ALGEMEEH HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 1st j ola No 7651. Vrijdag 29 Augustus 1924. 64e Ja&rgttnfi. (Jit het hoogB yoideii, mHnZj&TJB BLAD. FEUILLETON. SINNENLAND. BUITENLAND. nnuuturUTCDDIIC. V«>r binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden - Voor buiten Ter Neuzen fr. per post f 1.80 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr per post f6,60 per jaar - ABuNNEMENTornlJo. Voor Ned. Indie en Amerika f 2,70 per 3 maanden Voor *t oveng buiten-land /3,35 per 3 maanden, Abonnementen voor t buitenland alleen bij vooruitbetaling. LXXX1I. In brief no. 60 vertelde ik u lets over de beroemde Engelsche roinanschrijister Mar- jorie Boweri en speciaal over haar roman „Want om deze dingen". Lr is thans aan- leiding opniepw -de aandacht ,p haar to vesugen, omdat een nieuw boek van haar verscbenen is: „Brandnetels", dat alleszins waard is aangekondigd te worden. In het voorbijgaan herinner ik eraan, dat onze Koningin bij Haar bezoek aan Zeeland de sclirijfster in bijzonder gehooir heeft ontvan- gen. Deze logeert met haar iamilie te Dom- burg en is weder bezig aan 'n historische roinan, die in Holland speelt. Van haar hi storische roinans, diealsachtergrondOranje hebben, zijn er vijf vertaald, twee over prins Willem 1 (De held, Dei Gratia), drie over Prins Willem 111 (Ik zal handhaven, Voor God en den Koning, Beschermer van het geloof). Een zesde is nog onvertaald (The glen of weeping), spelend ten tijde van Prins Willem II. In onzen vorigen brief vertelden wij, dat Marjorie Bowen gehuwd was met een Ita- liaan (Costanzo) en op het eiland Sicilie te Viarreggio woonde. Dit had moeten zijn: gehuwd was geweest, want na een korten weduwe-tijd was zij reeds opmieuw gehuwd met kapitein buiten dienst Arthur Long. Sinds woont zij op Wassel Court te Rol- wenden (graafschap Kent) in Engeland. Uit haar eerste huwelijk heeft zij een kind, uit haar tweede huwelijk twee kinderen. Zij werd geboren 1 November 1888 in Hamp shire (eiland Hayling). Toen zij zeventien jaar oud was, schreef zij haar eersten, historischen roman, die binnenkort in het Nederlandsch vertaald zal verschijnen: „De adder van Milaan". Daarna verschenen jaarlijks geregeld een of twee boeken van haar hand, waarvan ongeveer de helft vertaald is. Dat is een eerbiedwaardige productie, omdat deze hi storische romans, waarvoor een enorme hoeveelheid kennis moest worden verwerkt. betrekking hebben op de geschiedenis van Italie, Spanje, Frankrijk, Zweden, Enge land, Amerika en Nederland. Deze nieuwe roman zal waarschijnlijk buitengewoon de aandacht trekken, omdat deze behandelt de liefdes-tragedie van een hedendaagsche Engelsche kunstenares Lucie Uden (voorgesteld als teekenares van illustraties en schrijfster van sprookjes) gehuwd met een Italiaan Pio Simonetti, die in dezelfde plaats waar de heer Costanzo stierf, te Viarreggio is overleden na een verschrikkelijk lijden aan tuberculose. Lucie's huwelijk is indertijd hals over kop gesloten met een Italiaan, die er heel knap uitzag en stormenderhand de jeugdige schrijfster heeft veroverd, maar die haar uitsluitend heeft gehuwd, omdat zij zooveel geld verdient, zoodat hij zich door haar ge- heel laat onderhouden en in allerlei mooie pakjes met mooie dasjes als een fat kan rondloopen. Reeds voor het huwelijk was hij hevig lijdend aan tuberculose en aan epilepsie (toevallen), wat aan haar was verzwegen. Lucie blijft in Engeland achter, terwijl Pio in Italie van haar zuur verdiend geld leeft en een tante en nichtje met wie Lucie samenwoont de kunst verstaan om ook op haar zak te teren. De roman schil- dert ons eerst de samenwoning der En gelsche familie en hoe het leven voor Lucie daar in hooge mate onbevredigend is. Ter- loops wordt ons verteld, hoe er een vroegere aanbidder van Lucie is: Tony Entwistle, uit het Engelsch door Arthur Applin. 24) (Vervolg) Je hebt me er in laten vliegen. Waar voor heb je vanavond gevochten? Dat het zoo maar voor de mop is kan je m® met meer wijs mak®n. Het kan je ook niet te doen zijn om het geld, want met een aanleg als de jouwe zou je wereld- kampioen kunnen worden als je wou. je had niets tegen Johnson ®n voor zoover ik weet h-eb je geen verplichtingen tegen over Marton. Ik heb je nooit i®ts gedaan. Ik had nog nooit van je gehoord, toen ik je zag bij Marton. Wat zit er dus achter? Puk ging op de teen®n staan en rekte zich uit. Hij lachte vroolijk, terwijl hij een sigaret opstak en ke®k den graven, dik- ken man aan, die hem stond aan t® sta- ren met oogen, die puilden van verbazmg en een tikje angst. Ik deed het eerst voor de mop. Dat noemen julli® hier sport. En toen vertelde M arson's zoon me dat u zijn vader uit zijn huis zou zetfen als hij niemand vond die vanavond tegen Johnson wou boksen en dat u alles zou Veifkoopen en hem zou rui'neeren ten- zij Fay beloofde met u t® trouwen. Dan mocht ze er blijven won®n als mevrouw Tompson. Tompson fronste de wenkbrauw®n. O... je vocht dus voor Marton en zijn kinde ren. Hij kauwde op het eind van zijn si- uie geheel onvoldoende vooruitzichten had j en tijuens den o,orlog officier is geworden. juisi op het oogenbhk, waarop hij weder uaar Engeland terugkeert, zoodat hij weder in haar leven een rot spelen kan, krijgt Lucie een brief van Pio om haar te vragen naar hem over te komen, omdat hij zoo ziek is, dat hij haar verpleging behoeft. Hoewel haar liefde reeds is afgestorven, want zij kan niet vergeten, dat hun kind, erfelijk be- last door zijn vaders ziekte, reeds dood is, besluit zij uit plichtsgevoel naar Italie te gaan. Echter vergeet zij, als zij daartoe pn tselftig het besiuii neemt, oat zij met een Italiaan is gehuwd, zoodat zij in het geval, dat zij weder naar Engeland wil terug- keeren, op haar pas zijn handteekening noodig heeft. Wanneer hij dus die hand teekening zou weigeren, is zij in Italie op- gesloten. Pio is natuprlijk zulk een laag- hartige schurk en egoist, dat hij daardoor haar in zijn macht heeft. Tengevolge van ziekte vrijwel krankzinnig geworden, (hij loopt steeds met twee revolvers en vier scheermessen in zijn zak) doet hij haar on- afgebroken een moreele mishandeling on~ dergaan. Zij bewonen in een klein opkomend bad- plaatsje een gehuurde villa en worden om de afschuwelijke walgelijke ziekte van Pio door hun omgeving zooveel mogelijk ge- meden, een tweetal geheel onbekwame dok- ters laten hun in den steek, zoodat lang- zamerhand voor Lucie een toestand ont- staat om radeloos te worden, terwijl zij toch voortgaan moet met haar kunst om geld te verdienen. (In dienzelfden tijd heeft Marjo rie Bowen in dezelfde plaats haar beroemde roman geschreven: Dei gratia, die het tweede gedeelte bevat van het leven van Prins Willem den Zwijger). Zonder medische hulp met een vrijwel krankzinnig man alleen in een huis, terwijl die man bezig is langzaam te sterven en, misschien nog slechts enkele weken of maanden leven kan, door de Italiaansche wet zoo verbonden, dat zij geeneens kan wegvluchten, komt een nieuwe man in haar leven een rol spelen. In het badplaatsje komt een vrij oud maar levenslustig en on- gehuwd Italiaansch professor Carlo Ghis- leri, die voor elke blonde vrouw in vuur en vlam geraakt. Lucie heeft, terwijl zij niet bijgter mooi is, lange blonde haren. Als de professor de eerste visite brengt bij zijn patient, kust hij terstond Lucie op den mond. Daar zij ge heel van hem afhankelijk is, en hij den ster- venden man onder zijn bedwang krijgt door morfine-injecties, geeft zij aan Carlo te kennen, dat hij haar als een fatsoenlijke vrouw respecteeren moet. Carlo, die het innigste medelijden met haar heeft opge- vat, ontdekt hoe 'n lieve vrouw zij is. Haar bewondering voor den geleerde en haar dankbaarheid voor zijne groote opofferin- gen, doet in Lucie's hart een geweldige hartstocht ontbranden, zoodat tijdens de laatste ziekteweken de liefde en de harts tocht tusschen Carlo en Lucie hoe langer hoe feller wordt. Carlo, die haar eerst had willen behandelen, zooals hij reeds zoo menige vrouw behandeld heeft, besluit, dat zij zijn vrouw en de moeder zijner kinderen zal worden. Maar terwijl deze connectie zich geleidelijk ontwikkelt, zonder dat zij daadwerkelijk ontrouw aan Pio wordt, komen beiden in opspraak bij de kletsende badgasten. Eindelijk sterft Pio en Carlo snelt heen om de toebereidselen voor een tweede huwelijk te treffen, maar verneemt, dat de wet eischt, dat een weduwe een jaar lang ongehuwd blijft. Hij heeft intussehen Lucie zoo leeren hoogschatten, dat hij in geen geval een liaison met haar wenscht en hij haar eer wil hooghouden. Zij reizen van Sicilie naar het noorden van Italie, waar zij afscheid van elkaar nemen. Lucie zal een gaar. Dat slik ik zoo maar met Doet u het dan maar met). U zou «r in kunnen stikken. Puk knoopte zijn jas dicht en greep den hoed. Goeaen avond, mijn- heer Tompson. U zult deze week wel alles in orde komen mak®n met Marton niet waar? Ik zal alles wel in orde maken, zei Tomp son stug. Maar luister eens, maak niet zoo een haast. Laten w® elkaar goed be- grijpen. Misschien willen w® allebei het- zelfde en prob®eren we ieder op zijn eigen manier het te b®reiken. Hoor eens, Der- rington, vanavond was het je niet t® doen om Marton of zijn huis of zijn Jog. Het was qui haar, om Fay. Er zijn twee dingen waar een man voor wil vecht®n: een beurs en een rok. Hij lacht® om zijn eigen gees- tigheid. Maar denk met, dat j® met mij afgerekend h®bt, nu je Johnson knock-out hebt geslag®n. Als ik iets wil hebben krijg ik het altijd en ik wil haar hebb®n en ik was eerst. Waarom zouden we er dan woord®n over vuil maken? vroeg Puk w®lgemoed. Hij liep naar de deur, b®dacht zich even keerde zich om ®n ging vlak voor Tomp son staan. Dieze hield op h®en en weer te wippen met zijn sto®l. Als Fay met u wilt ffouwen, vervolgd® Puk, dan zal ze het doen. Als z® niet met u wil trouwen dan niet. Tompson knipperde met d® oogen. O Puk had gesproken, net als hij gevoch ten had, vroolijk welgemo®d, met een onverwachten stoot tot b®sluit. Gek, dat je neus sch®ef staat, begon Tompson even later. Toch b®d»rft het je gezicnt niet. Hoe is h®t gebeurd? Meeningsverschil ov®r een vrouw. jaar in Engeland doorbrengen en dan terugkomen om Carlo's vrouw te worden. Maar bij het afscheid zegi hij, dat hij plot- seling symptomen van een ziekte bij zich heeft ontdekt en dat hij eerst moet trachten die ziekte te genezen. In Engeland gaat Lucie Uden weer dapper aan den arbeid, terwijl haar tante mrs. Falconer en haar nichtje Sophie weder bij haar komen in- wonen en op haar beurs teren. Sophie, die al jaren lang een rijk parvenu Simon Kaye tevergeet's naloopt en ondertusschen allerlei avonturen net vele jo;igt,Vannen heeft, ge- bruikt Lucie's vroegere.i aanbidder Ent wistle als een soort lijfjouker, die in zijn nai'eve sulligheid haar voortdiirend diensten bewijst. Deze officier heeft allerlei pogin- gen gedaan om een betrekking te krijgen en ten einde raad koopt hij een boerderij en gaat hij een heel karig stuk brood als landbouwer verdienen. Wanneer het jaar van afwachten bijna ten einde is, krijgt Lucie een brief van Carlo: Hij heeft een beroerte gehad, zoodat van een huwelijk niets meer komen kan. Nadat zoo aan haar hoop de bodem is in- geslagen, gaat zij dapper voort met het beoefenen van haar kunst om haar brood te verdienen. Doch de verhouding met haar tante en nicht wordt een zoodanige, dat het tot een breuk komt. In haar ellende, nu zij geheel alleen staat en tegelijk vurig ver- langt naar het moederschap, neemt zij een kloek besluit. Entwistle, die arm is, zou haar niet durven vragen, hoe zeer hij ook haar liefheeft. Zij besluit naar hem toe te gaan en het initiatief te nemen. Zij wonen op de boerderij en leven in armoede. Lucie moet hard werken, maar in haar liefde voor haar beide jongens, var, wie de oudste Carlo als naam krijgt, wordt zij gelukkig, terwijl een onafgebroken correspondentie blijft tusschen Ghisleri er; mevrouw Ent wistle. Laat mij er bij voegan: De peet van den oudsten zoon van Majorie Bowen is een hoog bejaard Nederlander, die als offi cier een eervolle loopbaan achter den rug heeft. In „Brandnetels" vinden wij telken- male een zoo groote overeenkomst tusschen Lucie's en Marjorie's lijden dat zij in tal van opzichten een autobiografie schiint. Deze roman, die als zielkundige beschrijving van het lijden van een jonge vrouw, die het slcchtoffer van een ellende g is, zal onge- twijfeld vele lezers vinden, omdat het boek een brok van het leven van een beroemde vrouw bevat. Maar bij de lectuur onthoude men, dat de waarheid in dit boek omkteed is met zooveel verbeelding, dat gerust kan worden geconcludeerd, dat de fictie de over hand heeft. T. g. T. DE FORENSENBELASTING. Naar het Vad. verne®mt is binnenkort op advies van Financien e«n Kon. b®sluit to verwachten, waarbij e®n opvhtpng van den Raad van State inzake de Foi®nsenbelas- tin,g wordt verworpen. Het betreft d® opvatting van den Raad van State, da# hij of zij als forens kan worden aangeslagen in ®lke gemeente, waarin hij of zij beschikking hebben tot persoonlijke uitoef®ning van een bedrijf. De Raad van State adviseerde namelijk, dat ,,het beschikking hebben tot" gelijk staat met ,,he,t persoonlijk uitoefenen van". Deze opvatting zou tot ze®r zonderlinge en verwarrende omstandigheden leiden. Zoo zou bijv. de president d®r Ned. Bank forensplichtig worden in alle g®meenten waar een filiaal gev®stigd is. Niet minder gek zou het bijv. loopen m®t firma's als Jamin en haar tairijke fihalen. Aang®zien O. En hoe kwam de ander ®r at. Voordat Puk kon antwoorden werd de deur geopend ®n stoof Picard binnen: Zeg, Tompson, Johnson is er b«ro®rd aan toe. We hebb®n om een dokter gestuurd, maar het duurt vervlockt lang, voor hij komt. Hij wendde zich tot Puk. Die stoot van u moet geweldig g®weest zijn. Voor zoover ik we^t is hij nog nooit knock-out geslagen. Hij he®ft een huid als 'n olifant. Ze volgden Picard naar Johnson's ea rner. Hij lag lang uit op den grond. Een paar menschen waren m®t hem bezig en wreven zijn hart. Zooals hij daar bewus- teloos lag op de ruwe planK®n, het hoofd gesteund door e®n kussen, leek zijn groot lichaam met de abnormaal stefk ontwikkel- de spieren nog g®weldiger dan anders. Hij leek onwez®nlijk, grotesk, bijna on- menschelijk. Een paar minuten nadat Picard Tomp- som was komen halen, kwam de dokt®r. Hij vroeg niets. Zijn onderzo®k was kort en snel. TOeii hij opstond k®ek hij den kleinen kring rond, totdat hij Puk zag. Hij is dood. De dokter wendd® zich nu tot Picard- U moet de politie er van in kennis stellen. Ho® eerder hoe beter. Bert Tompson sloop het vertf®k uit. Hij liep de gang door en bl®ef even staan bij den ingang van de zaal. De licht®n waren gedoofd, slechts e®n paar gaslampen ver- spreidden e®n zwakken gelen schijn. Hij staarde de groote; l®ege ruimtc in. Hij hps- terde zelfs naar d® stilt?'. Er moest veel gebeuren voordat i®ts hem schokte. John son dood. Hij floot zacht voor zich heen. Puk zou er misschien nog last me® krijgen en Marton ook, misschien in me®r dan een opzicht. Maar het zou hem zelf d®n weg nu een forens nooit m®er en maar een- maal kan aangeslagen Worden over 2/3 van zijn fnkomsten, zouden dus al die g®meen- ten dat 2/i3 deel ond®r elkaar moeten verdeel®n. Binnenlandsche zaken dro®g de beslis- sing over het advies van d®n Raad van State over aan financien, dat; zooals we reeds opmerkt®n, de oude opvatting zal handhaven, nl. dat men om forens te zijn in eenige g®meente, daar ook werkelijk pirsoionlijk uenig b®drijf of ambt moet uitoefenen. DE ONVERSCH1LL1GHEID VAN BELGIE NA DE LONDENSCHE CONFERENTIE. „De Londensche con.ferentie heeft niet de minste belangstelling gewekt bij het Belgische publiek, Schrijft men uit Antwer- pen. Men is hier totaal onverschiillig ge- bleven en ook de beurs heeft niet gerea- geerd. Aangezien zooveel vorige conferen- ties reeds mislukt zijn, stond men zeer scep- tisch tegenover deze jongste intergeallieer- de bijeenkomst, niettegenstaande ze als de laatste en beslissende was aangekondigd. Alhoewel men er zich thans rekenschap van geeft, dat de conferentie van Londen werkelijk resultaten heeft gegeven, die niet van geringe beteekenis zullen blijken te zijn, zoowel op politiek als op militair en economisch gebied, is de stemming van het publiek toch niet veel veranderd. Dit gebrek aan belangstelling wordt nog in de hand gewerkt doordat de franc, sinds het ac- coord van Londen tot stand is gekomen, volstrekt niet beter is geworden. Juist in- tegendeel. Men had algemeen verwacht, dat ais eerste tastbaar resultaat van het slagen der onderhandelingen, de waarde van den Belgischen franc niet onbelangrijk zou stijgen. In, plaats daarvan is een daling ingetreden, en in bankierskriogen durft men een komende stijging nog niet voor- spellen. Eindelijk weet het groote publiek hier niet recht wat men te Londen bereikt heeft. Men spreekt natuurlijk veel over het plan-Dawes, doch er zijn er slechts wei- nigen die preeies weten wat dit rapport in- houdt. En het eenige resultaat van de con ferentie te Londen, dat den menschen hier belang inboezemt, is de zekerheid, dat Bel- gie weldra de Roer gaat verlaten. Het is merkwaardig na te gaan, hoe de meening aangaande deze militaire expedi te de laatste maanden hier veranderd is. Zelfs in verwoed-Belgisch-nationalis- tische kringen is de wind heelemaal ge- draaid. Eigenlijk heeft niemand in 1923 oprechte geestdrift getoond voor de bezet- ting van het Roergebied. Belgie heeft, op de keper beschouwd, meer gehandeld uit solidariteit tegenover Frankrijk, dan uit eigen overtuiging, maar terwijl gematigde elementen daar ronduit voor uitkwamen, hielden de nationalistische kringen bij hoog en bij laag staande, dat Belgie alleen en uitsluitend zijn eigen belang diende door de Roer binnen te trekken. Naarmate de expe dite echter duurde en naarmate het dui- delijker werd, dat zij de verwachte resulta ten niet opleverde, koesterde men in het al gemeen den wensch zoo spoedig mogelijk een einde aan het avontuur te maken. Het wachten was op een geschikte gelegenheid. Deze heeft zich thans te Londen voorge- daan en het is een geheim van Polichinelle, dat de Belgische premier Theunis de Roer onmiddellijk en zonder het stellen van eenige conditie heeft willen verlaten. Gnnoodig te zeggen, dat de nationalisti sche kringen moord en brand schreeuwen over dit voornemen van Theunis. Zij vin den natuurlijk, dat Belgie zoolang als het effenen. In zijn verbeelding hoorde hij den ouden Bill weer z®ggen: Hier, wie wedt vier tegen een voor Johnson, vier tegen een. Tompson glimlacnte en liep d® straat op naar de auto waarin Marton, Fay en het Jog zaten te wachten op P®ter D. Ik be.n bang dat jullie lang zult moeten wachten. Er is iets geb®urd dat Puk op- houdt. Als het nie( te laat is mo®t je maar den trein naar Epsom nem®n, Marton. Waarom? Wat is er geb®urd? vroeg de trainer snel. Het Jog hoog zich voorover en k®ek Tompson wantrouwend aan. Deze str®kte de hand uit en legd® die op Fay's schou- der, toen hij antwoordde: Johnson is dood. Er klonk een angst en ontzag in zijn stem, die hij graag ver- borgen zou hebben, want h®t was angst en ontzag voor den lev®nde en niet voor den doode. Ja, vervolgd® hij, dood.... Puk heeft hem maar eens g®raakt en hij is dood. Marton sprong uit de autio, maar Tompson hield hem teg®n en zei, dat hij toch geen goed kon doUr. Neem Fay en het Jog liev®r tnee naar huis. Misschien kan ik iets voor Derrington doen. Een oogenbhk was Fay te. ontshld 0111 iets te zeg"g®n. Toen stond ze op en volg- de haar vader: Ja, vader, natuurlijk. Ik ga mee. Tompson pakte haar bij den arm. Je kan daar niet he®n gaan. De dokter heeft hem onderzocht en g®zegd dat hij dood is en daarmee uit. Z® hebben nil de po litie gewaarschuwd. De politie? De st®m van het Jog klonk maar eenigszins mogelijk is in de Roer had moeten blijven en dat het, nu het er uit wil trekken, dat rijke pand niet zonder meer mag loslaten. Daartegenover staat een meer bezadigde en veel meer met de werkelijk- heid overeenkomende redeneering. Nu door het plan-Dawes een ander en veel doel- treffender stelsel van panden in werking treedt, is het overbodig geworden de bezet- ting van het Roergebied nog langer te hand haven. Bovendien, de economische nadee- len, die Belgie uit hoofde van de Roerbezet- ting geleden heeft, zijn niet te schatten en het is derhalve meer dan wenschelijk, dat zoo spoedig mogelijk normale handelsrela- ties met alle omliggende staten, dus ook met Duitschland, worden aangeknoopt. Bel gie, dat toch in hoofdzaak een 'klein land is, dat van transito moet leven, kan daar slechts wel bij varen. Dat de Belgische delegatie te Londen haar voornemen inzake een snelle ontrui- ming van het Roergebied niet ten uitvoer heeft kunnen brengen, is heusch niet aan den invloed van de nationalistische krin gen te wijten, want de invloed daarvan is geheel onevenredig aan het kabaal, dat zij in den regel plegen te maken. Wij meenen niet bezijden de waarheid te zijn, wanneer wij zeggen, dat de Belgische gedelegeerden in dezen hun Fransche collega's ter wille zijn geweest. Het is openlijk bekend, dat de Belgen te Londen duidelijk aan hun mis- noegdheid tegenover de Fransche delegatie hebben uiting gegeven, omdat deze laatste langs den Belgischen bondgenoot om, on derhandelingen met Duitschland hebben gevoerd aangaande de onfruiming van het Roergebied. En hier raken wij aan een belangrijk, zij het dan ook onrechtstreeksch gevolg van de Londensche conferentie. Het Fransch-Bel- gische eenbeidsfronf, dat onafgebroken be- staan heeft sinds den wapenstilstand, is te Londen wel niet geheel verbroken, maar het heeft ongetwijfeld een flinken knauw ge- kregen. Het is duidelijk, dat, wanneer men Frank rijk zijn gang liet gaan, een economisch verbond met Duitschland tot stand zou ko men, waarbij de rechten van den Engelschen en Belgischen bondgenoot eenvoudig ver geten zouden worden. De Belgische belan- gen stroken dus geheel met de Engelsche en het standpunt dat Brussel in dezen in- neemt, is zeer logisch en heeft alle kans, juist door den steun van Engelschen kant, de overhand te houden. Belgie redeneert als volgt: Wanneer er economische onder handelingen met Duitschland worden aan geknoopt, dan moet dit gesohieden door de gezamenlijke geallieerden en wel op zulk een wijze, dat alle partijen er evenveel voordeel uit behalen, zonder de rechten van andere landen te schaden. De Belgische delegatie is trpuwens niet werkeloos te Londen blijven toezien. Men weet, dat weldra onderhandelingen zullen worden aangeknoopt door Belgie met Duitsche gedelegeerden om tot een econo mische oviereenkomst te geraken. En de Belgen zullen goed doen zich daarbij alleen te bekommeren om de belangen van hun eigen land, zonder om te zien naar de wen- schen van anderen. Zij weten nu wel wat de vriendschapsbetuigingen, die van dezen kant komen, te beteekenen hebben van een zuiverpractisch standpunt bezien. Juist een paar dagen geleden hebben de bladen ge- meld, dat Frankrijk weer alle moeite doet om de eigen havens te bevoordeelen door het instellen van speciale vrachttarieven. Dit geschiedt geheel ten nadeele van de Antwerpsche haven. De verwachtingen voor de naaste toe- komst zijn hier niet al te rooskleurig. Men wacht kalm af, en hoopt er het beste van. angstig. Ze zat bij het s(uur. Niemand lette op haar. Laat me alsjeblieft los, z®i Fay. Je gaat er niet h®en, antwoordde Tomp son. Marton was al verdwenen in h®t ge- bouw. Ik zal gaan waar ik wil. U hebt het recht niet me t®igen te houden. Ik krijg dat recht eersttiaags. Ik kan er nu wel vast nie® beginnen, antwoord de Tompson. Ze zullen Puk ni®t ophan- gen als je daar soms bang voor bent. Hij komt er waarschijnlijk wel met een paar maanden zitten af. Hij lachte raw. Fay rukte zich los en holde h®t trottoir op. Tompson volgde haar. Het Jog bleef ®enzaam en vergeten ach ter in de uluto. Haar tehg®r lichaarnpjo trilde, de groote blauw® oogen stiaarden naar het donkere g®bouw, waar de doode man wachtte en de l®vende HOOFDSTUK XV. Peter Dierrington w®rd door de politie gearreste®rd. Picard en Bert Tompson be- loofden beiden d®n volgenden ochtend op het bureau te kom®n en borg voor hem te zijn tot 11a de g®rechtjelijke lijkschou- wing. Toen Marton zag dat hij niets kon doen ging hij naar huis met Fay en h®t Jog. Fay had kamers in Kensingtonmaar ze haalde haar vader ov®r, haar mee naar huis te nemen. Na al wat ®r gebeurd was, had ze geen mo®d den nacht alleen door te brengen. Marton haald® de schouders op, maar zei niets. Vrouwen war®n eigen- aardige wezfens ®n Fay had altijd ge daan wat ze wou. (Wordt vervolgd.) TER NEUZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1