ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Het Ideaal
Mo 7621.
Vrljdag 20 Juni 1924.
64e Ja&rgaiig
3LT,.Hrw Kantoorhouders
Uit het boGge Nooiden.
DE BROEDERST
TT FnTnTa'TdI
Schoonheudster Congierge
van het Gemeentehuss.
FETJILLITOW.
3B3 HlIftgT'JBI IBX-j-A-ID
a verzocht het abonnements-
W°rover het 2e kwartaal 1924
de Ter Neuzensche Courant,
(Vfe zenden v66r 1 Juli 1924.
DE UITGEEFSTER.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN roepen op Sollicitanten voor de
op 1 Septe srrt to e r a. s. vacante
kcmende betrekking van:
Schoonhoudster, tevens Congierge
van het Gemeentehuis.
Een ontwerp-instructie ligt terGemeer.te
Secrelarie ter inzage.
Sollicitalie inzenden bij Burgemeester en
Wethouders voor 2«S dezer.
Ter Neuzen, 13 Juni 1924.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HU1ZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEV1JLLE, Secretaris.
LXXVII.
Vandaag iets over 't studeeren van meisjes.
Hiervoor is eenige aanleiding, omdat er een
rapport is versdhenen over de resultaten bij
het middelbaar onderwijs. Laat mij aan-
vangen te zeggen, dat ik slechts een matig
voorsfander ben van universitaire studie
van meisjes. imrners de normale bestem-
ming voor haar is (het huwelijk. Het gevolg
daarvan is, dat 'n groot deel der meisjes, die
zouden gaan stuaeeren de H. B. S. of het
gymnasium niet ten einde loopt of tijd'ens
de academisdie studie ophoudt, terwijl velen
wel afstudeeren, maar nimmer of slechts
zeer korten tij'd een betrekking of ambt
aanvaarden.
Daar de opleiding voor elk student aan
het Rijk verscheiden duizenden guldens
kost, worden dus elk jaar groote sommen
vruohteloos door den Staat (maar ook door
de ouders!) uitgegeven. De kostbare plaat-
sen in onze laboratoria worden, terwijl er
voortdurend plaatsgebrek is, ingenomen
door studenten, die na korter of langer tijd
de studie vaarwel zeggen. Voor haar leven
als echtgenoote en moeder heeft de vrouw
in den regel bitter weinig aan het begin van
een wetenschappelijke vormiing, vooral ook,
omdat er gewoonlijk weinig van blijft han-
gen, als men de verworven. kennis niet 'bij—
houden blijft.Ook de wetensdhap heeft er
hoegenaamd geen baat bij. Want de uni-
versiteit dient, naast het vormen van jonge
mensdhen voor een intellectueele levens-
taak, om de wetensdhap te brengen op hoog
peil en daardoor de bescihaving en ontwik-
keling te verlhoogen. Maar dan heeft men
niets aan duizend half afgestudeerden, die
bezig zijn haar kennis te vergeten en heeft
men veel aan honderd, die blijven voort-
gaan met wetenschappelijke navorsching.
Daarnaast bestaat de vrouwelijke studen-
tenwereld nog voor een groot deel uit doch-
ters van vermogende ouders, welke meisjes
gewoonlijk meer uit een modezuciht (omdat
het zoo aardig is student te zijn!) dan uit
werkelijken studiedrang de academie hel-
pen bevolken.
Reeds daarom is de raad van pas aan
ouders, die zoo gefortuneerd zijn, dat men-
sohelijkerwijs gesproken hun dodhters haar
brood niet behoeven te verdienen en aan
ouders, die gegronde reden hebben te ver-
waahten, dat hun doahters zullen huyven:
Geeft zoo mogelijk aan uw dochter een op-
37) (Vervolg.)
Ja, waarom, tante Lotte? Dat noerpt
men den vooruitgang der menschheid die-
nen. En daarom dienen zij slechts de on-
rust, de haast, den strijd en den docd. Ik
zal per telegram mijn schoonzuster vragen
of m®n verlangt dat ik kom. Helpen kan ik
weliswaar niets.
Hi J fcette zich aan de schrijftafcl en
schreef zijn telegram.
Jurgen kan meerijden, zei hij, ter
wijl hij tante Lotte het! telpgram gaf.
Hij fnoet op het telegrafisch antwoord
wachten en het mij brengen, opdat de
bode niet nog eens naar hier buiten moet
Geef den bode eerst een goed maal eten.
jurgen kan vooruit rijden.
Ja, baron, snikte de oude, en ver-
wijderde zich.
Edmund ging naar het venster. Stjeedsi
dichter en zwarter hooptLn de wolken zich
op, al st«rker werd het razen der zee
en over de dijken en dammen zag men het
schuim van de branding siaan. Het dag-
iicht was verdwenen en grijze schemering
omhulsde aljes.
Dat is het leven. fluisterde Edmund.
Ee eeuwigc strijd.
DMeenzamen man aan het venster van
het eenzame huis werd het onheimelijk te
moede. Hij gaf zich over aan somber, droef
voeding, welke haar geschikt maakt als
huisvrouw en als moeder!
Hoezeer het ook in de 20e eeuw van zelf
spreekt, dat men op de meest royale wijze
voor het meisje de gelegenheid opent om
zich voor ieder vak of ambt te bekwamen,
en hoezeer het ook noodig is, omdat vele
meisjes ongehuwd blijven, aan haar de kans
te geven haar eigen brood te verdienen, mag
thans wel worden gewaarschuwd, dat die
studie veiei lei teleurstelling baren kan.
Imrners, terwijl gedurende de laatste 35
jaren, waarin meisjes gingen studeeren, de
voorwaarden voor het slagen daarvan gun-
stig waren, is de uitkomst niet meegevallen.
Die voorwaarden waren hierom gunstig,
omdat het overgroote deel dezer meisjes
behoorden tot de beste leerlingen der lagere
scholen. Als de ouders ertoe overgingen
een zoon te laten studeeren, hoewel hij
slechts middelmatig was, deden zij dat in
den regel niet met sledhts middelmatige
meisjes. Omdat beurzen bijna uitsluitend
voor jongens beschikbaar zijn, gingen bo-
vendien slechts meisjes uit den gegoeden
stand studeeren of dochters van intellec-
tueelen. Dezen bezaten het voordeel van
het gunstige milieu tehuis. Nu had men
mogen verwachten, dat de meisjesgroep, die
veel minder zwakke of middelmatige leer
lingen telde dan de jongensgroep, uitste-
kende resultaten zou hebben opgeleverd,
vooral omdat bleek, hoe over 't algemeen
de vlijt op de H. B. S. grooter is bij meisjes
dan bij jongens. Het is anders uitgekomcn.
Van al die vrouwelijke studenten werden
twee buitengewoon hoogleeraar in de plant-
kunde. En al mag dankbaar worden er-
kend, dat er een aantal begaafde vrouwe
lijke dokters of arisen zijn en een aantal
knappe leeraressen, zij worden verre over-
vleugeld door hun mannelijke tijdgenooten,
wier wetenschappelijke pu'blicaties in boek
of tijdschrift even zoovele bewijzen bij-
brengen, dat zelfstandige verwerking van
wetensdhap aan hen is toevertrouwd. Wij
staan voor did onloochenbare feit, dat naar
verhouding de mannelijke groep veel en veel
meer wetenschappelijke studien in druk
heeft geleverd dan de vrouwelijke groep.
Enkele jaren geleden hebben een paar
hoogleeraars openlijk als hun oordeel het
uitgesproken, dat de vrouwelijke studenten
minder presteerden dan de mannelijke.
Ternauwernood hadden zij hun eerlijke
overtuiging durven uit te spreken of aan-
stonds werden zij door de woondvoersters
in de vrouwenbeweging uitgemaakt alsof
zij bevooroordeeld door tegenzin waren,
ouderwetsch en conservatief. Natuurlijk
was dat hoogst onbillijk, want die hoog
leeraars spreken uit eigen ervaring. Doch
gedurende de laatste jaren hebben een reeks
hoogleeraren in allerlei vakken aan onze
verschillende universiteiten dat oordeel ko-
men bevestigen en deze stemmen uit de
praktijk zijn zoo beslist, dat wij thans wel
mogen aannemen, dat in hun oordeel een
groote waarheid schuilt. Niettegenstaande
de grootere ijver der meisjes is het percen
tage, dat uitblinkt, veel kleiner dan het per
centage bij de mannelijke studenten. De
oorzaken daarvan zal ik thans laten rusten.
Zij hangen ten deele samen met het verschil
in sommige eigensahappen tusschen jon
gens en meisjes, hoewel het verstand bij de
laatsten misschien evengroot is, en ten deele
met de lichamelijke gesteldheid van het
opgroeiende meisje. Juist in de jaren,
waarin het meisje van kind verandert tot
vrouw, waarin zij haar tijden van lichame
lijke zwakheid heeft, valt de leertijd op de
H. B. S. of gymnasium. Terwijl de lichaams-
kracht van den jomgen zich in dien tijd sterk
vermeerdert, zoodat hij met een frisch hoofd
de lessen volgt, wordt de grondslag gelegd,
waarop hij straks zijn universitaire studien
opbouwen moet. Het gevolg daarvan is, dat
in eenzelfde klasse geleerd wordt door een
frisschen jongen en een ver.moeid meisje.
Maar dit meis'je heeft zooveel eerzucht, dat
zij geen minder goede cijfers op het rapport
behalen wil. Zij blijft blokken en bereidt
zich voor haar schooltaa'k dagelijks voor.
gepeins. Hij hoorde niet, dat de oude Lotte
in d« kamer kwam en de lamp aanstak.
Toon de hddere lichtstraal zijn oog tkx)f,
ontwaakie hij uit zijn droomen en schrikte
haast op, toen tante Lotte hem vroeg, of
zij het avondeten zon brengen.
Zijn gedachten waren zoo ver weg ge-
weest, dat hij de oude vrouw eerst niet
\erstond, maar haar vragend aankeek. Toen
trad zij naar hem foe en legde zacht haar
magere hand op zijn arm.
Zou het niet goed voor u zijn, ba
ron, dat u naar Beriijn reisde?
Naar Beriijn? Waarom?
De jonge heL>r is toch zoo ziek en
zal zich gewis verheugen, u te zien.
Dunkt u? Missdhfen ook niet. Nie-
mand wordt gaarne aan de dwaasheden
in zijn leven herinnerd.
Waarvoor altijd die oude histories
op te halen?
Ik haal ze niet op, tanJe Lottie;
ze komen tot mij en woelen in mijn hart,
dat ik aan niets anders kan denken. Ik
had toch niet hier moeten blijven, tante
Lotte.
Hij begon door de kamer heen en weer
te loopen. De oude kende deze s temmingen
dan hielpen woorden niets en zacht zuch-
tend verwijderde zij zich.
HOOFDSTUK XXII.
Het was een droevig weerzien van Fer
dinand en Kate.
Als o\erwinnaar had zij hem will,en zien
binnenkomen in de trotsche porta triumpha-
Dat houdt zij vol, tot dat het eindexamen
achter den rug is, maar dan begint zij de
academisdhe studie in veel vermoeider toe-
stand dan de jongen.
Miissohien wil iemand vragen: is dat
heusch zoo erg? oefent de lichamelijke
gesteldheid zulk een ongunstigen invloed
uit, ook als het meisje goed kan leeren?
Het antwoord luidt: ongetwijfeld, want de
statistiek wijst het uit met zekerheid. Ge
durende een derde van een eeuw, zijn vele
honderden meisjes leerende geweest, en
(gelijk reeds werd betoogd), die meisjes
verkeerden in gunstige'conditie. Haar ge-
fortuneerde ouders waren ook in staat de
kosten te dragen van verblijf aan zee of in
bos-:,i tijdens vacant:'.'^Vrijwel alien waren
uit de steden, waar de pnderwijsinrichtingen
waren. De vele jongqjis, die van het plat-
teland dagelijks moesten reizen per rijwlel
of spoortrein hadden een liahamelijke ver-
moeienis te doorstaan, die aan deze meisjes
bespaard bleef.
Wat is nu gebleken? Dit: dat nog niet
op den leeftijd, waarop de lagere school
wordt verlaten, de schifting plaats hebben
kan tusschen de leerhngen, die verder op
moeten en die eigenlijk niet moeten studee
ren. Kinderen, die op de lagere school uit-
munten, vallen later soms geduoht tegen,
terwijl leerlingen, die ^erst slechts middel
matig waren, na hun 15e jaar hoe langer
hoe gunstiger zich gaan ontwikkelen. Eerst
als de twee eerste klassen van H. B. S. of
gymnasium zijn doorgemaakt, kan met meer
kans op juistheid van uitkomst worden
voorspeld, hoe het gaan zal. Natuurlijk
zijn er zulke buitengewoon begaafde kinde
ren, dat somtijds de voq>rspelling reeds eer-
der gedaan kan worden, of zulke weinig
begaafde kinderen, dat reeds terstond de
ongesChiktheid kan worden vastgesteld.
Voor het meisje kornt de moeilijkste tijd,
wat het lichamelijke bhtreft, ongeveer op
het 15e jaar. Daarentegen komt de jongen
na zijn 15e jaar gewoonlijk lichamelijke en
geestelijk in steeds beter conditie. Wat
leert ons nu de statistiek? Dat van de goede
leerlingen in de eerste en tweede klasse 97
percent der jongens het eindexamen haalt,
maar slechts 73 percent der meisjes. Dat
beteekent, dat van de meisjes met een goed
verstand ruim een kwart lichamelijk niet in
staat is het eindexamen te halen. Maar van
de zwakke leerlingen in die klassen haalt
nog minstens de helft der jongens flat eind
examen, doch van v.' meisjes slechts
17 percent of een zesde. Wij mogen dus
met vrij groote zekerheid zeggen, dat, bui-
tengewone omstandigheden daargelaten,
een jongen, die in de le en 2e klasse goed
was, ook zijn einddoel zal behalen. Was
hij zwak, dan wordt het slagen tot de helft
beperkt. Maar met meisjes staat het er
minder goed voor. Van de goeden mislukt
een kwart en vrij zeker mislukt de zwakke.
Waar het nu volgens de statistiek ondub-
belzinnig, blijkt, dat de lichamelijke ge
steldheid der meisjes van zoo grooten in
vloed is trouwens hoe sleaht zien meis
jes op de H. B. S. er dikwijls tijdens den
sohooltijd uit, terwijl zij in de vacantie op-
leven daar ligt de gevolgtrekking voor
de hand, n.l. de ouders, die een dochter heb
ben, die op de lagere school goed leert,
maar die een zwak lidhaamsgestel heeft,
moeten aan hun kind de pijniging besparen,
dat het straks op de H. B. S. door te weinig
lichaamssterkte het moet opgeven. Daar
naast, dat het veelal wenschelijk zal blijiken,
om als de dochter toch gaat leeren, haar
langzamer te doen voortkomen Een aanlbe-
velenswaardige methode is: als het meisje
feitelijk reeds klaar is voor de toelating,
toah nog een jaar wachten en in herhalings-
cursus het geleerde vaster laten verwerken.
Daardoor komt dit meisje dan beter on-
derlegd op de H. B. S. of gymnasium en
heeft in de eerste klasse minder moeite het
bij te houden, terwijl het moeilijkste levens-
jaar, wat het lichamelijke aangaat, in een
lagere klasse wordt doorgemaakt, waarin
nog niet zooveel van de hersens wordt ge-
vergd. Terwijl het soms goed gaat, als men
lis van de Duitsche rijkshoofdstad en nu
droegen ze hem binnen op een baar, be-
wusteloos.
Zijn waaghalzig® moed, zijn krachtfsbe-
wustzijn warden hem ditmaal ten verderve.
M«t graaf Terrillac had hij om den zege
gestreden. Op minuten, op scconden was
het eindelijk aangekomen en in razende
vaart had hij de laatste mijten voor het
deel afgelegd. Daar nauwelijks een mijl
van het doel verwijderd de zekere over-
winning voor oogen weigerde de motor
de bezinehouder ontplofte op onverklaar-
bare wijzein stukken en brokken, de
automobiel werd uit elkaar geschcurd en
de ongelu.kkige bestuurder werd omhoog
geslingerd en op den grond geworpen,
waar hij met gebroken Iedematen bleef
liggen.
De automobiel van graaf Terrillac raas-
de hem voorbij, die onder het gejuich van
de duizendhoofdige menigte als overwin-
naar door het doel ging.
Het werd Kate zwart voor de oogen
toen haar 't ongeluk van haar echtgenoot
werd bericht. Zij zou zijn necrgezonken,
als Kitty haar niefc had gegrepen en be-
hcedzaam naar een stoel had geleid.
Toen begon Kate krampachtig te schrei-
en, wat zij echter met al haar witskracht
bedwongv om met Kitty den ongelukkige
tegemoet te rijden en hem niet meer te
verlaten.
Nu lag Ferdinand, verbonden aan arm
en beenen, met ijsomslagen op de wonden
en keek met smarteiijken glimkeh naar
Kate en Kitty, die naast zijn bed zafen.
een vluggen jongen feitelijk een jaar te
vroeg naar de rniddelbare school zendt,
heeft men alle kans, dat dit op mislukking
uitloopt, als men het met een meisje doet.
Een oplossing, die in dezen tijd van bezui-
niiging te duur zijn zou, is: dg samenvoe-
ging van jongens en meisjes op een rniddel
bare school opheffen en alle meisjes pfaat-
sen in een meisjes-school, waarin de leer-
stof is verdeeld over zes in plaats van over
vijf jaar. T. g. T.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De heer Janssen (r.k.) wensdht vluggere
ontginning van de kolenterreinen ih Lim-
burg, hetzij door den staat of met een
expli)itatieovereenkomst door pariiculieren.
De heer Stenhuis (s.d.) klaagt over rech-
tetoosheid van de Nederlandsche mijnwer-
kers.
De heer Dobbelman (r.k.) dringt aan op
bespoediging van bruggenbouw bij Nij-
megen.
De heer Polak (s.d.) oordeelf dat vele
wCgen te breed worden aangelegd, waar-
door geen geld overblijft voor verbetering
van andere wegen.
Minister Van Swaay zegt dat de staats-
commissie inzake de organisatie van den
rijkswaterstaatsdienst zoo klein mogelijk is
gehouden om den arbeid te bespoedigen.
Bij aanbesteding kan men buitertlandsche
firma's niet uitsluiten, al worden meest de
Mederlandsche bevoordeeld.
TWEEDE KAMER. i
Vergadering van Woensdag.
Bij de behandeling van de suppletoire
oorlogsbegrooting betoogen de he en en Mi-
chielsen (r.k.) en K. ter Laan (s.d.) dat
d® commandanten van de huzaren te Haar
lem mede schuffiig zijn aan de fraude
door een zadelmaker, wegens hoogst on-
voldoende controle. Zij wenschen volledige
schadevergoeding, wat minister Van Dijk
overbodig vindt.
Bij de interpellatie van mr. Boon (v.b.)
over de wagering van de Konink ijke goed-
keuring van de statuten van den Dageraad
faetoogt interpell'ant dat deze vereeniging
de wretenschap populair bepefent en de
goede zeden niet aantaist, dpcjh slechts
over de herkomst van de goede zeden met
den minister van meening verschilt.
De heer Boon vraagt of de minister
de wrigering van de goedkeuring niet in
strijd acht met de Grondwet en de wet
van 22 April 1855, en of de minister de
ieden der Vereeniging zal veiwolgen op
grond van artikel 107 van het We-Jboek
van Strafrecht.
D« minister van Justitie beantwoordt de
interpellatie. De goedkeuring is met ont-
houden wegens het athei'stjscji standpunf
van de vereeniging. Spreker heeft de goed
keuring geweigerd, omdat bij de wijziging
van de statuten de in God haar oorspnong
vindende Ievensnormen zijn terzijde ge-
steld door toepassing van het; atheisms
bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid,
dat is zijns inziens zuiver anarchie.
HERDENKING MOBILISATIE 1914.
Voor de herdenking van de Mobilisatie
1Q14 heeft het Nationaal comite een eere-
ooinite gevormd, waarin o.m. zitting heb
ben genomen alle tegenwoordige minis
ters, oe gewezen opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht, de oud-ministers uit
het kabinet-Gort van der Linden, vcrschei-
dene Commissarissen der Koningin en an
dere hooge autoriteitt n.
DE RIJKSMIDDELEN.
De rijksmiddelen hebben over de af-
geloopen maand /0.75 millioen minder op-
gebracht dan over diezelfde maand van het
vorig jaar, over de eerste vijf inaanden
8.49 millioen gld- minder dan over dezelfde
periode van het jaar 1923.
ZIEKTE- EN ONGEVALLENWET.
Minister Aalberse heeft bij den Hoogen
Raad aanhangig gemaakt een voorontwerp
INGEZONDEN MEDeDEELING.
van den fijnproever
blyffeer^pyp -j
Zie je Kate, zei hij met zachtle hee-
sche stem dat men ook in de automobiel
den hals kan breken? Veel scheelde het
niet, of men had mij als doode door den
Brandenburger poort gedragen.
Hoe kun je nog schertsen, liefste.,
zei ze, tegen haar tranen kampend. lie
doe me a! de bittcrste verwijten dat ik je
h®b overgehaald om mee te doen.
Maak je geen verwijt daarvan, Iieve-
ling, ik zClf heb de sdnuljd (door mijn
doldriest rijden. Wil je mij een frisschen
dronk geven?
Kitty reiktp hem het glas, daar zij
juist de flesch in handen Mad en braciit
net aan zijn mond.
Ik dank u, juffrouw Kitty. Ik zou u
gaarne de hand reiken, maar ik kan niet...
de rechterarm is gebroken en de linker
verstuikt
Als 't u blieft, baron, biijf bedaard.
Ik ben u zeer dankbaar, juffrouw
Kitty, dat u mijn vrouw in dezen treurigen
tijd gezelschap houdt.
Ik moet mevrouw de barones dan-
ken.... maar de dokter heeft u de grooljste
rust aanbevolen.
Och, de dokters.a..
Ik vraag je barteiijk, lieve Ferdi;
houd je heel rustig, zei de barones.
Wij zullen in de naaste kamer gaan.
Kitty, dat hij kan rusten. Nietlwaar; lieve.
Ferdi, je zult gaan slapen?
Zij boog zich teeder over hem heen.
Ik zal het probeeren, mompelde hij,
de oogleden sluitend.
De barones en Kitty gingen in het ande-
van een nieuwe ziekte- en ongevallenw'et,
welke gebaseerd is op de plannen door
hem in de vergadering van de Tweede
Kamer op 8 April jl. ontvouwd.
De voorzitter van den Hoogen Raad
van Arbeid heeft omtrent dit voorontwerp
^r:.e-advies gevraagd van de commissie van
elf, die ter bebwndeling van het onfcwerp
zal worden bijeengeroepen op 14 Juli.
Het ligt in het voornemen den Raad
ter behandeling van het prae-advies om-
streeks 10 September bijeen te roepen.
HEIMELIJKE INVOER VAN REEDS
UITGEVOERD GEDISTILLEERD.
Op vragen van het lid van de Tweede
Kamer. den heer Staalman, beireffende
het nemen van maatregelen tegen het hei-
meiijk weder invoeren van naar Belgie en
Duitschland uitg«voerd gedistiilcerd, heeft
de minister van Financien geantwoord:
le. Het is den ondergeteekende niet
bekend, dat gedistillleerd, h'etjwdk naar
Belgie is uitgevoerd, tegenwoordig op
groote schaal vandaar heimelijk weder
wordt teruggevoerd. Noch het aantal aan-
haliugen van gedistill;eerd langs de Belgi-
sche grens, noch de periodieke rapporten
omtrent den gang der grensfraude geven
aanleiding zulks te vermoeden.
2. Langs de Duitsche grens is de toe-
stand minder geruststjellend. Vooral over
de Wadden worden volgens geruchten be-
langrijke partijen spiritus binnengesmok-
keld, hetgeen door enkele aanhalingen is
bevestigd.
3. Dat benadeeling van den eerlijken
hand€l in die mate zou pfeats hebben,
dat in de grensstreken afzet onmog'elijk
wordt gemaakt, is bij onderzoek niet ge
bleken.
De uitkomsten der pcilingen bij nerir.g-
doenden in de grensstrcken bewijzen het
tegendeel.
4. Daar de tegenwoordige middelen van
erweer de admir.istratie der accijnzen niet
in staat stjellen de fraude te bedwingen, is
een wetsontweip ingediend, dat hierin ver
betering beoogt 'te brengen. Bovendien is
op de Wadden onlangs 'n recherchevaar-
tuig g^stationneerd, ten einde het toezich't
aldaar te versterk.en.
DE VERDEDIGING VAN ZEELAND.
Voor de afdeeling Rotterdam van de
AlgGmeene Vereeniging van verlofsofficie-
ren der Nederlandsche land- en zeemacht
heeft gep. generaal C. J. Snijders, gevye-
zen opperbevelhebber van land- en zee-
macht in een der lokaliteitcn van het stad-
•huis gesproken over de Nederlandsche
weermacht, beschouwd in verband met den
Europeeschen poiitieken toestpnd.
Hij kwam daarbij tot de conclusie dat
Europa in een latenten oorlogstoestand
verkeerd. Hij geloofde wel niet, dat de
dreigende ooriog reeds zeer spoedig te
verwachten is, maar drong er te meer op
aan dat onze regeering den tijd, die ons
geschonken is, nuttig zal gebruiken voor
het herstel en den uitbouw van ons krijgs-
wezen.
Hij wees op den militairen m.r.chtsaan-
was en de annexionistische begeer.ijkheid
van Belgie en ook op het feit dat bij een
toekomstigen ooriog Frankijk aan zijn
front op den rechtervleugel een goed ver-
dedigd Zwiteerland heeft, maar aan den
linkervleugel het gebied van Nederland,
re vertrek, terwijl een ziekenverpleger bij
den gekwetste achtf-'ifoleef.
Kitty was ieeds sedert veertien dage.n
bij de barones. Zij konden uitstekend met
elkaar overweg. Kate had haar rroilsche,
hoogmoedige houding geheel afgelegd, zij
was onder den invloed van haar gelukkig
huwelijk een zachtmoedige, werkelijk edel
denkende vrouw geworden en Kitty was
door haar lot nog zachter en tbch in ze-
keren zin ook trotscher geworden. Zij had
van dag tot dag gewacht, dat Eamund
haar weer zou naderen, zij kon nut ge-
looven, dat aijes nu voorbij zou zijn, eerst
toen maanden verliepen, zonder dat hij
iets van zich Iiet hooren, gaf zij de hoop
op en trok zich trotsch terug.
Om haar tante met af te zeer tot last
te vallen, had zij in de kl.eine stad ge(racht
muziekles te gevrn en langzamerhand was
het haar dan ook gelukt, e^n aantal leer
lingen te krijgen, zoodat zij reeds mocht
hopen, eenmaai zelfstandig te kunnen wor
den. Toen de barones weer in haar leven
trad, scheidde zij zich ongaarne van haar
stille leven en haar werkzaamheid. Slechts
1 op sterken aandrang van haar tante, die
van dag tot dag iijoender werd en bij haar
dochter haar intreK wilde gaan nemen, be-
sloot zij, de betrekking als dame van ge
zelschap bij de barones aan te nemen, die
haar niet alleen een hoog salaris brrcht,
i maar ook haar plaats tegenover de we-
reid volkomen herstelde.
(Wordt vervolgd.)
.no?:-
TER
UZENSCHE