ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7607. Vrijdag 16 Mei 1924. 64e JaargaiiK De Tijden Roepen "TumTh" land. BINNENLAND. DEPL .hasssm B BH&STB BXj-A.IP Onder bovenstaand opschrift heeft de bekende Leidsche hoogleeraar Prof. dr. G. J. Heering dezer dagen een boekje de wereld ingezonden, dat zeker in ruimeren kring lezing en overweging verdient. 'Mag de titel dan misschien als onderschrift dragen de beperking: „Een woord tot de religieuse Jomgeren", dit maakt voor ons deze bladzijden eer nog aantrekkelijker dan minder behartigenswaard. Wij la ten hier nu ter zijde, wat de schrij- ver in een inleiding zegt over de religieuse jeugdbeweging, hoe en waardoor die geko- men is in een impasse en in moeilijkheden, waardoor bij haar duidelijk een zekere aar- zeling merkbaar is. Genoeg zij en kan ook zijn, dat de geleerde schrijver vooral het gevolg van den oorlog ziet als een machtige factor, waardoor talloozen zijn opgeschrikt uit den waan, dat de wereld, het leven en zij zelven nog zoo kwaad niet waren. Deze Leidsche uitspraak kan zeer wel worden gelegd naast een uitspraak van den kort- geleden overleden Leidschen professor Hartman, die herhaaldelijk zijn misnoegen en verbazing er over gelucht heeft, dat op den eerstem Zondag van den grooten oorlog een jong prediker, onder wiens gehoor hij zich bevond, den moed had te laten zingen het bekende, maar zeker slechts door weinigen bewonderde en ook door zeer weinigen nu nog verdedigde gezangvers: 0 sterveling, gevoel Uw waarde Gevoel van eigen onmacht, t— zoo zegt Prof. Heering r verlangen naar een leven en een wereld van hooger orde heeft samen- gebracht menschen, die tot nu toe elkaar niet kenden noch vonden. En de schrijver gelooft, dat de nadenkenden onder hen vooral getroffen zijn door drie feiten: 1. de beoordeeling en behandeling van den enkelen mensch; 2. het karakter onzer samenleving; 3. den aard onzer besehaving. Over elk van die drie onderwerpen zegt Prof. Heering nu zeer behartenswaardige dingen, waarvan wij in dit en een volgend artikel een qn ander willen oververtellen. Wij kunnen daarbij natuurfijk slechts o'n- voliedig zijn, maar voor degenen, die het betoog in zijn geheel zouden willen lezen, is de complete brochure gemakkelijk ver- krijgbaar. De mensch werd niet geteld. Dat is in en na den oorlog wel heel duidelijk open- baar geworden. En dat de mensch zich tegen zijn eigen degradeering niet heeft kunnen verzetten, vond zijn oorzaak in zijn gemis aan eigen zedelijke overtuiging. Po pulate of populair-gemaakte natuurweten- schap en vlakke natuur-filosofische theo- rieen hebben 's menschen godsdienstig ge- loof ondermijnd, en hem beroofd van de hooge waardeering der menschelijke ziel en haar leven, die het Christendom schenken wil. Het zedelijk-ontwrichtende naturalisme en mflterialisme hadden vrij spel. Alles, of althans heel veel, werd van de wetenschap verwacht. Kennis is macht, zoo zei men. En een macht van kennis werd dan ook op lagere, middelbare en hooge scholen aan- gebracht en ingestampt een knappe kop was het ideaal maar zij verving de zede lijke overtuiging niet en gaf die ook niet. Het verstand werd tienmaal zoo sterk ge- vormd als karakter, geweten en geloof. Er kwam ook, vooral in Duitschland, maar toch ook in ons vaderland een souve- reine staats-ethiek, waaraan de burger zich had te onderwerpen, en waarin het staats- belang het hoogste gezag, en gehoorzaam patriotisme de hoogste deugd was. De staat, die oorspronkelijk slechts een historisch- natuurlijke grootheid was, werd als een, ja vaak als de zedelijke grootheid geleerd en opgedrongen, en men begon vrijwel te den- ken, dat de mensch zijn waarde ontleende aan den staat, dien hij met alles wat in hem is, had te dienen. Humaniteit en naasten- liefde gingen vrijwel op en te loor in het staatsbelang. De mensch met zijn verzwakte godsdienstige en zedelijke overtuiging deed afstand van zijn zedelijke zelfstandig- heid en merkte dat niet eens! Zoo verdwenen de personen steeds mee. De persoon bleef enkel over als een uit de eindelooze reeks van kleurloozen, als een genummerde werkkracht van uniforme soort, werkkracht zonder zelfstandigheid, zonder inzicht en arbeidslust. „De ergste roof op den arbeider gepleegd", zoo zegt I Sombart, ,,is, dat de arbeid van het prole- tariaat heeft opgehouden het heiligste en j kostbaarste te zijn, wat een mensch op j aa,rde b-ezitten Ion Zoo lczcn wc in een oud Chineesch geschrift uit de 5de eeuw voor Christus, dat een oude wijze tuinman den raad kreeg om in zijn grooten tuin een sproei-machine te gebruiken. Doch die man antwoordde: „neen, want mijn leermeester heeft gezegd: wie een machine benut, doet zijn werk machinaal, en wie machinaal werkt, krijgt een machine-hart; en wie een machine-hart in zijn borst heeft, verliest zijn zuiverem eenvoud." Nu blijkt wel, dat die oude tuinman gelijk had,'en dat de machi- nale arbeid nog meer verlies beduidt dan alleen maar aan eenvoud, want bij de massa beteekent zij ook: verlies van zelf- standig denken, van scheppend werk, van arbeidsvreugde, van gevoel van eigenwaar- de, in een woord: van persoonlijkheid. Willen deze dingen beter worden, dan zal wij zijn di't met Prof. Heering volkomen eens de minsch weer meer, dan tot nu toe het geval werd, moeten komen staan in het centrum van onze aandacht. Hoe meer wij geven om den enkelen mensch, des te meer stijgen ook wijzelf uit boven de natuur en reiken wij in den geest, in God. Het is niet de natuurlijke historic, die ons 's men schen grootheid leert. Niet als soort, niet als recbtop-loopend zoogdier, dat slim is en instrumenten maken kan, is de mensch groot, dooh als geestel.ijke individualiteit, dat is: als wezen, dat wel in de natuur be- staat, eet en ademt, maar in den. eeuwigen geest zijn diepste wortelen en zijn hoogste bestemming heeft. En daaiom ts het ook zoo begrijpelijk, dat de christelijke religie met hand en tand aan die hoogheid van den mensch vast- 1 houdt, terwijl zij daarnaast zijn val en ver- J laging ook ten voile erkent. De christelijke I godsdienst ziet den mensch in het licht van j Christus, menschenzoon en Godszoon tege- 1 lijk. Wie van uit zijn godservaring den mensch ziet, die heeft eerbied voor den mensch, ook en vooral als persoon. Het is zoo'n mooie droom van de Afrikaansche schrijfster Olive Schreiner, van dien man, die God bad om hem te verlossen van zijn haat jegens zijn vijand, omdat hij in haat niet leven kon. God schonk dien man de genade om een oogenblik te mogen schouwen den diepsten grond van zijns vijands ziel. En toen hij daarna zijn vijand zag voorbij gaan langs den weg in zijn gewone gedaante, en hem gevraagd werd, of hij hem nog haatte, kon hij niet andejs uitbrengen dan dit eene zin- netje: ,,How beautiful is mij brother!" (Wat is mijn broeder schoon). Heering zegt zoo goed: „dit is een men schelijke droom, maar tegelijk een godde- lijke waarheid. Hoe hooger wij reiken als menschen d. w. z.: hoe meer wij leven uit God, des te grobter wordt ons vermogen om de menschen te zien als „broeders" in hun „schoonheid", het vermogen om met het goddelijke in ons door alle aanwend- sels en gebreken heen te zien naar het god delijke in den ander. Het gelijke zoekt het gelijke! Daar zijn twee spreu.ken, die lijnrecht tegenover elkander staan. Het eene spreek- woord zegt: ,,Homo homini lupu§", d.w.z. de eene mensch is voor den ander een wolf. De andere spreuk luidt: „homo sacra res homini, en dat woord beteekent:'„de mensch zij den mensch heilig". Die eene spreuk zegt hoe het helaas onder menschen en ook onder „chiristenen" maar al te veel en al te vaak is. De -andere spreuk zegt, hoe het wezen en worden moet. 2. Het is echter niet alleen de beoordee ling en behandeling van den enkelen mensch, waaraan het steeds meer ging ha- peren; ook het karakter onzer samenleving is niet wat het wezen moest. Hoeveel men ook op de staats-voogdij hebbe aan te mer- ken, daarnaast moet worden erkend, dat er van de samenleving zonder ingrijpen van den staat, al heel weinig zou zijn terecht gekomen. Echter is daar gebleven: de macht van het geld, en zoo ziet men bij de dreiging van den „komenden" oorlog de olie een onheilspellende rol vervullen, de olie, die ieder land begeert, niet voor de ge- meenschap, maar alleen voor zich zelf. ,,Hoe verarmd zij ook mogen wezen", zegt Prof. Heering, „en al is er voor geen socialen nood en voor geen Russischen of Duitschen doods-honger geld te vinden, voor oorlogs- tuig hebben zij alles, letterlijk alles over, ook het bloed van hun volk, zelfs het bloed van het toekomstige geslacht, waarvan de geboorte met het oog op den komenden oorlog gretig wordt tegemoet gezien". En de hoogleeraar heeft dan ook volko men gelijk, naar het ons voorkomt, indien hij als een der voornaamste gedachteloos- heidszonden dit noemt, dat wij schuldig staan aan het opkomen en laten voortleven van een dubbele moraak een voor den per- soonlijken omgang met familie en vrienden, waarin het om „den mensch" te doen was. en een voor de maatschappij, waarin de zaak alien en alles aan zich onderwierp. Wordt daar dan uit den treure tegen in- gehracht, dat het thans geen tijd is voor ethische overwegingen, doch alleen voor economischen opbouw, dan moet het wor den toegestemd, dat, ook al is die economi- sche opbouw hoogst gewenscht en hoogst noodzakeliijk, wij toch alleen heil kunnen verwachten van een opbouw, die de zede lijke factoren niet verwaarloost. Eenheid van moraal zal er moeten komen. Het is bij voorbeeld een zeer verheugende gebeurtenis, dat de Fransche christen-jon- geren in November '23 op hun congres te Straatsburg het hebben uitgesproken en be- pleit, dat „alle zedelijke, sociale en reli gieuse principes onlosmakelijk verbonden ziin, en gelijkelijk gelden voor individuen en volken beidem." Wil deze eenheid van moraal ooit in de praktijk worden erkend, dan dient er meer- dere gemeemschap te komen in arbeid, ar- beidsdoel en arbeidsbelang. Bedenkelijk is zeker een verklaring als die het Verbond van Nederlandsche Fabrikanten in Januari '23 richtte tot den Hoogen Raad van Arbeid, toen het daar heette: ,,De meerderheid van de Commissie dit was dan de zooge- naamde Commissie 12 inzake bedrijfsorga- nisatie staat op geheel verkeerd stand- punt; de strijd om het bestaan-wordt door haar blijkbaar beschouwd als iets, dat in ons maatschappelijk leven behoort te wor den vervangen door vreedzame samenwer- king". En het is zeker verbeugend, dat Dr-. PJ. Kromsigt, de bekende Amsterdamsche I predikant, daartegen in het „Handelsblad" dit protest deed hooren: „Maakt men op die wijze den arbeid ook vc»r ons, geestelijke leiders, niet menschelijkerwijze onmogelijk? Hier wordt het brute heidendom zoo koel- bloedig mogelijik gesteld boven de meest elementarre eischen van; het Christendom. Waar moet het heen, +- zoo vraagt Dr. Kromsigt, en wij vragen het met hem in dien men in vooraanstaande handelskringen zoo redeneert?" Natuurlijk zal niet in een handomdraaien de weg kunnen worden gevonden om te komen uit al de moeilijkheden, die hier op- rijzen aan alle kanten. Prof. Heering zegt zoo volkomen terecht: „Aan twee kanten moet de regenerate, w:**srnaar de wereld snakt, tegelijk een aanvang nemen, en aan twee kanten moet dus de hefboom worden aangezet: aan den persoohlijken en aan den maatschappelijken kant. Betere menschen vergrooten de mogelijkheid van een rijzen- de samenleving en tegelijk verruimt een betere samenleving de kans op zedelijk- stijgende menschen. In een volgend (laatste) artikel over dit onderwerp hopen wij nog te vertellen, wat Prof. Heering in zijn brochure in het mid den bracht over den aard onzer besehaving. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag. Aan de orde is het wetsontwerp terzake van de uitbreiding van Dokkum. De heeren Bak'ker (c.-h.) en Leenstra (a.-r.) verzetten zich tegen het ontwerp, olhdat Oost-Donge- radeel door de afscheiding van het kapitaal- krachtige gedeelte, ten doode is opgeschre- ven. De heer Sannes (s.-d.) is voor de uit breiding, doch vraagt de waarheid betref- fende de verstrekte cijfers en gegevens. De heer Boon (v.-b.) bepleit de uitbrei ding van Dokkum, speciaal met Aalsum, dat de natuurlijke uitgroei van Dokkum vormt. De heer Bierema (v.-b.) zal vermoede- lijk tegenstemmen. De heer Van der Molen (a.-r.) is voor annexatie van geheel Oost-Dongeradeel. Hij dient een motie in, vragende samen- voeging van Dokkum met geheel Oost- Dongeradeel. De heer Van Vuren (r^k.) verdedigt het ontwerp. DE POSTCHeQUE- EN G1RODIENST. Blijkens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de Postbegrooting 1924, wenschte men algemeen uiting te geven aan zijne ergernis en ontstemming over den gang van zaken bij den postcheque- en giro- dienst. Men was van oordeel, dat de toe- stand van dien dienst nog zeer veel te wen- schen overlaat, en wilde dit den minister onder de oogen brengen. In de vergadering der Tweede Kamer van 25 Januari jl. heeft de Minister gezegd, dat biinnen eenige weken „de zaak weer zou loopen". Sede-rt dat tijdstip zijn thans reeds meer dan drie maanden verloopen. Waarop steunde de verklaring van den Minister? Is de Minister wederom bedot"? Zoo ja, door wi«n? Wanneer wordt de dienst weer geopend? Met groeienue ontstemming had men ken nis genomen van de onthullingen in het ver slag van de commissie-Tak. Is de Minister, zoo vroeg men, voornemens gevolg te geven aan de conclusies van dit verslag? Door enkele leden werd de weoschelijk- heid betoogd den geheelen postcheque- en girodienst op te heffen. Vele andere leden stelden grooten prijs op de spoedige heropening van den post-giro- dienst waarin de grootbanken op verre na niet zoo goed kunnen voorzien als de post. DE NIEUWE SALARISREGELING VOOR HET RIJKSPERSONEEL. Omtrent de voornemens van de regeering met betrekking tot de nieuwe salarisregeling voor het rijkspersoneel deelt men aan de N. Ct. het volgende mede: De nieuwe salarisschalen zullen bedragen 80 pCt. van het inkomen voor burgerrijks- personeel, 85 pCt. van het inkomen voor militair personeel beneden den rang van ad- judant en 80 pCt. voor het overige militair personeel. Deze berekening geldt van het salaris, dat op 1 Januari 1924 genoten werd. De bestaande wachtgeldregeling zal ook spoedig worden opgeheven door toekenning van een afkoopsom, welke 60 a 65 pCt. van het totaal wachtgeld bedraagt. Ten aanzien van het op wachtgeld ge steld personeel zullen binnenkort nog an dere maatregelen getroffen worden. DE VLEESCHKEURINGSWET. Door den heer Braat zijn aan den Minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid de vol gende vragen gesteld: Is het Zijne Excellence bekend, dat door de bepaling in de Vleeschkeuringswet, dat er zijn moeten centrale slachtplaatsen voor noodslachtingen, het veel voorkomt, dat veehouders groote schade lijden, omdat het op veel plaatsen voorkomt, dat de koud- slachters de dieren eerst ophangen, en laten keuren, alvorens ze te willen koopen, waar door de eigenaars eenigszins aan die slach- ters verplichtingen hebben? Is Zijne Excellence bereid te bevorderen, dat voor de kleine plaatsen die centrale slachtplaatsen kunnen worden opgeheven, opdat alsdan de eigenaar thuis kan laten slachten en keuren, wat een voordeel is voor: I. de gemeente, die dan geen onkosten heeft aan centrale slachtplaatsen; II. de eigenaars van de dieren, omdat zij dan in den handel vrijer staan; ill. de bevolking der kleine plaatsen, wier centrale slachtplaats thans, om finan- cieele redenen, in een naburig dorp of plaats is en welke alsdan weer gemakkelijker goed- koop vleesch kan krijgen? DE TOESTAND. De door het Centrum geopperde eon- cOntratie van de middengroepen in den Duitschen Rijksdag heeft schip'breuk ge- leden op den tegenstand van de vdkspar- tij, die het plan oniiitivoerbaar heeft ver- klaard. Het epitheton schoone droom, waarmee het offideele partijoommunique de aaneensluiting voorziet, moet, schrijft de N. R. Crt., misschien dienen om het centrum nu te winnen voor de wenschen van de volkspartij naar een samengaan van alle burgerlijke partijen, die den staat erkennen. Stresemann on de zijnen willen met andere woorden de Duitsch-naCona- Ien j;n de rege.eringscoalitie betrekken en zijn tegenstanders geworden van de groote coalitie met inbegrip van de socialisten. De motie, waarin dit nieuwe standpunt wordt omschreven, geeft voortte den Duitseh national te kennen dat de volks partij gfeen koeTSverandering in de buiten- landsche politick wenscht. Voor een program op dezen grondslag zou het centrum vermoedelijk wel te vin den zijn, maar dat de Duitsch-natipnalen in de voorwaarde omtrent de buitfenland- sche politick Zulfieii bernsten, is nioeiljjk aan te nemen. De Deutsche Tagesztg., een invloedrijk Duitseh nationaal orgaan, komt er al te.gen op en verzekert dat de heden te houden bestuursvergadering der part'ij van het kabinet Marx-Stfesemann onver- wijld aftreding zal' 'eischeji en in elk ge val onthouding van onderhandel'pgen of beslissingen over de voorstellen der des- kundigen. Indien het blad het sUandpunt van n«t noofdbestuur juist weergeeft, zal dat weinig gevoelen voor het handha^ven van den tegenwoordigen koers in de bui- tenlandsche po!iC;ek en sliaan de kansen van het plan der volkspartij nietf gunstig. Vaststaatr- dat ^r in het Duitscii-nationale kamp sterk ve,rzet tfegen de voorstellen der deskundigen is, dat zich o.a. heeft geuit in vrij onbewimpelde kritiek tegeh het interview van den partfijvoorzitter Hergt met den Lok. Anzeiger. "MacDonald heeft in het Engelschc La- gerhuis twee belangwekkende mededeelin- gen gedaan. De eerste betrof de onderlin- ge schulden der Geallieerden, waaromtrent de premier, in antwoord op een vraag, opnierkte dat het iabour-kabinet evenals zijn voorgangers de regeling daarvan g'e- scheiden wenscht te houden van die der Duitsche schadevergoeding. De tweede meaedeeling betreft het voornenien van de regeering om dc dce- len van het Vereenigde Koninkrijk, Enge- land, Schotfand en Wales voor plaatselijke belangvn zelfbestuur te verleenen. PlaaU selijk (local!) heeft in dit verband een zeer ruime beteekenis; het wil zeggen dat alle niet-gemeenschappelijke belangen aan een national^ vertcgenwoordiging Zullen wor- d«n toevertrouwd. De regeering komt' met deze concessie wijselijk tegemoet aan wen- schsn waaraan vooral een deei der Schot- sche bevolking met nadruk uiting gaf en walker miskenning groeiende ontevreden- heid zou hebben gewekt. Er komt peeds teekening in den politie- ken tocstand tfe Parijs, schrijft de N. R. Crt. Met eenparige stemmen heeft het kabinet besloten af tte treden, met dien ver- stande dat het tot 1 Juni, den dag waarop de nkuwe Kamer bijeenkomt, de loopende zaken zal afdoen. Naar het heet had Poin- "tare «r de voorkeur aan gegeven, dadelijk been te gaan en van links werd daarop ook aang«drongen omdat een interregnum van vrij langSn dunr in een bewogen tijd niet in het lu-iang van het land zou zijn doch Millerand moet hem hebben over- tuigd, dat h«t zoo beter was. Intusschen zal geen enkele maatregel worden getrof fen, die de komende regeering zou kunnen binden. Zoo zullen de be-sfuiltwettvn, die beoogden op de staatshuishouding een mil liard te bezuinigen en nog alleen de be- krachtiging van den raad van state be- hoefden, worden opgesc'nort en zal Poin- care's bezoek aan MacDonald niet door- gaan. De nieuwe regeering, uit welke groepen ze ook moge worden samenge- stsld, zal dus bij haar optreden geen blok aan h<"t been hebben. Ofschoon in verband met de kabinetsfor- matie nog altijd verschi,H(ende namen de ronde doen, schijnen de kansen van Her- riot, den leider der radicalen, het best' te staan. Ziin groep met 139 leden de sterk- ste geworden, kan keker de meestc aan- spraken laten gelden, doch of Herriot wien een bedcnkelijke mate van besliiiteloosheid wordt toegeschreven, de rechUe man is, betwijfelen vefen. Een punt, dat tje Parijs Zeer de aandacht trekt, is de positie van Millerand. De bla- den van het linkerblok drukken met vett6 letters de boodschap af, die op 27 Maart in de Matin verscheen en eindigde met de woorden: Ingeval het land zich tegen de voortzettfng van deze politiek (van het nationale blok) mocht verklaren, zou de president van de republiek daaruit onver- INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. vroeqeren nu wijld, wat hem zelf betreft; de hem dien- stig voorkomende conclusies trekken. De ze uiting is algemeen opgevat als een ver klaring van Mdlferand zelf, dat h'ij lief en Ieed met het blok zou deelen. Ze ver- draagt ook nauwelijks de spitsvondige uit- Ieggirig, die we ergens vernreld vonden dat de president slechts bedoeld had te dat hij bij een nederlaag van het nationale blok den overwinnaars de voile maat zou geven. Intusschen schijntf Mille rand te aarzelen en daar is inderdaad re- den voor, want constitjutioneeI staat de president boven den partijst|rijd. Zelfs I'Oeuvre, het radicale orgaan, er kent dat, echter niet om den president tjot aanblijven te manen, maar om hem te verwijten dat zijn boodschap tegen alle constitutSpneele regelen en gebruiken in- druischte. Ook zakelijk is evenwei voor het aanblijven van Millerand wat te zeggen, althans zoolang niet vastrtaat op welke groepen in het parlement de nieuwe re geering zal steunen. Komt er een coalitie van radicalen en socialisten, dan zal Mil lerand meer reden hebben om heen te gaan, dan wanneer de radicalen bij de blokpartijen steun vinden. Dit laatste is geenszins onmogelijk, vooral als kalm over- leg, waartoe het interregnum van drie we ken alle gelegenheid geeft, de opwinding van de verkiezingscampagne heeft bedaard. Concentratie van middenpart'ijen zit trou- wens in de lucht, getuige Duitschland waar centrum, demokraten en volkspartij vereeniging van hun Rijksdaggroepen over- wegen om de Thiitsch-natipnalen buiten de regeering tq houden. En stellig zijn de verschillen tusschen die drie partijen groo- ter dan tusschen de middengroepen in Frankrijk. HET VERMOGEN DER PRUIS1SCHE VORSTEN. Voor dc 4e str.ifkamer van het landgc- recht te Berlijn is de kwestte der inbe- slagneming van het vermogen van het Prm- sische vorstenhuis opnieuw voor geweest. De voormalige Pruisische minister van Financien Ludcmann had krachtens de verordening van 30 November 1918, ook op het vermogen van prins Friedrich Leo pold van Pruisen beslag gelegd ,en de bank, waar het gedeponefird lag, verboden den prins eenige uitk«ering te doen. Deze heeft daarop de bank een proces aangedaan wegens het afgevc.n van zijn vermogen. De prins de«d betoogen, dat de verordening tot inbeslagneming in sfrijd is met de Grondwet, welke hef eigendoms- recht garandeert, dat door de verordening wordt gescnonden. 1 De rechtbank kon zich met deze rnoti- veering vereenigen, verklaarde de verorde ning voor onwettig en gelastte de uitkee- ring van het vermogen aan den prins. TER NEUZEN, 16 Mei 1924. BENOEMD. De heer W. Temperman, leeraar aan de Rijks H. B. S. alhier, is benoemd tot lee raar aan de Rijks H. B. S. te Schiedanv BOUWEN WOONHDTS. Het bouwen van een woonhuis aan den Prov. weg, voor den heer P. Neve, is door den architect P. A. Galle opgedragen aan gebr. A. en J. H. Moens, voor het metsel- werk; en aan den heier D. Bastinck te Zaamslag, voor het timmer-, ijzer. en lood- gittersw«rk. L1JST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN EN BRIEFKAARTEN. van welke de afzenders onbekend zijn, op het postkantoor te Ter Neuzen terugont- vangen in de le helft der maand Mei 1924. Brieven Binnenland. Inspecteur-V oorzi:,e.' c chat tings commissie Ter Neuzien. NOTA. Aanbevolen wordt om het adres van den afzender op de stukken te vefiwd- den, opdat deze bij onbestelbaarheid kun'- n-en wK>rden teruggegeven. Voorts is het gewenscht alle per post te verzenden stuk ken steeds van een.volledig adres'straat- naam en huisnummer te voorzien ZEEUWSCHE OUDERLINGEN- CONFERENTIE. Woensdag had te Middelburg in de Nieuwe Middelkerk de jaarlijksche Zeeuw- sche Ouderlingen-Conferentie plaats, welke zeer druk bezocht was. Na opening door den voorzitter, den heer N. J. Bastmeijer, op de gebruikelijke wijze, en verslag van secretaris en penningmees- ter, werd overgegaan tot verkiezing van het moderamen. Vervolgens werden behandeld de vragen van Ter Neuzens kerkeraad om zich uit te spreken over het gebruiken van votum en slotzegen bij den leesdienst, en van de N. H. Ouderlingen-conferentie over de wen- NEUZENSCHE o iK Kalmpje^ oeer. By alle soorten rookrabaHHen ns rust' ih zelfo geen uurhe meer K/an hee^ iedereen dan smaaN repaKken.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1