoliuutj buiten-
gesloten zijn.
KETELREINIGING DOOR ELEC-
TRISCHEN STROOM.
J. T. schrijft in het R. N.:
Het is bekend, dat zich aan de wanden
van ketels, waarin water gekookt wordt,
een steenachtige neerslag vastzet, zoogen.
ketelsteen. In stoomketels kan dit tot een
dikke laag aangroeieni, die van tijd tot tijd
verwijderd moet worden, daar zij voor het
bedrijf niet alleen nadeelig, doch ook ge-
vaarlijk is. Het ketelsteen kan zoo hard
zijn, dat het wegbreken ervan een moeilijk,
onaangenaam, doch bovenal een tijdroo-
vend werk wordt en het is geen wonder, dat
men op alle mogelijke manieren het vormen
van ketelsteen tracht te beletten of te ver-
minderen, meestal door chemische, soms
ook door mechanische middelen. Sinds
eenigen tijd heeft men met goed gevolg den
electrischen stroom te hulp geroepen en op
eenvoudige wijze zorgt die er voor, dat zich
geen ketelsteen kan vastzetten.
Men hangt daartoe in den ketel, doch van
het ijzer zijner wanden gei'soleerd, eenige
metalen platen, als anode, waardoor een
zwakke stroom binnenkomt, die door het
water gaat en den ketel door de kathode
weder verlaat. Deze kathode wordt door
den metalen wand van den ketel zelve ge-
vormd, en hier komt onder de inwerking
van den stroom langzaam waterstof vrij,
die het vormen van ketelsteen verhindert,
daar hij de zwavelzure kalk, waaruit de
neerslag gewoonlijk bestaat, in korten tijd
zoo volkomen veranderd, dat op den grand
van den ketel slechts een onschadelijk, on-
sanmenhangend slik overblijft, dat gemak-
kelijk weggespoeld kan worden. Deze me-
thode heeft verder nog dit voordeel, dat de
electrische stroom alle plaatselijke electro-
litisehe processen opheft, zoodat het metaal
van den ketel niet aangevreten kan worden.
De anode lost hierbij wel is waar op, doch
dat is van weinig beteekenis, daar zij ge-
makkelijk door een nieuwe vervangen kan
worden en deze poolplaten, van gasbuis- of
plaat-ijzer vervaardigd, het in ieder geval
40006000 bedrijfsuren kunnen uithouden.
Ook het stroomgebruik is gering, daar vol
gens ervaringen in de praktijk een stroom-
r'*1'4* V44fc ImmIi kAp I "A
J*1cf 1_" t-iti T--.— .1 hj, t-eMniccen
aan, om daar te overnachten. Zijn rugZak
uitpakkend, Iiet Blauw aan Schuurmans
den anderen anti-militaristlischen spreker
op die meetingeen met een patroon ge-
Iaden browningrevolver zien, die hij steeds
bij zich droeg, omdat hij meermalen ge-
volgd Werd door tegenstanders die meer
dan eens drejgden hem te zullen dooden.
Hij zeide: Kijk, dat dingctje moet mij ver-
dedigen. Vermoedelijk doordat het wapen
hem uit de hand viel en hij dit onder
het vallen nog wilde grijpen (volgens an
deren zou men hem tegen den arm ge
slagen hebben, zeggende: ga weg met
dat ding), is het wapen afgegaan, met
het noodlottig gevolg, dat, de kogel Blauw
in de benedenzij trof.