ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7607.
Vrijdag 16 Mei 1924.
64e JaargaiiK
De Tijden Roepen
"TumTh" land.
BINNENLAND.
DEPL
.hasssm
B BH&STB BXj-A.IP
Onder bovenstaand opschrift heeft de
bekende Leidsche hoogleeraar Prof. dr.
G. J. Heering dezer dagen een boekje de
wereld ingezonden, dat zeker in ruimeren
kring lezing en overweging verdient. 'Mag
de titel dan misschien als onderschrift
dragen de beperking: „Een woord tot de
religieuse Jomgeren", dit maakt voor ons
deze bladzijden eer nog aantrekkelijker dan
minder behartigenswaard.
Wij la ten hier nu ter zijde, wat de schrij-
ver in een inleiding zegt over de religieuse
jeugdbeweging, hoe en waardoor die geko-
men is in een impasse en in moeilijkheden,
waardoor bij haar duidelijk een zekere aar-
zeling merkbaar is. Genoeg zij en kan ook
zijn, dat de geleerde schrijver vooral het
gevolg van den oorlog ziet als een machtige
factor, waardoor talloozen zijn opgeschrikt
uit den waan, dat de wereld, het leven en
zij zelven nog zoo kwaad niet waren. Deze
Leidsche uitspraak kan zeer wel worden
gelegd naast een uitspraak van den kort-
geleden overleden Leidschen professor
Hartman, die herhaaldelijk zijn misnoegen
en verbazing er over gelucht heeft, dat op
den eerstem Zondag van den grooten oorlog
een jong prediker, onder wiens gehoor hij
zich bevond, den moed had te laten
zingen het bekende, maar zeker slechts
door weinigen bewonderde en ook door zeer
weinigen nu nog verdedigde gezangvers:
0 sterveling, gevoel Uw waarde
Gevoel van eigen onmacht, t— zoo zegt
Prof. Heering r verlangen naar een leven
en een wereld van hooger orde heeft samen-
gebracht menschen, die tot nu toe elkaar
niet kenden noch vonden. En de schrijver
gelooft, dat de nadenkenden onder hen
vooral getroffen zijn door drie feiten:
1. de beoordeeling en behandeling van
den enkelen mensch;
2. het karakter onzer samenleving;
3. den aard onzer besehaving.
Over elk van die drie onderwerpen zegt
Prof. Heering nu zeer behartenswaardige
dingen, waarvan wij in dit en een volgend
artikel een qn ander willen oververtellen.
Wij kunnen daarbij natuurfijk slechts o'n-
voliedig zijn, maar voor degenen, die het
betoog in zijn geheel zouden willen lezen,
is de complete brochure gemakkelijk ver-
krijgbaar.
De mensch werd niet geteld. Dat is in
en na den oorlog wel heel duidelijk open-
baar geworden. En dat de mensch zich
tegen zijn eigen degradeering niet heeft
kunnen verzetten, vond zijn oorzaak in zijn
gemis aan eigen zedelijke overtuiging. Po
pulate of populair-gemaakte natuurweten-
schap en vlakke natuur-filosofische theo-
rieen hebben 's menschen godsdienstig ge-
loof ondermijnd, en hem beroofd van de
hooge waardeering der menschelijke ziel en
haar leven, die het Christendom schenken
wil. Het zedelijk-ontwrichtende naturalisme
en mflterialisme hadden vrij spel. Alles, of
althans heel veel, werd van de wetenschap
verwacht. Kennis is macht, zoo zei men.
En een macht van kennis werd dan ook op
lagere, middelbare en hooge scholen aan-
gebracht en ingestampt een knappe kop
was het ideaal maar zij verving de zede
lijke overtuiging niet en gaf die ook niet.
Het verstand werd tienmaal zoo sterk ge-
vormd als karakter, geweten en geloof.
Er kwam ook, vooral in Duitschland,
maar toch ook in ons vaderland een souve-
reine staats-ethiek, waaraan de burger zich
had te onderwerpen, en waarin het staats-
belang het hoogste gezag, en gehoorzaam
patriotisme de hoogste deugd was. De staat,
die oorspronkelijk slechts een historisch-
natuurlijke grootheid was, werd als een, ja
vaak als de zedelijke grootheid geleerd en
opgedrongen, en men begon vrijwel te den-
ken, dat de mensch zijn waarde ontleende
aan den staat, dien hij met alles wat in hem
is, had te dienen. Humaniteit en naasten-
liefde gingen vrijwel op en te loor in het
staatsbelang. De mensch met zijn verzwakte
godsdienstige en zedelijke overtuiging
deed afstand van zijn zedelijke zelfstandig-
heid en merkte dat niet eens!
Zoo verdwenen de personen steeds mee.
De persoon bleef enkel over als een uit de
eindelooze reeks van kleurloozen, als een
genummerde werkkracht van uniforme
soort, werkkracht zonder zelfstandigheid,
zonder inzicht en arbeidslust. „De ergste
roof op den arbeider gepleegd", zoo zegt I
Sombart, ,,is, dat de arbeid van het prole-
tariaat heeft opgehouden het heiligste en j
kostbaarste te zijn, wat een mensch op j
aa,rde b-ezitten Ion Zoo lczcn wc in een
oud Chineesch geschrift uit de 5de eeuw
voor Christus, dat een oude wijze tuinman
den raad kreeg om in zijn grooten tuin een
sproei-machine te gebruiken. Doch die man
antwoordde: „neen, want mijn leermeester
heeft gezegd: wie een machine benut, doet
zijn werk machinaal, en wie machinaal
werkt, krijgt een machine-hart; en wie een
machine-hart in zijn borst heeft, verliest zijn
zuiverem eenvoud." Nu blijkt wel, dat die
oude tuinman gelijk had,'en dat de machi-
nale arbeid nog meer verlies beduidt dan
alleen maar aan eenvoud, want bij de
massa beteekent zij ook: verlies van zelf-
standig denken, van scheppend werk, van
arbeidsvreugde, van gevoel van eigenwaar-
de, in een woord: van persoonlijkheid.
Willen deze dingen beter worden, dan zal
wij zijn di't met Prof. Heering volkomen
eens de minsch weer meer, dan tot nu
toe het geval werd, moeten komen staan in
het centrum van onze aandacht. Hoe meer
wij geven om den enkelen mensch, des te
meer stijgen ook wijzelf uit boven de natuur
en reiken wij in den geest, in God. Het is
niet de natuurlijke historic, die ons 's men
schen grootheid leert. Niet als soort, niet
als recbtop-loopend zoogdier, dat slim is en
instrumenten maken kan, is de mensch
groot, dooh als geestel.ijke individualiteit,
dat is: als wezen, dat wel in de natuur be-
staat, eet en ademt, maar in den. eeuwigen
geest zijn diepste wortelen en zijn hoogste
bestemming heeft.
En daaiom ts het ook zoo begrijpelijk,
dat de christelijke religie met hand en tand
aan die hoogheid van den mensch vast-
1 houdt, terwijl zij daarnaast zijn val en ver-
J laging ook ten voile erkent. De christelijke
I godsdienst ziet den mensch in het licht van
j Christus, menschenzoon en Godszoon tege-
1 lijk.
Wie van uit zijn godservaring den mensch
ziet, die heeft eerbied voor den mensch, ook
en vooral als persoon. Het is zoo'n mooie
droom van de Afrikaansche schrijfster Olive
Schreiner, van dien man, die God bad om
hem te verlossen van zijn haat jegens zijn
vijand, omdat hij in haat niet leven kon.
God schonk dien man de genade om een
oogenblik te mogen schouwen den diepsten
grond van zijns vijands ziel. En toen hij
daarna zijn vijand zag voorbij gaan langs
den weg in zijn gewone gedaante, en hem
gevraagd werd, of hij hem nog haatte, kon
hij niet andejs uitbrengen dan dit eene zin-
netje: ,,How beautiful is mij brother!" (Wat
is mijn broeder schoon).
Heering zegt zoo goed: „dit is een men
schelijke droom, maar tegelijk een godde-
lijke waarheid. Hoe hooger wij reiken als
menschen d. w. z.: hoe meer wij leven uit
God, des te grobter wordt ons vermogen
om de menschen te zien als „broeders" in
hun „schoonheid", het vermogen om met
het goddelijke in ons door alle aanwend-
sels en gebreken heen te zien naar het god
delijke in den ander. Het gelijke zoekt het
gelijke!
Daar zijn twee spreu.ken, die lijnrecht
tegenover elkander staan. Het eene spreek-
woord zegt: ,,Homo homini lupu§", d.w.z.
de eene mensch is voor den ander een wolf.
De andere spreuk luidt: „homo sacra res
homini, en dat woord beteekent:'„de mensch
zij den mensch heilig". Die eene spreuk
zegt hoe het helaas onder menschen en ook
onder „chiristenen" maar al te veel en al te
vaak is. De -andere spreuk zegt, hoe het
wezen en worden moet.
2. Het is echter niet alleen de beoordee
ling en behandeling van den enkelen
mensch, waaraan het steeds meer ging ha-
peren; ook het karakter onzer samenleving
is niet wat het wezen moest. Hoeveel men
ook op de staats-voogdij hebbe aan te mer-
ken, daarnaast moet worden erkend, dat
er van de samenleving zonder ingrijpen van
den staat, al heel weinig zou zijn terecht
gekomen. Echter is daar gebleven: de
macht van het geld, en zoo ziet men bij de
dreiging van den „komenden" oorlog de
olie een onheilspellende rol vervullen, de
olie, die ieder land begeert, niet voor de ge-
meenschap, maar alleen voor zich zelf. ,,Hoe
verarmd zij ook mogen wezen", zegt Prof.
Heering, „en al is er voor geen socialen
nood en voor geen Russischen of Duitschen
doods-honger geld te vinden, voor oorlogs-
tuig hebben zij alles, letterlijk alles over,
ook het bloed van hun volk, zelfs het bloed
van het toekomstige geslacht, waarvan de
geboorte met het oog op den komenden
oorlog gretig wordt tegemoet gezien".
En de hoogleeraar heeft dan ook volko
men gelijk, naar het ons voorkomt, indien
hij als een der voornaamste gedachteloos-
heidszonden dit noemt, dat wij schuldig
staan aan het opkomen en laten voortleven
van een dubbele moraak een voor den per-
soonlijken omgang met familie en vrienden,
waarin het om „den mensch" te doen was.
en een voor de maatschappij, waarin de
zaak alien en alles aan zich onderwierp.
Wordt daar dan uit den treure tegen in-
gehracht, dat het thans geen tijd is voor
ethische overwegingen, doch alleen voor
economischen opbouw, dan moet het wor
den toegestemd, dat, ook al is die economi-
sche opbouw hoogst gewenscht en hoogst
noodzakeliijk, wij toch alleen heil kunnen
verwachten van een opbouw, die de zede
lijke factoren niet verwaarloost.
Eenheid van moraal zal er moeten komen.
Het is bij voorbeeld een zeer verheugende
gebeurtenis, dat de Fransche christen-jon-
geren in November '23 op hun congres te
Straatsburg het hebben uitgesproken en be-
pleit, dat „alle zedelijke, sociale en reli
gieuse principes onlosmakelijk verbonden
ziin, en gelijkelijk gelden voor individuen
en volken beidem."
Wil deze eenheid van moraal ooit in de
praktijk worden erkend, dan dient er meer-
dere gemeemschap te komen in arbeid, ar-
beidsdoel en arbeidsbelang. Bedenkelijk is
zeker een verklaring als die het Verbond
van Nederlandsche Fabrikanten in Januari
'23 richtte tot den Hoogen Raad van Arbeid,
toen het daar heette: ,,De meerderheid van
de Commissie dit was dan de zooge-
naamde Commissie 12 inzake bedrijfsorga-
nisatie staat op geheel verkeerd stand-
punt; de strijd om het bestaan-wordt door
haar blijkbaar beschouwd als iets, dat in
ons maatschappelijk leven behoort te wor
den vervangen door vreedzame samenwer-
king". En het is zeker verbeugend, dat Dr-.
PJ. Kromsigt, de bekende Amsterdamsche I
predikant, daartegen in het „Handelsblad"
dit protest deed hooren: „Maakt men op die
wijze den arbeid ook vc»r ons, geestelijke
leiders, niet menschelijkerwijze onmogelijk?
Hier wordt het brute heidendom zoo koel-
bloedig mogelijik gesteld boven de meest
elementarre eischen van; het Christendom.
Waar moet het heen, +- zoo vraagt Dr.
Kromsigt, en wij vragen het met hem in
dien men in vooraanstaande handelskringen
zoo redeneert?"
Natuurlijk zal niet in een handomdraaien
de weg kunnen worden gevonden om te
komen uit al de moeilijkheden, die hier op-
rijzen aan alle kanten. Prof. Heering zegt
zoo volkomen terecht: „Aan twee kanten
moet de regenerate, w:**srnaar de wereld
snakt, tegelijk een aanvang nemen, en aan
twee kanten moet dus de hefboom worden
aangezet: aan den persoohlijken en aan den
maatschappelijken kant. Betere menschen
vergrooten de mogelijkheid van een rijzen-
de samenleving en tegelijk verruimt een
betere samenleving de kans op zedelijk-
stijgende menschen.
In een volgend (laatste) artikel over dit
onderwerp hopen wij nog te vertellen, wat
Prof. Heering in zijn brochure in het mid
den bracht over den aard onzer besehaving.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Aan de orde is het wetsontwerp terzake
van de uitbreiding van Dokkum. De heeren
Bak'ker (c.-h.) en Leenstra (a.-r.) verzetten
zich tegen het ontwerp, olhdat Oost-Donge-
radeel door de afscheiding van het kapitaal-
krachtige gedeelte, ten doode is opgeschre-
ven. De heer Sannes (s.-d.) is voor de uit
breiding, doch vraagt de waarheid betref-
fende de verstrekte cijfers en gegevens.
De heer Boon (v.-b.) bepleit de uitbrei
ding van Dokkum, speciaal met Aalsum, dat
de natuurlijke uitgroei van Dokkum vormt.
De heer Bierema (v.-b.) zal vermoede-
lijk tegenstemmen.
De heer Van der Molen (a.-r.) is voor
annexatie van geheel Oost-Dongeradeel.
Hij dient een motie in, vragende samen-
voeging van Dokkum met geheel Oost-
Dongeradeel.
De heer Van Vuren (r^k.) verdedigt het
ontwerp.
DE POSTCHeQUE- EN G1RODIENST.
Blijkens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de Postbegrooting 1924,
wenschte men algemeen uiting te geven aan
zijne ergernis en ontstemming over den
gang van zaken bij den postcheque- en giro-
dienst. Men was van oordeel, dat de toe-
stand van dien dienst nog zeer veel te wen-
schen overlaat, en wilde dit den minister
onder de oogen brengen.
In de vergadering der Tweede Kamer van
25 Januari jl. heeft de Minister gezegd, dat
biinnen eenige weken „de zaak weer zou
loopen".
Sede-rt dat tijdstip zijn thans reeds meer
dan drie maanden verloopen. Waarop
steunde de verklaring van den Minister? Is
de Minister wederom bedot"? Zoo ja, door
wi«n? Wanneer wordt de dienst weer
geopend?
Met groeienue ontstemming had men ken
nis genomen van de onthullingen in het ver
slag van de commissie-Tak. Is de Minister,
zoo vroeg men, voornemens gevolg te geven
aan de conclusies van dit verslag?
Door enkele leden werd de weoschelijk-
heid betoogd den geheelen postcheque- en
girodienst op te heffen.
Vele andere leden stelden grooten prijs op
de spoedige heropening van den post-giro-
dienst waarin de grootbanken op verre na
niet zoo goed kunnen voorzien als de post.
DE NIEUWE SALARISREGELING VOOR
HET RIJKSPERSONEEL.
Omtrent de voornemens van de regeering
met betrekking tot de nieuwe salarisregeling
voor het rijkspersoneel deelt men aan de
N. Ct. het volgende mede:
De nieuwe salarisschalen zullen bedragen
80 pCt. van het inkomen voor burgerrijks-
personeel, 85 pCt. van het inkomen voor
militair personeel beneden den rang van ad-
judant en 80 pCt. voor het overige militair
personeel.
Deze berekening geldt van het salaris, dat
op 1 Januari 1924 genoten werd.
De bestaande wachtgeldregeling zal ook
spoedig worden opgeheven door toekenning
van een afkoopsom, welke 60 a 65 pCt. van
het totaal wachtgeld bedraagt.
Ten aanzien van het op wachtgeld ge
steld personeel zullen binnenkort nog an
dere maatregelen getroffen worden.
DE VLEESCHKEURINGSWET.
Door den heer Braat zijn aan den Minis
ter van Arbeid, Handel en Nijverheid de vol
gende vragen gesteld:
Is het Zijne Excellence bekend, dat door
de bepaling in de Vleeschkeuringswet, dat
er zijn moeten centrale slachtplaatsen voor
noodslachtingen, het veel voorkomt, dat
veehouders groote schade lijden, omdat het
op veel plaatsen voorkomt, dat de koud-
slachters de dieren eerst ophangen, en laten
keuren, alvorens ze te willen koopen, waar
door de eigenaars eenigszins aan die slach-
ters verplichtingen hebben?
Is Zijne Excellence bereid te bevorderen,
dat voor de kleine plaatsen die centrale
slachtplaatsen kunnen worden opgeheven,
opdat alsdan de eigenaar thuis kan laten
slachten en keuren, wat een voordeel is
voor:
I. de gemeente, die dan geen onkosten
heeft aan centrale slachtplaatsen;
II. de eigenaars van de dieren, omdat
zij dan in den handel vrijer staan;
ill. de bevolking der kleine plaatsen,
wier centrale slachtplaats thans, om finan-
cieele redenen, in een naburig dorp of plaats
is en welke alsdan weer gemakkelijker goed-
koop vleesch kan krijgen?
DE TOESTAND.
De door het Centrum geopperde eon-
cOntratie van de middengroepen in den
Duitschen Rijksdag heeft schip'breuk ge-
leden op den tegenstand van de vdkspar-
tij, die het plan oniiitivoerbaar heeft ver-
klaard. Het epitheton schoone droom,
waarmee het offideele partijoommunique
de aaneensluiting voorziet, moet, schrijft
de N. R. Crt., misschien dienen om het
centrum nu te winnen voor de wenschen
van de volkspartij naar een samengaan
van alle burgerlijke partijen, die den staat
erkennen. Stresemann on de zijnen willen
met andere woorden de Duitsch-naCona-
Ien j;n de rege.eringscoalitie betrekken en
zijn tegenstanders geworden van de groote
coalitie met inbegrip van de socialisten.
De motie, waarin dit nieuwe standpunt
wordt omschreven, geeft voortte den
Duitseh national te kennen dat de volks
partij gfeen koeTSverandering in de buiten-
landsche politick wenscht.
Voor een program op dezen grondslag
zou het centrum vermoedelijk wel te vin
den zijn, maar dat de Duitsch-natipnalen
in de voorwaarde omtrent de buitfenland-
sche politick Zulfieii bernsten, is nioeiljjk
aan te nemen. De Deutsche Tagesztg., een
invloedrijk Duitseh nationaal orgaan, komt
er al te.gen op en verzekert dat de heden
te houden bestuursvergadering der part'ij
van het kabinet Marx-Stfesemann onver-
wijld aftreding zal' 'eischeji en in elk ge
val onthouding van onderhandel'pgen of
beslissingen over de voorstellen der des-
kundigen. Indien het blad het sUandpunt
van n«t noofdbestuur juist weergeeft, zal
dat weinig gevoelen voor het handha^ven
van den tegenwoordigen koers in de bui-
tenlandsche po!iC;ek en sliaan de kansen
van het plan der volkspartij nietf gunstig.
Vaststaatr- dat ^r in het Duitscii-nationale
kamp sterk ve,rzet tfegen de voorstellen
der deskundigen is, dat zich o.a. heeft
geuit in vrij onbewimpelde kritiek tegeh
het interview van den partfijvoorzitter Hergt
met den Lok. Anzeiger.
"MacDonald heeft in het Engelschc La-
gerhuis twee belangwekkende mededeelin-
gen gedaan. De eerste betrof de onderlin-
ge schulden der Geallieerden, waaromtrent
de premier, in antwoord op een vraag,
opnierkte dat het iabour-kabinet evenals
zijn voorgangers de regeling daarvan g'e-
scheiden wenscht te houden van die der
Duitsche schadevergoeding.
De tweede meaedeeling betreft het
voornenien van de regeering om dc dce-
len van het Vereenigde Koninkrijk, Enge-
land, Schotfand en Wales voor plaatselijke
belangvn zelfbestuur te verleenen. PlaaU
selijk (local!) heeft in dit verband een zeer
ruime beteekenis; het wil zeggen dat alle
niet-gemeenschappelijke belangen aan een
national^ vertcgenwoordiging Zullen wor-
d«n toevertrouwd. De regeering komt' met
deze concessie wijselijk tegemoet aan wen-
schsn waaraan vooral een deei der Schot-
sche bevolking met nadruk uiting gaf en
walker miskenning groeiende ontevreden-
heid zou hebben gewekt.
Er komt peeds teekening in den politie-
ken tocstand tfe Parijs, schrijft de N. R.
Crt. Met eenparige stemmen heeft het
kabinet besloten af tte treden, met dien ver-
stande dat het tot 1 Juni, den dag waarop
de nkuwe Kamer bijeenkomt, de loopende
zaken zal afdoen. Naar het heet had Poin-
"tare «r de voorkeur aan gegeven, dadelijk
been te gaan en van links werd daarop
ook aang«drongen omdat een interregnum
van vrij langSn dunr in een bewogen tijd
niet in het lu-iang van het land zou zijn
doch Millerand moet hem hebben over-
tuigd, dat h«t zoo beter was. Intusschen
zal geen enkele maatregel worden getrof
fen, die de komende regeering zou kunnen
binden. Zoo zullen de be-sfuiltwettvn, die
beoogden op de staatshuishouding een mil
liard te bezuinigen en nog alleen de be-
krachtiging van den raad van state be-
hoefden, worden opgesc'nort en zal Poin-
care's bezoek aan MacDonald niet door-
gaan. De nieuwe regeering, uit welke
groepen ze ook moge worden samenge-
stsld, zal dus bij haar optreden geen blok
aan h<"t been hebben.
Ofschoon in verband met de kabinetsfor-
matie nog altijd verschi,H(ende namen de
ronde doen, schijnen de kansen van Her-
riot, den leider der radicalen, het best'
te staan. Ziin groep met 139 leden de sterk-
ste geworden, kan keker de meestc aan-
spraken laten gelden, doch of Herriot wien
een bedcnkelijke mate van besliiiteloosheid
wordt toegeschreven, de rechUe man is,
betwijfelen vefen.
Een punt, dat tje Parijs Zeer de aandacht
trekt, is de positie van Millerand. De bla-
den van het linkerblok drukken met vett6
letters de boodschap af, die op 27 Maart
in de Matin verscheen en eindigde met
de woorden: Ingeval het land zich tegen
de voortzettfng van deze politiek (van het
nationale blok) mocht verklaren, zou de
president van de republiek daaruit onver-
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
vroeqeren nu
wijld, wat hem zelf betreft; de hem dien-
stig voorkomende conclusies trekken. De
ze uiting is algemeen opgevat als een ver
klaring van Mdlferand zelf, dat h'ij lief
en Ieed met het blok zou deelen. Ze ver-
draagt ook nauwelijks de spitsvondige uit-
Ieggirig, die we ergens vernreld vonden
dat de president slechts bedoeld had te
dat hij bij een nederlaag van het
nationale blok den overwinnaars de voile
maat zou geven. Intusschen schijntf Mille
rand te aarzelen en daar is inderdaad re-
den voor, want constitjutioneeI staat de
president boven den partijst|rijd.
Zelfs I'Oeuvre, het radicale orgaan, er
kent dat, echter niet om den president tjot
aanblijven te manen, maar om hem te
verwijten dat zijn boodschap tegen alle
constitutSpneele regelen en gebruiken in-
druischte. Ook zakelijk is evenwei voor
het aanblijven van Millerand wat te zeggen,
althans zoolang niet vastrtaat op welke
groepen in het parlement de nieuwe re
geering zal steunen. Komt er een coalitie
van radicalen en socialisten, dan zal Mil
lerand meer reden hebben om heen te
gaan, dan wanneer de radicalen bij de
blokpartijen steun vinden. Dit laatste is
geenszins onmogelijk, vooral als kalm over-
leg, waartoe het interregnum van drie we
ken alle gelegenheid geeft, de opwinding
van de verkiezingscampagne heeft bedaard.
Concentratie van middenpart'ijen zit trou-
wens in de lucht, getuige Duitschland
waar centrum, demokraten en volkspartij
vereeniging van hun Rijksdaggroepen over-
wegen om de Thiitsch-natipnalen buiten
de regeering tq houden. En stellig zijn de
verschillen tusschen die drie partijen groo-
ter dan tusschen de middengroepen in
Frankrijk.
HET VERMOGEN DER PRUIS1SCHE
VORSTEN.
Voor dc 4e str.ifkamer van het landgc-
recht te Berlijn is de kwestte der inbe-
slagneming van het vermogen van het Prm-
sische vorstenhuis opnieuw voor geweest.
De voormalige Pruisische minister van
Financien Ludcmann had krachtens de
verordening van 30 November 1918, ook
op het vermogen van prins Friedrich Leo
pold van Pruisen beslag gelegd ,en de
bank, waar het gedeponefird lag, verboden
den prins eenige uitk«ering te doen.
Deze heeft daarop de bank een proces
aangedaan wegens het afgevc.n van zijn
vermogen. De prins de«d betoogen, dat
de verordening tot inbeslagneming in sfrijd
is met de Grondwet, welke hef eigendoms-
recht garandeert, dat door de verordening
wordt gescnonden.
1 De rechtbank kon zich met deze rnoti-
veering vereenigen, verklaarde de verorde
ning voor onwettig en gelastte de uitkee-
ring van het vermogen aan den prins.
TER NEUZEN, 16 Mei 1924.
BENOEMD.
De heer W. Temperman, leeraar aan de
Rijks H. B. S. alhier, is benoemd tot lee
raar aan de Rijks H. B. S. te Schiedanv
BOUWEN WOONHDTS.
Het bouwen van een woonhuis aan den
Prov. weg, voor den heer P. Neve, is door
den architect P. A. Galle opgedragen aan
gebr. A. en J. H. Moens, voor het metsel-
werk; en aan den heier D. Bastinck te
Zaamslag, voor het timmer-, ijzer. en lood-
gittersw«rk.
L1JST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN
EN BRIEFKAARTEN.
van welke de afzenders onbekend zijn, op
het postkantoor te Ter Neuzen terugont-
vangen in de le helft der maand Mei 1924.
Brieven Binnenland.
Inspecteur-V oorzi:,e.' c chat tings commissie
Ter Neuzien.
NOTA. Aanbevolen wordt om het adres
van den afzender op de stukken te vefiwd-
den, opdat deze bij onbestelbaarheid kun'-
n-en wK>rden teruggegeven. Voorts is het
gewenscht alle per post te verzenden stuk
ken steeds van een.volledig adres'straat-
naam en huisnummer te voorzien
ZEEUWSCHE OUDERLINGEN-
CONFERENTIE.
Woensdag had te Middelburg in de
Nieuwe Middelkerk de jaarlijksche Zeeuw-
sche Ouderlingen-Conferentie plaats, welke
zeer druk bezocht was.
Na opening door den voorzitter, den heer
N. J. Bastmeijer, op de gebruikelijke wijze,
en verslag van secretaris en penningmees-
ter, werd overgegaan tot verkiezing van het
moderamen.
Vervolgens werden behandeld de vragen
van Ter Neuzens kerkeraad om zich uit te
spreken over het gebruiken van votum en
slotzegen bij den leesdienst, en van de
N. H. Ouderlingen-conferentie over de wen-
NEUZENSCHE
o iK Kalmpje^ oeer.
By alle soorten rookrabaHHen
ns rust' ih zelfo geen uurhe meer
K/an
hee^ iedereen dan smaaN repaKken.