Hoogwatergetij te Ter Neuzen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Wisselkoersen. Amsterdam, 16 Juli 2 uur. Londen 11,53 11,531/2. Berlijn, per biljoen 0,62. Parijs 13,56 13,60. Brussel 11,94 11,99. Weenen (10.000) 0,45 0,50. Vreemd Bankpapier. Duitsch, per biljoen 0,62 Fransch 13,56 13,60. Belgisch 11,94 11,99. Oostenrjjksch (10.000) 0,45 0,50. SCHEEPVAARTBEWEGING. 10 Juli. Eng. s.s. Sheaf Field, 7Q96 M3., ledig van Gent naar Newcastle. Spaansch s.s. Gobao, 9169 M3., ledig, van Gent naar Hampton-Roads. Eng. s.s. Guardian, 1078 M3., ledig, van Lornden voor Gent. Fransoh s.s. Teneriffa, 5872 M3., ge- mengd, van Riga voor Gent. Zweedsoh s.s. Anfred, 1607 M3., hout, van Rafso voor Gent. Eng. s.s. Alt, 2840 'M3., stnkgoed, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Falcon, 1910 M3., stukgoed, van Londen voor Gent. Fransch s.s. Carimare, 9481 M3., restant, Sas van Gent naar Antwerpen. Fransch s.s. Franqueville, 3013 M3., kolen, van Gent naar Honfleur. Fransch s.s. Jura, 6453 M3., kolen, van Gent naar Brest. Eng. s.s. Egret, 3945 M3., stukgoed van Gent naar Belfast. Noorsch s.s. Baltic, 2984 M3., ledig van Gent naar Blyth. Fransch s.s. Dt. G. Chaingne, 5694 M„ ijzererts, van La Pallice voor Gent. Lettisch s.s. Skauts, 6003 M3., hout van Riga voor Ter Neuzen. Eng. s.s. ChrichtO'Un, 3184 M3., stuk goed, van Antwerpen voor Gent. 11 Juli. Eng. s.s. York, 3202 M3., stukgoed, van Duinkerken voor Gent. Eng. s.s. Orliook Head, 4422 M3., ge- mengd, van Port Talbot voor Gent. Belg. s.s. Danier, 18196 M3., gemengd van New-Orleans voor Gent. Duitsch s.s. C. Sell, 2201 1M3., hout, van Rafso voor Gent. Eng. s.s. Pembry, 1552 M3., ijzer, van Gent naar Swansea. Duitsch s.s. Bauermeister, 990 M3., le dig, van Gent naar Antwerpen. Deensah s.s. Verginia, 1913 M3., fosfaat, van Gent naar Libau. Eng. Sjs. Guardian, 1078 M3., ijzer, Van Gent naar N. Havre. Eng. s.s. Agate, 2331 M3., ijzer, van Ter Neuzen naar Llanelly. Duitsch s.s. Lea, 2482 M3., hout, van Gefle voor Gent. Deensdh s.s. Elie, 5302 M3„ hout, van Brogestad voor Gent. Noorsch s.s. A. Urban, 1367 M3., kolen, van Goole voor Gent. Duitsch s.s. Stephanie, 2144 M3., hout, van Kotha voor Gent. Griekscih s.s. Prorefs, 2162 M3., ledig, van Londen voor Gent. Eng. s.s. Fred Cleeves, 5467 M3., kolen, van Newcastle voor Gent. Fransch s.s. Toulouse, 5655 M3., ledig, van Nantes voor Gent. A. C. LENSEN'S STOOMVAARTMAAT. SCHAPPIJ—TER NEUZEN s.s. HELENA vertrekt hed«n van Rotter dam naar Stockholm, s.s. MAGDALENA vertrok 13 dezer van Pitea naar Hull, s.s. TERNELJZEN Vertrok 15 deZer van Civita Vecchia naar La Goulette. ZoDnetijd. D A G E N. Voorm. Nam. Donderdag 17 Juli 1.52 2.16 Vrjjdag 18 2 41 3.04 Zaterdag 19 n 3.27 3.49 Zondag 20 n 4.12 4.33 Maandag 21 4.55 5.18 Dinsdag 22 5.41 6.04 Woeasdag 23 6.29 6.54 De heer VAN DIXHOORN heeft den indruk verkregen, dat hier van geen overleg sprake was en dat Burgemeester en Wethouders eetn- voudig hebben gezegd: je krijgt 2 per roede. De VOORZITTER deelt mede, dat er voor Burgemeester en Wethouders nog geen aan- leid.mg was tot overleg, en dat dan ook nog nieits is vastgesteld. De heer VAN DIXHOORN geeft te kennen, dat het een groot verschil zou maken, indien zoo'n pachter zijn geteelde groenten enz. nog gedeeltelijk zou kunnen oogsten. Dan zou het met zooveel behoeven te zijn De heer OGGEL wijst er op, dat het ook een verschil zal maken wat er geteeld is. Indien er aardappelen geplant zijn, zullen deze niet op 3 per roede komen, iets anders is net misschien als men ook groenten kweekt, of als men veel meststoffen gebruikt. Het zal alles maar moeilijk uit te rekenen zijn. De heer 't GILDE vraagt, of er ook ver- goeding wordt betaald, indien er op het land geen vruchten staan. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; er wordt alleen vergoeding gegeven, indien er werkelijk schade geleden wordt. Hij hoopt, dat Burgemeester en Wethouders het met de paclvters wel eens zullen kunnen worden. De heer OGGEL wijst er op, dat, a /2 per roede, de opbrengst op 600 per gemet komt, hetgean toch niet weinig is. Voor leeg land wordt naituurlijk niets betaald. Voor deze per- ceelen zal er ook wel niets betaald -behoeven te worden, aangezien het de bedoeling is in den winter met het bouwen aan te vangen. De heer VAN DIXHOORN noemt het dan een ander geval, als de menschen de opbrengst van bun tuinen kunnen oogsten, lijden ze geen sch-itdc De heer KRUIJSSE merlct op, dat het toch niet raadzaam zou zijn, om met bouwen te latem beginnen, voordat bij verschil, in hoog- ste instantie door den raad over de schade- vergoeding is beslist, daar deze, indien er in- middels reeds een gebouw stond, niet over de waarde van het geteelde zou kunnen oor- deelen. Teneinde evenwel te voorkomen, dat de pachter de zaak zou vertragen, door te wachten met in hooger beroep te komen, be- veelt hij Burgemeester en Wethouders aan de voorwaarde te stellen, dat bij gebreke van overeenstemmimg hinnen 8 dagen na de be- siissing van hun college bij den raad in beroep moet worden gekomen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders daar rekenimg mee zullen houden. De heer DIELEMAN zou er tegen zijn, als die vergoeding werd opgedreven. De pach- ters hebben bij het pachten geweten, waar ze aan bloot stonden. Het zal ook wel een ver schil maken, voor welk bedrag ze gepacht hebben. Dat heeft men er van, als men in het openbaar verpacht en de menschen drij- ven elkaar op. Hij is Van meening, dat, als ze f2 per roede vergoeding krijgen, dat mooi betaald is. Als men meer ging geven, dan zou iemand ten slotte als hij zijn tuin kwijt geraakte nog winst gaan maken. De VOORZITTER is van meening, dat elk geval op zichzelf zal moeten worden beoor- deeld. Als iemand alleen aardappelen plantte, zou f 2 ruirfc betaald zijn, maar voor groen-te is het wat anders en hij meent, dat men dan ,f 2 ook als een gemiddelde moet beschouwen, voor de gevallen dat de oogst weg is en de pachter eenvoudig zijn grond moet onitruimen. In deze zal de praktijk moeten worden afge- wacht. 9. Verzoek van de Algemeene Volksbiblio- theek „Arbeiders-ontwikkeling" om subeidie. D.d. Januari is ingekomen een adres van C. Hamelimk en P. Warnier, respectievelijk voorzitter en secretaris der alhier bestaande Algemeene Volks-tbibliotheek, die daarin te kennen geven: dat genoemde Algemeene Volks-Bibliotheek alhier werd opgericht op 28 December 1923 en in de op 12 Januari gehouden vergadering den naam heeft ontvangen van „Arbeiders- ontwikkeling" dat circa 90 a 100 leden zijn ingeschreven, waardoor voidoende levensvatbaarheid voor deze bibliotheek blijkt te bestaan; dat omstreeks 60 a 70 boeken onder het be- heer van" het bestuur zijn gebracht, waarmee op 1 Februari a.s. zal worden begonnen; dat het in de bedoeling van het bestuur ligt deze weldswaar nog zeer beperkte hoeveel- heid lectuur zooveel en zoo spoedig mogelijk aan te vullen met verschillende werken van letterkundigen en economischen a-ard van de hand van schrijvers van de meest uiteenloo- pende richting; dat zij zoo spoedig mogelijk reglement en verdere bescheiden ter inzage van het Dage- lijksch Bestuur zullen zenden; dat zij, de gemeentelijke subsidie aan de beide andere hier ter plaatse bestaande biblio- theken in oogenschouw nemende, ten slotte de vrijheid vonden dit schriftelijk verzoek tot den raad te zenden, n.l. de Algemeene Volks- bibliotheek „Arbeiders-ontwikkeling" een jaarlijksche subsidie toe te kennen van f 60. Nader is door het bestuur ingezonden een afsehrift van het reglement en de lijst der beschikbdre boeken. Burgemeester en Wethouders stellen voor, op dit verzoek afwjjzend te beschikken, op grond dat deze bibliotheek, gezien de cata logue, boeken ter lezing beschikbaar stelt, die eenzijdige ontwikkenng bevorderen, die ontevredenheid aankweeken en alzoo, zoomin in het algemeen belang, als in het belang van den werkman zijn, alsmede boeken van minder goede zedelijke strekking. De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter! Na 4 of 5 maanden tijds komt dan eindelijk het verzoek van de bibliotheek „Arbeiders- ontwikkeling" in behandeling. En hoe! Ik heb mij verbaasd over den geest die dit prae- advies van Burgemeester en Wethouders ademt. Een met ernstigen wij door arbeiders op touw gezette zaak, dienende om zich voor- al in de lange winteravonden op een nuttige, een aangename, en leerzame wijze te verpoo- zen, wordt op deze manier tegengewerkt. Dat is bemeden alle critiek. En het lijkt wel of de heeren hetzelfde spelletje spelen als Minister van Justitie onlangs, ten opzichte van de ,,Dageraad". Deze bijeenverzamelde 70 a 80 boekwerken zijn door opofferingsgezinde menschen bijeen- gebracht, met het doel den voorraad uit te breiden en te verrijken met meesterwerken van schrjjvers van allerlei richting. Dat staat duide..jk in de statuten. Burgemeester en Wethouders zijn aan het speuren gegaan en constateeren ten eerste de eenzijdigheid, de bron van ontevredenheid, niet in het belang van de arbeaders en vooral niet van de meenschap zijnde. Maar, mijne heeren, indien deze lectuur van menschen, als Multatuli, Vic tor Hugo, Jules Verne, Zola, Marie Corelli zooveel anderen ontbreekt in de Qhr. Volks- blbliotheek, is die dan niet eenzijdig? Juist, mijnheer de Voorzitter, dadr zit hem de kneep.' Alleen onder het praedicaat „Christelijk" is men deugdzaam, dat is het mooie etiket en net motto van vandaag aan den dag. Ik ben meuiwsgierdg van Burgemeester en Wethou- aers te vernemen, welke boekwerken van min- ner goed zedelijk gehalte zijn. Dat zal ver- kLi ZSn te vernemen. Er mag al eens zlJn, dat niet deugt voor een kind en dat ten doel heeft de afschuwelijkheden van verschillende maatschappelijke ondeugden aan de kaak te stellen, maar dat is daarom nog niet van minder goed zedelijk gehalte. Heb ben de heeren in dit verband de catalogus van de Ghr. en R. K. bibliotheek al eens na- gezien En doodsbenauwd zijn Burgemeester en Wethouders voor de opiaaiende ontevreden heid, te-rwijl ze drommels goed weten, dat be- rusten zonde is. Gaarne zou ik vernemen welke werken Burgemeester en Wethouders van minder goed zedelijk gehalte hadden. En verder of zij het bestuur der bibliotheek mode in staat willed stellen door subsidie ook an dere lectuur aan te schaffen. Het bestuur kan dan misschien overwegen de door Burge meester en Wethouders gewaarmerkte of ge- brandmerkte boeken terug te nemen. Ik zelf doe daar niet aan mee en zal mij als bestuurs- lid der bibliotheek verklaren tegen teru name van ook maar een boek, gesterkt als ik ben door de wetenschap, dat er een goed maatschappelijk werk wordt verricht door het seheppen van zulk een nieuwe inrichting. Ik hoop, dat er meerdere heeren zullen zijn die het schriele standpunt van Burgemeester en Wethouders in dezen niet zullen deelen. De christelijke heeren dienen uit de praktijk te weten, dat tegen de verdrukking in het' best groeit, getuige den schoolstrijd. Dit is weer een staaltje van verdrukking van haat en tegenzin tegen de arbeiderspartij, het is je rednste ketterjagerij De heer BAERT deelt mede, zich te ver- eenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, hjj kan voor een subsidie aan die bibliotheek zijn stem niet geven. De heer KRUIJSSE noemt het standpunt van Burgemeester en Wethouders zeer be- krompen. Er is op dit gebied reeds een pre cedent. Er zijn reeds subsidies verleend aan de Ohristelijke en aan de R. K. leesbiblio- theek. En, zooals de heer 't Gilde opmerkte, deze zullen ook eenzijdig zijn. En wat de boeken betreft, die deze bibliotheek bezit, dat zijn boeken zooals men er wel in iedere Volks- bibliotheek aantreft. Spreker zou even-goed aan deze als aan de christelijke bibliotheken subsidie willen verleenen en kan zich dus met het voorstel van Burgemeester en Wethou ders niet vereenigen. De heer VAN DIXHOORN had omtrent deze zaak van Burgemeester en Wethouders ook een ander standpunt verwacht. Hij had verwacht, dat ze een beter begrip zouden hebben gehad van het woord van Christus: „onderzoekt alle dingen en behoudt het goede". Het gaat toch niet aan, dat zij aan deze bibliotheek subsidie willen onthouden omdat zij lectuur bevat die niet strookt met hun geest? Zij beweren, dat er lectuur in is, die gevaar zou kunnen opleveren en die als minder zedelijk te beschouwen is. Maar dan wil hjj er in dat verband op wijzen, dat toch ook de Bijbel, vooral het Oude Testament, gedeeilten bevat, die als minder zedelijk kun nen beschouwd worden en die de ouders maar liever overslaan als ze er voor hunne kinderen in lezen. Hij kan ook niet meegaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer P. DE FEIJTER verklaart zich bij het p-read-vies van Burgemeester en Wethou ders te kunnen neerleggen. Voor hem gaat de zaak zelf te diep, om er een oordeel over te kunnen uitspreken. Hij wil er echter op wij zen, dat er naast rechten ook plichten zijn. De vereeniging Patrimonium heeft eerst eenige jaren met zijn bibliotheek zonder sub sidie gewerkt, het heeft toen bewezen, dat het wat kon presteeren op dit gebied. Laat ook deze vereeniging, dat eerst eens doen, in plaats van terstond van subsidie te willen profitee- ren. De heer DIELEMAN verklaart, dat de bibliotheken over het algemeen bij hem niet zoo hoog staan aangeschreven, men moet_daar in den regel niet de beste werken gaan halen. Hij kan zich met het advies van Burgemeester en Wethouders ten voile vereenigen, omdat dit ligt in de lijn der Axelsche bevolking. Wat de aanhaling van den heer't Gilde betreft om trent de behandeling der kwestie van De Dageraad in de Tweede Kamer, wrjzegt spreker juichen dat gaarne toe omdat wij er mede instemmen. Ik heb tot mijn spijt geen gelageniheid gehad de lijst der boeken van deze bibliotheek in te zien en dat hindert mij nu eendgszins, maar ik ga af op het advies van Burgemeester en Wethouders. Ik ben het er mede eens, dat ons arbeidersvolk geen ge- brek heeft aan eenzijdige voorlichting, of aan de propaganda, waarajan die boeken ook wel dienstbaar zullen gemaakt worden. De biblio theek van Patrimonium heeft zichzelf ontwik- keld, laat dan ook deze bibliotheek eens op zichzelf werken en we zullen zien, of daaraan werkelijk behoefte blijkt te bestaan. Wat de aanvallen op Burgemeester en Wet houders betreft, het college dient leiding te geven aan de zaken in de richting, die zij goed achten. De bevolking heeft geen voor- lichtins, noodig, van de zijde van deze biblio theek. tie zijde waarvan zij komt is een waar- borg, dat daarop ter dege moet worden toe- gezien en als de raad er toe overging om aan haar subsidie te verleenen, zou het noodig zijn een eommissie te benoemen, die tot taak zou hebben de aan te schaffen en uitgegeven wondende boeken speciaal na te zien. Wat de beweringen van den heer Van Dix- hoorn betreft, deze heeft misbruik gemaakt van Gods naam en Zijn Heilig Woord. Ik moet dat ten zeerste afkeuren. Laat elk ge- looven wat hij wil, maar blijf van elkaars Heilige dingen af. De heer 't GILDE heeft tot zijn bevreem- ding in antwoord op zijn vraag nog geen en/kel boek als onizedelijk hooren noemen. In het verband van het advies van Burgemeester en Wethouders vraagt hij, of ook de Christe lijke Volksbibliotheek, die subsidie van de ge- meente geniet, geen eenzijdige propaganda beoogt. De heer VAN DIXHOORN wil in antwoord aan dien heer Dieleman opmerken, dat deze niet moet vergeten, dat niet alles wat hij Heilig noemt door de gansche -bevolking als zoodanig wordt beschouwd. De heer DIELEMAN wil op dat punt niet verder discussieeren en een voor hem Heilige zaak niet in het geding brengen. Naar aan- lei-ddng der woorden van den heer 't Gilde wil hij er op wijzen, dat Patrimonium uit den aard der zaak tot boeken uitgeeft, die Ohris telijke en maatschappelijke deugden aan kweeken, welke noodig zijn voor samenwer- king der bevolking. Indien de heer 't Gilde kan aantoonen, dat ook de Algemeene Volks- bihliotheek boeken ter lezing geven, die die nen tot het aankweeken van christelijke en maatschappelijke deugden, dan zal hij hem aan zijn zjjde hebben om er subsidie aan te geven, al is het ook, dat spreker liever zou zien, dat de bibliotheken zichzelf redden en alle subsidies daarvoor werden afgeschaft. De heer OGGEL wijst er op, dat de biblio theek werken bevat van Zola en de lectuur daarvan een tegenovergestelde strekking heeft. De heer Van Dixhoorn heeft aange- haald de woorden van de H. Schrift „onder- zoekt alle dingen en behoudt het goede". Bur gemeester en Wethouders hebben Hit gedaan, zij hebben onderzocht en zijn van meening^ dat op het behoud van deze bibliotheek voor het wel zijn der Axelsche bevolking geen prijs behoeft te worden gesteld, aangezien zij in de verkeerde richting streeft. Zij drjjft den ar- beidersstand in de armen der ontevredenheid, waardoor ze niet geiukkiger worden. Voorts wijst hij er op, dat Patrimonium ieder jaar zijn boekenlijst inzendt. Ieder raadslid kan dus controleeren, wat den lezers geboden wordt. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat Burgemeester en Wethouders zich alzoo wei op een zeer hoog standpunt plaatsen, dat zij hebben te onderzoeken, wat het beste is, en de rest der bevolking in dit opzicht dus on- monddg verklaard wordt. De VOORZITTER moet daartegen opko- men. Burgemeester en Wethouders hebben alleen advies uitgebracht omtrent de vraag of al of niet subsidie zal worden verleend.. Zij hebben in verband met de strekking der bi bliotheek geen vrijmoedigheid om daarvoor steun te verleenen uit de gemeentekas, van het geld van alle burgers. De heer 't GILDE merkt op, dat de Voor zitter dan toch wel van standpunt is veran- derd. Toen hij.dezen indertijd persoonlijk over sprak, zeide deze „de anderen krijgen subsidie, waarom zouden jullie het ook niet krijgen." Spreker begrijpt niet, waarom men van rechtsche zijde zich aldus tegen een be- paalde richting stelt. De heer Dieleman heeft er steeds bezwaar in, indien hier bijbelteksten gebruikt worden, maar toch wil spreker op merken, dat deze zich hier th-ans allerminst voordoet als een Christen die in het oog houdi de dienende liefde, doch zich hult in het kleed van een Kain, zeggende „ben ik mijn broeders hoeder". Spreker zou daartegenover willen wijzen op de woorden van Paulus, de gemeen- schapsleer: „Draagt elkanders lasten", het- geen ook het grondbeginsel is van de gehate en gevreesde sociaal-democraten. De VOORZITTER merkt op, dat Burge meester en Wethouders moeten weten, op wel ke wijze het gemeentegeld gebruikt wordt. De heer KRUIJSSE kan toch niet anders dan het standpunt van Burgemeester en Wet houders bekrompen. noemen. Hij kan het col lege niet zoo belezen achten, dat zij uit eigen waarneming hun advies hebben neergeschre- ven. Hebben Burgemeester en Wethouders die boeken opgevraagd en van den inhoud kennis genomen? Op welke wijze zijn zij tot de conclusie gekomen-, die zij in hun advies hebben neergeschreven Hebben zij dat zoo maar gedaan op een vermoeden Spreker noemt bet geheel iets anders of men zegt sub sidie te willen geven ja of neen, maar hetgeen zij in hun preadvies neerschrev-en, dat de -boe ken ontevredenheid aankweeken en er boeken worden ter lezing gegeven van minder goede zedelijke strekking, dat is toch niet voor de poes. Het gaat naar sprekers meening niet aan, dat zoo maar klakkeloos te zeggen. De VOORZITTER merkt op, dat men toch niet van Burgemeester en Wethouders zal kunnen vergen, dat zij al die boeken gaan doorlezen. Zij zijn ook vrij inlichtingen te vragen, doch behoeven naar zijn meening geen rekenschap te geven, hoe zij tot het vormen hunner meening gekomen zijn. De heer KRUIJSSE meent toch, dat, als men zulk een krasse veroordeeling uitspreekt, men dan toch verder moet kunnen gaan, en die meening moet kunnen motiveeren. Op de herhaalde vragen is nog geen enkel boek met name genoemd. De VOORZITTER vraagt, of de heer Kruijsse het wel in het algemeen belang zou achten, indien spreker hier de titels der boe ken die hij op 't oog heeft, zou noemen. Hij acht zulks niet het geval en zal dit ook nalaten. De heer BAERT geeft te kennen, de in de lijst voorkomende boeken niet te hefobe. lezen, maar uit de namen van sommige schrij vers blijkt hem, dat djp niet zuiver staan. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot afwijzing van het verzoek wordt aan- genomen met 7 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Weljns, Dieleman, P. de Feijter, Oggel, J. de Feijter, Koster en Baert; tegen stemmen de heeren Van Dix hoorn, 't Gilde en Kruijsse. De heer 't GILDE zou thans, gehoord de woorden van den heer Dieleman, willen voor- stellen ook de -subsidie voor de andere biblio theken in te trekken. De VOORZITTER vraagt, of dat voorstel niet beter bij de begrooting zou te pas komen. De heer 't GILDE neemt daarmede ge- noegen. 10. Verzoek om een bijdrage voor riolee- leering en dempen der sloot langs het Buitenwegje. Burgemeester en Wethouders deelen mede, een schrijven te hebben ontvtangen van het bestuur van den polder Beoostenbleij benoor- den, dat daarin te kennen geeft, dat in de ver gadering van Ingelanden van dien polder, houden 20 Mei 1.1. eene bespreki-ng plaats vond over de rioleering van de waterleiding van af het spoorwegstation tot het erf van den heer W. Koster. Op hun verzoek maakte de metselaar P. A. van Hoeve hiervoor een begrooting en hlijkens deze is hij genegen dit werk uit te voeren voor een som van j 645.50. Ingevolge besluit van bovengenoemde ver- gad'ering is de polder bereid deze rioleering tot stand te brengen onder voorwaarde, dat de kosten hiervan voor den polder niet meer be- dragen dan twee honderd gulden. Gaame vernemen zij of het college bereid is a/an den raad der gemeente een voorstel te doen om de overige kosten, bedragende alzoo f 445.50 voor rekening der gemeente Axel te nemen. Aangezien de door deze demping en riolee ring der sloot te verkrijgen, verbetering des- tijds moest worden uitgesteld, van wege de hooge kosten, stellen Burgemeester en Wet houders voor f 445,50 beschikbaar te stellen. De VOORZITTER deelt nog mede, dat Bur gemeester en Wethouders nu dit werk lief.- zoodra mogelijk zagen uitgevoerd. De sloot verspreid een ondraaglijke stank en de toe- stand zal er zeer veel door verbeteren. De polder zou het werk zelf uit uitvoeren, onder toezicht van Burgemeester en Wethouders, of iemand namens haar. De heer WEIJNS vraagt of, als de sloot is gerioleerd, daarvan het gevolg kan zijn, dat de -gemeente ook nog wordt aangesproken voor het plaatsen van nelningen, ter afschei- ding der langs den Buitenweg gelegen gron- den. De VOORZITTER merkt op, dat de polders het werk ond'er eigen beheer wil uitvoeren en daarvoor een bijdrage vraagt In de kosten. Als de gemeente die dus geeft, is al het ande.V voor den polder. De heer 't GILDE moet zijn bevreemding uitspreken, dat het polderbestuur thans dit werk in eigen beheer wil uitvoeren, terwijl, toen in den afgeloopen winter aan haar een bijdrage werd gevraagd voor het uitvoeren van een werk om het terrein der gasfabriek van het overtollige water te ontlasten de pol der weigerachtig is gableven em een bijdrage te verleenen, terwijl dat werk beoogde werk- verschaffing en daardoor ontlasting der steunverleening. Sp»reker is gaame bereid, om de aan het Buitenwegje wonende men- svchen te helpen, maar kan toch zoo zijn stem nog niet aan het voorstel geven. De VOORZITTER merkt op, dat het met het werk ten bate van het terrein der gasfa briek iets anders was; de polder voelde daar niets voor. Als men voor de gemeente dit werk kan gedaan krijgen wordt het iets geheel anders. De polder heeft zich bereid verklaard dit uit te voeren. Spreker gelooft, dat, als de gemeente er op stond om het zelf te doen, de polder daar ten slotte niet om zou geven, maar hij vermoedt, dat de polder het got- kooper zal kunnen dan de gemeente. De heer 't GILDE zal, als dit gegarandeera Dan worden, voor stemmen. De heer KOSTER merkt nog op, dat de pol der, aan het in den afgeloopen winter bespro- ken werk niet heeft willen medewerken, om dat er een grooter plan voor verbetering van den waterafvoer in bewerking is en de polder alzoo geen bijdrage wenscht te geven voor half werk. Van de hier besproken rioleering heeft de polder geen voor- of nadeel. De pol der heeft nagegaan wat de sloot haar ja-arlijks kost aan onderhoud. Het gekap-italiseerde bedrag daarvan wenscht zij er thans voor be schikbaar te stellen, om te helpen aan het op- ruimen van een vuilen toestanri. Spreker ge looft, dat het voor de omwonenden een groote verbetering zal zijn. De heer P. DE FEIJTER is ook van mee ning, dat het een schoon werk zal zijn. Hij vindt het ook goed, dat er van gemeentewege een bij-drage voor gegeven wordt, maar met het oog op de vele andere gevallen, dat eige- naars van gronden moeten betalen voor be- strating en rioleering, zou hij wenschen, dat ook de aanpalende eigenaars een derde in de kosten betaalden. Bij de nieuwe straten moe ten de koopers van gronden alien door een in de koopsom begrepen bedrag bijdragen in de kosten der bestrating en rioleering. Aan den Buitenweg is, dat jiiet het geval geweest en hebben ze daardoor vermoedelijk den grond goedkooper gekocht. Waar dit werk nu tot hun bestwil wordt uitgevoerd, zou het billijk zijn, dat ze er aan meebetalen. De VOORZITTER is het niet geheel met den heer De Feijter eens. Het is juist dat tegenwoordig bij nieuwbouw de betrokkenen de bestrating en rioleering betalen, maar hier betreft het een oude toestand. Misschien woont er geen mensch meer van hen die er destijds gebouwd hebben. Het betreft hier een zaak van algemeen belang en het verdient aanbeveLing, die nu maar zoo spoedig moge lijk op te ruimen. De heer WEIJNS vraagt, aan wie de grond komt, als de sloot gedempt is. De heer KOSTER: Aan die polder, die is volledig eigenares van de sloot. De heer DIELEMAN: Is het bedrag niet verbazend hoog, voor het dempen en rioleeren van dat eindje sloot? De heer KOSTER merkt op, dat niet alleen de buizen moeten worden gelegd, doch ook putten moeten worden gemetseld, eene bij de scheiding aan het terrein van de spoorweg- maatschappij Mechelen-Ter Neuzen, een in het midden en een aan het eind, ten einde de rioleering als het noodig is te kunnen -schoon- ntaken. De hooge kosten ontstaan dus in hioofdzaak door het metselwerk. Voorts moet dan toch ook de sloot, worden dichtgegooid, waarvoor grond moet worden aangevoerd. Er ligt nu wel al grond in reserve, maar die is toch niet voidoende en spreker veronderstelt, dat de raad toch liever den toestand ineens grondig zal wenschen te zien verbeterd, dan dat er half werk zou gedaan worden. De VOORZITTER gelooft, dat de begroo ting niet te hoog is. De heer DIELEMAN acht het toch beden- kelijk, dat de gemeente twee derden der kos ten moet betalen. Hij meent, dat de polder niet van het denkbeeld mag uitgaan, dat z er geen belang bij heeft. Het polderbestuur behoort toch ook tot de ingezetenen van Axel en behoort mede te werken aan verbeteringen in het belang dier gemeenschap. Hij zou het beter vinden, indien elk der hierbij betrokken partijen de helft betaalde. Naar zijn meening heeft de polder er misschien meer belang bij dan de gemeente. De heer OGGEL geeft te kennen, dat dit niet zoo is. De heer DIELEMAN wijst er op, dat, in dien de grond daar komt te liggen aan een goed gerioleerden en verharden weg, deze toch gemakkelijker aan goeden prijs kan ver- kocht worden. In elk geval, zou hij het ge- wenscbt achten, dat met de uitvoering werd gewacht, tot den aanstaan-den winter, omdat er dan een goede werkverschaffing in zit, het- gieen voor de gemeentekas voordeel oplevert. Als het nu wordt uitgevoerd, zullen er men schen aan werken, die nu ook aan andere wer ken hun brood verdienen. De heer KOSTER deelt mede, dat het de bedoeling is, het werk in Augustus of Sep tember uit te voeren. Dat is op een tijdstip, dat er op het land niet veel werk is. Dan kan het ook als werkverschaffing beschouwd worden. De heer VAN DIXHOORN wil naar aanlei- din-g der woorden van de heeren 't Gilde en Dieleman nog opmerken, dat het den polder betrekkelijk koud kan laten, of de sloot wordt gerioleerd of niet. Zij heeft daar allerminst belang bij. Als de polder de sloot onderhoud, is het voidoende. Zij wenscht nu met de ge meente samen te werken om dien voor de gemeente ongewenschten toestand op -te rui men. Dit behoort .te worden gewaardeerd. De heer DIELEMAN wijst er op, dat in het omgekeerde geval, als een polder zijn water kwijt wil zijn, de gemeente terstond een groo te subsidie geeft. getuige de bijdrage der gemeente aan den Noordpolder in het vorig jaar. De heer KRUIJSSE noemt dat een geheel ander geval. Bij de subsidie aan den Noord polder gold wel degelijk het motief, dat de verbetering van den waterafvoer ook was in het belang der gemeente, omdat de rioleering van de N-ieuwstraat en een groot deel van Axel daar langs uitweg moet vinden. De heer DIELEMAN: We zouden het dus ed-genlijk als een gun-st moeten beschouwen, dat de polder wat geven wil Ik ben van meening, dat de polderbesturen ook moeten meefwerken tot het uitvoeren van werken in het algemeen belang en dat men in het alge meen te veel van de gemeente vraagt en de polderbesturen te weinig geven. De heer VAN DIXHOORN moet daartegen protesteeren, er op wijzende, dat de polders al zeer worden gedrukt door het onderhoud hunner wegen, waarvan het publiek profi- teert. De heer DIELEMAN: Maar de gemeente toch niet. De heer VAN DIXHOORN: Dat publiek behoort tot de ingezetenen der gemeente. De heer J. DE FEIJTER wyst er op, dat de rioleeringen van bijna de helft der kom in den Noordpolder uitloopen en dat de verbete ring der uitwatering dus van groot belang was voor de kom der gemeente. Dit gaf aan- ledding, om dit werk voor gezamenlijke reke ning uit te voeren. Toch meent spreker nu ook niet, dat de polder Beoostenblij met zijn verzoek en aangeboden bijdrage in de kosten aan de gemeente een cadeautje geeft. Hij is er niettagenstaande dit, hard voor, om er op in te gaan, maar die sloot ligt nu eenmaal op de«n ligger en moet door den polder toch wor den onderhouden. De Noordpolder moet jaar- lijks aan den polder Beoostenblij voor uitwa tering daarin betalen en als de sloot verwaar- loosd werd, zou zij tot onderhoud gedwongen kunnen worden. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat Uw humour wordt vergald, als gij last hebt van aiambeien. Foster's Zalf geeft vanaf de eerste aanwending verlichting en heelt uw kwaal. Inderdaad een probaat geneesmiddel. Per doos 1.75; per tube 1.5 ook heelemaal niet van een cadeau gespro- ken is. De heer OGGEL meent, dat de heer Diele man de zaak verkeerd in ziet. De polder be- taalt anders jaarlijks 10 voor onderhoud van dien sloot. Men heeft nu geredeneerd, dat dit de rente is van een kapitaal van 200, ■dat zij dit bedrag er dus voor over heeft, om aan verbetering van den toestand mee te wer ken. De gemeente zal met de uitvoering van het werk gebaat zij'n. De heer DIELEMAN kan zich niet vereeni gen met de som en blijft beweren, dat ooi de polder er belang bij heeft, als dit laatste niet het gerval is, behoort zij ook niets te geven. Zij is er dan nu voor altijd voor een koopje van af. De heer KRUIJSSE vraagt of, indien dit voorstel dat naar hij hoopt zal worden aan- genomen, is uitgevoerd, ook geen verbetering kan worden gemaakt in de waterplaats aan het station, die daarop het oogeriblik aller minst de omgeving en den ingung der Nieuw- straat versdert. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders er reeds over hebben gesproken, die dan te verplaatsen. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. De heer Koster heeft zich als dijkgraaf van den betrokken polder van stemmen ont houden. (Wordt vervolgd). Bieden. Laten a H U

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 3