fNGEZONDEN MEDEDEELlNGfe.s
Voor alien die aukkeien
met moeilijken en onregelmatigen stoelgang
zijn Mvjmhardt's Laxeertabletten onmisbaar.
Zij werken vlug en radicaal en veroorzaken
met de minste kramp. Doos 60 ct. Bij apoth.
en drogisten.
Mijnhardt's Laxeertabletten zijn verkrijg-
baar bij J. R. Platteeuw, Noordstraat 59.
De aanrander pakte het meisje, dat hevig
gilde, als om liaar te worg®n bi) do
keel en trachtte onzedelijke handdingen te
plegen. Op het gegil was de landbouvver
A. toegeschoten, waarna de aanrander over
slooten en weiden verdween. Het deerlijk
gekwetste meisje word door toegeschoten
hulp naar haar woning gelei'd, waar zij
zich onder geneeskundige behandeling'
heeft gesteld.
Haar portemonnaie, inhoudende enkele
guldens, 11 ek haar oniroofd.
De politic heeft alls verdacht van deze
aanranding aangehouden, zekeren H. uit
Ede, die sinds kort uit de gevangenis ont-
slagen, dien middag omptreeks dien tijd
uit Barnweld is komen fietsen en door
het meisje bij confrontatic, pertinent als
de dader w«rd aangewezen.
DE HOEDENMODE IN HEX JAAR 2000
De scheppers der mode vergenoegen zich
er allengs niet meer nude, hun vernuft
uitsluitend dienstbaar te maken aan het
ontwerpen van snoezige modelletjes voor
de omniddellijke toekomst, doch zij bege-
ven zich nu en dan ook op het gebi<ed
van de verre, toekomst. Op het jongste
Bal de la Mode te Parijs, bewogen zich
heftallage wezentjes met hoedjes op, wet-
ke volgens de ontwerpers vermoedelijk in
het jaar 2000 zullen worden gedragen. Men
kan zich voorstellen, welje een opziejn
deze toekomstfeeen wekten. Immers, vol
gens deze modeprofeton zullen de dames
over 76 jaar voor onze oogen al bijzonder
vreeinde inodellen dragen en de draagsters
van deze hoeden op het Bal de la Mode
konden zich derhalve in de algemeene be-
langstelling verheugen.
Er zijn hier en daar reeds vaak stem-
men opgegaan tegen het dooden van vo-
gels ter willk van hun mooien vederdos.
Maar als de ontwerpers der inodellen voor
het jaar 2000 juist hebben gezien, zal de
dierenbescherming in dat jaar, hetwelk een
nieuwe eeuw inluidt, volop werk hebben.
Doch behalve de garneering trokkeln de
modellen ook de aandacht wegens de ex-
centrieke vormen. Er waren er bij, die den
vorm hadden van kerkklokken, champagne-
flesschen en parasols. Andere hoeden weer
waren voorzien van miniatuur-apparaten
voor draadlooze telefonie of tefegrafie.
Voorts was er een hoed bij, welke tegelij-
kertijd als sigarettenkoker diende, terwijl
een der mannequins venschoen met een
modelletje, waaruit zij een poederdoosjo
met poeder te voorschijn haalde.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
Vergadering van Donderdag 21 Februari 1924,
des naniiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden; J. J. de Jager, D.
van Aken, D. Scheele, P. van Cadsand, L. J.
Geelhoedt, C. A. Verlinde, H. J. Colsen, N. A.
Hamelink, L. J. van Driel, B. N. van Dijke
en J. van Riet; later ook de heer E. B. G. de
Meijer.
Afwezig de heer R. G. E. Nolson.
(5. Slot.)
19. Beleenen rentegevende stukken bij de
Nederiaiidsche Bank.
Burgemeester en vvethouder3, gezien het
raadsbesiuit van 15 November 1923, goedge-
kourd door gedeputeerde staten dezer provin
ce den 18 Januari 1924, n-o. 44, le afdeeiing
tot het aan gaan van eene ieening van f 85.000^
Overwegemle, dat de Nederiaiidsche Bank
dit bedrag aan de gemeente wenscht te leenen,
tegen eene rente van 5% per jaar;
"dat die bank daarvoor echter een war rborg
verzoekt;
dat die waarborg kan verstrekt worden door
het beleenen van rentegevende obligation, wel
ke de gemeente wenscht aan te koopen (zie het
raadsbesiuit van 21 Februari 1924, punt 18)
gelet op artikel 194c der gemeentewet;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders,
b e s 1 u i t
te beleenen gedurende 'n tijdvak van 85 jaar,
bij de Nederlandsche Bank rentegevende obli
gation, tot een maximum bedrag van j 50.000.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
20. Benoeming leden commissies van toe-
zicht op het lager onderwijs.
Wegens periodieke aftreding van den heer
L. A. E. le Mat wordt over gegaan tot het be-
noemen van een lid der commissie van toe-
zicht op het lager onderwijs in de kom. Met
den aftredende wordt ter benoeming aan-be-
volen de heer P. Lankamp.
De heer Le Mat wordt herbenoemd met 10
gtemmen; 3 stemmen zijn uitgebracht op den
heer Lankamp.
Vervolgens wordt benoemd een lid der com
missie voor Sluiskil -Driewegen, wegens aftre
ding van den heer J. Risseeuw. Aangezien
deze in dien kring de eenige onderwijzer eener
openbare school is, kon geen tweede candidaat
tor benoeming worden aanbevolen.
De heer Risseeuw wordt herbenoemd met
algemeene stemmen.
21. Verleenen van eervol ontslag aan J.
J. Bak.
Overeenkomstig het van haar ingekomen
verzoek, stellen burgemeester en wetliouders
voor met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag
to verleenen als onderwijzeres te Sluiskil aan
mej. J. J. Bak, die dit gevraagd heeft wegens
hare benoeming te Kloetinge.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
22. Verzoek van Chr. Besturenbond in zake
bestrijding van werkeloosheid onder de
bouwvakarbeiders.
Ingekomen is een adres van den Chr. Be
sturenbond, die daarin te kennen geeft:
dat er in deze gemeente veel werkeloosheid
heerscht onder de bouwvakarbeiders, welke
voor velen tengevolge heeft, algeheele uitput-
ting en diepe armoede;
dat de raad ten vorigen jare besloten heeft
deze werkeloozen niet als crisis-werkeloozen te
beschouwen, wat ten deele kon worden toege-
stemd, wijl er toen plaats was voor de meaning
dat de werkeloosheid destijds een gevolg was
van de staking;
dat de bouwvakarbeiders door den raad wer-
den verwezen naar het burgerlijk armbestuur
door welk lichaam steun werd verleend;
dat deze toestand tot op heden wordt besten-
digd en dat lichaam is aangewezen tot hulp,
wat zeker niet gelukkig is voor hen die steun
behoeven, aocn ook met voor ae gescie van net
uurgenijK armoesttiur;
uat ue beta agon -aoor het burgerlijk armbe
stuur uxtgeiteei'd met voidoende zgn om van
te leven en de verschuidigue huishuur te be-
talen
dat wij echter zeer erkentelijk zijn voor den
steun, doch hulp door werk te verscnai'len ver-
dient verre de voorkeur boven het verleenen
van steun;
redeneli waarom zij den raad verzoeken:
a. de burgerij op te wekken thans reeus zoo-
veel mogelijk hunne jaarlijksche onder-
houdswerken te laten verrichten, met het
oog op de bouwvakarbeiders;
b. indien mogelyk van gemeentewege werk
to verschaffen, of althans mede te werken
tot bevordering van huizenbouw en daar-
door in de werkeloosheid te voorzien;
c. de uitkeeringen aan de werkelooze bouw
vakarbeiders te doen gesehieden door den
directeur van de arbeidsbeurs geiijk in an
dere gemeenten geschiedt en de bedragen
te brengen op het peil van de havenarbei-
ders in deze gemeente.
Burgemeester en wethouders geven naar
aanleiding van dit adres te kennen, dat er
hunnerzijds geen bezwaar bestaat de uitkee-
ring te doen plaats hebben door middel van de
arbeidsbeurs, doch moeten adviseeren de thans
uitgekeerde steun beweging onveranderd te
laten-.
De heer SCHEELE kan het voorstel van
burgemeester en wethouders steunen, waar ze
voorstellem het steunbedrag onveranderd te
laten, maar stem! er niet mee in, om de uit-
keering te doen plaats hebben door den direc
teur der arbeidsbeurs. Hjj ziet hierin weer
een middel te meer, om de arbeidsbeurs een
vaste positie te doen verwerven, terwijl spre-
ker van meening is, dat die hier best gemist
kan worden. Overigens ziet hij ook niet in,
waarom die uitkeering niet over het armbe
stuur zou gaan. Het is misschien aangenamer
om het van de arbeidsbeurs to ontvangen,
maar spreker meent dat het meer bij het arm
bestuur behoort en had verwacht, dat burge
meester en wethouders dit ook zoo maar zou
hebben gelaten.
De heer VAN DRIEL is juist van een andere
meening en verheugt zich over de veranderde
houding van burgemeester en wethouders, al
spjjt bet hem, dat ze nog niet verder gegaan
zijn en ook de gevraagde wijziging in de uit
keering voorstellen. Het betreft hier goed ge-
organiseerde arbeiders, die zich tegen werk-
loosheid verzekeren en daardoor recht hebben
op 42 dagen uitkeering. Zij betalen daarvoor
een premie, welke contributie zij moeten be
talen van betgeen zij aan steunuitkeering
krijgen. Deze hebben in den tijd van hoog-
conjuctuur weinig uitkeering noodig gehad.
De heer DE MEIJER verlaat de vergade
ring.
De heer VAN DRIEL betoogt verder, dat,
indien die vakmenschen niet georganiseerd
waren geweest, men met f 1000 voor onder-
steuning aan hun werkloozen niet zou zijn toe-
gekomen. Zij hebben dus aan de gemeenschap
door hun organiseeren udtgavein gespaard, ter
wijl zij thans, nu er uitgetrokken werkloozen
zijn, worden achtergesteld bij ongeorganlseer-
de bootwerkers. Hij zou het beter achten, dat
evenals bij de transportarbeiders, de steun-
uitkeering ging over de vakvereeniging, onder
controle van de arbeidsbeurs. Dan is ue con-
trole secuur en dan zou zich b.v. niet kunnen
voordoen wat thans bij de uitkeering over het
armbestuur is voorgekomen, dat eeui werk-
looze zich een honderd gulden meer heef'c laten
uitkeeren dan waarop hij aanspraak had, door
verdien-ston van werk te verzwijgen. Bij de
controle door de vakvereeniging komt men al-
les beter to weten-i omdat dan de loor.boekjes
worden overgelegd en bij de transportarbeiders
is het bijna niet mogelijk een half uur werk te
smokkeJen, omdat men de inlichtingen van
verschillende zijden heeft.
Hij stelt voor, aan de uitgetrokken vakar-
beiders hetzelfde bedrag uit te keeren als aan
de transportarbeiders, en dit over hun ver-
eeniging en de arbeidsibeurs te laten loopen.
Dan is er geen leans voor fraude. De bedra
gen die ze nu ontvangen zijn te laag, al zijn
ze hoogev dan het armbestuur gewoon is uit
te keeren. De verhcoging zal ook niet an zoo
grooten invloed zijn op het totaal bedrag. Er
waren eenige weken 8 werkloozen en hij ge-
looft, dat er nu maar een meer is.
Voor de grootste gezinnen zal het verschil
in de uitkeering maar 1,40 bedragen, daar
dit voor gezinnen met meer dan 2 kinderen
11,40 wordt en ze nu van het armbestuur
f 10 krijgen.
Wordt dit aangenomen dan zal een fout,
zooals die welke aan het licht is gekomen, niet
meer kunnen plaats hebben.
De VOORZITTER bevestigt de med.deelin-
gen van den heer Van Driel. De heer Scheele
staat op een ander standpunt en spreker
meent, dat dit voortspruit uit onbekendheid
met de regeling, doch niet uit cynisme. Een
groot percentage menschen betalen een hooge
contributie, om zich in tijden van werkloos-
heid 'n uitkeering te verzekeren. Het geldt hier
echter uitgetrokkenen. Het college van burge
meester en wethouders is ook van meening, dat
die menschen feitelijk niet thuis behooren bij
het armbestuur. Indien men de uitkeeringen,
evenals bij de transportarbeiders, laat loopen
over de vakvereeniging, onder controle van de
arbeidsbeurs is dat de meest goede inanier.
Ze krijgen nu f 10, dan wordt het 11,40.
De heeii. SCHEELE vraagt of niet kan ge-
zegd worden, hoe groot het verschil zou ge
weest zijn indien de vorige maand volgens
deze regeling was uitgekeerd.
De VOORZITTER kan dit niet zeggen maai
meent, dat het zeer gering zou geweest zijn,
aangezien het aantal werklooze bouwvakarbei
ders niet groot is geweest. Deze week zijn ze
door bemiddeling van de arbeidsbeurs lie ge-
plaatst te Vlissingen, waar een bouwwerk
wordt uitgevoerd, en wederkeerig zijn hier 10
Mi-ddelburgers aan werk geholpen. Dat is het
vcordeel van de arbeidsbeurs.
Spreker kan voorts nog mededeelen dat het
bestuur der woningbouwvereeniging reeds
plannen maakt om schilderwerk aan de ver
schillende woningen aan te besteden, zoodat
dazrmede,. reeds spoedig zal kunnen worden
begounen.
De heer HAMELINK meent, dat toch de bil-
lijkheidl alleen vordert, dat zulke werkiieden,
die regelmatig georganiseerd zijn, niet achter
gesteld moetexi worden bij ongeorganlseerde
transportarbeiders.
De heer VAN DRIEL deelt mede, dat vol
gens de door hem voorgestelde regeling de
vorige week f6 meer zou uitgekeerd zijn.
Het voorstel van den heer Van Driel wordt
aaiigenomen met algemeene stemmen, waar-
door het vcorstel van burgemeester en wet-
■houders vervalt.
23. Wijziging algemeene politieverordening.
Burgemeester en wethouders deelen aan den
raad mede, dat gedeputeerde staten van Zee-
land bij schrijven van 17 Februari jl., no. 7,
3e afdeeiing, enkele opmerkingen maken aan-
gaan-de de bij raadsbesiuit van 6 Augustus
1923 opnieuw vastgestelde politieverordening.
In bedoekl schrijven wordt gezegd:
„In art. 26 oud werd de burgemeester aan-
„gewezen als de autoriteit, die te beoordeelen
„heeft of de openbare orde of zedeiijkheid
„wordt aangetast, dan wel het openbaa'- gezag
.wordt ondermijnd. Deze toevoeging ontbreekt
„in het nieuwe artikel 27. Uit den aard der
„zaak is de rechter steeds to" oordeeien ge-
„roepen wanneer de zaaK bij hem wordt aan-
„geuracht; maar dit neemt niet. weg, dat het
„gewenscht is in de bepaling zeif ae autori-
„teit te noemen, te wiens beoordeelmg een en
„ander in de eerste piaats staat; dit zai dan
„wel de burgemeester zijn. Iviet het oog hier-
,/op komt oris de toevoeging in het nieuw arti
kel 27 alsnog raaazaam voor. Voorts verdient
„het naar ons oordeel aanbeveiing in art. 57
„tusschen de woorden „zonder stuurbewegmg"
„en „in de bebouwde kommen" alsnog te voe-
„gen „op den openbaren weg''.
Wjj zyn het met eens met gedeputee' de sta
ten, dat in art. 27 moeten vermeid worden de
woorden: „de beoordeeiing daarvan berust bij
den burgemeester". Volgens deze redaclie zou
de burgemeester de autoriteit zijn die te be-
slissen heeft of eein publicatie in strijd is met
openbare orde of waarin het openbaar gezag
wordt aangetast en van die meening zou het
dus afhangen of de politie proces-veroaal zal
opmaken.
Burgemeester en wethouders meenen, dat de
vraag of de politie proces-verbaal zal opmaken
alleen te harer beoordeeiing staat en flat als-
dan de rechter zal oordeeien.
Dat in de praktijk de politie vaak de mee
ning van den burgemeester zal vragen, daar
van zijn zij overtuigd, doch dit moet laarom
niet geregeld worden in de politieverordening.
Toch stellen zij voor aan het verzoek \an ge
deputeerde staten to voldoen, om eindeiijk de
kwestie van de politieverordening afgehandeld
te krjjgen.
Tegeljjk zouden zij dan ook willen beschikt
zien op het verzoek dd. 22 Aug. jl. (vermeid
op bladz. 2 en 3 der rjptulen van 30 Aug. 1923)
van W. Loof Pzn. en 1'3 andere voerlieden, in-
zake wijziging van art. 57 der politieverorde
ning. De door verzoekers aangevoerdc motie-
ven lijlcen hen, wat ledige wagens betreft juist.
In verband met vorenstaande stellen zij voor
in de op 6 Aug. 1923 opnieuw vastgestelde po
litieverordening, de volgende wijzigingen aan
te brengen:
1. aan art. 27 toe te voegen een nieuw lid
van den volgenden inhoud: „de beoordee
iing daarvan berust bjj den burgemees
ter."
2. in art. 57 in den eersten regel t.usschen
de woorden „een" en „voertuig" in te las-
schen „beladen".
3. in art. 57 tusschen de woorden ,.zonder
stuurbeweging" en „in de bebouwds kom
men" alsnog te voegen „op den openbaren
weg".
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
24. Wijziging gemeentebegrooting, dienst
1923.
Burgemeester en wethouders stellen voor, de
gemeentebegrooting voor 1923 te wij zigen ais
volgt:
onder de inkomsten te vermeerderen ae vol
gende posten:
gedeelte van het voordeelig saldo der exploi-
tatie van de 6 noodwoningen 68,95; geldlee-
ning in den vorm van rijksvoorschotten ten
belioeve van den bouw van 22 arbeider.,wonin
gen f 437,14; totale vermeerdering der in
komsten f 596,09.
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten:
veteringskosten voor vergaderingen fl09,
aandeel der gemeente in de kwade posten op
de gemeentelijke inkomstenbelasting overeen
komstig art. 243h der gemeentewet 4534,25;
kleedinig en wapening f 157,45; wachtgebouwen
en bureaux, brandwaarborg, bureaubehoeften,
licht en brandstaffen 523,29; verdere kosten
der politie f 111,44; kosten der straatverlich-
ting f 1425,89; keuuing van levensmiddelen en
slachtvee f 14,10; onderhoud van openbare ge-
bouwen, torens, klokken, uur- en speelwerken
f 110,renten tegen 6% per jaar van een
kapitaal, oorspronkelijk groot f 5000,opge-
nomen in 1920, per resto groot 4300,—
32,09M>renten tegen 6% per jaar van een
kapitaal, oorspronkelijk groot f 2600,opge-
nomien in 1920, per resto groot f 2080,
f 14,78V2renten tegen 7 per jaar van een
kapitaal groot /2300,opgenomen in 1921,
per reisto groot /1800,56,871/2renten
tegen 7 per jaar van een kapitaal, oo'-spron-
kelijk groot f 2100,opgenomen in 1921, per
resto groot f 1700,— f 56,871/2; renten tegen
6% per jaar van een kapitaal groot
1600,opgenomen in 1922 59,85%; rente
tegen 6 °/c per jaar van een kapitaal groot
2600,opgenomen in 1923 f 39,aan-
koop van booxnen in de Kerkhoflaan fl 19,18;
gedingen en rechtskundig onderzoek f 4,85;
voorschot aan de woningbouwvereeniging
Sluiskil" te Ter Neuzen voor het bouwen van
22 arbeiderswoningen in het belong der volks-
huisvesting f 437,14; aan het rijk veischuldig-
de voordeelige saldi der exploitatie van de 6
noodwoningen over 1922 f 620,53; kosten val-
lende op het onderzoek van afvalwater der
cokesfabriek te Sluiskil 15,totale ver
meerdering der uitgaven f 9217,69;
onder de uitgaven te verminderen de vol
gende posten:
reinigings- en beerruimingsdienst f 2000,
kosten van watervoorziening /510; totale ver-
mlndering der uitgaven f 8711,60.
De heer HAMELINK maakt aanmerking
op den post der ontvangsten „saldo op de ex
ploitatie der noodwoningen". Hij meent, dat
er aanleiding zou zijn om de huren der nood
woningen te herzien, daar de loonen dalen en
het toch niet noodig is, dat de gemeente winst
maakt op die woningen. Hij weet we!, dat de
gemeente die niet zelf exploiteert, maar bur
gemeester en wethouders kuninen daaiop toch
invloed uitoefenen.
De heer VAN RIET merkt op, dat de wo
ningbouwvereeniging die exploiteert cor de
gemeente.
De VOORZITTER deelt mede, dat in ver
band met een verzoek van een hew oner al
eens de vraag is gericht tot den Minister van
Arbeid die echter te kennen gaf, dat nog- niet
tot vermindering kon worden overgegaan.
Hongende de behandeling van dat verzoek was
integendeel een vraag gekomen van den Minis
ter om opgaven betreffende de inkomens der
huurders, teneinde na te gaan of de huren niet
behoorden te worden verhoogd.
Burgemeester en wethouders kunnen daa'rop
echter wel eens terugkomen.
De heer SCHEELE vraagt inlichtingen om-
trent de verhooging van den post wegens kos
ten der straatverlichting met 1425,80, dat is
geen kleinigheid. Hoe komt dat, is er zooveel
stroom verbruikt Gaame zou hij hierover in-
gebcht worden.
De heer HAMELINK wilde hetzelfde vra-
Sen-
Da VOORZITTER herinnert, dat destyds
bij de behandeling der begrooting voor 1923
door burgemeester en wethouders is toege-
zegd, dat ze zouden probeeren met f 5000 toe
te komen, maar dat was dan voor de geh'eele
gemeente. Daaraan zat vast, dat dan moest ge-
traciht worden de straatverlichting voor de kom
te doen voor /4000, en werden om te begin-
nen al de lampen veranderd in lampen van 32
kaarslichtsterkte, terwijl enkele nachtlampen
werden omgezet in avondlampen. Nu moet men
in aanmerking nemen, dat er gedurende het
afgeloopen jaar weer enkele lampen bij geko
men zijn, en dat de uitkomst heeft geleerd,
dat de straatverlichting met een verbmik van
f 000 aan strcom niet te exploiteeren is. Door
den heer Hamelink is ook gevraagd, of 1-
lichte maan de lampen niet kunnen worden
gedoofd, maar dat is ook moeilijk te rcgelen
aangezien het niet zelden voorkomt, dat het
in den vooravond licht is, maar dat het later
donker wordt, en ook het omgekeerde zich
voordoet. De eenige verklaring die spreker
kan geven is, dat gebleken is, dat het voorge
stelde doel niet is kunnen bereikt woi-den.
De heer HAMELINK wijst er op, dat hij
niet voldaan is aan de toezegging, dat de
straatverlichting zuiniger zou worden uitge
voerd. De vraag is gesteld, of gedurende de
zomermaanden de lantaarns niet konden ge
doofd blijven. Er werd overweging toege-
zegd, doch die maatregel is niet uitgevoerd.
De maatregelen die ter besparing genomen
zouden worden, zijn niet toereikend gebleken,
die zijn niet doorgevoerd zooals het behoort.
Het komt spreker voor, dat een overschrijding
van de raming met 30 dus met meer dan
een vierde, van dien aard is, dat burgemeester
en wethouders daarvan reeds op de hoogte
hadden moeten zijn bij de behandeling der be-
grootinig voor 1924, toen spreker daarmar ge-
informeerd had.
Spreker schrijft deze uitkomst toe aan den
verkeerden maatregel van burgemeester en
wethouders, dat ze tie regeling van het ont-
steken en uitdoen der lantaarns overlaten aan
den administrateur der centrale. Hij heeft er
eertijds reeds op gewezen dat het niet aangaat
zoo'n belangryke regeling te stellen in handen
van den administrateur. En naar zijn meening
had die administrateur burgemeester en wet
houders ook behooren te waarsohuwen, toen
het toegestame bedrag van 4000 was ver
bruikt, dat hadden burgemeester en wethou
ders in ieder geval in November al behooren
te wetem.
Er z(jn wel enkele lampen bijgekomen, doch
naar sprekers meening kunnen ei nog wel en
kele worden gemist. In een rechte straat als
de Donze-Visserslraat kunnen er wel eenige
worden gemist, die staat steeds in voile glorie.
xn een straat met veel kronkelingen is dat wat
anders. Op de Markt kuimen er ook nog wel
gemist worden, en op nog andere plaatsen. We
leven in een tijd van bezuinigen. Spreker wijst
op de Van Steenbergenlaan een lange ,'traat,
waar er maar 3 staan, en men toch geen klach-
ten hoort, dat het er te donker is. Hij is van
oordeel, dat burgemeester en wethouders hun
voile aandacht moeten wijden aan het tijdstip
waarop de lampen moeten brand^n ze moeten
dat niet aan een ander over laten; ze moeten
het zelf zeggen en niet een ander laten be-
palen.
Hij acht het ook niet billijk, dat de gemeente
de stroom moet beta'ien als de lampen niet op
tijd gedoofd worden door het niet uitvallen
van de uurwerk-schakelaars overdag branden.
Het gaat niet op, voor de daardoor meer ver-
bruikte stroom, de gemeente te laten op-
draaien.
Spreker wijst er op, dat het in strijd is met
het belang der gemeente, de regeling van het
ontsteken over te laten aan den administra
teur der centrale, aangezien deze er beiang bij
heeft, dat die lampen branden, omdat hij daar
door zijn bedrijf in evenwicht kan houden bij
het laden der accumulatoren. Hij spreekt als
zijn meening uit, dat er op de verlichting nog
best eenige honderden guldens bezuinigd kun
nen wordien.
De heer COLSEN deelt mede, dat het ook
hem wel eens opgevallen is, bij zijn aanwezig-
heid in de kom, dat Ter Neuzen bij heldere
maan verlicht werd.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders inderdaa<i overtuigd
zijn, dat er een wijziging moet komen in de tot
hiertoe bestaande regeling, al willen zij mis
schien niet zoover gaan als de heer Hamelink,
maar achten een luxieuse verlichting niet noo
dig. Het beste zal zijn dat de commissie van
bij stand met den wethouder en den gemeente-
bouwmeesber de verlichting eens opnemen en
hun meening daarover meedeelen, en kan de
raad er zich over uitspreken, want zoo positief
als de heer Hamelink zich uitlaat over het
dooven der lampen in de zomermaanden heeft
de raad zich niet geuit. In ieder geval zijn
burgemeester en wethouders bereid, naar ver
mindering der kosten te streven.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
25. Electrificatie van Sluiskil en Driewegen.
Naar aanleiding van het daaromtrent in de
vergadering van December 1923 genomen
raadsbesiuit, is ingekomen het volgende schrij
ven van de Directie der Provinciate Zeeuwsche
E1 ect ric i t ei Is ma at schap p ij
Naar aanleiding van Uw schrijven an 21
Dec. 1.1., met bijgevoegd ontwerp-contract
deelen wij U het volgende mede:
Uit het ontwerp blijkt, dat er belangrijke
veranderingen door den raad in het oorspron
kelijk overeengekomen contract aangebracht
zijn. Het is ons niet mogelijk de buurtschap-
pen Baandijk en Zwaantje, onder het aangebo-
den contract te laten vallen, zonder dat daar
voor garanlie wordt gegeven.
Verder zouden wij gaar.ne zien, dat betgeen
wij met Uw gemeente omtrent de buurtschap-
pen Sluiskil en Driewegen overeenkwamen,
steunde op de door gedeputeerde staten gege
ven concessie, daar wij voor hetzelfde aan de
eischen van twee verschillende colleges te vol
doen zouden kunnen krijgen. Het komt ons
daarom beter voor in het contract .liet te
spreken van een conoessie, daar die ons reeds
door gedeputeerde staten verleend is ge-
worden.
Wij zien de zaak zoo, dat de gemeente met
onze vennootschap een overeenkomst voor
stroom levering aangaat, terwijl de gemeente
ons tevens vergunning geeft voor het aanleg-
gen, hebben en onderliouden van een boven-
grondsch net.
In den 21en en 25en regel van artikel 1 van't
laabste ons toegezonden concept-contract zou
den zij de woorden:
„teiTzij voor eigen gebruik" willen laten
vervallen.
Aan den laatsten zin van hetzelfde artikel
meenen wij, dat een toevoeging: „indien een
en ander door schuld van de P.Z.E.M. ont-
staan is" billijk is.
De laatste zin van artikel 2 zou in verband
met bovenistaande gedachte bijv. gelezen moe
ten worden als:
„De aanvarg van de exploitatie mag, op
„straffe van verval der in artikel 1, genoemde
„vergunninig niet later zijn dan 1 November
,,1924".
Volgens de redactae van artikel 5 zouden
in tariefkwesties arbiters besMssen. Het zou
ons aangenaam zijn, dat die beslissing aan den
Minister van Waterstaat gelaten werd, zooals
in al onze contracten met gemeenten.
Wat betreft de leiding- en meterhuur zoo
zouden wij, in verband met de stroomlevering
in andere gemeenten, niet kunnen afwijken
van onze normale tarieven. Het zou ons daar
om aangenaam zijn een leidinghuur voor ee
aansluitlengte boven 8 Meter met 0,25 per
mete en per jaar, als ook de voorgestelde me-
terhuren te handhaven.
Daar wij het plan hebben de straatverlich
ting door scliakelklolcken te beilienen, zal het
zonder aanmerk»ljjke kosten niet mogelijk zijn
willekeurige !«iip«n avond- in nachtlampen te
veranderen. Daarom lijkt het ons billijk, dat
de zin in artike 5: „De gemeente zal den
brandtijd zal kunnen worden verlangd",
aldus zal luiden „De gemeente zal den brand
tijd vcor de overeengekomen avond- en nacht
lampen kunnen regelen".
Dan zouden wij onder artikel 5 aan het slot
nog opgenomen wenschen te zien:
„De P.Z.E.M. zal het recht hebben, indlea
„door het Rijk, de provincie of de gemeente
„een belasting zal geheven worden op de eiac-
„triciteitslevering, deze naar verhouding van
„de geleverde hoeveelheid electridteit op de
„verbruikers te verhalen".
Verder zouden wij artikel 6 willen laten
vervallen, aangezien de vennootschap reeds
zoodanige verplichtingen op zich genomen
heeft op grand van de door gedeputeerde
staten verleende concessie.
Evenzoo is dit het geval met artikel 8.
In den eersten regel van artikel 10 zouden
wij, overeenkomstig de hAerboven gegeven uit-
eenzetting het woord: „concessie" gaame ver-
vangen zien door „overeenkomst".
De twee zinnen in artikel 10: „Het bedrag.
hetwelk de gemeente als vergoeding op
electrische geleidingsnetten van toepassing is"
zouden wij gaame als volgt veranderd hebben:
„Het bedrag, hetwelk de gemeente als ver-
„goeding voor deze ovememing aan de P.Z.
„E.M. zal hebben te betalen is geiijk aan de
„boekwaarde op den dag der overnemir.g. De
„boekwaarde is het beorag van de voor hun
„oorspronkelijken bedrijfsvaardigen roestand
„gedane uitgaven der over te nemen gcederen,
„verminderd met de afsohrijvingen over de
„jaren gedurende welke deze respectievelijk in
,Jiet bedrijf geweest zijn. Het afschnjvings-
percentage vcor het net met aansluitieiding
zal 3 en dat voor meters en toestellen 6
bedragen".
Wat betreft den inhoud van artikel 12 aoo
kunnen we in Uw zienswijze daaromtrent niet
deelen en moeten onze redactie hanihaven,
waarin eveneens met een naasting door het
R(jk rekening gehouden is.
Overeenkomstig de hderboven ontv ikkelde
gedachte over concessie of contract zou artikel
13 eveneens komen te vervallen.
Door de hierboven opgegeven veranderingein
hebben wij gemeend een biHijke verhouding
tussolien beide partijen geschapen te hebben.
Wij hopen daarom, dat de gemeenteraad deze
voorstellen zal aannemen.
Voorts is van de Directie der P.Z.E.M. nog
een schrijven ontvangen, luidende:
Door omstandigheden komen wij eerst heden
terug op het onderhoud, dat onze directeur
met den heer secretaris op 31 pt. had.
Wij willen nog eens uitdrukkelijk mededee
len, dat het niet in de bedoeling van ons schrij
ven van 14 pt., zooals ook den heer secretaris
is aangeduid, heeft gelegen, dat wij Sluiskil
ten oosten van het kanaal wel onder de door de
gemeente voor de eerste 14 jaren gegaran-
deerde levering zouden laten valler.. De
s* roomlc'verimg is toch al schadelijker gewor-
den daar voor straatverlichting oorspronkelijk
Lampen van 50 N. K. gebruikt zouden worden
en nu met 32 N. K. volstaan wordt.
Wij willen wel de belofte op ons nemen zoo
spoedig mogelijk Zwaantje, Baandijk en Sluis
kil beoosten het kanaal te electrificeeren.
Achter de woorden: „zal kunnen worden
verlangd" in artikel 5 waren toe te voegen
de woorden „en dat een en ander technisch
en economisch zal mogelijk blijken".
Artikel 6 zouden wij kunnen laten btstaan.
mits de woorden ,/lrie deskundigen, vermeid
in ait. 9" vervangen werden door de woorden
„gedeputeerde staten van Zeeland".
De inhoud van artikel 8 is voor ons te be-
zwarend, zoodat wij U in overweging geven dit
artikel te schrappen.
Betreffende de artikelen 12 en 13 zouden
wij willen verwijzen naar betgeen daaromtrent
gezegd is in ons schrijven van 14 pt.
Burgemeester en wethouders deelen naa.:
aanleiding hiervan den raad het volgende
mede:
Bij schrijven van 14 Januari j.l. deelt de
P. Z. E. M. ons eenige bedenldngen harerzjjds
mede, tegen bet door uw college vastgestelde
contract tot levering van stroom aan Sluiskil
en Driewegen. Uit den brief kregen wij den ixi-
druk, dat bij de P. Z. E. M. geen bezwaar meer
bestond om ook Sluiskil, Oostzijde, onder het
contract te doen vallen.
Uit nadere besprekingen is ons evenwel ge
bleken, dat onze opvatting niet door den direc
teur van de P. Z. E. M. wordt gedeald.
De vennootschap staat dus nog steeds op het
standpunt, dat voor de»maximum-vergoeding
van f 1200 alleen aangesloten zal worden
Sluiskil (Westzijde) met Driewegen. Het
spijt ons dat vanwege de P. Z. E. M. zoo wei
nig medewerking wordt verleend, doch wij
wenschen op het standpunt te blijven staan,
dat geheel Sluiskil, zoowel Oost- als Weitzijde,
aangesloten moet worden, zooals op de teeke-
ningen, die bij het contract zijn overgelegd, is
aangegeven.
Verder zag de P. Z. E. M. gaame het woord
„concessie" waar dat gebruikt is, gewijzigd in
het woord „overeenkomst", daar gedeputeerde
staten aan de N. V. concessie verleend nebben,
voor het maken van stroomgeleidingen, het
distribueeren van stroom enz. Bij ons college
bestaan geen bedenkingen aan het verzoek van
de P. Z. E. M. te voldoen.
Komende thans tot de artikelen stellen wij
uw college voor:
uit regel 3 van artikel 1 te laten vervallen
de woorden: „Baandijk, Zwaantje". De P. Z.
E. M. maakt bezwaar deze buurten, zonder ga-
rantie aan te sluiten en alhoewel wij ook gaar-
ne stroom verstrekt zagen aan de bewoners
dier buurten, achten wij het noodig ook lets
toe te geven, tenednde Sluiskil en Driewegen,
over welke buurten het toch altijd alleen ge
gaan is, van stroom te voorzien.
Wij wenschen verder te schrappen de woor
den: „tenzij voor eigen gebruik", voorkomeade
in den 21sten en 25sten regel van art. 1. De
bedoeling van den voorsteller toch is geweest,
dat b.v. fabrieken die in het stroomgebied ge-
sticht zouden worden, zelf voor fatw ieksge-
bruik den stroom zouden kunnen op wekken.
Ook zonder de bovengenoemde woorden be
staat dit recht. De P. Z. E. M. heeft niets te
maken met wat op particulier terreia wordt
aangelegd.
Het zinsverband waarin de woorden voor-
komen, zou evenwel ook het recht der gemeen
te wettigen om zelf stroom op te wekken of
door derden te laten opwekken, als dii maar
voor eigen gebruik is. Waar dit niet de bedoe
ling is, lijkt het ons geen bezwaar die woorden
te laten vervallen.
Aan de laatste zinsnede van art. 1 stellen
wij voor nog toe te voegen de woorden: „indien
een en ander door schuld van de P. Z. E. M.
ontstaan is".
Het laatste gedeelte van art. 2 stellen wij
voor, aldus te omschrijven: ,yde aanvang der
exploitatie mag op straffe van verval der in
art. 1 genoemde overeenkomst niet later zijn
dan 1 November 1924".
Volgens artikel 5 zouden tariefkwesties be-
slist worden door de in art. 9 genoemde ar
biters. De P. Z. E. M. zag gaame, dat de be
slissing aan den Minister van Waterstaat werd
gelaten, zooals ook is bepaald in de contracten
met andere gemeenten. Bij ons bestaat geen
bezwaar aan dien wensch tegemoet te komen.
Vervallen zullen dan de woorden in artikel 5,
regels 5 en 6: zullen de arbiters enz." en
daarvoor zal gelezen worden: „zal de Minister
van Waterstaat worden verzocht, het barief
vast te stellen".
Wat betreft de meterhuren h bben wij Ln-
dertijd geene bezwaren gemaakt tegen
huren door de P. Z. E. M. genoem'1. In de
vergadering van den raad zijn die ver-