Hoogwatergetij te Ter Neuzen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Wisselkoersen.
Amsterdam, 16 Juli 2
uur.
Londen
11,53
11,531/2.
Berlijn, per biljoen
0,62.
Parijs
13,56
13,60.
Brussel
11,94
11,99.
Weenen (10.000)
0,45
0,50.
Vreemd Bankpapier.
Duitsch, per biljoen 0,62
Fransch 13,56 13,60.
Belgisch 11,94 11,99.
Oostenrjjksch (10.000) 0,45 0,50.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
10 Juli.
Eng. s.s. Sheaf Field, 7Q96 M3., ledig
van Gent naar Newcastle.
Spaansch s.s. Gobao, 9169 M3., ledig,
van Gent naar Hampton-Roads.
Eng. s.s. Guardian, 1078 M3., ledig, van
Lornden voor Gent.
Fransoh s.s. Teneriffa, 5872 M3., ge-
mengd, van Riga voor Gent.
Zweedsoh s.s. Anfred, 1607 M3., hout,
van Rafso voor Gent.
Eng. s.s. Alt, 2840 'M3., stnkgoed, van
Goole voor Gent.
Eng. s.s. Falcon, 1910 M3., stukgoed,
van Londen voor Gent.
Fransch s.s. Carimare, 9481 M3., restant,
Sas van Gent naar Antwerpen.
Fransch s.s. Franqueville, 3013 M3.,
kolen, van Gent naar Honfleur.
Fransch s.s. Jura, 6453 M3., kolen, van
Gent naar Brest.
Eng. s.s. Egret, 3945 M3., stukgoed van
Gent naar Belfast.
Noorsch s.s. Baltic, 2984 M3., ledig van
Gent naar Blyth.
Fransch s.s. Dt. G. Chaingne, 5694 M„
ijzererts, van La Pallice voor Gent.
Lettisch s.s. Skauts, 6003 M3., hout van
Riga voor Ter Neuzen.
Eng. s.s. ChrichtO'Un, 3184 M3., stuk
goed, van Antwerpen voor Gent.
11 Juli.
Eng. s.s. York, 3202 M3., stukgoed, van
Duinkerken voor Gent.
Eng. s.s. Orliook Head, 4422 M3., ge-
mengd, van Port Talbot voor Gent.
Belg. s.s. Danier, 18196 M3., gemengd
van New-Orleans voor Gent.
Duitsch s.s. C. Sell, 2201 1M3., hout, van
Rafso voor Gent.
Eng. s.s. Pembry, 1552 M3., ijzer, van
Gent naar Swansea.
Duitsch s.s. Bauermeister, 990 M3., le
dig, van Gent naar Antwerpen.
Deensah s.s. Verginia, 1913 M3., fosfaat,
van Gent naar Libau.
Eng. Sjs. Guardian, 1078 M3., ijzer, Van
Gent naar N. Havre.
Eng. s.s. Agate, 2331 M3., ijzer, van
Ter Neuzen naar Llanelly.
Duitsch s.s. Lea, 2482 M3., hout, van
Gefle voor Gent.
Deensdh s.s. Elie, 5302 M3„ hout, van
Brogestad voor Gent.
Noorsch s.s. A. Urban, 1367 M3., kolen,
van Goole voor Gent.
Duitsch s.s. Stephanie, 2144 M3., hout,
van Kotha voor Gent.
Griekscih s.s. Prorefs, 2162 M3., ledig,
van Londen voor Gent.
Eng. s.s. Fred Cleeves, 5467 M3., kolen,
van Newcastle voor Gent.
Fransch s.s. Toulouse, 5655 M3., ledig,
van Nantes voor Gent.
A. C. LENSEN'S STOOMVAARTMAAT.
SCHAPPIJ—TER NEUZEN
s.s. HELENA vertrekt hed«n van Rotter
dam naar Stockholm,
s.s. MAGDALENA vertrok 13 dezer van
Pitea naar Hull,
s.s. TERNELJZEN Vertrok 15 deZer van
Civita Vecchia naar La Goulette.
ZoDnetijd.
D A
G E
N.
Voorm.
Nam.
Donderdag
17
Juli
1.52
2.16
Vrjjdag
18
2 41
3.04
Zaterdag
19
n
3.27
3.49
Zondag
20
n
4.12
4.33
Maandag
21
4.55
5.18
Dinsdag
22
5.41
6.04
Woeasdag
23
6.29
6.54
De heer VAN DIXHOORN heeft den indruk
verkregen, dat hier van geen overleg sprake
was en dat Burgemeester en Wethouders eetn-
voudig hebben gezegd: je krijgt 2 per roede.
De VOORZITTER deelt mede, dat er voor
Burgemeester en Wethouders nog geen aan-
leid.mg was tot overleg, en dat dan ook nog
nieits is vastgesteld.
De heer VAN DIXHOORN geeft te kennen,
dat het een groot verschil zou maken, indien
zoo'n pachter zijn geteelde groenten enz. nog
gedeeltelijk zou kunnen oogsten. Dan zou het
met zooveel behoeven te zijn
De heer OGGEL wijst er op, dat het ook een
verschil zal maken wat er geteeld is. Indien
er aardappelen geplant zijn, zullen deze niet
op 3 per roede komen, iets anders is net
misschien als men ook groenten kweekt, of als
men veel meststoffen gebruikt. Het zal alles
maar moeilijk uit te rekenen zijn.
De heer 't GILDE vraagt, of er ook ver-
goeding wordt betaald, indien er op het land
geen vruchten staan.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend;
er wordt alleen vergoeding gegeven, indien
er werkelijk schade geleden wordt. Hij hoopt,
dat Burgemeester en Wethouders het met de
paclvters wel eens zullen kunnen worden.
De heer OGGEL wijst er op, dat, a /2 per
roede, de opbrengst op 600 per gemet komt,
hetgean toch niet weinig is. Voor leeg land
wordt naituurlijk niets betaald. Voor deze per-
ceelen zal er ook wel niets betaald -behoeven te
worden, aangezien het de bedoeling is in den
winter met het bouwen aan te vangen.
De heer VAN DIXHOORN noemt het dan
een ander geval, als de menschen de opbrengst
van bun tuinen kunnen oogsten, lijden ze geen
sch-itdc
De heer KRUIJSSE merlct op, dat het toch
niet raadzaam zou zijn, om met bouwen te
latem beginnen, voordat bij verschil, in hoog-
ste instantie door den raad over de schade-
vergoeding is beslist, daar deze, indien er in-
middels reeds een gebouw stond, niet over de
waarde van het geteelde zou kunnen oor-
deelen. Teneinde evenwel te voorkomen, dat
de pachter de zaak zou vertragen, door te
wachten met in hooger beroep te komen, be-
veelt hij Burgemeester en Wethouders aan de
voorwaarde te stellen, dat bij gebreke van
overeenstemmimg hinnen 8 dagen na de be-
siissing van hun college bij den raad in beroep
moet worden gekomen.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester
en Wethouders daar rekenimg mee zullen
houden.
De heer DIELEMAN zou er tegen zijn, als
die vergoeding werd opgedreven. De pach-
ters hebben bij het pachten geweten, waar ze
aan bloot stonden. Het zal ook wel een ver
schil maken, voor welk bedrag ze gepacht
hebben. Dat heeft men er van, als men in
het openbaar verpacht en de menschen drij-
ven elkaar op. Hij is Van meening, dat, als
ze f2 per roede vergoeding krijgen, dat mooi
betaald is. Als men meer ging geven, dan
zou iemand ten slotte als hij zijn tuin kwijt
geraakte nog winst gaan maken.
De VOORZITTER is van meening, dat elk
geval op zichzelf zal moeten worden beoor-
deeld. Als iemand alleen aardappelen plantte,
zou f 2 ruirfc betaald zijn, maar voor groen-te
is het wat anders en hij meent, dat men dan
,f 2 ook als een gemiddelde moet beschouwen,
voor de gevallen dat de oogst weg is en de
pachter eenvoudig zijn grond moet onitruimen.
In deze zal de praktijk moeten worden afge-
wacht.
9. Verzoek van de Algemeene Volksbiblio-
theek „Arbeiders-ontwikkeling" om
subeidie.
D.d. Januari is ingekomen een adres van
C. Hamelimk en P. Warnier, respectievelijk
voorzitter en secretaris der alhier bestaande
Algemeene Volks-tbibliotheek, die daarin te
kennen geven:
dat genoemde Algemeene Volks-Bibliotheek
alhier werd opgericht op 28 December 1923
en in de op 12 Januari gehouden vergadering
den naam heeft ontvangen van „Arbeiders-
ontwikkeling"
dat circa 90 a 100 leden zijn ingeschreven,
waardoor voidoende levensvatbaarheid voor
deze bibliotheek blijkt te bestaan;
dat omstreeks 60 a 70 boeken onder het be-
heer van" het bestuur zijn gebracht, waarmee
op 1 Februari a.s. zal worden begonnen;
dat het in de bedoeling van het bestuur ligt
deze weldswaar nog zeer beperkte hoeveel-
heid lectuur zooveel en zoo spoedig mogelijk
aan te vullen met verschillende werken van
letterkundigen en economischen a-ard van de
hand van schrijvers van de meest uiteenloo-
pende richting;
dat zij zoo spoedig mogelijk reglement en
verdere bescheiden ter inzage van het Dage-
lijksch Bestuur zullen zenden;
dat zij, de gemeentelijke subsidie aan de
beide andere hier ter plaatse bestaande biblio-
theken in oogenschouw nemende, ten slotte de
vrijheid vonden dit schriftelijk verzoek tot
den raad te zenden, n.l. de Algemeene Volks-
bibliotheek „Arbeiders-ontwikkeling" een
jaarlijksche subsidie toe te kennen van f 60.
Nader is door het bestuur ingezonden een
afsehrift van het reglement en de lijst der
beschikbdre boeken.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
op dit verzoek afwjjzend te beschikken, op
grond dat deze bibliotheek, gezien de cata
logue, boeken ter lezing beschikbaar stelt,
die eenzijdige ontwikkenng bevorderen, die
ontevredenheid aankweeken en alzoo, zoomin
in het algemeen belang, als in het belang
van den werkman zijn, alsmede boeken van
minder goede zedelijke strekking.
De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter!
Na 4 of 5 maanden tijds komt dan eindelijk
het verzoek van de bibliotheek „Arbeiders-
ontwikkeling" in behandeling. En hoe! Ik
heb mij verbaasd over den geest die dit prae-
advies van Burgemeester en Wethouders
ademt. Een met ernstigen wij door arbeiders
op touw gezette zaak, dienende om zich voor-
al in de lange winteravonden op een nuttige,
een aangename, en leerzame wijze te verpoo-
zen, wordt op deze manier tegengewerkt.
Dat is bemeden alle critiek. En het lijkt wel
of de heeren hetzelfde spelletje spelen als
Minister van Justitie onlangs, ten opzichte
van de ,,Dageraad".
Deze bijeenverzamelde 70 a 80 boekwerken
zijn door opofferingsgezinde menschen bijeen-
gebracht, met het doel den voorraad uit te
breiden en te verrijken met meesterwerken
van schrjjvers van allerlei richting. Dat staat
duide..jk in de statuten. Burgemeester en
Wethouders zijn aan het speuren gegaan en
constateeren ten eerste de eenzijdigheid, de
bron van ontevredenheid, niet in het belang
van de arbeaders en vooral niet van de
meenschap zijnde. Maar, mijne heeren, indien
deze lectuur van menschen, als Multatuli, Vic
tor Hugo, Jules Verne, Zola, Marie Corelli
zooveel anderen ontbreekt in de Qhr. Volks-
blbliotheek, is die dan niet eenzijdig? Juist,
mijnheer de Voorzitter, dadr zit hem de kneep.'
Alleen onder het praedicaat „Christelijk" is
men deugdzaam, dat is het mooie etiket en
net motto van vandaag aan den dag. Ik ben
meuiwsgierdg van Burgemeester en Wethou-
aers te vernemen, welke boekwerken van min-
ner goed zedelijk gehalte zijn. Dat zal ver-
kLi ZSn te vernemen. Er mag al eens
zlJn, dat niet deugt voor een kind en
dat ten doel heeft de afschuwelijkheden van
verschillende maatschappelijke ondeugden aan
de kaak te stellen, maar dat is daarom nog
niet van minder goed zedelijk gehalte. Heb
ben de heeren in dit verband de catalogus
van de Ghr. en R. K. bibliotheek al eens na-
gezien
En doodsbenauwd zijn Burgemeester en
Wethouders voor de opiaaiende ontevreden
heid, te-rwijl ze drommels goed weten, dat be-
rusten zonde is. Gaarne zou ik vernemen
welke werken Burgemeester en Wethouders
van minder goed zedelijk gehalte hadden. En
verder of zij het bestuur der bibliotheek mode
in staat willed stellen door subsidie ook an
dere lectuur aan te schaffen. Het bestuur
kan dan misschien overwegen de door Burge
meester en Wethouders gewaarmerkte of ge-
brandmerkte boeken terug te nemen. Ik zelf
doe daar niet aan mee en zal mij als bestuurs-
lid der bibliotheek verklaren tegen teru
name van ook maar een boek, gesterkt als ik
ben door de wetenschap, dat er een goed
maatschappelijk werk wordt verricht door het
seheppen van zulk een nieuwe inrichting. Ik
hoop, dat er meerdere heeren zullen zijn die
het schriele standpunt van Burgemeester en
Wethouders in dezen niet zullen deelen. De
christelijke heeren dienen uit de praktijk te
weten, dat tegen de verdrukking in het' best
groeit, getuige den schoolstrijd. Dit is weer
een staaltje van verdrukking van haat en
tegenzin tegen de arbeiderspartij, het is je
rednste ketterjagerij
De heer BAERT deelt mede, zich te ver-
eenigen met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, hjj kan voor een subsidie aan
die bibliotheek zijn stem niet geven.
De heer KRUIJSSE noemt het standpunt
van Burgemeester en Wethouders zeer be-
krompen. Er is op dit gebied reeds een pre
cedent. Er zijn reeds subsidies verleend aan
de Ohristelijke en aan de R. K. leesbiblio-
theek. En, zooals de heer 't Gilde opmerkte,
deze zullen ook eenzijdig zijn. En wat de
boeken betreft, die deze bibliotheek bezit, dat
zijn boeken zooals men er wel in iedere Volks-
bibliotheek aantreft. Spreker zou even-goed
aan deze als aan de christelijke bibliotheken
subsidie willen verleenen en kan zich dus met
het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders niet vereenigen.
De heer VAN DIXHOORN had omtrent
deze zaak van Burgemeester en Wethouders
ook een ander standpunt verwacht. Hij had
verwacht, dat ze een beter begrip zouden
hebben gehad van het woord van Christus:
„onderzoekt alle dingen en behoudt het
goede". Het gaat toch niet aan, dat zij aan
deze bibliotheek subsidie willen onthouden
omdat zij lectuur bevat die niet strookt met
hun geest? Zij beweren, dat er lectuur in is,
die gevaar zou kunnen opleveren en die als
minder zedelijk te beschouwen is. Maar dan
wil hjj er in dat verband op wijzen, dat toch
ook de Bijbel, vooral het Oude Testament,
gedeeilten bevat, die als minder zedelijk kun
nen beschouwd worden en die de ouders maar
liever overslaan als ze er voor hunne kinderen
in lezen. Hij kan ook niet meegaan met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De heer P. DE FEIJTER verklaart zich bij
het p-read-vies van Burgemeester en Wethou
ders te kunnen neerleggen. Voor hem gaat de
zaak zelf te diep, om er een oordeel over te
kunnen uitspreken. Hij wil er echter op wij
zen, dat er naast rechten ook plichten zijn.
De vereeniging Patrimonium heeft eerst
eenige jaren met zijn bibliotheek zonder sub
sidie gewerkt, het heeft toen bewezen, dat het
wat kon presteeren op dit gebied. Laat ook
deze vereeniging, dat eerst eens doen, in plaats
van terstond van subsidie te willen profitee-
ren.
De heer DIELEMAN verklaart, dat de
bibliotheken over het algemeen bij hem niet
zoo hoog staan aangeschreven, men moet_daar
in den regel niet de beste werken gaan halen.
Hij kan zich met het advies van Burgemeester
en Wethouders ten voile vereenigen, omdat
dit ligt in de lijn der Axelsche bevolking. Wat
de aanhaling van den heer't Gilde betreft om
trent de behandeling der kwestie van De
Dageraad in de Tweede Kamer, wrjzegt
spreker juichen dat gaarne toe omdat wij
er mede instemmen. Ik heb tot mijn spijt
geen gelageniheid gehad de lijst der boeken
van deze bibliotheek in te zien en dat hindert
mij nu eendgszins, maar ik ga af op het advies
van Burgemeester en Wethouders. Ik ben het
er mede eens, dat ons arbeidersvolk geen ge-
brek heeft aan eenzijdige voorlichting, of aan
de propaganda, waarajan die boeken ook wel
dienstbaar zullen gemaakt worden. De biblio
theek van Patrimonium heeft zichzelf ontwik-
keld, laat dan ook deze bibliotheek eens op
zichzelf werken en we zullen zien, of daaraan
werkelijk behoefte blijkt te bestaan.
Wat de aanvallen op Burgemeester en Wet
houders betreft, het college dient leiding te
geven aan de zaken in de richting, die zij
goed achten. De bevolking heeft geen voor-
lichtins, noodig, van de zijde van deze biblio
theek. tie zijde waarvan zij komt is een waar-
borg, dat daarop ter dege moet worden toe-
gezien en als de raad er toe overging om aan
haar subsidie te verleenen, zou het noodig
zijn een eommissie te benoemen, die tot taak
zou hebben de aan te schaffen en uitgegeven
wondende boeken speciaal na te zien.
Wat de beweringen van den heer Van Dix-
hoorn betreft, deze heeft misbruik gemaakt
van Gods naam en Zijn Heilig Woord. Ik
moet dat ten zeerste afkeuren. Laat elk ge-
looven wat hij wil, maar blijf van elkaars
Heilige dingen af.
De heer 't GILDE heeft tot zijn bevreem-
ding in antwoord op zijn vraag nog geen
en/kel boek als onizedelijk hooren noemen. In
het verband van het advies van Burgemeester
en Wethouders vraagt hij, of ook de Christe
lijke Volksbibliotheek, die subsidie van de ge-
meente geniet, geen eenzijdige propaganda
beoogt.
De heer VAN DIXHOORN wil in antwoord
aan dien heer Dieleman opmerken, dat deze
niet moet vergeten, dat niet alles wat hij
Heilig noemt door de gansche -bevolking als
zoodanig wordt beschouwd.
De heer DIELEMAN wil op dat punt niet
verder discussieeren en een voor hem Heilige
zaak niet in het geding brengen. Naar aan-
lei-ddng der woorden van den heer 't Gilde
wil hij er op wijzen, dat Patrimonium uit den
aard der zaak tot boeken uitgeeft, die Ohris
telijke en maatschappelijke deugden aan
kweeken, welke noodig zijn voor samenwer-
king der bevolking. Indien de heer 't Gilde
kan aantoonen, dat ook de Algemeene Volks-
bihliotheek boeken ter lezing geven, die die
nen tot het aankweeken van christelijke en
maatschappelijke deugden, dan zal hij hem
aan zijn zjjde hebben om er subsidie aan te
geven, al is het ook, dat spreker liever zou
zien, dat de bibliotheken zichzelf redden en
alle subsidies daarvoor werden afgeschaft.
De heer OGGEL wijst er op, dat de biblio
theek werken bevat van Zola en de lectuur
daarvan een tegenovergestelde strekking
heeft. De heer Van Dixhoorn heeft aange-
haald de woorden van de H. Schrift „onder-
zoekt alle dingen en behoudt het goede". Bur
gemeester en Wethouders hebben Hit gedaan,
zij hebben onderzocht en zijn van meening^
dat op het behoud van deze bibliotheek voor
het wel zijn der Axelsche bevolking geen prijs
behoeft te worden gesteld, aangezien zij in de
verkeerde richting streeft. Zij drjjft den ar-
beidersstand in de armen der ontevredenheid,
waardoor ze niet geiukkiger worden. Voorts
wijst hij er op, dat Patrimonium ieder jaar
zijn boekenlijst inzendt. Ieder raadslid kan
dus controleeren, wat den lezers geboden
wordt.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat
Burgemeester en Wethouders zich alzoo wei
op een zeer hoog standpunt plaatsen, dat zij
hebben te onderzoeken, wat het beste is, en
de rest der bevolking in dit opzicht dus on-
monddg verklaard wordt.
De VOORZITTER moet daartegen opko-
men. Burgemeester en Wethouders hebben
alleen advies uitgebracht omtrent de vraag
of al of niet subsidie zal worden verleend.. Zij
hebben in verband met de strekking der bi
bliotheek geen vrijmoedigheid om daarvoor
steun te verleenen uit de gemeentekas, van
het geld van alle burgers.
De heer 't GILDE merkt op, dat de Voor
zitter dan toch wel van standpunt is veran-
derd. Toen hij.dezen indertijd persoonlijk
over sprak, zeide deze „de anderen krijgen
subsidie, waarom zouden jullie het ook niet
krijgen." Spreker begrijpt niet, waarom men
van rechtsche zijde zich aldus tegen een be-
paalde richting stelt. De heer Dieleman heeft
er steeds bezwaar in, indien hier bijbelteksten
gebruikt worden, maar toch wil spreker op
merken, dat deze zich hier th-ans allerminst
voordoet als een Christen die in het oog houdi
de dienende liefde, doch zich hult in het kleed
van een Kain, zeggende „ben ik mijn broeders
hoeder". Spreker zou daartegenover willen
wijzen op de woorden van Paulus, de gemeen-
schapsleer: „Draagt elkanders lasten", het-
geen ook het grondbeginsel is van de gehate
en gevreesde sociaal-democraten.
De VOORZITTER merkt op, dat Burge
meester en Wethouders moeten weten, op wel
ke wijze het gemeentegeld gebruikt wordt.
De heer KRUIJSSE kan toch niet anders
dan het standpunt van Burgemeester en Wet
houders bekrompen. noemen. Hij kan het col
lege niet zoo belezen achten, dat zij uit eigen
waarneming hun advies hebben neergeschre-
ven. Hebben Burgemeester en Wethouders
die boeken opgevraagd en van den inhoud
kennis genomen? Op welke wijze zijn zij tot
de conclusie gekomen-, die zij in hun advies
hebben neergeschreven Hebben zij dat zoo
maar gedaan op een vermoeden Spreker
noemt bet geheel iets anders of men zegt sub
sidie te willen geven ja of neen, maar hetgeen
zij in hun preadvies neerschrev-en, dat de -boe
ken ontevredenheid aankweeken en er boeken
worden ter lezing gegeven van minder goede
zedelijke strekking, dat is toch niet voor de
poes. Het gaat naar sprekers meening niet
aan, dat zoo maar klakkeloos te zeggen.
De VOORZITTER merkt op, dat men toch
niet van Burgemeester en Wethouders zal
kunnen vergen, dat zij al die boeken gaan
doorlezen. Zij zijn ook vrij inlichtingen te
vragen, doch behoeven naar zijn meening geen
rekenschap te geven, hoe zij tot het vormen
hunner meening gekomen zijn.
De heer KRUIJSSE meent toch, dat, als
men zulk een krasse veroordeeling uitspreekt,
men dan toch verder moet kunnen gaan, en
die meening moet kunnen motiveeren. Op de
herhaalde vragen is nog geen enkel boek met
name genoemd.
De VOORZITTER vraagt, of de heer
Kruijsse het wel in het algemeen belang zou
achten, indien spreker hier de titels der boe
ken die hij op 't oog heeft, zou noemen. Hij
acht zulks niet het geval en zal dit ook
nalaten.
De heer BAERT geeft te kennen, de in de
lijst voorkomende boeken niet te hefobe.
lezen, maar uit de namen van sommige schrij
vers blijkt hem, dat djp niet zuiver staan.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders tot afwijzing van het verzoek wordt aan-
genomen met 7 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Weljns, Dieleman,
P. de Feijter, Oggel, J. de Feijter, Koster en
Baert; tegen stemmen de heeren Van Dix
hoorn, 't Gilde en Kruijsse.
De heer 't GILDE zou thans, gehoord de
woorden van den heer Dieleman, willen voor-
stellen ook de -subsidie voor de andere biblio
theken in te trekken.
De VOORZITTER vraagt, of dat voorstel
niet beter bij de begrooting zou te pas komen.
De heer 't GILDE neemt daarmede ge-
noegen.
10. Verzoek om een bijdrage voor riolee-
leering en dempen der sloot langs het
Buitenwegje.
Burgemeester en Wethouders deelen mede,
een schrijven te hebben ontvtangen van het
bestuur van den polder Beoostenbleij benoor-
den, dat daarin te kennen geeft, dat in de ver
gadering van Ingelanden van dien polder,
houden 20 Mei 1.1. eene bespreki-ng plaats
vond over de rioleering van de waterleiding
van af het spoorwegstation tot het erf van
den heer W. Koster.
Op hun verzoek maakte de metselaar P. A.
van Hoeve hiervoor een begrooting en hlijkens
deze is hij genegen dit werk uit te voeren voor
een som van j 645.50.
Ingevolge besluit van bovengenoemde ver-
gad'ering is de polder bereid deze rioleering
tot stand te brengen onder voorwaarde, dat de
kosten hiervan voor den polder niet meer be-
dragen dan twee honderd gulden.
Gaame vernemen zij of het college bereid is
a/an den raad der gemeente een voorstel te
doen om de overige kosten, bedragende alzoo
f 445.50 voor rekening der gemeente Axel te
nemen.
Aangezien de door deze demping en riolee
ring der sloot te verkrijgen, verbetering des-
tijds moest worden uitgesteld, van wege de
hooge kosten, stellen Burgemeester en Wet
houders voor f 445,50 beschikbaar te stellen.
De VOORZITTER deelt nog mede, dat Bur
gemeester en Wethouders nu dit werk lief.-
zoodra mogelijk zagen uitgevoerd. De sloot
verspreid een ondraaglijke stank en de toe-
stand zal er zeer veel door verbeteren. De
polder zou het werk zelf uit uitvoeren, onder
toezicht van Burgemeester en Wethouders, of
iemand namens haar.
De heer WEIJNS vraagt of, als de sloot is
gerioleerd, daarvan het gevolg kan zijn, dat
de -gemeente ook nog wordt aangesproken
voor het plaatsen van nelningen, ter afschei-
ding der langs den Buitenweg gelegen gron-
den.
De VOORZITTER merkt op, dat de polders
het werk ond'er eigen beheer wil uitvoeren en
daarvoor een bijdrage vraagt In de kosten.
Als de gemeente die dus geeft, is al het ande.V
voor den polder.
De heer 't GILDE moet zijn bevreemding
uitspreken, dat het polderbestuur thans dit
werk in eigen beheer wil uitvoeren, terwijl,
toen in den afgeloopen winter aan haar een
bijdrage werd gevraagd voor het uitvoeren
van een werk om het terrein der gasfabriek
van het overtollige water te ontlasten de pol
der weigerachtig is gableven em een bijdrage
te verleenen, terwijl dat werk beoogde werk-
verschaffing en daardoor ontlasting der
steunverleening. Sp»reker is gaame bereid,
om de aan het Buitenwegje wonende men-
svchen te helpen, maar kan toch zoo zijn stem
nog niet aan het voorstel geven.
De VOORZITTER merkt op, dat het met
het werk ten bate van het terrein der gasfa
briek iets anders was; de polder voelde daar
niets voor. Als men voor de gemeente dit
werk kan gedaan krijgen wordt het iets geheel
anders. De polder heeft zich bereid verklaard
dit uit te voeren. Spreker gelooft, dat, als de
gemeente er op stond om het zelf te doen,
de polder daar ten slotte niet om zou geven,
maar hij vermoedt, dat de polder het got-
kooper zal kunnen dan de gemeente.
De heer 't GILDE zal, als dit gegarandeera
Dan worden, voor stemmen.
De heer KOSTER merkt nog op, dat de pol
der, aan het in den afgeloopen winter bespro-
ken werk niet heeft willen medewerken, om
dat er een grooter plan voor verbetering van
den waterafvoer in bewerking is en de polder
alzoo geen bijdrage wenscht te geven voor
half werk. Van de hier besproken rioleering
heeft de polder geen voor- of nadeel. De pol
der heeft nagegaan wat de sloot haar ja-arlijks
kost aan onderhoud. Het gekap-italiseerde
bedrag daarvan wenscht zij er thans voor be
schikbaar te stellen, om te helpen aan het op-
ruimen van een vuilen toestanri. Spreker ge
looft, dat het voor de omwonenden een groote
verbetering zal zijn.
De heer P. DE FEIJTER is ook van mee
ning, dat het een schoon werk zal zijn. Hij
vindt het ook goed, dat er van gemeentewege
een bij-drage voor gegeven wordt, maar met
het oog op de vele andere gevallen, dat eige-
naars van gronden moeten betalen voor be-
strating en rioleering, zou hij wenschen, dat
ook de aanpalende eigenaars een derde in de
kosten betaalden. Bij de nieuwe straten moe
ten de koopers van gronden alien door een in
de koopsom begrepen bedrag bijdragen in de
kosten der bestrating en rioleering. Aan den
Buitenweg is, dat jiiet het geval geweest en
hebben ze daardoor vermoedelijk den grond
goedkooper gekocht. Waar dit werk nu tot
hun bestwil wordt uitgevoerd, zou het billijk
zijn, dat ze er aan meebetalen.
De VOORZITTER is het niet geheel met
den heer De Feijter eens. Het is juist dat
tegenwoordig bij nieuwbouw de betrokkenen
de bestrating en rioleering betalen, maar hier
betreft het een oude toestand. Misschien
woont er geen mensch meer van hen die er
destijds gebouwd hebben. Het betreft hier een
zaak van algemeen belang en het verdient
aanbeveLing, die nu maar zoo spoedig moge
lijk op te ruimen.
De heer WEIJNS vraagt, aan wie de grond
komt, als de sloot gedempt is.
De heer KOSTER: Aan die polder, die is
volledig eigenares van de sloot.
De heer DIELEMAN: Is het bedrag niet
verbazend hoog, voor het dempen en rioleeren
van dat eindje sloot?
De heer KOSTER merkt op, dat niet alleen
de buizen moeten worden gelegd, doch ook
putten moeten worden gemetseld, eene bij de
scheiding aan het terrein van de spoorweg-
maatschappij Mechelen-Ter Neuzen, een in
het midden en een aan het eind, ten einde de
rioleering als het noodig is te kunnen -schoon-
ntaken. De hooge kosten ontstaan dus in
hioofdzaak door het metselwerk. Voorts moet
dan toch ook de sloot, worden dichtgegooid,
waarvoor grond moet worden aangevoerd.
Er ligt nu wel al grond in reserve, maar die is
toch niet voidoende en spreker veronderstelt,
dat de raad toch liever den toestand ineens
grondig zal wenschen te zien verbeterd, dan
dat er half werk zou gedaan worden.
De VOORZITTER gelooft, dat de begroo
ting niet te hoog is.
De heer DIELEMAN acht het toch beden-
kelijk, dat de gemeente twee derden der kos
ten moet betalen. Hij meent, dat de polder
niet van het denkbeeld mag uitgaan, dat z
er geen belang bij heeft. Het polderbestuur
behoort toch ook tot de ingezetenen van Axel
en behoort mede te werken aan verbeteringen
in het belang dier gemeenschap. Hij zou het
beter vinden, indien elk der hierbij betrokken
partijen de helft betaalde. Naar zijn meening
heeft de polder er misschien meer belang bij
dan de gemeente.
De heer OGGEL geeft te kennen, dat dit
niet zoo is.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat, in
dien de grond daar komt te liggen aan een
goed gerioleerden en verharden weg, deze
toch gemakkelijker aan goeden prijs kan ver-
kocht worden. In elk geval, zou hij het ge-
wenscbt achten, dat met de uitvoering werd
gewacht, tot den aanstaan-den winter, omdat
er dan een goede werkverschaffing in zit, het-
gieen voor de gemeentekas voordeel oplevert.
Als het nu wordt uitgevoerd, zullen er men
schen aan werken, die nu ook aan andere wer
ken hun brood verdienen.
De heer KOSTER deelt mede, dat het de
bedoeling is, het werk in Augustus of Sep
tember uit te voeren. Dat is op een tijdstip,
dat er op het land niet veel werk is. Dan kan
het ook als werkverschaffing beschouwd
worden.
De heer VAN DIXHOORN wil naar aanlei-
din-g der woorden van de heeren 't Gilde en
Dieleman nog opmerken, dat het den polder
betrekkelijk koud kan laten, of de sloot wordt
gerioleerd of niet. Zij heeft daar allerminst
belang bij. Als de polder de sloot onderhoud,
is het voidoende. Zij wenscht nu met de ge
meente samen te werken om dien voor de
gemeente ongewenschten toestand op -te rui
men. Dit behoort .te worden gewaardeerd.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat in het
omgekeerde geval, als een polder zijn water
kwijt wil zijn, de gemeente terstond een groo
te subsidie geeft. getuige de bijdrage der
gemeente aan den Noordpolder in het vorig
jaar.
De heer KRUIJSSE noemt dat een geheel
ander geval. Bij de subsidie aan den Noord
polder gold wel degelijk het motief, dat de
verbetering van den waterafvoer ook was in
het belang der gemeente, omdat de rioleering
van de N-ieuwstraat en een groot deel van
Axel daar langs uitweg moet vinden.
De heer DIELEMAN: We zouden het dus
ed-genlijk als een gun-st moeten beschouwen,
dat de polder wat geven wil Ik ben van
meening, dat de polderbesturen ook moeten
meefwerken tot het uitvoeren van werken in
het algemeen belang en dat men in het alge
meen te veel van de gemeente vraagt en de
polderbesturen te weinig geven.
De heer VAN DIXHOORN moet daartegen
protesteeren, er op wijzende, dat de polders
al zeer worden gedrukt door het onderhoud
hunner wegen, waarvan het publiek profi-
teert.
De heer DIELEMAN: Maar de gemeente
toch niet.
De heer VAN DIXHOORN: Dat publiek
behoort tot de ingezetenen der gemeente.
De heer J. DE FEIJTER wyst er op, dat
de rioleeringen van bijna de helft der kom in
den Noordpolder uitloopen en dat de verbete
ring der uitwatering dus van groot belang
was voor de kom der gemeente. Dit gaf aan-
ledding, om dit werk voor gezamenlijke reke
ning uit te voeren. Toch meent spreker nu
ook niet, dat de polder Beoostenblij met zijn
verzoek en aangeboden bijdrage in de kosten
aan de gemeente een cadeautje geeft. Hij is
er niettagenstaande dit, hard voor, om er op
in te gaan, maar die sloot ligt nu eenmaal op
de«n ligger en moet door den polder toch wor
den onderhouden. De Noordpolder moet jaar-
lijks aan den polder Beoostenblij voor uitwa
tering daarin betalen en als de sloot verwaar-
loosd werd, zou zij tot onderhoud gedwongen
kunnen worden.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat
Uw humour wordt vergald, als gij last hebt
van aiambeien. Foster's Zalf geeft vanaf de
eerste aanwending verlichting en heelt uw
kwaal. Inderdaad een probaat geneesmiddel.
Per doos 1.75; per tube 1.5
ook heelemaal niet van een cadeau gespro-
ken is.
De heer OGGEL meent, dat de heer Diele
man de zaak verkeerd in ziet. De polder be-
taalt anders jaarlijks 10 voor onderhoud
van dien sloot. Men heeft nu geredeneerd, dat
dit de rente is van een kapitaal van 200,
■dat zij dit bedrag er dus voor over heeft, om
aan verbetering van den toestand mee te wer
ken. De gemeente zal met de uitvoering van
het werk gebaat zij'n.
De heer DIELEMAN kan zich niet vereeni
gen met de som en blijft beweren, dat ooi
de polder er belang bij heeft, als dit laatste
niet het gerval is, behoort zij ook niets te
geven. Zij is er dan nu voor altijd voor een
koopje van af.
De heer KRUIJSSE vraagt of, indien dit
voorstel dat naar hij hoopt zal worden aan-
genomen, is uitgevoerd, ook geen verbetering
kan worden gemaakt in de waterplaats aan
het station, die daarop het oogeriblik aller
minst de omgeving en den ingung der Nieuw-
straat versdert.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders er reeds over hebben
gesproken, die dan te verplaatsen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
De heer Koster heeft zich als dijkgraaf
van den betrokken polder van stemmen ont
houden.
(Wordt vervolgd).
Bieden.
Laten
a
H
U