m'i§0
AL6EMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTiEBUD VOOR ZEEUWSCH VLAANPEREH
No 7576.
Maandag 3 Maart 1924,
64e Jaargaug.
BUIT'ewlanD-
HH3BSTB
EUXLLSTOF,
De vrouw van den
Zeeschuimer.
-T* m itp-
V.
fepSA
TWEEDE KAMER.
Bij den aanvang van de zitting va.i Vrij-
dagmiddag werd met 55 tegen 11 stemmen
foesloten met ingang van 1 April a.s. het
Kort Versiag van het verhandelde in de
Tweede Kamer op te heffen. Te voren was
met 49 tegen 11 stemmen verworpen het
amendement—Duys om eerst met i Sep
tember a.s. tot oph effing over te gaan.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigde
dc Kamer zich met de motie-Rutgers om na
te gaan de mogelijkheid om gedurende
eenige maanden een proef te nemen met het
verstrekken aan de leden van een ongecor-
rigeerde drukproef van de Handelingen der
Tweede Kamer.
Vervolger.s werden zonder discussie of
hoofdelijke stemming aangenomen hoofd-
stuk II (ihooge colleges), hoofdistuk Vila
(nationale scfould) en hoofdstuk XI! (wet
op de middelen).
Hierna werd een aanvang gemaakt met
de behandeling van de begrooting voor on
der wijs.
MINISTER AALBERSE TOT KAMERLID
BENOEMD.
Het centraal bureau voor de verkiezing
van leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal heeft heten, ter voorziening in
de vacature, ontstaan door het overlijden
van Mr. M. J. C. M Kolkman, tot lid van
de Tweede Kamer benoemd verklaard, Mr.
P. J. M. Aalberse, Minister van Arbeid,
Njjverheid en Handel.
SALARISVERLAGING RIJKS
PERSONEEL.
Naar de Tel. verneemt, is in de Vrijdag-
middag gehouden vergadering in de Cen
trals Commissie voor georganiseerd overleg
in ambtenaarszaken andermaal de voorge-
nomen salarisvermindering der rjjksambte-
naren aan de orde geweest.
In de vergadering van 12 Februari j.l.
badden de vertegenwoordigers der organi-
sat.ies te kennen gegeven, dat alleen dan
van verder overleg sprake kon zijn, indien
dc regeering uiet a priori vasthieid aan bet
door haar genoemde bedrag van 35 millioen.
hetwelk over 1924/25 door de ambtenaren
zou moet worden opgebracht,
Namens de regeering deelde minister Wes-
terveld Vrijdagmiddag mede, datde regeering
het eenmaal ingenomen standpunt handhaaf't
en dus b 1 ijft vasthouden aan de bedragen
van 14 millioen voor 1924 en 21 millioen
voor 1925.
Na scborsing van de beraadslagingen
hebben daarop de personeel-vertegenwoor-
digers unaniem geantwoord, dat op deze
basis geen werkelijk overleg mogelijk is.
Over een voorstel om trots deze tegen
overgestelde en niet te overbruggen op
vattingen de besprekingen over de regeerings-
plannen voort te zetten, staakten de stemmen.
Zes regeeringsvertegenwoordigers waren
er voor en zes vertegenwoordigers van het
personeel er tegen, waarna het overleg werd
beeindigd.
Aan bet einde der vergadering gaf de
Minister zijn leedwezen te kennen over het
feit, dat de commissie bet bovengenoemd
standpunt heeft ingenomen.
Naar bet Nederl. Correspondentiebureau
te s Gravenhage »van bevoegde zijde" ver
neemt, bestaat er voor het door ons uit
Het Volk overgenomen bericbt als zou met
1 April a. s. voor de subal erne officieren
een hooger kortingspereentage (n.l. 12'/s
pCt.) worden toegepast dan voor andere
militairen, geen enkele grond.
EEN EIGENAARDIG VOORSTEL.
De heer Bruna (R.-K.) heeft bij den
Utrechtschen Raad bet volgende eigenaar-
dige voorstel ingediend:
De Raad, gezien hef gedenikwaardige feit,
dat rneer dan twee voile zittingen zijn be-
steed aan een punt der agenda, hetwelk ten
slotte zonder hootdelijke stemming werd
aangenomen;
besinii ter gedachtenis daaraan een ge-
denkpenning te laten slaan.
Deze zal aan de eene zijde een afbeel-
ding vertoonen van den Domtoren, met dit
randschrift, ontleend aan een vaderlandsch
lied:
Het nakroost der gespierde b,raven,
dat nakroost, dat zijn wij.
Aan de keerzijde zal de penning vertoo-
cchtsch wapen, aangebmcht op
een kachel, en het onuersohriit: „Geaellig-
heid kent geen tijd".
B. en W. worden uitgenoodigd, van dezen
penning een exemplaar in goud te doen ver-
vaardigen voor het museum en een aantal
exemplaren in zilver, ter grootte van een
rijksdaalder, welke kunnen worden uitge-
reikt aan raadsleden, die zich door hun.n-e
welsprekendheid1 voor de gemeente bijzon-
der verdienstelijk maken.
HET ONTWERP-RIJWIELBELASTIN'G.
De bepalingen van de nieuwe rijwielwet
luiden als volgt:
Er wordt eeJi rijwielbelasting gen©ven
door middel van merken geschikt om aan
een rijwiel te worden b©vestigd, welke van
rijkswege tegen betaling worden uitgqge-
ven. Ieder belastingmcrk is ge.dig voor een
bepaald jaar, dat daarop is uitgedrukt en
bedraagt drie gulden.
Ieder rijwiel, dat op den openbaren wcg
wordt bereden, moet voorzieii zijn van ©en
voor het Ioopende jaar ge'ldig belasting-
merk, dat aan het rijwiel bevestigd moet
zijn.
De bepaling van het vorige artikei is ook
van toepassing wanneer een rijwiel door
middel van een hulpmotor wordt voortbe-
wogen. 5,
Een belastingmcrk wordt niet vereischt
voor:
a. kinderrijwielen, waarvan de wielen
met andere bandon dan luchlbanden zijn
bekleed, mits de omtrek der bandcn niet
grooter is dan 50 c.M.
b. dienstrijwielen der land- en z«emacht,
welke van het daarvoor bestemde kenteeken
zijn voorzien en bereden worden doo; mili-
tairen in uniform;
c. dienstrijwielen van het Staatsbedrijf
der posterijen, telegrafie en telefonie; wel
ke van het daarvoor vastgestelde kenmerk
zijn voorzien en berejden worden door
ambtenaren of bearnbtm van dit Staats
bedrijf, gekleed in uniform of voorzien
van hun ambtelijke distinctief;
d. rijwielen, welke bereden worden door
ambtenaren der Rijks- of gemeentepolitie in
uniform. Hieronder ook te verstaan Rijks-
veldvvacht, inilitaire politie en konjnkhjke
marechaussee;
e. rijwielen, welke bereden worden door
hier te lande bun functie uitoefenende di-
plomatieke- en beroeps-consulaire ambte
naren van vreeinde mogendheden, leden
van hun gezin en bij hen inwonende in
bun dienst zijnde personen, alsniede aan
de bier te lande gevestigdc gczantsehap-
pen en consuiaten verbonden kansieiarij-
ambtenaren alleen mits zij vreemdeling zijn
en overigens binnen 't Rijk geen beroep
of bedrijf uitoefe.nen, en ond-er voorwaarde
an wederkeerigheid, indien door den Staat
een rij-
tot welken die p.er.-;onen benoorcn,
wielbelasting wordt geheven;
f. rijwielen, welke bereden worden door
(Vervblg.)
Het eerste geluk van Vonved's w®der-
zien van vrouw en kind en zijne vrienden
was voorbij, en de zeelui waren ai wcer
spoedig tot de gewone orde en onder het
gewone gezag van hun beminden kapitein
teruggekee|rd. Eenigszins anders was hH
met Amalia gesteld, die met angst en sidde-
nng dacht aan de verdere, steeds gevaar-
lijke toekomst van Vonved. Op den twee-
den dag na zijn herstel was Vonved met
zijne vrouw en den kleinen Willem alleen
in zijne kajuit en zijn blik rustte op het
bleeke en bezorgde gelaat van Aniali,a.
ij trad op haar toe en trachtte door een
paar schertsende woordon en een kus haren
kommer die dmdelijk op haar gefaat stond
te lezen, te verdrijven. Piotsebng barstte de
jonge vrouw m een hevig snikken uit,
zoodat ze in 't eerst niet in staat was een
woord te uiten.
O Vonved, zei ze eindelijk; hoe moet het
toch gaan als ge er met van afziet den
Koning te best ii j denGe zijt de zwakkere
partij en eindelijk zult ge toch moeten be.
zwijken; de vijandschap van den
Koning tegen u wordt steeds he-
viger en voor eene tweede maal
kunt ge niet mee.r op eene redding als
deze hopen. Voortvluchtig. vervoigd; vo-
gelvrij verklaard zweri't ge op zee rond
en wie u gevangen neemt ja zelfs wie u
doodt, volvoert eene daad die door den
,en, de overheid van Dcncmarken
njkelijk befoond wordt. O Vonved. Toen
en
ik in die vreeselijke ure, waarin ge aan mij
ontrukt werd. van niemand huip en red
ding verwachtte, heb ik de gelofte gedaan
dat ik u zou trachten te bezweren dit be-
staan te laten varen en den Koning om
vergeving en genade te smeeken, zoo gij
ons, mij en mijn kind weergegeven zoudt
worden.
Vonved's wenkbrauwen fronsten zich
somber staarde hij zijne vrouw aan.
Nooit. riep hij. Ik inij met Frederik ver-
zoenen? Ha! eerst zou hij tot mij moeten
kornen en mij dt1 hand reiken, voor ge van
mij zoudt mogen verlangen, dat ik de
knieen voor den tiran zou buigen. Dring
daar niet op aan, Amalia.
Vergeef hem. Vonved; het onrecht dat
hij u deed, en hij zal u vrigeven wat g«
tegen hem nusdreeft.
Nooit. riep Vonved met trillende stem
Vrouw, zoo ge me hefhebt spreek daarvan
dan met meer; eisch verder wat wilt
slechts dat eene met.
O Vonved, juist omdat ik u liefheb; om-
dat ik u hooger stel dan mijn leven
daarom bid ik u, luister
weet, ik weet
niet hier te lande wonende personen, die
tijdelijk, en niet lartger dan drie achtereen-
volgende maanden, binnen hot rijk verbhj-
ven, hieronder niet begi«pen personen; die
voor hun beroep of voor eenige andere re-
den geregeld binnen het rijk komcn.
De inzake invoerrechten en accijnzen gel-
dende bepalingeii, voor het gevai van waii-
betaling van geldb ieten, zijn ook bij de toe-
passing van deze wet vail kracht. De geld-
boeten zijn verha.llbaar op hlet rijwijel,
waarmede een over.reding is gepleegd, on-
verschillig wirns agendorn het is.
Met het opspor van overtredingen zijn
belast de ambtenaren der invoerrechten en
accijnzen, alsmede lie ambtenaren der rijks-
en gemeente-politie. Zij zijn bevoegd ieder
rijwiel, dat zij op den openbaren weg aan-
treffen te onderzoeken; wordt het bereden,
dan zijn zij bevoegd, daartoe den berijd®r te
doen stil houden en hem desnoods met
geweld tot stilhouden te dwingen.
Bij ontdekking eener overtreding dezei-
wet zijn zij bevoegd, het rijwie] in beslag te
nemen en op te brengen naar het naast bij-
gelegen ontvangkantoor der accijnzen, al-
waar de ontvanger desverlangd het beslag
opheft tegen betaling der maximum geld-
boete. x
Zoolang edn beke;urde niet is gedag-
vaara, kan hij door of vanwege den minis
ter tot transactie werden toegelatlen.
Deze wet kan vvordqn aangehaald als
rijwiel-belastingwet en treedt op een nader
te bepalen tijdstip in werking.
DE OL1EBORING BIJ W1NTERSWIJK.
Dr. P. Tesch, de directeur van den Rijks
Geoloigischen Dienst, is Woensdagmiddag
van zijn besiprekinge i met den Minister van
Waterstaat in zake de Corle'scfhe aardolie,
op het hooiulbureau van den, dienst te Haar
lem teruggekeerd en was naar de Tel.
meld! bereid ons een en ander omtrent de
opzienbarende oliewinning bij Winterswijk
mede te deelen.
We staan hier zeide Dr. Tesch voor
een van staatswege gedane vondst van de
hoogste waarde, weike zeer verstrekkende
gevolgen kan hebben.
Er openen zich perspectieven van groote
beteekenis. Natuurlijik valt hierbij een zeker
voonbelhoud te maker, want zekerheid be
staat vanzelf met. Ivoil ongetwrjfekl staat
het vast, dat we hier met 'n belangrijke ge-
beurenis in ons land te doen hebben.
Gelijk gezegd, d,e vondst heeft van staats
wege plaats gehad en het vindingsrecht
komt dan ook den staat toe.
Het merkwaardige feit doet zich voor
en het geval is voor zoover Dr. Tesch weet
eenig op de wereld dat uit een boorgat
steenkool, steen.zout en aardolie is verkre-
gen. Bij het boren naar steenkool en steen-
zout werden reeds aanwijzingen verkregen,
dat er zich ook olie in den bodem bevond;
aanwijzingen, welke de bodemlagen ople-
verden van oliesporen boven den grand,
was gene sprake. Reeds waren de werk-
zaamlheden voor de boring naar steenkool
en steenzout nagenoeg beeindigd, toen als-
nog positieve resultaten met aardoliewin-
ning bereikt werden.
Te Winterswijk begon de Rijks Geologi-
sche Dienst zijn werkzaamheden in 1907
in hoofdzaak met ihet doel naar steenkool
en steenzout te zoeken. Met groote onder-
brekingen duurde het werk tot nu toe voort,
gedurende den geheelen oorlog lag het bij-
voorbeeld stil en eerst in 1920 werd het met
kracht herbegonnen en het was in ihet vorig
najaar, dat Dr. Tesch den Minister voor het
eerst mededeelde, dat hij goede gronden had
om aan te nemen, dat zich daar in den
Corle'sohen ibodem ook olie bevond
Steenzout (voorhuisihoudelijk gebruik en
voor conserveeringsdoeleinden) is er in on-
uitputtelijke hoeveelheden te vinden en er
liggen eveneens rijke lagen steenkool! En
thans de aardolie!
Geen dezer bodemproducten is daar ter
plaatse nog ontgonnen, in tegenstelling bij-
voorbeeld met Boekelo, waar een semi-
staatslbedrijf die werkzaamheden ter hand
heeft genomen. Olie bevindt zich daar
evenwel niet. Aan den staat is thans de
taak de bodemrijkdommen van Corle pro-
ductief te maken: volgens de Mijn--wet komt
den staat de eigendom toe van hetgeen zich
in den bodem bevindt. Wat nu de naaste
toekomst betreft is 't zaak aldus Dr.
Tesch noch voorbarige concludes te
trekken noch verwachtingen neer te druk-
ken; men wachte nuchter af wat de verdere
onderzoekingen zullen opleveren! Zaterdag
is het voor het eerst gelukt eenige honder-
den, liters olie te winnen en het nadere on-
derzoek zal nog eenigen tijd vorderen. Van
nieuwe boringen is voorloopig geen sprake
en inzake de ontginning is de beslissing aan
de Staten-Generaal.
Ten slotte is het nog van belang te ver-
melden, dat de gewonnen olie afkomstig is
deels uit bodemlagen van Permisehen. deels
uit lagen van Carfoonischen oudierdom. Het
geheele exploitatiewerk in het Winterwijk-
sche stond van den beginne af aan onder
leiding van Dr. Tesch; het thans verkregen
resultaat, dat althans op zijn onderzoekin
gen der laatste 4 jaren de kroon zet, is hem
een buitengewoon groote voldoening.
DE ENGELSCHE BELASTINGEN.
De kanselier voor de schatkist, Philip
^snowden, heeft een overzicht van de Britsche
belastingen gepubliceerd, waaruit blijkt, dat
het bedrag daarvan per hoofd der bevolkiDg
hooger is dan in eenig ander land ter
wereld. De cijfers zijn naar raming voor
Groot-Brittannie 318 shilling per hoofd,
Frankrijk 134 shilling, Duitschland 81 j
i-hilling en Italie 66 shilling. Ook in de
Britsche overzeesche dominions is de be-
lasting zeer zwaar. Nieuw Zeeland heeft
een belasting van 245 shilling per hoofd
en Canada en Australia een van ongeveer
160 shilling. Snowden wijst er op, dat
ovenwel deze internationale ve.'geliikmgen
voorzicht g moeten worden gebruikt in ver-
band met het verschil in nationalen levens-
standaard, financieele organisatie en de sociale
en economische structuur van de landen j
die vergeleken worden.
DE HEVIGE SNEEUWVAL IN ITALIE. j
Volgens een hericht uit Rome ligt in
enkeie gedeelten van Noord- en Midden- j
Italie de sneeuw van 40 tot 50 c m. hoog.
Ook de toppen van den Vesuvius zjjn met
sneeuw bedekt.
TER NEUZEN, 3 MAART 1924.
PER ABUIS
lieten wij in ons vorig nummer no. 165 wieg
met baby winnen op de tombola der pop-
pententoonstelling, terwijl het winnend
nummer is 156. Bij het overnemen der ge-
tallen waren twee cijfers verwisseld. Meer
dan anders spijt ons deze vergissing, omdat
dit aanleiding gaf bij de bezitster van no.
165 verwachtingen op te wekken, die op
teleurstelling uitliepen.
ONGEVAL MET EEN BENZjNELAMP.
JI. Zaterdag was de schilder jac. Brug-
geman in een pakliuis aan de Noord-
straat werkzaani met een beniznelamp,
toen dit werktuig ontplofte en B. deerlijk
het gelaat verbrand genceskundige
hulp moest inroepen. Door de ontploffing
werden ook aan aantal pannen \an het
dak geworpen.
CHR. WINTERLEZING.
De rij der winterlezingen, vanwege de
Vereeniging voor Chr. winterlezingen al-
hier werd Vrijdag besloten met eene rede
van Dr. J. Severijn, van Dordrecht. Het
sleclite weer was vermoedelijk oorzaak dat
de opkomst niet zoo groot was als. gewoon-
lijk.
De heer J. Christiaanse opende de ver
gadering met voorlezin.g van het 8e hoofd
stuk uit Samuel I en gebed, waarna hij met
een toepasselijk woord den spreker en de
opgekomenen welkom heette.
Dr. Severijn had tot ©nderwerp: Israels
Koning, en verzocht zijn gehoor dit breed
te wil'len verstaan, nl. het Koningschap.
In eene schoone rede, die met grooie aan-
daeht werd gevolgd, schetste hij de betee
kenis van het Koningschap Gods in tegen
stelling met den Koning zooals die door de
menschen werd verlangd.
Hij teakende de droefheid van Samuel
over den afval van zijn. volk en de lank-
moediigheioi van God tegenover dat volk.
Spreker vraagt hoe het komt, dat de
menschen. het gezag der Overheid (die ook
menschen zijn) erkennen, een vraag die
door vele denkers is gesteld. Dit moet vol
gens velen zijn oorsprong vinden in de
historie van boven.
Waar macht tegenover macht wordt ge
steld, leidt dit tot revolutie, gelijk in onze
dagen zoo dlkwijls is te zien.
De Overheid is volgens spreker eene in-
stelling Gods. De orde is verstoord door de
zonde, de dood.
Zeggenschaip heeft alleen God, niet de
mensch. God heeft het gezag ingesteld
omdat hij gezegd heeft: gij zult elkan.de''-
met dooden, maar liefhabben. In tijden van
fcjoei, vindt men dan ook geen doodslag, in
tijden van afva! daarentegen gruwelen, zoo
als in onzen tijd.
De gerechtigheid Gods is niet enkel oor-
deel, doch ook bescherming. God neemt
Zijn beeld in bescherming, ook al is dat
beeld gevallen,
Als wij zegt spreker de Overheid
zoo zien, dan is het vanzelfsprekend, dat
wij onze overheid&personen erkennen als
dragers van het Goddelijk gezag.
De Overheid heeft echter te vragen. Wat
wilt Gij, dat ik doen zal; daarom draagt zij
het zwaard niet tevergeefs, daarom is het
gezag ook niet te stellen buiten Gods wet.
Doen wij of de Overheid dat wel, dan leidt
dat tot revolutie.
Omdat de Koning niet toeliet God te die-
nen, zooals Hij ged.iend wilde zijn, heeft ons
volk Filips II dan ook afgezworen.
Israel echter had geen Koning, God had
gezegd: gij zijt Mijn volk, Ik ben uw
Koning.
Het groote wonder in. de wereldgeschie-
denis is, dat Hij spreekt tot een volk.
Zoo is Mozes geen Koning, wel als het
ware de Minister Gods.
Spreker is tegen den Raad van Beheer,
omdat deze de Dienaren des Woords maakt
tot ambtenaren, in stede van amfbtsdragers
God laat den mensch in het Koningschap
van David zien het type van den gezalfde
Gods.
Komende tot de beteekenis der ware Kerk
die geopenbaard zal worden, zocsht spreker
die met in hetzij Herv., Geref. of Chr Geret.
kerken, maar in degenen die geroepen zijn
uit a He tongen, natien en volken. De Kerk
nier op aarde is echter noodig en goed,
mits zij belijde de goede belijdenis des ue-
loofs, anders is zij geen Kerk.
Spreker zeide ook te wezen voor schei-
ding van Kerk en Staat. De Kerk moet af-
ver-
u,
het; dat
daarom u zoo vijandig is, omdat ge de
knieen niet voor hem wilt buigen, en hij is
toch uw Koning, wiens onderdaan ge
slechts zijt, volgens recht en wetten; hij
zou zelf u de hand van verzoening wil-
len reiken, wannoer gij; Vonved; er slechts
toe zoudt kunnen besluiten u voor hem,
uwen souverein te buigen. Doe het, Von
ved, onderwerp u aan hem; zeg hem dat ge
zijn trouwe vazal zult zijn, gelijk uwe voor-
aderen het voor de zijnen waren; hij
zal zich gelukkig voelen dat er een eind
aan de vijandschap komt en u willig ver-
giffenis en gehade schenken.
Ik begefer zijne vergiffenis niet, Heeft
hij soms genade geschonkon, heeft zijn
hart niedelijden gevoeld tor
n gij voor hem knieen voof h
op de knieen laagt, toen gij en ons kind
hem smeekte, mijri leven te sparen. En nu
zal ik hem om vergiffenis moeten gaan
bedelen? Met hoon en spot zou hij me
antwoorden als ik me op deze wijze ver-
nederde en ik zou mezelven mijn gansche
leven moeten vCrachten. Het gebeente van
Knud Vonved zou geene rust in het graf
vinden zoo ik zijn naam die schande aan-
deed. -
Neen Vonved, uv/ grootvader stierf bid-
dend, verzoend met God en zijne vijanden
en zegenend zou hij uit den heme! op u
neerzien, wanneer ge uwe vijandschap en
uwen wrok tegen den Koning kondt over-
winnen; ja de Koning zelven zoudt ge in
grootmoedigheid overtreffen wannte,- ajj;
wien hij zoo groot, zoo ontzetftend on
recht deed, hem 't eerst de hand ter
zoenmg reikte.
Mijn grootvader heeft zich drie malen met
hem will en verzopnen, doch zijne zucht
tot vvraak liet zich niet overwinnen. Voor
hem kan ik niet anders in mijn hart blij-
ven koesteren dan haat en wraakzucht, en
dat zal ik doen, zoolang hij en ik leven.
Zijn gezicht was black gaworden bij
deze woorden en zijne stem trilde. Waren
zijne vrienden bij het tooneel togenwoordig
geweest ,ze zouden met angst eene uitbars-
ting van toomelooze woede verwacht heb
ben. Doch bij Amalia stond een cdel Tje-
sluit vast, ze wilde al hare krachten in
het werk stel leu om de booze geesten
te bezweren. die den geliefde in hunne
macht hielden; ze wilde zijn haat over
winnen en hem door d© verzoening met 1
Frederik VI de mogelijk' op toekomstig.
geluk en voortdurende rust openen. De
dreigende toorn van Vonved had dus op
haar niet de uitwerking, die hij ongetwij-
feld op anderen gemaakt zou hebben. Met
opgiheven handen wierp zij zich op hare
em ni
en t
erwi
jl h;:
de
tranen over de bleicke wangen rolden,
smeekte zee Doe het dan ter wille van
ons kind, of wilt ge dat ook uw zoon zulk
een ongelukkige, vogelvrijv«rklaarde vluch-
teling wordt, die het niet mag wag en voet
aan wal te zetten, zonder gevaar te loo-
pen naar het schavot te worden gcvoerd0
Op Vonved's gelaat kon men den ont-
zettenden strijd bespeuren, die in zijn bin-
nenste woedde. Haat en wraakzucht too-en
Frederik streden met de liefde voor vrouw
en kind en met de hem aangeboren edel-
moedigheid, eene onvervreembare eigen-
schap van zijn geslacht. Angstig staarde
Amalia op zijn gefaat om te zien, wat er
in zijn H art omging en terwijl ze zijnu
knieen omvatte, riep ze snikkend: Vonved
maak ons gelukkig.
r De strijd was beslist. De e.ngei "des
vredes had de ovepwinning behaald op
den boozen geest der wraak. Hij verhard-
de zijn hart niet Ianger en de tranen ont-
vloeiden aan zijne oogen. Zijn we.erstand
was gebroken onder den invloed der liefde.
Hij drukte Amalia aan zijn hart, tilde zijn
zoon op den arm en zacht klonk het van
zijne lippen: Welnu, wees gelukkig.
Een vreugdekreiet was het eenige ant-
woord van Amalia; de tranen, die zooeven
de teekenen waren van angst en zielesmart
waren nu in vre,ugdctranen veranderd
Edele man, fluisterde zij; Go.d zal er u
voor loon en.
Een uur later zat Vonved alleen voor
zijn schrijftafel ee.n fangen brief te schrij-
ven aan niemand anders dan aan Konin^
Frederik VI van Denemarken.
Er was een maand verstreken sedert den
gewichtigen dag, waarop Kopenhagen het
schouwspel van Vonved's terdoodbrengino
moeten missen en de h©rinnering aan
gebeurtenissen van di©n
had
en aan
al wat er op gevolgd was, had reeds weer
plaats gemaakt voor nieuwe feiten.
Frederik hield nog altijd zijn
verb.ij op zijn slot Frederiksburg. De vo-
gelen jubelden hun avondlied en de zon
wi'rp juist hare laaljste purpeii-en sjtraien
over de bio embed den en de struiken in
net slotpark, terwijl een zacht avo,ndko<'lte
langs de bladeren streek en de kruinen der
nooge boomen in de laan, die naar het slot
leiddc, deed wiegelen. Tusschen de bloc-
men en struiken wandelde de oude Koning
van Denemarken eenzaam rond Hij had
streng bevel gegeven, dat niemand in het
slotpark toegeiaten inocht worden en zoo
waande hij zich in zijn uitgestrekten tuin
alleen. Hij strekte, in gepeins verzonken en
strak voor zich uitstarend, zijne wande-
Hng tot bijna het uiterste einde van het
park uit. Op zijn gelaat stond zorg te
lezen en met de handen op den rug scheen
hir over die zorgen na te denken. Juist
wilde hn een zijpad inslaan, dat bij dicht
en vrij hoog kreupelhout op den grooten
weg uilkwam, toen plotseling de struiken
ntselend van elkander werden gescheiden
en een man op den Koning toetrad
Wie zijt gij? vroeg de Koning.
to ben Lars Vonved, graaf van Elsinon-
de vogelvrij verklaarde onderdaan van uwe
majesteit.
Rampzalige. Zijt ge nog niet tevreden met
uwe schanddaden? Wilt ge heden de maat
vol meten? Wat zoekt ge hier?
Mijn Koning zocht ik.
Vonveds toon klonk vast en beslist en
op zijn gelaat kon Frederik vastberadenhrid
lezen.
Zocht ge mij?
Ja, Sire.
verrader.
Terug,
(Slot
SES#®5Z9MHMHH9MNH
*l£MM)(Xi<JHWt9ll!itfMCaR3aAKi;* .-i&ftii- M «vb-. i i i i n n»i in m i ihihiii mi.i
21)
in
mijn
naar mij. Ik
Koning slerfits