me8 ?'°75 C€nt VOOr elke ^°'50' waai-
di. «a„ h«. begiil, bWeK,rWeeS' indi™
rCr fn riaar 4 cent betalen moeb
♦io r 6 dat met deze garan-
op&e-
wordt ook verondersteld, dat op meerdere
plaatsen zai gemetem en dus ontvangen
wordan Het komt spreker ongewenscht
voor, den aanvang van het contract
vast to ieggen, dat slechts een kom eener
gemeente stroom zai ontvangen. Ook meer
dere kommen al is het later mo®-
ten op het hoogspanningsnet kunnen aan-
sluiten. Er behoort dus van ;,een of meer
plaatsea van fevering'' te worden g&pro-
ken. Er wordt ook niets bepaald over de
bediening van door de P.Z.E.M. te bou-
wen transformatorengebouwtjes, waar-
voor de gemeente hnur moet betalen.
Wordt dat aan de gemeenten opgedragen,
dan aou het billijk zijn dat zij ook stem
heeft bij de inrichting, om te kunnen zor-
gen dat de bediening eenvoudig blijft en
met boo min mogelijk gevaar zai kunnen
geschieden.
Er behoort ook bedacht te worden, dat
door rerkeerde bediening zeer ernstige
storingen kunnen ontstaan, die; en dit is-
voor ae P.Z.E.M. van belang, niet beperkt
behoevvn te blijven tot de gemeente, doch
ook dm hoogspanmngsleidingen kunnen be-
schadigen en de stroomvoorziejiing van
andere gemeenten ernstig en zelfs iang-
durig zullen kunnen storen.
in de derde plaats is te bedenken, dat
de FLZ.E.M. voor de overeengekomen jaar-
lijksch* huur het gehoefe onderhoud op
zicb neemt. zoodat zij, volgens de, be-
palmgen der overeenkomst, z.i. bij em-
stig« schade door verkeerde bediening kos-
teloos voor de herstelhng zou moeten zor-
geii Om al deze reden lijkt het spreker
aan to bevelen, dat de P.Z.E.M. zich even-
eens met de bediening beiast. De praktijk
is «Tenwel zegt hij dat dit iniet
nageleefd wordt.
Zijnw bezwaren zouden worden
lost door de volgende redactie:
t>o gemeente zai de electriciteit op een of
lwoer schriftelijk in gemeen overleg vast te
niellen plaats of plaatsen ontvangen, meten,
o-anaformeeren en aan de verbruikers distri-
feueeren. De P.Z.E.M. neemt op zich de op-
nehting en de voor de hierboven genoemde
hamlelingen noodige inrichting van een of
meer gebouwtjes en het onderhoud en de be-
^wrung der H. S. zijde daarvan, waarvoor de
gemeente aan de P. Z. E. M. jaarlijks acht
teu honderd van de totale aanlegkosren ver-
goeu'L
Artikei 3, alinea 2. De bepaling dat;
indien aan andere gemeentekommen stroom
geleverd wordt met gebruikmaking van het
leidingiiet der P.Z.E.M. daarvoor 8 pet.
der aanlegkosten jaarlijks vejrgoed moet
worden, tot ecu maximum van 35 ceut
per inwoner, kan tot onbillijkheden aanlei-
ding geven. Indien op een plaats stroom
geleverd wordt, worden door de gemeente
wal vergoed de kosten van het transfor-
matorenstation, maar niet die der toevoer-
leidingen. Spreker verondersteld dus, dat
d« kosten daarvan redds verconverteerd
zijn in den prijs dien de gemeente voor
de levering langs dat eene station worden
berekend. in Stoppejdijk is het anders,
waar op het schejden van de markt nog
garantiecontract opdook.
De gemeenten koopen zeer terecht
den stroom van de P.Z.E.M. tegen
hoogeren prijs dan waarvoor zij ze op-
wekt. In dat prijsverschil zijn dus de kos
ten der hoogspanningsleiding verdiscon-
teerd.
Moeten meerdere kommen worden aan
gesloten, dan zijn er 2 dingen mogelijk.
a. de hoogspanningsleidingen passee-
ren die Kommem raeds, en verkeert die
kom dus precies in hetzelfde gevai als een
gemeente met een kom en is niet in te
zien waarom nog voor de tocvoerleiding
jaariijksche huur moet betaald worden;
b. zij moeten opzetteliik worden aan-
geiegd. Dan is het mogelijk dat de kos
ten iuet rendabei zou bhjken en is het bil-
Wjto dat in die gevaUem de gemeente een
bijdrage gaf. Of dit bijdrage daarom zoo
groot zou moeten zijn dat er alio kosten
uit bestreden konden worden en dus alle
in die kom geleverde electriciteit zufiVere
winst zou beteekmen, is naar sprekers
meaning nog zeer de vraag.
De P.Z.E.M. zegt in haar „Beschou-
wingen" ondubbelzinnig, dat zij niet op-
gericht is uit winstbejag. Het komt hem
ook njet verstandig voor, het aansluiteln
van andere kommen moie,i]ijk te maken,
immers, door zooveel mogelijk stroom te
leveren zai de financieele positie der P.Z.
E.M. sterk kunnen worden en elke nieuw
aangeslotan kom in eun nieuw afzetge-
bied, dat voor ontwikkeling vatbaar is;
doch waarvan de bediening door de ge
meente zelf over het algemeen nimmer di
rect bediend zai kunnqn worden, omdat
de onderiinge afstanden te groot zijn, om j
dit met een verdeelspanning van 3 maal
380/220 volt mogelijk te maken en het aan-
leggen van hoogspanningslijnen met toebe-
hooren niet op den weg der kteine ge
meenten kan liggen. Door het monopolte
der P.Z.E.M. is natuurlijk buitengestoten,
dat die afgelegen kommen zelf stroom
zouden kunnen opwekken. Alleen door me-
dewerking der P.Z.E.M. kunnen die kom
men dus stroomverbruikers worden, doch
dit zai zeker niet geschieden, met dit te
bemoeilijken.
De P.Z.E.M. heeft daarbij te bedenken,
dat in een beetwortelverbouwende streek
als Zeeuwsch Vlaanderen ook kleine plaats-
jes in de toekomst een belangrijk stroom-
verbruik kunnen krijgen, indien de elders
uitnemend geslaagde proeven om langs
electrischen weg het btetenloo'f, evenals nal
hooi, gres enz. tot een voortreffjelijk vee-
voeder te conserveeren, ingang vinden.
Het komt hem daarom voor, dat; indien
in het hierboven onder b gerioemd geval
de gemeente zich bereid verklaart, boven-
dien nog 8 pet. der aanlegkosten van de
aansluitkosten te vergooden, voor hot
transformatorenstation wordt ook reeds een
zelfde huur betaald, de P.Z.E.M. daar-
mede volkomen tevreden kan zijn.
Hij wenscht daarom art. 3, alinea 2
te Jezen als volgt:
Zoo uitsluitend voor de aansluitir.g van
lot de gemeente behoorende gehuchten,
qf buurtschappen of andere kommen afzon-
cterlijke hoogspanningsgeleidingen door de
P. Z. E. M. zullen worden aangelegd, zai ook
van de aanlegkosten dezer leidingen jaar-
lijke acht ten honderd door de gemeente
aan de P. Z. E. M. worden vergoed.
Art. 4, alinea 1 tot en met 6. Daarin
wordt gezegd hoe de stroom zai gemeten
worden. De daarin getroffen regeling is
verre van eenvoudig of duidelijk, omdat
daarin als het ware de keuze wordt gela-
ten tusschen het plaatsen van verschillcnde
typen meetimstrumenten. De daarbij ge
noemde registreerende Wattmetea-s zijn
uiterst kostbare subtiele laboratoi'iuminstru-
menten, doch allerminst geschikt voor der-
gelijk gebruik. De meting kan geschieden
op de algemeen gebruikelijke wijze, door
2 electriciteitsmeters. aaiigesbten op dezelf-
de meettransf.ormatorein en bediend door
dezelfde schakelklok.
In dat verband stelt hij voor, art. 4 te
lezen als volgt:
De electriciteit die de gemeente van de
P. Z. E. M. betrekt, zai op elk der in artikei
3 bedoelde plaatsen worden gemeten door
twee Kilowattuurmeters, welke elk voorzien
zijn van eene inrichting, waarmede het
grootste gelijktijdige stroomverbruik, he-
paald in perioden van 10 minuten, afzonder-
lijk voor de avonduren en overdag wordt
geregistreerd; het in_ en uitschakeler. dezer
maximum-aanwijzers gechiedt voor beide
toestellen door een zelfde schakelklok. Zij
zullen bijbelastingen van 10 tot 100 der
belasting, waai-voor zij bestemd zjjn en
cos 0,80 geen grootere fout mogen be-
zitten dan 3 zij worden voor gezamen-
lijke rekening aangeschaft en onderhouden
en elk door beide partijen verzegeld. Voor
de bepaling van het aantal geleverde K. W.
U. en van de hoogste belasting wordt het
gemiddelde uit de aflezing van beide toestel
len genomen. Wordt op meerdere plaatsen
in de gemeente electriciteit betrokken, dan
zai als totaal gebruik der gemeente en als
grootste daarin voorgekomen belasting be-
schouwd worden de som der aflezingen op
de verschillende plaatsen op de bovenom-
schreven wijze verkregen.
Art. 4, alinea 7. De laatste zin kan aan-
leiding geven tot misverstand, aangezi^n
het verschil tusschen de beide meters kan
uitgedrukt worden zoow'^! in »/o van de
hoogste als van de laagste aanwijzmg en
het percentage, is dan verschiltend, b.v.
de eene wiist 106, de andere 100; het ver
schil is derhalve 6, uitgedrukt in <y0 Vau de
hoogste aanwijzmg is dit 5,7 pet. daaren-
tegen is het 6 pet. van de laagste aanwij-
zing; in het eerste geval zou geen, in het
laatste wei ijking noodig zijn. Het is daar
om gewenscht. den laatsten zin als volgt
aan te vulien:
Eene ijking zai niet plaats vinden, wan-
neer het verschil in aanwijzmg niet meer be-
draagt dan zes ten honderd van de hoogste
aan wijzing.
Tegen alinea 8 van art. 4 heeft spreker
geen bezwaar. Alinea 9 is naar zijn meening
voor verbetering vatbaar, althans voor zoo-
ver betreft de schatting van het verbmik.
Indien beide meters ontbreken en er geen
vergelijking mogelijk is met de overeen-
komstige maand van het vorige jaar, moet
volgens de overeenkomst de schatting
plaats hebben volgens voorafgaande maan-
den. Nu is in den regel 's zomers het
stroomverbruik gering en 's winters groot
en dit gaat in elkaar over. Moest in Fe-
bruari geschat worden naar de maanden
November, December en Januari; dan zou
dit te hoog worden, moest het voor Oc
tober geschieden naar het verbruik in Juli,
j Augustus en September; dan zou het te
laag uitvaflen. Een schatting naar een voor
afgaande en ecu volgende maand, zai be-
ter uitkomen. Hij zou de bepaling daar
om aldus willen redigeeren:
Wanneer een der instrumenten tijdelijk
ontbreekt, zai volgens de aanwijzing van
het o-vergeblevene bet verbruik berekend
worden. Ontbreken beide instrumenten, dan
zai het verbruik overeenkomstig de corres-
pondeeremtfe maand van het daaraan vooraf-
gegane jaar geschat worden. Is deze verge
lijking niet mogelijk, dan zullen voor de
schatting de voorafgaande en de volgende
maand dienen en de verrekening zoolang
opgeschort worden.
Art. 4, alinea 10 en 11; regelen h©t be-
rekenen der hoogste belasting.
In verband met de nieuwe redactie van
de alinea's 1—6 is de inhoud van alinea 11
niet meer juist De kwestie vau de vianwij-
zing der hoogste belasting is nu in den aan
vang van het artikei ai geregeld, waarom
spreker deze alinea overbodig acht en die
wil doen vervallen.
Tegen de bepaling van de 12e alinea heeft
spreker geen bezwaar,/maar we! tegen de
wijze waarop die is uitgedrukt. Alsdan zou
den alleen abnormale hooge belastingen
buiten rekening blijven, die aan kortsfuiting
zijn te 'vijten. Afgezieq van de omstandig-
heid. dat zich al aanstonds de moeilijkhcid
zai voordoen. dat te bewijzen; zijn er toch
nog andere abnormaliteiten, die het maxi-
mun: plotseling kunnen verhoogen.
Hij zou daarom wiUen lezen:
Ben abnormale hooge belasting klaarblii-
kelijk verooraaakt door kortsluiting of eenig
ander ongeval zai buiten rekening blijven.
Art. 4, alinea's 13; 14 en 15.
Het is aan spreker bekend, dat de in
dit gedeelte genoemde prijzen het uitvloei-
sel zijii van financieele berekeningen, waar
op de rentabiliteit van de P.Z.E.M. ige-
baseerd is, zoodat wijziging daarvan niet
mogelijk zai zijn.
Hij meent echter dat in 14 e«n vcrgissing
heeft plaats gehad met X, aangezien dit niet
beteekent de hoogste totale, doch de hoog
ste gelijktijdige belasting en niet geduren-
d'e het geheele kaleriderjaar, zooals er
staat, doch gedurende 10 minuten van dat
kalenderjaar, aldus gecorrigeerd luidt die
bepaling:
X de hoogste gelijktijdige belasting ge
durende 10 minuten van dat kalenderjaar
in K.W.
In verband daarjmede zai het dan ook
duidelijker zijn in dc tabei het woord ma
ximum te vervangen door „hoogste ge
lijktijdige belasting".
Art. 4, alinea 16. De redactie an dit ge
deelte komt spreker voor niet juist en
ook niet billijk te zijn. Niet juist, omdat
de kolenprijs vrij aan de centrate natuur
lijk alleen dan van invlped op de prijs-
berekening kan zijn, indie'n dez® 'kolen
in de centrale ook werkelijk verstookt wor
den. En dat staat er niet.
Onbillijk, omdat hier als basis een z.i.
te hooge calonsche waarde wordt aange-
nomen, geen enkel eiectnciteitswerk ver
stookt tegenwoordig kolen met een stook-
waarde van 7200 cal. Trouwens, de om-
schrijvmg is ook veel te vaag, verbran-
dingswaarde en stookwaarde loopen voor
dezelfde kolensoort zeer stork uiteen en
worden beide in calorien aangqgeven.
Stookwaarde is het aantal calorien, dat zij
bij verstoken opleveren en deze loopt bij
de algemeen gebruikte soorten uiteen van
ongeveer 5100 tot 7100 calorien, de ver-
brandnngswaarde is een theoretisch cijfe,-,
dat ontstaat, indien met het van het; ko-
lengewicht aftrekt en het gewicht aan ge-
produceerde acht en het watergehalte. Men
krijgt dan cijfers van ongeveer 7600 tof
8500 calorien. De verbrandingswaarde heeft
hier echter geen zin en daarom behoort
naar sprexers meenmg als basis aangeno-
men te worden een stookwaarde van hoog-
stens 7000 cal., wat dan nog aan den
ruimen kant is. Kolen met andere stook
waarde behooren omgerekend te worden
op die met een stookwaarde van 7000 cal.
De moeilijkhedein war en door de vol
gende redactie te ondervangen:
Indien de gemiddelde prijs van de voor de
stroomopwekking verstookte steenkolen,
omgerekend op die met een stookwaarde van
7000 cal. per K.G. in een kalenderjaar stijgt
boven f 20, per 1000 KG vrij aan de cen
trale, dan zai de prijs van elke door de ge
meente verbruikte K.W.U. verhoogd worden
met 0,075 cent vas elke stijging van f 0,50
boven d« /20,— per 1000 K.G.
Tegen alinea 17 heeft spreker geen be
zwaar.
Art. 5, alinea 1Daar de provincie voor
de P.Z.E.M. op verschillende tijdstippen
een leoming zai sluiten, tegen verschitfen-
den rentevoet, meent hij dat wel bedoeid
wordt dat een gemiddelde rentevoet zai
worden bedoeid, em stelt voor dit uit te
drukken door tusschen „de" en Rente
voet" op te nemem „gemiddelde
Art. 6 alinea 2. Spreker meent dat d«
aangegeven regehng voor d-e verrekening
aanleiding kan zijn, dat aan het eind van
het eerste bedrijfsjaar een'vrij groot bedrag
te verrekenen komt, hetgeen te voorkomen
is. door den tweedeln zin der alinea to
lezen
In het eerste bedrijfsjaar der gemeente zai
het maandelijks te berekenen aantal K. W.
genomen worden van de hoogste belasting
die in de voorafgegane maanden is opge-
treden en in de eerste bedrijfsmaand van
de in die zelfde maand voorgekomen hoogste
belasting.
Alinea 5. De kwestie van het daarin
bedoelde onderzopk, dat ntet eenzijdig be
hoort te geisdufedeu. dient iqts scherper
te worden geformuleerd, teneinde te voor
komen, dat het versleept wordt; wat tot
onaangename verhoudingen der partijen
zou kunnen voeren. Hij wenscht dit te re
digeeren als volgt:
Twijfelt de gemeente aan de juistheid
eener ingediende rekening, dan zai deze door
partijen gemeenschappelijk worden onder-
zocht; blijkt het niet mogelijk birmen 2
maanden, nadat die twijfel ter kennis van
de wederpartij gebracht werd tot overeen-
stemming te geraken, dan wordt de beslis-
sing opgedragen aan het in artikei 10 be
doelde scheidsgerecht.
Art. 7. In dit artikei behandelt de P.Z.
E.M. de gemeenten alterminst als een ge-
lijkgerechtigde partij. Evenals de P.Z.E.M.
eischt, dat de in de gemeente uit te voe
ren weaken onder haar toezicht moeten
vemcht worden, zou de gefineente 'van
haar kant kunnen eischpn dat alle door
de P.Z.E.M. uit te voeren werken onder
haar toezicht moeten gejschieden. Als de
P.Z.E.M. zich voor dat toezicht wil doen
betalen, kan de geijueente dat evengoed
eischen. De eisch van betaling aan de
P.Z.E.M. wordt bovendien absurd, daar
zij dit niet afhankelijk stelt van de door
dat toezicht veroorzaakte directe kosten,
of van de lengte der gemeentelijke leidin
gen, doch van het aantal aansluitingen en
die gemeentelijke bijdrage elk jaar te doen
terugkeeren. Hij kan de noodzakelijkheid
van een dergelijke voogdij ntet inzien, Het
is niets anders dan een bron van inkom-
sten voor de P.Z.E.M.
De eisch dat de gemeente haar netten
en vei'dere werken zai uitvoeren volgens
daarvoor geldende voorschnften, is volko
men te motiveeren door de kans, welke de
P.Z.E.M. loopt. dat storingen in gemeen-
tenetteu zich voortplanten in de hoog-
spannmgsnetten en heeft als zoodamg
recht van bestaan; de gemeente behoort
echter eefn wederkeeng i-echt te bezitteu
en er voor te waken, dat storingen in ge-
brekkig uitgevoerde lioogspanningsgeleidin-
gen zich niet voortplanten in het iaag-
spanmngsnet en het is opmerkelijk, dat de
P.Z.E.M. die haar toezicht aan do gemeen
te wil opieggen. nergens een bepaling op-
neemt. die aan de gemeente eenigen waar-
borg geeft voor de deugdelijkfteid en zeker-
heid van hare levering. Dergelijke bepalin-
gen werdon daarom hiervoren voorgesteld
in artikei 1 aUneai 1 en 6.
Absurd is het, dat voor het eenzijdig
controlerecht aan de P.Z.E.M. nog boven
dien een jaariijksche vergoeding moet wor
den betaald; ook de gemeente vraagt van
haar wederpartij gcqn vei-goedmg, voor
door haar uit te voeren controle, hoe wel
daarvoor veeleqr aanleiding bestaait, om
dat zij in den regel niet beschikt over
ambtenaren die daartoe in staat zijn en
dus daarvoor van betaalde krachten ge
bruik zou moeten maken. Evenmin vraagt
de gemeente vergoeding voor gebruikma
king van gemeentegrond, dit recht wordt
zonder meer verleend, ja zelfs nog nadat
de overeenkomst afgeloopen is, en waar-
door dan rekening gehoudon is met het
algemeen beiang der provinciate stroom
voorziening.
Dit samenvattende, zou hij artikei 7 wit-
leu redigeeren:
De gemeente verplicht zich haar ieiding-
net met toebehooren volgens de nveuwste
voorschriften vab het Komnklijk Instituut
van Ingenieurs in te richten en te onder
houden en verbindt zicb om bij gebleken
hinder in het hoogspanningsnet, op eerste
aanzegging" van de P. Z. E. M. ai die veran-
deringen aan te brengen, welke noodzakelijk
zijn, om die hinder blijvend weg te nemen.
De P. Z. E. M. heeft het recht de na-
ieving van bovenstaande bepaling te contro-
leeren op de wijze en de tijdstippen, die zij
noodig achten.
Art. 8. In dit artikei wordt aan de
P.Z.E.M. een zeer ruime gelegenheid gebo-
den om de stroomlevering gelteel of ge-
deeltelijk te onderbreken tot schade en on-
gerief van de aan de netten aangesloten
gemeenten; het is voor haar stechts noo
dig. daarvan ;;zoo mogelijk tijdig" ken
nis te geven, om van schadojoosstelling
gesteld te worden. De gemeente heeft al
leen verhaal indien zij ;;grove nalatigbeid
kan aantoonen". Die waarborg is te eenen-
male onvoldoende. Ook is over het hoofd
gezien, dat stroomlevering aan de gemeen
te ook nog op andere wijze gestoord of
onmogelijk gemaakt kan worden, dan al
leen door stroomonderbreking.
Er kunnen zich omgekecrd ook om-
standigheden voordoen, waarin de P.Z.
E.M. in de onmogelijkheid komt te ver-
keeren om stroom te leveren en de bil-
lijkheid gebied dan, om haar niet 'ver-
antwoordelijk te stellen voor de gevolgen
daarvan. Ook dit behoort in het contract
te worden bepaald. In de in alinea 1 van
art. 1 door spreker voorgestelde tctevoe-
ging wordt verkregen, dat de stroomleve
ring aan de gemeente zoodanig moet zijn,
dat daarmede oen regelmatige en aan nor-
male eischen beantwoordende stroomdis-
tributie aan de aangeslotenen mogeijjk moet
zijn. Door het voorgestelde artikei 8 door
een nieuw te vervangen, zai de gemeente
de noodzakelijke en gewenschte thans nog
ontbrekende zekerheid erlangen. Hij zou
arhkel 8 willen lezen:
Indien de PZ. E. M. door handelingen of
voorschriften van het Rijk of andere boven
haar gestelde autoriteiten, door brand, oor-
log, of oorlogsgevaar, werkstaking. onvoor-
ziene stagnatie in den aanvoer van grond-
stoffen, ernstige storing in het bedrijf of
andere rampen, wordt verhinderd, eenige of
een voldoende hoeveelheid electriciteit" van
de overeengekomen spanning aan de ge
meente te leveren, dan zai zij niet aan-
sprakelijk gesteld mogen worden voor scha
de of winstderving daaruit voor de ge
meente voortvloeiende. De P. Z. E. M. is
verplicht van het ontstaan van een der
bovenomschreven gevallen aanstonds de
wederpartij kennis te geven. Spoedeischende
gevallen of plotseling optredende noodzake
lijkheid uitgezonderd, zai de stroomlevering
alleen onderbroken mogen worden, indien
bet tijdstip waarop dit zai geschieden ten-
minste 24 uur te voren aangekondigd is.
De P. Z. E. M. zai niet aansprakelijk ge
steld kunnen worden voor eenige schade
of hinder in de gemeente ontstaan door de
levering van electriciteit, overeenkomstig
de bepalingen van deze overeenkomst.
Indien de gemeente kan aantoonen, dat
ernstige storingen of herhaalde onderbrekin-
gen in de regelmatige stroomlevering te
wijten zijn aan nalatigheid, onvoldoende toe
zicht of in het algemeen aan een reden, die
voorkomen had kunnen worden, dan is z
gerechtigd, alle daaruit voor haar en hare
ingezetenen voortvloeiende schade te ver-
halen op de P.Z.E.M., die zich bereid ver
klaart, die schade te vergoeden.
Indien een der partijen hare uit deze over
eenkomst voortspruitende verplichtingen
gedurende een tijdvak van 2 maal 24 uur of
1 anger niet nakomt, zai de wederpartij het
recht heibben op eenvoudige schriftelijke
kennisgeving en zonder eenige verdere in-
gebrekestelling deze overeenkomst als ont-
bonden te beschouwen, onverminderd haar
lecht op vergoeding der schade, door wan-
praestatie en de ontbinding veroorzaakt.
Artikei 9. Dit artikei g/bft de P.Z.E.M.
het recht, bij naasting van haar bedrijf
haar rechten en phchten aan den nteuwen
eigenaar over te dragen. De gemeente dient
echter zekerheid te hebben dat de nieu
we eigenaar dezelfde waarborgen kan bie-
den als de P.Z.E.M. Hieromtreint zai
slechts in 2 gevallen geen onzekerheid be
staan, nl. indien de Provincie of het Rijk
de onderneming naasten. Beter is het
daarom, die gevallen met name te noemen
en is de volgende redactie beter:
Indien het bedrijf der P. Z. E. M. door of
vanwege de provincie of het Rijk wordt
genaast, zai voor de naleving dezer overeen
komst de nieuwe eigenaar in de plaats
treden van de P. Z. E. M.
Art. 10. De daarin uitgedrukte gedach-
te om geischilien nieit voor den rechter
te brengen doch door scheildsgerecht te
doen beslissen, is zeer aanb©velenswaard.
Zij moet dan echter toegepast worden op
alle geschilllen welke kunnen voorko
men en niet beperkt worden tot die welke
ontstaan over de uitlegging" der bepalin
gen dezer overeenkomst. De praktijk leert
dat de tfFfeeste geschilten ontstaan over
kwesties die niet bij contract zijn geregeld
en die zijn volgens dit artikei niet voor
scheidsmannen te brengen. Ook is de be
paling onvofledig, omdat niet is aangegeven
wanneer een gcschil rijp is voor arbitra
ge. Wie maakt dat uit? Noodzakelijk is
het, dit volledig en scherp te formulee-
ren. Immers, dit artikei komt in wej'king
nadat partijen reeds over een kwestie ge-
kibbeld hebben ein niet tot overeensitem-
ming zijn gekomen. Zuiver menschelijk is
het dat onder die omstandigheden de be-
noeming van scheidsliedein niet viot van
stapel zai loopen. Die bejzwaren zijn te
onigaan, indien men artikei 10 aldus leest:
'In alle gevallen, waarin tusschen partijen
meeningsverschil bestaat omtrent uitleg
ging of toepassing van de bepalingen dezer
overeenkomst, of over aangelegenheden
daarin niet voorzien of geregeld en waarom-
trent partijen niet tot overeenstemming
kunnen geraken, hetgeen zai moeten blijken,
uit het zenden van een aangeteekend schrij-
ven door de meest gereede partij, gericht
tot de wederpartij, waarin dit feat wordt
geconstateerd, zai de beslissdng, met uitslui-
ting van den bevoegden rechter, worden
opgedragen aan drie scheidslieden, waar
van door elk der partijen binnen 14 dagen
nadat het hierbovenbedoelde aangeteekende
schrijven door de. wederpartij is ontvangen,
een is te benoemen. Deze beiden zullen te
zamen binnen 14 dagen na hunnen benoe-
ming eeai derden seheidsman aanwijzen.
Mochten partijen het binnen den daarvoor
vastgestelden termijn over de keuze der
scheidsmannen niet eens worden of de beide
reeds benoemden er niet in slagen binnen
14 dagen tot overeenstemming te komen
over de benoeming van den derden seheids
man, dan zai de meest gereede pa'tij be-
voegd zijn aan den kantonrechter te Middel-
burg te verzoeken drie scheidslieden te be
noemen, nadat zij vooraf aan de wederpartij
bij deurwaardersexploit zai hebben aange
zegd, dat zij dat verzoek zai indienen.
De scheidsmannen zullen als goede man
ned naar billijkheid in hoogste res so ft uit-
spraak doen volgens de regelen, daarvoor
bij de Wet gesteld of nog te stellen en be-
palen welke der partijen de door de uit-
spraak veroorzaakte kosten zai dragen of
hoe deze over partijen verdeeld zullen
worden.
Artikei 11 geeft geen aanleiding tot op
merkingen.
Dit betreft dus de inhoud van het nor-
maal contract.
Spreker vervolgt. dat het geirteentebe-
stuur van Stoppeldijk, nadat er een lang-
durige en moeitevolle peridode van on-
derhandelan was afgeloopen. nog verrast
werd met den eisch tot het "onderteekenen
van het volgende ;,garantie-oontraqt"
Ondergeteekenden P. L. de Wael en W.
H. F. J. van Son, Burgemeester resp. Secre-
taris der gemeente Stoppeldijk ver'klaren,
biertoe gemachtigd door Raadsbesluit van
fi November 1923 en wettelijk de Gemeente
Stoppeldijk vertegenwoordigende, dat deze
gemeente aan de Naamlooze Vennootschap
P. Z. E. M., gevestigd te Middelburg een
jaarlijksch stroomverbruik garandeert wia-
stens tot een bedrag gelijk aan tien procent
voor rente, afschrij.ving en onderhoud eener
bovengrondsche hoogspanningslijn vanaf bet
buurtschap Reuzenhoek naar de Gemeente
Stoppeldijk, vermeerderd met 4 cent per nf
geleverd K W. U„ bij een kolenprij, .s,
deze~KP0W n aa" P centraie- terw,i
aeze k. W. U.-prijs verhoogd of verlaatrd
stjjgt of daaTtPrUS b°VOT °f benedeT1 fl0~
Toigein die vcrklaring is naar sra-eker
defeat
vel op
dat het beter
it". ;Jn begin af oeKend ware o«weest
mLte^T "iet' °P grond waarvafde J:
keurd m!6h n r Sluiten ^ntract gold
er °P' ftat er destijds bepaald
is dat er een uitbreidmgsplan van het Pro-
If 2011 gemaakt worden DaTr-
van is echter nog niets bekend. Ttet is du«
ook met bekend, of dat net door de jpe.
meente Stoppeldijk zou hebben geioopen
In dat geval is het niet billijk, de toS
gemeente.^6"111661 t£ Wi"en Verhalen °P die
Ook Wij,st spreker op het verschil van de
berekening der kolenclausule. In het Sor-
maal-contract wordt uitgeeaan nn
grondprijs van /20, en ^dfgarandev"-
^evole Vd"t 10r Daarvan Is eohler een
in |en de koleniprijs f 20 de
van 51/ neet/fuaMdeeren voor s,r0OTn
/2 per K. WU., terwijl ze volgens
'kan gemoeid zijn, wordt der gemeente
niets meegedeeld, van de kosten ITn dat
len teaharVan di! 10 zaI m°eter beta
len, is haar niets bekend, terwijl er onk nn
gelet dient te worden, dat er minstens 10
moet gegarandeerd worden.
Er staat ook niets van in, of de garantie
^rg6T ^ermind€rt- mdien dit' net ook
dienen ever'"g aan anderea zai
Ats zoodanig contract geteekend wordt
hf ,fu ^ochaan duidelijkheid en over-
zichtelijkheidi niets te wenschen over te la
te^ terwijl er thans veel aan ontbreekt
Spreker is van oordeel, dat een dergelijk
contract met zonder meer onderteekenf kan
worden, en eindigt hiermede zijn uiteen-
zetting.
Hierna geeft de Voorzitter het woord aan
dC7 c **er ^treefkerk» directeur va» de
r .Z.Jt.M.
Deze begint met aan te stippen, dat de
statuten der P.Z.E.M. de Koninklijke goed-
keurmg verwierven en dat de heer Hegge
ljnen die kan vinden in de Staatscnurant
van 19 April 1919.
Deze heeft gesproken over het monopo-
listisch karakter der P. Z. E. M. Spreker
meent, dat het de onderneming van de
stichting eener electrische centrale in dit
gewest zonder monopolie niet mogelijk is
Hij zou wel eens willen zien, wie dat zon-
der monopolie zou durven ondernemen.
7 f JenereJ Provlncie is zoo bevolkt als
z.uicl-Holland, waar men dlus vanzelf ver-
zekerd is veel afname te krijgen.
Hij w?aakt de uitdrukking, dat het hier
voor de gemeente zou zijn, „alsof ze bij
hun patroon. koopen", hij acht dat niet
vieiend- voor Gedeputeerde Staten.
De heer Hegge Zijnen interrumpeert, dat
hij heeft doen uitkomen, dat het geen uit-
lating van hem is, doch dat hij ze gehoord
iieeft.
De heer Streefkerk had het dan toch
beter geacht, die hier niet te verbreiden
Die uitdrukking is ook niet juist, want in
het geheele contract leest men nergens iets
van Gedeputeerde Staten, dat college siaat
er fouiten.
Dat de gemeentebesturen door de P.Z
E.M. zouden gedlwongen worden om voor
hunne administratiie van het electrisch be
drijf gebruik te maken van hare dieneten
is onjuist, ter voorlichting en voor gemak
der gemeenten, die van de hu^p gebruik
wenschten te maken, is het aangeboden,
maar het is ook aan sommige gemeenten
geweigerdl, en dat zai in de toekomst mis-
schien meer voorkomen, de P.Z.E M is
daarop niet zoo belust, zij heeft werk ge-
noeg.
Wanneer er werkelijk geschillen ont
staan, blijven Gedeputeerde Staten daar
geheel buiten, daar volgens het contract
dan het scheidsgerecht aan het woord komt.
Het eenige waarin Gedeputeerde Staten
moeten gekend worden, is het goedkeuren
van de begrooting, voor zoover die ook met
de electrificatie verband houdt, doch dit is
evengoed het geval als een particuliere
maatschappij de stroom levert, zooals te
Vlissingen.
Aan de gemeenten wordt technische en
administratieve hulp aangeboden, als het
voor de gemeenten voordeeliger is. Er
wordt mededeeling ged'aan van de noodige
boeken en als die cooperatief kunnen wor
den aangeschaft, zai het der gemeenten
voordeeliger komen.
Hij blijft de zaak nog altijd bezien, dat
de gemeenten met de P.Z.E.M. in Vertrou-
wen moeten samenwerken, dat dit dan voor
alle partijen het voordeeligst zai uitkomen,
/naar dat het verkeerd is, door het naar vo
ren brengen van allerlei spitsvondigheden,
het vertrouwen te veranderen in wantrou-
wen, hetgeen o zoo gemakkelijk geschiedt.
Als de heer Hegge Zijnen spreekt van
aantasten van de autonomic der gemeenten.
dan slaat dat in, doch dat is goedkoop ge
zegd, maar niet bewezen. Spreker acht wan-
trouwen misplaatst en kan verzekeren, dat
de P.Z. E.M. al het hare zai doen, de ge
meenten zoo goed en zoo voordeelig mo
gelijk te bedienen.
Waar de heer Hegge Zijnen het contract
heeft gecritiseerd, omdat de P.Z.E.M. het
leveren van stroom voor tractiedoeleinden
en grootverbruiikers aan zich wenscht te
houden, en door voorbeelden heeft getracht
aan te toonen, dat het voor de gemeenten
voordeeliger is, dat recht aan zichzelf te
houden,, moet spreker opmerken, dat voor
beelden zijn aangehaald, die zich in de
praktijk niet voordoen. Wat deze aanhaalt
van een fabriek met een verbruik van 20
K.W. gedurende 8 uren per dag, zooiets
doet zich in werkelijkheid op het platteland
niet voor.
(Zie verder het Eerste Blad).