ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No, 7643. Maandag 11 Augustus 1924. 64e Jaargang. TIEN US1OONLDGSPOLITIEK HETJOS FKirniBTOM. WA 1914 1 Augustus 1924 Wanneer wij het politiek-economisch karakter van den oorlog en den na-oorlog gadeslaan, treedt daaruit wel sterk naar voren het internationaal karakter van de tegenwoordige samenleving. De lessen van den oorlog waren blijkbaar voor me ni geen nog niet voldoende om te beseffen, dat evenzeer als de oorlog in staat is geweest om ook bij den meest onschuldigen neutrale de staatshuishoudlng in de'war te gooien, herstel van den economischen toesta.nd al- leen langs internationalen weg mogelijk is. Nederland, dat zoo groote belangen heeft in Duitschland, maar ook in tal van andere landen, dacht het werkelijk zich van de slagen van den oorlog te kunnen opheffen, terwijl de toest^nden in die andere landen ongunstig bleven? Degenen in elk geval, die aldus kortzichtig gedacht hadden, werden spoedig wijzer gemaakt. De vrede van Ver sailles was niet alleen een poli'tiek, doch ook een economisch verdrag; op Duitschland, later ook op Oostenrijk en de andere Cen- trale landen werden drukkende verplichtin- gen gelegd. Geheel de politiek vanaf dat oogenblik is beheerscht door de vraag in hoeverre Duitschland aan die verplichtingen zou voldoen, en in hoeverre Frankrijk zou verkrijgen wat het wenschte. Daarbij is dan gekomen het probleem der Intergeallieerde schulden, d. w. z. van de teruggave van de bedragen, die de Geallieerde overwinnaars onderling elkander in den oorlog hebben voorgeschoten. Hierbij staat, Amerika wel als grootste schuldeischer voorop, en nog steeds bestaat bij een groot deel van Europa de neiging om te veronderstellen, dat Amerika deze schuld zonder meer zal kwijtschelden. Terwijl juist Amerika, na zijn weigering om het Verdrag van Versail les te teekenen en tot den Volkenbond toe te treden, zich van de Europeesche aange- legenheden heeft losgemaakt. Amerika is in den oorlog gegaan, omdat het last daar- van ondervond; omdat schepen, bevracht met zijn goederen en waarop zijn passa- giers reizen deden, werden getorpedeerd. Amerika heeft geen grondgebied geeischt, en degenen, die beweren, dat Amerika uit .commercieele overwegingen in den oorlog is getreden, schijnen niet te bedenken, dat al in even sterke mate, toen het nog tot de neutralen behoorde. Amerika geweldige handelsvoordeelen uit den oorlog behaalde. Amerika heeft wellicht bedoeld om Frank rijk, Engeland en de overige Geallieerden. die tot zijn grootste schuldenaars behoor- den, te steunen, maar het heeft dien steun mitt oif meer opgegeven, nadat eenmaal de oorlog was geeindigd. Amerika beheerscht ongetwijfeld een groot deel van de econo- mische positie van de wereld; het financieel overwicht is, als gevolg van den oorlog, van Engeland naar Amerika verplaatst. Leende vroeger Amerika in Engeland thans is het omgekeerd, en het is onwaar- schijnlijk, dat de oude toestand zich spoe dig zal herstellen. De economische wetten zijn nu eenmaal niet zoo eenvoudlg als men verwacht dat zij zijn; Duitschland, dat den oorlog verloren heeft, is wellicht industrieel en economisch eerder op zijn verhaal dan Frankrijk, dat den oorlog gewonnen heeft. Wat wij alien wenschen, dat is het her stel van Europa, waarin het herstel van de overige wereld ligt opgesloten. Wat wel ieder wenscht is, dat aan Duitschland las- ten worden opgelegd, die het kan betalen en die Frankrijk noodig heeft om zich van de schade, die dit land in de eerste plaats van den oorlog heeft ondervonden, te her stellen. Maar wat ieder land voor zichzelf wenscht, is dat het financieel evenwicht in zijn staatsuitgaven zal terugkeeren. Ter Internationale Conferentie te Brussel, in het naj.aar van 1920 bijeengeroepen, en die het uit het Engelsch door Arthur Applin. 16) (Vervolg.) Er kwam een onmiskenbare uitdrukking van minachting op het gezicht van het Jog. Zijn mondhoeken trilden en hij glimlachte spottend. Kan je rijden? Dundas is overi- gens het eenige rijpaard, dat we hebben en We houden niet van v;eerndelingen bij het trainen. Voordrt Puk kon antwoorden hij be- gon eindelijk te merk®n dat hij in den weg was strompelde Marton de keuk«n bin- nen. Een kant van zijn gezicht was gczwol- len en hij voelde nog ,g«ducht de gevolgen van het gevecht van den vorig^n dag. Hi] liet zich op ©en stoel n«ervaiien en Peter zag, dat hij zijn gezicht pijnlijk ver- trok. Hebben we je wakk®r gemaakt, Der- rington? Maar nu je toch op bent, heb je misschien wel zin de stallen ©ens te be- kijken of mee te gaan naar de wei, als we de paarden trainen. Hij keek zijn zoon tersluiks aan. De paardenherhaalde hij bitter. Ik heb er maar vijf op het oogenblik. Puk ar.lwoordde, dat hij niets liever wil- de. Mai ton bekende, dat hij zich nog niet in staat voelde om zelf to gaan. Ik ben nog bont en blauw. Alte je het rijpaard wilt gebruiken. ga dan geru t je gang. Dundas zal je best kunnen dragen. J« moet ons aanzien gaf aan de financieel-economische organisatie van den Volkenbond, is wel ge- bleken hoezeer de staatsschulden van elk land zijn toegenomen; hoezeer d^ze toe- neming een geweldigen druk aan rente en aflossing op elk budget veroorzaakt, zoo- zeer zelfs, dat daardoor ook in die landen, waarin militaire uitgaven eerder zijn toe- dan afgenomen, het percentage daarvan op het geheel niettemin is teruggeloopen. Ter wijl in. den oplevingstijd onmiddellijk na den oorlog de noodzakelijkheid tot be- zuiniging geenszins werd ingezien, ter wijl toen integendeel aan alle denkbare so- ciale en soflaal-economische behoeften met guile hand werd toegegeven, terwijl men toen de invoering van den achturigen ar- beidsdag als het eerst noodige beschouwde is men later, noodgedwongen en in het eene land sneller dan in het andere, op dien weg teruggekeerd. Men heeft de in oorlogs- tijd overmatig uitgezette staatsdiensten weer besnoeid; men heeft bezuinigd, veelal daar, waar men juist niet bezuinigen moest; men heeft in •militaire en maritieme orga- nisaties ingegrepen, en in verschillende landen is men erin geslaagd om reeds tot een sluitend budget te komen. Nederland gaat op dien weg nog steeds voort; te moei- zamer zijn hier de pogingen, waar niet ont- kend kan worden, dat economische en po- litieke overwegingen door elkander gaan. Daaraan is het ongetwijfeld toe te schrij- ven, dat Indie, welks budget eigenlij.k in veei sterker mate ontwricht was dan het Nederlandsche, reeds thans tot een begin van herstel van het evenwicht is terugge- i keerd, en dat daarvan verwacht mag wor- j den, dat het dit herstel behoudt. In tal van landen, de oorlogvoerende zoo- wel als de niet oorlogvoerende, ziet men deze pogingen aangewend. Zij worden daar, waar'de valuta is gedaald, wel zeer I bemoeilijkt. Een verschijnsel ook van den oorlogstijd, maar vooral van. den na-oor- j logstijd; de depreciatie der valuta. Wie eenmaal zou hebben voorspeld, dat de Duitsche Mark nauwelijks een milliardste gedeelte van de werkelijke waarde zou ver krijgen, zou uitgelachen zijn; wie eenmaal voorspeld zou hebben, dat een millioen Kronen voor een gulden viel te verkrijgen, ware voor dwaas verklaard. En toch is het geschied; toch heeft men ten leste een val j van de Mark gezien, die phemomenaal is; i een gevolg van de inflatie van het papie- j rengeld, ook al weer een rechtstreeksch uit— vloeisel van den oorlog. Maar cfaartegen- over heeft men gezien, dat Oostenrijk, en zoo straks Hongarije, economisch gedeelte- lijk in den put, worden gereconstrueerd j met hulp juist van degenen, die nog giste- i ren en ook heden de politieke en economi- sche v.ijanden van datzelfde land zijn. En deze vijanden doen dat alweer niet uit over- j maat van. altrui'sme, maar eenvoudig, wijl hun eigen belangen daarbij betrokken zijn, w.ijl de economische samenleving interna- 1 tionaal dusdanig is samengeweven en sa- mengeweven is gebleven, ondanks den oor- j log, dat de val van den een noodwendig de val van den ander met zich sleept. I Op het oogenblik, dat wij ,,herdenken", dat Tien jaren geleden het onvoldoende po litiek- en economisch inzicht van degenen, die als leiders van de Europeesche samen leving waren aangewezen, al deze rampen over ons hoofd bracht; herdenken, ook dat er in de democratische volken, ongeacht welke, niet voldoende besef van economi sche realiteit heeft bestaan om een derge- lijke ramp voor a1les af te wenden op datzelfde oogenblik ongeveer schijnt er in- tusschen eenig licht te schemeren. De Ruhr- bezetting met al de gevolgen, ook weer eco nomische, van dien, heeft ertoe geleid, dat men de noodzakelijkheid van een oplossing van het Duitsch-Fransche conflict in het herstelvraagstuk is gaan inzien. Men heeft toen deskundigen te hulp geroepen, en de Commissie onder leiding van den Ameri- kaanschen Generaal Dawes, mag 'zich de ook eens veiljellien, wat je denkt van den Kameel. Het Jog schoof zijn hoed op zij en keiek I zijn vader aan. Zou mijnheer Derrington u er niet heen kunnen rijden met zijn auto? Hit geeft niets of we den Kameel laten loo- pen. als u er nieti bij bent. Mai ton schudde het hoofd. Het spijt me, jongetje, maar ik zie er geen kans toe. Ik i ga nog maar een beetje naar bed. Hij j trachtte een zucht te ondkrdrukken. Ik ben nu toch niets waard. Het Jog haalde de tengere schouders op. Inschrijvingen voor de Lincoln-races sluiten morgen. Puk zag een droevig glimlachie op Mar- ton's verweerd, gerimpeld gezicht. Hij strekte de hand uit, grcCp net Jog bij den arm en trok hem naar zich toe. In orde, jongttje, ik zal morgen e«n telegram stu- ren. Je bent c«n raar jog. Maar je kan nooit weten. Ik kan het wel weten soms, zCi het Jog zacht. Je voelt best, hoe «en paard loopt, als je ©r hart voor hebt. U zult hem nitt aan Bert Tompson gevfen, he? Puk bracht een kop dampende th®e naar de lipp©n: Beit Thompson krijgt heelemaal niefs. Tony liep snel de k> uk«n u'ti. We begin- nen over een minuut of twintig, riCp hij hem over den schouder to®. Marton ke©k Peter aan. Wat weet je van Tompson? Puk nam een groot'en slok en v«rbrandde haa.t den slokdarm. O, Fay heeft me over hem gesproken en h«t Jog ook, antwoord- de hij onverschillig. Hij schijnt u een Ke- lijke poets gebakken te hebben met dien Battling Bill die th.ee was hcet! Ik verdienste toeschrijven dit'eerste licht in de duisternis te hebben vooruitgeworpen. Het plan-Dawes is zeker niet volmaakt, en ook als zoodanig door de Lo.ndensche conferen tie der Geallieerden niet erkend, maar het biedt in elk geval een mogelijkheid van af- doening. Men denke daa.over niet gering, want wordt het geheel ten uitvoer gebracht. dan heeft Duitschland in de jaren, die on middellijk voor ons ligger:, bedragen van 1 milliard Goudmark in 1925, opklimmend tot 2V2 milliard Goudmark in 1929 te be talen, terwijl deze toeneming daarna voort- gaat, wijl Duitschland 'geacht wordt dan steeds beter instaat te zij} om aan zijn ver plichtingen te voldoEii.^hngetwijfeld zijn dat groote bedragen, mgar wie zich eens even voor oogen stelt, wat de oorlogvoe- renden bereid waren, dah toch uitsluitend ter vernietiging van den ander, in oorlogs tijd beschikbaar te stellen, zal over de eco nomische kracht van de partijen toch ook anders oordeelen. Cijfers, vastgesteld in het begin nog maar van 1916, deden reeds toen het aantal gewonden en vermisten van alle oorlogvoerenden tezamen op 16 millioen vaststellen; de gesneuvelden en blijvend invaliden op bijna 4 millioen, ter wijl het verlies aan menschelijk kapitaal op ruirn io milliard werd berekend. Op dat zelfde oogenblik werden de oorlogskosten voor alle oorlogvoerenden tezamen op 120 milliard geschat; zij zijn daarna eerder toe- dan afgenomen, zoodat men zoo in het al- gemeen en zeer globaal een som kan vast stellen, die aan het einde van den oorlog was verspild, en zulks uitsluitend in den dienst van de vernietiging. Wil men, ter illustratie van al het boven- staande, enkele, zoo nauwkeurig mogelijke cijfers? Hoezeer ons verbruik gedurende den oorlog werd beperkt, kan daaruit blij- ken, dat de kolenaanvoer, die in 1913 bijna 20.000 ton bedroeg, in 1916 tot 6.180 ton, en in 1918 tot 225 ton was geslonken; dat de petroleumaanvoer, die in 1914 170.000 ton bedroeg, in 1918 tot 48 ton was beperkt! Welke schade onze uitvoer tengevolge van den oorlog feed en wel lijden moest, kan hieruit blijken, dat de uitvoer van katoenen goederen, die in 1913 37'/2 millioen K.G. omvatte, in 1917 maar 6V2 millioen K.G. be droeg; dat de uitvoer der cacaofabrieken in 1914 36 millioen K.G. en in 1917 nog slechts 2 millioen K.G. bedroeg. Hoezeer geheel onze handel door .den oorlog werd pnt- wricht, blijkt, wanneer men ziet, dat de in- voer, die in 1918 637 millioen bedroeg, in 1919 tot 3296 millioen steeg, en in 1921 weer tot 2239 millioen daalde; dat de uit voer, die in 1918 slechts 417 millioen be droeg, in 1919 tot 1731 millioen was geste- gen en> in 1921 weer tot 1369 millioen daal de. Terwijl in 1914 de extra uitgaven „nog maar" 84 millioen bedroegen, stegen deze in 1917 tot 377 en in 1918 tot 568 millioen; de Rijksmiddelen, die in 1914 176 millioen bedroegen, waren in, 1918 tot 510 en in 1919 Tot 618 millioen gestegen. Het indexcijfer voor de kosten van levensonder- houd in 1913 stellende op 100, was dit in 1920 alleen voor de voeding tot 236, in totaal tot gemiddeld 222 gestegen. Terwiil bij werken, ten behoeve van het Rijk bij aanbesteding uitgevoerd, in 1913 een tim- merman gemiddeld 24 cts. per uur verdien- de, een verver 22]/2 cts., een los werkman 181/-) cts., 4>edroegen d?ze cijfers in 1920 resp. 65V2, 59l/2 en 49V2 cts.; terwijl in de mijhindustrie de ondergnondsche arbeiders in 1913 gemiddeld /2,95 per werktijd ver- diender,, was dit in 1920 tot f 7,71 gestegen; voor boivengrondsche arbeiders van fl,87 tot f 5,25. Zoo zou men met vrachtprijzen, met wisselkoersen, met cijfers van den ren- testand van de geldmarkt, met bedragen van aanbestedingen, met cijfers van werk- loosheid en werkloosheidsverzekering, ia met wat niet al kunnen voortgaan en ieder dezer cijfers zou niet een verandering aan- duiden, maar een ommekeer op zichzelf. het bewijs in zich dragen, dat er op elk ge- ben niet veel waard h«t op boksen aankomt. He4 is geen kleinigheid, zei de trainer somber. Johnson is ©en zwaar gewicht, en ze zeggen, dat hij nog we] eens kampioen zal worden. Hejti is buitengewoon vriendelijK van je, Derrington Ik wou, dafi u me Peter wou noemcn. Er is ge©n sprake van vriendelijkheid. Ik heb mijn leven lang voor mijn plezier gevoch- ten. Als ik er iemand m;e van dienst kan zijn. door Johnson knock-out te slaan, dan wil ik het met plezier probeeren. De trainer antwoordde niet. Hij zat dood- stil met gevouwen handen. Ik heb dien Tompson nog niet gezien, maar ik kan me hem wel zoowat voorstel- Ien en ik wil nitt, dat hij hier komt wonen en uw dochter Fay tot vrouw neemt Marton sloeg met de vuist op tafel, zoo dat de kopjes rammelden. Hij stond op. Ik zou hem nog liever ten kogel door zijn kop jagen Hij werd plotJeling doodsbleek «n wierp e©n angstiigen blik op Puk. Toen liet hij het hoofd hangen en strompelde naar de deur. Neem me met kwalijk ik wect niet, wat ik vanmorgen mankeer. Ik heb e©n moeilijken tijd achter den rug. Ik heb mijn zelfbeheersching v«rloren. Ik maak me dik over niets. Ga rm.e, dan gaan we samen naar de stallen. Ee.n half uur later reed Puk in stap op Marton's paard naast Tony, die den Ka meel be.rced. Voor hen uit liepen vier an dere volbloeden, ieder bereden door een staljongen. Tim, de stalknecht, vormde de achterhoede, gezeten op een ouden, lang- beenigen pony. Puk trachtte een gesprcik aan te knoopen. Hij voelde zich zeldzaam bied .niet iets, maar veel in de wereld ver- anderd is. Wie dan ook ziet, dat de gemiddelde levensstandaard, stelt men deze op 100 in 1914, tot 360 of meer is toegenomen, gelijk in cijfers aangegeven, kan zich moeilijk ver- wonderen. Wie ziet, dat de uitgaven van een budget als het Nederlandsche in het vijf- of zesvoudige zijn gestegen; wie ziet de enorme toename van onze staatsschuld, van onze werkloosheid, woning- en andere uitkeeringen, kan zich eigenlijk slechts ver- bazen, dat de oorlog geen grooter gevolgen heeft gehad. Het verwonderlijkste van alles mag misschien heeten, dat men nu, met al deze cijfers van slechts ellende voor zich, nog spreekt over de mogelijkheid van een nieuwen oorlog; nog maar de waarschijn- lijkheid veronderstelt, dat Europa, dat arme, geheel uitgeputte Europa, opnieuw bereid, maar ook instaat zou zijn om zich dergelijke vernietigingsweelde welk een schrijnende tegenstelling! nog eens te veroorloven! De cijfers, die van deze tien- jarige periode van economische oorlogs- politiek want ook op economisch gebied is het oorlog gebleven na den vrede ten dienste staan, zijn talrijk. Zij staan vele en belangwekkende vergelijkingen toe. Maar veel of weinig cijfers, zij doen niet anders dan ons elken keer verkondigen, dat ten gevolge van de dwaasheid der volkeren zelvem, geleid als men wil door slechte leidslieden, het leven duur en moeilijk is ge- worden; dat wij, het levend geslacht, heb ben ingeboet aan materieele en moreele levensvreugde, en voor het komend ge slacht den levensstrijd zoo ettelijke malen moeilijker hebben gemaakt. Is het dan niet, wanneer men op den dag terugziet, die al deze politieke en economische ellende over ons bracht, het juiste oogenblik om te zeg gen: dat nooit meer. En als wij het alien zeggen, en. niet alleen zeggen, maar als een geloof in ons zelven voelen, dan moet het mogelijk zijn om het te verwezenlijken! De Volkenbond is ongetwijfeld ook op econo misch gebied nog slechts een begin, een zwak, een bescheiden begin. Maar men be- denke, dat hij nog niet anders dan zwak en bescheiden kan zijn, en dat hij slechts dan sterk kan worden, wanneer alle volkeren hem sterk willen hebben. Dat zal menig keer met opoffering wellicht van eigen na- tionale verlangens moeten geschieden, maar het zal, indien dit geleidelijk van alien kant geschiedt, ook leiden tot een versterkirig van de werkelijk internationale banden, waarvan op den duur elk land profijt zal trekken. Als 1934 het resultaat van een dergelijke ontwikkeling mag zien, zal een tienjarig tijdperk achter ons liggen, dat, naar wij hopen, in verblijdend contrast zal zijn met het thans voleindigde. HET ONTWERP TAR1EFWET. Verschenen is het voorloopig verslag over het ontwerp van wet tot vaststelling van een nieuwe tariefwet. Het volgende wordt er aan ontleend: Verscheidene leden protesteeren tegen de wijze, waarop dit ontwerp door de regee- ring is ingediend en tegen de omstandig- heden, waaronder het door de Kamer tot dusverre is behandeld en wellicht verder be- handeld zal worden. Ternauwernood kan men zich eenig denkbeeld vormen van de gevolgen, die de artikelen van het tarief voor handel, scheepvaart, land- en tuin- bouw en nijverheid zullen hebben. Door de handelwijze der regeering wordt zoowel de goed'e gang van den parlemen- tairen arbeid als de inhoud van onze tarief- wetgeving in gevaar gebracht en met de grootste economische be'.angc van ons land een onverantwoordelijk spel gedreven. De hier aan het woord zijnde leden wenschten zich dan ook de bevoegdheid voor te behouden bij de openbare behande- gelukkig. Zijn eerst,' indruk Van Engeland had hem teleurgest®ld. Zijn thuiskomst was e©n mislukking geweest, maar nu was alles op zijn poo.tjes terechfcgekomen en hij ge- noot dezen ochtend van zijn leven. Er hing een dunne nev^l in het dal, waaruit boomen en s truiken geheimzinnig te voorschijn kwa- men. De wolken waren aigedreven en een groote vuurbol verscheen aan d«n horizop en keek de aard® warm en vriendelijk aan. De lucht was koud na d©n regen, ©n vol van den geur van bladeren ^n vochtige aar- de en den rook, die op s^eg uit de echoor- steenen der boerderijen. En het deed hem goed weer een paard onder zich te voelen, zelfs al was het maar Marton's oude knol. Je vindt het toch niet verrelcnd, dat ik me© ga? vroeg hij na e«n paar mislukte pogingen om ©en gesprek aan te knoopen. Ze hadden nu de wei bereikt, de dek- kleeden werden van de volbloeden afgeno men. Tony zag er onmogelijk klein en onbeduidend u't, naast den Kameel. Puk had nog nooit zoo e©n soort jongen ont- moet. Als vader het goed vindt, gaat het rnij verder niet aan. Ik zal ophoeipelbn, als ik te v^el ben. Peter's stem klonk scherp. Tim hecsch Tony in hctl zadel. De Ka meel stond net zoo kalm als was hij een van de schapen, die in de verte weidden. O, kijk maar gerust naar het draven. Je oorde-el over den Kameel is misschien wel de moeitie waard. De spot van het Jog ontging Peter. Hij ke;<k de paarden na, die een paar honderd meter stapvoets liepen tot waar de grond effen werd. Hij zag ze afgaan. Hij had een flauw vermoed«n, dat dit een soort ling van het ontwerp aan elk artikel van het tarief uitvoerige bescbouwingen te wij- den, ook al mocht daaromtrent in het voor loopig verslag niets vermeld. Zij wezen bij voorbaat elk verwijt van obstructie af, dat ter zake mocht worden geuit. Andere leden wezen er op, dat niet over het hoofd mag worden gezien, dat aan het gedurende langen tijd hangende blijven van plannen tot tariefsherziening voor han del en bedrijf ook groote bezwaren verbon- den zijn. Verschillende andere leden kwamen op tegen het betoog in de M. v. T., dat de voor- gestelde regeling van het tarief vooral be staat in een technische herziening. Zij moet in de eerste plaats als een fis- cale voorziening worden opgevat, terwijl tot protectionistische bedoelingen daaraan geenszins vreemd zijn. Het protectionis- tisch karakter blijkt zeer sterk uit de be- lasting van versche vruchten. Het fiscale recht is in een beschermend recht omgezet. Uit het verzet dat gerezen is tegen het wegvallen van het bestaande recht van 5 voor sommige artikelen, blijkt duidelijk, hoezeer dit tamelijk geringe recht reeds pro- tectionistisch gewerkt heeft. Het kan dan ook niet worden volgehouden, dat een ver- hooging van het heffingspercentage van 5 op 8 geen protectionistische strek- king zou hebben. Deze leden verklaarden, dat, zoolang dit wetsontwerp een protectionistische strek- king vertoont, zij hun stem daaraan niet zullen kunnen geven. De geschiedenis der laatste 50 jaren be- wijst, dat onze economische ontwikkeling alleen te danken is aan den vrijhandel. Al leen daardoor hebben onze industrieen zich kunnen aanpassen aan de wereldconcur- renfie. Voorts betoogden deze leden, dat het thans allerminst de tijd is, om tot verhoo- ging van het tarief van invoerrechten over te gaan, omdat zulks moet leiden tot een stijging van de kosten van levensonderhoud. Door sommige van deze leden werd de aandacht gevestigd op de gevolgen van de tariefsverhooging voor de duizenden gezin- nen van de laagst bezoldigde boeren. Arbeiders, wier levenspositie nog slech- ter zal worden dan zij nu reeds is. De tegenstelling voorts tusschen landbouw en Industrie zal door dit wetsontwerp worden verscherpt. Door de voorgestelde tariefs- verhoogingen zullen bovendlen de protectio- nisten in andere landen gegronde redenen krijgen bij hun regeering aan te dringen op repressailles, waardoor een tariefsstriid kan ontstaan, die reeds zooveel nadeelige ge volgen heeft gehad. Deze leden achtten voorts de indiening van dit ontwerp niet in overeenstemming met de houding der regeering ten aanzien van de economische en financieele crisis. Andere leden ontkenden dat de voorge stelde tariefsherziening een protectionis tische strekking heeft. Nu de tot dusver ingevoerde bezuinigin- gen nog niet tot een sluitend maken van het budget hebben geleid, zal h. i. de voor gestelde tariefsverhooging als middel daar- toe niet kunnen worden ontbeerd. Sommige leden kwamen er tegen op, daf de voorgestelde tariefverhooging slechts een meerderen druk van 2 per hoofd der bevolking zal opleggen. Eenige leden, die in het algemeen zich tegen de voorgestelde verhooging van in voerrechten zouden verzetten, doch thans alleen zich daarbij zouden kunnen neerleg- gen wegens de bijzondere nood der schat- kist, wilden daaraan hunnerzijds de voor- waarde verbinden, dat de hoogere heffing als van tijdelijken aard zou worden aange- merkt. Zij vroegen daarom, of de regeering be reid zou zijn in dit ontwerp een bepaling op te nemen, dat de heffing automatisch bin- nen een niet te langen termijn, bijv. van 5 jaren, tot de bestaande norm van 5 zal examen was voor den Kameel. Hij was een leelijk dier, maar toen hij begon te draven, zag Puk dadelijk; dati er gang in hem zat. Hij raakte den grond nauwe°- lijks aan. De andere paarden galopp«erden. De Ka meel scheen m«er voort te hobbelen op de manier van het: beest, waarnaar hij genoemd was. Puk kneep de oogen half dicht. Hij richtte zic'n op in de stijgbcugels. Hij kon een glimlach nut onderdrukken. Het Jog leek wel een vlieg, zooa.ls hij daar ineengedoken zat op d<?n Kameel. Het paard scheen niet te bewegen en toch bleef hij op een lijn nut de voo.lsllen. Een van de jongens haalde de teugels aan en sloeg met de zw®ep. Tony bewoog niet, maar plotseling, een paar honderd meter voor net eindpunt, schoot de Kameel als een pijl uit den boog naar voren; hit was of de andere paarden stiistonden. Hij was nu niet: 1 anger het logge beest, ruaar moo: n sn©! Mooi als een zwaluw die de luchf doorklieft, als e«n vliegma- cnine, die de ruimte beheerscht. Na dezen r.'t reden ze stapvoets en zwij- gend naar de stallen'terug. Puk keek toe, hoe d© paarden geros.kamd werden. Hier en daar hielp hij een handje. Toen ze thuis kwamen stond "Fay hen op te wachten in de hall en was hi I ontbijt klaar. Een groot houtvuur brandde in den haard, de zon scheen vroolijk naar binnen. Midden op tafel stond een groote kom paarsche violen. Fay zat aan het hoofd ©n bediende ieder van koffie of thee. Op een ouderwe^sch koperen driepoot bij net vuur stond een schctel met eieren en gebakken spek. (Vv'ordt vervolgd). ■"i Mil w inni" 'ii'i iTwnTimrnrT~*ti nnnnn~TTF"*—

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1