AlfiFMFFN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN,
Vrijdag 1 Februari
64e Jaarg>ug.
(So 7563
T WIEOEODIH] BLAB
FE01LL1TOB.
De vrouw van den
Zeeschuimer.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag
8ii de Indische begrooting interpelleert
dc fieer Albarda s.-d- over de houding der
I«dische regeering tegenover de Indische
volksbewegingen en de spoorwegstaking.
D* staking was door allerl-ei oorzaken van
voren tot een hopelooze mislukking ge-
doemd. Daarom had de regeering tege-
moetkomend moeten zijn. Zij heeft echter
oment Spr., de staking bevorderd. Dc belof-
van salarisverbetering werd niet gehou-
de«i. Zeifs warden duurtebijslagen ingetrok-
Rpr. wijst er verder op, dat de regeering
Swnaoen arresteerde wegens een spreek-
delict, maar inderdaad ter verhaasting van
de staking, omdat anders de suikercarn-
pegne zou worden verstoord. Spr. laakt dit.
Da to ts tandkoming van artikel 2bl bra
van het Strafwetboek beteekont practksch
een verbod van staking, lijnrecht tegen
hat stakingsrecht van het spoorwegperso-
nad in.
Spr. vraagt publicatie van het rapport van
dea verzooningsraad, en stelt 8 vragen.
Minister de Oraaf legt nadruk op het feit,
dart de regeering door duurtebijslagen tot
ee* totaal van 70 millioen gulden 's jaars
belangrijk aan de wenschen is tegemoet
gekomen. De houding van het personeel
bij het overleg was niet ernstig. Men
wenschte alleen inwilliging van onberaden
•ischen.
WEX BEZUINIGING VAN EEN TON.
Uaar de Tel. vernemen ligt het in het
voorncmen van den minister van Arbeid
tie* VerzPkeringsraad op te heffen, het-
geen een bezuiniging zou beteekenen van
acn ton.
De werkzaamheden van den Verzeke-
ri*gsraad zouden dan dcels bij de Rijks-
verzekerihgsbank, dcels bij de Vereemging
vai Raden van Arbeid komen.
Oorspronkelijk waren er twee Verzeke-
ringsraden, een in 's-Gravenhage en een
te Arnhem gevestigd. Laatstgenoemde is
gelijk men weet reeds oenigen tijd geledn
opgcheven.
Het werk van den Verzekeringsraad, wel-
Ue samengesteld is uit acht onbezoldigde
m zes bezoldigde leden, was het toezicht
f faouden op de Raden van Arbeid.
TEGEN DEN ZOMERTIJD.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
\jporstel van wet van de heeren Braat en
d« Boer tot intrekking van de wet van
13 Maart 1918 (St.bl. no. 165), tot tijde.
Make afwijking van de wet van 23 Juli 1908
{St.bl. no. 236), tot invoermg van een wet-
lelijken tijd. De memorie van todiichting
hiidt als volgt:
Dit wetsvoorstel achtlen de ondergetee-
Uenden voldoende gemotiveerd door er op
se wijzen,. dat de zomertijd voor groote
hevolkingsgroepen te veel schade en on-
Mngenaamheden veroorzaakt en voor bij-
»a uiemand in den land6 eenig nut of voor-
deel afwerpt en voor hen, die 's inorgens
vjroeg op hun arbeidsplaats moeten zijn,
sane soort lijfstraf beteekent.
■EN GESCHENK AAN DE KONINGIN.
Eenige tijd geleden is aan de Koningin
•an jubileumgeschenk aangeboden door dr.
©ramberg, zendeling.arts te Relet (Sema-
rang), namens de melaatschen-inrichting
Dono-Rodjo, aldaar. De reden voor dit
afzonderlijk geschenk ligt in de historie
van de oprichting der inrichting. Deze is
oi. tot stand gekomen, dank zij de bestem-
ming, welke de Koningin gaf aan de gel
Sen, welke in Indie werden bijeengebrachv,
toen'de geboorte van Prinses Juliana werd
»erwacht. De Koningin heeft toen die gel-
den bestemd voor de bestrijding der lepra
in Ned. Indie, en vandaar dan ook de naam j
der stichting: Dono-Rodjo, d.i. Vorstin-
negift Het geschenk bestaat nit een al-
bum, met in zilveren letters het opschrift j
Dono-Rodjo, en verder met zilver be-
werkt; het album bevat een reeks foto 9
van de stichting en haar omgeving, ge-
nomen door den heer Hisgen uit Sema-
rang, die ook de watmerfteekening op
het titelblad verzorgde.
DE STR1JKGELDEN GEHANDHAAFD.
Ingediend is een nieuw wetsontwerp tot
regeling van het dragen der kosten van
openbare verpachtingen en hot uitloven
van premien bij openbare verkoopingen
en verpachtingen.
Een ontwerp van wet, houdende een
regeling van het dragen der kosten van
openbare verpachtingen en het uitloven van
premien bij openbare verkoopingen en ver
pachtingen werd aldus de memorie
van toelichting op 12 Juli jl. door de
Eerste Kamer verworpen. Als bezwaar te
gen het ontwerp was aangevoerd de af-
schaffing der strijkgelden. Van deze yer-
werping was het gevolg, dat de uitloving
ook van andere premien geoorloofd bleef,
hoewel het gevoelen, dat dit niet behoort
te geschieden, vrij algemeen is, terwijl
evenmin tot stand kwam een regeling no-
pens "het dragen der kosten, vallende op
eene openbare verpachting. De regeering
meent te moeten bevorderen, dat dit wei-
nig verkieselijke gevolg der verwerping
een einde neemt.
In het nieuwe wetsontwerp worden de
strijkgelden gehandhaafd.
STAATSBEGROOTING VOOR 1924.
Memorie van Antwoord op Hoofdstdlc
(Aigemcene beschouwingen).
Aan de memorie van antwoord op het
voorloopig verslag van de Twe.de Kamer
nopens hoofdstuk I der Staatsbegrooting
voor 1924 is het volgende ontlaend:
Alvorens nicer uitvoerig in te gaan op
de vragen en opmerkingen, welke in het
voorloopig verslag op het lste hoofdstuk
der Staatsbegrooting voor het dienstjaar
1924 zijn opgenomeii, verwijst de Regee
ring, voor ziooveel noodig naar de beschou
wingen en uiteenzettingen, neergclegd in
de iiota betreifende den toestand jvan
's lan'ds financien en het daai geg'tsen
overzicht van de maatregelen, welke tot
herstel van het evenwicht in dc begroo-
ting gctroffen zullen moeten worden. Zij
blijft op het standpunt staan, dat thans
voor alles de aandacht op den financieelen
toestand des lands behoort te worden sa-
mengetrokken en dat, nu de steeds stij-
gende tekorten der laatste jaren ajiengs
een hoogte dreigen te bereiken, welke de
welvaart van de gansche natie ernstig in
gevaar brengen, voor oo zichzelve ingrij-
pende voorzieningen, welke het veel groo-
'ter onheil eener algemeene verarming fij-
dig kunnen keeren, niet mag worden te-
ruggedeinsd.
De door enkele leden geuite meening,
dat in de millioenennota de toestand te
somber zou zijn voorgesteld en met na
me, dat een deel van het tekort op reke-
ning van e.en te pessimistische raming der
inkomsten kan worden gesteld, kan gecn
steun vinden in een vergelijking tusschen
de raming voor 1923 en den middelenstaat
over dat jaar.
Inderdaad overtfetf het totaal van "het-
geen blijkens den middelenstaat in 1923
aan belasting is ontvangen het totaal van
de ramingen voor dat jaar met 23.410.703
gulden, terwijl een vergelijking van deze
totalen alleen voor de inkomstenbelasting
een voordeelig verschil van 32.036.818 gul-
den te zien geeft. Men dient echter met
1 het trekken van conclusics uit deze verge-
lijkingen voorzichtig te zijn.
I miners ten bate van het dienstjaar 1923
komt een.derde van de kohieren voor het
belastingjaar 1922'23 en twee-derde van
de kohieren 1923—'24, een en ander na
aftrek van de kwade poisten, terwijl op
den middelenstaat is verantwoord hetgeen
in het kalcn der jaar 1923 aan befasting is
ontvangen. Uit dit laafete bedrag is dus
geen enkele gcvylgtrekking te maken ten
aanzien van hetgeen ten bete van het dienst
jaar 1923 zal worden verantwoord.
Intusschen kan worden tcfigegeven, dat
er grond is voor de veiwachting, dat de
opbrengst over 1924 de aanvankelijke ra
ining zal overtreflen, mede in verband met
de omstandigheid, dat m de Indische be-
drijven, waarvan hier te lande de dividen-
den worden genoten, e.;.iige oplelving is
ing treden. Di' MgevoW schijnt het ge
oorloofd om de zuivere opbrengst der in
komstenbelasting over 1°24 thans op 80
millioen gulden te rameh in plaats van
op 70 miilioen gulden.
Aan de vraag, of de thans over een groot
gedeelte van de wereld heerschende crisis
veroorzaakt is door het kUpitalistischc pro-
ductiestelsel, behoeven we in dit verband
gc;>n uitvcerige beschouwingen te worden
gewijd, nu de ervaring elders met andere
stelsels opgedaan, op v.einig navolgens-
waardige resultaten wijst. Wei meent de
regeering er tegen te, moeten opkomen,
dat de zo rg wek ken de f i n a n ci eel e toestand
in de eerste plaats aan "haar zou zijn te
wijten.
De novdzakelijKneid, om zich aan de zeer
uiteenloopende economische omstandighe-
den, sedert den grooten oorlog in Europa,
aan te passen, mag de Regeering niet als
een gemis aan de continuiteit in haar be-
leid worden verweten.
Ook het punt van inflatie is intusschen
de Regeering steeds zichzelve gelijk ge-
bleven, in zooverrc zij pok thans nog de
inflahe uem nationale rafnp zou achten, niet
het minst ook voor de minst kapitaalkrach-
tige klasse, die geen vermogen bezit, dat
zij door tijdige omzettmg in waiyfdehou-
dende fondsen voor depreciatie kan behoe-
den, en die door de met inflauie onvcr-
mijdeiijk gepaard gaande prijsstijgingen het
zwaarst zoude worden gedrukt.
De Regeering zal er zooveelj mogelijk;
naar streven, de indienir.g der bedrijfsbe-
grooting gelijktijdig met de Staatsbegroo
ting te doen plaats hebben.
Het te d«kken tekort is zoo aanzienlijk
dat alleen door een verqjindering van de
uitgaven over de geheele imie een voldoend
resultant, bereikbaar is.
Bij de beoortTe'eling der vo'Orgestilde
maatregelen moet in aanmerking worden
genomen, dat elke vermindering van las-
ten binnen korten tijd lllusoir wordt ge-
maakt, indien daarmede niet gepaard gaat
een stopzetting van het regelmatig accres
der uitgaven.
Maatrcgplen ter opvanging van het accres.
In de Millioennota zijn als maatregelen
ter opvanging van het accres in uitz!;dht
gesteld: vooreerst een tijd lijke stopzetting
van \alle periodieke traktementsverhoogin-
gen en voorts het afzien van de invoering
van het zevende leerjaar en van de uitbrei-
ding van den leerplicht.
Periodieke tractementsverhooging.
Van deze maatregelen meent de Regee.
ring bij hernieuwde overweging den eerst-
genoemde niet te moeten handnaven, voor-
nameiijk omdat een nadere berekening deed
inzien, dat bij een dergelijke stopzettilng
waaraan bezwaarlijk terugwerkende kracht
kan worden toegekend, het reeds versche-
nen gedeelte eener verhoogingsperiode naar
de methode die der Regeering de juiste
voorkoint, billijkheidshalve zou moeten
worden uitbetaald tengevolge waarvan in
de toekomst vveliswaar een besparing, docli
voor het jaar 1924 «n niet onbelangrijken
verhooging van uitgaven van dezen maat-
regel het gevolg zou zijn.
Daarom scheen het vvenschelijker de
kvvestie der periodieke verhoogingen afzion
derlijk te overwegen bij de herziening der
j a arw e d d e.regel i ng, welke tevens een on-
derdeel van de plannen der Regeering
vormt en waarop hieronder nader zal wor
den teruggekomen.
AJschaffing zevende leerjaar.
Intusschen is het afzien van de invoering
van het zevende leerjaar alleen niet vol
doende om het accres der uitgaven tegen
te gaan. Ook het aantal onderwijs-inrichtin-
gen zal behoudens zeer bijzondere gevallen
voorloopig geen verdere uitbreiding gege-
ven mogen worden.
En niet alRen geldt dit voor de lagere
scholen, ook van 't oprichten van nieuwe
hoogere burgerscholen en gymnasia zaf
voorloopig geen sprake mogen zijn.
Ook de pensioenlasten stijgen jaarlijks
aanzienlijk, van 1923 op 1924 met niet min
der dan 1.6 millioen voor zoo veel de bur-
gerlijke en 1.8 millioen voor zooveel de mi-
litaire pensioenen betreft.
Ten einde deze stijging te beperken, is
een herziening van de pensioenwetten in
voorbereiding, waarvan het ontwerp nage-
noeg gereed ligt en die op 'n aantal punten,
waarop thans uit den aard der zaak met
nader kan worden ingegaan, de lasten van
den Staat verminderen.
Eindelijk zal ook aan den tengevolge van
de inkrimping van den staatsdienst sterk
stijgenden druk der wachtgelden zooveel
mogelijk paal en perk worden gesteld.
Overal zal zooveel mogelijk tijdelijk en
ios personeel door wachtgelders worden
vervangen.
Door de bovengenoemde maatregelen zul
len de voornaamst® oorzaken yan de stij
ging der tekorten zijn weggenomen. Intus
schen komen er nieuwe factoren bij waar-
mede rekening moet worden gehouden.
Reeds in de millioenennota is er op gewe-
zen, dat in de begrooting voor 1924 nog in
totaal 5.737.456 aan crisisuitgaven zijn be-
grepen, terwijl naar "de meening der Regee.
ring te beginnen met 1925, behoudens in
geval het betreft de liquidate van vroeger
genomen maatregelen, geen posten meer
'ten laste van den crisisdienst zullen mogen
worden gebracht.
Het staat dus wel vast, dat ondanks de
bovengenofemde voorzieningen een accres
van uitgaven zal blijven bestaan, en dat
derhalve de maatregelen, noodig om het
voor 1925 geraamde tekort van 130.000.000
gulden te dekken, tot het verkrijgen van
een sluitende begrooting, ook in de vol
gende jaren waarschijniijk zelfs niet eens
voldoend^ zull«n zijn.
Wat nu de opheffing van evengenoemd
tekort betreft, zullen allereerst over de ge
heele linie besparingen moeten worden in-
gevoerd.
Reorganisatie en inkrimping staatsdienst.
Zooals reeds in de millioenennota werd
betoogd, diende allereerst te worden na-
gegaan, welke mogclijkheden een reorgani
satie en inkrimping van den staatsdienst
zou kunnen opleveren.
Nadere en meer nauwkeurige berekemn-
gen wezPn uit, dat het bedrag der uit de
geprojecteerde maatregelen te verwachten
bezuimgingen (aanvankelijk op 50 millioen
gulden geraamd moest worden gesteld en
ongevcer 40 millioen gulden per jaar zou
kunnen opleveren.
Neemt men voorts in aanmerking, dat de
door werking van de wettelijke voorzienin
gen, welke getroffen zullen moeten worden
om dit doel te bereiken, meerdere jaren
vorderen zal, dan schijnt het raadzaam,
om voor de meer nabije toekomst, voor
de eerstkomende jaren, het cijfer der be
sparingen uit reorganisatie en inkrimping
niet hooger dan 30 millioen gulden te
stellen.
Besparingsmaatregelen.
De besparingsmaatregelen zijn in 3 groe-
pen te splitsen:
A. Inkrimping en bezuiniging
van den Staatsdienst 30.000.000
B. Algemeene salaris en loons-
veriaging 35.000.000
C. Dekking van bedrijfskosten 25.000.000
Totaal j 90.000.000
8) (Vervolg.)
Lars Vonved werd hei voorwerp der lief-
ie en zorg van zijn grcotvader, net eenige
doel waarvoor de oude graaf nog leefde.
De klfinzocxn, de eenige uit het geslacht der
graven van Elsinore, was nog de eenige
band, die hem aan het leven hechtte, uit
den knaap een man te zien opgroeien, den
voor het vaderland gevallen vader, zijn
}ange rij van voorvaderen en den Koningen
Waidemar en Wasa waardig, dat was het
doel, dat den grijsaard voor oogen stond.
Zoodra Lars Vonved bekwaainheid ge-
»oeg bezat, kwam zijn grootvader tot den
Koning met hetzeifde verzoek, dat hij een.
maal voor zijne zonen had gedaan. Hoewel
de Koning zich nog niet met den ouden
graaf had verzoend, kon hij niet
anders dan een toestemmend ant
woord geven, vooral omdat hij 'de
diensten van den vader, die in den strijd
voor hem gevallen was, naar waarde had
leeren schalten, en zoo trad ook Lars in
den zeedienst. Op de Hercules had de jorige
•nan spoedig gejegenheid proevm van zijn
■toed en zeemanschap te geven, en in elk
rapport van den commandant van de Her-
•ules, dat den Koning werd gezonden, werd
met lof van Vonved gesproken. Voor hij
zijn zeventiende jaar voleind had, was i ij
luitenant-ter-zee.
De ongelukkige oorlog met Zvveden be.
kroonde zijn ongeluk. Toen de Koning vre-
de moest sluiten met Denemarkcn, die hem
de helft van zijn lijk kostte waagde de oude
Knud met zijn gewone openhartig-
heid daartegen te protesteeren. L>e
Koning werd Jiierover echter zoo
vertoornd, dat hij bevel gaf den
ouden Knud Vonved in hechtems te ne-
men wegens hoogverraad; tevergeefs spron-
gen de vrienden van den graaf voor hem
bij de Koning in de bres; het prikkelde
den vorsS des te meey en hij dreigde hen
als zijne medeplichtigen op de citadel van
Frederikshaven gevangen te'zetteh. Winter-
dalen zweeg een oogenblik, en ging toen
weer voort:
Na een langdurig® hechtenis werd graaf
Knud door omgekochte rechfers wegens
hoogverraad ter dood verooi'deeldtot den
dood op het schavot!
Hemelde arme man! riep Amalia ontzet.
En liet de koning dat vonnis voltjekken?
Dat waagde hij niet. Een kreet van ver-
ontwaardiging ging door gansch Dene
markcn toen dit vonnis bekend werd, waar-
bij haat en wraak uitdrukking en beiredi-
ging hadden gevondenOnder den naam
van gratie schonk Frederik VI een leven
dat hij niet het recht had te nemen. Hij
veranderde het doodvonnis in verbanning
en verjoeg buiten de grenzen van LK ncmar-
ken den man, wiens voorvaderen voor den
Koriing D 'nemarken bezaten. Zijne smade-
lijke verbanninfj werd bekend gemaakt en
op zijn kleinzoon Lars Vonved werden de
titels en waardigheden over gedragen,
waarvan de grijsaard vervall'en was vei-
klaard. Doch de liefde tot het vaderland,
buiten welks grenzen hij niet vvilde ster-
ven, deed hem bcsluiter. gebruik te ma
ken van het aanbod van trouwe, verknoc'n-
te vrienden, die hem te Kopcnhagen wilden
verbergen; en bij dezen, in de nabijheid
van zijn onverzoenlijcen vijand, leeft sinds
dien tijd Knud Vonved.
Hij leeft, Wiuterdalen? De oude man
leeft nog? Maar dan zou hij wel honderd
jaar zijn.
Hij is nu bijna honderd en vler jaren oud,
Ama.ia, antwoordde de kapiiein langzaain.
De Herkules had eene zeereis van acht
maanden achter den rug en in dien tus-
schentijd had in de plaats van den vorigen
kapitein, die Lars Vonved zeer genegen
was, een ander officier het commando
gekregen. Deze nieuwe bevelhebber was
in dezelt'de mate een vijand van Vonved,
als de vorige hem toegedaan was ge-
weest. Op een zekeren dag ankerde de
Herkules in de Sont voor Svehborg
en de kapitein liet eenige manschappen
aan land gaan om berichten, kranten en
brieven in Svenborg in ontvangst te ne
men, daar de Herkules reeds sedert acht
maanden van tijdingen uit het vaderland
verstoken was gebleven. Al heel spoedig
keerden de matrozen- terug met een groot
pakket kranten en brieven, dat de kapitein
aannam. In de nabijheid van den kapitein
bevonden zich al de zeeofficieren om het
nieuws uit de eerste hand te ontvangen.
Plotiseljing riep de kapitein zoo luide,
dat ieder op net dek het >wel hooren
moest: Dat is een kostelijk nieuwtje. Die
oude schurk Knud Vonved van Elsinore
heeft tocji eindelijk zijn verdiende loon ge-
A. De inknmping en bezuiniging op den
algemcenen staatsdienst kan over de ver-
schillende dep'artementen als volgt wor
den verdedd:
onderwijs 12.500.000
defensie 12.500.000
overige deparlementcn f 5.000.000
Totaal J 30.000.000
De bezuiniging op de uitgaven voor on
derwijs zal hoofdzakelijk kunnen vvorde*
verkregen, vooreerst door in de laagste
twee klassen der lagere scholen de onder-
wijzers te vervangen door hulp-onderwijze-
ressen met een eenvoudiger diploma en sa
laris van 1000 gulden a 1300 gulden per
jaar. De invoering van dezen maatregel zal,
Wanneer de wet op dit punt wordt gewij-
zigd, niet anders dan geleidelijk kunnen
geschieden, door n.i. telkens een vacature
van onderwijzer door zulk een hulp-onder-
wij'zeres aan te vuilen, totdat in elke school
de vereischte verhouding zal zijn bereiki.
Door dezen maatregei zal in de eerste
jaren de behoefte aan onderwijzers met
het gewone diploma sterk dalen, zoodat
ook de opleiding van deze voorloopig be-
langrijk zal kunnen worden ingekrompen.
Behalve dat, zulien ook hier maatrege
len noodig zijn ter vermindering van het
aantal wachtgeljders.
(Wachtgelden voor te dragen bij vaca-
tures).
Voorts zal moeten bezuinigd worden of
de kosten van het u.l.o., het nijverheids-
onderwijs worden beperkt en eindelijk zal
ook het schooltoezicht worden georgani-
seerd en niet onbeiangrijk ingekrompen.
Tenslotte worden ook op het gebied van
het hooger onderwijs verschiilende bespa
ringen overwogen. Voorsteilen daartoe zul
len aan de H. O.-cominissie worden voor-
gelegd, welker rapport overigens zal wor
den afgewacht.
Bij het cijfer der bezuiniging op de de-
fensie.uitgaven is er reeds rekening mede
gehouden, dat voor de completeeriug van
de bewapening en de uitrusting van het
leger bijzondere uitgaven noodig zullen
zijn.
Wat de overige departementen betreft,
zuilen de ter vermindering van het tekort
te treffen voorzieningen ten spoedigste in
afzonderiijke voorsteilen worden uitge-
werkt. Zij zijn zooveel mogelijk over a lie
departementen verdeeld en na zorgyuldig
onderzoek van alle voor vermindering in
aanmerking komende posten verkregen.
Een niei onbeiangrijk gedeelte der hier-
boven uiteengezette verminderingen vor-
men perspectiefbesparingen, welke eerst
geleidelijk haar invloed ten voile zullen
kunnen doen gevoelen. De besparing, wel
ke geacht mag worden vrij spoedig te
zullen worden verkregen, is voorioQgig
niet hooger te stellen dan op 10 millioen
gulden in totaal.
Salarisverlaging.
Wat de nadere uitwerking der salaris
verlaging betreft, heeft het steads in de
bedoeiing der Regeering gelegen, om over-
leg te plegen met de Centraie Commis-
sje voor georganiseerd overleg in ambte-
naarszaken. En nu, door den loop der om-
standigheden, de algemeene korting van
10 pet., welke de regeering zich aanvankt-
Iijk als voorloopigen maatregei voor 1924
had voorgesteld, toch met I Januari zal
kunnen in werking treden, is zij te rade
geworden, om ten spoedigste ook het ge
voelen der commissie in te winnen over
de vraag, of een evenredig deel van het be
drag, dat de Regeering znch had voorge
steld over 1924 uit dien voorloopigen maat
regei te vinden, wellicht door een andere
veideeiing ware te verkrijgen dan door op
alle salarissen een gelijke korting van 10
pet. toe te passen.
Door de algemeene salarisverlaging, woUj
ke ook bij de bedrijven dient te worden
doorgevoerd, zullen ook hier in samenwer-
king met andere bezuinigingsmaatregelen
de tekorten verdwijnen.
kregen; de oude deugniet is wegens hoog
verraad ter dood veroordeeld.
Ademloos hoorden al.en den kapitein
aan,. terwijl deze sprak en hoonend Lars
Vonved aanzag. Deze stond als door den
bliksem getrofl'en en het duurde eenige
oogenblikken voor de kapiteip met een
duivelschen lach deze woorden sprak: Ik
geef luitenant Vonved een dag vcrlof om
de plechtigheid der terechtstelllng bij te
wonen en te zien, hoe men het wapjen
van den ouden schurk vernietigt.
Afschuwelijk, riep me^rouw Winterdalen.
En vvat zei Lars Vonved daarop?
Hij zei niets. Lars Vonved was 19 jaar
oud, en het was bekend dat hij de krach-
tigste armen op de Herkules had. Hij trad
op den kapitein tee, hief zijn arm op, en
een slag met de platte hand in hetj gezicht
van den kapitein was voldoende om de
zen bloedend op het dek te doen neer-
storten.
Doodviel Amalia op angstigen toon
hem in de rede.
Neen, hij was niet dood, maar zijn bo-
venkaak was verbrijzeid en van dat oogen
blik tot nu want hij leeft nog heeft
hij geen vvoord meer kunnen uitbrengen.
Lars Vonved echter werd voor een krijgs-
raad gedaagd en ter dood veroordeeld.
Ontzrettendklonk het van 'de lippen
van mevrouw Winterdalen.
Vindt ge hef ontzettend, Amalia? Zijn
lot was ontzettender dan wanneer hij door
beulshanden ware gedood. Koning Frede
rik kwam op de gruwzame gedachte den
jongen Lars Vonved een bewijs zij ler ge-
nade te geven en veranderde de doodstraf
in ievenslangen dwangarbeid. Gp zijn ne-
gentiende jaar moest de laatste Waidemar
van Elsinore zicii begeyen in het gezelschap
der grootste boeven en schurken van De
nemarkcn.
Winterdalen had gch heftig opgewonden,
zijne stem triide en zijn gelaat was bleek
geworden.
Zijne vrouw had nu reeds berouw, op net
verhaal, dat zulk een ontroering bij hem
teweegbracht, te hebben aangedrongen.
Toen iiij vervolgde, gaf hij zich nauwelijks
meer eenige moeite. die ontroering te ver
bergen.
Ja, zoo begon hij w.er, de laatste der
Waldemars anoest de kleeren der galei-
boeven dragen, had een ijzeren ring om
het been en was aan een dief en moorde-
naar vasigekeiend. Elken dag moest hij
in de steengroeven dwangarbeid verricn-
ten en den nacht bracht hij door te mid
den van vijfiig moordenaars, dleyen, stiaat-
roovers en brandstichters. De aan heirt
geketende makker had de helft van zijn
leven in het tuchthuis doorgebracht en
in een dergelijk gezalschap at, werkte en
sliep Vonved. Ge ziet, Amalia, zoo hef
al scheen, dat de Koning het leven van
Lars Vonved wilde sparen, hij deed het
slechts om hem aan de uitgezochtste kwel-
lingetn en marlelingen bloot te stellen; hon-
derdmaal liever ware Lars Vonved op het
schavot gestorven, dan dat hij op deze
wijze langzaam vermoord werd. L>e on-
rechtvaardigheid zijner straf deed dan ook
al spoedig zijn beslluit rijpen. Hij was
nauwelijks twee weken gevangen of hij
was al weder vrij. (Wordt vervJgd.,!
DHBBMMMi
SjSMHHMHKMHHRBMNKSMBMff1'' fl*BMHM Si »*.T!2y£-l*r*f
aUI
I I.II 'Willi7^a«W».»»r!>W. -
feij. ftft.s^yqoat