ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No, 7643.
Maandag 11 Augustus 1924.
64e Jaargang.
TIEN US1OONLDGSPOLITIEK
HETJOS
FKirniBTOM.
WA
1914 1 Augustus 1924
Wanneer wij het politiek-economisch
karakter van den oorlog en den na-oorlog
gadeslaan, treedt daaruit wel sterk naar
voren het internationaal karakter van de
tegenwoordige samenleving. De lessen van
den oorlog waren blijkbaar voor me ni geen
nog niet voldoende om te beseffen, dat
evenzeer als de oorlog in staat is geweest
om ook bij den meest onschuldigen neutrale
de staatshuishoudlng in de'war te gooien,
herstel van den economischen toesta.nd al-
leen langs internationalen weg mogelijk is.
Nederland, dat zoo groote belangen heeft
in Duitschland, maar ook in tal van andere
landen, dacht het werkelijk zich van de
slagen van den oorlog te kunnen opheffen,
terwijl de toest^nden in die andere landen
ongunstig bleven? Degenen in elk geval, die
aldus kortzichtig gedacht hadden, werden
spoedig wijzer gemaakt. De vrede van Ver
sailles was niet alleen een poli'tiek, doch ook
een economisch verdrag; op Duitschland,
later ook op Oostenrijk en de andere Cen-
trale landen werden drukkende verplichtin-
gen gelegd. Geheel de politiek vanaf dat
oogenblik is beheerscht door de vraag in
hoeverre Duitschland aan die verplichtingen
zou voldoen, en in hoeverre Frankrijk zou
verkrijgen wat het wenschte. Daarbij is dan
gekomen het probleem der Intergeallieerde
schulden, d. w. z. van de teruggave van de
bedragen, die de Geallieerde overwinnaars
onderling elkander in den oorlog hebben
voorgeschoten. Hierbij staat, Amerika wel
als grootste schuldeischer voorop, en nog
steeds bestaat bij een groot deel van
Europa de neiging om te veronderstellen,
dat Amerika deze schuld zonder meer zal
kwijtschelden. Terwijl juist Amerika, na
zijn weigering om het Verdrag van Versail
les te teekenen en tot den Volkenbond toe
te treden, zich van de Europeesche aange-
legenheden heeft losgemaakt. Amerika is
in den oorlog gegaan, omdat het last daar-
van ondervond; omdat schepen, bevracht
met zijn goederen en waarop zijn passa-
giers reizen deden, werden getorpedeerd.
Amerika heeft geen grondgebied geeischt,
en degenen, die beweren, dat Amerika uit
.commercieele overwegingen in den oorlog
is getreden, schijnen niet te bedenken, dat
al in even sterke mate, toen het nog tot
de neutralen behoorde. Amerika geweldige
handelsvoordeelen uit den oorlog behaalde.
Amerika heeft wellicht bedoeld om Frank
rijk, Engeland en de overige Geallieerden.
die tot zijn grootste schuldenaars behoor-
den, te steunen, maar het heeft dien steun
mitt oif meer opgegeven, nadat eenmaal de
oorlog was geeindigd. Amerika beheerscht
ongetwijfeld een groot deel van de econo-
mische positie van de wereld; het financieel
overwicht is, als gevolg van den oorlog,
van Engeland naar Amerika verplaatst.
Leende vroeger Amerika in Engeland
thans is het omgekeerd, en het is onwaar-
schijnlijk, dat de oude toestand zich spoe
dig zal herstellen. De economische wetten
zijn nu eenmaal niet zoo eenvoudlg als men
verwacht dat zij zijn; Duitschland, dat den
oorlog verloren heeft, is wellicht industrieel
en economisch eerder op zijn verhaal dan
Frankrijk, dat den oorlog gewonnen heeft.
Wat wij alien wenschen, dat is het her
stel van Europa, waarin het herstel van de
overige wereld ligt opgesloten. Wat wel
ieder wenscht is, dat aan Duitschland las-
ten worden opgelegd, die het kan betalen
en die Frankrijk noodig heeft om zich van
de schade, die dit land in de eerste plaats
van den oorlog heeft ondervonden, te her
stellen. Maar wat ieder land voor zichzelf
wenscht, is dat het financieel evenwicht in
zijn staatsuitgaven zal terugkeeren. Ter
Internationale Conferentie te Brussel, in het
naj.aar van 1920 bijeengeroepen, en die het
uit het Engelsch
door Arthur Applin.
16) (Vervolg.)
Er kwam een onmiskenbare uitdrukking
van minachting op het gezicht van het Jog.
Zijn mondhoeken trilden en hij glimlachte
spottend. Kan je rijden? Dundas is overi-
gens het eenige rijpaard, dat we hebben
en We houden niet van v;eerndelingen
bij het trainen.
Voordrt Puk kon antwoorden hij be-
gon eindelijk te merk®n dat hij in den weg
was strompelde Marton de keuk«n bin-
nen. Een kant van zijn gezicht was gczwol-
len en hij voelde nog ,g«ducht de gevolgen
van het gevecht van den vorig^n dag.
Hi] liet zich op ©en stoel n«ervaiien en
Peter zag, dat hij zijn gezicht pijnlijk ver-
trok.
Hebben we je wakk®r gemaakt, Der-
rington? Maar nu je toch op bent, heb je
misschien wel zin de stallen ©ens te be-
kijken of mee te gaan naar de wei, als we
de paarden trainen. Hij keek zijn zoon
tersluiks aan. De paardenherhaalde hij
bitter. Ik heb er maar vijf op het oogenblik.
Puk ar.lwoordde, dat hij niets liever wil-
de. Mai ton bekende, dat hij zich nog niet
in staat voelde om zelf to gaan. Ik ben nog
bont en blauw. Alte je het rijpaard wilt
gebruiken. ga dan geru t je gang. Dundas
zal je best kunnen dragen. J« moet ons
aanzien gaf aan de financieel-economische
organisatie van den Volkenbond, is wel ge-
bleken hoezeer de staatsschulden van elk
land zijn toegenomen; hoezeer d^ze toe-
neming een geweldigen druk aan rente en
aflossing op elk budget veroorzaakt, zoo-
zeer zelfs, dat daardoor ook in die landen,
waarin militaire uitgaven eerder zijn toe-
dan afgenomen, het percentage daarvan op
het geheel niettemin is teruggeloopen. Ter
wijl in. den oplevingstijd onmiddellijk na
den oorlog de noodzakelijkheid tot be-
zuiniging geenszins werd ingezien, ter
wijl toen integendeel aan alle denkbare so-
ciale en soflaal-economische behoeften met
guile hand werd toegegeven, terwijl men
toen de invoering van den achturigen ar-
beidsdag als het eerst noodige beschouwde
is men later, noodgedwongen en in het
eene land sneller dan in het andere, op dien
weg teruggekeerd. Men heeft de in oorlogs-
tijd overmatig uitgezette staatsdiensten
weer besnoeid; men heeft bezuinigd, veelal
daar, waar men juist niet bezuinigen moest;
men heeft in •militaire en maritieme orga-
nisaties ingegrepen, en in verschillende
landen is men erin geslaagd om reeds tot
een sluitend budget te komen. Nederland
gaat op dien weg nog steeds voort; te moei-
zamer zijn hier de pogingen, waar niet ont-
kend kan worden, dat economische en po-
litieke overwegingen door elkander gaan.
Daaraan is het ongetwijfeld toe te schrij-
ven, dat Indie, welks budget eigenlij.k in
veei sterker mate ontwricht was dan het
Nederlandsche, reeds thans tot een begin
van herstel van het evenwicht is terugge-
i keerd, en dat daarvan verwacht mag wor-
j den, dat het dit herstel behoudt.
In tal van landen, de oorlogvoerende zoo-
wel als de niet oorlogvoerende, ziet men
deze pogingen aangewend. Zij worden
daar, waar'de valuta is gedaald, wel zeer
I bemoeilijkt. Een verschijnsel ook van den
oorlogstijd, maar vooral van. den na-oor-
j logstijd; de depreciatie der valuta. Wie
eenmaal zou hebben voorspeld, dat de
Duitsche Mark nauwelijks een milliardste
gedeelte van de werkelijke waarde zou ver
krijgen, zou uitgelachen zijn; wie eenmaal
voorspeld zou hebben, dat een millioen
Kronen voor een gulden viel te verkrijgen,
ware voor dwaas verklaard. En toch is het
geschied; toch heeft men ten leste een val
j van de Mark gezien, die phemomenaal is;
i een gevolg van de inflatie van het papie-
j rengeld, ook al weer een rechtstreeksch uit—
vloeisel van den oorlog. Maar cfaartegen-
over heeft men gezien, dat Oostenrijk, en
zoo straks Hongarije, economisch gedeelte-
lijk in den put, worden gereconstrueerd
j met hulp juist van degenen, die nog giste-
i ren en ook heden de politieke en economi-
sche v.ijanden van datzelfde land zijn. En
deze vijanden doen dat alweer niet uit over-
j maat van. altrui'sme, maar eenvoudig, wijl
hun eigen belangen daarbij betrokken zijn,
w.ijl de economische samenleving interna-
1 tionaal dusdanig is samengeweven en sa-
mengeweven is gebleven, ondanks den oor-
j log, dat de val van den een noodwendig de
val van den ander met zich sleept.
I Op het oogenblik, dat wij ,,herdenken",
dat Tien jaren geleden het onvoldoende po
litiek- en economisch inzicht van degenen,
die als leiders van de Europeesche samen
leving waren aangewezen, al deze rampen
over ons hoofd bracht; herdenken, ook dat
er in de democratische volken, ongeacht
welke, niet voldoende besef van economi
sche realiteit heeft bestaan om een derge-
lijke ramp voor a1les af te wenden op
datzelfde oogenblik ongeveer schijnt er in-
tusschen eenig licht te schemeren. De Ruhr-
bezetting met al de gevolgen, ook weer eco
nomische, van dien, heeft ertoe geleid, dat
men de noodzakelijkheid van een oplossing
van het Duitsch-Fransche conflict in het
herstelvraagstuk is gaan inzien. Men heeft
toen deskundigen te hulp geroepen, en de
Commissie onder leiding van den Ameri-
kaanschen Generaal Dawes, mag 'zich de
ook eens veiljellien, wat je denkt van den
Kameel.
Het Jog schoof zijn hoed op zij en keiek I
zijn vader aan. Zou mijnheer Derrington u
er niet heen kunnen rijden met zijn auto?
Hit geeft niets of we den Kameel laten loo-
pen. als u er nieti bij bent.
Mai ton schudde het hoofd. Het spijt me,
jongetje, maar ik zie er geen kans toe. Ik
i ga nog maar een beetje naar bed. Hij
j trachtte een zucht te ondkrdrukken. Ik ben
nu toch niets waard.
Het Jog haalde de tengere schouders op.
Inschrijvingen voor de Lincoln-races sluiten
morgen.
Puk zag een droevig glimlachie op Mar-
ton's verweerd, gerimpeld gezicht. Hij
strekte de hand uit, grcCp net Jog bij den
arm en trok hem naar zich toe. In orde,
jongttje, ik zal morgen e«n telegram stu-
ren. Je bent c«n raar jog. Maar je kan
nooit weten.
Ik kan het wel weten soms, zCi het
Jog zacht. Je voelt best, hoe «en paard
loopt, als je ©r hart voor hebt. U zult hem
nitt aan Bert Tompson gevfen, he?
Puk bracht een kop dampende th®e naar
de lipp©n: Beit Thompson krijgt heelemaal
niefs.
Tony liep snel de k> uk«n u'ti. We begin-
nen over een minuut of twintig, riCp hij
hem over den schouder to®.
Marton ke©k Peter aan. Wat weet je
van Tompson?
Puk nam een groot'en slok en v«rbrandde
haa.t den slokdarm. O, Fay heeft me over
hem gesproken en h«t Jog ook, antwoord-
de hij onverschillig. Hij schijnt u een Ke-
lijke poets gebakken te hebben met dien
Battling Bill die th.ee was hcet! Ik
verdienste toeschrijven dit'eerste licht in de
duisternis te hebben vooruitgeworpen. Het
plan-Dawes is zeker niet volmaakt, en ook
als zoodanig door de Lo.ndensche conferen
tie der Geallieerden niet erkend, maar het
biedt in elk geval een mogelijkheid van af-
doening. Men denke daa.over niet gering,
want wordt het geheel ten uitvoer gebracht.
dan heeft Duitschland in de jaren, die on
middellijk voor ons ligger:, bedragen van 1
milliard Goudmark in 1925, opklimmend
tot 2V2 milliard Goudmark in 1929 te be
talen, terwijl deze toeneming daarna voort-
gaat, wijl Duitschland 'geacht wordt dan
steeds beter instaat te zij} om aan zijn ver
plichtingen te voldoEii.^hngetwijfeld zijn
dat groote bedragen, mgar wie zich eens
even voor oogen stelt, wat de oorlogvoe-
renden bereid waren, dah toch uitsluitend
ter vernietiging van den ander, in oorlogs
tijd beschikbaar te stellen, zal over de eco
nomische kracht van de partijen toch ook
anders oordeelen. Cijfers, vastgesteld in
het begin nog maar van 1916, deden reeds
toen het aantal gewonden en vermisten
van alle oorlogvoerenden tezamen op 16
millioen vaststellen; de gesneuvelden en
blijvend invaliden op bijna 4 millioen, ter
wijl het verlies aan menschelijk kapitaal op
ruirn io milliard werd berekend. Op dat
zelfde oogenblik werden de oorlogskosten
voor alle oorlogvoerenden tezamen op 120
milliard geschat; zij zijn daarna eerder toe-
dan afgenomen, zoodat men zoo in het al-
gemeen en zeer globaal een som kan vast
stellen, die aan het einde van den oorlog
was verspild, en zulks uitsluitend in den
dienst van de vernietiging.
Wil men, ter illustratie van al het boven-
staande, enkele, zoo nauwkeurig mogelijke
cijfers? Hoezeer ons verbruik gedurende
den oorlog werd beperkt, kan daaruit blij-
ken, dat de kolenaanvoer, die in 1913 bijna
20.000 ton bedroeg, in 1916 tot 6.180 ton,
en in 1918 tot 225 ton was geslonken; dat
de petroleumaanvoer, die in 1914 170.000
ton bedroeg, in 1918 tot 48 ton was beperkt!
Welke schade onze uitvoer tengevolge van
den oorlog feed en wel lijden moest, kan
hieruit blijken, dat de uitvoer van katoenen
goederen, die in 1913 37'/2 millioen K.G.
omvatte, in 1917 maar 6V2 millioen K.G. be
droeg; dat de uitvoer der cacaofabrieken in
1914 36 millioen K.G. en in 1917 nog slechts
2 millioen K.G. bedroeg. Hoezeer geheel
onze handel door .den oorlog werd pnt-
wricht, blijkt, wanneer men ziet, dat de in-
voer, die in 1918 637 millioen bedroeg, in
1919 tot 3296 millioen steeg, en in 1921
weer tot 2239 millioen daalde; dat de uit
voer, die in 1918 slechts 417 millioen be
droeg, in 1919 tot 1731 millioen was geste-
gen en> in 1921 weer tot 1369 millioen daal
de. Terwijl in 1914 de extra uitgaven
„nog maar" 84 millioen bedroegen, stegen
deze in 1917 tot 377 en in 1918 tot 568
millioen; de Rijksmiddelen, die in 1914 176
millioen bedroegen, waren in, 1918 tot 510
en in 1919 Tot 618 millioen gestegen. Het
indexcijfer voor de kosten van levensonder-
houd in 1913 stellende op 100, was dit in
1920 alleen voor de voeding tot 236, in
totaal tot gemiddeld 222 gestegen. Terwiil
bij werken, ten behoeve van het Rijk bij
aanbesteding uitgevoerd, in 1913 een tim-
merman gemiddeld 24 cts. per uur verdien-
de, een verver 22]/2 cts., een los werkman
181/-) cts., 4>edroegen d?ze cijfers in 1920
resp. 65V2, 59l/2 en 49V2 cts.; terwijl in de
mijhindustrie de ondergnondsche arbeiders
in 1913 gemiddeld /2,95 per werktijd ver-
diender,, was dit in 1920 tot f 7,71 gestegen;
voor boivengrondsche arbeiders van fl,87
tot f 5,25. Zoo zou men met vrachtprijzen,
met wisselkoersen, met cijfers van den ren-
testand van de geldmarkt, met bedragen
van aanbestedingen, met cijfers van werk-
loosheid en werkloosheidsverzekering, ia
met wat niet al kunnen voortgaan en ieder
dezer cijfers zou niet een verandering aan-
duiden, maar een ommekeer op zichzelf.
het bewijs in zich dragen, dat er op elk ge-
ben niet veel waard h«t op boksen
aankomt.
He4 is geen kleinigheid, zei de trainer
somber. Johnson is ©en zwaar gewicht, en
ze zeggen, dat hij nog we] eens kampioen
zal worden. Hejti is buitengewoon vriendelijK
van je, Derrington
Ik wou, dafi u me Peter wou noemcn. Er
is ge©n sprake van vriendelijkheid. Ik heb
mijn leven lang voor mijn plezier gevoch-
ten. Als ik er iemand m;e van dienst kan
zijn. door Johnson knock-out te slaan, dan
wil ik het met plezier probeeren.
De trainer antwoordde niet. Hij zat dood-
stil met gevouwen handen.
Ik heb dien Tompson nog niet gezien,
maar ik kan me hem wel zoowat voorstel-
Ien en ik wil nitt, dat hij hier komt wonen
en uw dochter Fay tot vrouw neemt
Marton sloeg met de vuist op tafel, zoo
dat de kopjes rammelden. Hij stond op.
Ik zou hem nog liever ten kogel door zijn
kop jagen
Hij werd plotJeling doodsbleek «n wierp
e©n angstiigen blik op Puk. Toen liet hij
het hoofd hangen en strompelde naar de
deur. Neem me met kwalijk ik wect
niet, wat ik vanmorgen mankeer. Ik heb
e©n moeilijken tijd achter den rug. Ik heb
mijn zelfbeheersching v«rloren. Ik maak
me dik over niets. Ga rm.e, dan gaan we
samen naar de stallen.
Ee.n half uur later reed Puk in stap op
Marton's paard naast Tony, die den Ka
meel be.rced. Voor hen uit liepen vier an
dere volbloeden, ieder bereden door een
staljongen. Tim, de stalknecht, vormde de
achterhoede, gezeten op een ouden, lang-
beenigen pony. Puk trachtte een gesprcik
aan te knoopen. Hij voelde zich zeldzaam
bied .niet iets, maar veel in de wereld ver-
anderd is.
Wie dan ook ziet, dat de gemiddelde
levensstandaard, stelt men deze op 100 in
1914, tot 360 of meer is toegenomen, gelijk
in cijfers aangegeven, kan zich moeilijk ver-
wonderen. Wie ziet, dat de uitgaven van
een budget als het Nederlandsche in het
vijf- of zesvoudige zijn gestegen; wie ziet
de enorme toename van onze staatsschuld,
van onze werkloosheid, woning- en andere
uitkeeringen, kan zich eigenlijk slechts ver-
bazen, dat de oorlog geen grooter gevolgen
heeft gehad. Het verwonderlijkste van alles
mag misschien heeten, dat men nu, met al
deze cijfers van slechts ellende voor zich,
nog spreekt over de mogelijkheid van een
nieuwen oorlog; nog maar de waarschijn-
lijkheid veronderstelt, dat Europa, dat
arme, geheel uitgeputte Europa, opnieuw
bereid, maar ook instaat zou zijn om zich
dergelijke vernietigingsweelde welk een
schrijnende tegenstelling! nog eens te
veroorloven! De cijfers, die van deze tien-
jarige periode van economische oorlogs-
politiek want ook op economisch gebied
is het oorlog gebleven na den vrede ten
dienste staan, zijn talrijk. Zij staan vele en
belangwekkende vergelijkingen toe. Maar
veel of weinig cijfers, zij doen niet anders
dan ons elken keer verkondigen, dat ten
gevolge van de dwaasheid der volkeren
zelvem, geleid als men wil door slechte
leidslieden, het leven duur en moeilijk is ge-
worden; dat wij, het levend geslacht, heb
ben ingeboet aan materieele en moreele
levensvreugde, en voor het komend ge
slacht den levensstrijd zoo ettelijke malen
moeilijker hebben gemaakt. Is het dan niet,
wanneer men op den dag terugziet, die al
deze politieke en economische ellende over
ons bracht, het juiste oogenblik om te zeg
gen: dat nooit meer. En als wij het alien
zeggen, en. niet alleen zeggen, maar als een
geloof in ons zelven voelen, dan moet het
mogelijk zijn om het te verwezenlijken! De
Volkenbond is ongetwijfeld ook op econo
misch gebied nog slechts een begin, een
zwak, een bescheiden begin. Maar men be-
denke, dat hij nog niet anders dan zwak en
bescheiden kan zijn, en dat hij slechts dan
sterk kan worden, wanneer alle volkeren
hem sterk willen hebben. Dat zal menig
keer met opoffering wellicht van eigen na-
tionale verlangens moeten geschieden, maar
het zal, indien dit geleidelijk van alien kant
geschiedt, ook leiden tot een versterkirig
van de werkelijk internationale banden,
waarvan op den duur elk land profijt zal
trekken. Als 1934 het resultaat van een
dergelijke ontwikkeling mag zien, zal een
tienjarig tijdperk achter ons liggen, dat,
naar wij hopen, in verblijdend contrast zal
zijn met het thans voleindigde.
HET ONTWERP TAR1EFWET.
Verschenen is het voorloopig verslag
over het ontwerp van wet tot vaststelling
van een nieuwe tariefwet. Het volgende
wordt er aan ontleend:
Verscheidene leden protesteeren tegen de
wijze, waarop dit ontwerp door de regee-
ring is ingediend en tegen de omstandig-
heden, waaronder het door de Kamer tot
dusverre is behandeld en wellicht verder be-
handeld zal worden. Ternauwernood kan
men zich eenig denkbeeld vormen van de
gevolgen, die de artikelen van het tarief
voor handel, scheepvaart, land- en tuin-
bouw en nijverheid zullen hebben.
Door de handelwijze der regeering wordt
zoowel de goed'e gang van den parlemen-
tairen arbeid als de inhoud van onze tarief-
wetgeving in gevaar gebracht en met de
grootste economische be'.angc van ons
land een onverantwoordelijk spel gedreven.
De hier aan het woord zijnde leden
wenschten zich dan ook de bevoegdheid
voor te behouden bij de openbare behande-
gelukkig. Zijn eerst,' indruk Van Engeland
had hem teleurgest®ld. Zijn thuiskomst was
e©n mislukking geweest, maar nu was alles
op zijn poo.tjes terechfcgekomen en hij ge-
noot dezen ochtend van zijn leven. Er hing
een dunne nev^l in het dal, waaruit boomen
en s truiken geheimzinnig te voorschijn kwa-
men. De wolken waren aigedreven en een
groote vuurbol verscheen aan d«n horizop
en keek de aard® warm en vriendelijk aan.
De lucht was koud na d©n regen, ©n vol
van den geur van bladeren ^n vochtige aar-
de en den rook, die op s^eg uit de echoor-
steenen der boerderijen. En het deed hem
goed weer een paard onder zich te voelen,
zelfs al was het maar Marton's oude knol.
Je vindt het toch niet verrelcnd, dat ik
me© ga? vroeg hij na e«n paar mislukte
pogingen om ©en gesprek aan te knoopen.
Ze hadden nu de wei bereikt, de dek-
kleeden werden van de volbloeden afgeno
men. Tony zag er onmogelijk klein en
onbeduidend u't, naast den Kameel. Puk
had nog nooit zoo e©n soort jongen ont-
moet.
Als vader het goed vindt, gaat het rnij
verder niet aan.
Ik zal ophoeipelbn, als ik te v^el ben.
Peter's stem klonk scherp.
Tim hecsch Tony in hctl zadel. De Ka
meel stond net zoo kalm als was hij een
van de schapen, die in de verte weidden.
O, kijk maar gerust naar het draven. Je
oorde-el over den Kameel is misschien wel
de moeitie waard.
De spot van het Jog ontging Peter. Hij
ke;<k de paarden na, die een paar honderd
meter stapvoets liepen tot waar de grond
effen werd. Hij zag ze afgaan. Hij had
een flauw vermoed«n, dat dit een soort
ling van het ontwerp aan elk artikel van
het tarief uitvoerige bescbouwingen te wij-
den, ook al mocht daaromtrent in het voor
loopig verslag niets vermeld. Zij wezen bij
voorbaat elk verwijt van obstructie af, dat
ter zake mocht worden geuit.
Andere leden wezen er op, dat niet over
het hoofd mag worden gezien, dat aan het
gedurende langen tijd hangende blijven
van plannen tot tariefsherziening voor han
del en bedrijf ook groote bezwaren verbon-
den zijn.
Verschillende andere leden kwamen op
tegen het betoog in de M. v. T., dat de voor-
gestelde regeling van het tarief vooral be
staat in een technische herziening.
Zij moet in de eerste plaats als een fis-
cale voorziening worden opgevat, terwijl
tot protectionistische bedoelingen daaraan
geenszins vreemd zijn. Het protectionis-
tisch karakter blijkt zeer sterk uit de be-
lasting van versche vruchten. Het fiscale
recht is in een beschermend recht omgezet.
Uit het verzet dat gerezen is tegen het
wegvallen van het bestaande recht van 5
voor sommige artikelen, blijkt duidelijk,
hoezeer dit tamelijk geringe recht reeds pro-
tectionistisch gewerkt heeft. Het kan dan
ook niet worden volgehouden, dat een ver-
hooging van het heffingspercentage van
5 op 8 geen protectionistische strek-
king zou hebben.
Deze leden verklaarden, dat, zoolang dit
wetsontwerp een protectionistische strek-
king vertoont, zij hun stem daaraan niet
zullen kunnen geven.
De geschiedenis der laatste 50 jaren be-
wijst, dat onze economische ontwikkeling
alleen te danken is aan den vrijhandel. Al
leen daardoor hebben onze industrieen zich
kunnen aanpassen aan de wereldconcur-
renfie.
Voorts betoogden deze leden, dat het
thans allerminst de tijd is, om tot verhoo-
ging van het tarief van invoerrechten over
te gaan, omdat zulks moet leiden tot een
stijging van de kosten van levensonderhoud.
Door sommige van deze leden werd de
aandacht gevestigd op de gevolgen van de
tariefsverhooging voor de duizenden gezin-
nen van de laagst bezoldigde boeren.
Arbeiders, wier levenspositie nog slech-
ter zal worden dan zij nu reeds is. De
tegenstelling voorts tusschen landbouw en
Industrie zal door dit wetsontwerp worden
verscherpt. Door de voorgestelde tariefs-
verhoogingen zullen bovendlen de protectio-
nisten in andere landen gegronde redenen
krijgen bij hun regeering aan te dringen op
repressailles, waardoor een tariefsstriid kan
ontstaan, die reeds zooveel nadeelige ge
volgen heeft gehad.
Deze leden achtten voorts de indiening
van dit ontwerp niet in overeenstemming
met de houding der regeering ten aanzien
van de economische en financieele crisis.
Andere leden ontkenden dat de voorge
stelde tariefsherziening een protectionis
tische strekking heeft.
Nu de tot dusver ingevoerde bezuinigin-
gen nog niet tot een sluitend maken van
het budget hebben geleid, zal h. i. de voor
gestelde tariefsverhooging als middel daar-
toe niet kunnen worden ontbeerd.
Sommige leden kwamen er tegen op, daf
de voorgestelde tariefverhooging slechts
een meerderen druk van 2 per hoofd der
bevolking zal opleggen.
Eenige leden, die in het algemeen zich
tegen de voorgestelde verhooging van in
voerrechten zouden verzetten, doch thans
alleen zich daarbij zouden kunnen neerleg-
gen wegens de bijzondere nood der schat-
kist, wilden daaraan hunnerzijds de voor-
waarde verbinden, dat de hoogere heffing
als van tijdelijken aard zou worden aange-
merkt.
Zij vroegen daarom, of de regeering be
reid zou zijn in dit ontwerp een bepaling op
te nemen, dat de heffing automatisch bin-
nen een niet te langen termijn, bijv. van 5
jaren, tot de bestaande norm van 5 zal
examen was voor den Kameel. Hij was
een leelijk dier, maar toen hij begon te
draven, zag Puk dadelijk; dati er gang
in hem zat. Hij raakte den grond nauwe°-
lijks aan.
De andere paarden galopp«erden. De Ka
meel scheen m«er voort te hobbelen op
de manier van het: beest, waarnaar hij
genoemd was. Puk kneep de oogen half
dicht. Hij richtte zic'n op in de stijgbcugels.
Hij kon een glimlach nut onderdrukken.
Het Jog leek wel een vlieg, zooa.ls hij
daar ineengedoken zat op d<?n Kameel.
Het paard scheen niet te bewegen en toch
bleef hij op een lijn nut de voo.lsllen.
Een van de jongens haalde de teugels aan
en sloeg met de zw®ep. Tony bewoog
niet, maar plotseling, een paar honderd
meter voor net eindpunt, schoot de Kameel
als een pijl uit den boog naar voren;
hit was of de andere paarden stiistonden.
Hij was nu niet: 1 anger het logge beest,
ruaar moo: n sn©! Mooi als een zwaluw
die de luchf doorklieft, als e«n vliegma-
cnine, die de ruimte beheerscht.
Na dezen r.'t reden ze stapvoets en zwij-
gend naar de stallen'terug. Puk keek toe,
hoe d© paarden geros.kamd werden. Hier
en daar hielp hij een handje. Toen ze thuis
kwamen stond "Fay hen op te wachten in
de hall en was hi I ontbijt klaar. Een groot
houtvuur brandde in den haard, de zon
scheen vroolijk naar binnen. Midden op
tafel stond een groote kom paarsche violen.
Fay zat aan het hoofd ©n bediende ieder
van koffie of thee. Op een ouderwe^sch
koperen driepoot bij net vuur stond een
schctel met eieren en gebakken spek.
(Vv'ordt vervolgd).
■"i Mil w inni" 'ii'i iTwnTimrnrT~*ti nnnnn~TTF"*—