AlGEiEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 1 J No. 7604. Vrijdag 9 Mei 1924 64e Jaargang. DE BROEDERS. i I Her ha Mr g s o e fen i n g e n. BUITENLAND. 0? WEEDS BLAD. Het is noodig, zich ten minste een liaif uur voor het vertrek van den trein, g U 1L L K X 0 N. 20) Vervoig) Ja, waarde vriend, dat is uw zaak. j Maar wij widen daar than® niet over praten. Slaap eerst eens flink uit. U weet, wij wil- i ten vandaag een zeiltochtje maken dan moet u weer frisch zijn, Tienduizend mark? Domme praat Zet niet zoo'n jammer- lijk gezicht! Dat komt wel in or.de. Qoeden nacht! Hij schoof den jongen officier met zacht geweld de deur uit. Daarop ging hij door, zijn winst te tellen en te regelen. Nu, dat gaat, mompelde hij meesmui- 1-emd. Drieduizend mark contant is een mooie winst. Deze jonge menschen spelen immers als idioten! Toen borg hij het oapier in een pqrte- feuille, stak goud en ziilver in de porleman,- naie en ging naar r<jn slaapkamer, om een paar uur te rusten. Toen Ferdinand ontwaakte, luidde de bel voor het eerse ontbijt. Vlug sprong hij op. Als een schrikwekkend spook stond hem de schuld van tienduizend mark voor den geest. Dat kan niet zuiver zijn toegegaan mompelde hij. Iik speel toch anders nooit zoo hoog en zoo dol hoe heeft die man, de majoor het toch aangelegd, om mij zoo ver te krijgen? Hoe zal ik deze nieuwe schuld betalen? Ik ben met de oude nog niet klaar! Vluig kleedde hij zich aan en ging naar de eetkamer. Daar trof hij niemand meer; al- leen Kitty gaf de bedienden opdracht om de de tram of de stoomboot aan het sta tion of de aanlegplaats te bevinden, Wat onmisbaarhtid en kostwinner- schap betreft, moet in het oog worden gehouden, dat, vrijstelling om een van deze redeneu siechts in zeer dringende gevalltn zal worden verleend. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Bij bet begin van de zittjing vraagij de heer van Ravesteijn (comm.) een interpel- latie aan over het afbrefcen van de on- derhandelingen met Rusland, waarover morgen wordt beslist. Bij de behandeiing van de wijziging van de Motor- en Rijwielwet \erdedigt de heer Rutgers van Rozenburg (c.h.) een amen- dement om den druk van motorvoeriuigen per wiel op 2500 K.G. vast te sfjellien. Na bostrijding, ook door minister van Swaay, trekt de heer Rutigers van Rozen burg zijn amendement in. tafel af te halen. Zij beantwoordde zijn groet met een hoofdknik en wilde zich verwijderen Behendig trad hij haar in den weg. Wilt u niet zoo goed zijn, mij een kop thee in te.schenken, jutfrouw? De thee staat op tafel. Ik verzoek u, u zelf te bedienen. Ik heb elders te doen. Zij wilde hem voorbijgaan. Is u boos op mij, jutfrouw Kitty? vroeg hij glimlachend. Ik denk, ik ben. voor u juflrouw Viller- beck, mijuheer de luitenant. Nu dan, is u boos op mij, juffrouw Villerbeck? Waartoe die vraag? Ik verzoek u, laat mij voorbij. En als ik dat niet doe? Een trotsche blik trof hem. Ik diacht, een man van eer tegenover mij te zien, anfwoordde zij met trillende stem. Toen trad de jonge officier terug en boog. Inderdaad, juffrouw u hebf gelijk en ik vraag u excuus! Zonder hem verder met een blik te ver- waardigen verliet zij de eetkamer. Peinzend ging hij naar de tafel en schonk zich een kop thee in, dien hij langzaam uit- dronk. Van de deur, die naar den tuin leid- de, viel een lange schaduw naar binnen en een wirakende stem zei: Goeden morgen, von Haxthausen. Wel, uitgeslapen? Het was de majoor. 'Miss Jefferson heeft u vergeefs aan het ontbijt verwacht, vervolgde hij. Nu is zij met uw broeder alleen weggereden. Daar was ik ook overbodig geweest, antwoordde Ferdinand mismoedig. Wie weet? meende de majoor glim- EERSTE KAMER. Vergaderir.g van Woensdag. Voortgegaan wordt met de behandeiing van de begrooting van onderwijs, kunsUm en wetenschappen. De heer Vorkouteren (c.h.) zegt dat de vitale belangen van het land geen boven de vitale belangen van het onderwijs. hij meent trouwens, dati de belangen van de leerlingen movr en sheer worden opge- offerd aan de belangen van de onderwij- zers. Aan de hoogleeraren zou hij eischen van zedelijkheid willen hebben gesteld. Verhooging van det',v leeftijd voor toeiap ting tot de Iagere school aciit hij ze«r goed. Wat vereenvoudiging van ons on derwijs is z.i. wenscheiijk. De heer Do Vri«s (c.h.) wenscht be- houd van de normaalscholen. De heer de Jong (r.k.) wenschte meer vrijheid van leerplan voor schoollbesturen en terugkee|r toti de salarisregeling van 1920 met toepassing van de korting. De heer Slotemaker de Bruine (c.h.) be- pleitte o.a. gehjkheid en v as the id bij sala- risvermindering voor leerai'en en vroeg of het juist is dat te Utrecht met particulieren steyn e£n nieuwe Indische faculteit iti de rechjon wordt ingesteld, welke een absolute tegenstclfing zou vor- men tegen de leerstoel te Leiden. Minister de Visser antwoordt, dat ruimte beschikbaar komt voor medische students te Utrecht- Het stelser van subsidieering brengt vanzelf vrijheidsbeperking mee. De leeraren worden op getijken voet in hun talaris gekort afs andepe rijksambtenaren. De minister verdedigt zich tegen de be- schuldiging van onvastheid en zegt dat men het rectit mist zich te verzetten tegen zijn bezuinigingsmaatregelen afs men geen an dere uitvoerbare plannen ervoor in de plaats kan stellen. De begrooting van onderwijs is z.h.st. aangenomen. Tegen stemden de leden van de S. D. A. P. Daarna werd aangevangen met de be- haildeling van de begrooting van justitlie. De heer Heerkens 1 hyssen (r.k.) bepleit vertoetering van ons strafsteisel. DE VERPL1CHTE VACCINATIE. Bij de verschijning van het wetsontwerp tot voorziening tegen besmettelijke ziekten, is critiek igeoefend op het gedeeite, dat be- trekking-had op het ve'schaffen van de ge- legenheid om kinderen wegens gemoedsDe- zwaren der ouders te onttrekken aan de ver- plichting om zich te vaccineeren Per jaar zou 1 pot. kunnen worden vrijgesteld, maar daarna zouden geen nieuwe bewijzen mogen worden afigegeven, dan met toestemming van den Minister. De Amsterdamsche arts E. j. Abrahams bespreekt het onderwerp in „De Opbouw." Hij schirijft o.a.: Men zie eens naar de praktijk in Enge- land, waar men eenige jaren geleden ook vrijstelling van de vaccinatie wegens ge- moedsbezwaren heeft ingevoerd! In de laatste 12 jaren steeg daar het aantal vrij- gestelden van 17 tot 43 pCt. In 1922 be- vonden zich in Nortn-Hamptonshire 40 die lieten inenten tegen 206 met gemoedsbe- zwaren 1 Evenredig aan dit verschijmsel stijgt het aantal pokkengevallen en sterfgevallen in Engeland. Herhaaldelijk worden on® van daaruit tegenwoordig pokken-epidemieen gemeid. In 1921 kregen we bericht omtrent een kleine 400 personen, terwijl hier te lan.de een geval voorkwam. Ik wil den, lezer niet met meer cijfers vermoeien, lezen we verder in de latere ja ren is Engeland niet van pokken vrij ge weest. Toch is met dit voorbeeld voor oogen de regeering met dit voorstel durven komen, een voorstel, aan welks beperken- de bepalingen, voor zoover daaraan eenige waarde kan warden gehecht, met mathe- lachend. Miss Jefferson rijdt niet gaar- ne met den baron hij rijdt haar niet kranig genoeg. Ferdinand maakte een beweging van on- geduld. Wat had u eigenlijk straks met mijn nicht? vroeg Villerbeck verder, naast Ferdi nand plaats nemend. De kleine scheen wel boos te zijn. Het was niets. Ik schertste. Ja, die kleine is zeer gevoelig beste von Haxthausen. Zij heeft immers ook ge lijk. Een jonge dame kan niet terughoudend genoeg zijn. Wel? zei Ferdinand en keek den ma joor wijfelend aan, die kalm een sigaar aan- stak. Verwondert u mijn uitlating? vervolg de Villerbeck. ja, ziet u, de kleine is mijn breeders kind en mijn pupil. En daar- om zou ik niet gaarne zien, dat zij in een twijfelachtige positie geraakte. Dat is een verklaarbare wensdh, ant woordde Ferdinand droogjes. U had ech ter alitijd naar dat grondbeginsel moeten handelen. O, u bedoelt, dat men in een vreem- denpension een jong meisje niet, altijd tegen onaangenaamheden kan beschermen? Ja, dat is waar... u gaf immers daarvoor het beste bewijs Majoor. - Luitenant? Beiden zagen elkaar een oogenblik scherp in de oogen. Toen keerde Ferdinand zich. schouderophalend af. Ja, ziet u, von Haxthausen, begon ,h majoor, schijnbaar goedmoedig glimkehend opnieuw, u moet niet tegen mij beginnen. Ik ben nog tege.n u opgewassen. Maar, wa1 ik zeggen wildewanneer denkt u u matische zekerheid de hand niet zal kunnen worden gehouden,. Vreemd doet deze houding aan, waarop hetzelfde tijdistip de Regeering, terecht, niet tegen het nemen van dirastische maatrege- len heeft opgezien, teneinde op Java de pok ken te bestrijden. Op de internationale hy- giene-tentoonstelling, die een jaar geleden te Amsterdam werd gehouden, heeft de tegenwoordige hoofd-inspecteur van de volksgezondheid on® uitgelegd, hoe aldaar de strijd tegen de pokken werd gevoerd. Er waren rondreizende vaccinateurs en de be- volking moest voor zoover niet geent, zich aan de kunstbewerking onderwerpen. De- geen, die niet kwam, werd opgespoord, voorgeleid en in.geemt. Naar gewetensbe- zwaren werd niet gevraagd. Niet omdat het siechts inlanders betrof, neen, omdat men de wetenschap heeft, dat alieen in een goed geent land de pokken met kracbt zijn.te be strijden, diezelfde functiomnaris, die ons dat zoo duidelijik kon uitleggen, die ons met cijfers kon aantoonen, welke zegen deze dwang voor de bevol'king was geworden, diezelfde dokter is hier hoofdinspecteur voor de besmettelijke ziekten, hoofdraad- gever van de regeering. Hoe kon hij een zoo tweeslachtig standpunt in nemen? vraagt de schrijver. DE VERTEGENWOORDIGING PER BEROEPEN IN HET PARLEMENT- Mr. W. M. Westerman h^eft eens uitjge- rekend, welke beroepen er at zoo in het parlement vertegenwoordigd zijn. In het HaagSch Maandblad Ieest men van zijn hand in een artikH over parlement en kiezer In dit parlement ontbreken de vertdgen- woordigers van een aantal der voornaam- ste takken van het bedrijfsleven. Men vindt er geen enkelen deskundige op scheepvaart- gefaied (en dit bij een zeevarend volk)t geen enkelen bankier, geen enkelen groot- handelaar, geen enkelen assuradeur. En ware het niet, dat van de Twee,de Kamer een oud-industrieel en van de Eerste Ka mer vijf industrieelen deel uitmaken, men zou in zijn argeloosheid geneigd zijn te gelooven dat Nederland alleen uit Ambtle- naren, advokaten en enkele; fandbouwers bestaat. Van de honderd en vijf tig leden der beide kamers toch zijn niet minder dan negen en zeventig leden ambtenaren of oud- ambtenaren, terwijl niet minder dan negen en twintig de advocaienpraktijk beoefenen of beoefend hebben. Zqventien leden zijn uit het onderwijzersb<-Tbep in do politieke carriere overgestapt, zes hebben den kan- sel voor de kamertribune verwisseld en ac'ht vereenigen de professorale waardigheid met hun parlementairen arbeid. In ruime mate zijn do corrypheeen der sociale wetgeving en verzekering vertegenwoordigdwelge- teld zijn er in de Eerste Kamer vier en in de Tweede Kamer veertien te vinden. Dat tenslotfte ook de afgevaardigden der vakbeweging van christelijken, zoowei als van sociaal-democratischen huize een talrijke groep vonnen (dertien stfuks) be hoeft in het licht der tegenwoordige ver- houdingen wel geen speciale vermelding. Doch waartoe deze opsomming? zal de lezer misschien vragen. Ik antwoord: om nog eens zoo duidelijk mogelijk te demon- streeren dat het parlement vtlrworden is tot een werktuig in handen van een bej- trekkelijk klejne gToep personen, gercCai- teerd uit beroepen, waarin een behoor- i lijke dosis vrije tijd geen uitzondering is. Schr. pleit daji voor een organisch kies- recht voor dc Eerste Kamer. zooals dit in die kamer zelve ai eens is bepleit door den heer Wittert van Hoogland. De moeilijkhe- den, welke bij het ontwerpen van een re- gen ng voor een zoodanig kiesrecht rijzen, acht hij, in tegenstelling met de algemeene opinie, niet groot, zij het, dat hij er z'ch van onthoudt de lijnen van de regeling aan te geven: Gezien den hoogen trap vaii organisatie, waarop zich het bedrijlisleven bevindt en speelschuld te regelen? Ferdinand sprong opgewonden op. Gisteravond zei u, dat u die schuld bimnen vier-en-twintig uur wilde afdoen... nu, dat u niet kon, wist ik immers. Ik ben ook geen onmensch. Laten we zeggen, bin- men veertien dagen... zoo larag blijf ik nog hier. Majoor, stiet Ferdinand gepijnigd uit, ik kan u geen bepaalden termijn zeggen. Waarom niet? Dat is mij zeer onaan- genaam. Ik heb ook verplichtingen. Wij moeten de zaak toch regelen, von Haxt hausen. Ja, dat moeten wij. Maar u weet heel goed, majoor, dat ik u die som voorloopig niet betalen kan. Zoo... wat u zegt. U weet heel goed, dat ik nog tot over de ooren in andere schulden steeK Ik wilde mij reeds om hulp tot u wenden Tot mij? Grappig idee? Waarom wendt u zich niet tot uw broeder? Hij heeft eerst onlangs een groot be- drag voor mij betaald, ik kan her: thans niet alweer met een vraag om ddizenden komen. Hij heeft zelf niets. Maar hij heeft een rijke, een miF'oenen rijke verloofde. Hij kan tcch niet van zijn verloofde leenen om mijn schulden te betalien. Neen, dat gaat niet best. Maar hij heeft thans overal krediet. Maak mij niet wanhopig, majoor. Dat kan ik van mijn broeder niet verlangen. U weet dat zelf heef goed. Juist thans niet... juist met het oog op miss feffer- son niet. J a, mijn waarde, u is ook wat on- voorzichtig in de hofmakerij tegenover de verloofde van uw breeder. het o f f (cl e u s - c r t eg e n wo or d ig e n d c karakter, dat aan tal van besturen raden op dit gebied reeds toekomt, behoeft de iiarmoni- sdiie samensmeiting van deze bestaando groepsvertegenwoordigingen tot c-en orga- nische Kamer geen groote moeilijkhoden mede te brengen, terwijl een verpl'chtt pe- riodieke herziening der op de samenstef- liug betrekking hebbende wettdfijke voor- schriften tegen verstarring en gemis aan contact met het zich voortdurend wijzigend maatsChappeiijk (even zou kunnen waken. Het iigt niet in mijn bedoeljng, hier eqn uitgewerkt schema voor een zoodanige sa- menstelling te geven, niet, omdat dit zoo veel meer plaatsruimte zou vergen een simpel lijstje zou voldoende zijn maar omdat ik vrees, dat een dergelijk sdhoma, waarin uiteraard een onderlinge belangen- waardeering tot uitdrukking zou komen, te zeer als mikpunt voor critiek zou kunnen dienen en daarmede de aandacht van de hoofdzaak afkiden. En het is de hoofd- ziaak, niet de graadmetller, waarvoor ik Ians wil breken. HET TWENTE-RIJNKANAAL. De minister van Waterstaat! heeft thans het trace voor dit kanaal met zijtak naar Zutphen voorloopig goedgekeurd. Het trace eindigt bij de erve Brinkhof te Twekkelo op eenigen afstand van En- schede, waar voldoende ruimte aanwezig is voor havencomplexen, enz. Het vofgt dan de spoorlijn EnschedeHengelo over een Iengte van 4 K.M., waar de eerste sluis wordt gebouwd; even daarvoor buigt de Zijtak naar Oldenzaal af. Nabij OltJenzaal is een sluis noodig. Het hoofdkanaai buigt ongeveer halfweg Hengelo naar het Wes- ten, naar Twekkelo waar een tweede sluis noodig is. Nabij Delden bereikt het ka naal bijna den spoorweg, hier is een s'uis noodig nog voor het punt, waar de zijtak naar Almelo afbuigt. Van dit punt af kun nen de schepen zonder schutteji AImek> Zutphen en Pannerden bereiken. Bij Rijn en IJsel komt weer een sluis. Bij het erve de Zegger zal een zijtak beginnen naar Hengelo en Borne. Bij Hengelo komt weer een sluis. Van de Deldensche sluis af volgt het kanaal den spoorweg naar Zutphen. Bij Zutphen komt de sluis in de Kapper- allee. Bij Almcn gaat h&t hoofdkanaai naar het Zuiden langs Vorden, Hengelo (G.) langs Hummeio en Doetirchem en Weill. In dit gedeeite moeten de Berkel en de Oude IJsel gppasseerd worden. Verder langs Didam, Zevenaar, Aerdt en Herwen naar den Boven-Rijn tusschen Pannerden en Lobith. Van Pannerden tot Delden,, een kanaai- pand van 90 K.M., komt geen enkele sluis voor. Het kanaalpand bij Pannerden komt op 10 M. -k A. P., DeldenTwekkelo 16 M. - A. P., het korte pand bii Twekkelo 23 M., bij Enschede 28.50; bij Oldenzaal 35 M., HengeloBorne 14 M. -± A. P. In het geheel worden in de 120 K.M. lange kanalen 6 sluizen gebouwd, 12 spoorbrug- gen, 20 bruggen in straatwegen en over- laten voor tal van beken. DE TOKSTAND. Het diplomatieke conflict! dat tusschen Duitschland en Sowjet-Rusfand is onfr staan ten gevolge van een inval van de Berlijnsche politie in het gebouw van de Sowjet-Russische handelsafdeeljng, illu- streert, schrijft de N. R. Crtf., de moei;ijk- heid om met de bolsjewiki in gc^de be- trekkingen te blijven, zjelfs al zijn die op het papier keurig geregeld. Het is waar dat de Berlijnsche politie aeer ongewoon -heeft gehandeld door deze officiede kan- toren binnen te dringen en dat zij dus uiter lijk den stoot heeft gegeven tot verstoring van de goede verstandhouding, maar aan den anderen kant zou die politie er toch niet toe overgagaan zijn in de kan form Cch wat, dat is immers alles maar scherts. Verliefde mensdien kennen geen scherts. Maar mijn waarde wat moet dan nu gebeuren? U moet mij helpen. Ik? Ja, u. U hebt het beheer over het vermogen van miss Jeffc,rson, dus valt het u gemakkelijk n ij te helpen. Ei, ei, beste von Haxthausen dan moest ik tcch eerst miss Jefferson vragen. Natuurlijk. En u denkt dat miss Jefferson tut geld geeft? x Ik denk van wel, antwoordde Fer dinand. Vraag u dan zelf miss Jefferson. Ik kan tcch met een dame niet over geld spreken? Waarom niet? I ch, martel mij niet zoo. U begrijpt mij heel goed Ferdinand ging geergerd in de kamer heen en woer; hij voeIde dat de majoor een hinderlaag had dat hij een gehejme bedoeling volgde. Maar hij wist nut, wat dit doel was. Na een poos, gedurende weike de majoor schijnbaar voor zich uit had ge- staard en met de vingers op tafel trom- melde bleef de jonge officier voor hem staan. Nu majoor, hoe is het? Wjit u mij helpen? Het is immers ook uw schade niet. En denkt u dan aan het komende renseizoen. Ik kon u daarbij van veel nut zijn. De majoor keek scherp op. (Wordt vervolgd). M|^K De Burgemeester van TER NEUZEN roept de in het verlofgangersregister dezer gemeente ingeschreven verlofgangers. hieronder vermeld, bij dezen op om in 1924, ieder voor het achter zijn naam aangegeven tiidvak, krachter.s art. 31, eerste lid, in verband met art. 33 der Dienstpliehtwet StaatsblaA 1922, no. 43), voor Herhalingsoefeningen in weikelijken dienst te komen. Geslachts- en voornamen. 1 6C -S j 2 Korpsen en onder- deelen. 3 Tijdvak 4 Plaats van opkomst. 5 Maarten Willem OO Regiment 10 Juni Utrecht. Eugene Mi lie naar. Genie- 1921. troepen. WIJZE EN UUR VAN OPKOMST. Deopgeroepen verlofgangers moeten zorg dragen, dat zij zich ieder op den voor hem voorgesuhreven dag, in uniform gekteed en voorzien van hun zakboekje en van de verdere tot hun verlofsuitrusting behoorende voor- werpen van kleeding en uitrusting opde plaats van bestemming aanmelden a. zoo zij verblijf houden imde plaats van opkomst, uiterliik te '8 uur voormiddags; b. zoo zij verblijf houden binnen 20 Kilometer (bijna 4 uur gaans) van de plaats van opkomst, uiterlijk 10 uur voormiddags; c. de overige verlofgangeis voor zooveel zij binnen het Rijk verbljjf houden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van op komst, waarheen zij zich met het eerstvertrekkend openbaar middel van vervoer langs de op de vervoer- bewijzen aangegeven route moeten begeven voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden, voor 4 uur natniddags. VERH1NDERING. De dienstplichtige, die wegens /iekte, of om een andere reden in de volstrekle on- mogelijkheid verkeert om op den bepaalden datum 111 werkelijken dienst te komen, moet zich naar de plaats van bestemmir.g begeven, zoodra hij daartoe in staat is. De opkomst van een dergelijken dienst- plifhtige blijft echter voorloopig achterwege, indien zij niet binnen 3 dagen na den bepaalden dag heeft plaats gehad. De dienstplichtige ontvangtdan nader bericht omtrent den tijd, waarop hij moet opkomen. Bestaat de reden van verhindering in de aanwezig- heid van -ziekte of gebreken, dan dient de verlof- ganger hiervan zoodra mogelijk door ovei legging van cen gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter gemeente-secretarie te doen blijken. STRAFBEPAUINGEN. Hij, die zonder geldige reden niet tijdig aan deze oproeping voldoet, stelt zich aan bestralfing bloot en blijft verplicht zich onverwijld bij zijn korps aan te melden. Bovendien kan hij o.a. door een ambtenaar van de rijks- of gemee.tepolitie, door de marechaussee of de militaire politie aangehouden en naar de plaats van bestemming overgefcraeht worden. VERVOER. De verlofgangers die per spoor, tram of stoomboot moeten reizen, of op de reis den of meer veren moeten passeeren en in wier zakboekje aanwezig zijn de vereisehte op wit papier gedrukte en met rooden inkt ingevulde vervoerbewijzen en passagebiljetten, behoeven zich voor hun vertrek naar het korps niet ter Gemeente-seeretarie aan te melden, doch kunnen zich rechtstreeks naar het station of de aanlegplaats van vertrek begeven zij stellen aldaar hun zakboekje ter hand aan den beambte, met de uitgifte van plaatsbewijzen belast, of aan den veerman. De verlofgangers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsrnede de strook van het vervoer- bewijs, aangezien deze strook hun gewoonlijk ge durende de reis moet dienen" als plaatsbewijs. Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoerbewijs of passagebiljet, ingericht om daarop de reis te kunnen volbrengen, dan wel van het veer of van de veren gebruik te maken, moeten zich voor hun vertrek naar het korps, ter gemeente- seeretarie aanmelden, ten einde aldaar in het bezit te worden gesteld van het vereisehte vervoer- of ander bewijs. Verlofgangers, die in het buitenland verblijf houden, hebben recht op vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk en dient om zich recht streeks naar de plaats van opkomst te begeven. Bevindt zich in hun zakboekje geen vervoerbewijs, ingericht om dtfarop te kunnen worden vervoerd van de Nederlandsclie gemeente af, waar zij de reis voor Rijksrekening wenschen aan te vangen. dan wordt hun, op hun verzoek, het vereisehte ver voerbewijs toegezonden door den burgemeester der gemeente, waar zij in het verlofgangersregister zijn ingeschreven. DAGGELD. De verlofgangers, die zich vierofmeer uren vdo'r het tijdstip van aanmelding op reis moeten begeven, genieten desgewenscht op de dagen, der reis een daggeld van 0.25, ongeacht den rang, dien zij bekleeden. Zij, die aanspraak hebben op daggeld en dit wenschen te ontvangen, moeten het in ontvangst nemen ter gemeente-seeretarie, den laatsten werkdag \oor het vertrek naar het korps. VRIJSTELLING ENZ. Aande herhalingsoefeningen nemen niet deel. a. Zij, die elders wonen dan in Nederland, Belgir, HannoverWent fa ten en de Rijnprovincie; b. zij, die wonen in Belgie, Hannover, West- falenen de Rijnprovincie, voor zoover zij voor don dag van opkornst bij hun commandant een verkla ring inzenden, waaiuit blijkt, dat zij meer dan drie uur gaans van de Nederlandsche grens af wonen deze verklaring moet zijn afgegeien door het hoofd van het plaatselijk bestuur of van de politie of door een Nederlandsch consulair ambtenaar; c. zij, die zich tijdens de herhalingsoefeningen buitenslands bevinden ter uitoefening van dezeevaart (hieronder niet begrepen de zeevisscherij voorts kan de Minister van Oorlog geheele of ge- deeltelijke vrijstelling van de herhalingsoefeningen verleenen aan dienstpliehtigen. d. die gedurende zoodanigen tijd vrjjwillig in werkelijken dienst zijn geweest, dat op grond van de door hen in dien tijd verkregen geoefendheid de herhalingsoefeningen niet of niet voor den vollen dmir noodig worden geacht e. die tijdens den duur der herhalingsoefeningen onmisbaar zijn voor hun ambt, betrekking of bedrijf; f. die kostwinner zijn, tenzij er meer reden is voor toekenning van vergoedirig alleen komen hier- bij in aanmerking zij, die kostwinner zijn voor: 1. hun echtgenoote; 2. hun bloed- en aanverwanten in de rechte linie 3. hun andere bloed- en aanverwanten in den tweeden graail 4. hun pleegouders; 5. degenen, in wier onderhoud zij ingevolge rechterlijk vonnis' moeten voorzien g. die onmisbaar zijn voor de instandhouding van de mwldelen van bestaan van de onder f bedoelde personen. Zij, die meenen op een van deze gronden voor vrijstelling in aanmerking te komen, of die op een anderen tijd of in een ander garnizoen wenschen op !e komen, kjnnen zich met een daartoe strekkend verzoekschrift tot den Minister van Oorlog wenden. Dit verzoekschrift behoeft niet gezegeld te zijn, maar moet gefrankeerd worden toegezonden. Het verdient aanbeveling dergelijke verzoeken bij den burge meester in te dienen, die alsdan voor de opzending zorg draagt. Dergelijke verzoeken kunnen echter slerhU bij uitzondering worden toegestaan. VERGOEDING. Indien ten gevolge van het verblijf in werkelijken dienst van den opgeroepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of komen te ontbreken aan de personen, hiervoren onder f bedoeld, kunnen deze personen in aanmer king komen voor een geldelijke vergoeding, zooden verlofganger wegens dienstbelang geen vrijstelling van de herhalingsoefeningen wordt verleend. Verdere inlichtingen hieromtrent kunnen ter gemeente-seere tarie worden gevraagd. RENTER A A RT. Zij, die ingevolge de Tnvaliditeits- wet verplicht verzekerd zijn, handelen in hun eigen belang door hun rentekaart mede te brengen bij hun opkomst. Ter Neuzen, 7 Mei 1924. De Burgemeester vooraoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 5