algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
<Sfo. 7556.
Woensdag 16 Januari 1924,
64e Jaarg&u,
BINN [NLA
FEUXLLETGH.
De vrouw van den
Zeeschuimer.
regeeringsverklaring.
Minister Ruys die Beerenbroiuiok hc-eft in
tie giistereniTuddag gehouidien vergadenng
van cie Tweede Kamer die volgendie verkla-
ring aiigelegd:
De kaibinetscrisiis, welke intrad na de be-
Siiisaiing van d'e^e Kamer op 26 October j.i.,
krachtens welke die ontwerp-Vlootwet werd
verworpen, heeft op 7 Januari j.l. geleid tot
niet-im viliiiging van het verzoek oim ontslag
van het ziittend ka 1 >inet.
Nu de voirming van een mLeuw miidsterie,
ondanks diit tijd'sverloop, onmogelijk bleek,
en daar'bij een langer stepentdi Uijwen van de
crisis niet in 's lands belang kon worden
geacht, meeniden wij ons niet te kunnen
onttrekken, aan den plicirt, de veranuvoor-
dehjkheid voor het bewinid te blijven
dragen.
Onider deze amsitancMgihed'ein stei ik er
priis op, met het ooig op de verdere samen-
wetlking met de Staten-Generaa! en de
kl a a the id in de verhoudling tot deze verga-
dierirtg, het volgende te ver-ktaren:
De beslissi.mg der Kamer van 26 October
wordt door het kabinet in de gegeven om-
stanidigheden als feit aanvaard.
Het treffen van een voorzieninig in zalce
die mairiitieme verdadliginig zal d.mrdoor
eerst kunnen voligen op maatregelen tot her-
stel van het finandeel evenwiicht.
Deze, bereids beraamde, maatregelen ter
genezin'g van het ziekteproces, dat 's lands
ftnanicien doormaken, staan thans op det
voongrond. Middeterwij 1 zal de regeering
de verzorging van de manitieme verdedlging
opnieuw ter hand nemen. Zij behoudt zicli
voor, diienaangaandie spoedig nadiere voor-
Stellen in te diienem.
Bij de beantwoording van het voorjoopig
verslag dezer Kamer betreffende Hoofd-
situik 1 der Staatsbegrootinig voor 1924 zal
die regeering de meest geschiikte gelegen-
heid vinden, omtrent verschillende daar.in i
sprake geforachfe pnnten van, regeerings-
b'eleid nailer haar meeniung utteen te zetten.
De regeering nu doet een beroep op de
medeweriking van de Staten-Generaal ir, de
overtuig'ing, dat zij handielt in den geest van
uwe vergadlering, wanneer zij naar thans
uiitmoodigt tot gemeenschap pe 1 ijiken arbeid
ten eindie aan de hangendie vraagstukken de
optmssiinig te geven, die het land zoo drin-
genid behoeft.
DE NEDERLANDSCHE GULDEN.
Van cue hand van prof. M. W. F. Treub
is een brochure verschenen, waarin een
woord van waarsclmwinig wordlt gerieht aan
de Nederliandsdhe beleggers. Er zijn geen
bedenkeliijker zieken,, aldu,s merkt de schrij-
ver op, dan les malades imaginatres. Zoo
gaat het ook den Nederlanidschen gulden.
Niiet, dat de gulden er evengoed voorstaat
alls voor dlen oorlog. Dat is met geen en-
kele inurat het geval. Maar hij staat er met
sleohter voor dan de kraohtigste onder zijn
broedlers.
Ongetvvijfeld zijn er een aantal factoren,
die in het "voordeel van den dollar werken,
maar er zijn er anidere, die voor de stabili-
teit van de miunt der Vereeniigde Staten
alterminst gunstiig zijn. Aimerika is door de
oorlog in een heel andere positie tegenover
Buropa geraakt dan het voordien was. Van
debiteur is het crediteur geworden. Op zich
zelf genomen is dat voor een land, zoo goed
als voor een i.nidiividu een heel pnettige ver-
andering van posdtie. Maar zoowel de een
als de ander zal er weiniig baat bij vinden,
wanneer hij er niet in sliaagt, bijtijds de
consequentiie van dlie verandering in zijn
toestand te irekken en er naar te handelen.
Dat n,u heeft Amerika juist niet gedaan,
en er is niet het minste uiitzicht, dat het
spoedliig tot een beter begrip van zijn eigen
toestand komen zal.
Landen betalen ellkander met goederen.
Een land, dat groote vorderingen op andere
landen heeft, veel grooter dan de sohulden,
i)
't Was in den zomer, na een brandende
hitte, dje eenige woken had geduurd, was
een woeste storm over de Oostzee komen
razen en had de golven schuimend huizen
hoog opgezweept. Het hevigstc was voor-
bij, maar toch gingen de^golven niog hoog
en danste de Camperdown, een Engelsche
drie.master, die zwaar geladen van Peters
burg naar het vaderland terugkeerde, op
de baren.
De morgen begon te lichten, toeu het
schip beoosten het Deensche eiland Born-
holm voorbij zeilde, Vorscbend staardc het
scherpe en geoefend oog van den stuur-
man over de wateren, om nauwkeurig het
vaarwater te bespiieden, dat ten gevolge
van de nabijheild van het eiland en door
den onrustiigen golfsljag velierlei gevaren
kon verbergen. Plotseling voer den man
een schok door de leden; zijn geoefende
blik had een donker voorwierp ontdekt,
dat in de richting van het schip loor de
hooggaande golven werd voort(g(estuwd;
snel nam hij zijn verrekijker voor de oogen
en even snel had hij zich overtujgd, dat
niet ver van de driemaster een man, aan
®en balk zich vastkleminend, met de gol
ven een strijd om het leven streed. 't bene
die er tegenover staan, kan zich niet veroor-
lovem, goedieren als betalingsniididel zijner
vondleringen te weigeren. Dat komt op het-
zelfde neer, als het weigeren van afdoening
ervan in weliken vorrn dan ook.
Sediert het sluiiten van den vrede omringt
Amerika zijn ternitoLr met een steeds hoo-
geren afsluiitmuur tegen de producten zijner
Europeesche concurrenten op inidustrieel
gebied'. Het is duidelijik, dat d'it falikant
moet niitloopen. De Vereeniigde Statei heb-
ben al een te veel aan goud. Vermeerde-
ring van de hoeveeliheid van dit edei metaal
kan het land eer sOhadien dan baten. Tijide-
lijk wordt mu een ui'tweg gezocht in het ver-
strekken van leemingen aan Buropeesche
en Aziatische Thnden en in het aankoopen
van gronden en fabrieken of aandeelen
daarin in Europa en elders. Dit is echter
siliechts U'itstel. geen afstel van executive.
Immers d'e leen,ingen moeten in korteren of
langeren tijd worden afgelost en inmiddels
moet er rente van worden betaalid. Eri uit
de andere buitenJiand'sche .beleggingen
vloeien eveneens baten terug. De vorderiin-
gen van het land op het buiitenland worden
op die mianier niet vereffend, maar slechts
veraniderd in vorm.
Wat wil dit nu zeggen? Dat Amerika
bezig is zich een finanoieele indiigestie op
den hals te halen. Het komt in Amerika,
ind'ien het niet heel spoedliig de bakens zijner
internationale financieele en oeconrmische
politieik verzet, onvermijdeiiik tot een
„Krach".
Hoe de dollar zich onider die omstandig-
beden houdien zal, is alweer niet te voor-
spellen, maar het is wel zeker, dat er dan
van waardevastheid weinig sprake zal zijn.
Wat ik hiermede heb willen miteeuzetten,
aldlus gaat de heer Treub voort, is uit, dat
men in zoo bewogen en onzekere tijden als
wij beleven altij.d kwade kansen loopt bij
bel,egging van zijn bezit in buitenlandsche
fondsen, zefs als die belegging geschiedt in
fomdsen van het schijnibaar oeconomiisch
meest bevoorreclite land.
Slechts als er een, gereahtvaardigde vrees
behoefde te bestaan voor een van beteeke-
niiis zijnide diepreoiatie van de eiigen munt.
zoo diit tegen het zooeven aangewezen ge-
vaar kunnen en misischien zelfs moeten
opwegen.
Zooeven zeide ik reed's, dat de gulden
niiet m,eer zoo vast sitaat als voor deu oor
log het geval was. Maar dat geldt v. ?r a 11 c
andere munten zonder onderscheid. Eerst
als er weer werkelijk vrede in Eur« pa zal
zijn teruggekeerd en als het mogeliik zijn
zal bij v. door een internationale conference
tot het algemeen vrijlaten van het goud
terug te keeren, zal er hierin een veiande-
ring ten goede kunnen komen.
De door de regeering en de Nededand-
sche Bank tot nog toe gevolgde goud-
politiek is aan ons land niet slecht bekomen.
De gulden staat sleohts weinig ondfer zijn
goiuidwaaridie en mag zich met het Engelsche
pond en de munten der landen. die evenals
wij buiten den oorlog bieven, gerust meten.
Dat het zoo gesteld is, komt even'.vel niiet
uitsluitend op het credit van die politick.
De omstamdiigheden zijn ons ook in dit op-
zicht gunstig geweest. Er moet intusschen
nauv/lettend voor worden gewaakf, dat
hierin geen keer ten kwade kome.
Onidier die omstanidigheden zijn er een
tweetal van ovierwegende beteekenis. Er is
een aanzieniliijke waarde aan Nedierlandsche
bankbiljetten naar het buitenland, met name
naar Duiitsehland, gevloeid, o:m daar ten
deele als circulatiemiddel te dienen en ten
deele te worden opgepot. Voorts ijn er
om verschiUende redenen, waarop hiei niet
nader behoeft te worden ingegaan, aanzien-
l'ijke salidii van uit het buitenland, ook hier
weer in de eerste plaats uit Duiitsohland, in
Nederland geplaatst. Dat heeft een precai-
ren toestan'd teweeg gebradit. Zoodra toch
rees er een gerechtvaardigde of zelfc alleen
u;i zenuwachtigheid verkliaarbare twijfe'
a de waarde van den Nederland-
GCgenblik vcrdwenen man en balk in dc
baren, om 't volgend oogenblik w«er op
de oppervlakte der zee geslingerd te war
den. De schipbreukeling had blijkbaar de
nabijz'ijnde redding bespeurd, want met
de kracht en den moed der wanhoop, zocht
hij zijn balk zooveel mogelijk in de rich-
ting van den driemaster voort te stucen.
Al hetd spoedig was de scheepskapitein
van het ongeval onderricht en werd er een
boot uitgezet. Vier krachpge matrozen ste-
gen er in af en als een pijf uit den boog
schoot de sloep over het water den man die
daar met den afgrond worstclde, tegemoet.
't Was hoog tijd, want de krachten bega-
ven den ongelukkige; in zwijm en zonder
bewustzjijn werd hij, nijet zonder gevaar
voor zijn Tedders, uit het water getrokken
en aan boord gebracht. De kapitein liet
hem in zijn kajuit dragen, uitkleeden en
in wollen dekens wjkjeelen; de scheepS-
dokter zorgde vervolgens voor hem, en
al spoedig was hij in een vastpn slaap
verzonken; slechts bij tusschenpoozen sta-
melde hij, hardop droomende, woorden in
een vreemde taal.
Den kapitein waf het bevallige zijner
kleedij niet ontgaan; wel had hij noch jas,
noch vest, doch zijn zeemansbroek was
van het fijnste blauwe laken vervaardigd
en zijn gordel was met een prachtig en rijk
borduursel op een grond van roode zijde
Versierd; Zijn hemd was van het .fijnste
batigt. Zijn kousen waren van bant, ijs-
landsch weefsel, en Zijn silerlijke, lichte
schoenen prijkten met gouden gespen; in
ziijn gordel stak een dolk met kostbaren
greep en in zijn zak bevond zjch, behalve
sohen gulden of een grooter
of kleiner
zou terug-
c'eel van diiie bankbiljetten
\lioeien en een igrooter of kleiner deel
van die saldii zou worden opgevraagd, en
elders worden geplaatst. Daarmede zou nie':
alleen een groote verzw'akking van de po-
sitie van de Nederlandsche Bank imredm,
maar de gulden zou er in een crisispositie
door kunnen komen. Verschi Hen de effecten-
makelaars hebben onlangs aan hun ciienter
aangeraden hun Nederlandschen fondser
in diollarwaarden om te zetten.
Het psychologisch effect ervan z„u, in-
dien de raad in belangrijke mate was op-
gevoligd, niet anders dan funest hebben kun-
nea.wezen. Indien zij ci^n geslaagd warer.
een belangrijk deel van |et geld-be'eggend
publiiek naar hun raad'te doen luisteren
zouden zij een panlekstemming hebben te-
weeggebracht en daarmede een onnoeme-
lijke schade hebben veroorzaakt. Naar mijn
vaste overtuiging, zegt de heer Treub
direigt er voor Nederland weinig inflatie-
gevaar. Het is echter noiodzakeliijk, om zon
der verwijl de noodige maatregelen te nemen
tot het brengen van evenwicht tusschen de
Staatsuiitgaven en de Staatsin,koms:en en
dat niet door venhooging van de reeds bo-
ven de grenzen, welke de eischen van
's Landis welvaart stellen, opgevoerde be
lastingen, maar door steiselmatige verla-
ging der Staatsuitgaven. Aan het geid weg-
smijten aan woningbouw, het geid vermor-
sen aan een aantal kteioe scholen zowde
dat het oraderwijs er ook maar in het minst
door wordlt gebaat, aan het met de beste
bedoelingen aankweeken van luiheid en ar-
beidsschu/wheid op kosten van Staat en
gemeenten meet liever vandaag dan morgen
een einid komen.
Dit is ook wel van belang in verband met
de waarde van den gulden en ter bezwering
van het inflatiegevaar, maar het is ook om
andere redienen broodnoodig. Indien men er
niet in silaagt de belastingen zonder tekor-
ten op den dlenst stevig omlaag te drukken,
zal er niet alleen van kapitaalvorming geen
sprake meer zijn, maar teert het Nederland-
sohe volk zijn kaipitaal in.
Komt het eenmaal tot kapitaalintering
en ik ben overtuigdi, dat het hier te lande
daartoe al gekomen is dan gaat het ook
hier, indien men niet schielijlk maatregelen
neeint om de ramp te verhoeden, als met de
tawine.
Aan den anderen kTnt isvhet verband tus
schen de stahtsfinancien en de waarue van
den gulden ook hierom niet zoo nauw, om-
dat ook bij een goede finanoieering van den
Staat de vvisselkoers niog wel ongunstig
zijn kan, ook al is dan een der belangrijk-
ste factoren, die d,i,t effect kunnen teweeg
brenigerr, uitgesohakeld. Ook de interna
tionale betallingsbalams heeft diaarop een
grooten invloed en op die balans neemt de
internationale goederenhandel van het land
een eerste plaats in. Ik wil er eohter aan-
stonds bijvoegen, dat ons land er in dit op-
zicht niet ongunstig voorstaat.
Onze betaliingsbalans is thans gnnstiger
dan in 1920 en ons land heeft, zij iiet ook
oip een aanmerkelijk lager niveau dan voor
1914, tegenwoordiig een vrijwel sluitende
internatiiOnialie balans.
De toestand van de binnenlandsche in-
diusitrie is n,og allesbehalve rooskleurig. Als
gevolg van de malaise in de scheepvaart,
gaat het den scheepsbouw uiterst slecht en
de geiheele mietaalindustrie, welke in het be
gin der eeuw zich zoo krachtig ontwikkelide,
ondervlndt den terugslag van dien toestand.
Ook in de textielmijverheid zijn de toestan-
den niiet gunstig en de leerlooierijen staan
er sleaht voor.
Wanneer desondlanks de algerneene toe
stand op de Nederlandsche goederenmarkt
nog dragelijk is en de oeconoimisdhe positie
van ons land geen reden heeft tot ongerust-
ineid, indiien men er in slaagt de staatsuit
gaven binnen korten tijd binnen de grenzen
der draagkracht van het vol.k terug te bren
gen, is dat te d'anken aan Indie. Daar gaat
eenige vreemde gouden munten, een bij-
zbnder fraaie, oude, gouden tabuksdoos
met een Deensch opschrift; in zijne ooren
droeg hij smaakvolle, eenvoud ge ringetjes
en aan zijn rechterhand stak een zwaren
gouden zegelring.
Wel is waar was hij slechts van injddel-
bare lengte, doch zijne borst en de spieren
zijner armen getuigden van buitengewonen
kracht; zijn gezicht had men bijna vrou-
welijk schoon kunnen noemen, ware het
niet dat in de trekken om zijn inond zulk
een groote energie te leZen stond. Op zijn
gelaat geen spoor van kneyef of baard;
zijn hoofdhaar was zilverblond. Op zijn
ontblooten schouder was een diep littw-
ken zichtbaar, zoo ook op den linkerboven-
arm. Oogemschijnlijk al het scheeps-
volk was het daarover eens was de ge-
redde een zeeman van deftigen stand en
had hij nauwelijks de dertig overschreden.
Inmiddels was het volkomen dag gewor
den en de zee begon van liever Jed e tot
kalmte te komen. Van tijd tot t'ijd ging
de kapitein der Camperdown naar de ka
juit om eens naar den vreemdeljng te zien.
Eerst tegen den middag, toen de kapitein
aan zijn tafel zijn dagboek bijschreef, ont-
waakte de ander en nam met verbaasden
en verwarden blik zijne omgeving en den
schrijvende op. Met een glimlhch stond
de kapitejn van zijn stoel op.
Ge vraagt u zelf af, waar ge u toch
wel bevindt, niet waar? Wees onbezorgd,
ge zijt volkomen veiljg. Spreekt ge En-
gelsch
Een beetje, meneer, klonk het aarzelend.
Nu, misschien wel meer dan ge wilt be-
het over het algemeen weer goed1. Wel zijn
j er daar nog heel wat verliiezen van vorige
jaren goed te maken, maar de malaise is er
j voorbij en dat heeft op verschillende ma-
nieren een gunstigen terugslag op ons land.
Hierbij komt, dat als niet atle teekenen
bedriegen, een verbeterinig in den toestand
bij onze OosteHjke naburen na'bij is. Gaat
het diaarheen, dian zal diit voor ons land,
dat zijn Hinterland niiet kan missen, rniets
anders dan gunstig kunnen zijn. Rotter
dam, weliks haven thans zulik een treurigen
aambiik biedt, za! er de goede gevo'gen als
het ware terstond van ondervinden, en ook
onze land- en tuiinbouw zal dan weer daar-
heen kunnen exporteeren. Voorts kan niet
genoeg worden geapprecieerd, dat het Brit-
sche volk ons voor en protectiouistisch
Engeland heeft behoed.
Allies bijeen genomen, is er weliswaar
zeker nog geen reden tot juichen, maar
evemmin tot een pessimistischen kijk op de
naaste toekomst. Indien de ongehooid lang
aangehouden regeeringscrisiis ons ten slotte
een ministerie brengt, dat waarborgen biedt
den ernst van den toestand van 's lands
financien in te zien en de consequer tie van
dat inzicht fliink te durven trekken, zet 1924,
gegeven de omstandigheden, goed in.
Onverdeeld gunsiti'g sitaan de zaken er
hier te lande zeker niet voor, maar de toe
stand is hier niet slechter, veelcer gunsitiger
dan in die best gesitueerde landen van
Europa en zelfs dan in Amerika. Indien de
staatsfiinancien met vaste hand worden ge-
regeld en in orde gebracht, is er zoolang
geen nieuwe internationale verwikkclingen,
m ieuwe beroering en on rust brenigen, igeen
enkele gegronde reden om voor inflatie in
Nederland te vreezen.
Vollediige geruststeilliing kunnen thans al
leen financieele en oeconomische kwakzal-
vers geven. Maar voor zenuwachtigheid is
er, zooals die zaken nu staan, Lvenmin
reden. En bij een precairen toestand, als er
thans in de heele were'd heerscht, is het
steeds het veiligst zoo diicht mogelijk bij
honk te blijven, ook met zijn beleggingen.
Men riiskeert op die maniier het minste en
men werkt tevens er toe mede om de finan-
oieeile en oeconomische kracht van het land,
waarop in een tijd als wij beleven zoo bij
uiitstek veel aankomt, te vergrooten boven-
diien.
Wie het speculeeren niet heelemaa'. laten
kan, zoo besiuif dc heer Treub. koope aan-
deeten in goede Nederlandsche of Indische
zaken; wie, voor zoover dit tegenwoordig
moigeliijk is, rustig wil slapen, koope goed
gefundeerdie Nederlandsche of Indische obli-
gaties. Het omruilen van goede vadetland-
sche fondsen tegen diollarwaarden of andere
buitenlandsche papier en is onredebjk en
lands,gevaarlijk tevens.
DE TOESTAND.
Maandag was het een eenigszjns histo-
rische dag in de langdradige historie van
het herstelvraagstuk, aangezien de com-
missie van deskundigen uit de geallieerde
en geassocieerde landen te Parijs hare eer
ste vergadering zou houden in verband
met het onderzoiek naar de financieele ca-
pacitoit van Duitjgchland. Men zal zich
die commissie moeilijk kunnen voorstel-
len als een lichaam, dat duurzaam zijn
tenten zal opslaan in het hoofdkwari.er
van de commissie van herstd. Zij zal,
schrijft de N. R. Crt. op reis moetien en
wel in de eerste plaats naar Berlijn. De
Duitische regeering kan haar dan een
kijkje geven in de leegte schatk'ist en in
de tekorten op de rijkshuishouding, maar
daarnaast moeten in de Duitsche hoofd-
stad belangwekkende gegevens te vinden
Zijn over de scherpe contrasten, die men
in Duitschland overal ontwaart met betrek-
king tot de verfi.eijng van den Duitischen
rijkdom. Het ongekend hooge peil van den
levensstandaard schijnt voor een aantal
DuiiLchers geen bez'waar, om een weel-
1 t-mo»x80 -,i |-" |-^»r-rTTTrTr"ii'rrnr"'Tr'FTriiHMii \rm& jdiii'Mum i
kennen, zei de kapitein lachend. Hoe voelt
ge u op 't oogenblik?
O, heel goed, ik w©et niet. hoe ik u
mijn dank voor mijn redding zal brengen.
Wat wij gedaan hebben, dat doet elke
brave zeeman voor zijn medemensch. Gij
zoudt uw plicht evenzeer gedaan hebben
als ik. 't Had overigens niet veel gcscheeld
of ge waart voor de haaien geweest. Daar-
op vertelde de kapitein, terwijl de ander
hem met de grootstie kalmt|e, aanhoonde,
hoe hij ontdekt en gered was. Daarentegen
klonk zijn stem eenigszins zenuwachtig,
toen hij den kapitejn naar den naam en
de bestemming van den driemaster vroeg.
't Is de Camperdown uit Lejth, we ko
men van Petersburg en zeilen naar Lon-
den. Mijn naam is Charles May. Maar
daarover kunnen we op ons gemak praten,
als ge weer heel en al hersteld zijt. Kunt
ge opstaan en hebt ge trek?
Beide vragen werden toestemmend be-
aintwoord en de kapitejn gaf bevel een
goed maal op te disschen. De jirlberen
van den vreemdeling waren intusschen
droog geworden en hij kteedde zich nu
met een tevreden gezicht aan. Vervolgens
ging hij met den kapitein aan tafel en be-
wees door een bewonderenswaardigen eCt-
lust, dat Itij weer volkomen in orde was
en de beste gezondheid genoot. De kapi
tein wenschte hem hiermede geluk, waar-
over de ander hem met eene bulging dank-
te. Daarna bracht de kapitjein het, gesprek
op de persoion van zijn beschiermeling.
U is blijkbaar zeeman? Wat voor lands- j
man?
dering leven te leiden, terwijl het de cllen-
de van den berooiden m[ddel- en klf-'ine
renteniersstand ste ds ondrag. lijk f maakt.
Er hebben in de pers geruchten de eonde
gedaan, dat de DuiVsche regeerjRg die-
genen van hare onderdanen di. in Zwitser-
sche winterontspanningsplaatsen hun geid
stuk hebben geslagen, deswege ter verant-
woording wjl roepen. Hoe men ov. r het
doen en laten van zulke menschen in de.
tegenwoordige omstandigheden mogc den-
ken, toch mot men zich verbazen dat men
er in ernst over kan denken hen ter ver-
antwoording te roepen over de wijze waar
op zij hun eigen geld hebben uitge,geven.
Dat men zulke drastische maatregelen van
staatsbemoeienis in het leven van partj-
culieren zou overwegen, werpt slechts een
merkwaardig licht op d onVolkomenheden
van het tegenwoordige Duitsche belasting-
Stelsel. Men begint aan den verkeerden
kant. Wil men de zaak van den goeden kant
aanpakken, dan moet men beginnen met
een belastingbeffjng die de groote ver-
mogens en inkomens beter treft dan tpt-
nogtoe het geval is, en die in de eerste
plaats erop berekend is evenwicht in de
rijkshuishouding te brengen. Maar zoodra
iemand de belasfjng betaald heeft, die de
fiscus in billijkheid van hem1 kan vorde-
ren, moet het individu toch beschikking
houden over zijn eigen geld, ook al mocht
hij daarover op de stuitendstfe of onver-
standigste vvijz'e wil ten beschikken.
De bemoeienissen van de commissie van
deskundigen, die ook In het bijzbnder zal
onderzoeken hoe de Duitsche financien in
evenwicht gebracht kunnen worden, zull n,
naar de algemeene verwachting, de Duit
sche regeering nopen de belastinghervoi--
m#ng ejndelijk erristig ondier de oogen
te ziien.
De inmengjng van de Engelsche regee
ring in de kwestie van de autonomie van
de Beiersche Palts heeft ten gevolge ge-
had dat de beslutfen van d-e zoogenaamde
autonome regeering, die de separatisten
daar gevormd hebben, nog niet in working
zijn getreden. De regi'stratje van die beslui-
ten door de hooge commissie voor het
Rijnland stond eigenlijk al gelijk met een
erkenning van bovengenoemde autonome
regeering ,„de facto"."
Intusscmm blijft de kwestie oorzaak van
nieuwe wrijving tusschen de Fransche en
de stervende Engelsche regeering. Te Pa
rijs kant men zich aan tegen het Bi'it-
sche voorstel tot het houden van een bij-
zonder commissoriaal md rzoek naar de
bedrijvighcid der separatisten. Elk onder-
zoek, meent de Fransche regeering, moet
uitgaan van de hooge commissie voor het
Rijnland in welke Engeland, terioops opge-
merkt, in de minderheid is. De Engelschen
antwoorden op den Franschen eisch dat
de hooge commissie zich alleen moet in-
Iaten met militaire aangelegenheden ir. ver
band met de bezetting en geen recht heeft
zich in de hooge politick1 te begeven. De
Fransche pers is stekeljg over Lord Cur-
zt>n's nieuwste nukS<igheid, die den ar.g-
waan wekt, dat hij aan zijn opvolgrr een
naiarehschap wil overgeven, waarme eens-
deels de wrijving in de entente gaande
gehouden wordt en anderdeels verdeeldheid
gezaaid kan worden tujsschen Frankrijk
en Duitschland, nu dez© twee toenadering
tot elkaar vertoonen.
HET „DROGE" FINLAND.
In Finland schijnt de doorvtoerjng van
het drankverbod, zooals ook in Ame.rika
wordt toegepa,st, schrijft' de Tel., een
groote mislukking te zijn ge-.\ order. Op
het oogenblik worden slechts de „natte"
parirmentsL'dfin als de ware breeders ge-
eerd, zoodat Finland woer hard op weg
is, een „nat" land te worden.
Op 1 Januari 1922 werd in .Finland
een wet van kracht, waarbij v®el zwaar-
dere boe.en op dronkenschap n langduri-
rige geva lgenschap op he. smokkeleu van
sterkedrank werden gesteld.
Ik kan met ontkennen, dat ik een -
man ben; verder een Deen.
Ge spreekt zeer goed Engdsch.
Als kind heb ik eenige.n tijd in Enge
land vertoefd.
Heeft uw schip den vorigen nacht schip-
breuk gefeden?
Ja. Ik bezit geen schi,p meer, gaf de
vreemdeling op bitteren toon ten antwoord.
En de geheele bemanni'ng js vergaan?
Dank zij uwe hulp ben ik gered.
En zijt gij de eenige geredde?
Ik geloof het wet; want ik was de
eenige, die gered kon worden.
Hij gaf een eigenaardigen klem aan de
ze ontzettende woorden.
Arme kerels, antwoordde de kapitein.
Wbar leden ze schipbreuk? Op de 1am-
frou -klip?
Hoeveel schepen zijn daar at niet op
gestrarid! luidde het antwoord van den
Deen.
Welke bestemming had uw schip?
Naar Kopeuhagen; het kwam van Stock
holm.
Was het schip uw ejgendom?
Treurig schudde de ander met het hoofd.
Als de eerlijke Engelschman een scherper
blik had gehad, dan zou hij bemerkt heb
ben dat de Deen niet zoo treurjg gestjemd
was, als hij dit na het verljes van zijn
schip en zijne benianning wel had kun
nen en moeten zijn; veeleer sprak uit de
oogen van den vreemdeling een z'ekere
kalmte en koude tevredenheid.
(Wordt vervolgd.)
or.*:.