H oog watergetij te Ter Neuzen
A. C. LENSEN'S STOOMVAARTMAAT-
SCHAPPIJTERNEU2E&I.
s.s. HELENA van Rotterdam naar Sa
lerno passeerde 5 dezer Gibraltar
s.s. MAGDALEN A in lossing te Havre.
s.s. 1 ERNEUZEN van Cardiff naar Ge
nua passeerde 6 dezer Peniche.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
3 Mei.
Eng. s.s. Crichtoun, 3184 M3., stukgoed
van Gent naar Duinkerken.
Noorsch s.s. Vanja, 3868 M3., ledig, van
Gent naar Sunderland.
Duitsoh s.s. Lea, 2482 M3., ledig, van
Gent naar Hull.
Duitsch s.s.- Eskasoni, 7558 M3., ledig
van Gent naar New-Castle.
Duitsch s.s. Quarta, 4372 M3., ledig, van
Gent naar Burnt-Islands.
Noorsch s.s. Frithjof Eide, 11716 M3.,
ledig, van Gent naar Narvik.
Eng. s.s. Hull, 3102 M3., stukgoed, van
Antwerpen voor Gent.
Noorsch s.s. Slotholm, 2706 M3„ steenen
van Lysekill voor Gent.
Eng. s.s, Cormorant, 4993 M3., stukgoed,
van Liverpool voor Gent.
Eng. s.s. Dotterel, 4925 M3., stukgoed,
van Glasgow voor Gent.
4 Mei.
Eng. s.s. Falcon 1910 M3., stukgoed, van
Gent naar Londen.
Eng. s.s. Hull, 3202 M3., stukgoed, van
Gent naar Hull.
Eng. s.s. Mersey, 2934 M3., stukgoed, van
Gent naar Goole.
Noorsch s.s. Bommestad, 3185 M3., ledig,
van Gent naar Blyth.
Noorsch s.s. P. G. Halvorsen, 3116 M3„
menerie, van Narvik voor Gent.
Eng. s.s. Pearl, 1956 M3„ ledig, van
Shoreham voor Ter Neuzen.
Eng. s.s. Blackcock, 1393 M3., stukgoed,
van Londen voor Gent.
Noorsch s.s. Kolsdal, 3892 M3„ ledig, van
Gent naar Warkworth.
Noorsch s.s. Erling Lindoe, 3625 M3„
ledig, van Gent naar New-Castle.
Framsch s.s. Sarrebourg, 8987 M3., kolen,
van Gent naar St. Malo.
Fransch s.s. Yser, 6469 M3„ ledig, van
Gent naar Blyth.
Fransoh s.s. Ribeauville, 5814 M3., ijzer-
erts, van Nantes voor Ter Neuzen.
Belg. s.s. Condroz, 3177 M3., hout, van
Bayonne voor Gent.
Amerik. s.s. Sundance, 14668 M3., ge-
mengd, van Londen voor Gent.
Eng. s.s. Wemning, 2227 M3., stukgoed,
van Goole voor Gent.
5 Mei.
Eng. s.s. Harfry, 2571 M3., kolen, van
Goole voor Gent.
Estl. s.s. Kodumaa, 3202 M3., vlas, van
Riga voor Gent.
Eng. s.s. Muries, 4815 M3., stukgoed, van
Gent naar Barrow.
Eng. s.s, Clyncomoy, 1376 M3., ledig, van
Ter Neuzen naar Rotterdam.
Lett. s.s. Skauts, 6003 M3., hout, van
Riga voor Gent.
Langs de Westsluis alhier zijn 5 binnen-
vaartuigen op- en 5 afgeschut; langs de
Middensluis 16 op- en 11 afgeschut; langs
de Oostsluis 52 op- en 26 afgeschut.
Wisselkoersen.
Amsterdam, 7 Mei 2
Jionden
Berlijn, per biljoen
Parijs
Brussel
Weenen (10.000)
uur.
11,69
17,-
14,15
0,40
Vreemd Bankpapier,
Duitsch, per biljoen
Fransch 17,
Belgiscb 14,15
Oostenrijksch (10.000) 0,40
ll,70i/a
0,63.
17,071/2.
14,17i/2
0,45.
0,63.
17,071/2
14,17i/2.
0,45.
ZoDnetijd.
D A
G E
N.
Voorm.
Nam
Donderdag
8
Mei
4.04
4.20
Vrijdag
9
n
4.39
4.58
Zaterdag
10
n
5.18
5 40
Zondag
11
6.05
6.34
Maandag
12
n
7.08
7.46
Dinsdag
13
8.25
9 06
Woensdag
14
9.44
10.18
kcm nagaan, hier ook met geen slechte bedoe-
lingen rondliep, hetgeen uit verschillende ge-
gevens kon worden afgeleid.
Ziet hier, mijne heeren aldus spreker
de toedracht van het voorgevallene. Ik stel
er prijs op, dat hier mede te deelen, opdat de
bevolking van Axel daarvan op de hoogte kan
komen. Het publiek van Axel oordeele in deze
zelf, of het gewenscht is in een plaatselijk
blad dergelijke mededeelingen te doen, zonder
eerst eens inlichtingen in te winnen.
3. Beeediging waarnemend gemeente-ont-
vanger.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur-
gemeester en Wethouders tot waarnemend
gemeente-ontvaniger hebben benoemd den heer
W. A. den Boggende, in verband met het verlof
van 2 maanden, verleend aan den gemeente-
ontvanger.
De heer 't GILDE vraagt, of een plaatsver
vangend gemeente-ontvanger kan verplicht
worden tot het stellen van een borgtocht van
f 6000. Dit staat noch in de gemeentewet, noch
in de instructie.
De VOORZITTER stemt dat toe, doch merkt
op. dat een plaatvervanger, die tijdelijk in d
plaats treedt van een fungeerenden ambtenaar
vanzelfsprekend aan dezelfde verplichtingen
is' onderworpen. Dat behoeft dus niet uitdruk
kelijk te worden vermeld.
De heer t GILDE verklaart natuurlijk niets
tegen den persoon van den benoemde te heb
ben. integendeel, hij respecteert dien, maar
merkt op, dat de consequentie van de behan-
deling dezer zaak is, dat toch slechts een ge-
jroede, of althans een goed gesitueerde, naar
de betrekking van gemeente-ontvanger kan
dingen.
De VOORZITTER merkt op, dat vroeger
inderdaad alleen iemand die kapitaalkrachtig
was gemeente-ontvanger kon worden, maar
sinds de wijziging der gemeentewet in 1914,
toen ook kon volstaan worden met een zeker
heidsstelling, is dat veranderd. Toen is opge-
richt de vereeniging tot zekerheidsstelling
voor daarvoor verplichte gemeenteambtenaren.
De heer 't GILDE merkt nog op, dat de
borgstelling z.i. te laag is. Die moet, volgens
art. 110 der Gemeentewet minstens een tiende
bedragen van het bedrag der gewone jaarlijk-
sche inkomsten. Dan is 6000 dus voor deze
gemeente te laag.
De VOORZITTER betwist dit laatste, de
heer 't Gilde houdt geen rekening met de be
dragen die volgens de wet van de inkomsten
mogen worden afgetrokken, om tot het bedrag
te komen waarvan een tiende als zekerheids
stelling moet worden berekend. Hij noemt het
bepaalde bedrag overeenkomstig de voor-
schriften
De heer VAN DEN BOGGENDE, die op uit-
noodiging van den VOORZITTER ter vergade-
ring is gekomen, legt in diens handen den
zuiverings- en den ambtseed af.
De VOORZITTER feliciteert den heer Den
Boggende met zijn benoaming tot tijdelijk
gemeente-ontvanger, doch knoopt daaraan den
wensch vast, dat hij die slechts korten tijd zal
behoeven te bekleeden, aangezien dit een tee-
ken zou zijn, van het herstellen van den heer
De Putter. Hij spreekt de hoop uit, dat, als de
benoemde straks deze tijdeljjke betrekking
zal kunnen neerleggen, hij met voldoening op
het in het belang der gemeente verrichte werk
zal kunnen neerzien.
De heer DEN BOGGENDE dankt voor de
tot hem gerichte woorden en verlaat de ver
gadering.
4, Verzoek aan H. M. de Koningin om wij
ziging te overwegen van de bepalingen
in de Hooger- en Middelbaar Onderwijs-
wet, betreffende de financieele bijdrage
der gemeenten.
Van het gemeentebestuur van Hemelumer
Oldephaert en Noordwolde is ingekomen, het
verzoek om daaraan adhaesie te betuigen, een
afdruk van een door den raad dier gemeente
tot H. M. de Koningin gericht adres, waarin
verzocht wordt, wijziging te overwegen van de
bepalingen van de Hooger- en Middelbaaron-
derwijswet, voor wat betreft de financieele
bijdragen van de gemeenten., waaruit kinderen
die elders gevestigde onderwij sinrichtingen
bezoeken.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de gevraagde adhaesie te betuigen.
De heer 't GILDE zou gaarne de motieven
vernemen, die Burgemeester en Wethouders
tot hun voorstel leiden.
De VOORZITTER meent, dat die motieven
voor de hand liggen. Ook uit deze gemeente
bezoeken leerlingen middelbare onderwijsin
richtingen in andere gemeenten en men heeft
ook ervaren, dat daarvoor van deze gemeente
een lang niet geringe bijdrage gevorderd wordt.
Burgemeester en Wethouders zouden daarom
gaarne een voor de gemeente mildere regeling
zien ingevoerd, en de gevorderde subsidie zoo
laag mogelijk wenschen te zien.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
5. Premien ten bate der Geitenfokkerij.
Van het bestuur der „Geitenfokvereeniging''
is een verzoek ingekohien, om de premien, die
jaarlijks ter gelegenheid der jaarmarkt be-
schikbaar worden gesteld voor bekroning van
aangevoerde geiten, te willen beschikbaai
stellen in de maand Juni of Juli, ter gelegen
heid van een te houden tentoonstelling
van geiten. De jaarmarkt wordt alhier laat
in het najaar gehouden, meestal gepaard gaan-
de met ongunstig weer.
Indien de geiten alsdan ter jaarmarkt ge-
bracht worden, is er groote kans op sterfte
onder die dieren, aangezien die, zooals bekend
is, niet tegen een koude temperatuur kunnen.
Meestal worden er dan ook slechts enkele
exemplaren gebracht en vormt dat aantal een
enorin versehil met het aantal, dat in normale
gevallen zou kunnen worden aangevoerd of op
de keuringsplaatsen wordt aangebracht.
Die omsfandigheid gaf aanleiding tot het
doen dezer vraag. Alsdan kan een groot aan
tal geiten \gorden aangebracht om naar de
premien te dingen.
Met uitzondering van enkelen, zijn al de
Geitenfokkers uit de gemeente Axel lid van de
Geitenfokvereeniging, zoodat al de fokkers
naai de premien kunnen meedingen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor, de
premies, die een bedrag van f 10 vertegenwoor-
digen in verband met het veelal ongunstig weer
tijdens de jaarmarkt, beschikbaar te stellen bij
de keunng qf tentoonstelling van die vereeni
ging, onder voorwaarde, dat eigenaars of
houders van geiten niet-leden van de vereeni
ging, aan deze keuring of tentoonstelling mo
gen deelnemen met dezelfde rechten als de
leden.
De heer P. DE FEIJTER meent, dat de ver
eeniging die voorwaarde niet zal kunnen aan-
vaarden; zij staat bovendien zelf voor de kos
ten van inrichting der keuring of tentoonstel
ling, en het daarvan zouden dan niet-leden
dezelfde voorrechten genieten. Hij zou het
toejuichen als die premies aan de vereeniging
werden gegeven zonder eenige voorwaarde en
alzoo ook aan haar zouden blijven.
De VOORZITER merkt op, dat bij de
jaarmarkt iedereen kan meedingen.
ile?r PEIJTER noemt dat een
vanzelfheid, maar de aanvoer ter jaarmarkt
strekt niet ter bevordering van de geitenfok
kerij; eer het tegendeel, want de menschen
die daar hun geiten aanvoeren wagen het er
maar op, ter wille van de premie.
De VOORZITTER stemt dat toe, maar
merkt op, dat daar toch ieder in de gelegen
heid is mee te doen. Ze verzoeken nu alleen
de premies, die anders bij de jaarmarkt wer
den uitgeloofd, uit te looven bij een keuring of
tentoonstelling van wege hun vereeniging.
De heer P. DE FEIJTER gelooft niet, dat
het volgens het reglement der vereeniging toe-
laatbaar is, dat niet-leden op de keuringen of
tentoonstellingen mogen meedingen. Onder
deze voorwaarde zullen ze het dus niet kunnen
aocepteeren.
De VOORZITTER: Ze behoeven ook niets te
accepteeren. Bij de jaarmarkt accepteer de
vereeniging toch ook niets? Het gemeente
bestuur looft de premies uit.
De heer DIELEMAN moet opmerken, dat de
raad toch gewoon is, de organisaties te steu-
nen; stelt men nu ongeorganiseerden in de ge
legenheid om ook mee te dingen naar de pre
mies dan is dat geen steun voor de fokkers-
vereeniging, want dan is het mogelijk, dat die
niet in handen der leden komen. Ter bevorde
ring van het vereenigingsleven zou hij wenschen
de vereeniging te geven wat ze vraagt.
De VOORZITTER betoogt, dat de gemeente-
raad het hierbij betrokken vereenigingsleven
reeds steunt, door een jaarlijksche subsidie.
Hier geldt het alleen het bevorderen van het
fokken van een goed ras van geiten.
De heer DIELEMAN: En dat vindt men niet
buiten de leden der vereeniging.
De heer 't GILDE: Dan zouden we kunnen
zeggen, dat het ook niets uitmaakt, als er niet-
leden naar de prijzen meedingen.
De heer P. DE FEIJTER acht ook volstrekt
niet bewezen, dat niet-leden geen goede geiten
hebben.
De heer KRUIJSSE vraagt of er maar een
geitenvereeniging is.
De heer BAERT antwoordt bevestigend, de
andere is opgeheven.
De heer KRUIJSSE is van oordeel, dat, ter
bevordering van de geitenfokkerij ook buiten
de vereeniging staanden, naar de premies moe-
ten kunnen meedingen.
De heer VAN DIXHOORN is het daarmede
eens, maar voelt anderzijds ook voor het be-
zwaar, dat de vereeniging de kosten van orga-
niseeren der keuring of tentoonstelling draagt.
Hij zou daarom het beschikbaar te stellen be
drag met het oog daarop willen verhoogen en
dat stellen op 25.
De heer P. DE FEIJTER: De vereeniging
vraagt maar f 10 en dan gaat het toch maar
moeilijk haar 25 te geven
De VOORZITTER: Adressanten noemen
geen cijfer, ze verzoeken alleen de premies op
een ander tijdstip van het jaar uit te loven.
De VOORZITTER brengt het voorstel van
den heer Van Dixhoom in stemming, met het
resultaat, dat zich 5 stemmen voor en 5 tegen
verklaren en alzoo in de volgende vergadering
opnieuw moet worden gestemd.
Voor stemmen de heeren Van Dixhoorn,
Dieleman, Van de Casteel, 't Gilde en Kruijsse;
tegen stemmen de heeren J. de Feijter, Koster,
Baert, Weijns en P. de Feijter.
6. Stichting van een noodslachtlokaal.
De VOORZITTER wijst er op, dat nog steeds
moet worden voldaan aan de bij de Vleesch-
keuringswet opgelegde verplichting, tot het
inrichten van een noodslachtlokaal. Onlangs,
bij een bezoek van den hoofdinspecteur en den
inspecteur kwam die opnieuw ter sprake.
Burgemeester en Wethouders stellen thans
voor, om, overeenkomstig de bij dit voorstel
overgelegde teekening een noodslachtlokaal te
bouwen achter de berg- en opslagplaats van
J. A. Lensen, op het gedeelte van het terrein,
dat niet is verpacht en dat in de toekomst zal
grenzen aan de geprojecteerde straat.
De heer J. DE FEIJTER is voor de stichting
van het lokaal, maar wenscht eerst eenige in
lichtingen. Hij was niet in de gelegenheid de
stukken te komen inzien. In dit verband ver-
zoekt hij vroegere toezending der agenda, op
dat de leden wonende buiten de kom des Zater-
daags, als ze naar de markt komen, verwittigd
zijn, dat het vergadering is en zij kennis kun
nen nemen van de stukken.
De VOORZITTER erkent, dat de schuld
daarvan inderdaad bij de secretarie lag. De
bekendmaking had vroeger kunnen geschieden
en ook in de courant kunnen komen. Er is ge-
tracht een maatregel te nemen, dat zulks niet
meer voorkomt, en hij hoopt, dat dit in de toe
komst ook niet meer het geval zal zijn.
Na inzage der plannen en verkregen inlich
tingen van den VOORZITTER, verklaart de
heer J. DE FEIJTER zich voor dit plan, het
geen hem voldoet, omdat de enkele slagers,
die niet in staat waren om nog te slachten, daar
ze hun slagerij niet in overeenstemming kon-
den brengen met de eischen der Vleeschkeu-
ringswet, gelegenheid zullen hebben, om daar
ook te slachten.
De heer 't GILDE spreekt er ook zijn tevre-
denheid over uit, omdat er daardoor een ge
legenheid ontstaat, dat ook concurrenten van
elders in deze gemeente kunnen slachten, het
geen hij dringend noodig acht, omdat naar zijn
meening de silachters alhier exhorbitante prij
zen berekenen. Het is dus een stap in de goede
richting.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
De VOORZITTER wenscht thans de punten
8 en 9 der agenda eerst in besloten vergade
ring te behandelen. Hij schorst daartoe de
openbare vergadering.
Na het weder openbaar worden der vergade
ring komt aan de orde:
8. Vaststellen kohier hondenbelasting 1924.
Het kohier der belasting op de honden voor
den dienst 1924 wordt met algemeene stemmen
vastgesteld zooals het -door Burgemeester en
Wethouders is aangeboden, op een bedrag van
923.
9. Reclame tegen een aanslag wegens ver-
gunningsrecht.
Ingekomen is een reclame van E. van de
Casteel, vergunninghouder te Axel, die daarin
te kennen geeft, dat zijn localiteit voor het
vergunningsrecht is geschat op /200, zoodat
het verschuldigde vergunningsrecht voor het
ty'dvak van 1 Mei 1924 tot den len Mei daar
aan volgende, bedraagt f 30. Hij reclameert
tegen dezen aanslag, aangezien naar zijn mee
ning zijn localiteit te hoog is geschat en ver-
zoekt hem te verminderen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
den aanslag te handhaven.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De heer Van de Casteel nam aan deze stem
ming geen deel.
7. Vaststelling van een bouw- en straten-
plan, enz.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
voorgesteld
a. vast te stellen een bouw- en stratenplan
op de aangekochte terreinen bij de Juliana-
straat
b. vast te^ stellen de prijzen van het bouw-
terrein;
c. het beschikbaar stellen van gelden voor
het leggen van nieuwe straten en wat daarbij
behoort en het aangaan van een geldleening
daarvoor.
Overgelegd wordt een teekening van het
aangekochte terrein.
De VOORZITTER stelt thans namens Bur
gemeester en Wethouders voor, in de eerste
plaats het bouw- en stratenplan vast te stellen,
zooals dit op de teekening is aangegeven. Er
zijn voor het oogenblik uitgebakend 57 per-
ceelen bouwterrein.
Het voorstel a wordt aangenomen.
Het voorstel b. luidt:
de prijzen van het bouwterrein zoodanig te
bepalen, dat deze met inbegrip van onkosten,
kosten van bestrating, rioleering, rente verlies
enz. voor een billijke prijs ten verkoop kan
worden aangeboden, onder later vast te stellen
voorwaarden: b.v. mochten meer liefhebbers
voor een perceel zijn, deze in de gelegenheid
te stellen om naar die oppervlakte in te schrij-
ven, waarvan de door uwen raad te bepalen
grondprijs als minimum geldt en b.v. dat de
te bouwen perceelen of gevels aan redelijke
eischen voldoen.
De prijzen worden door ons genoemd, als
volgt:
Perceel 1 t/m 11 en 18 t/m 22 samen groot
2615 M2. a 4,— 10.460.
Perceel 12 t/m 17 samen groot 1637 M2.
a f 3,50 f 5.729;50.
Perceel 23 t/m 29 samen groot 1479 M2.
a f 3,— f 4.437.
PerceeL 30 t/m 38 samen groot 2986 M2.
a 4,11.944.
Perceel 39 t/m 46 samen groot 2654 M2.
a f 4,— f 10.616.
Perceel 47 t/m 57 samen groot 1935 M2.
a f 3,— 5.835.
Van het onafgebakende terrein blijft als
zuiver bouwgrond over 12619 M2. a f 2,
f 25.238.
Totale opbrengst 74.259,50, welke op-
brengst na verloop van tijd tot dekking is van
de volgende uitgaven:
aankoop grond met onkosten f 31.000, ver-
dere onkosten (nader mede te deelen) 3000,
aanleg straten, rioleering enz. 32.834, rente-
verlies en onvoorziene uitgaven 7.425,50,
totaal f 74.259,50.
De heer WEIJNS vraagt, of het de bedoe-
ling is, zoo spoedig mogelijk het werk uit te
voeren en grond te verkoopen om te laten
bouwen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
de bedoeling is zoo spoedig mogelijk met den
aanleg van bestrating en rioleering te begin-
nen en bouwgrond beschikbaar te stellen. Ver
schillende personen hebben al naar bouwgrond
gevraagd.
De heer P. DE FEIJTER: Liggen die per
ceelen van 1 tot en 57 alien aan de straat?
De VOORZITTER: Die grenzen alle aan de
in voorstel c bedoelde straten.
De heer P. DE FEIJTER: Waarvan de aan-
legkosten op 20.000 worden geraamd, terwijl
de kosten der volledige stratenaanleg enz.
f 32.000 moet kosten
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De heer J. DE FEIJTER: Kunnen de men
schen bouwen waar ze willen, d. w. z. kunnen
ze om te bdginnen perceel 32 koopen en be-
bouwen
De VOORZITTER zegt, dat daartegen geen
bezwaar is, daar alle perceelen aan een straat
liggen.
De heer 't GILDE meent, dat de perceelen
nogal groot genomen zijn. Het is een groot
straten complex en dan is 57 woningen niet
zooveel.
De VOORZITTER merkt op, dat de koopers
de indeeling ook veranderen kunnen; ze mogen
ook 3 woningen op een perceel bouweii.
De heer DIELEMAN vraagt, hoe de verhar-
ding der straten zal worden.
De VOORZITTER: Dat wordt voorgesteld
onder c. Het voornemen is, de bestrating te
maken van klinkers.
De heer DIELEMAN maakt daartegen be
zwaar; hij voorziet, dat die straten, die nieuwe
en kortere verbindingen scheppen, veel zullen
worden gebruikt. Hij vreest, dat de klinkers
het met het oog op het zware vervoer niet zul
len houden.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders zich hebben af ge
vraagd, wat voordeeliger is, keien of klinkers,
en zijn tot de conclusie gekomen, dat goede
klinkers voor uitvoering van dit plan aanbe«
veling verdienen. Hij stemt toe, dat keien
beter zijn, die zijn onverslijtbaar, maar als
men die neemt, wordt het plan terstond
10.000 duurder, dat is nogal veel.
De heer't GILDE meent, dat in dit plan be-
grepen is een doortrekking van de Juliana-
straat langs de villa van Buijze. Die straat zal
zeker druk worden gebruikt en hij brengt on
der het oog, dat nu al blijkt, dat de klinkers
in de Julianastraat niet van de beste kwaliteit
zijn; er gaan er nu al stuk en nu is het nog
een doodloopende straat met weinig of geen
vervoer over.
De heer J. DE FEIJTER: Er is ook versehil
in klinkers.
De heer KRUIJSSE moet er op wijzen, dat,
toen destijds de Julianastraat werd beklinkerd,
de beste klinkers genomen zijn, die toen in den
oorlogstijd te krijgen waren, maar toen kon
men niet krijgen wat men wilde.
De VOORZITTER wijst op de klinkers van
goede kwaliteit waar de markt mede be-
straat is.
De heer KRUIJSSE wyst op enkele andere
straatjes, o.m. de Schoolstraat, waar toch ook
nogal vervoer doorgaat en die goed blijven.
De heer WEIJNS: Het komt voornamelijk
op de kwaliteit der klinkers aan, die moet
goed zijn, anders zou goedkoop, kwaad koop
kunnen worden.
De VOORZITTER wijst op den rijksweg van
Goes naar Middelburg, waar allemaal klinkers
worden gelegd.
De heer't GILDE merkt op, dat de weg van
Vlissingen naar Middelburg daarentegen een
ander beeld geeft, daar hebben Gedep. Staten
al moeten ingrijpen.
De VOORZITTER meent, dat die niet als
voorbeeld kan worden aangehaald. Als 't zoo
ging, zou men beter doen het onderzoek der
gemeente Amsterdam naar de beste wijze van
verharding af te wachten. De weg van Vlis
singen naar Middelburg is een oude weg, die
door 4 gemeenten wordt onderhouden, waar de
eene wat aan doet en de andere niet.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat het
ook een groot versehil maakt, welke gebouwen
er aan de straten komen te staan. Zijn het alle
woningen, dan heeft een straat niet zooveel te
lijden als wanneer er pakhuizen komen, waar-
heen zware vrachten worden getransporteerd.
De eerste bestrating is, van welk materiaal
men die ook maakt, aan zakken onderhevig,
omdat de grond dan nieuw is en nog niet vast
ligt.
De heer P. DE FEIJTER voorziet, dat het
daar in de toekomst een drukke straat zal
worden, maar geeft toch de voorkeur aan klin
kers, omdat hij dat binnen de stad een aange-
namer weg vindt. Men dient er echter op te
letten de beste soort te nemen, die kunnen ook
nogal weerstand bieden aan het verkeer op
den weg.
De heer DIELEMAN kan niet bogen op er-
varing omtrent klinkerwegen, maar meent, dat
toch wel blijkt, dat de ervaring verschillend is.
Althans van wege de provincie breekt men op
de eene plaats de klinkers uit, om ze door
keien te vervangen en op andere gedeelten doet
men weer het tegenovergestelde. In ieder ge
val zijn keien steviger en wat betreft het aan-
gename van den weg, waarover de heer De
Feijter spreekt, indien er keien gelegd worden
zooals bijvoorbeeld in den weg van Philippine
naar het land van Cadsand heeft men er ook
geen hinder van, dat het keien zijn, want daar-
over rijdt men met een rijwiel bijna even ge-
makkelijk als over de rijwielpaden.
De heer KRUIJSSE zou, om te voorkomen
dat grond gekocht wordt met speculatieve
deleinden, aan de verkoopwaarden wenschen te
zien toegevoegd, dat het gekochte perceel bin
nen een jaar moet bebouwd zijn, en dat, als er
dan nog geen aanvang is gemaakt, de koop
wordt vernietigd en de grond aan de gemeente
terugkomt.
De heer WEIJNS: Maar als het dan eens
iemand betreft, die het geheele perceel niet
wenscht te bebouwen.
De VOORZITTER: Dat weten Burgemees
ter en Wethouders toch, aangezien ze met een
plan bij Burgemeester en Wethouders komen.
De heer KRUIJSSE heeft er geen bezwaar
tegen, als iemand b.v. een tuintje naast zijn
woning wil maken en dus een deel van het ter
rein open laat. Hjj wil alleen voorkomen, dat
er personen zouden zijn die eenige perceelen
koopen in het idee, dat de grond toch maar
drie of vier gulden kost, die men er altijd voor
krijgt, en zij het laten liggen tot ze er tegele-
genertijd meer van kunnen krijgen. Die heb
ben dan absoluut geen bouwplannen, maar
houden den grond onder zich, terwijl er wel-
licht anderen zijn, die wel zouden willen bou
wen, maar den grond niet meer kunnen krijgen.
De heer VAN DIXHOORN oppert toch het
bezwaar, dat iemand "eenige perceelen zou
koopen en van een deel voorloopig fabrieks-
terrein maken, met het doel later voor een of
meer kinderen, als ze tot huwelijk komen, er
een woning te bouwen, Dat zou men toch niet
kunnen beletten.
De heer KRUIJSSE wijst er op, dat dit ook
niet zijn bedoeling is. Indien een jaar ver-
streken is, zonder dat met bouwen is aange-
vangen, kan de raad nog altijd dispensatie
toestaan, men behoort ieder geval op zichzeif
te beschouwep. Men moet de menschen zoo
veel mogelijk ter wille zijn, maar speculates
beletten.
De VOORZITTER neemt voor Burgemeester
en Wethouders het denkbeeld van den heer
Kruijsse over en voegt daaraan ook toe, dat de
raad het later altijd nog wijzigen kan.
De heer DIELEMAN vraagt of iemand, die
dan 5 perceeltjes koopt, ook 5 jaar uitstel
krijgt.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend;
de termijn van een jaar geldt voor de gekochte
oppervlakte. De bedoeling is echter practisch
te werk gegaan. De geheele ondememing is op
touw gezet om de menschen aan bouwgrond
te helpen, maar men moet kunnen waken tegen
uitwassen.
De heer KRUIJSSE: Burgemeester en Wet
houders weten dan, dat zij den raad achter zich
hebben.
De heer't GILDE beveelt ook een reeele po-
litiek aan en wenscht ook mee te werken om te
waken tegen speculatie; hij brengt hulde aan
hetgeen Burgemeester en Wethouders voor dit
belang hebben gepresteerd.
Het voorstel onder b wordt aangenomen met
algemeene stemmen.
Eveneens wordt met algemeene stemmen
aangenomen het voorstel:
c. Van deze terreinen een gedeelte te be-
straten en rioleeren en wel in het verlengde
van de Julianastraat, uitkomende in de Sta-
tionstraat en een zijtak van de Julianastraat,
uitkomende op het eind van de Noordstraat.
Voor deze werken en bijkomende werken
wordt voorgesteld een bedrag van f 20.000 be
schikbaar te stellen en hiervoor een geldlee
ning aan te gaan tegen een rente van hoog-
stens 5 af te lossen in hoogstens 20 jaren.
10. Omvraag.
a. De heer KRUIJSSE herinnert, dat hem
destijds, bij het voorstel tot het dempen van
den brandpunt aan de Zeestraat werd verze-
kerd, dat de rioleering goed functionneerde,
hetgeen hij betwijfelde. Thans blijkt, dat al-
daar 2 syphons steeds vol water staan. Dat
bewijst dus, dat de rioleering niet in orde is.
Hij vermoedt, dat deze verstopt is en dat som-
mige buizen geheel weg zijn. Hij zou Burge
meester en Wethouders willen verzoeken, die
rioleering zoo spoedig mogelijk in goeden
staat te laten brengen.
De VOORZITTER zal dit laten onderzoeken,
en zoo noodig maatregelen nemen.
b. De heer WEIJNS vraagt, hoe het staat
met de electrificatie.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders naar aanleiding der
door den gemeenteraad genomen beslissing
hun ingenieur instructies hebben gegeven, om
zich in verbinding te stellen met de Provin
cials Electriciteitsmaatschappij, ten einde uit
voering te kunnen geven aan het genomen be-
sluit.
Daarop is echter van den directeur der P. Z.
E. M. een schrijven onvangen, waaruit blijkt,
dat deze zich door het besprokene in de raads-
zitting van 11 Maart 1.1. gepikeerd gevoelt,
en bezwaar maakt direct met onzen ingenieur
te onderhandelen.
Burgemeester en Wethouders hebben daarop
een hunner afgevaardigd naar commissarissen
van de P. Z. E. M., waarop een onderhoud is
gevolgd met den voorzitter van het college van
commissarissen, met het resultaat dat verzocht
is zoodra de notulen der vergadering- gereed
waren daarvan een exemplaar te zenden aan
commissarissen, die dan de kwestie zullen
behandelen.
De heer 't GILDE: Dus de zaak is op de
lange baan.
De VOORZITTER hoopt dat niet! Hij heeft
ook gisteren, ter gelegenheid van het bezoek
van den Commissaris der Koningin deze kwes
tie ter sprake gebracht, en deze heeft er hem
op gewezen, dat, indien er gevaar zou ontstaan,
dat de zaak op de lange baan zou geschoven
worden, het gemeentebestuur dan moet beden-
ken, dat er ook nog een college van Gedep.
Staten is, dat in deze ook nog een woord heeft
mee te spreken.
Hieruit kan dus blijken, dat Burgemeester
en Wethouders al het mogelijke doen, de zaak
te bespoedigen.
c. De heer 't GILDE wijst er op, dat on
langs te Ter Neuzen een natuurkundige film
is vertoond, die voor schoolkinderen ook op-
voedkundig was. Hij meent, dat het iets was
van de Zuidpool-expeditie, Van verschillende
gemeenten hebben daar kinderen tegen gerin
ge kosten van kunnen profiteeren. Van hier
was dat echter niet het geval. Naar hij hoor-
de, was er toch ook hier een circulaire ge
komen. Hij verzoekt hierover inlichtingen en
verklaart, dat hij in zulke gevallen graag zou
zieri, dat ook kinderen van deze gemeente er
van kunnen genieten.
De VOORZITTER verklaart, dat hij hierover
geen inlichtingen geven kan, aangezien hem
van eenige circulaire niets bekend is; hij heeft
Zoodanig schrijven niet ontvangen.
De heer 't GILDE verklaart dan onjuist te
zijn ingelicht.
d. De heer't GILDE deelt mede, dat bewo-
ners van den Ouden Weg klagen over onvol-
doende afwatering bij regenachtig weer, waar-
door aldaar een ongewenschte toestand ont
staat.
De VOORZITTER zegt toe, dit te zullen
laten onderzoeken.
onbewaakte overweg aan den Coegorspolder.
Dat is daar een dubbele lijn en daardoor erg
gevaarlijk. Als men naar de eene zijde kijkt,
of er geen trein aankomt, loopt men gevaar,
door een van de andere zijde komende over-
re den te worden. Hij begrijpt, dat de bewaking
vervallen is, in verband met bezuiniging, maar
zou men het oog op het gevaar voor het ge
woon verkeer wenschen, dat er toch iets ge-
daan werd, dat aan de spoorwegmaatschappij
niets kost, n.I. door aan de machinisten op-
dracht te geven, dat ze tegen den tijd dat ze
daar komen, met de stoomfluit te waarschu-
wen, zooals naar hij meent, nu reeds geschiedt
door de treinen die van de cokesfabriek komen
op het raccordement.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat er
geen bezwaar is, dit verzoek aan de spoorweg
maatschappij te doen. De directie, die steeds
blijk geeft, tegenover Axel welwillend te zijn,
zal naar hij vertrouwt ook in deze wel willen
tegemoet komen.
f. De VOORZITTER wenscht nog iets mee
te deelen. Zooals de leden zullen hebben be-
merkt, is voor de vloer der raadszaal een
nieuwe bedekking aangeschaft. Bij het opne-
men der oude bleek, dat dit versleten was. De
bedoeling was, een voorstel aan den raad te
doen, voor een nieuwe vloerbedekking. Nu
echter onverwacht het bericht kwam van het
bezoek van den Commissaris der Koningin
meenden Burgemeester en Wethouders niet
meer te kunnen, wachten en zijn tot aanschaf-
fing overgegaan. De kosten bedragen f 200.
Hiema wordt de vergadering door den
VOORZITTER door het uitspreken van het
dankgebed, gesloten.
Bieden.
Laten.
i
K
II