ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCK-VLAANDEREN.
No. 7601.
Vrijdag 2 Mei 1924.
64e Jaargang.
Yi n u e n i ap,
BUlTETnTpT"
ill
mm1 *>j
m
m
DIENSTPLICHT.
TJitspraak inzake vrijstelling
Niet overwonnen,
maar overwinnaar.
t
NIEMEIJER'S
Wf.
BfflliSTE
Het pas igevierde Paaschfeest predikt
onder meer ern lang niet in de laatste plaats,
deze heerlijke en verheugende waarheid:
dat in laatster i.nstantie het kwade niet
overwint, maar dat het kwade op den duur
overwonnen wordt door het goede. Paschen
is het geloof, dat God Zijn Zoon, die ten
einde toe Zijn wil deed, niet in den dood
heefit geiaten, en dat Jezus werkelijk het
Godsrijk heeft ontvangen als den loon op
Zijnen istrijd", zooals een mooi gezangvers
dat uitdrukt. Hij heeft volgelhouden, Hij
heeft volhard ten einde toe, Hij is gehoor-
zaam geweeat tot in den dood. God heeft
Hij niet losgelaten, Hij is blijven vragen
maar - en zich blijven onderwerpen aan
Gods, wil, oak al was die wil onbegrijpelijk
en al was die weg smadelijk en smartelijk.
Men zou deze groote geloofswaarheid van
het Christendom ook op deze wijze kunnen
uitdrukken. Hij is van het kwade niet over
wonnen, maar Hij, Jezus heeft het kwade
overwonnen door het goede. Men zal goed
doen dezen kant van de Paaschgesohiedenis
nimmer geheel uit het oog te verliezen. Wij
zeggen niet, dat het Paaschgebeuren op
deze wijze begrijpelijk word, o neen, het zal
altijid 'n groot, zelfs onbegrijpelijk groot feit
blijven, maar de opstandiimg van Christus
wordt. op deze wijze toch eenigszins
„ethisch" gemotiveerd. En wie deze dingen
zoo ziet, zal .daardoor ook in eigen zedelijk
leven nieuwen moed krijgen, en tegelijk nieu-
we levenakracht. Een groote, grootsche
levenstaak wordt ons zoodoende aangewe-
zen: wij hebben; het kwade niet slechts te
bestrijden, maar wij kunnen er ook op reke-
nen, dat wij resultaat kunnen hebben: het
kwade kan, ja zal overwonnen worden door
het goede. En het is zeker heerlijk, dit te
mogen vasth ouden in een wereld, waarin
op zoo vreeselijke en wreede wijze keer-op-
keer de macht van het kwade zich open-
baart, zelfs op zoo vreeselijke wijze, dat het
zou kunnen worden verstaan, indien niet
weinigen moedeloos werden.
,,Word van het kwade niet overwonnen,
maar overwin het kwade door het goede".
Merkwaardig, dat dit een woord is van
Paulus, em nog wel uit den brief aan de
Romeimen. Paulus is voor sommigen, die
hem slechts heel oppervlakkig kennen, de
dogmaticus, de man van de leer, en nog wel
enkel en alleen van de leer. En er zijn niet
weinigen, die reeds op het enkele hooren
van het woordje Jeer" schichtig worden.
Neen, daar moeten zij miets van hebben!
Laten wij eerlijk en openhartig erkennen,
dat in deze schuwheid wel rets begrij.pelijks
ligt. Als het tenslotte alles leer, alles theo-
rie, alles beschouwing wordt, gaan wij zoo
voelen: daaronder lijdt het leven en de prak-
tijk. Doch bij Paulus gaan theorie en prak-
tijk, leer en leven, beschouwing en ervaring
samen. Zij loopen bij hem parallel. Mis
schien is er wel nooit een pnactischer
mensch geweest dan de apostel Paulus
een prediker en tentenmaker. En toch was
hij ook theoreticus, en rrjan van beschou-
wingen.
Hoe heeft deze Paulus zich niet verdiept
in de wegen Gods, niet alleen in zijn leven,
maar ook in de geschiedenis van zijn volk
en van andere volkeren. Hij heeft het ver-
leden nagespeurd en ook getracht het ko-
mende te doorvorschen; hij heeft zijn blik
geslagen heel ver in het verleden en tot heel
ver in de toekomst. En toch was hij een man
van ervaring en zelfs van zeer diepe en rijke
ervaring. Bij hem hield dat een dat ander
im evenwicht. Hij is man van leer en
man van leven. Leer en leven hielden bij
hem elkaar in evenwicht; de leer werd be-
wezen door het leven, en het leven werd ge-
steund, geschraagd, geruggesteund door de
leer. En in dien brief, die dogmatisoh en
bespiegelend heeten moet bij uitnemendheid,
schrijft nu deze zelfde wijsgeerige Paulus,
dat ontzaglijk practische woord: ,,Word
vian het kwade niet overwonnen, maar over-
win het kwade door het goede".
Hoe laten wij die vraag nu eerst eens
even onder de oogen zien hoe kan een
mensch door het kwade overwonnen wor
den?
Wij gelooven, dat er vooral drie manieren
kuninen worden onderscheiden. De eerste
is deze: Een mensch kan door het kwade
overwonnen worden door het kwade te
doen. Heel veel behoeft daarover niet te
worden gezegd. Alleen zij er de aandacht
op igevestigd, dat er heel wat kwaad is, dat
door de groote massa der menschen niet
meer als kwaad wordt gevoeld.
Pau'lius spreekt bij voorbeeld van „onge-
veinsde liefde". Hij weet, en wij mogen het
ook wel eens wat meer bedenken: dat er
zooveel geveinsde liefde is, in allerlei krin-
gen. Of hij roept ons toe: een afkeer te
hebben van het kwade. Hebben wij dat?
Waarom 'laten wij zoo vaak dit of dat
kwaad? Is het niet heel vaak alleen, omdat,
w,ij straf vreezen? Is het werkelijk altijd, om
dat wij van 't kwade 'n afkeer hebben? Of
de apostel vermaant ons om geen kwaad te
vergeldeni en ons niet te wreken. Daar
blijft altijd het gevaar, dat wij het met het
kwade niet zoo nauw nemen, vooral als het
ons kwaad is. Wij sluimeren zoo licht in,
krijgen een soort klasse kastejustitie,
hebben alien zoo onze bepaalde fouten,
waartegen wij strijden, en zondan, die wij
heel ernstig opnemen; maar overigens laten
wij het maar wat gaan en leven voort. Het
leven der meeste menschen, ook der meeste
Chrlstenen, lijkt al heel weinig op een over-
winnaarsbestaan.
Toch is er ook een tweede manier, waarop
wij door het kwade overwonnen kunnen
worden. Dat is vooral, als wij zoo'n levens-
beschouwing zijn toegedaan, waarbij de
scherpe kamtjes wat zijn afgeslgpen, en
waarbij men het zoo heel nauw niet neemt.
Dan wordt tegen excessen gewaarschuwd
en gewaakt; dan wacht men zich om in
't openbaar en in 't groot zich aan deze of
gene zonde schuldig te makein maar intus-
schen zonldigt en valt men toch. Laten wij
echter nooit uit het oog verliezen, dat wij
ook dan d'oor het kwade overwonnen wor
den. Hetzij wij het kwade trachten te ver-
bloemen, hetzij wij onze eigen taxatie wat
lager hebben gesteld, altijd is het smartelijk
resultaat dit: dat wij door het kwade over
wonnen worden.
Em dan is er nog een derde mogelijkheid.
Het kan namelijk ook voorkomen, dat wij
het bestaan van het kwaad als iets zoo van-
zelfsprekends of noodzakelijks gaan be-
schauwen, dat wij ons bij de overwinming
door het kwade behaald gemakkelijk meer-
1 egg en.. Dan wetem wij, dat de zonde een
macht is, over het menschdom. Wij aoh-
ten dan al die pogimgen om het kwade uit
deze wereld weg te werken bij voorbaat met
onvruchtbaarheid geslagen. Intusschen
breidt het kwaad zich uit en richt steeds
erger onheilien aan. Ook dit is een manier
van overwonnen-worden door het kwade,
die af'keuring verdient. Zeker, er is niemand
in den heelen bijbel, die met zoo grooten
nadruk dte algeheele verdorvenheid van. het
menschelijk geslacht heeft geponeerd. Van
hem is omder meer het woord: „Zij hebben
alien gezondigd en derven de heerlijkheid
Gods". En toch het is in dien zelfden
brief, waarin Paulus dit haast wanhopige
woord neerschreef over de algemeenheid
van het kwade, dat hij ook deze vermaning
tot ons alien richt om van het kwade niet
overwonnen te worden, maar het kwade te
overwimnen door het goede!
Hoe kan een mensch n,u het kwade over-
winnen?
Er zijn misschien ook wel andere genees-
methoden, die, ook al mogen zij dam niet
baten, toch wel worden gepropageerd.
Daar zijn menschen, diie hier een soort
homoepatische geneesmethode schijnen te
willen volgen, en die heel lijdelijk zeggen:
Laat het kwade toch maar kalmpjes uit-
werken
Wij kunnen het kwade echter alleen maar
werkelijk overwinnen door het goede, het
echt en wezenlijk goede, te doen. Zoo noemt
Paulus in het 12de hoofdlstuk van den brief
aan de Romeinen: het liefhebben van el-
kander, het mededee'lzaam zijn „tot de be-
hoeften der heiligem", het spijzigen van den
hongerige en. het drenken van den dorstige.
Ik geloof, d!at bij dit alles vooral hier het
geheim ligt, dat wij in die gevallen de
vijamdschap bij onszelf overwinnen voordat
wij trachten die bij den a.nder weg te krij
gen. Wij moeten bij onszelf beginnen Wij
beginnen meestal liever bij een ander. Die
moet eersten dan zullen wij. En toch
is dat verkeerd: eerst moeten wij het kwade
overwinnen door het goede bij onszelf.
En dan (in de tweede plaats) moeten wij
willen overwinnen en dusvolhouden.
Geven wij niet veel te spoedig op? Jezus
sprak van een zeventigmaal zevenmaal ver-
geven. Wie overwinnen wil, moet in het
goede volharden. En dan willen overwinnen!
Geen accoorden treffen met het kwaad. Niet
het kwaad verbloemem, maar het wezenlijk
goede doen met alle macht.
Tenslotte: dan moeten wij weten wat goed
is. En nu hebben wij, om dat te weten, Jezus
C'nristus'ten alien tijde noodiig. Hij is voor
ons een onvergankelijke waardemeter. Een,
die niet krimpt en niet slinkt, en die ook
nooit een antwoord schuldig blijft.
Hier is nu iemand, die ons nooit verlegen
laat staan. En in Zijn gfemeenschap weten
wij wel, wat wij doen en wat wij. laten
moeten.
Daar zijn voor het christelijk, zedelijk
leven geen regels, die altijd en voor ieder-
een opgaan. Deze kunnen niet zoo maar
(zonder meer) worden afgelezen. Het is
veelal heel moeielijk om den goeden weg
te weten. Maar wie im gemeenschap leeft
met Jezus Christus, krijgt het noodige licht.
Dit is een Heel persoonlijke zaak, waar ten
slotte niemand anders iets mee te maken
heeft. In Zijn leven zien wij, dat Hij won.
Hij overwon het kwade dbor het goede.
Misschien niet voor het uiterlijk. Jezus won
voor het uiterlijk niet. Wie zijn leven van
de buitenzij.de bezag, dacht misschien, dat
hij een slachtoffer werd van zijm fegenstan-
ders. Maar Zijn vrienden zagen amders en
beter. Hij heeft gewomnen. Hij trad op
Paschen als overwinnaar te voorschij.n. Hij
heeft het kwade overwonnen door het goede,
en im Zijn kracht en aan Hem vasthoudend,
willen ook wij aanbimden of voortzetten dien
strijld op leven en dood, of neen, zeggen
wij liever: op dood en op leven. Want het
leven heeft het gewonnen. In het einde zal
het kwade, al het kwa^e overwonnen wor
den door het goede.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
De algemeene besohouwingen over de
staatsbegrooting worden voortge^et.
Minister Colijn onderschrijft de m«ening
van den president-dirccteur der Nedertand-
sche Bank, dat de bank zich de bevoegdheid
tot weigering van de finandierjng der
staatsuitgaven voorbehouden moet, mede
met het oog op eigen soliditeit. Een nood-
uitkeering aan de geme^enten over 1923 kan
niet gegeven worden. De motie-Wibaut
wordt door spr. afgewezen. De minister
becijfert, dat in 1926 op den gewonfan
dienst 30 mil)lioen extra moetem worden
gevonden voor dekking van rente en af-
lossing van bedragen, die over 1924 en 1925
moeten worden geloend, en 300 en 350
millioen beloopen. Het tempo der bezuini-
gingen kan dus niet snel, genojeg zijn.
Voorts becijfert spr. de effectieve beziui-
niging door invoering van een politieleger
op 30 tot 35 millioen, dat is 20 millioen
meer dan thans is verkregen. Het aChter-
halen van finanqieele dcksertebrs is Z!eer
moeilijk. De progressieve winstbelasting
van de naamlooze vennootschappen is niet
te aanvaarden wegens dubbele progressie.
Een proportioneele winstbelasting in plaats
van de dividend- en tantiem©belasting zpu
felledhts 2 millioen meer oploveren. Een
algemeene machtiging om beschermende
maatregel.en te nernen zai de regeering
niet vragen.
De heer van Embden (v.-d.) handhaaft
zijn motie. Verwerping daarvan beteekent,
dat men zelfs ge©n onderzoek wil naar
strategische strijdmiddelen en liever de
oogen sluit voor de ontzettiende beteekenis
van den chemischen krijg.
DE BEVAAKBAARHEID VAN DE
SCHELDE.
Men meldt uit Brussel aan de „N. R.
Crt.", dat vandaag te Antwerpen een af-
gevaardigde van den Nederlandschen loods-
dieust en de airecteur van den Belgischen
loodsdienst zullen vergaderen om den diep-
gang van de schepen vast te stellen, die
de haven van Antwerpen zullen komen
binneD loopen.
Prierard, directeur-generaal aan het depar
tement van marine, zal spoedig naar Vlis-
singen gaan om aan de Nederlandsche
loodsen te vragen, wanneer zij voor het
eerst de verzandicg hebben bemerkt.
De correspondent te Brussel van hetzelfde
blad meldt, dat men zich te Antwerpen
eveneens over den toestand van de Schelde,
tusschen Antwerpen en de Belgisch Neder
landsche grens, ongerust begint te maken.
Zoo weet de ,yNeptune" te melden, dat vlak
tegenover de stad op de plaats, waar de
overzetbooten vroeger plaats hadden, een
drempel van 21 /2 meter is ontstaan. In
geval van defect door aanvaring of wegens
een andere reden, zou de verbinding tusschen
de beide Scheldeoevers gevaar loopen prac-
tisch onmogelijk te worden
In de vaargeul van Krankeloon wint de
bank van Melsele gedurig veld. Nabij de
bakens van Krankeloon bedraagt de diepte
bij lage tij, enkel nog 49 decimeter. De
breedte der vaargeul is van 200 meter tot
150 verminderd en de diepte, welke 8 meter
moet bedragen, is op sommige plaatsen
niet grooter meer dan 5 meter. Sedert
11 Maart bevindt het wrak van den lichter
„Eben Harzo" zich in deze vaargeul zonder
dat iets is gedaan om het te verwiideren.
Te Austruweel en te Doel is de toestand
niet veel gunstiger.
In de vaargeul van Valkenisse bedraagt
de diepte, bij lage tij, thans 6 meter, in
die van Rilland 5 M. 50. Er wordt slechts
met een enkelen baggermolen gewerkt.
MUZ1EK IN DE GEVANGEN1S.
Het Maandblad voor berechting en reclas
seering van volwassenen en kinderen ver-
neemt., dat er pogingen worden amgeweud
om in een onzer gevangenissen een zangkoor
van gevangenen te vormen. Dit is onder
de bestaande bepalingen mogelijk omdat
de oefeningen kunnen plaats vinden in het
kerklokaal, waar de gevangenen in de houten
hokjes van elkaar afgezonderd zijn en waar
zij toch samen kunnen zingen.
DE MONOCLE VERBODEN IN HET
BEZETTE GEBIED,
jjL'Oeuvre" maakt melding van een dienst
order van een generaal aan de officieren
van het bezettingsleger van het district
Wiesbaden. Behalve dat daarbij het af
nemen van de kepi verboden wordt bij het
groeten van, of in gesprek met dames,
wordt er ook het dragen van de monocle
in verboden, dis, gelijk het in den dienst-
order heet, volkomen paste bij de verwaand-
heid en de stramheid van den Duitschen
officier, maar den Franschen officier niet
past.
Het radicale blad noemt, het vreemd,
dat de monocle in de bezette gebieden ver
boden wordt, maar overal elders wordt toe-
gelaten.
TER NEUZEN, 2 Mei 1924.
JAARDAG VAN PR1NSES JULIANA.
De 15e jaardag van H.K.H. Prinses Ju
liana werd aljiier herdadht door h©t uit-
steken der vlaig van op©nbare en verschil-
lende particuliere gebouwen. Ondanks hef
ongunstige weer, maakte het muziekgezel-
schap De vereenigdc werklieden een mu-
zikale wandeljng door een aantal straten
der stad, voorafgegaan en gevolgd door
een groote menigte, waarbij de jeugd na-
tuurlijk goed vertegenwoordigd was. Men
kon den voorgenomen tocht nog juist voR
brengen voor de r©gen in zware strahn
begbn te valfen, die de belangsteflenden
spoedig hui,swaarts dreef.
HET VLAAMSE VOLKSTONEEL.
Het bezoek dat jl. Woensdagavond ahn
he't concert- en bioscoopgcbouw Zoelan-
dia ten deei vi«l, ter gelegenheid van de
opvoering van het blijspel H©t Eindexamen
door het Vlaamse Volkstoneel, ondeT lei-
ding van.Dr. De Gruyter, was niet zoo
druk als we dat de laatste uitvo©ringen
gewoon waren. Waar dez£ uitvoering volg-
de na de Paaschdagen ©n het drukke 'be
zoek bij de vertooning van Hij, Zij ©n Ham
let, zal de minder© opkomst daaraan wel
toe te schrijVen zijn. Ond©rtusschem viel
de opvoering van dit vroolijk toone©lspel
weder ten z©erste ta foven. De grappige
tooneelen, waarto© de inhoud aanleiding
gaf, deden het sp©i der dames De Gruy
terPeuteman, Van d© Wiele en Aflard,
en de ht©ren Staf Bruggen, Liev. de Gruy
ter en M. Hoste, gedurig een gullen lach
weerklinken ©n een spontaan appl,aus be
loondc hen voor het sp©L
Het seizioen in d©ze inrichting is daar-
mede beeindigd, hopen wij, dat in het vol-
gend seizoen w«der zulke aangenamc avon-
den worden gebod©n.
VERBOUWEN WOON- EN WINKEL-
HUIS EN SMEDERIJ.
Naar we vernem©n is het verbouwon
van het woon- en winkelhuis met sme-
derij aan de Havenstraat, voor d©n heer
J. J. Verlinde alhier, opg©dragen aan de
minste inschrijvers, zijnde de heeren: voor
het le perceei P. W. en W. M. Nieuwe-
link, 2e perce©l P. A. Leunis; 3e perceei
I. Guequierre, 4© perceei A. L. v. Duijse.
EEN AFSCHEID.
Woensdagavond waren in de G©ref. Kerk
aihier, een groot aantal b©langstellend©n
waaronder vefe l©erlingen en oud-lperlin-
gen, opgekomen om afsch©id te nemen van
den heer J. J. van d©n Ouden,, onderwijzer
aan de Chr. school in de Jozinastraat alhier.
Nadat de heer Van d©n Ouden en gezin
de voor hen gerCserveerde plaatsen hadden
ingenomen, werd d© bije.enkomst geopend
met het zingen van Ps. 90:1, voorlezing
van Deut. 34 en geb©d.
De voorzitter der V©re,eniging voor Chi'.
Onderwijs, de hi©r J. J. de JagJer, wees
in zijn toespraak er op, dat aan de ©ene
zijde dit scheiden st©mt tot w-iemoed, doch
aan de andere zijd© tot blijdschap oor d(
weldaad van God ontvangen. 47 jaar hebt
gij, meester Van d©n Ouden aidus spre-
ker de Ter Neuzonsche jeugd mogen
onderwijzen, bovenal van beteykenis om
dat gij die jeugd hebt ond©rwezen in den
weg der zaligheid. Spr©ker zou haast zeg
gen: gij z'ijt in onze school gebor*'n,
want, uitgezonderd e©nigen tijd voor mili-
tieplichten, zijt gij vanaf uw 5de jaar, dus
ongeveer 60 jar©n, in deze school geweest.
De eeuwigh©id zal eerst uw vruchten open-
bare n.
Spreker memor©erde hiema de versdhil-
lende tijdperk©n van strijd en smaad, die
hit Chr. onderwijs heeft doorge.maakt en
die dus ook den he©r Van den Ouden is
ten deei gevallen.
Het bestuur had gem©end dit afscheid
te moeten mak©n tot een huldedag. Als
blijk van waardeering overhandigd© sprok. r
J:en slptte den h©ctr Van den Ouden een
geschenk onder co.uv©rt.
De heer Lankamp, ho'ofd d©r lngeire
school, sprekende nam©ns het persoiieel
en de l..©rlingen, wijst op de stille' beschei-
den plaats, die de h©er Van den Ou.den
gedurende bijna ©en haljve eeuw innam.
Deze stille kracht bl©ek echter een groote
kracht te zijn. Hij schetste d© zeer schoone,
doch ook zeer moeilijk© taak van den chris-
telijken onderwijzer. Spreker wees op de
aangename verstandhouding tussch©n het
personeel, d© leerlingeji en den heer Van
den Ouden, wiens go©de voorbeeldeii noo-
de zullen gemi'st worden. Dp leerlingen
boden hierna hun scheid©ndep meester'bij
monde van de jongejuffr. Adr. K©nse een
prachtig rookstel aan, terwijl de h©er Lan
kamp namens de collega's h©m twee fraaie
schilderijen aanbood.
tNGEZONDEIS MEDEDEELLNGEM.
W//> n
Ju bent het man, ik merk het direct I
aan den heer/yken geur van
De heer Heengema, hoofd der Mulp-
school, zeide dat veelal de waarde van den
mensch wordt afgemet©n naar diens rijk-
dom en de waarde van ©en onderwijzer
naar het aantal akten dat hij bezit. Di«
is voljgens hem niet d© juiste schatting.
Beets zegt:
Niet menschen di© veel we|ten,
Maar menschen die v©el kunnen
Eischt het werk.
De heer Van d©n Ouden was een man,
die veel kon, di© werd benijd om zijn
aparte gave Gods.
Namens het Mulo-person©ei overhandig.
de hij hem alls aandenk©n een vulpen.
De heer P. van Stri©n Jr. voerde hierna
het woord. Deze v©rtolkte op schoone wijze
de gevoelens der oud-lye/lingen, die nu
wellidht beter dan vroeger begrijpen wat
de heer Van d©n Ouden voor hen Is ge
weest, n.t. e©n man die ridhting aangaf.
Wait zij toen weljidht vergatjen, willen
Ze nu doen: hun meejster danken, in 't
bijzonder wees d©ze op de schoone gave
van het verteltlen van den heer Van den
Ouden. Het gesch©nk dat zij h,e|m aan-
boden, bleek niet min: een prachtig schrijf-
bureau met toeb©hooren, waarbij een album
met opdracht benev©ns de namen der
sehenkers.
Hierna sprak de Wieleerw. heer Ds.
S. Groeneveld om namens den kerkaraad
den heer Van d©n Ouden te danken voor
den gewichtigen arb©i,d die hij 47 jaren
heeft verricht. Ook d©ze spreker wees op
de groote gave van h©t vertellen. Hij ver-
zodht zijn gehoor zich even in t© denken
den madhtigen invlped di,© dat vertellen
heeft op de vorming van h©t Christel,ijk
lpven. Hij wenscht© den heer Van den
Ouden toe, dat hij de vrucht van zijn©n
arbeid zal 'mogen aanschouwen in d©n
grooten dag.
Namens de afd. ,,Land van Axel" d©r
Vereeniging van Chr. Onderwijs herdacht
de heer Nob©te den heer Van den Ouden
naar aanleiding van Ps. 119 33, welke
psalm, naar hij meende, o©grepen is uit de
gedachtensfe©r van den scheidende. Hij
bood hem namens die afd. ©en boekenkast
aan.
Algnu verkreeg het woord de heer Koole
om namens de ZondagsschooFver©. niging
„Jachin'' zijn gevoef.'njs te vertolken. 43
jaren was de heer Van den Ouden aan de
Zondagsschool werkzaam. Dat iemand om
loon werkt zegt spr©k©r komt ve-ei
voor; dat iemand werkt voor e©r, is even
eens e©n veelvuldig voorkomend verschijn-
sel, maar dat iemand werkt g©draven en
kel door de liefd© tot God en het kind, is
waardig in de geschiedboekun te worden
gesc'hreven. Hij schqtste. den arbeid van
den heer Van d©n Ouden aan de Zondags
school,: nederig, niet g«zien door de groo
ten der aarde; dCns groote; liefde °voor
afdwalende en afg©dwaalde kinderen, ge-
dragen door wederliefde dier kindeps °en
hoogadhlting der ouders als weinigen. Hij
wist het hart te treffen, te winnen en te
behouden. Als blijvend aandenkqn bood
hij hem een foitografi© van htu bestuur
en mede\v©rkers en medewerksters der
Zondagsschool aan, terwijl de kinde
ren hun scheidend©n rmvisiter een prach-
tigen bijbel ter hand st©lden.
De heer J. C. Jans©n huldigde den heer
Van den Ouden namens d©n Scholenbond
Land van Axel, en herinn©rde aan de aan
gename samenw©rking in het vereenigings-
leven. Vriend Van d©n Ouden was waar
e,n oprecht; goed Z©euvvsch, goed rond,
een eigensohap die heden ten dage vaak
gemist wordt.
De Scholenbond schonk hem als aan-
denken het prachtw©rk van Dr. A. Kuv-
per: E Voto Dordraceno.
Alsnu verkreeg d© heer Van den Ouden
het woord om een woord van dank aan
alien te richten. Hij z©ide zeer tegen de
zen avond te hebben opgejen. Hij had
gezlejten, geluisterd en was klein gewor-
den. Veel lof was h©m toegezwaaid. Waar-
voor? Voor iets wat hij als zijn pliqiit
besdhouwde? Hij was zich bewust van
veel tek-ortkomingen. Hij wilde eciter den
lof aanvaarden, maar ze e©rbie;dig neer-
ieggen aan de vo©ten van Hem, die hem
heeft bekwaamd.
Hij dankte vervofgens allien die dozen
avond hot woord tot hem richt'ten, en
verzochit dien dank te will©n overbrengen
aan hunne resp. vereenigingen of inrich-
Itingen. Ook dankt hij hartelijk voor de
vele en piachtige geschenken.
Met het zingen van Ps. 121:4 ©n dank-
gebed werd d© bijeenkomsf gesloten.
Velcn maakten nog yan d© gelegenheid
gebmik om persoonlijk van den h©er Van
den Ouden afscheid te nemen.
VERPACHTInG staanplaatsen.
Bij de door Burg, en Weth. gehouden
verpachting van staanplaatsen bij de in
i 1 '-'SB
V
KMZ
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
algemeene kennis, dat een uitspraak op aanvrage
om vrijstelling van den dienstplicht, ter secretarie
dezer gemeente, voor een ieder ter inzage is gelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen TIEN 1JAGEN
na den dag van deze bekendrnaking in beroep warden
gekomen
A. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettigen vertegenwoordiger
B. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven personen
of door diens wettigen vertegenwoordiger
Het verzoekschrift moet met redenen omkleed zijn.
Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden
gericht aan de Koningin, doch worden ingediend bij
den burgemeester, ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending. Voor
zooveel betreft uitspraken door Gedeputeerde Staten
gedaan, kan bovendien de Commissaris der Koningin,
binnen denzelfden termijn bij de Koningin in beroep
komen.
Ter Neuzen, den 1 Mei 1924.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.