ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
a
7593
Vrijdag 11 April 1924
64e Jaargaug.
Uit tiet booge Men,
72ietboo&.i
6 I N N EN LA N0~
BUITENLAN D,
EJ MEOST1B I3Xij&.X3.
LXXli.
Uit jaar ureigt voor tie Neci. Henorrnde
Kerk een crisis ta ontstaan, die wv.mg min
der van beteekenis women kan uan ae wel-
bekeiwte doteantie van 1886, die de u.ttocnt
uer geieionneerden ten gevolge lieeit ge-
had. i hans gaat het rriet om de leer, zoo-
ais in i61 y in den strijd tusschen Calvinis-
me en, kemonstf^ntisme, en zooals in 1834,
toen hendrik de Cock de bewegirig der
„afgescheidenen" veroorzaakte, ot in 1886,
toen Dr. A. Kuyper zijn volgelingen aari-
voerde. Nu gaat het over het recht van het
geidelijk beheer, nl. over de vraag of de
kerkvoogden der afzonderlijke gemeenten
door net centraal bestuur (de synode)
kunnen vvorden gedwongen tot contrioutie-
afdracht. Alles wijst erop, dat het ditmaal
hard tegen hard gaan zai. Daarom zal ik
een korte historische i Maiding geven.
Wat is de oorsprong der goederen in het
bezit der Herv. Kerk'? Voor zooverre die
goederen van voor 1572 dateeren, nebben
zi] deel uitgemaakt van de bezittingen der
Katholieke kerk hier te lande, waren het
goederen in de doode hand", bestemd ,,ad
pios usus" d.i. tot een vroom doeleinde.
Het was geen „wereidlijk" maar geestelijk
goed, Gods eigendom. Want dit bereekent
de doode hand: het goed heeft geen per-
soonlij.k eigenaar nieer. Het land werd
door een rectitshandel-ing, die zcowel ge-
schiedde namens de wereldlijke en de gees-
telijke overheid „geniortificeerd (mors
dood), vormde dus een „stichtimg", waar-
van geen rnensch, doch God eigenaar was.
ledere stichting stond op zich zelf, want in
de stichtingsakte wordt een bepaald doel
aangewezen, en wel gewoonlijk van drieer-
lei aard: onderhoud van kerkgebouw, be-
zoldiging van pasfoor, bezoldiging van on-
dergeschikte geestelijken (kapelaan-,, kos-
ters, organisten). Dus elk dorp had zijn
kerkgebouw en pastorie benevens minstens
twee stichtingen (kerkland en pastorie-
land), maar dikwiils drie, vier of meer
stlclUingeii (prebendeland, kosterieland,
organistenland enz.), weike alle afzonder-
lijk werden beheerd.
Nu gaat het om de vraag: Zijn die stich
tingen lets zuiver plaatselijks, of vormden
zij gezamenlijk het bezit van de Katholieke
kerk (en ieder afzonderlijk het eigendom
van God). Op diie vraag wordt door ver-
schiillende rechtsgeleerden, o.a. prof, van
Apeldoorn te Amsterdam geantwoord: die
stichtingen zijn zuiver plaatselijk. Op deze
veronderstelling berust nd het verzet der
zoogenaamde protesteerende kerkvoogden,
die den strijd tegen de synode willen aan-
vaarden. Vermoedelijk zijn reeds meer dan
400 kerkvoogdijen in opstand, dus ongeveer
een kwart. Ener is alle kans, dat hun voor-
beeld meerdere navolging vinden zal.
De synode heeft namelijk een trakte-
mentsregeling voor de predikanten ontwor-
pen (/2500, benevens dienstjaren en kin-
dertoelagen). De Raad van Beheei heeft
een aanslag vastgesteld, die iedere gemeen-
te moet betalen en waaruit die trakte-
menten kunnen worden gevonden. Betaalt
een gemeente dien omslag niet, dan wordt
zij gestraft, zoodra zij vacant wordt, want
dan krijgt zij geen ,,handopenimg", d. w. z.
het verlof een beroep uit te brengen is dan
onmoigelijk gemaakt, omdat de goedkeu-
ring door het hooger bestuur (classicaal)
niet wordt verleend.
Nu laat ik alle bijvragen rusten (bijv.
de regeling billijk is, de omslag niet +c ho
enz.) Hoofdvraag is: heeft de synode
recht om van de gemeenten te eischen
bijdrage voor de algetneene regeling c
predikantstraktementen, weike bijdrege
door de kerkvoogdijen moet worden g
leverd? Nu zegt prof. v. A.: Neen, wai
die kerkvoogdijen beheeren een plaatselijkt-
stichting. Aangenomen, dat dit juist is. dan
is dit toch slechts ten deele juist, want dat
kan slechts gelden voor dat bezit, hetwelk
reeds voor 1572 aan die plaatselijkc kerk
behoorde. Immers het land, dat bijv. bij de
kerk te X. behoorde voor 1572 vormde een
stichting tot onderhoud van de kerk te X.
Nadat de reformatie tot stand was geko-
men, of zooals het heette de kerk gerefor-
meerci was, w<ud met goeakeuring van de
burgeriijke overheid het kerkgebouw be
stemd voor den gereformeerden eeredienst
en de inkomsten der stichting werden ge-
plaatst onder het bestuur van gereformeer-
de kerkvoogden om te dienen voor het on
derhoud van die kerk. A1 die gebouwen zijn
gedurende ruim twee eeuwen beschouwd
dorpseigendom te zijn, maar toen in 1795
de Bataafsche republiek is gesticht, besloot
men een staatsregeling te maken en daarbij
den toestand, dat die kerkgebouwen dorps
eigendom waren, te beeindigen.
De gebouwen zouden worden afgestaan
aan de kerkelijke gemeente, die ter plaatse
het grootste aantal leden had, terwijl de
kleinere gemeente van de grootere ge
meente een schadevergoeding kreeg. Zoo
werden dus overal de gebouwen aan de
toenmaals gereformeerde gemeente afge
staan. Na het herstel van ons land in 1813
werd Willem I honing en deze gaf aan de
gereformeerde kerken, die tot dusverre in
provinciale organisaties met een provin
ciale synode waren samen"evoe;,'ci
nieuwe nationale organisatie met een (na-
tionale) synode en provinciale kerkbestu-
ren, terwijl de naam werd verandcrd in
Nederlandsch Hervormd. De kerkgebouwen,
die ten gebruike waren afgestaan, zijn
thans eigendom geworden v/egens verja-
ring, gelijk een arrest van de ,!ooge Raad
heeft beslist.
De kerkvoogdijen hadden na 1572 net be
heer over de stichting der kerkgeederen
aanvaard, maar tevens kwam onder h m
beheer alles wat na 1572 het eigendom v^in
de gereformeerde kerk v rd, bijv. wat na
diicn tijd w^.u erk-regen door schenking
of legaat. Mem kan, dus niet zeggen, dat het
geheele kapitaal, dat de kerkvoogdij be-
heert, een plaatselijke stichting van goede
ren in de doode hand vormt, maar wel, dat
van diit kapitaal een gedeelte die stichting
vormt, n.l. dat deel hetwelk er reeds voor
1572 was. Maar aangezSen zoo goed als
geen enkele gemeente in het bezit is van een
compleet stel administratie-boeken sinds
1572, is het vrijwel ondoemlijk met zeker-
heid uit te maken, welk deel van het kapi
taal eerst na 1572 is verkregen. Wel kan
men bij een groot aantal gemeenten met al-
thans vrij groote zekerhsid aanwiizen, wei
ke stukken land voor 1572 reeds kerk eland
warm. Men> ziet hjeruit, dat de toestand
inderdaad hoogst ingev/ikkeld is.
De Raad van Beheer slaat voor den aan
slag niet de kerkvoogdij, d<Sch den kerke-
raad aan. Maar deze heeft geen geid, ten-
zij de kerkvoogdij dit bedrag besciiikbaar
stelt. De aanslag is zoo hoog, xiat trouwens
vele gemeenten het bedrag niet kunnen op-
brengen, zonder dat de gemeenteleden de
kas aanzienlijk versterken door jaarlijk-
sche contributies. Hier zou dus een ver-
plichte hoofdelijke i^mslag noodig worden.
Nu moet men zich niet faten misleiden door
het betrekkelijk groot bedrag, dat de Raad
van Beheer reeds heeft ontvangen. Want
dit bedirag is voor een zeer groot deel schijn.
linmers, wanneer een gemeente voor f 1200
aahgeslagen is, maar de prediikant moet
uit de kas /1500 wegens dienstjaren en
kinderen ontvangen, dart wordt met geslo-
ten beurs betaald. De Raad doet, alsof die
gemeente 1200 heeft betaald en dit bedrag
door den Raad ontvangen is en vervolgens
door hem aan den predikant weder is uitbe-
taald. He( gevolg van dit feit is een grove
onbillijkheid, want deze gemeente, die in
derdaad met betaalde, wordt geacht te heb-
ben betaald, en behoudt dus bij ontstane va-
cature het recht om te beroepen,- terwijl een
andere gemeente, die aangeslager, was voor
een hooger bedrag dan hetgeen de predikant
ontvangen moest aan toeiagen en die even-
min betaalde, geacht wordt wanbetaler te
zijn, dus straks bij vacaiure het verlof te
beroepen niet ontvangt. Het onjuiste van
deze houding blijkt hieruit: in het eerste
geval wordt aangenomen, dat de predikant
als gemeentelid de f 1200 betaald heeft aan
de kas der gemeente. Doch was dit indier-
daad zoo, dan moest hij door de beiasting-
inspectie worden aangeslag: - voor een in-
komen, dat f 1200 hooger is. Immers de
fiscus heeft er niets mee te maken, of die
predikant als gemeentelid ditzelfde bedrag
heeft weggeschonken.
Gemeenten, die niet betaald hebber, kun
nen niet beroepen, omdat het reglement
eischt, dat eerst „handopening" bij het mi-
nisterie van financien wordt gevraagd voor
het rijkstraktement, maar daarnaast be-
paalt, dat de kerkeraad niet zelf recht-
streeks aan den minister mag vragen, doch
door ntiddel van hetclassikaalbesituur. Maar
dit classicaal bestuur zendt geen enkele
aanvraag aan den minister door, wanneer
de aanslag aan den Raad van Beheer niet
betaald is. Blijft dus een gemeente tien
jaar lang weigerachtig en zij wordt dan
vacant, zoo moet eerst tienmaal de aanslag
wordiert betaald, anders krijgt zij geen pre-
iikant.
Maar nu komt rfof. van Apeldoorn met
een mieuw advies: Sinds verscheide:i tien-
allerr van jaren betaalt elke gemeente een
quotum", d. i. een jaarlijksch coniributie,
aarvan de geheele organisatie en admi-
nistratie van de kerk moet wordc bekos-
tigd (de synode, het atgemeen secretariaat
enz.). En nu is de professorate raad: be-
taal het quotum ook niet. Wanneer d,e
kerkvoogdijen weigeren dit te betalen, ont
vangt de centrale kas het noodige geld niet,
waaruit het geld gevonden worden moet om
de synode in staat te stellen te vergade'rer
Dit advies is imgeslagen en reeds tebhen
een paar honderd kerkvoogdijen een bijeen-
komst gehouden en besloten het quotum
niiet te betalen, maar ook om zich te wen-
dien tot den minister om te verkrijgen, dat
deze de noodige handopening geven zal
zonder tussehenkomst van het classicaal
bestuur. En het heeft er veel van, dat dit
laatste zal gebeuren. Want de minister
heeft volkomen geliik, als hij aan de synode
zou toevoegen: „Wilt gij, dat het classicaal
optreedlt als brievenbestell&r, dan eisell ik
van u, dat deze besteller brieven aan mij ge-
richt of door mij aan de gemeenten gericht,
doorzenden zal."
Kan de synode dulden, dat de kerkvoog
dijen weigeren het quotum te betalen? Maar
welk tniddel tot verweer heeft zij? Er is
feitelijk slechts een middel: de weigerach-
tige kerkvoogdijen ontzetten uit het lid-
maatschap van de kerk. Maar dat helpt nog
niet, omdat zij hen niet uit het ambt van
kenkvoogd kan ontzetten. Want het is niet
weftelijk vereischt, dat men om kerkvoogd
te kunnen zijn, lid van de kerk is. En de
synode kan daaromtrent geen nieuwe wets-
bepaling maken, omdiat dit betreft een zaak
waarover het Algemeen College van Toe-
zicht on het Beheer te beslissen heeft, ter-
wiil er een aantal gemeenten zoogenaamr'
„vrij beheer" hebben, d. w. z. aan niemands
toezicht ondervvornen zijn. De eerslkor.icn-
de maanden zullen ons iecen, in weike j
richtiing de strijd tusschen ^/node en kerk-
voogdiien zich o'ntwlkkelei! gaat.
T. g. T. j
EERSTE KAMeR.
Vergader'ng van Ddnderdag.
Voortgeziet wordi de behandeling van
de Indische beg rooting.
De heer Verkoutemn cnh.) wil Indie
autocratirch r geeren en qcht heff onten
plicht Indie te verdedigen.
Minister De Graaff vefdeiigt daarop zijn
belejd, vooropstelllend dat gedurende ae
bezuiniging an opbouw geen sprake kan
zijn. Het sluitend maken van de begroo-
ting is een levenskwestie voor Indie. De
toeneming van de bevolkittg is onrustba-
rend. IndustrialisatT is d.iarom noodig.
De klacht van den heer V,,n Kol over cor-
ruptie heeft de instemmin; van den mi
nister. Er kan niet strerig genoeg hiertcgen
vvorden opgeireden. i
De minister zegt, dat men fen opzichte
van de kwestie van Nieuvv Guinea gerast
kan zijn. Zonder den minister kan geen
beslissing worden genome::. Hij weerle.gt
vele beweringen van den heer Cramer,
dien hij niet op de hoogte noemt van de
Indische toestanden. De kwestie van de
poena'.e sanctie is bij de Twtede Kamer
aanhangig. De Westersche bestuursinstel-
lingcn kum.en niet zonder rmer naar het
Oosten worden overgeplant, De Indische
beweging wordt door de [ciders in verkeer-
de barren geleid.
TWEEDE KAMeR.
Vergadering van Donderdag.
Aan de orde is de afdecling handel en
nijverheid van de begrooting van Arbeid.
De heer Fleskens (r.k.) wenscht meer
invoerbeiemmerendc bepalingen en subsi
dies of kasvoorschotten voor zwakke in
dustrial.
De heer Staalman (v.b.) bestrijdt dit.
De heer Duijs (s.d.) bepl'it het aanknoo-
pen van hande.sbetrekkingcn met Rusland.
Minister Aalberse kan geen verdere be-
schermende maatregelen beloven, aange-
zien jqik geval afzonderlijk moet worden
bezien. Overwogen wordt verlenging van
de maatregelen betreffende den invoer van
schoenen. Een handelscontract met Rus
land is cen zaak van marchandeeren, zoo-
dat aandrang van de Kamer ongewenscht
is. Bij de afdeeling volksgezondheid vraagt
de heer Smecnk (a.r.) een gezamnlijke ex-
ploitatierekening van verschillende, door
woningbouwvereenigingen gebouwde wo-
ningcomplexen.
Mevrouw D« VriesBruins (s.d.) dient
een door de 7 vrouwelijke Kamerleden on-
derteekende motie in, waarin het terugne-
men van fcezuinigingen op kinderhygiene
wordt gevraagd. He heer Bakker (c.h.) be-
pleit opnieuw het samensmehen van de
vkeschkeuringsdiensten. De heer Sjtaal-
man (v.b.) wenscht herziening van de
Drank wet en aanpassiug daarvan aan de
praktijk.
Na de pauz« wordt de motie-Duijs tot
invoering van ©an ZiekteNv-t, los van de
algemeene herziening van de sociale ver-
Zekering_ verworpen met 60 tegen 12
stemmen.
Vervolgens wordt met 7 Sietnm n tegen
aangenomen het voorstel tot tijdelijke af-
wijking van artikei 20, eerste en tweede
lid, der Invaliditeitswet.
De "heer Rutgers van Rozenburg (c.h.)
bepiejt verhooging van de rijksbij irage
voor de aanvulling van de om erwacht
groote tekorten an de woningbouwvereeni
gingen.
De heer Boon (v.b.) vraagt opneming
van krankzinnigenverpleging onder het de-
partcn.e.it van arbeid, handel en nijverheid.
De heer Scheur r (a.r.) wil den gezond-
heidsraad afschaffen en de gezbndiieids-
commissies fcelangrijk inkrimpen.
Da, heer De Groot (v.b.) bepieit uit-
breiding van de subsidies voor den bouw
van aikomwomngen ei anderc woning-
typen.
De h©er Schaper (s.d.) vraagt handha-
ving van steun voor woningbouw aan ge
meenten en bouwvereenigingen.
Mevrouw Bakker-Nort (v.d.) is voor-
standster van verpiicht gene^skundig onder-
zoek voor het huwelijk. Zij bepleit het
uitdeeien van een vlugschrilltje door den
ambtenaar van den burgeriijken stand.
De heer Colijn (a.r.) wenscht vcrgocding
van de veiliezen van woningbouwvereeini-
gen door het rijk.
De heer Sunng (r.k.) wil Drankwether-
ziening. aithans sencrper eontrole op de
uitvoering van de drankwet.
DE VAART OP DE SCHELDE
De redacteur van »de iVJaasbode" te
Antwerpen schrijft d d. 8 dezer
Het feit dat ambtenaren van het Neder
landsch loodswezen zoo vlug en flink zijn
opgetreden om bij Bath een nieuwe vaar
geul op de Schelde af te bakenen, ter
vervaneing van den pas, weike door hdt
zinken van de »Sierra Grande" #gekurkt"
was, heeft in geheel Antwerpen en in het
bij zonder in seheepvaartkringen groote vol-
doening gebracft.
Die tevredenheid uit zich ook in de pers,
weike nog enkele dagen geleden de Neder-
'andsche regeering allerlei minder mooie
bepo dingen t eschreef. maar thans vol lof
.- over de activiteit va de Nederlanders.
De Neptune" doet een hevigen uitval
tegen de ambtenaren van het Belgisch
ministerie van marine, die kalmpjes hun
/week-end" en Zondag vierden, terwijl de
Hollanders werkten voor de belangen van
Antwerpm.
Het blad schrpftZondagmorgen heel
in de vroegte was de inspecteur van het
Nederlandsch loodswezen, die ter plaatse
was om te peilen, en na gedane zaken naar
den oever voer, waar een automobiel hem
wachtte, weike hem met groote snelheid
naar het telegraafkantoor te Hansweert
braeht om aan de Nederlandsche loodsen
mee te deelen, dat hij een vaarwater van
25 voet voor hen had afgetoerd,
Ons ministerie van marine heeft zi h
zelf niet eens gehaast om van deze Neder
landsche vinding te proliteeren.
De Belgische loodsen. wier schepen meer
dan 17 voet diepgang hadden, bleven volgens
order van Zaterdag te Austruweel voor anker.
Eerst toen zij zagen dat de Nederlandsche
loodsen met hun schepen vertrokken en
aankwamen, vermoedden zjj, dat er iets ge-
beurd was.
Pas Alaandagmorgen te half tien kreeg
de havenmeester van de Royerssluis bericht
ook schepen van grooter diepgang daD 17
voet uit te laten, maar de Belgische loodsen
te Vlissingen en de haven-kapitein waren
tot Maandagavond zonder eeuig officieel be
richt van het Belgisch ministerie van marine.
De Brusselsche „Standaard" zegt
Interessant is het wel, vast te stellen, dat
onder de handteekening van den heer Van-
dersljjen, bestuurder der //Neptune" in het
numr^h" van Zondag 1.1. o.m. wordt gezegd
„We hebben destijds ongeljjk gehad met
de Hollandsche regeering eenige nalatigheid
of fout aan te wrijven." Die eerlijke be-
kentenis komt van pas en wordt gestaafd
door feiten, weike nader bewjjzen, dat de
Hollandsche regeering geenszins haren steun
weigert zooals we reeds gist.eren hebben
uiteengezet, Ze liet verder toe, dat er
's nachts in N. derlands h vaarwater door de
Belgen werd gcbaggerd, op voorwaarde
na'uurlijk, dat men bleef buiten de lijn der
lichten.
Ze liet toe, dat het uitgebaggerde sljjk
op Nederlandschen bodem werd gestort om
de Belgen tijd en moeite te besparen.
De Antwerpsche correspondent van //de
Tel." meldt
Schepen met een diepgang van 22 voet
varen ongehinderd bet wrak voor' ij. Maar
het schjjnt nu toch, dat we voor eenigen
tijd zullen moeten afzien van het bezoek
der colossen van de Red Star. Totgisteren
kon men gelooven dat de Belgenland" die
uit New-York voor Antwerpen vertrokken
is, hier den 24sten terug zou vertrekken,
Thans komt de tjjding, dat de maat-
schappij aan den kapitein last heeft gezonden,
zijn passagiers en zjjn koopwaren voor
Antwerpen te ontschepen te Cherbourg.
De 300 passagiers, die voor onze haven
aan boord zjjn. zullen met een specialen
trein naar hier worden overgefracht
Zelfs de teduidend kleinere Lapland"
zou voorloopisj uit de vaart op Antwerpen
w.orden genomen Maar bet ergste is dat
de maatschappjj zelfs haar vraehtboot //Mon-
tauk" niet meer naar hier lieeft durven
laten komen.
Inderdaad ontvingen gisteren de ont-
vangers van de lading dezer boot te Ant
werpen bericht, dat de „Montauk" naar
Rotterdam zou gezonden worden, waar de
lading zal worden ontscheept, krachtens
het recht dat het cognossement de maat-
schappij geeft
Vandaag zou de Minister van openbare
werken. baron Ruzette. de plaats van het
onheil bezoeken. Door de bevoegde diensten
zouden krachtige maatregelen worden ge-
nonien.
DE POSTCHEQUE- EN GIRO-DIEN ST.
D,or den heer Van der Waerden zijn aan j
de Ministers van Financien en van Water-
staat de volgende vragen gesteld
1 Is het den Ministers bekend, dat de
directeur-secretaris der Nederlandsche Bank,
Mr. G. H. M. Delprat, aan de commissie tot
onderzoe k van den postcheque- en girodienst
geweigerd heeft inlichtingen te verstrek-
ken ter zake'van de aan hem toegeschreven
uiting de „0 W. ers, de kruideniers en de
ambtenaren voor de post en de rest voor
ons", en van wat zjj verder voor haar
onderzoek behoefde En dat deze weige
ring geschiedde /,na overleg met de overige
leden der direct.ie van de Nederlandsche
Bank
2. Zoo jaweike waren dan de motieveu
van deze geoctrooieerde instell ng om aan
de cnderzoekcommissie inlichtingen te wei
geren
HET TEKORT OVER '23.
In een interview met het Hand, heeft de
Minister van Financien o. a. meegedeeld i
dat het tekort over 1923 (in de milhoenen-
nota op 59 millioen geschat) ongeveer 20
millioen kleiner is dan aanvankelijk werd
geraamd
INGEZONDEN MEDEPEEV.FNGFN
krljqen Irek
aan een
DE TOESTAND.
Den 14en Januari heeft de commissie van
deskundtgen uit geallieerde en geassocieer-
de landen, onder voorziitting van dan iimeri-
kaan Dawes, tot onderzoek van. Duitsch-
land's betaalkracnt in verband met de scha
devergoeding enz. hare eerste vergadering
gehouden en Woensdag is te Rarijs haar
versjag openbaar gemaakt. Voor het vol-
brengen van haar veelomvattendc taak
heeft zij dus schrijft de N. R. Crt. ruim
twaalf weken gebruikt. De commissie heeft
rusteloos gewerkt en vermoedelijk had zij
wel eerder gereed kunnen zijn, want Dawes
had in het begin van het onderzoek metter-
daad een termijn ntogelijk genoeind, die vele
weken 'korter was. De fictie was, dat de
deskundigen zich geheel zelfstandig een
oordeel zouden vormen, zonder eenige rug-
gespraak met regeeringen. Uit hetgeen er
in den laatsten tijd hier en daar uitlekte,
moest men echter aannemen, dat dit niet
meer dan een fictie was. Aan de buiten-
wereld is dit o.a. gebleken, uit het feit, dat
de Engelsche deskundigen op een gegeven
oogenblik een kort bezoek te Louden heb
ben gebracht en daarbij, hoewel juist toen
nog eens voor de leus nadruk is gelegd op
de zelfstandigheid der deskundigen, in aan-
raking zijn geweest met de voornaaimte be-
windslieden. Poincare heeft verder in het
parlement onlangs gezinspeeldi op de gun-
stige vooruitzichten die zich binnenkort in
het sc'nadevergoedingsvraagstuk zouden
openen. Ook hij moet dus op de hoogte ge
houden zijn van of gekend zijn in de be-
raadslagingen en de beslissingen.
De commissie had zich aan het aanvanke
lijk plan om angstvallig elk contact met
officieele menschen te vermijden kunnen
houden, maar dan zou haar rapport als iets
geheel nieuws en onbekends uit de lueht zijn
komen vallen en had er een langdurig over-
leg in de commissie van herstel en in den
kring der geallieerden moeten volgen, waar
in hare conclusies ten slotte deerlijk verhak-
stukt zouden zijn. Daar alien liet er echter
over eens waren, dat het er om te doen
moest zijn, het vraagstuk van de schade
vergoeding zoo spoedig ntogelijk tot een
oplossing te brengen, is vermoedelijk tevens
veel voorbereidend werk verricht, om er zich
van te verzekeren, dat de aanbevefingen van
de commissie als een basis voor het berei-
kan van overeenstemming aanvaard zonder.
worden. Ook de herhaalde conferences met
Dr. Schacht, den president van de Duitsche
Rij-ksbank, en andere gezaghebbende Duit-
schers, hebben er waarschijnlijk toe bijge-
dragen, dat een rapport samengesteld is,
dat die schuldenaars niet ten eenenmale af-
schrikt. Zoo beschouwd, beteekent het rap
port een belangrijke schrede in de richting
van een werkelijke oplossing. Reeds Don
derdag hebben wij voor het overige d_ mee-
ning uitgesproken, dat het rapport, waarin
denkbeelden van allerlei herkomst verwerkt
zijn, het karakter van een compromis ver-
toonde. Daarmee is stellig alvast hereikt,
dr.t van Duitsche zijde dadelijk erkend is,
dat het verslag meegevallen is (wat het
m? sen van b&denkingen niet uitsluit) en het
ook van Fransche kant vols'trekt niet on-
gurastig ontvangen is (wat eventnin kritiek
op onderdeelen uitsluit).
Het zou ondoenlijk zijn een uitgebreid
stuk als het rapport der deskundigen van
Dawes binnen het korte bestek, dat hier tot
onze beschikking staat, ook maar in. zijn
voornaamste onderdeelen te behsndelsn. Op
enkele zeer belangrijke punten die rt echter
dadelijk de aandacht gevestigd te worden.
Wat het uittrekse! van de Matin had doen
voorzien, is thans door den tck? van het
rapport bevestigd: de kern van het heele
verslag is, dat er naar de msening van de
deskundigen. niets van Difitschland verlangd
kan worden, zoo lang de fiscale en oecono-
mische eenheid van het rijk niet hersteld is.
Hun aambevelingen zijn gebaseerd op de
onderstelling, dat die eenheid her;
vrij van eontrole, behalve een zoodanige als
door de deskundigen voorzien is.
Zoo lang Frankrtjk en Belgie hun
met de militaire bezetting begonnen
oeconomischen greep op het Roer-
gebied niet 1 si '.ten, is Duitschlar naar
hun oordieel niet tot eenige praestatie vol
gens het schema gehouden. Dit is eer groo
te moreele overwinning voor het Duitsche
standpunt en achteraf een rechtvaardiging
van Duitschland's besluit, om toen die be
zetting haar beslag had gekregen, alle be-
talingen voor het herstel te stakem. De be
teekenis van deze moreele overwinning is
vcor Duitschland nog grooter, omdat Fran
sche deskundigen deze opvatting van de
commissie mede onderschreven hebben.
Voor het overige vallen nog deze punten
naar voren te bren^ren. Er wordt slechts in
beperkten omvang en voor eenmaal een