ALGEMEEN MEMS- EN ADVERTENTfEBLAB VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Maandag 11 Februari 1924 64e Jaarg-aiig. m Sto. 7567. t Bekendmaking. Bekendmaking. BINNENLAND. FUJI I. LSTO M. De vrouw van den Zeeschuimer. masmatm w miiiim i mmmtmaaa am imiii iiiiibii wmt iiiwui mumum&m. DE PLAATSELIJKE KEUZE. Aan de Memorie van Antwoord in zake het voorstel-Rutgqrs tot wijziging der Drankwet wordt ontleend, dat de voorsfiel- lers niet kunneji inzjien, dat Vernieuwde indiening van een te voren verworpen voor- stel in strijd ziou zijn met goede parlemen- taire gebruiken. De stelling, dat drankbastrijding moet steun«n op zedelijke overtuiging en dat dwang hier niet het gewenschte middel is, kunnen de voorstellers goeddeels on- derschrijven, dodh juist in verband daar- mede wordt het stelsel van plaajhelijke, keuzie aanbevolan. Het drinken van sterke drank wordt daardoor niet belet, doch de verleiding tot het gebruiken wordt in- geperkt en geenszins is het de bedoilling om, gelijk in Amerika aan de burgers on- mogelijk te maken sterkedrank te gebruiken HET EMIGRATIE-VRAAGSTUK. Op het departement van Arbeid, Handel en Nijverheid i.s een besiprekirag, gehouden in zaikie het emi grati evraagstuk naar over- zJeesche gewesten. Aan de besprekingen na- men deel de heeren A. Former, directeUr van den Rijksdienst der Werkloosheidsvcrzcke- ring en arbeidis'oemiddeling; F. H. j. He- nnga, cnef der a'fdeeling Handel en Nijver heid en Walrave Boissevain, voorzitter der stichtirag Emigrate Cent rale Holland", voortis vertegenwoordiigers der vak-cen- traies. DE BIJ „WATERSTAAT" ZOEK- GERAAKTE DUITSCHE CHeQUE. Blijkens het voorloopig verslag der Twee- de Kamer nope-ns het wetsontwerp tor wijzi- 'girug van de Waterstaatsbegrootine 1922 sprak men algemeen de meening uit, daT het gebeurde met de Duitsohe cheque bl T 12) (Vervolg.) Mijn kind, wat mag wel de rdden zijn dat ge op dit uur bij den vriend van mijn bra- ven Orvig aanklopt? vroeg hij op bezorg- den toon. Amalija, die door smart over- stelpt ea niet in staat om van haren stoei op te staan, bij het antwaren van den oudcn man, die haar zoo menigmaal als kind op den arm had g©nomen en gekust, in een hevig snikken uitbarstije'. Amalia droogde hare tranein en beg,on vervolgiens dem generaal hare geschkde- 015 Iaatsten tijd te verhalen. Be- zorgdneid en angst stonden op het gelaat van den generaal te leZen, toen hij hoordc wat het lot van den man der jonge vrouw was. Lief kind, riep hijterwijl hij haar in de rede viel, uw vader heeft mij het leven vee red, door eenen Zweedschen ruiter den sabel uit de vuist te slaan, dien deze juist op mijn hoofd wilde doen HederdaRn; mijn [even staat ter beschikking van Zijn dodh- w en toch vrees ik vrees ik zteer; dat net §Tval nift mogelijk is uw' man te redden, al bood ik den Koning mijn eigen ey®n in i~uil aan. De Koning) is een ridder- ijk man, doch met befrekking tot graaf Lars Vonved van Els in ore is hij, naar ik vijami Cen onverbiddelij1c onverzoenlijk Excehentre, ik bid u; ;k bezweier u bij de vriendscbap, die ge voor mijnen te' vroeg gestorven vadeir koestert, z«e a( uw in- geefit van een zeer slecht beheer aan het departement van Waterstaat. In tal van opzichten zijn fouten gemaakt. Eeniiige led en vroegen, of de ambtenaren, aan wie het zoek maken van de cheque te wijten is, gestraft zijn, en zoo ja, op welke wrjze. And ere led en legden er den nadruk Op, dat niet slechts de chef der afdeeling daarvoor aansprakelijk moet worden ge- steld, nvaar in de eerste plaats de Minister en de secretaris-.generaal, omdat deze aan- gelegenheid blijk geeft van een onverant- woordelijike innchting van het Departement van Waterstaat. De Minister kan niet volstaan met het ge'beurde te betreuren en toe te zeggen, dat maatregelen zijn genomen tegen herhaling. Gevraagd werd waarin die maatregelen be- staan. Het had niet m,ogen voorkomen, dat door de slechte orgamsatie van het Depar tement 127.000 in het water is gegooid. Vele leden verklaarden dan oak door het gebeurde groot wantrouwen te hebbcn ge- kregen in het beheer van de geldelijke be- dragen aan het Departement van Water staat toevertrouwd. NATURALISATIE-BEPERKING. In het verslag over de naturaliisatie van eemige personen stelden sommige Kamer- leden de vraag, of het in dezen tijd, nu de NodenIandsche bevolking groote moeilij'k- heden ondervindt, om zich in ons land vol- doende miiiddeJen van bestaan te verzeke- ren, wel aangaat, maar steeds gevolg te biijven geven aan de vele be zoek en van vreemdelingen om in het Ned. Staatsver- band te worden opgenomen. Zij meenden, dat naturalisatie behalve van oud-Nederlanders of bier te lande uit vreemrielliingen geboren personen van vreemdelangen in dezen tijd slechts b'j hoo- ge uitzonderlng behoort te geschieden. DE LOO'DS VAN DE „ZUIDERD1JK." De Miimijter deelt in zijn memorie van antwoord niet de meening van enkele Ka- inerieden, dat het geding tegen der ioods De B., van het stoomsehip „Z-uiderd:jk" in verband met de aanvanng op 2 September 1922 tusschen dat schip en de „Ezardian" in den Galgenput zich een conflict tusschen recht en tucht heeft voorgedaan. Vast stond dat de ioods m tweeeriei opzicht getorek aan zeeinansclmp heeft geioouid en zijn terug<- siteMing tot loods-kv, eeke'.ing der 2e klasse i.s gesGiiadi, omidat hem in die positie het best, zomder gevaar voor anderen het noodiige inzicht en de noodsge kenm;s kun nen worden bijgehracht. Na uitvoerig een overzicht van de feiten te hebben gegeven, wordt medegedeeld dat Die B. iumiddels een voldoend examen heeft afgelegd en op 16 December weder tot Ioods is aangtstelu. De vrijspraaf? van het Haagsche Hof gaf den Minister geenszins vrijheid, om De B. maar weder tot Ioods' aan te stellen, zoo- lang hij geen voldoende bcwijzeu van in- middiels herwonnen geschikth-aid had ge geven. De meening van somnrige >eden, dat met de disciiplinaire bestratfing had moeten wonden gewacht, totdat de strafrechter over de sohuidvraag uitspraak zou habben ge- daan, worot dan ook niet door den iVliraister gedeeld. Waar een andere Ioods dan De B. had verklaard, dat hij op d/ezelfde wijze zou gdhandeid hebben', heeft de Minister persioomhjlk het inatiatief genoman, om dezen locdis op 'te dragen een en ander nader toe te Iiichten. Niiet alleen was bet plTcht, zich te overtuigen, dat De B. voldoende zeeman- sohap bezait, om zul'k ondoordacht varen na' te la ten, maar bovendien was bet plicht de ar.dere loodisen tot niadeniken te brengen, althans te trachten, bun tot een minder een- ijdigen gedachtengang te brengen. Voor zooverre er van een conflict sprake is geweest, is dit ontstaan door den plicht van den inspecteur van het loodswezen, om \loed bij den Komng aan te wenden. Breng mij en mijn kind bij den Koning, opdat ik hem op mijne knieen om genade voor mijn man, voor den vader van mijn kind; moge smeeken, en ondersteun gij dan mijn verzoek, zoo hij mijne, bede met ver- hooren mocht. De generaal beloofde zijn hulp, ofschoon hij er mets van verwachtte, en zeide t|oen Ga nu mee naar mijn zjuister, die boos zou zijn, wanneer ik Amalia Orvig en haar zoontje met bij haar bracht. Gij zijt heden ouze gast, dan kunt- ge more en vroegtijdig naar den Koning gaan. Amalia nam in dank dit bewij's van toe- genegenherd van den gouverneur aan en volgde hem naar zijne zuster, tene eerwaar- dige. dame, die haar eveneens nog Vfin vroeger kende en die met de harteiijkste d' eliicining en ongelukkige vrouw en den klemen knaap ontving. Amalia bracht den nacht in het huis van den gouverneur sla- peloos door, terwijl het knaapje aan hare zijde rustte. Den volgeuden ochtend trad de generaal in zijne beste uniform en met al zijne rid- derorden de ontbijtkamer binnen en hij zag er zoo ernstig uit alsof het de gewich- tigste staafsaangelegenheid gold. NX ij kunnen gaan als ge wilt, zei hij tot Amalia. Deze omhelsde de' oude dame en steeg daarna in gezHschap van haar kind en den generaal in het rijtuig. Koning Frederik bewoonde het beroemde slot Frederiksborg, ,op eenige uren afstands van Kopenhagen aan den straatweg naar Ellsinore gelegen. Hier hield hij zich het liefst op, en aan dit slot gaf hij de voorkeur boven de vele andere kasteelen, die hij in Dene m ark en bezat. Koning Frederik VI was de waarheiiid te zeggen en het streven der Icodsen, om voor Iran coHega vrijspraak te verkrijgen. DE CONCURRENT 1E DER AUTOBUSSEN. In de memorie var. antwoord op bet voor loopig verslag van de Tweeide Kamer no- pens de begrootjirtg van Waterstaat voor 1924 merkt de Minister van Waterstaat ten aanzien van bet ,autobusverkeer o.a. het volgende op j^Omtrent een om verp tot aanvUlliiig van den algemeCneri nr.atrege! van bestuur, ten eirsde scherpere 1 Jiaripg te verzekeren en overlading tegen, t gaan, is bereids het ge- voelen der provinciate besturen gevraagd. Wat wetswijzigmg betreft, zou ernstig moeten worden ovvwogen of het noodzake- iijk is taring te keeren tot een eoncesaie- stelsel', dat in 1880 onder de toenmalige om- standighedeni lereFht verlaten is, dan wel met eenvoud'iger rege'ling volstaan zou kun nen wor,diem. Immers zou een concessie- stelsel kunnen blijken te nopen tot aan- merkelijiken omslag en kosten, alleen reeds wegenis uitlbrdding van amlhteldjke be- moeiingen. In alfe gevallen schijnt op den voorgrond te moeten komen cfe vraag, of autobussen, hoe nut tig zij ook pjis aan- en afvoermidde1 van spoor- en tran:,vegen, en voor afgezon- derd ltiggende plaa sen kunnen zijn, niette- rnin behooren te worden geweerd, voor zooveel zij als sohadeWjke nrededingers tegen spoor- en trpmwegen optreden. Deze overweging betreedt iutusschen rechtstreeks het gebied de opdracht van de Staatscommiiissie-PC"tijn in zake het ver- voervraagstuk. Hefzelfde geJidt van de vraag, of van au' bussen bililljke betaling wegens het gebruik van de wegen behoort gevergd te worden. De ondiergeteekende meent, dat vooral ten aanzien van dergelijke belangrijke vra- gen het verslag van deze commissie dient te worden afgewacht. DE SYnODE EN DE PREDIKANTS- TRACTEMENTEN. Prof. rar. L. J. v. Apeldoorn, hooglee- j raar aan de Gem. Umversiteit van Am- j sterdam, geeft in eein brochure advie's; j wel'ke houding de gem cen ten moeten aan- i nemen tegenover ji't synodale reglement op ae preaikantsn actementKn en komt, tot de volgende conlqlusies 1. In de eerste pllaats standvastag de betaling van den aanslag te blijven wei- j ger©n, zoolang de Synode met heeft aan- gew«zen den rechtsgrond waarop haar ersch steunt. Maar dit is niet voldoende. Tegenover den aanval van de Synode op j de zelfstandigheid uwer gemeente is een offens.e,- optreden uwerzijds m.i. een eisch J van zelfbehoud. 2. Ik adviseer daarom uw college in de tweede pljaats ook de bet'alMig der quota (waartoe gij met verpticht zijt, om dezjelfde redenen als waarom het regle ment op de predikantstractementjen* ver- bindende kracnt mist), voor het vervolg te weigeren zooljang de Synode niet af- ziet van dwangmiddelen. 3. Maar daarnaast zal het ook noodig i zijn bij de Synode zelve krachtig te pro- tesveeren tegen haar gezagsaanmatiging. 4. En erindieljjk gelef rk uw college in overweging een protest in te zenden bij den minister van Financien tegen de wei- gering der beisturcn om een aanvrage om handopemng door te zenden aan het ministerieel Departement, "wanneer de ge meente nret voldaan heeft aan de bepaiin- gen van het onwejttige synodaf,1 regle ment. Ik wee't wel1 dat, als de minister j van Financien hierjri medegaat met de j gemeenten (wat hij zali moeten doen, in- dijen hij niet de hand wiii leenen aan de onderwerpmg van de gemeente, ook j wat beheersaangelegcnheden betreft, aan de pen mmzaam Vorst tot vvien zelfs de ge- ringste zijner onderdanen gemakkelijk toe- gang had. Zelfs in de residentie was het niet moeilijk, zoo daartoe slechts aanlciding bestond, eqn audipntie bij hem te ver- krijgen, zjonder dat men daarvoor een bij- Zondere bescherming aan het hof noodig had. De Koning had eene wandeling door het slotpark gemaakt en was door den schoo- nen inorgen, misschien ook wel door de goede benchten, die hij had ontvangen in een opgruimde stemming gebracht. Na de wandeling had hij zijn ontbijt alleen ge- bruikt en zich daarna in zijne werkkamer teruggetrokken. Dit was een tamelijk ruim, ach'.hoekig, zeer eenvoudig gemeubeld ver- trek; Cin uiitgesneden eikenhout n tafd'j zes zware eikenhouten zetel(st en in het rond langs de muren nooge, eikenhouten kasten, waarin men honderden boeken kon zien staan, een eenvoudige kachel en een schrij.'lessenaar, ziedaar alles wat het stu- deervertre'k van deri Koning a,lis pronk vertoonde. Op de tafel lagen kaarten, ves ting- en vcjJslagplannen, die bijna alle met aanmerkingen en aanteekeningejn van's Ko- nings hand voorzien waren. Naast den ka chel lag een reusaohtige Newfoundlander en aan de voeten van den bij Ide tafel zittenden Vorst rustle zijn lievelingsjacht- hond. De Koning leunde met beide armen op de tafel an wajs verdiept in een voor hem liggend, fijngeschreven blad papier toen er zacht aan de deur van zijn kabinet iwerd gekSopt. Zonder van lies papier op tje zien, nam de Koning de zillveren ischel die voor hem stand, en deed deze weer- kliinken. Bijna onhaorbaar ging de deur open en een oud man in kostbare schoon Synode) door haar hef re^ht te geven rechtstreeks de handopemng aan te vra- gen, de kerkelijke besturen mettemin steeds behouden het dwangmiddel van weigering van de approbatie der beroeping. Maar- het protect bij den minister zal er toe kunnen medewerken, de regeering de ooigen te openen voor het onreeht, dat de door haar in het leven geroepen Synode tegen over de gemeenten pk-egt. HOE MO'ET HET MET DE ARBE1DS- WET GAAN? „De R. K. Werkgever", orgaan van d'e Alg. R. K. Werkgeversvereenjginig enz., ver- geLijkt de toezegginigen van de Regeering in de Mem. van Antw. op Hoofdstuk I der Staatsibegrootimg met d'e desiderata"van het R. K. Reoonistructie congres. Het blad con- stateert met voldoening, dat de Regeering doord'ronigen is van haar plicht, om werk- tijdverlemging toe te staan indien daardoor kostprij'sverlaginig wordlt verkregen. Door de noodzakelijkiheiid van kostprijsvei iaging als vanzelfisprekend te beschouwen, blijkt de Regeering zich volkomen *e stellen op het standpunt van den beer Stulemei/er, die in zijn eerste conclusie eveneens de verla- ging van prod'uetiekosten tot herstel van de volksiwelivaart noodzakelijk achtte. De vraag, waarom het gaat, is thams deze: bereifct de Regeering de ook door haar noodzakelijk geachte kos.tprijsverla- ging door werktijdverlenginig eerder en be- ter volgens het huidige systeem van over- w®rkvergunnmgen, of moet een andere methode gevolgd worden? Aan de wijze, waarop tegenwioordig de arbe,dswet toegepast wordt, zijn groote be zwaren verbonden, meent het blad. Welke andere methoden, zijn denkbaar? Vooreerst zou men het meest radicale middel kunnen aangrijpen: de geheele ar- beidsiwet afschaffen. Dit middel is onge- wenscht en practisc'h onuitvoerbaar. Onge- wenscht, omdat het even verkeerd is, om in een abnormal,e hausseperiode de overheids- bemoeiing abnormaal op te voeren, als om in een abnormalen baissetijd terstond weer alles af te breken. Wij weten niet, hoe de crisis zich zal ootwiikkelen, wij leven in groote onzeikerheid en kunnen thans niet beoordeelen, wat b.v. over drie jaar moge lijk zal zijn. Bovendien is afschaffing van de arbfidsvvet p.rccb&jfa niet te bere'ken, omdat er in de Staten-Generaaf geen meer- derheid voor is. Een tweede middel zou kunnen zijn: uit- breiding van art. 28 sub 7 der Arbcidswet in diien zin, dat kraditen.s overeenkomst tusschen de organisaties van werkgevers en werknemers binnen de algemeene grenzen van een werkweek van 56 uren en een werk- dag van 10 uur, een langere arbeiidstijd kon worden verktegen. Hoe aanloklkelijik deze oplossing ook sChijnt te zijn, in de praktijk zou er niets van- terecht komen. Om te beginnen staat het bij voorbaat vast, dat de sociaEsfedhe vakbewegiing absoluut afwijzend staat te genover een algemeene werktijdverlenging. Zoolang dit zoo is, blijft een stelsel van overleg over deze zaken een paskwil. Doch bovendien heeft de vakorganiisatie sinds en kele jaren zooveel van haar invloed inge- boet, dat in zeer vele gevallen het overleg met de organisaties een groote onbillijk- h,eid zou opleveren voor de ongeorganiseer- den en voor de onderneming. Het is im mers een ervaringsfeit, dat de arbeiders in de eigen onderneming veel eerder bereid zijn, om wenktijdverlengtiing te aanvaarden, dan de lieiders der organisaties. Het derdie middel zou neerkomen op het Italiaansche stelsel: wetteliike vrijheid om tot 10 uur per dag en tot 56 uur per week te ar'oeiden units de overuren net 10 ovengeld extra worden beloond, Tenslotte is er nog het Zwitsersche en het Duitsche voorbeeld: bij wijze van crisismantregel j e©nig.szins zonde,rlinge kleedij betrad den drempel. I Sire, Zijne Excel!entie den gouverneur der hoofdstad van Uwe Majesteit, generaal Gam, verzoekt een audientie. Otto Gam? vroeg de Koning verrast, zonder naar den kamerdienaar om te zien; wat wil die reeds zoo vroeg op den dag? Laat hem binnenkomen. De generaal trad het vertrek binnen, en toen de Koning zich omkeerde orn hem te ontvangen, bemerkt hij den buitengew nen ernst op Gam's gelaat, doch niet alleen ernstig zag de gouverneur zijn Vorst aan, er lag odk een trek van vastberadenheid om zijn mond. War voert u tot me, generaal? vroeg de Koning minzaam. Mijn pli'cht, sire jegems eenen in den dienst Uwer Majesteit"gevallen vriend, en tevens mijn recht dat ik zelf Ibezit. Spreek duidelijker, Gam. Mijn vriend, Majestqit; heetjtle overstje Orvig; Denemarken telde hem onder zijne edelste en beste zonen; Uwe Majesteit on der hare trouvvste en dapperste officienn. Hij he-eft en eenige dochfer aqhtergelaten, en deze dochter is het, die zoo gaarne de genade Uwci Majesteit wexischt'e in 'te roepen voor haren echtgenoot, die zonder twijfel ter dood veroordeeid zal worden. Sire, Orvig heeft eenmaal mijn hoofd be- waard voor net lot door een Zweedschen cavalenesabel in tweeen gespleten te wor den, tk houd het voor mijn plicht zijn schoonzoon te redden van den bijli des beuls. Mijne m den dienst uwer Majesteit vergrijsde haren. de litfcekencn op mijn hoofd en mijne borst geven mij het recht op de genade Uwer Majesteit en op dit recht zou ik gaarne heden aanspraak worden tijdehjk de wetteliike grenzen van den arbeids'tij'd u-itgebreiid. Het orgaan acht d'it laatste middel nog het best, en stelt voor, dat het b.v. gedu- remde drie jaar behoudens noodzakelijke 1 uitaonderinigen aan de werkgevers zou worden vergund den wettelijk bepaalden ar- beidstijd te overs,ohrijden met ten hoogste 1 ft uur per dag en- 8 uur per week. De Minister van Arbeid zou over een en ander het advies van den H. Raad van Ar beid kunnen vragen. DE DeBaCLE DER HANZEBANKEN. De na de totstandkoming van de wet van 17 April 1Q23 ten behoev-e van debiteuren van de Hanzebanken te Utrecht en te 's Hertogienbosch gefroff-en garantierege- ling. heeft zoo lezen we in de imemorie van antwoord inzake de bqgrooting van Financien slecihts op beperkte schaal toepassing gevonden. Hoewel van de zijde der regeering slechts tegen enkejp der door de Algemeene Centrale Middenstands- credietbank ter fiatteering aangeboden pos- ten bezWaar is gemaakt, zijn in het jgeheel met meer dan 14 credieten goedgekeurd. Dez:e posten vertegenwoordigen een totaal bedrag van 49.200 gulden. De vraag of Uit deze garantieverieening ten slot# nog geldelijke verliezen voor den Staat zullen voortvloeien, leent Zich zegt de mi nister thans. nog niet voor een posi- tieve beantwoording. KOEKVERLOTINGEN. De minister van Justitie heeft aan de gemeentebesturen geschrevfen: Onder mijn aandacht (s gebraclht, dat het voorkomt, dat in klein ere gemeenten; vooral in het Zuiden des lands, door de besturen daarvan toestemming wordt ver- lleend tot het aanleggen en houden van koekverlotingen tijdens de in die gemeen ten te vieren kermissen en wel aan per sonen, die naast het houden van die ver- lotmgem van den verkoop van koek en an dere versnaperingen een beroep maken.1 Bij die toestemmingeft wordt wd een be roep gedaan op de omstandigheid, dat zfulik een loterij op een kermis een on- schuMig vermaak zoude zijn, en dat het IsucCes daarvan velen zou afhouden van murder gewen,schte verteringen en ovor- matrg gebruik van sterkendrank en anders- zin. - t- Ofschoon de mogelijkheid niet wordt ontkend, dat een enkei; gieval kan worden aangewezen, waarin de aangevoerde argu- menten omtrent het nut van zulk een loterij ten behoeve van de goede rust en orde in een gemeente alls juist zouden kunnen worden aanvaard, kan ik het door die ge meentebesturen ingenomen standpunt, zeker in zijn algemeenheid, bezvvaarlijk deelen; bijaldren de daaraan ten grondslag lig-gen- de beschouwingen geen steun vinden in de wet, afgezien van de omstandigheid dat blijkbaar geen rekening wordt gehouden met de bij die loterij in de hand gewerkte speelzucht. Immers, het moge al eens voor komen, dat een zeker bedrag uit de op- brengst van zulk een koekverloting wordt afgezonderd ten bate van eenig liefdadig doel, het persoonlijk voordeel van den aan- legger is niet uitgesloten, integendeel mag worden aangenomen, dat de' loterij juist met het oog op dat voordeel wordt aange- legd. Waar nu de Loterijwet 1905 in art. 3 voarschrijft, dat sloqhts tbestemming kan worden verRend tot het aanleggen en hou den van een loterij, indien deze uitsluitcnd strekt ter bevordering van "eenig algemcien bclang of tot ean liefdadig doejl, moet naar mijn oordeel een door een gemeen- tebestuu! voor een koekverlotimg °als bo- venbedoeld gegeven vergunning" geacht worden in strijd met de loterijwet 1905 te zijn verRend. Waar de mogelijkheid niet schijnt uit- rnaken. Wie is de schoonZoon van Orvig? Wat misdrte; i ij vrorg de Koning, d- ver rast was over den ongewonen ernsf van de.. giMcraalj. 't Is de ertegenvvoordiger van een der oudsie geslacnten in Denemarken; .n man dren hef ongeluk vervolgde, gelijk het zijn naarn reeds vervoljgd nad, voor hij geboren was; een man,"die eens zijn Komng vol toewijding en trouw heeft ge- diend, doch tegen zijn wil uit den.dGnst Uwer Majesteft gejaagd werd, meer als -slachtoffer dan als misdadiger en dien zijn noodlot dwong tegen zijn souverem oor- log te voeren Ongelukkige, van wie spreekt g. riep de Koning jerwijl hij verbleekre. Majesteit, ik sproek van Lars Vonved graaf van Eljsinore, dejn echtgenoot van Amalia Orvig. Zwijg verrader. Majeisje.t, ,i^ isiiuvk om gonade •voor den zoon van den edd'en Waidemar Von ved, die voor Kopenhag u vopr zijn Ko mng, voor zijn vader(and stierf. De Koning trilde van woede. Geen woord meer samenzweerdt r, klonk het van zijne lippen. Ha ha, dat s een heerlijkc geschiedenis. De gouyermur v an Kopenhagen, de oudste generaal van het Deensche legier, de vriend en de verdediger van den zeeroover, den oproermake' Lars Vonved, die de menschen niet een voor ten, maar bij honderden vermcordt. Eene hoonende lach vergezelde deze woorden van Frederik, doch de g.-iuraal liet zich ni-et van zijn stuk brengen. (Wordt vervoifed.) pas*: - s^naasaEESft m Burgemeestei' en Wethonders van TERNEUZEN brengen, ingevolge artikel 12, eerste lid derDrank- wet, ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek van ULALIE GI.1SEL, Echtgenoote van L. F. Bos, van beroep herbergierster, wonende alhier, om veegunning voor den verkoop van iterken drank in het klein. voor gebruik ter plaatse van verkoop in perceel wijk L no. 3. benedenlokaliteit. Dat binnen twee weken, nadatdeze bekendmaking is geschied, door ieder tegen het verleenen van de bedoelde vergunning schriftelijk bezwaren kunnen worden ingebracht. Ter Neuzen, den 11 Februari 1924 Lurgemeeste. ,*1V« ,>n.ders voornoemd, J. HUIZ1NGA. Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. De Burgemeester van Ter Neuzen maakt bekend De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, Gelet op artikel 38 der Veewet, HEEET GOEDGEVONDEN: met ingang van 2 Februari 1924, in te trekken zijns beschikking van 23 November 1923, Directie van den Landbouw, No. 2275, 3e Afd., waarbij werd verbodeu het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens uit het overige gedeelte des Rijks naar een kring omvattende de provincien Frieeland, Groningen, Drenthe, de provincien Overijssel en Gelderland, voor zoover deze gelegen zijn ten Oosten van den IJssel en den Rijn en ten Zuiden van de Waal alsmede dt provincien Limburg, Noord- Brabant en Zeeland en de eilanden Vlieland en Terschelling. 's Gravenhage, 1 Februari 1924. De Secretarig-Generaal, (get.) J. B. KAN. Ter Neuzen, den 8 Februari 1924. De Burgemee«ter voornoemd, J. HUIZINGA. rax -

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1