AlGEiEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
1
J
No. 7604.
Vrijdag 9 Mei 1924
64e Jaargang.
DE BROEDERS.
i I
Her ha Mr g s o e fen i n g e n.
BUITENLAND.
0? WEEDS BLAD.
Het is noodig, zich ten minste een
liaif uur voor het vertrek van den trein,
g U 1L L K X 0 N.
20) Vervoig)
Ja, waarde vriend, dat is uw zaak. j
Maar wij widen daar than® niet over praten.
Slaap eerst eens flink uit. U weet, wij wil- i
ten vandaag een zeiltochtje maken dan
moet u weer frisch zijn,
Tienduizend mark?
Domme praat Zet niet zoo'n jammer-
lijk gezicht! Dat komt wel in or.de. Qoeden
nacht!
Hij schoof den jongen officier met zacht
geweld de deur uit. Daarop ging hij door,
zijn winst te tellen en te regelen.
Nu, dat gaat, mompelde hij meesmui-
1-emd. Drieduizend mark contant is een
mooie winst. Deze jonge menschen spelen
immers als idioten!
Toen borg hij het oapier in een pqrte-
feuille, stak goud en ziilver in de porleman,-
naie en ging naar r<jn slaapkamer, om een
paar uur te rusten.
Toen Ferdinand ontwaakte, luidde de bel
voor het eerse ontbijt. Vlug sprong hij op.
Als een schrikwekkend spook stond hem de
schuld van tienduizend mark voor den geest.
Dat kan niet zuiver zijn toegegaan
mompelde hij. Iik speel toch anders nooit
zoo hoog en zoo dol hoe heeft die man,
de majoor het toch aangelegd, om mij zoo
ver te krijgen? Hoe zal ik deze nieuwe
schuld betalen? Ik ben met de oude nog
niet klaar!
Vluig kleedde hij zich aan en ging naar de
eetkamer. Daar trof hij niemand meer; al-
leen Kitty gaf de bedienden opdracht om de
de tram of de stoomboot aan het sta
tion of de aanlegplaats te bevinden,
Wat onmisbaarhtid en kostwinner-
schap betreft, moet in het oog worden
gehouden, dat, vrijstelling om een van
deze redeneu siechts in zeer dringende
gevalltn zal worden verleend.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Bij bet begin van de zittjing vraagij de
heer van Ravesteijn (comm.) een interpel-
latie aan over het afbrefcen van de on-
derhandelingen met Rusland, waarover
morgen wordt beslist.
Bij de behandeiing van de wijziging van
de Motor- en Rijwielwet \erdedigt de heer
Rutgers van Rozenburg (c.h.) een amen-
dement om den druk van motorvoeriuigen
per wiel op 2500 K.G. vast te sfjellien.
Na bostrijding, ook door minister van
Swaay, trekt de heer Rutigers van Rozen
burg zijn amendement in.
tafel af te halen.
Zij beantwoordde zijn groet met een
hoofdknik en wilde zich verwijderen
Behendig trad hij haar in den weg.
Wilt u niet zoo goed zijn, mij een kop
thee in te.schenken, jutfrouw?
De thee staat op tafel. Ik verzoek u,
u zelf te bedienen. Ik heb elders te doen.
Zij wilde hem voorbijgaan.
Is u boos op mij, jutfrouw Kitty?
vroeg hij glimlachend.
Ik denk, ik ben. voor u juflrouw Viller-
beck, mijuheer de luitenant.
Nu dan, is u boos op mij, juffrouw
Villerbeck?
Waartoe die vraag? Ik verzoek u,
laat mij voorbij.
En als ik dat niet doe?
Een trotsche blik trof hem.
Ik diacht, een man van eer tegenover
mij te zien, anfwoordde zij met trillende
stem.
Toen trad de jonge officier terug en boog.
Inderdaad, juffrouw u hebf gelijk
en ik vraag u excuus!
Zonder hem verder met een blik te ver-
waardigen verliet zij de eetkamer.
Peinzend ging hij naar de tafel en schonk
zich een kop thee in, dien hij langzaam uit-
dronk. Van de deur, die naar den tuin leid-
de, viel een lange schaduw naar binnen en
een wirakende stem zei:
Goeden morgen, von Haxthausen.
Wel, uitgeslapen?
Het was de majoor.
'Miss Jefferson heeft u vergeefs aan
het ontbijt verwacht, vervolgde hij. Nu
is zij met uw broeder alleen weggereden.
Daar was ik ook overbodig geweest,
antwoordde Ferdinand mismoedig.
Wie weet? meende de majoor glim-
EERSTE KAMER.
Vergaderir.g van Woensdag.
Voortgegaan wordt met de behandeiing
van de begrooting van onderwijs, kunsUm
en wetenschappen.
De heer Vorkouteren (c.h.) zegt dat de
vitale belangen van het land geen boven
de vitale belangen van het onderwijs. hij
meent trouwens, dati de belangen van de
leerlingen movr en sheer worden opge-
offerd aan de belangen van de onderwij-
zers. Aan de hoogleeraren zou hij eischen
van zedelijkheid willen hebben gesteld.
Verhooging van det',v leeftijd voor toeiap
ting tot de Iagere school aciit hij ze«r
goed. Wat vereenvoudiging van ons on
derwijs is z.i. wenscheiijk.
De heer Do Vri«s (c.h.) wenscht be-
houd van de normaalscholen.
De heer de Jong (r.k.) wenschte meer
vrijheid van leerplan voor schoollbesturen
en terugkee|r toti de salarisregeling van
1920 met toepassing van de korting.
De heer Slotemaker de Bruine (c.h.) be-
pleitte o.a. gehjkheid en v as the id bij sala-
risvermindering voor leerai'en en vroeg of
het juist is dat te Utrecht met
particulieren steyn e£n nieuwe Indische
faculteit iti de rechjon wordt ingesteld,
welke een absolute tegenstclfing zou vor-
men tegen de leerstoel te Leiden.
Minister de Visser antwoordt, dat ruimte
beschikbaar komt voor medische students
te Utrecht- Het stelser van subsidieering
brengt vanzelf vrijheidsbeperking mee. De
leeraren worden op getijken voet in hun
talaris gekort afs andepe rijksambtenaren.
De minister verdedigt zich tegen de be-
schuldiging van onvastheid en zegt dat men
het rectit mist zich te verzetten tegen zijn
bezuinigingsmaatregelen afs men geen an
dere uitvoerbare plannen ervoor in de
plaats kan stellen.
De begrooting van onderwijs is z.h.st.
aangenomen. Tegen stemden de leden van
de S. D. A. P.
Daarna werd aangevangen met de be-
haildeling van de begrooting van justitlie.
De heer Heerkens 1 hyssen (r.k.) bepleit
vertoetering van ons strafsteisel.
DE VERPL1CHTE VACCINATIE.
Bij de verschijning van het wetsontwerp
tot voorziening tegen besmettelijke ziekten,
is critiek igeoefend op het gedeeite, dat be-
trekking-had op het ve'schaffen van de ge-
legenheid om kinderen wegens gemoedsDe-
zwaren der ouders te onttrekken aan de ver-
plichting om zich te vaccineeren Per jaar
zou 1 pot. kunnen worden vrijgesteld, maar
daarna zouden geen nieuwe bewijzen mogen
worden afigegeven, dan met toestemming
van den Minister.
De Amsterdamsche arts E. j. Abrahams
bespreekt het onderwerp in „De Opbouw."
Hij schirijft o.a.:
Men zie eens naar de praktijk in Enge-
land, waar men eenige jaren geleden ook
vrijstelling van de vaccinatie wegens ge-
moedsbezwaren heeft ingevoerd! In de
laatste 12 jaren steeg daar het aantal vrij-
gestelden van 17 tot 43 pCt. In 1922 be-
vonden zich in Nortn-Hamptonshire 40 die
lieten inenten tegen 206 met gemoedsbe-
zwaren 1
Evenredig aan dit verschijmsel stijgt het
aantal pokkengevallen en sterfgevallen in
Engeland. Herhaaldelijk worden on® van
daaruit tegenwoordig pokken-epidemieen
gemeid. In 1921 kregen we bericht omtrent
een kleine 400 personen, terwijl hier te lan.de
een geval voorkwam.
Ik wil den, lezer niet met meer cijfers
vermoeien, lezen we verder in de latere ja
ren is Engeland niet van pokken vrij ge
weest. Toch is met dit voorbeeld voor
oogen de regeering met dit voorstel durven
komen, een voorstel, aan welks beperken-
de bepalingen, voor zoover daaraan eenige
waarde kan warden gehecht, met mathe-
lachend. Miss Jefferson rijdt niet gaar-
ne met den baron hij rijdt haar niet kranig
genoeg.
Ferdinand maakte een beweging van on-
geduld.
Wat had u eigenlijk straks met mijn
nicht? vroeg Villerbeck verder, naast Ferdi
nand plaats nemend. De kleine scheen
wel boos te zijn.
Het was niets. Ik schertste.
Ja, die kleine is zeer gevoelig beste
von Haxthausen. Zij heeft immers ook ge
lijk. Een jonge dame kan niet terughoudend
genoeg zijn.
Wel? zei Ferdinand en keek den ma
joor wijfelend aan, die kalm een sigaar aan-
stak.
Verwondert u mijn uitlating? vervolg
de Villerbeck. ja, ziet u, de kleine is
mijn breeders kind en mijn pupil. En daar-
om zou ik niet gaarne zien, dat zij in een
twijfelachtige positie geraakte.
Dat is een verklaarbare wensdh, ant
woordde Ferdinand droogjes. U had ech
ter alitijd naar dat grondbeginsel moeten
handelen.
O, u bedoelt, dat men in een vreem-
denpension een jong meisje niet, altijd
tegen onaangenaamheden kan beschermen?
Ja, dat is waar... u gaf immers daarvoor
het beste bewijs
Majoor.
- Luitenant?
Beiden zagen elkaar een oogenblik scherp
in de oogen. Toen keerde Ferdinand zich.
schouderophalend af.
Ja, ziet u, von Haxthausen, begon ,h
majoor, schijnbaar goedmoedig glimkehend
opnieuw, u moet niet tegen mij beginnen.
Ik ben nog tege.n u opgewassen. Maar, wa1
ik zeggen wildewanneer denkt u u
matische zekerheid de hand niet zal kunnen
worden gehouden,.
Vreemd doet deze houding aan, waarop
hetzelfde tijdistip de Regeering, terecht, niet
tegen het nemen van dirastische maatrege-
len heeft opgezien, teneinde op Java de pok
ken te bestrijden. Op de internationale hy-
giene-tentoonstelling, die een jaar geleden
te Amsterdam werd gehouden, heeft de
tegenwoordige hoofd-inspecteur van de
volksgezondheid on® uitgelegd, hoe aldaar
de strijd tegen de pokken werd gevoerd. Er
waren rondreizende vaccinateurs en de be-
volking moest voor zoover niet geent, zich
aan de kunstbewerking onderwerpen. De-
geen, die niet kwam, werd opgespoord,
voorgeleid en in.geemt. Naar gewetensbe-
zwaren werd niet gevraagd. Niet omdat het
siechts inlanders betrof, neen, omdat men
de wetenschap heeft, dat alieen in een goed
geent land de pokken met kracbt zijn.te be
strijden, diezelfde functiomnaris, die ons dat
zoo duidelijik kon uitleggen, die ons met
cijfers kon aantoonen, welke zegen deze
dwang voor de bevol'king was geworden,
diezelfde dokter is hier hoofdinspecteur
voor de besmettelijke ziekten, hoofdraad-
gever van de regeering. Hoe kon hij een
zoo tweeslachtig standpunt in nemen?
vraagt de schrijver.
DE VERTEGENWOORDIGING PER
BEROEPEN IN HET PARLEMENT-
Mr. W. M. Westerman h^eft eens uitjge-
rekend, welke beroepen er at zoo in het
parlement vertegenwoordigd zijn. In het
HaagSch Maandblad Ieest men van zijn
hand in een artikH over parlement en kiezer
In dit parlement ontbreken de vertdgen-
woordigers van een aantal der voornaam-
ste takken van het bedrijfsleven. Men vindt
er geen enkelen deskundige op scheepvaart-
gefaied (en dit bij een zeevarend volk)t
geen enkelen bankier, geen enkelen groot-
handelaar, geen enkelen assuradeur. En
ware het niet, dat van de Twee,de Kamer
een oud-industrieel en van de Eerste Ka
mer vijf industrieelen deel uitmaken, men
zou in zijn argeloosheid geneigd zijn te
gelooven dat Nederland alleen uit Ambtle-
naren, advokaten en enkele; fandbouwers
bestaat. Van de honderd en vijf tig leden
der beide kamers toch zijn niet minder dan
negen en zeventig leden ambtenaren of oud-
ambtenaren, terwijl niet minder dan negen
en twintig de advocaienpraktijk beoefenen
of beoefend hebben. Zqventien leden zijn
uit het onderwijzersb<-Tbep in do politieke
carriere overgestapt, zes hebben den kan-
sel voor de kamertribune verwisseld en ac'ht
vereenigen de professorale waardigheid met
hun parlementairen arbeid. In ruime mate
zijn do corrypheeen der sociale wetgeving
en verzekering vertegenwoordigdwelge-
teld zijn er in de Eerste Kamer vier en
in de Tweede Kamer veertien te vinden.
Dat tenslotfte ook de afgevaardigden der
vakbeweging van christelijken, zoowei
als van sociaal-democratischen huize een
talrijke groep vonnen (dertien stfuks) be
hoeft in het licht der tegenwoordige ver-
houdingen wel geen speciale vermelding.
Doch waartoe deze opsomming? zal de
lezer misschien vragen. Ik antwoord: om
nog eens zoo duidelijk mogelijk te demon-
streeren dat het parlement vtlrworden is
tot een werktuig in handen van een bej-
trekkelijk klejne gToep personen, gercCai-
teerd uit beroepen, waarin een behoor- i
lijke dosis vrije tijd geen uitzondering is.
Schr. pleit daji voor een organisch kies-
recht voor dc Eerste Kamer. zooals dit in
die kamer zelve ai eens is bepleit door den
heer Wittert van Hoogland. De moeilijkhe-
den, welke bij het ontwerpen van een re-
gen ng voor een zoodanig kiesrecht rijzen,
acht hij, in tegenstelling met de algemeene
opinie, niet groot, zij het, dat hij er z'ch
van onthoudt de lijnen van de regeling aan
te geven:
Gezien den hoogen trap vaii organisatie,
waarop zich het bedrijlisleven bevindt en
speelschuld te regelen?
Ferdinand sprong opgewonden op.
Gisteravond zei u, dat u die schuld
bimnen vier-en-twintig uur wilde afdoen...
nu, dat u niet kon, wist ik immers. Ik ben
ook geen onmensch. Laten we zeggen, bin-
men veertien dagen... zoo larag blijf ik nog
hier.
Majoor, stiet Ferdinand gepijnigd uit,
ik kan u geen bepaalden termijn zeggen.
Waarom niet? Dat is mij zeer onaan-
genaam. Ik heb ook verplichtingen. Wij
moeten de zaak toch regelen, von Haxt
hausen.
Ja, dat moeten wij. Maar u weet heel
goed, majoor, dat ik u die som voorloopig
niet betalen kan.
Zoo... wat u zegt.
U weet heel goed, dat ik nog tot over
de ooren in andere schulden steeK Ik wilde
mij reeds om hulp tot u wenden
Tot mij? Grappig idee? Waarom
wendt u zich niet tot uw broeder?
Hij heeft eerst onlangs een groot be-
drag voor mij betaald, ik kan her: thans
niet alweer met een vraag om ddizenden
komen. Hij heeft zelf niets.
Maar hij heeft een rijke, een miF'oenen
rijke verloofde.
Hij kan tcch niet van zijn verloofde
leenen om mijn schulden te betalien.
Neen, dat gaat niet best. Maar hij
heeft thans overal krediet.
Maak mij niet wanhopig, majoor.
Dat kan ik van mijn broeder niet verlangen.
U weet dat zelf heef goed. Juist thans
niet... juist met het oog op miss feffer-
son niet.
J a, mijn waarde, u is ook wat on-
voorzichtig in de hofmakerij tegenover de
verloofde van uw breeder.
het o f f (cl e u s - c r t eg e n wo or d ig e n d c karakter,
dat aan tal van besturen raden op dit
gebied reeds toekomt, behoeft de iiarmoni-
sdiie samensmeiting van deze bestaando
groepsvertegenwoordigingen tot c-en orga-
nische Kamer geen groote moeilijkhoden
mede te brengen, terwijl een verpl'chtt pe-
riodieke herziening der op de samenstef-
liug betrekking hebbende wettdfijke voor-
schriften tegen verstarring en gemis aan
contact met het zich voortdurend wijzigend
maatsChappeiijk (even zou kunnen waken.
Het iigt niet in mijn bedoeljng, hier eqn
uitgewerkt schema voor een zoodanige sa-
menstelling te geven, niet, omdat dit zoo
veel meer plaatsruimte zou vergen een
simpel lijstje zou voldoende zijn maar
omdat ik vrees, dat een dergelijk sdhoma,
waarin uiteraard een onderlinge belangen-
waardeering tot uitdrukking zou komen, te
zeer als mikpunt voor critiek zou kunnen
dienen en daarmede de aandacht van de
hoofdzaak afkiden. En het is de hoofd-
ziaak, niet de graadmetller, waarvoor ik
Ians wil breken.
HET TWENTE-RIJNKANAAL.
De minister van Waterstaat! heeft thans
het trace voor dit kanaal met zijtak naar
Zutphen voorloopig goedgekeurd.
Het trace eindigt bij de erve Brinkhof
te Twekkelo op eenigen afstand van En-
schede, waar voldoende ruimte aanwezig
is voor havencomplexen, enz. Het vofgt
dan de spoorlijn EnschedeHengelo over
een Iengte van 4 K.M., waar de eerste sluis
wordt gebouwd; even daarvoor buigt de
Zijtak naar Oldenzaal af. Nabij OltJenzaal
is een sluis noodig. Het hoofdkanaai buigt
ongeveer halfweg Hengelo naar het Wes-
ten, naar Twekkelo waar een tweede sluis
noodig is. Nabij Delden bereikt het ka
naal bijna den spoorweg, hier is een s'uis
noodig nog voor het punt, waar de zijtak
naar Almelo afbuigt. Van dit punt af kun
nen de schepen zonder schutteji AImek>
Zutphen en Pannerden bereiken. Bij Rijn
en IJsel komt weer een sluis. Bij het erve
de Zegger zal een zijtak beginnen naar
Hengelo en Borne. Bij Hengelo komt weer
een sluis. Van de Deldensche sluis af volgt
het kanaal den spoorweg naar Zutphen.
Bij Zutphen komt de sluis in de Kapper-
allee. Bij Almcn gaat h&t hoofdkanaai naar
het Zuiden langs Vorden, Hengelo (G.)
langs Hummeio en Doetirchem en Weill.
In dit gedeeite moeten de Berkel en de
Oude IJsel gppasseerd worden. Verder
langs Didam, Zevenaar, Aerdt en Herwen
naar den Boven-Rijn tusschen Pannerden
en Lobith.
Van Pannerden tot Delden,, een kanaai-
pand van 90 K.M., komt geen enkele sluis
voor. Het kanaalpand bij Pannerden komt
op 10 M. -k A. P., DeldenTwekkelo 16
M. - A. P., het korte pand bii Twekkelo
23 M., bij Enschede 28.50; bij Oldenzaal
35 M., HengeloBorne 14 M. -± A. P.
In het geheel worden in de 120 K.M. lange
kanalen 6 sluizen gebouwd, 12 spoorbrug-
gen, 20 bruggen in straatwegen en over-
laten voor tal van beken.
DE TOKSTAND.
Het diplomatieke conflict! dat tusschen
Duitschland en Sowjet-Rusfand is onfr
staan ten gevolge van een inval van de
Berlijnsche politie in het gebouw van de
Sowjet-Russische handelsafdeeljng, illu-
streert, schrijft de N. R. Crtf., de moei;ijk-
heid om met de bolsjewiki in gc^de be-
trekkingen te blijven, zjelfs al zijn die op
het papier keurig geregeld. Het is waar
dat de Berlijnsche politie aeer ongewoon
-heeft gehandeld door deze officiede kan-
toren binnen te dringen en dat zij dus uiter
lijk den stoot heeft gegeven tot verstoring
van de goede verstandhouding, maar aan
den anderen kant zou die politie er toch
niet toe overgagaan zijn in de kan form
Cch wat, dat is immers alles maar
scherts.
Verliefde mensdien kennen geen
scherts. Maar mijn waarde wat moet dan
nu gebeuren?
U moet mij helpen.
Ik?
Ja, u. U hebt het beheer over het
vermogen van miss Jeffc,rson, dus valt
het u gemakkelijk n ij te helpen.
Ei, ei, beste von Haxthausen dan
moest ik tcch eerst miss Jefferson vragen.
Natuurlijk.
En u denkt dat miss Jefferson tut
geld geeft? x
Ik denk van wel, antwoordde Fer
dinand.
Vraag u dan zelf miss Jefferson.
Ik kan tcch met een dame niet over
geld spreken?
Waarom niet?
I ch, martel mij niet zoo. U begrijpt
mij heel goed
Ferdinand ging geergerd in de kamer
heen en woer; hij voeIde dat de majoor
een hinderlaag had dat hij een gehejme
bedoeling volgde. Maar hij wist nut, wat
dit doel was.
Na een poos, gedurende weike de
majoor schijnbaar voor zich uit had ge-
staard en met de vingers op tafel trom-
melde bleef de jonge officier voor hem
staan.
Nu majoor, hoe is het? Wjit u mij
helpen? Het is immers ook uw schade
niet. En denkt u dan aan het komende
renseizoen. Ik kon u daarbij van veel nut
zijn.
De majoor keek scherp op.
(Wordt vervolgd).
M|^K
De Burgemeester van TER NEUZEN roept de in
het verlofgangersregister dezer gemeente ingeschreven
verlofgangers. hieronder vermeld, bij dezen op om
in 1924, ieder voor het achter zijn naam aangegeven
tiidvak, krachter.s art. 31, eerste lid, in verband met
art. 33 der Dienstpliehtwet StaatsblaA 1922, no. 43), voor
Herhalingsoefeningen in weikelijken dienst te
komen.
Geslachts- en
voornamen.
1
6C
-S
j
2
Korpsen
en onder-
deelen.
3
Tijdvak
4
Plaats
van
opkomst.
5
Maarten Willem
OO
Regiment
10 Juni
Utrecht.
Eugene Mi lie naar.
Genie-
1921.
troepen.
WIJZE EN UUR VAN OPKOMST. Deopgeroepen
verlofgangers moeten zorg dragen, dat zij zich
ieder op den voor hem voorgesuhreven dag, in uniform
gekteed en voorzien van hun zakboekje en van de
verdere tot hun verlofsuitrusting behoorende voor-
werpen van kleeding en uitrusting opde plaats van
bestemming aanmelden
a. zoo zij verblijf houden imde plaats van opkomst,
uiterliik te '8 uur voormiddags;
b. zoo zij verblijf houden binnen 20 Kilometer
(bijna 4 uur gaans) van de plaats van opkomst,
uiterlijk 10 uur voormiddags;
c. de overige verlofgangeis
voor zooveel zij binnen het Rijk verbljjf houden,
zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van op
komst, waarheen zij zich met het eerstvertrekkend
openbaar middel van vervoer langs de op de vervoer-
bewijzen aangegeven route moeten begeven
voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden,
voor 4 uur natniddags.
VERH1NDERING. De dienstplichtige, die wegens
/iekte, of om een andere reden in de volstrekle on-
mogelijkheid verkeert om op den bepaalden datum
111 werkelijken dienst te komen, moet zich naar de
plaats van bestemmir.g begeven, zoodra hij daartoe
in staat is. De opkomst van een dergelijken dienst-
plifhtige blijft echter voorloopig achterwege, indien
zij niet binnen 3 dagen na den bepaalden dag
heeft plaats gehad. De dienstplichtige ontvangtdan
nader bericht omtrent den tijd, waarop hij moet
opkomen.
Bestaat de reden van verhindering in de aanwezig-
heid van -ziekte of gebreken, dan dient de verlof-
ganger hiervan zoodra mogelijk door ovei legging van
cen gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter
gemeente-secretarie te doen blijken.
STRAFBEPAUINGEN. Hij, die zonder geldige
reden niet tijdig aan deze oproeping voldoet, stelt
zich aan bestralfing bloot en blijft verplicht zich
onverwijld bij zijn korps aan te melden. Bovendien
kan hij o.a. door een ambtenaar van de rijks- of
gemee.tepolitie, door de marechaussee of de militaire
politie aangehouden en naar de plaats van bestemming
overgefcraeht worden.
VERVOER. De verlofgangers die per spoor, tram
of stoomboot moeten reizen, of op de reis den of
meer veren moeten passeeren en in wier zakboekje
aanwezig zijn de vereisehte op wit papier gedrukte
en met rooden inkt ingevulde vervoerbewijzen en
passagebiljetten, behoeven zich voor hun vertrek
naar het korps niet ter Gemeente-seeretarie aan te
melden, doch kunnen zich rechtstreeks naar het
station of de aanlegplaats van vertrek begeven
zij stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den
beambte, met de uitgifte van plaatsbewijzen belast,
of aan den veerman. De verlofgangers behooren er
op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt
teruggegeven, alsrnede de strook van het vervoer-
bewijs, aangezien deze strook hun gewoonlijk ge
durende de reis moet dienen" als plaatsbewijs.
Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een
vervoerbewijs of passagebiljet, ingericht om daarop
de reis te kunnen volbrengen, dan wel van het veer
of van de veren gebruik te maken, moeten zich
voor hun vertrek naar het korps, ter gemeente-
seeretarie aanmelden, ten einde aldaar in het bezit
te worden gesteld van het vereisehte vervoer- of
ander bewijs.
Verlofgangers, die in het buitenland verblijf houden,
hebben recht op vrij vervoer, voor zoover de reis
geschiedt binnen het Rijk en dient om zich recht
streeks naar de plaats van opkomst te begeven.
Bevindt zich in hun zakboekje geen vervoerbewijs,
ingericht om dtfarop te kunnen worden vervoerd
van de Nederlandsclie gemeente af, waar zij de
reis voor Rijksrekening wenschen aan te vangen.
dan wordt hun, op hun verzoek, het vereisehte ver
voerbewijs toegezonden door den burgemeester der
gemeente, waar zij in het verlofgangersregister zijn
ingeschreven.
DAGGELD. De verlofgangers, die zich vierofmeer
uren vdo'r het tijdstip van aanmelding op reis moeten
begeven, genieten desgewenscht op de dagen, der
reis een daggeld van 0.25, ongeacht den rang,
dien zij bekleeden. Zij, die aanspraak hebben op
daggeld en dit wenschen te ontvangen, moeten het
in ontvangst nemen ter gemeente-seeretarie, den
laatsten werkdag \oor het vertrek naar het korps.
VRIJSTELLING ENZ. Aande herhalingsoefeningen
nemen niet deel.
a. Zij, die elders wonen dan in Nederland, Belgir,
HannoverWent fa ten en de Rijnprovincie;
b. zij, die wonen in Belgie, Hannover, West-
falenen de Rijnprovincie, voor zoover zij voor don
dag van opkornst bij hun commandant een verkla
ring inzenden, waaiuit blijkt, dat zij meer dan drie
uur gaans van de Nederlandsche grens af wonen
deze verklaring moet zijn afgegeien door het hoofd
van het plaatselijk bestuur of van de politie of door
een Nederlandsch consulair ambtenaar;
c. zij, die zich tijdens de herhalingsoefeningen
buitenslands bevinden ter uitoefening van dezeevaart
(hieronder niet begrepen de zeevisscherij
voorts kan de Minister van Oorlog geheele of ge-
deeltelijke vrijstelling van de herhalingsoefeningen
verleenen aan dienstpliehtigen.
d. die gedurende zoodanigen tijd vrjjwillig in
werkelijken dienst zijn geweest, dat op grond van de
door hen in dien tijd verkregen geoefendheid de
herhalingsoefeningen niet of niet voor den vollen
dmir noodig worden geacht
e. die tijdens den duur der herhalingsoefeningen
onmisbaar zijn voor hun ambt, betrekking of bedrijf;
f. die kostwinner zijn, tenzij er meer reden is
voor toekenning van vergoedirig alleen komen hier-
bij in aanmerking zij, die kostwinner zijn voor:
1. hun echtgenoote;
2. hun bloed- en aanverwanten in de rechte linie
3. hun andere bloed- en aanverwanten in den
tweeden graail
4. hun pleegouders;
5. degenen, in wier onderhoud zij ingevolge
rechterlijk vonnis' moeten voorzien
g. die onmisbaar zijn voor de instandhouding van
de mwldelen van bestaan van de onder f bedoelde
personen.
Zij, die meenen op een van deze gronden voor
vrijstelling in aanmerking te komen, of die op een
anderen tijd of in een ander garnizoen wenschen op
!e komen, kjnnen zich met een daartoe strekkend
verzoekschrift tot den Minister van Oorlog wenden.
Dit verzoekschrift behoeft niet gezegeld te zijn, maar
moet gefrankeerd worden toegezonden. Het verdient
aanbeveling dergelijke verzoeken bij den burge
meester in te dienen, die alsdan voor de opzending
zorg draagt. Dergelijke verzoeken kunnen echter
slerhU bij uitzondering worden toegestaan.
VERGOEDING. Indien ten gevolge van het verblijf
in werkelijken dienst van den opgeroepen verlofganger
voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of
komen te ontbreken aan de personen, hiervoren
onder f bedoeld, kunnen deze personen in aanmer
king komen voor een geldelijke vergoeding, zooden
verlofganger wegens dienstbelang geen vrijstelling
van de herhalingsoefeningen wordt verleend. Verdere
inlichtingen hieromtrent kunnen ter gemeente-seere
tarie worden gevraagd.
RENTER A A RT. Zij, die ingevolge de Tnvaliditeits-
wet verplicht verzekerd zijn, handelen in hun eigen
belang door hun rentekaart mede te brengen bij
hun opkomst.
Ter Neuzen, 7 Mei 1924.
De Burgemeester vooraoemd,
J. HUIZINGA.