m'i§0 AL6EMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTiEBUD VOOR ZEEUWSCH VLAANPEREH No 7576. Maandag 3 Maart 1924, 64e Jaargaug. BUIT'ewlanD- HH3BSTB EUXLLSTOF, De vrouw van den Zeeschuimer. -T* m itp- V. fepSA TWEEDE KAMER. Bij den aanvang van de zitting va.i Vrij- dagmiddag werd met 55 tegen 11 stemmen foesloten met ingang van 1 April a.s. het Kort Versiag van het verhandelde in de Tweede Kamer op te heffen. Te voren was met 49 tegen 11 stemmen verworpen het amendement—Duys om eerst met i Sep tember a.s. tot oph effing over te gaan. Zonder hoofdelijke stemming vereenigde dc Kamer zich met de motie-Rutgers om na te gaan de mogelijkheid om gedurende eenige maanden een proef te nemen met het verstrekken aan de leden van een ongecor- rigeerde drukproef van de Handelingen der Tweede Kamer. Vervolger.s werden zonder discussie of hoofdelijke stemming aangenomen hoofd- stuk II (ihooge colleges), hoofdistuk Vila (nationale scfould) en hoofdstuk XI! (wet op de middelen). Hierna werd een aanvang gemaakt met de behandeling van de begrooting voor on der wijs. MINISTER AALBERSE TOT KAMERLID BENOEMD. Het centraal bureau voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal heeft heten, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van Mr. M. J. C. M Kolkman, tot lid van de Tweede Kamer benoemd verklaard, Mr. P. J. M. Aalberse, Minister van Arbeid, Njjverheid en Handel. SALARISVERLAGING RIJKS PERSONEEL. Naar de Tel. verneemt, is in de Vrijdag- middag gehouden vergadering in de Cen trals Commissie voor georganiseerd overleg in ambtenaarszaken andermaal de voorge- nomen salarisvermindering der rjjksambte- naren aan de orde geweest. In de vergadering van 12 Februari j.l. badden de vertegenwoordigers der organi- sat.ies te kennen gegeven, dat alleen dan van verder overleg sprake kon zijn, indien dc regeering uiet a priori vasthieid aan bet door haar genoemde bedrag van 35 millioen. hetwelk over 1924/25 door de ambtenaren zou moet worden opgebracht, Namens de regeering deelde minister Wes- terveld Vrijdagmiddag mede, datde regeering het eenmaal ingenomen standpunt handhaaf't en dus b 1 ijft vasthouden aan de bedragen van 14 millioen voor 1924 en 21 millioen voor 1925. Na scborsing van de beraadslagingen hebben daarop de personeel-vertegenwoor- digers unaniem geantwoord, dat op deze basis geen werkelijk overleg mogelijk is. Over een voorstel om trots deze tegen overgestelde en niet te overbruggen op vattingen de besprekingen over de regeerings- plannen voort te zetten, staakten de stemmen. Zes regeeringsvertegenwoordigers waren er voor en zes vertegenwoordigers van het personeel er tegen, waarna het overleg werd beeindigd. Aan bet einde der vergadering gaf de Minister zijn leedwezen te kennen over het feit, dat de commissie bet bovengenoemd standpunt heeft ingenomen. Naar bet Nederl. Correspondentiebureau te s Gravenhage »van bevoegde zijde" ver neemt, bestaat er voor het door ons uit Het Volk overgenomen bericbt als zou met 1 April a. s. voor de subal erne officieren een hooger kortingspereentage (n.l. 12'/s pCt.) worden toegepast dan voor andere militairen, geen enkele grond. EEN EIGENAARDIG VOORSTEL. De heer Bruna (R.-K.) heeft bij den Utrechtschen Raad bet volgende eigenaar- dige voorstel ingediend: De Raad, gezien hef gedenikwaardige feit, dat rneer dan twee voile zittingen zijn be- steed aan een punt der agenda, hetwelk ten slotte zonder hootdelijke stemming werd aangenomen; besinii ter gedachtenis daaraan een ge- denkpenning te laten slaan. Deze zal aan de eene zijde een afbeel- ding vertoonen van den Domtoren, met dit randschrift, ontleend aan een vaderlandsch lied: Het nakroost der gespierde b,raven, dat nakroost, dat zijn wij. Aan de keerzijde zal de penning vertoo- cchtsch wapen, aangebmcht op een kachel, en het onuersohriit: „Geaellig- heid kent geen tijd". B. en W. worden uitgenoodigd, van dezen penning een exemplaar in goud te doen ver- vaardigen voor het museum en een aantal exemplaren in zilver, ter grootte van een rijksdaalder, welke kunnen worden uitge- reikt aan raadsleden, die zich door hun.n-e welsprekendheid1 voor de gemeente bijzon- der verdienstelijk maken. HET ONTWERP-RIJWIELBELASTIN'G. De bepalingen van de nieuwe rijwielwet luiden als volgt: Er wordt eeJi rijwielbelasting gen©ven door middel van merken geschikt om aan een rijwiel te worden b©vestigd, welke van rijkswege tegen betaling worden uitgqge- ven. Ieder belastingmcrk is ge.dig voor een bepaald jaar, dat daarop is uitgedrukt en bedraagt drie gulden. Ieder rijwiel, dat op den openbaren wcg wordt bereden, moet voorzieii zijn van ©en voor het Ioopende jaar ge'ldig belasting- merk, dat aan het rijwiel bevestigd moet zijn. De bepaling van het vorige artikei is ook van toepassing wanneer een rijwiel door middel van een hulpmotor wordt voortbe- wogen. 5, Een belastingmcrk wordt niet vereischt voor: a. kinderrijwielen, waarvan de wielen met andere bandon dan luchlbanden zijn bekleed, mits de omtrek der bandcn niet grooter is dan 50 c.M. b. dienstrijwielen der land- en z«emacht, welke van het daarvoor bestemde kenteeken zijn voorzien en bereden worden doo; mili- tairen in uniform; c. dienstrijwielen van het Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie; wel ke van het daarvoor vastgestelde kenmerk zijn voorzien en berejden worden door ambtenaren of bearnbtm van dit Staats bedrijf, gekleed in uniform of voorzien van hun ambtelijke distinctief; d. rijwielen, welke bereden worden door ambtenaren der Rijks- of gemeentepolitie in uniform. Hieronder ook te verstaan Rijks- veldvvacht, inilitaire politie en konjnkhjke marechaussee; e. rijwielen, welke bereden worden door hier te lande bun functie uitoefenende di- plomatieke- en beroeps-consulaire ambte naren van vreeinde mogendheden, leden van hun gezin en bij hen inwonende in bun dienst zijnde personen, alsniede aan de bier te lande gevestigdc gczantsehap- pen en consuiaten verbonden kansieiarij- ambtenaren alleen mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen 't Rijk geen beroep of bedrijf uitoefe.nen, en ond-er voorwaarde an wederkeerigheid, indien door den Staat een rij- tot welken die p.er.-;onen benoorcn, wielbelasting wordt geheven; f. rijwielen, welke bereden worden door (Vervblg.) Het eerste geluk van Vonved's w®der- zien van vrouw en kind en zijne vrienden was voorbij, en de zeelui waren ai wcer spoedig tot de gewone orde en onder het gewone gezag van hun beminden kapitein teruggekee|rd. Eenigszins anders was hH met Amalia gesteld, die met angst en sidde- nng dacht aan de verdere, steeds gevaar- lijke toekomst van Vonved. Op den twee- den dag na zijn herstel was Vonved met zijne vrouw en den kleinen Willem alleen in zijne kajuit en zijn blik rustte op het bleeke en bezorgde gelaat van Aniali,a. ij trad op haar toe en trachtte door een paar schertsende woordon en een kus haren kommer die dmdelijk op haar gefaat stond te lezen, te verdrijven. Piotsebng barstte de jonge vrouw m een hevig snikken uit, zoodat ze in 't eerst niet in staat was een woord te uiten. O Vonved, zei ze eindelijk; hoe moet het toch gaan als ge er met van afziet den Koning te best ii j denGe zijt de zwakkere partij en eindelijk zult ge toch moeten be. zwijken; de vijandschap van den Koning tegen u wordt steeds he- viger en voor eene tweede maal kunt ge niet mee.r op eene redding als deze hopen. Voortvluchtig. vervoigd; vo- gelvrij verklaard zweri't ge op zee rond en wie u gevangen neemt ja zelfs wie u doodt, volvoert eene daad die door den ,en, de overheid van Dcncmarken njkelijk befoond wordt. O Vonved. Toen en ik in die vreeselijke ure, waarin ge aan mij ontrukt werd. van niemand huip en red ding verwachtte, heb ik de gelofte gedaan dat ik u zou trachten te bezweren dit be- staan te laten varen en den Koning om vergeving en genade te smeeken, zoo gij ons, mij en mijn kind weergegeven zoudt worden. Vonved's wenkbrauwen fronsten zich somber staarde hij zijne vrouw aan. Nooit. riep hij. Ik inij met Frederik ver- zoenen? Ha! eerst zou hij tot mij moeten kornen en mij dt1 hand reiken, voor ge van mij zoudt mogen verlangen, dat ik de knieen voor den tiran zou buigen. Dring daar niet op aan, Amalia. Vergeef hem. Vonved; het onrecht dat hij u deed, en hij zal u vrigeven wat g« tegen hem nusdreeft. Nooit. riep Vonved met trillende stem Vrouw, zoo ge me hefhebt spreek daarvan dan met meer; eisch verder wat wilt slechts dat eene met. O Vonved, juist omdat ik u liefheb; om- dat ik u hooger stel dan mijn leven daarom bid ik u, luister weet, ik weet niet hier te lande wonende personen, die tijdelijk, en niet lartger dan drie achtereen- volgende maanden, binnen hot rijk verbhj- ven, hieronder niet begi«pen personen; die voor hun beroep of voor eenige andere re- den geregeld binnen het rijk komcn. De inzake invoerrechten en accijnzen gel- dende bepalingeii, voor het gevai van waii- betaling van geldb ieten, zijn ook bij de toe- passing van deze wet vail kracht. De geld- boeten zijn verha.llbaar op hlet rijwijel, waarmede een over.reding is gepleegd, on- verschillig wirns agendorn het is. Met het opspor van overtredingen zijn belast de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen, alsmede lie ambtenaren der rijks- en gemeente-politie. Zij zijn bevoegd ieder rijwiel, dat zij op den openbaren weg aan- treffen te onderzoeken; wordt het bereden, dan zijn zij bevoegd, daartoe den berijd®r te doen stil houden en hem desnoods met geweld tot stilhouden te dwingen. Bij ontdekking eener overtreding dezei- wet zijn zij bevoegd, het rijwie] in beslag te nemen en op te brengen naar het naast bij- gelegen ontvangkantoor der accijnzen, al- waar de ontvanger desverlangd het beslag opheft tegen betaling der maximum geld- boete. x Zoolang edn beke;urde niet is gedag- vaara, kan hij door of vanwege den minis ter tot transactie werden toegelatlen. Deze wet kan vvordqn aangehaald als rijwiel-belastingwet en treedt op een nader te bepalen tijdstip in werking. DE OL1EBORING BIJ W1NTERSWIJK. Dr. P. Tesch, de directeur van den Rijks Geoloigischen Dienst, is Woensdagmiddag van zijn besiprekinge i met den Minister van Waterstaat in zake de Corle'scfhe aardolie, op het hooiulbureau van den, dienst te Haar lem teruggekeerd en was naar de Tel. meld! bereid ons een en ander omtrent de opzienbarende oliewinning bij Winterswijk mede te deelen. We staan hier zeide Dr. Tesch voor een van staatswege gedane vondst van de hoogste waarde, weike zeer verstrekkende gevolgen kan hebben. Er openen zich perspectieven van groote beteekenis. Natuurlijik valt hierbij een zeker voonbelhoud te maker, want zekerheid be staat vanzelf met. Ivoil ongetwrjfekl staat het vast, dat we hier met 'n belangrijke ge- beurenis in ons land te doen hebben. Gelijk gezegd, d,e vondst heeft van staats wege plaats gehad en het vindingsrecht komt dan ook den staat toe. Het merkwaardige feit doet zich voor en het geval is voor zoover Dr. Tesch weet eenig op de wereld dat uit een boorgat steenkool, steen.zout en aardolie is verkre- gen. Bij het boren naar steenkool en steen- zout werden reeds aanwijzingen verkregen, dat er zich ook olie in den bodem bevond; aanwijzingen, welke de bodemlagen ople- verden van oliesporen boven den grand, was gene sprake. Reeds waren de werk- zaamlheden voor de boring naar steenkool en steenzout nagenoeg beeindigd, toen als- nog positieve resultaten met aardoliewin- ning bereikt werden. Te Winterswijk begon de Rijks Geologi- sche Dienst zijn werkzaamheden in 1907 in hoofdzaak met ihet doel naar steenkool en steenzout te zoeken. Met groote onder- brekingen duurde het werk tot nu toe voort, gedurende den geheelen oorlog lag het bij- voorbeeld stil en eerst in 1920 werd het met kracht herbegonnen en het was in ihet vorig najaar, dat Dr. Tesch den Minister voor het eerst mededeelde, dat hij goede gronden had om aan te nemen, dat zich daar in den Corle'sohen ibodem ook olie bevond Steenzout (voorhuisihoudelijk gebruik en voor conserveeringsdoeleinden) is er in on- uitputtelijke hoeveelheden te vinden en er liggen eveneens rijke lagen steenkool! En thans de aardolie! Geen dezer bodemproducten is daar ter plaatse nog ontgonnen, in tegenstelling bij- voorbeeld met Boekelo, waar een semi- staatslbedrijf die werkzaamheden ter hand heeft genomen. Olie bevindt zich daar evenwel niet. Aan den staat is thans de taak de bodemrijkdommen van Corle pro- ductief te maken: volgens de Mijn--wet komt den staat de eigendom toe van hetgeen zich in den bodem bevindt. Wat nu de naaste toekomst betreft is 't zaak aldus Dr. Tesch noch voorbarige concludes te trekken noch verwachtingen neer te druk- ken; men wachte nuchter af wat de verdere onderzoekingen zullen opleveren! Zaterdag is het voor het eerst gelukt eenige honder- den, liters olie te winnen en het nadere on- derzoek zal nog eenigen tijd vorderen. Van nieuwe boringen is voorloopig geen sprake en inzake de ontginning is de beslissing aan de Staten-Generaal. Ten slotte is het nog van belang te ver- melden, dat de gewonnen olie afkomstig is deels uit bodemlagen van Permisehen. deels uit lagen van Carfoonischen oudierdom. Het geheele exploitatiewerk in het Winterwijk- sche stond van den beginne af aan onder leiding van Dr. Tesch; het thans verkregen resultaat, dat althans op zijn onderzoekin gen der laatste 4 jaren de kroon zet, is hem een buitengewoon groote voldoening. DE ENGELSCHE BELASTINGEN. De kanselier voor de schatkist, Philip ^snowden, heeft een overzicht van de Britsche belastingen gepubliceerd, waaruit blijkt, dat het bedrag daarvan per hoofd der bevolkiDg hooger is dan in eenig ander land ter wereld. De cijfers zijn naar raming voor Groot-Brittannie 318 shilling per hoofd, Frankrijk 134 shilling, Duitschland 81 j i-hilling en Italie 66 shilling. Ook in de Britsche overzeesche dominions is de be- lasting zeer zwaar. Nieuw Zeeland heeft een belasting van 245 shilling per hoofd en Canada en Australia een van ongeveer 160 shilling. Snowden wijst er op, dat ovenwel deze internationale ve.'geliikmgen voorzicht g moeten worden gebruikt in ver- band met het verschil in nationalen levens- standaard, financieele organisatie en de sociale en economische structuur van de landen j die vergeleken worden. DE HEVIGE SNEEUWVAL IN ITALIE. j Volgens een hericht uit Rome ligt in enkeie gedeelten van Noord- en Midden- j Italie de sneeuw van 40 tot 50 c m. hoog. Ook de toppen van den Vesuvius zjjn met sneeuw bedekt. TER NEUZEN, 3 MAART 1924. PER ABUIS lieten wij in ons vorig nummer no. 165 wieg met baby winnen op de tombola der pop- pententoonstelling, terwijl het winnend nummer is 156. Bij het overnemen der ge- tallen waren twee cijfers verwisseld. Meer dan anders spijt ons deze vergissing, omdat dit aanleiding gaf bij de bezitster van no. 165 verwachtingen op te wekken, die op teleurstelling uitliepen. ONGEVAL MET EEN BENZjNELAMP. JI. Zaterdag was de schilder jac. Brug- geman in een pakliuis aan de Noord- straat werkzaani met een beniznelamp, toen dit werktuig ontplofte en B. deerlijk het gelaat verbrand genceskundige hulp moest inroepen. Door de ontploffing werden ook aan aantal pannen \an het dak geworpen. CHR. WINTERLEZING. De rij der winterlezingen, vanwege de Vereeniging voor Chr. winterlezingen al- hier werd Vrijdag besloten met eene rede van Dr. J. Severijn, van Dordrecht. Het sleclite weer was vermoedelijk oorzaak dat de opkomst niet zoo groot was als. gewoon- lijk. De heer J. Christiaanse opende de ver gadering met voorlezin.g van het 8e hoofd stuk uit Samuel I en gebed, waarna hij met een toepasselijk woord den spreker en de opgekomenen welkom heette. Dr. Severijn had tot ©nderwerp: Israels Koning, en verzocht zijn gehoor dit breed te wil'len verstaan, nl. het Koningschap. In eene schoone rede, die met grooie aan- daeht werd gevolgd, schetste hij de betee kenis van het Koningschap Gods in tegen stelling met den Koning zooals die door de menschen werd verlangd. Hij teakende de droefheid van Samuel over den afval van zijn. volk en de lank- moediigheioi van God tegenover dat volk. Spreker vraagt hoe het komt, dat de menschen. het gezag der Overheid (die ook menschen zijn) erkennen, een vraag die door vele denkers is gesteld. Dit moet vol gens velen zijn oorsprong vinden in de historie van boven. Waar macht tegenover macht wordt ge steld, leidt dit tot revolutie, gelijk in onze dagen zoo dlkwijls is te zien. De Overheid is volgens spreker eene in- stelling Gods. De orde is verstoord door de zonde, de dood. Zeggenschaip heeft alleen God, niet de mensch. God heeft het gezag ingesteld omdat hij gezegd heeft: gij zult elkan.de''- met dooden, maar liefhabben. In tijden van fcjoei, vindt men dan ook geen doodslag, in tijden van afva! daarentegen gruwelen, zoo als in onzen tijd. De gerechtigheid Gods is niet enkel oor- deel, doch ook bescherming. God neemt Zijn beeld in bescherming, ook al is dat beeld gevallen, Als wij zegt spreker de Overheid zoo zien, dan is het vanzelfsprekend, dat wij onze overheid&personen erkennen als dragers van het Goddelijk gezag. De Overheid heeft echter te vragen. Wat wilt Gij, dat ik doen zal; daarom draagt zij het zwaard niet tevergeefs, daarom is het gezag ook niet te stellen buiten Gods wet. Doen wij of de Overheid dat wel, dan leidt dat tot revolutie. Omdat de Koning niet toeliet God te die- nen, zooals Hij ged.iend wilde zijn, heeft ons volk Filips II dan ook afgezworen. Israel echter had geen Koning, God had gezegd: gij zijt Mijn volk, Ik ben uw Koning. Het groote wonder in. de wereldgeschie- denis is, dat Hij spreekt tot een volk. Zoo is Mozes geen Koning, wel als het ware de Minister Gods. Spreker is tegen den Raad van Beheer, omdat deze de Dienaren des Woords maakt tot ambtenaren, in stede van amfbtsdragers God laat den mensch in het Koningschap van David zien het type van den gezalfde Gods. Komende tot de beteekenis der ware Kerk die geopenbaard zal worden, zocsht spreker die met in hetzij Herv., Geref. of Chr Geret. kerken, maar in degenen die geroepen zijn uit a He tongen, natien en volken. De Kerk nier op aarde is echter noodig en goed, mits zij belijde de goede belijdenis des ue- loofs, anders is zij geen Kerk. Spreker zeide ook te wezen voor schei- ding van Kerk en Staat. De Kerk moet af- ver- u, het; dat daarom u zoo vijandig is, omdat ge de knieen niet voor hem wilt buigen, en hij is toch uw Koning, wiens onderdaan ge slechts zijt, volgens recht en wetten; hij zou zelf u de hand van verzoening wil- len reiken, wannoer gij; Vonved; er slechts toe zoudt kunnen besluiten u voor hem, uwen souverein te buigen. Doe het, Von ved, onderwerp u aan hem; zeg hem dat ge zijn trouwe vazal zult zijn, gelijk uwe voor- aderen het voor de zijnen waren; hij zal zich gelukkig voelen dat er een eind aan de vijandschap komt en u willig ver- giffenis en gehade schenken. Ik begefer zijne vergiffenis niet, Heeft hij soms genade geschonkon, heeft zijn hart niedelijden gevoeld tor n gij voor hem knieen voof h op de knieen laagt, toen gij en ons kind hem smeekte, mijri leven te sparen. En nu zal ik hem om vergiffenis moeten gaan bedelen? Met hoon en spot zou hij me antwoorden als ik me op deze wijze ver- nederde en ik zou mezelven mijn gansche leven moeten vCrachten. Het gebeente van Knud Vonved zou geene rust in het graf vinden zoo ik zijn naam die schande aan- deed. - Neen Vonved, uv/ grootvader stierf bid- dend, verzoend met God en zijne vijanden en zegenend zou hij uit den heme! op u neerzien, wanneer ge uwe vijandschap en uwen wrok tegen den Koning kondt over- winnen; ja de Koning zelven zoudt ge in grootmoedigheid overtreffen wannte,- ajj; wien hij zoo groot, zoo ontzetftend on recht deed, hem 't eerst de hand ter zoenmg reikte. Mijn grootvader heeft zich drie malen met hem will en verzopnen, doch zijne zucht tot vvraak liet zich niet overwinnen. Voor hem kan ik niet anders in mijn hart blij- ven koesteren dan haat en wraakzucht, en dat zal ik doen, zoolang hij en ik leven. Zijn gezicht was black gaworden bij deze woorden en zijne stem trilde. Waren zijne vrienden bij het tooneel togenwoordig geweest ,ze zouden met angst eene uitbars- ting van toomelooze woede verwacht heb ben. Doch bij Amalia stond een cdel Tje- sluit vast, ze wilde al hare krachten in het werk stel leu om de booze geesten te bezweren. die den geliefde in hunne macht hielden; ze wilde zijn haat over winnen en hem door d© verzoening met 1 Frederik VI de mogelijk' op toekomstig. geluk en voortdurende rust openen. De dreigende toorn van Vonved had dus op haar niet de uitwerking, die hij ongetwij- feld op anderen gemaakt zou hebben. Met opgiheven handen wierp zij zich op hare em ni en t erwi jl h;: de tranen over de bleicke wangen rolden, smeekte zee Doe het dan ter wille van ons kind, of wilt ge dat ook uw zoon zulk een ongelukkige, vogelvrijv«rklaarde vluch- teling wordt, die het niet mag wag en voet aan wal te zetten, zonder gevaar te loo- pen naar het schavot te worden gcvoerd0 Op Vonved's gelaat kon men den ont- zettenden strijd bespeuren, die in zijn bin- nenste woedde. Haat en wraakzucht too-en Frederik streden met de liefde voor vrouw en kind en met de hem aangeboren edel- moedigheid, eene onvervreembare eigen- schap van zijn geslacht. Angstig staarde Amalia op zijn gefaat om te zien, wat er in zijn H art omging en terwijl ze zijnu knieen omvatte, riep ze snikkend: Vonved maak ons gelukkig. r De strijd was beslist. De e.ngei "des vredes had de ovepwinning behaald op den boozen geest der wraak. Hij verhard- de zijn hart niet Ianger en de tranen ont- vloeiden aan zijne oogen. Zijn we.erstand was gebroken onder den invloed der liefde. Hij drukte Amalia aan zijn hart, tilde zijn zoon op den arm en zacht klonk het van zijne lippen: Welnu, wees gelukkig. Een vreugdekreiet was het eenige ant- woord van Amalia; de tranen, die zooeven de teekenen waren van angst en zielesmart waren nu in vre,ugdctranen veranderd Edele man, fluisterde zij; Go.d zal er u voor loon en. Een uur later zat Vonved alleen voor zijn schrijftafel ee.n fangen brief te schrij- ven aan niemand anders dan aan Konin^ Frederik VI van Denemarken. Er was een maand verstreken sedert den gewichtigen dag, waarop Kopenhagen het schouwspel van Vonved's terdoodbrengino moeten missen en de h©rinnering aan gebeurtenissen van di©n had en aan al wat er op gevolgd was, had reeds weer plaats gemaakt voor nieuwe feiten. Frederik hield nog altijd zijn verb.ij op zijn slot Frederiksburg. De vo- gelen jubelden hun avondlied en de zon wi'rp juist hare laaljste purpeii-en sjtraien over de bio embed den en de struiken in net slotpark, terwijl een zacht avo,ndko<'lte langs de bladeren streek en de kruinen der nooge boomen in de laan, die naar het slot leiddc, deed wiegelen. Tusschen de bloc- men en struiken wandelde de oude Koning van Denemarken eenzaam rond Hij had streng bevel gegeven, dat niemand in het slotpark toegeiaten inocht worden en zoo waande hij zich in zijn uitgestrekten tuin alleen. Hij strekte, in gepeins verzonken en strak voor zich uitstarend, zijne wande- Hng tot bijna het uiterste einde van het park uit. Op zijn gelaat stond zorg te lezen en met de handen op den rug scheen hir over die zorgen na te denken. Juist wilde hn een zijpad inslaan, dat bij dicht en vrij hoog kreupelhout op den grooten weg uilkwam, toen plotseling de struiken ntselend van elkander werden gescheiden en een man op den Koning toetrad Wie zijt gij? vroeg de Koning. to ben Lars Vonved, graaf van Elsinon- de vogelvrij verklaarde onderdaan van uwe majesteit. Rampzalige. Zijt ge nog niet tevreden met uwe schanddaden? Wilt ge heden de maat vol meten? Wat zoekt ge hier? Mijn Koning zocht ik. Vonveds toon klonk vast en beslist en op zijn gelaat kon Frederik vastberadenhrid lezen. Zocht ge mij? Ja, Sire. verrader. Terug, (Slot SES#®5Z9MHMHH9MNH *l£MM)(Xi<JHWt9ll!itfMCaR3aAKi;* .-i&ftii- M «vb-. i i i i n n»i in m i ihihiii mi.i 21) in mijn naar mij. Ik Koning slerfits

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1