ALGEMEEN NSEUWS EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No. 7566. Vrijdag 8 Februari 1924, 64e Jaargang. EEDBSTS HJLiJL.JD De Burgemeester van Ter Neuzen DIENSTPLICHT. Uitspraak inzake vrijstelling Nietzsche's bezwaren tegen het Christendom. BINNENLANO. STERTABAK 8 U I TEN L A N D. D» Minister van Binnenland3che Zaken en Landbouw, Bezwaren" is eigeniijk bij een man als Nietz.sche een veal te zaoht en slap woord. Men. moest bij hem een veel harder en ster- ker woord gebruiken. Hij is geen „be- zwaarde'Ben bezwaarde is missohien nog te overtuigen varphet legended, een be zwaarde kan nog worden gewon-nen. W.ie echter de geschniften van Nietzsche lees-t, en voorat zijn afschuwelijk boek: „Anti- chrisit", waarin al zijn haat tegen en afkeer van het Christendom zoo heel fel aan den dag treedt, voelt hder met te d-oen te hebben met iemand, die nog wel gewionnen wil worden, of die nog wel overfui.gd wi! wor den van het tegendeel, neen, Nietzsche heeft een afkeer, eens en voor-goed. En een afkeer van het Christendom. Daar zijn memschen, die wel afkeerig zijn van het „offiioieele" Christendom, maar die dan te- geliij.k ook zoo voorzichtig nog zijn, om er dadeliijlk bij te zeggen of te zetten, dat zij alleen hetofficieele Christendom be- doelen. Het Christendom dus, zooals het zieh tegen,'woordig aandient en vertoonit. Zij widen van het Christendom, zooals het (zeggen zij) door zijn stick ter" bedoeld ls geen kwaad zeggen. Neen, dat zal wel gced en mooi en ze'lfs voortreffelijk zijn. Maar hun bezwaren gelden het officieele ristendom. De menschen van vroeger en van nu hebben, volgens hen, van Jezus' leer en bedoelingen maar wat gemaakt. Zij heb- oen die omgevormd, vervormd, misvormd. Zoodat wat zij thans als Christendom ver- kondiigen en vertoonen, in de verste verte nnet Iijkt op datgene, wat Jezus verkondigd heeft als de ware leer en het rechte lev en Zoo zeggen deze menschen. Maar Nietzsche doet anders. Nietzsche fceert zich niet tegen een of ander soort van Christendom, Nietzsche maakt slechts zel- den onderscheid tusschen het officieele Christendom van tegenwoordig en het Christendom, zooals het zou zijn geweest of bedoeld. Hij gaat in tegen alio Christen dom,. Zoo waarschuwt hij bij voorbeeld de men schen tegen het Evangelie. Men 'kan, zegt Nietzische, met de lectuur van het Evangelie niet omzichtig genoeg zijn, want „achter ete woord zitten zwarigheden verborpen". Men moet, zegt tyi, nooit vergeten, dat het boeken der verleiding z;jn, en nmn docf dns goed om handschoenen aan te trelcken, als men het Nieuwe Testament gaat lezen. Nietzische bewcert, vergeefs gelracht te hetofoen, er een emkelen sympathieken trek in te vinden; er komt, volgens hem, niets in voor, dat vrij, goedhartig, openhartlg of rechtechapen kan worden genoemd. Het is voor hem daar alles lafheid, allies oogen- verd'raaierij en zelf-bedrog. Daarom heeft hij dan ook in het Nieuwe Testament sleahts een emkele persoon gevonden. die hij eer- 'biedigt. En men zal moeite hebben, te ra- den: ww. Hij bedoelt: Pi la t us! En dat wel, omdat P'ilatus er niet aan denkt, om een jodenisitandje ernstig te nemem De voor- name ironic van den Romein, tegenover t.u. e-:, scauamtetootf'ge&rufk lieeft gemaakt van het woordje „waarheid", heeft, volgens Nietzsche, het Nieuwe Testa ment verrijkt met het eenige woord dat daarin staat en dat waarde heeft, namelijk de vraag: „Wat is waarheid?" Of men moet bij voorbeeld Nietzsche hoo- ren razen tegen den apostel Paulus! Pau- lus is hem de tegenstelling van een evan gelist, hij noemt hem dan ook- dysangelist, en hij verwijt het Pauilus, dat deze een Christendom heeft verzonnen ,,voor eigen gebruik". Hetzalfde of nog erger komt aan den dag als wij een ond'erzoek instellen naar Nietzsche's Godsbegrip. Hij schrijft met opzet het woordje god altijd met een kleine g. Vroeger zegt hij gir.g het nog. Toen had elk volk zijn eigen God. En dat was dan, omdat zoo'n voik in zich- zelf geloofde. In zijn God vereerde zoo'n volk zijn eigen beste hoedanighedeil, zijn deugden, in zijn God projecteerde het zij.n eigen glorie, zijn miachtsgevoel. De religie van zoo'n vote was een. vorm van dank- baarheid. Men was dan zichzeif dankbaar, en daarom maakte men een God. Maar daarop zijn, volgens Nietzsche, slechtere tij- den gevolgd, als een volk zijn geloof in zijn toekiomst, zijn hoop op vrijiheid voorgoed opgaf, aiis de deugden der onderworpen- heid, enz. zijn hoofddeugden werden, en dan had zoo'n volk een eigen Godheid noo- dig. ,,Wanneer de bestaansvoorwaarden voor het groeiende leven, als: daipoerheid en kracht, mioed om hoog te staan, nit het Godsbegrip verwijaerd worden; wanneer het stap-voor-stap wordt tot het symfoool van een ouderdomisstaf voor levenisrnoeden, tot een pilech,tanker voor verzinkenden, wanneer de Godheid een soort tehuis wordt voor dakloozen, en zieken w-at bcduidt dan zoo'n inkrimping? Het Godsrijk werd een rijik der onderwereld, een hosipitaal, een ghetto". Het Christelijk Godsbegrip is vol gens Nietzsche ,,een der meest verdorvene, die het menschelijk brein verzonnen heeft." Maar het meest kenmerkende is toch bij Nietzsche wel zijn kritiek op de moraal van het Christendom, en daarvan wilden wij in dit artikel vooral drie dingen mededeelen. a. Niietzsche ziet het Christendom als godsdienst van het medelijden. Maar mede- 1 ijden is volgens hem beslist sci-adelijk en eigemlijik het atterdwaaste, wat er te denken is. Medelijden werkt zegt Nietzsche zeer neerdrukkend. Men verliesi kracht, als men medelijdt. Het lijden op-ziich-zelf ver- oorzaakt al. krachtverilies genoeg, om er ook nog medelijden bij op zich te remen. Medelijden moet wel leiden tot een totaa! verlies van levensenergie en verval van torachten. Dus verliesi men er door in pilaats van te winnen, en dat is voor hem ai reden genoeg om medelijden dwaas te vin den. Men doet, volgens Nietzsche, beter om de natuur maar stilletjes haar gang te laten gaan eri haar haar eigen werk te laten ver- richten. De .natuur zou dan wel zelf zorgen voor verbetering van het ras en voor in- stamdihouding van het ges'lacht. Maar nu komt dat dwaze Christendom, en gaat tegen die goede bedoelingen der natuur in en heft do zijn medelijden allerlei op en houdt ioor zijn zorg en philantropie allerlei in levcn, dat anders gelukkig (zegt N zou zijn opgeruimd. Het medelijden maakt dus pro aganda voor het zwatoke en vocr dat gene, wat ten. doode reeds was opgeschre- vcn. Niets is, volgens Nietzsche, ongtzon- der tn verkeerder en onpractischer dan medelijden b. Een tweede bezwaar van Nietzsche tegen het Christendom is dit, dathet Christendom buiten de praktijk van het leven staat. Nietzsche beweert: nbch de moraal, noch de godsdienst roert in het J Christendom slechts een enkel purnt van het werkelij.'kie leven aan. Het Christendom werkt (volgens hem) slechts met iragebeelde zaken en oorzaken (als: God, ziel, ik, geest, vrije of onvrije wil) en maakt dan ook slechts ingebeelde gevolgtrekkingen (als: zonide, verlosslng, genade, straf, vergeving van zonden). Het Christendom preekt vol- i gens Nietzsche over een verkeer tusschen ingebeelde wezens, heeft een fictieve na- tuurwetenschap met volkomen afwezigheid van het begrip der oorzakelijkheid, bezit een fictieve zielkennis en werkt met behulp van beeldspraak over allerlei mal'ligheden. Wij kunnen niet naliaten hierbij even een tegen- werping te lanceeren over het algemeen is het voidoende Nietzsche's bezwaren slechts te lezen en te noemen, om er de onhoodbaarheid tegelijkertijd van in te zien! maar als dan het Christendom heusch zoo schrikkelijk onpractisch zou zijn, zoLiden wij wel eens even willen ver- wijzen naar de gelijkenis van den barmhar- tilgen Samar.itaan. Van al die zooigenaamd „fictieve" be- gripipen merken en vinden wij daar toch geen sipoor of zweem. Ook geen overgees- telijkheid. En de helpende Samaritaan blijft ook niet bij het slachtoffer, hij laat zich niet doot dien hulpelooze uit zijn koers of van zijn weg af brengen, hij voegt er niet nu wel, dat a.Ue Samaritanen nog niet even tens 'n toepassing bij. Hij zegt met: Ziet ge slecht zijin? Neen, hij gaat eenyoodig zijns w.eeigs. Het vait (met andere woorden) nog al mee bij het ware Christendom der practijk met die fictieve begripipen! c. Een derde bezwaar van Nietzsche teigen. het Christendom is: dat het een God heeft, „van de achterb-jurt". Het ife daarbij bijkans onlbegrijpelijk, dat iemand, die op- gegroeid en opgevoe') is in 'n omgeving als de zijne, tot zoo groote vervreemding van het geheele geloo, kon komen. Hij be- licht a Me woorden van Jezus van den ver- keerden kan.t. Als et b.v. staat in Ma.rkus b Tl "„Zoo Vie et zullen ontvan.gen, noch u hooren, schudt let stof af, dat onder aan uwe voeten is, hfe, tot een getuigenis!" dan zegt Nietzsche: „Hoe evangclisch!" Gf als Jezus zegt, voigens Markus 9 42: „Zoo wiie een van deae kleinen, die in Mij gelooven, engert, het ware hem beter, dat een molemsteen om zijnen hals gedaan, en dat hij in de zee geworpen ware", dan zet Nietzsche daar weer achter: „Hoe evan- gelisch!" Met andere woorden: Heeft Jezus medelijden dan beweert Nietzsche, dat medelijden onpractisch is. Is Jezus prac- tiisohdan brengt hij den Messier in verden- king. En Is Jezus eens 'n keer hard en laat Hij Zijn medelijden eens niet overheerschen, dan is het ook weer met goed. En op dat allies volgt dan de oonclusie, die wij reeds noemden: Dat men goed doet handschoe nen aan te trekken, als men het Nieuwe Testament gaat lezen! Tegenover dat zinnetje van Nietzsche zouden wij graag een andere waarschuwing willen piaatsen. N-iet-handschoenen aan! maar wel: schoenen uit! De bezwaren die Nietzsche tegen het Christendom meende te inoeten en te mogen imbrengen, heibben wij in dit artikel eens openhartlg miedegedeeW. Wij gelooven, dat het heetemaal, geen kwaad kan, deze dingen eens rood en open onder de oogen. te zien. Een ding werd dadelijk duidelijkGrooten- deels heffen Nietzsche's veelvuldige be zwaren elikander op, en houden de eenzij- diigheden, van het ware ChriS'tendom juist de zaak in evenwicht. Op een punt zou men Nietzsche stellig gelijk kunnen geven, als hij zegt: dat er in werkelijkheid nooit Chriisitenen zijn geweest, Hij Nietzsche, ziet :lieen Iezus a!® den wianen Christen. ,,De' Christen", beweert hij, „zooals wiij hem voor sedert 2000 jaar ken- nen, is een misverstand". Ook vraagt hij zoo bijtend scherp: „Waar blijft het laatste restje van wefgevoeglijkheid en zelfrespect, wanneer zelfs on.ze Staatsmannen zich te genwoordig nog Christenen noemen, en b.v. naar het Avondmaal gaan? 'n Jong vorst aan de spits zijner regimenten mag pracht- vo! zijn als uitdruikking van zelfzucht en zelfverhjffinig, maar zoo iemand moest zich toch niet zonder blikken of blozen ^Chris ten" durven noemen. Neen, het practische leven van verreweg de meesten is anti- christelijk, elk instinct, elike daadwerkelijke waardebepaliing is anti-chri.stelijk; wat moet de moderne mensch dan wel 'n mis- geboorte van valschheid zijn, om zich des- niiettemin niet te schamen zich nog „Chris- ten" te noemen? De kritiek van Nietzsche op het Christen dom is, zoo zagen wij, niet malsch. Hij he-eft geen b-lad voor zijn mon-d genomen. Maar in hem heeft dan ook de kritiek zichzeif uiitgeleefd. Zij is nu wel zoo-wat uitge- woed. Aan sobere en nuchtere christenen is nu het antwoord om Nietzsche door hun leven en ermst en kracht in het ongelijk te stellen. TWEEDE KAMER. Vergadiering van Donderdag. Bij de voortzetting van de behandeling van de Indigene bejgrooting oordeelt de heier v. Boetzvlaer v. Dubbeldam c.-h. het plan omtrent die geestelijke verzorging van net marine-personcd absoluut onvoldoende. Spr. beplieit een su'bsidie van 15000 gld. voor een vereeniging te Soerabaja, die ge- aonde ontspanning wil organiseeren. De heer Scheurer (a.-r.) steunt den heer Van Boefeelaer. De heer Hugenholtz! s.-d. wil den sfeun v.a de organisaties van marjne- personeel. Minister De Graaf trekt een me- lftoi'iepost uit voor die geestelijke verzorging van het personeel1. Hoofdstuk 2 (uitgaven Ned.-Indie) wordt goedgekmrd met 54 tegen 20 stemmen. De hecfr Van Boetseljaer vraagt hand- having van het subsidie voor het Christe lijk cornite voor Indie en de Nederl.-lnd. onderwijs- en studiekas. De minister moet dit weger^ de bezuinigingsnoodzaak af- wijzen. De heer J. ter Laan s.-d. bepleit verhoo- ging van de pensioqnen der oud-mil'itai- ren, di|e voor 1920 zijn gelpensionneerd en dient een daartoe strekkende motje in. DE ZOMERTIJD. Het voorstel-Staatman. Ingediend is een voorstel van wet van het tweede-Kamerlid Staalman c.s. in zake den Zomertijd. Blijkems de Meinorie van Toelichting achtten de voorstellers het tijdstip jgekonu n door hetindienen van een voorstel van 'wet een poging te doen tot het ovcrbruggen an de geschil.ein, die ten aanzien van het vraagstuk van het al of niet) behouden van den Zomeriijd een zeer ongewenschte vorin dreigen aan te nemen. Zij erkennen gaarne, dat de zomertijd vooral wanneer hij vroeg wordt ingesteld en laat in het jaar eerst eindigt, ongerief meebrengt voon een belangrijte dtei der platfelandsbevolking. Een niet minder belangrijk deel der bevoT- king, die der steden is echter even sterk gesteld op behoud van den zomertijd, als de eersten hem wenschen te zien verdvvij- nen. Het behoud van den zomertijd betee- kent stellig om, een besparing op kunst- licht, waarvan het de vraag is of de-wel- vaart van het land gedoogt dat zulke voor- deelen worden prijs gegeven. Bovendien beduidt de Zomertijd, naar de uitspraak van de Ned. Mij. tot bevordering der Ge- neekunde, winst voor den gezondheid.s- toestand van ons volk. Te ontkennen valt; het ook niet, dat voor honderdduizenden werkers, die gedwongen Zijn hun geheele leven tusschen de huizenrijen, op kanto- ren en werkplaatsen door te brengen, een tiur 1 anger gelegenheid om zich in een na- tuurlijke omgeving te kunnen verpoozen en verfrisschen, van onsdnatbare beteekenis is, ja als een. levensbehoefte moet worden beschouwd. Mocjht het noodig blijken, den arbeidstijd te vefrlengen, dan z'al dit ar gument des te klemmender zijn. Waar dus zeer groote belangen gemoeid z'ijn bij de oplassing van dit vraagstuk. gaat het njaar de voorstellers meenen, niet aan, haar te ifoeken ten .voordeel'e van Islechts een der partijqn. Zij zoeken de Optossing in een beperking van den zomer- tijd tot de drie warmste maanden van het j jaar, n.l. de maanden Junt Juli en Augus- tus. Zij zijn van o or deel dat de hinder *7an den zomertijd voor hen, die werkzaam zijn Yn veeteelt, land- en tuinbouw hierdoor tot een minimum zou worden beperkt en anderzijds het meest nuttige effect er van voor de bewoners der steden behouden zlou blijven. Een regeliitig, waarbij de wet een bc- paalde periode aangeeft, gedurende welke de zomertijd geldt, heeft nog dit voordeel dat verschil.ende gemeenteverordeningen, als b.v. betreffende winkelsluiting, dienst- regelingen, enz. veel getnakkelijker aan- passende kunnen worden gemaakt dan bij de thans vigeerende wetgeving op dit punt mogelijk is. De keuze van den laatsten Zondag in Mei en den eersten Zondag in September is geschied in verband met het goederen- veivoer op de spoorwegen. Het voorstel is mede onderteekend door mej. Wdsterman en de heeren De Groot, Van Gijn en Boon, alien V.B. DE SECRETARISSEN DER RADEN VAN ARBE1D. Ingediend is een wetsontwerp tot af- schaffing van de funxAie van secretaris van de Raden van Arbeid. De besparing zal ongeveer 37.000 gulden bedragen. DE BEZU1NIG1NGSPLANNEN EN DE AMBTENAREN. Het Gomiite van Tien, optyejdende namens 93000 leden Ovejheidspersoneel, erzond d.d- 4 Februari een adreis aan de Tweode Kamer der Staten Generaal^ waarin het verzoejkt om het daarheen te leiden, dat de regeering er toe kome de door haar beraamde maatregelen op te schorten tot dat door een herziening van het Bezoldigingsbesluit voor Burgerlijke Rijksambtenaren is gebh'ken of en zoo ja. m hoeverre, Ijfn gemeenschappelijk over- leg tot een voor beide partijen bevredigen- de oplossing kan worden gekomen. DE TOELATINGSLEEFTIJD TOT DE LAGERE SCHOOL. Het hoofdfoestuur van Volksonderwijs heeft een cnculaire verzbnden aan de be- s sturen van de afdeehngen, waarin het me- dedeelt, dat het alio krachten in zal span- nen, om het Kom. beslui't dat de tioelating tot de lagere school van g. ripddeld zes op zeven jaar brengt ingetro'kken te krij - gen. Intusschen noodigt het de afdeeliingen uit, Zoo spoedig doenlijk de afdeelings- leden en de ouders van schoolgaande kin- deren bijeen te roepen dat laatste zoo mogelijk in sameuwerking met de ouder- oomnnssies en qp die bijeenkomst ern- stig te overwegen wat in dezen gedaan moet worden. Het hoofdbestuur gecft in overweging om als in dt plaats geen be waarsc!1 color - derwijs is, dit zoo spoedig mogelijk in te richten. Ahiclit komt er nu op de lagere school een lokaal leeg te staan en kan het gemeenteoestuur dit gebruikeij pin, althans voorloopig in dit eerste jaar, daar de bc.vaarschool te v.estigen. Als B. en W. in dezen de ouders niet ter wille wenschen te zijn, kan de' afdee ling zich met een adres tot den raad wen- en, d,it mede uit naam van de betrokken ouders, opdat dit college gelegenheid krijae de maatregelen te nemen, die in de ont- stane behoeften kunnen voor Zien. Voor het minst kan de gemeente school- ruimte en verwarming veijstrekken. In het overige moet dan op andere wijze worden voorzien. Niet overal1 zal voor de leiding dadeiijk een gediplomeierde, maar aLlicht wel een geschiikte werkkracht te verkrijgen zijn. Daar, waar wei reeds bewaarscholen be- staan, zullen deze waarschijnlijk te klein blijken, om nu aan alle aanvragen te vol- doen. Ook omdat de kinderen, die er op zijn, door de ouders zoo mogelijk daar zullen worden gvlaten. Ook in dit gebrek aan ruimte zal dit eerste jaar met behulp van/anders toch maar leegstaande lokai u der lagere school kunneii worden voorzien. INGEZONDEN MEDEDEEI.TNCE^ faLLEN ZIJN HET EENJ I GQEDK00P AFSCHAFFING VAN DE STAATS- LOTERIJ. De Minister van Financien deelt in de memorie van antwoord op het voorloopig verslag in de Tweede Kamer nopens de begrooting van financien voor 1924 mee, dat een wetsontwerp in voorbereidiug is tot geleidelijke afschafiing van de Staats- loterij. DE WELDADIGHEIDSPOSTZEGELS Het batig saldo van den verkoop der weldadigheids-zegels (z.g. Kerstzegels), die tusschen 15 December en 15 Januari j.l. op de postkantoren verkrijgbaar waren, zal pl.m. f 18,000 bedragen. EEN NIEUWE VLOOTWET. In de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de Tweede Kamer nopens de begrooting van marine voor 1924 dee it de minister mee dat de regeering voornemens is spoedig een nieuw ontwerp- Vlootwet in te dienen. Aangez'en het zich echter laat aanzien dat dit wetsont werp wel niet meer in dit zittingsjaar in behandeling zal komen, wordt om in den achterstand eenigermate te voorzien, bij nota van wijziging voorgesteld het in aan- bouw brengen v n twee flottieljevaartuigen en twee torpedojagers van de in het ont- werp-\lootwet 1924 bedoelde typen voor de vloot in Indie en de aanschaffing van zes verkenningsvliegtuigen, ter gezamenlijke waarde van 550 00't, voor de verkennings- dienst in Nederland. ter vervanging van door ouderdom minder gevechtswaardig geworden luchtvaartmaterieel. De totale kosten van aanschaffing, ge- heel gereed voor den dienst, worden voor een flottieljevaartuig geraamd op /3 rnil- lioen en vooreentorpedojagerop f 4,750,000. RIJWIELBELASTING. De Minister van Financien heeft blijk- baar aan zijn voornemen gevolg gegeven, een belasting op.te heffin op rijwhlen. die hij beschouwt als voorwerpen van luxe. Waar thans zijn wetsontwerp de Staten- Generaal bereikt heeft, heeft het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Handels- en Kantoorbedienden zich gewend tot de Tweede Kamer der Staten- Generaal, met verzoek, deze belastingwet niet tot stand te doen komen, dan wel daarin zeer belangrijke uitzonderingsbe- palingen te doen opnemen Het bondsbestuur stelt zich p bet stand- punt, dat, afgezien van het bezwaar tegen elken vorm van indirecte bflasting, speciaal tegen deze belasting buitengewone bezwaren zijn, omdat daardoor in nied geringe mate getrolren worden groote categorieen van werknemers waaronder ook handelsreizigers n h-mdels- en kantoorbedienden, die van een rijwiel gebruik moeten maken, ten be hoeve van de uitoefening van hun beroep, oowel ten plattelande als in de grootere steden blijft nu eermaal het rijwiel bet aangewezen iniddel voor persoonlijk vervoer ENORME SNEEUWVAL. i engevolge van geweldige sneeuwstor- men moest in gehee'I Zuid Slavic h-1 spoor- wegverkcer stop gczet worden. DE SNEEUWSTORMEN IN AMER1KA. Omtrent de sndeuwstbrmen in Noord- Amerika wordt gemcljd, dat de aangericnte schade op een paar rnillioen dollar wordt geraamd. In Mdivvaukee lig't do 3aK-;e.uw bijnp 2 Voci hoog. Drie personen zijn door de hevige koude omgekomen. Ook uit Mi chigan worden tal van ongevaJlen gemeld. Alle tre.nKj uii het W.eS"i|en zijn veile uren te laat te Chicago aangekemen, som- mige zijn zelfs een etmaai ppgehouden door de sneeuw, die hier en daar tot 10 voet hoog was opgewaaid. EEN LOONCONFLIC i IN DE NOORSCHE HAVENS. De ondurhandelingen tusschen de werk- gevers en de haven arbeid ers, werden Woensdag, zonder tot een resultaat te heb ben geleid, afgebroken. Naar veriuidt zui- len 35.000 arbeiders worden uitgesloten. DE HAMBURGSCHE HAVEN DOOR EEN STORMVLOED GETEISTERD Woensdagnacht is het havenkwartier te Hamburg door een stormvloiid geteisterd De landinosplaatsen bij Neumuhlen w.rden overstroomd, zoodat de schepen niet meer kunnen aanfeggen. In St. Pauli si het waar over de kademuren heen en bedreigt de keiderbewoners van bet aan er-z ud( stadsdeel. tpMISmMMpiMBMHHBMMMMi TER maakt het navolgende bekend Gelet op art, 14 van het Waddenzeevisscherij- reglement (Stbt. 1915 No, 206), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk besluit van 13 Juni 1923 tSthl. No 264); HEEFT GOEDGEVONDEN: onder intrekking van zijne besehikking van 21 Maart 1923 No. 560, afd, Visscherijee en de bescbikkingen van deu Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel van 25 September en 4 November 1919 Nos. 8225 en 9228, Afdeeling Nijverheid, te bepalen, dat le. met ingang van 15 Februari 1924 tot een nader vast te stellen datum het in onderstaande om- sehrijving aangegeven gedeelte van de Waddenzee wordt gesloten voor de visseherij 2e. het visschen binnen dat gedeelte wordt ver- gund op voorwaarde, dat niet gevischt wordt met een mossel- sester-, of wulkenvischtuig 3e. het districtshoofd in bijzondere gevallen schrif- telijk ontheffing kan verleenen van de in sub 2e. gestelde voorwaarde, onder de noodige bepalingen ter voorkoming van misbruik. 0 M S C II R IJ V I N G. De grenzen van het gesloten gebied worden ge- vormd in het Noorden door het verlengde van de lijn, getrokken, van de toren v. d. Kerk te Harlingen, over dien van de R. K. Kerk aldaar, tot het punt waar zij de lijn der zwarte tonnen van het Zuid- oostrak snijdt (bij zwarte ton No. 8, Klaas Oom), vervolgens naar de zwarte ton No. 7, Keeshoek en vandaar Westwaarts (rechtwijzend) tot de kust van Texelin het Zuiden door de lijn, gaande van het kustlicht bij de Ven over de R. Z. H. S ton No. 12 met kegel van het vaarwater naar Urk, over de zwarte ton No. 9 van de Hofstede, over de zwarte ton No. 6 met afgeknotten kegel, van het Vrouwen- zand naar den molen op de Roode Klif bij Laaxum Ter Neuzen, den 8 Februari 1924. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter algemeene kennis, dat een uitspraak op aanvrage om vrijstelling van den dienstplicht, ter secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter inzage is gelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen TIEN DAGEN na den dag van deze bekendmaking in beroep worden gekomen A. door den ingeschrevene wien de uitspraak geldt of door diens wettigen vertegenwoordiger; B. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschreven personen of door diens wettigen vertegenwoordiger Het verzoekscbrift moet met redenen omkleed zijn Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, doch worden ingediend bij den burgemeester, ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending. Voor xooveel betreft uitspraken door Gedeputeerde Staten gedaan, kan bovendien de Commissaris der Koningin, binnen denzelfden termijn bij de Koningin in beroep komen. Ter Neuzen, den 8 Februari 1924. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Oeeral te verkrijgen

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1924 | | pagina 1