ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCK-VLAANDEREN. No. 7601. Vrijdag 2 Mei 1924. 64e Jaargang. Yi n u e n i ap, BUlTETnTpT" ill mm1 *>j m m DIENSTPLICHT. TJitspraak inzake vrijstelling Niet overwonnen, maar overwinnaar. t NIEMEIJER'S Wf. BfflliSTE Het pas igevierde Paaschfeest predikt onder meer ern lang niet in de laatste plaats, deze heerlijke en verheugende waarheid: dat in laatster i.nstantie het kwade niet overwint, maar dat het kwade op den duur overwonnen wordt door het goede. Paschen is het geloof, dat God Zijn Zoon, die ten einde toe Zijn wil deed, niet in den dood heefit geiaten, en dat Jezus werkelijk het Godsrijk heeft ontvangen als den loon op Zijnen istrijd", zooals een mooi gezangvers dat uitdrukt. Hij heeft volgelhouden, Hij heeft volhard ten einde toe, Hij is gehoor- zaam geweeat tot in den dood. God heeft Hij niet losgelaten, Hij is blijven vragen maar - en zich blijven onderwerpen aan Gods, wil, oak al was die wil onbegrijpelijk en al was die weg smadelijk en smartelijk. Men zou deze groote geloofswaarheid van het Christendom ook op deze wijze kunnen uitdrukken. Hij is van het kwade niet over wonnen, maar Hij, Jezus heeft het kwade overwonnen door het goede. Men zal goed doen dezen kant van de Paaschgesohiedenis nimmer geheel uit het oog te verliezen. Wij zeggen niet, dat het Paaschgebeuren op deze wijze begrijpelijk word, o neen, het zal altijid 'n groot, zelfs onbegrijpelijk groot feit blijven, maar de opstandiimg van Christus wordt. op deze wijze toch eenigszins „ethisch" gemotiveerd. En wie deze dingen zoo ziet, zal .daardoor ook in eigen zedelijk leven nieuwen moed krijgen, en tegelijk nieu- we levenakracht. Een groote, grootsche levenstaak wordt ons zoodoende aangewe- zen: wij hebben; het kwade niet slechts te bestrijden, maar wij kunnen er ook op reke- nen, dat wij resultaat kunnen hebben: het kwade kan, ja zal overwonnen worden door het goede. En het is zeker heerlijk, dit te mogen vasth ouden in een wereld, waarin op zoo vreeselijke en wreede wijze keer-op- keer de macht van het kwade zich open- baart, zelfs op zoo vreeselijke wijze, dat het zou kunnen worden verstaan, indien niet weinigen moedeloos werden. ,,Word van het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede". Merkwaardig, dat dit een woord is van Paulus, em nog wel uit den brief aan de Romeimen. Paulus is voor sommigen, die hem slechts heel oppervlakkig kennen, de dogmaticus, de man van de leer, en nog wel enkel en alleen van de leer. En er zijn niet weinigen, die reeds op het enkele hooren van het woordje Jeer" schichtig worden. Neen, daar moeten zij miets van hebben! Laten wij eerlijk en openhartig erkennen, dat in deze schuwheid wel rets begrij.pelijks ligt. Als het tenslotte alles leer, alles theo- rie, alles beschouwing wordt, gaan wij zoo voelen: daaronder lijdt het leven en de prak- tijk. Doch bij Paulus gaan theorie en prak- tijk, leer en leven, beschouwing en ervaring samen. Zij loopen bij hem parallel. Mis schien is er wel nooit een pnactischer mensch geweest dan de apostel Paulus een prediker en tentenmaker. En toch was hij ook theoreticus, en rrjan van beschou- wingen. Hoe heeft deze Paulus zich niet verdiept in de wegen Gods, niet alleen in zijn leven, maar ook in de geschiedenis van zijn volk en van andere volkeren. Hij heeft het ver- leden nagespeurd en ook getracht het ko- mende te doorvorschen; hij heeft zijn blik geslagen heel ver in het verleden en tot heel ver in de toekomst. En toch was hij een man van ervaring en zelfs van zeer diepe en rijke ervaring. Bij hem hield dat een dat ander im evenwicht. Hij is man van leer en man van leven. Leer en leven hielden bij hem elkaar in evenwicht; de leer werd be- wezen door het leven, en het leven werd ge- steund, geschraagd, geruggesteund door de leer. En in dien brief, die dogmatisoh en bespiegelend heeten moet bij uitnemendheid, schrijft nu deze zelfde wijsgeerige Paulus, dat ontzaglijk practische woord: ,,Word vian het kwade niet overwonnen, maar over- win het kwade door het goede". Hoe laten wij die vraag nu eerst eens even onder de oogen zien hoe kan een mensch door het kwade overwonnen wor den? Wij gelooven, dat er vooral drie manieren kuninen worden onderscheiden. De eerste is deze: Een mensch kan door het kwade overwonnen worden door het kwade te doen. Heel veel behoeft daarover niet te worden gezegd. Alleen zij er de aandacht op igevestigd, dat er heel wat kwaad is, dat door de groote massa der menschen niet meer als kwaad wordt gevoeld. Pau'lius spreekt bij voorbeeld van „onge- veinsde liefde". Hij weet, en wij mogen het ook wel eens wat meer bedenken: dat er zooveel geveinsde liefde is, in allerlei krin- gen. Of hij roept ons toe: een afkeer te hebben van het kwade. Hebben wij dat? Waarom 'laten wij zoo vaak dit of dat kwaad? Is het niet heel vaak alleen, omdat, w,ij straf vreezen? Is het werkelijk altijd, om dat wij van 't kwade 'n afkeer hebben? Of de apostel vermaant ons om geen kwaad te vergeldeni en ons niet te wreken. Daar blijft altijd het gevaar, dat wij het met het kwade niet zoo nauw nemen, vooral als het ons kwaad is. Wij sluimeren zoo licht in, krijgen een soort klasse kastejustitie, hebben alien zoo onze bepaalde fouten, waartegen wij strijden, en zondan, die wij heel ernstig opnemen; maar overigens laten wij het maar wat gaan en leven voort. Het leven der meeste menschen, ook der meeste Chrlstenen, lijkt al heel weinig op een over- winnaarsbestaan. Toch is er ook een tweede manier, waarop wij door het kwade overwonnen kunnen worden. Dat is vooral, als wij zoo'n levens- beschouwing zijn toegedaan, waarbij de scherpe kamtjes wat zijn afgeslgpen, en waarbij men het zoo heel nauw niet neemt. Dan wordt tegen excessen gewaarschuwd en gewaakt; dan wacht men zich om in 't openbaar en in 't groot zich aan deze of gene zonde schuldig te makein maar intus- schen zonldigt en valt men toch. Laten wij echter nooit uit het oog verliezen, dat wij ook dan d'oor het kwade overwonnen wor den. Hetzij wij het kwade trachten te ver- bloemen, hetzij wij onze eigen taxatie wat lager hebben gesteld, altijd is het smartelijk resultaat dit: dat wij door het kwade over wonnen worden. Em dan is er nog een derde mogelijkheid. Het kan namelijk ook voorkomen, dat wij het bestaan van het kwaad als iets zoo van- zelfsprekends of noodzakelijks gaan be- schauwen, dat wij ons bij de overwinming door het kwade behaald gemakkelijk meer- 1 egg en.. Dan wetem wij, dat de zonde een macht is, over het menschdom. Wij aoh- ten dan al die pogimgen om het kwade uit deze wereld weg te werken bij voorbaat met onvruchtbaarheid geslagen. Intusschen breidt het kwaad zich uit en richt steeds erger onheilien aan. Ook dit is een manier van overwonnen-worden door het kwade, die af'keuring verdient. Zeker, er is niemand in den heelen bijbel, die met zoo grooten nadruk dte algeheele verdorvenheid van. het menschelijk geslacht heeft geponeerd. Van hem is omder meer het woord: „Zij hebben alien gezondigd en derven de heerlijkheid Gods". En toch het is in dien zelfden brief, waarin Paulus dit haast wanhopige woord neerschreef over de algemeenheid van het kwade, dat hij ook deze vermaning tot ons alien richt om van het kwade niet overwonnen te worden, maar het kwade te overwimnen door het goede! Hoe kan een mensch n,u het kwade over- winnen? Er zijn misschien ook wel andere genees- methoden, die, ook al mogen zij dam niet baten, toch wel worden gepropageerd. Daar zijn menschen, diie hier een soort homoepatische geneesmethode schijnen te willen volgen, en die heel lijdelijk zeggen: Laat het kwade toch maar kalmpjes uit- werken Wij kunnen het kwade echter alleen maar werkelijk overwinnen door het goede, het echt en wezenlijk goede, te doen. Zoo noemt Paulus in het 12de hoofdlstuk van den brief aan de Romeinen: het liefhebben van el- kander, het mededee'lzaam zijn „tot de be- hoeften der heiligem", het spijzigen van den hongerige en. het drenken van den dorstige. Ik geloof, d!at bij dit alles vooral hier het geheim ligt, dat wij in die gevallen de vijamdschap bij onszelf overwinnen voordat wij trachten die bij den a.nder weg te krij gen. Wij moeten bij onszelf beginnen Wij beginnen meestal liever bij een ander. Die moet eersten dan zullen wij. En toch is dat verkeerd: eerst moeten wij het kwade overwinnen door het goede bij onszelf. En dan (in de tweede plaats) moeten wij willen overwinnen en dusvolhouden. Geven wij niet veel te spoedig op? Jezus sprak van een zeventigmaal zevenmaal ver- geven. Wie overwinnen wil, moet in het goede volharden. En dan willen overwinnen! Geen accoorden treffen met het kwaad. Niet het kwaad verbloemem, maar het wezenlijk goede doen met alle macht. Tenslotte: dan moeten wij weten wat goed is. En nu hebben wij, om dat te weten, Jezus C'nristus'ten alien tijde noodiig. Hij is voor ons een onvergankelijke waardemeter. Een, die niet krimpt en niet slinkt, en die ook nooit een antwoord schuldig blijft. Hier is nu iemand, die ons nooit verlegen laat staan. En in Zijn gfemeenschap weten wij wel, wat wij doen en wat wij. laten moeten. Daar zijn voor het christelijk, zedelijk leven geen regels, die altijd en voor ieder- een opgaan. Deze kunnen niet zoo maar (zonder meer) worden afgelezen. Het is veelal heel moeielijk om den goeden weg te weten. Maar wie im gemeenschap leeft met Jezus Christus, krijgt het noodige licht. Dit is een Heel persoonlijke zaak, waar ten slotte niemand anders iets mee te maken heeft. In Zijn leven zien wij, dat Hij won. Hij overwon het kwade dbor het goede. Misschien niet voor het uiterlijk. Jezus won voor het uiterlijk niet. Wie zijn leven van de buitenzij.de bezag, dacht misschien, dat hij een slachtoffer werd van zijm fegenstan- ders. Maar Zijn vrienden zagen amders en beter. Hij heeft gewomnen. Hij trad op Paschen als overwinnaar te voorschij.n. Hij heeft het kwade overwonnen door het goede, en im Zijn kracht en aan Hem vasthoudend, willen ook wij aanbimden of voortzetten dien strijld op leven en dood, of neen, zeggen wij liever: op dood en op leven. Want het leven heeft het gewonnen. In het einde zal het kwade, al het kwa^e overwonnen wor den door het goede. EERSTE KAMER. Vergadering van Donderdag. De algemeene besohouwingen over de staatsbegrooting worden voortge^et. Minister Colijn onderschrijft de m«ening van den president-dirccteur der Nedertand- sche Bank, dat de bank zich de bevoegdheid tot weigering van de finandierjng der staatsuitgaven voorbehouden moet, mede met het oog op eigen soliditeit. Een nood- uitkeering aan de geme^enten over 1923 kan niet gegeven worden. De motie-Wibaut wordt door spr. afgewezen. De minister becijfert, dat in 1926 op den gewonfan dienst 30 mil)lioen extra moetem worden gevonden voor dekking van rente en af- lossing van bedragen, die over 1924 en 1925 moeten worden geloend, en 300 en 350 millioen beloopen. Het tempo der bezuini- gingen kan dus niet snel, genojeg zijn. Voorts becijfert spr. de effectieve beziui- niging door invoering van een politieleger op 30 tot 35 millioen, dat is 20 millioen meer dan thans is verkregen. Het aChter- halen van finanqieele dcksertebrs is Z!eer moeilijk. De progressieve winstbelasting van de naamlooze vennootschappen is niet te aanvaarden wegens dubbele progressie. Een proportioneele winstbelasting in plaats van de dividend- en tantiem©belasting zpu felledhts 2 millioen meer oploveren. Een algemeene machtiging om beschermende maatregel.en te nernen zai de regeering niet vragen. De heer van Embden (v.-d.) handhaaft zijn motie. Verwerping daarvan beteekent, dat men zelfs ge©n onderzoek wil naar strategische strijdmiddelen en liever de oogen sluit voor de ontzettiende beteekenis van den chemischen krijg. DE BEVAAKBAARHEID VAN DE SCHELDE. Men meldt uit Brussel aan de „N. R. Crt.", dat vandaag te Antwerpen een af- gevaardigde van den Nederlandschen loods- dieust en de airecteur van den Belgischen loodsdienst zullen vergaderen om den diep- gang van de schepen vast te stellen, die de haven van Antwerpen zullen komen binneD loopen. Prierard, directeur-generaal aan het depar tement van marine, zal spoedig naar Vlis- singen gaan om aan de Nederlandsche loodsen te vragen, wanneer zij voor het eerst de verzandicg hebben bemerkt. De correspondent te Brussel van hetzelfde blad meldt, dat men zich te Antwerpen eveneens over den toestand van de Schelde, tusschen Antwerpen en de Belgisch Neder landsche grens, ongerust begint te maken. Zoo weet de ,yNeptune" te melden, dat vlak tegenover de stad op de plaats, waar de overzetbooten vroeger plaats hadden, een drempel van 21 /2 meter is ontstaan. In geval van defect door aanvaring of wegens een andere reden, zou de verbinding tusschen de beide Scheldeoevers gevaar loopen prac- tisch onmogelijk te worden In de vaargeul van Krankeloon wint de bank van Melsele gedurig veld. Nabij de bakens van Krankeloon bedraagt de diepte bij lage tij, enkel nog 49 decimeter. De breedte der vaargeul is van 200 meter tot 150 verminderd en de diepte, welke 8 meter moet bedragen, is op sommige plaatsen niet grooter meer dan 5 meter. Sedert 11 Maart bevindt het wrak van den lichter „Eben Harzo" zich in deze vaargeul zonder dat iets is gedaan om het te verwiideren. Te Austruweel en te Doel is de toestand niet veel gunstiger. In de vaargeul van Valkenisse bedraagt de diepte, bij lage tij, thans 6 meter, in die van Rilland 5 M. 50. Er wordt slechts met een enkelen baggermolen gewerkt. MUZ1EK IN DE GEVANGEN1S. Het Maandblad voor berechting en reclas seering van volwassenen en kinderen ver- neemt., dat er pogingen worden amgeweud om in een onzer gevangenissen een zangkoor van gevangenen te vormen. Dit is onder de bestaande bepalingen mogelijk omdat de oefeningen kunnen plaats vinden in het kerklokaal, waar de gevangenen in de houten hokjes van elkaar afgezonderd zijn en waar zij toch samen kunnen zingen. DE MONOCLE VERBODEN IN HET BEZETTE GEBIED, jjL'Oeuvre" maakt melding van een dienst order van een generaal aan de officieren van het bezettingsleger van het district Wiesbaden. Behalve dat daarbij het af nemen van de kepi verboden wordt bij het groeten van, of in gesprek met dames, wordt er ook het dragen van de monocle in verboden, dis, gelijk het in den dienst- order heet, volkomen paste bij de verwaand- heid en de stramheid van den Duitschen officier, maar den Franschen officier niet past. Het radicale blad noemt, het vreemd, dat de monocle in de bezette gebieden ver boden wordt, maar overal elders wordt toe- gelaten. TER NEUZEN, 2 Mei 1924. JAARDAG VAN PR1NSES JULIANA. De 15e jaardag van H.K.H. Prinses Ju liana werd aljiier herdadht door h©t uit- steken der vlaig van op©nbare en verschil- lende particuliere gebouwen. Ondanks hef ongunstige weer, maakte het muziekgezel- schap De vereenigdc werklieden een mu- zikale wandeljng door een aantal straten der stad, voorafgegaan en gevolgd door een groote menigte, waarbij de jeugd na- tuurlijk goed vertegenwoordigd was. Men kon den voorgenomen tocht nog juist voR brengen voor de r©gen in zware strahn begbn te valfen, die de belangsteflenden spoedig hui,swaarts dreef. HET VLAAMSE VOLKSTONEEL. Het bezoek dat jl. Woensdagavond ahn he't concert- en bioscoopgcbouw Zoelan- dia ten deei vi«l, ter gelegenheid van de opvoering van het blijspel H©t Eindexamen door het Vlaamse Volkstoneel, ondeT lei- ding van.Dr. De Gruyter, was niet zoo druk als we dat de laatste uitvo©ringen gewoon waren. Waar dez£ uitvoering volg- de na de Paaschdagen ©n het drukke 'be zoek bij de vertooning van Hij, Zij ©n Ham let, zal de minder© opkomst daaraan wel toe te schrijVen zijn. Ond©rtusschem viel de opvoering van dit vroolijk toone©lspel weder ten z©erste ta foven. De grappige tooneelen, waarto© de inhoud aanleiding gaf, deden het sp©i der dames De Gruy terPeuteman, Van d© Wiele en Aflard, en de ht©ren Staf Bruggen, Liev. de Gruy ter en M. Hoste, gedurig een gullen lach weerklinken ©n een spontaan appl,aus be loondc hen voor het sp©L Het seizioen in d©ze inrichting is daar- mede beeindigd, hopen wij, dat in het vol- gend seizoen w«der zulke aangenamc avon- den worden gebod©n. VERBOUWEN WOON- EN WINKEL- HUIS EN SMEDERIJ. Naar we vernem©n is het verbouwon van het woon- en winkelhuis met sme- derij aan de Havenstraat, voor d©n heer J. J. Verlinde alhier, opg©dragen aan de minste inschrijvers, zijnde de heeren: voor het le perceei P. W. en W. M. Nieuwe- link, 2e perce©l P. A. Leunis; 3e perceei I. Guequierre, 4© perceei A. L. v. Duijse. EEN AFSCHEID. Woensdagavond waren in de G©ref. Kerk aihier, een groot aantal b©langstellend©n waaronder vefe l©erlingen en oud-lperlin- gen, opgekomen om afsch©id te nemen van den heer J. J. van d©n Ouden,, onderwijzer aan de Chr. school in de Jozinastraat alhier. Nadat de heer Van d©n Ouden en gezin de voor hen gerCserveerde plaatsen hadden ingenomen, werd d© bije.enkomst geopend met het zingen van Ps. 90:1, voorlezing van Deut. 34 en geb©d. De voorzitter der V©re,eniging voor Chi'. Onderwijs, de hi©r J. J. de JagJer, wees in zijn toespraak er op, dat aan de ©ene zijde dit scheiden st©mt tot w-iemoed, doch aan de andere zijd© tot blijdschap oor d( weldaad van God ontvangen. 47 jaar hebt gij, meester Van d©n Ouden aidus spre- ker de Ter Neuzonsche jeugd mogen onderwijzen, bovenal van beteykenis om dat gij die jeugd hebt ond©rwezen in den weg der zaligheid. Spr©ker zou haast zeg gen: gij z'ijt in onze school gebor*'n, want, uitgezonderd e©nigen tijd voor mili- tieplichten, zijt gij vanaf uw 5de jaar, dus ongeveer 60 jar©n, in deze school geweest. De eeuwigh©id zal eerst uw vruchten open- bare n. Spreker memor©erde hiema de versdhil- lende tijdperk©n van strijd en smaad, die hit Chr. onderwijs heeft doorge.maakt en die dus ook den he©r Van den Ouden is ten deei gevallen. Het bestuur had gem©end dit afscheid te moeten mak©n tot een huldedag. Als blijk van waardeering overhandigd© sprok. r J:en slptte den h©ctr Van den Ouden een geschenk onder co.uv©rt. De heer Lankamp, ho'ofd d©r lngeire school, sprekende nam©ns het persoiieel en de l..©rlingen, wijst op de stille' beschei- den plaats, die de h©er Van den Ou.den gedurende bijna ©en haljve eeuw innam. Deze stille kracht bl©ek echter een groote kracht te zijn. Hij schetste d© zeer schoone, doch ook zeer moeilijk© taak van den chris- telijken onderwijzer. Spreker wees op de aangename verstandhouding tussch©n het personeel, d© leerlingeji en den heer Van den Ouden, wiens go©de voorbeeldeii noo- de zullen gemi'st worden. Dp leerlingen boden hierna hun scheid©ndep meester'bij monde van de jongejuffr. Adr. K©nse een prachtig rookstel aan, terwijl de h©er Lan kamp namens de collega's h©m twee fraaie schilderijen aanbood. tNGEZONDEIS MEDEDEELLNGEM. W//> n Ju bent het man, ik merk het direct I aan den heer/yken geur van De heer Heengema, hoofd der Mulp- school, zeide dat veelal de waarde van den mensch wordt afgemet©n naar diens rijk- dom en de waarde van ©en onderwijzer naar het aantal akten dat hij bezit. Di« is voljgens hem niet d© juiste schatting. Beets zegt: Niet menschen di© veel we|ten, Maar menschen die v©el kunnen Eischt het werk. De heer Van d©n Ouden was een man, die veel kon, di© werd benijd om zijn aparte gave Gods. Namens het Mulo-person©ei overhandig. de hij hem alls aandenk©n een vulpen. De heer P. van Stri©n Jr. voerde hierna het woord. Deze v©rtolkte op schoone wijze de gevoelens der oud-lye/lingen, die nu wellidht beter dan vroeger begrijpen wat de heer Van d©n Ouden voor hen Is ge weest, n.t. e©n man die ridhting aangaf. Wait zij toen weljidht vergatjen, willen Ze nu doen: hun meejster danken, in 't bijzonder wees d©ze op de schoone gave van het verteltlen van den heer Van den Ouden. Het gesch©nk dat zij h,e|m aan- boden, bleek niet min: een prachtig schrijf- bureau met toeb©hooren, waarbij een album met opdracht benev©ns de namen der sehenkers. Hierna sprak de Wieleerw. heer Ds. S. Groeneveld om namens den kerkaraad den heer Van d©n Ouden te danken voor den gewichtigen arb©i,d die hij 47 jaren heeft verricht. Ook d©ze spreker wees op de groote gave van h©t vertellen. Hij ver- zodht zijn gehoor zich even in t© denken den madhtigen invlped di,© dat vertellen heeft op de vorming van h©t Christel,ijk lpven. Hij wenscht© den heer Van den Ouden toe, dat hij de vrucht van zijn©n arbeid zal 'mogen aanschouwen in d©n grooten dag. Namens de afd. ,,Land van Axel" d©r Vereeniging van Chr. Onderwijs herdacht de heer Nob©te den heer Van den Ouden naar aanleiding van Ps. 119 33, welke psalm, naar hij meende, o©grepen is uit de gedachtensfe©r van den scheidende. Hij bood hem namens die afd. ©en boekenkast aan. Algnu verkreeg het woord de heer Koole om namens de ZondagsschooFver©. niging „Jachin'' zijn gevoef.'njs te vertolken. 43 jaren was de heer Van den Ouden aan de Zondagsschool werkzaam. Dat iemand om loon werkt zegt spr©k©r komt ve-ei voor; dat iemand werkt voor e©r, is even eens e©n veelvuldig voorkomend verschijn- sel, maar dat iemand werkt g©draven en kel door de liefd© tot God en het kind, is waardig in de geschiedboekun te worden gesc'hreven. Hij schqtste. den arbeid van den heer Van d©n Ouden aan de Zondags school,: nederig, niet g«zien door de groo ten der aarde; dCns groote; liefde °voor afdwalende en afg©dwaalde kinderen, ge- dragen door wederliefde dier kindeps °en hoogadhlting der ouders als weinigen. Hij wist het hart te treffen, te winnen en te behouden. Als blijvend aandenkqn bood hij hem een foitografi© van htu bestuur en mede\v©rkers en medewerksters der Zondagsschool aan, terwijl de kinde ren hun scheidend©n rmvisiter een prach- tigen bijbel ter hand st©lden. De heer J. C. Jans©n huldigde den heer Van den Ouden namens d©n Scholenbond Land van Axel, en herinn©rde aan de aan gename samenw©rking in het vereenigings- leven. Vriend Van d©n Ouden was waar e,n oprecht; goed Z©euvvsch, goed rond, een eigensohap die heden ten dage vaak gemist wordt. De Scholenbond schonk hem als aan- denken het prachtw©rk van Dr. A. Kuv- per: E Voto Dordraceno. Alsnu verkreeg d© heer Van den Ouden het woord om een woord van dank aan alien te richten. Hij z©ide zeer tegen de zen avond te hebben opgejen. Hij had gezlejten, geluisterd en was klein gewor- den. Veel lof was h©m toegezwaaid. Waar- voor? Voor iets wat hij als zijn pliqiit besdhouwde? Hij was zich bewust van veel tek-ortkomingen. Hij wilde eciter den lof aanvaarden, maar ze e©rbie;dig neer- ieggen aan de vo©ten van Hem, die hem heeft bekwaamd. Hij dankte vervofgens allien die dozen avond hot woord tot hem richt'ten, en verzochit dien dank te will©n overbrengen aan hunne resp. vereenigingen of inrich- Itingen. Ook dankt hij hartelijk voor de vele en piachtige geschenken. Met het zingen van Ps. 121:4 ©n dank- gebed werd d© bijeenkomsf gesloten. Velcn maakten nog yan d© gelegenheid gebmik om persoonlijk van den h©er Van den Ouden afscheid te nemen. VERPACHTInG staanplaatsen. Bij de door Burg, en Weth. gehouden verpachting van staanplaatsen bij de in i 1 '-'SB V KMZ De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter algemeene kennis, dat een uitspraak op aanvrage om vrijstelling van den dienstplicht, ter secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter inzage is gelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen TIEN 1JAGEN na den dag van deze bekendrnaking in beroep warden gekomen A. door den ingeschrevene wien de uitspraak geldt of door diens wettigen vertegenwoordiger B. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschreven personen of door diens wettigen vertegenwoordiger Het verzoekschrift moet met redenen omkleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, doch worden ingediend bij den burgemeester, ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending. Voor zooveel betreft uitspraken door Gedeputeerde Staten gedaan, kan bovendien de Commissaris der Koningin, binnen denzelfden termijn bij de Koningin in beroep komen. Ter Neuzen, den 1 Mei 1924. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1