LANDBOUWBERICHTEN. Gesprongen winterhanden GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. iNGEZQNDEN MEDEDEELINGEN. neergeschoten, omdat hij ze veidacht van cchtbreuk door dm kUjgsraad werd vrijge- spnoken oji grond van zijn ovcrgevoelig cvrgcvoe,. Te Luik is er tlians nog eesi mooier von- nis uitgfsprokvn. E n lyjarig sladent, die 'eon meisje uit den arbeidersstand, met wje hij en avontuur had ge.iad, heeft netrgeschotcn, word daar vrijgesproken; hij verkeerde zoo h;:et hot, op het oogen- blik dor misdaad in eon to^stand van over- spanning. Zoo oGsrdeelde de jury. Wat de advo- caat-generaal in zijn r. quisitoir zeide, is echter nog merkwaardige.'. Hij drong aan op een veroorde iing van den betichte; men moet niet vreezen te sty.ng te zijn, immers ,zoo zeide hij, de jonge man heeft invloedrijke vdenden genoeg; zelfs wan- neer hij tot leve.islangen dwangarbeid ver- oordeeld wordt, zullen die er hem na een paar jaren wel uithalen. DRAMA IN EEN KERK. Op de 300 voet hoog gelegen galerij der (Aglicaansche) St. Paulus-kathedraal te Londen heeft zich een drama afge- speeld. Een gids, die de bezoekers van die falerij rcndleidde vond ern man liggen, ie een schotwond aan het hoofd vertoon- de. Op hem werd een visitekaartje ge- vonden ten name van J. Tysve-Smith uit Manchester, ter.yijl e.-n actemjasch met vele papieren er in bij hem lag. De man oefen- de inet beroep uit van agent voor vaiietE- artistengezelschappen. Vermoedelijk i.e. ft de ongelukkige zich- zelf voor het hoofd gcschote.i. Hij werd in een ernstige.i toestand naar het zieken- huis overgebracht. Men denkt dat finan- cieele zorge.i hem tot den daad gedrcven hebben. De gids die dien man vond, was op ondorzotk uitgetoge.i, nadat van een groep personen, die de galerij bezocht hadden, na de atdaiing er een bhek te ontbreken. De getroffene iag in een grooten bloedplas. In verband met zijn bloedende hoofd- wonde was het een moeiiijk werk, den man liangs de honderden treden van de wen- teltrap naar omlaag te brngen. DE SCHEEPSRAMP Bij MARSEILLE. Thans blijkt, dat er minstens zev«n per sonen zijn omgekomen bij de ontploffing aan boord van het Engelsche s.s. „Otter- burn" bij Marseille. Het onderzoeic heeft verder uitgewezen, dat de brand ontsliond in het achterruim, tenge.olge van de on- voorzichtigheid van een reiziger, die zich aa.i boord had verscholen. Het lijk van kapitein Wilson is nog niet teruggevonden. De veroorgen passagier Guiseppe Pace, aikomstig uit Malta, die verdacnt! wordt den brand te hebben veroorzaakt, kon ge- red worden. Hij bekende zich aan boord verscholen te henben, samen met een land- genoot, zekei«n Polis, die omkwam. Paco, die slecnts Maleisch spreekt, wei- jp«rde te antwoorde.i op de gestelde vha- gesi betreffende de brandstichting. Hij werd voorloopig in de gcvangenis H Marseille opgeborgen. EEN LUQUBER VRACHTJE. De inwoners van een voorstadje van fldechelen warden dezer dagen opgeschrikt «k>or een op hoi geslageu paard, aat een rijtuig, zonder koetsitr met zich mc- deslerptie. Onaanks de pogingen, om het rennende #ier tot stitsj.an te brengen, kon men hierin niet slagen. Daar men ecnter voor onge.ukken vrees- tiolden eenige mannen a enter het rijtuig an.1, ten einde. de teugels te kumn n grij- Im. Wje beschrijft ecnter hun oinzetj- ngt toen zij, in het yijibtg .'ztcti een Irama zagen afspelen, tzonder dat zij in staai waren tussctienbeide tekomen. In het met groote snemeid voortTijdende voertuig waren namelijk twe. mannen in •en woede.id gevecht gewikkyld en gingen •Ikaar met de Dajonet te lijf. Onmiddelhjk wera de politic gewaar- scliuwd en een aantal agenten-te-tiejs zetp ton het rijtuig na. EcuJ r te vergeefs. Door de achtervolging opgehitst, vergrootj- to het paard nog zijn ts nelheid en daar de duisttTiiis spoedig inviej, verdween het voertuig in den nacht. De politie stelde onmiddellijk een uitge- iweid onderzoek in, zonuer echter tot nu toe een spoor te kunnen vinden. GEMASKERDE BENDE. T« Marseille is e_-n dezer avonden, niet later dan acht uur, door' een gewapende esn gemaskerde bende van vijf man een inval gedaan in de villa van ten welge- stelde Marseillaansche familie, die op dat Kiir aan het avondrnaal zat. Met hun re- wlrers in de hand bedwongen de ban- ffteten zoowel de leden van het gezin als bet persontel en zekei- zoud-n z j op oiu- kir wijzr hun slag gesiagen hebben ais 4»et de grootmoeder van het gezin, een hordate dame van z ve.uig jaar, uit de eetkamer had weten te ontbuappen, zich |n een gangkast te \erbergen en vtr volgelns den tuinman te waarschuwen. Deze kwam met zijn gewter en toen! |een der bandie- ten ook heb bedreigde joeg hij den on- verlaal een schot hagel in het lichaam. Het gevolg was dat de man, om: genade •metkend aan de politie werd overgele- verd; ook de andeie inbrekers werden ge- psakt. Onder hen was te.i vroegere knecht van de fainiiie, die kort geieden ontslagen was «i toen onder het uiten van bedrei- jpingen de villa verlaten had. VEERTIG MEISJES GeRED UIT EEN BRANDEND MAGAZ1JN. V/oensdagmorgen mistte he^ in het Lon- densche West End verschrikkelijk. Het was zwart. Omstreeks 10 uur hoorden de em ploye's van een geweidig magazijn een ontploffing in den kelder en enkele oogen- blikken later sprongen de vlammen ajle zalen van het magazijn binnen. ledereen, die zich op de verdieping gelijkvloei-s be- vonden ,wisten bijtijds te onfvluchten, maar alien, die boven waren, zagen zich den weg a^eaiedcn, doordat de trappen en de liften in brand stonden. Het waren meest meis- jes die op de ateliers bezig waren. Allen vluchtten naar het dak. (-tadanks den mist en de felheid van den brand zetten de brand we. r. mannen hun reddingsladders op en stegen in den rood uwarten nacht omhoog. De toeschouwers zagen niets, doch hoorden alleen het ge- loei der vlammen, Toch, als er een brand- weerman omhoog klom, om te zie.i, of er boven de he] niets te redden vicl, werd hij aangemoedigd met een luid hoera. En nog luider waren de toejuichingen, als er een beneden kwam mej een gercddel op z'n rug. De vreugdc werd onbeschrijfelijk, toen men eindelijk het veertigste en laatfste meisje behouden op den beganen g ond bracht. Behoudens enkelen, die brandwon- den opgeloopen hadden, waren alien wel. Het gebouw brandde volslagen uit. De oorzaak van de ontploffing is nog riiet bekend. EEN ALLERLIEFSTE HOSPITA. Een surveillreiende agent te Lucca (Ita lic) hoorde dezer dagen uit een huis het angstig en hulpgeroep van een vrouw. Onmiddellijk waarschuwde hij eenige zij- ner collega's en gezamenHjk drong men het huis binnen. Daar vond men in een vies en donker hok opgesloten, een 18-jarig meisje, Lilie Carnasciole, uit Marseille, in beklagens- waardigen toestand. Uit haar mededreiin^en bleel^, dat haar hospita, toen zjj de huurpenningen niet Kieer Ron betalen, haar had opgesloten in dit hok en het plan koesterde, om haar den! (i.ongerdood te doen stei-ven. Midd - lerwijl had de zachtzinnige hospita ai vast beslag gelegd op de bijouterieen van de arme Lilie en deze veikocht. Gdukkig, dat Lilie over een sonoor keei- geluid beschikte e.n haar noodkreten toti het waakzame oor van onzen modernen Cerberus doordrongen. Thans is zij in betere handen en haar hospita in uiterst veilige bewaring. EEN ZONDERLINGE GELDBEWAAR- PLAATS. „In plaats van mij behoorlijk huishoud- geid te geven, potte hij het) op, en nog wel in den schoorsteen. Op een goeden dag stak ik het haardvuur aan, en ver- brandde al zijn spaarduiten Dit was het droevige verhaal, dat mrs. Clara Hayward deed aan den politierechter te Southend, toen zij zich verdedigde fcegen een civiele vordering van haar echtgenoot, die zijn geld van haar terug trachttfe te krijgen. De rechter; kon moeiiijk anders doen dan hem dezen eisch ontzeggen. Een schoorsteen is niet bepaald de aan- gewezen plaats voor het opbergen van bankpapier. OPMERKINGEN over de LAND- BOUWBEGROOTiNG. Het Kon. Ned. Landbouw-Comite hreft aan de Tweede Kamer een rappoH aan- geboden, opgesteld door een commissie, welke was opgedragea na te gaan tot welke opmerkinge.i de Landbouwbegi-oo- ting aanleiding gaven. De commissie intent, dat de onlogi- sche samenvoeging van binneniandsche za- Iken met landbouw ten nadeel beteekent voor de behartiging dir landbouwbeian- gen. Het karakter van het eerstlgenoemde deel van het departement is vooral admi- nistratiof, van het (Jvvtede m'eer econo misch. De bureaucratische geest, die op administratief gebitd min of mejr als een onvermijdelijk kwaad moet worde.i geac- cepteerd, zal echter veestikkend, in elki geval belemmerend werken wanneer zij vat krijgt op een dtel van de staatszorg, waar- bij groote economische en commercieele belangen op het spei staan en waar een meeleven en aanpassen aan het praktische leven ten gebiedende eisch is. Alleen hier- om reeds dient een eindje ite worden ge- maakt aan de onderbrenging van de di- rectie van den landbouw bij het departe ment van binneniandsche zaken. Voorts wijst de commissie op 't nog niet; vervuld zijn van de vacaturs voor hoog- leeraar in de iandhuishoudkuntic; op de wciiScneiijKiK'id van me^r prijktijk in de opieiding van iaiiduouwingtnii ur. De incidentteie bezuiniging op den land- bouwvoorlichtingsdienst zooals die bij No- ta van Wijziging is medegedeeld, acht de commissie zeer afkeurenswaard, te meer waar hier geen overjeg is gepleegd met de betrokken landbouworganisaties en de gei- den, die zijn uitgetrokken voor subsidien aan proeftuinen en proefvelden en. vocn' proefnemingen, in totaai 30.470 gld. niet in verhouding tot de groote bej ekenis van demonstratieve voorlichting, prceven op het gebied der veevoeding, planfon verede- ling, bemesting enz. De commissie is z er zeker van meening, dat in de algemte.ie bezuiniging ook de paardenfokkerij haar dte; moet dragen, maar het is van oordeel, dat het ploAscling beeindigen van ten dergeiijke subsidie niet gewenscht is. Nog is de commissie van meening, dat het Veeartse.iijkuudig Staatstoezicht veel meer dan tot heden geschiedt, werkzaam zou kunnen zijn om de vtehygiene te be- vordercn, m.a.w. dat de inspecteucs meer als veehygienisch consulent moeten op- treden. Verg-adering van Donderdag 15 Nov. 1923, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, D. van Aken, D. Scheele, P. van Cadsand, L. J. Geelhoedt, R. G. E. Nelson, C. Verlinde, F. B. G. de ideijer, H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel, B. N. van Dijke en I. de Ridder. (6. Vervolg). Voortgezette vergadering te 2^10 uur. Tegenwoordig alle leden. De heer SCHEELJE wil een en ander zeggen naar aanleiding van hetgeen dezen morgen te hooren was van de 2 liberale sprekers en den sociaal-democraat. Naar aanleiding van het geen de heer Hamelink over de anlirevoluitio- nairen zijde, wil hij eventjes opmerken, dat onder hen niet of wel democratic bestaat, doch dat de geheele partij wil samenwerken en haar vertrouwen stelt in het optreden van de afge- vaardigden in den raad. Door den heer Nolson is er op gewezen, dat er voor rechts niet zoo'n overgroote meerder- heid van stemmen is uitgebracht. Hij doet dit, om er op te wijzen, dat zjj een groote linksche mdndenheid vertegenwoordigen en er voor te waarschuwen om met hen by het bestuur der gemeente rekening te houden. De redeneering van den heer Nolson maakt wel verschil met die in 1919. Toen spreker er destijds cp wees, dat er wel een linksche meer- derheid in den raad zetelde, doch de meerder- heid der kiezers zich voor de gezamenlijke rechtsche party en had uitgesproken, en het 7 links en 6 rechts dus geen juist beeld van de meening der kiezers gaf, antwoordde de heer Nolson: mynheer, er zyn 7 linksche en maar 6 r chtsche leden! maar nu telt hij de stemmen, hij wilde te kennen geven, dat het nuomgekeerd 76 zou moeten zijn. Spreker noemt dat niet eerlijk, de heer Nolson behoort nu ook de 8 rechts en 5 links te accepteeren en te erken- nen, dat links een groote nederlaag geieden heeft. Door zelf van zijn party een keer of vijf te zeggen, dat zij een oude juffrouw is, 1 eft spreker dat niet meer te doen, en heeft de heer Nolson deze zelf voldoende gekwali- ficeerd. De antirevolutionairen zullen de stelling: ieder baas in zyn eigen huis, of naast God schipper op zijn eigen schip, volkomen eer- bdedigen, mits zich voorbehoudend wetten te stellen voor het openbare leven. De Vrijheids- bond beziet die vrijhedd anders wat deze partij wenscht kan ontaarden is losbandigheid en dat kunnen de antirevolutionairen niet aan- vaarden. Wat zij verstaat onder vrijheid, leert ook de laatste verkiezing voor den gemeenteraad. De vrij ziimig-democraten meenden het niet meer te kunnen vinden in de oude party en richten zelf een kringetje op, om voor hun beginsel propaganda te make"*"- Maar toen de verkie zing was afgeloopen, ..as waar te nemen hoe de mannen van den Vrijheddsbond de vrijheid verstaan. Toen werden de kiezers gewezen op de gevolgen en niets minder dan den voorman der nieuwe partij gedreigd, dat men hem zou voorbijgaan in hetgeen waar hij zijn brood mee verdiende. Als dat nu de ware vrhijedd is, dan acht spreker het er droevig mede gesteld, dan is het in de toepassing zooals Van Lennep zegt: 'k Ben liberaal en meen daarmede, Dat ik, in ieder staatsgeschil, Elkeen laat denken als hij wil, Mats dat hij spreekt gelijk ik Wil: En verder leef' hij voort in vrede, Mits naar mijn wil, mits naar mijn wil. Zie, mynheer de voorzitter, dat is van toe- passing op de liberale partij. Met betrekking tot de wethouderskeuze is het gewraak, dat rechts daaromtrent niet met links is overeengekomen. Toen de rechtsche fractie daarover vergaderd was, is wel degelijk overwogen om ook met links daarover te spre- ken en is tot de laatste stonde gewacht, of men daaromtrent van links blijk zou geven, dat men op confereeren prijs stelde, doch toen Dinsdags de keuze moest plaats hebben, wer den wij zegt-spreker eerst te 5 uur door den heer Nolson uitgenoodigd om 's avonds te 6, 7 of 8 uur te vergaderen. De heer NOLSON: Dat was de laatste stonde. De heer SCHEELE: Wij waren toen in een vergadering waar we niet weg konden, maar was dat niet het geval geweest, dan zou dit toch niet meer gebaat hebben, omdat wij des Zaterdags tot een oplossing waren gekomen. Het komt mij ook voor, dat over een zoo ern- stig onderwerp als de wethouderskeuze, die uitnooddging te laat kwam en hij zou denken dat rechts in dit opzicht de tegenover haar ge- uite beschuldiging kan verwerpen. Over de begrooting zal ik weinig zeggen, ofschoon de heer De Jager nog al wat heeft moeten verduren. Op een ding wil ik echter wijzen, en dat molten de jieeren van links toch beter begrypen. Gedurig wijzen ze er op, dat de verzwaring van onze begrooting daar vandaan komt, dat zooveel moet worden be- taald voor het christelijk onderwijs, alsof ze willen zeggen: had jullie dat zelf blijven be talen, dan zou onze begrooting met 20.000 kunnen verminderd worden. Daaruit ziet men, dat ons Christelijk volk jaren en jaren geld voor de gemeentekas heeft bespaard. We heb ben jaren en jaren ons recht gevraagd, om ook ons onderwijs uit de openbare kas te betalen, aangezien wij ook nog door onze belasting bij- droegen voor het openbaar onderwijs, en nu we eindelijk zoover zijn, dat we dat hebben verkregen, komt men van links nog alt.ijd be- weren: het komt jullie eigenlijk niet toe. De heer HAMELINK: Daar zijn wij het niet mee eens! De heer SCHEELE: Indien die vrije scholen er niet geweest waren, wat zou dan de open- bare school niet schatten gelds meer gekost hebben. Ik zou de heeren vragen wees in dit opzicht toch meer voorzichtig en reikt de vrye school de hand. Ik herhaal, van meening te zijn, dat den voorstanders van het bij zonder omderwijs eerder een woord van waardeering moest worden te hooren gegeven, dat ze al die jaren f 20.000 voor de gemeentekas hebben bespaard en ze zelf betaald. Heeren, weest in dit opzicht toch eens voor overreding vatbaar! De heer GEELHOEDT: Je bent de plank mis. De heer SCHEELE: Waarom dan gezegd, mijnheer Geelhoedt, dat deze regeering niets anders is dan een schijnbeweging, die niets ten goede voor onze stad zal uitwerken? Wacht toch eens met uw oordeel uit te spreken, wacht daarmede eens 4 jaar en ziet naar de resul- taten. Want de heer Geelhoedt heeft zich als wethouder ook dikwyls tegenover verschillende aanvallen op zijn heleid moeten verdedigen. Ik zal hier het sportterrein niet bij halen, maar moet wel zeggen, dat jullie, oud-college van burgemeester en wethouders, je bij je be- heer veel te veel lieten leiden door ailerlei kringen en kringetjes, die zich het oprichten en onderhouden van bepaalde inrichtingen tot taak hadden gesteld. Daardoor werden aan de gemeente overmatige eischen gesteld. Toen de ambachtsschool zou geopeaid wor den, werd gerekend op een subsidie van f 1600. Ik wil nu aannemen, dat dit bedrag door de omstandigheden wel stijgen moest, maar of men zoover had moeten gaan, om een sub sidie van 16.000 toe te staan, daar geloof ik niets van. Het oude college had zich daartegen moeten verzetten. Ze zyn gezwieht voor de eischen van de hoogere regeering en van ver- eenigingsbesturen. In dit opzicht moet er eens een andere richtimg worden geschapen. Omtrent de rede van den heer Hamelink moet ik opmerken, dat die zoo kalm was, dat men zich moet afvragen, of deze aan een kant niet blij is, dat dit College er zit. Dat hij maar met 2 mannetjes teruggekomen Is, schrijft hij toe aan de Chr iste 1 ij k - Hi sto ri sc h e vrouwen. Spreker doet dat liever niet en zoekt de oor zaak eerder in de sociaal-democratische partij zelf, die vooitdurend te veel overvraagt, omdat zij, indien ze niet overvraagt, zeer weinig kan geven. Men moet de werkelijkheid van het leven inzien, want zij stellen eischen, die niet kunnen worden verwezenlijkt. ALs voorbeeld kan ik daarvoor ^anhalen een klein stukje van den grooter. Bebel: „Wij heb ben alzoo het standpunt ingenomen, dat het er niet im de eerste plaats om gaat, of wij een en ander bereikenvoor ons is hoofdzaak, dat wy zekere eischen stellen, die geen andere partij stellen kan." De heer HAMELINK: Hoelang is Bebel al dood? De heer SCHEELE: En wat zeide de heer Duij,s op het Zwolsche partij-congres: „Wij stellen toch ook in den gemeenteraad vaak dingen voor, die wij weten, dat verworpen zul len worden, maar dan kunnen wij tot de ar- beiders zeggen: Ziedaar, wat voor kerels." Kijik mynheer de Voorzitter, dat zyn de kiezers moe geworden, en die hebben daarom gezegdaan cue party geven we onze stem niet. De heer HAMELINK: Je bent toch de partij der kleine luiden? De heer SCHEELE: Ledige aren in den oogst Dragen hunne koppen t hoogst, Veel geschreeuw en weinig wol, Maakt zoo menig scheerder dol. Zoo is het geworden bij de kiezers van jul lie korps. Het is mogelijk, dat het na deze 4jarige periode weer anders gaat, omdat een party die in de oppositie komt en zich vrij kan laten gaan, altyd eenige aantrekkingskracht voor de kiezers geeft, maar voor het oogenbiik is het toch zoo, dat de meerderheid h.t -inancieele beheer niet meer aan links wenischte toe te vertrouwen. Ik vraag de heeren: werkt met ons mee, in het belang van onze goede stad en laat ons er naar streven, minder belasting te laten betalen. Door den heer Hamelink is de godsdienst er ook bijgehaald. Deze heeft zich verdedigd, tagen de beschuldigingen in een verkiezings- manifest uitgebracht, als zou hij den gods dienst hier op een verkeerde wijze gebruiken. Doch, al is het dan dat de heer Hamelink dit hier niet doet, dan wil dit nog niet zeggen, dat dit niet leeft in zijn partij. Ik wil daar voor wijzen op De heer HAMELINK: Je hebt je brochure slecht bestudeerd! De heer SCHEELE: Ik heb meer te doen dan dat, en ik offer er myn nachten niet voor op! Im de verkiezingsdagen werd er van socia- listische zyde op gewezen, dat de S. D. A. P. een groot aantal domine's onder haai' leden telt en in Rotterdam in de Partij een orthodox- protestantsche Christelijke propagandaciub be staat, er werd op gewezen, dat de sociaal- democraten de Roomsch-Katholieken hebben aangeboden mede te werken aan de opiieffing van het processieverbod in de Grondwet, maar dat de Protestanten dat verijdeld hebben, men gaf te kennen, dat de S. D. A. P. wil, dat de godsdienst vrij zal worden voor iedereen, om dat zij het Godsgeloof te goed vindt om door ,,de baas" aan zijn knechten te worden opge- legd. Ze getoruikten den godsdienst om kiezers te winnen, maar als het er op aankomt om de chrisite'yke partij en te bestrijden, klinkt het anders: Engels, een medewerker van Karl Marx schrijft: „in de socialistische maatschap- pij sterft de godsdienst zijn natuurlijken dood". En wederom uitlatingen van Bebel: „Op het terrein dat men tegenwoordig het „odsdiens- tige noemt, streeft het hedendaagsche socia- lisme naar atheisme, d.i. godloochening", en „Ghrisitendom en socialisme staan tegenover eikaar als vuur en water"; en wat zegt de lei- der in ons land, de heer Troelstra: ,;Wij geven gaame toe, dat de socialistische wijsbegeerte niet vereeniighaar is met een of ander theolo- gisch stelsel" (d.i. met een of anderen geopen- baarden godsdienst). Als men dus vraagt of een christen socialist kan zijn, antwoord ik volmondig neen, hun christen zijn houdt dan op! De heer Hamelink heeft het ook nog gehad over de begrooting, maar ik meen dat het meer op den weg van den heer De Jager ligt, om daarop te antwoorden, en ik meen er voor het oogenbiik een eind aan te kunnen maken. Nog iets wil ik er van zeggen, en wel, dat er toch ook bij de sociaal-democraten ten op- zichte van de bezuiniging een verandering te constateeren is. De heer Wibaut nl., een voor- aanstaand .man in die partij,, toont in deze dagen ook, dat hij meer de werkelijkheid van het leven ziet. Hij toont dat, door in den ge meenteraad van Amsterdam de vraag te stel len, om te willen overwegen, of de scheiding tusschen het verleenen van steun aan uitge- trokkenem en het verleenen van steun aan on- derstand genietenden niet behoort te worden opgeheven. Misschien is het mogely'k, dat er ook in dezen gemeenteraad een stem zal te hooren zijn, ofschoon dit, blijkens de begrooting, niet bij burgemeester eh wethouders voorzit en deze de menschen die het noodig hebben nog steun willen verleenen. Daaruit blijkt, dat het rechtsche college alhier op dit punt nog niet zoo reactionair is als de sociaal-democratische wethouder van Amsterdam. De heer HAMELINK: Dat zal ik je straks wel eens duidelijk maken. De heer COLSEN herinnert, dat, toen hij hier 4 jaren geieden gekomen is, daardoor vol- daan werd aan een lang gekoesterden wensch der bevolking van Sluiskil. Hij is hier geko men met het voomemen op te komen voor geheel zijn volk, zonder aanzien des persoons. Hij heeft toen beleefd aan al de raadsleden om steun gevraagd, voor de belangen van Sluis kil die hij zou voordragen, omdat men toen te Sluiskil het gevoel had, dat de bewoners ner- gems anders voor dienden, dan om hier hunne belastingen te brengen. Drie jaren geieden heeft hij er nog op gewezen, dat de gemeente- naren hehoorende tot het stemdistrict Sluiskil een derde der belasting van de geheele ge meente betaalden. Dat werd wel 'n twijfel getrokken, maar hij betoogt, dat die mede- deeling juist was. Toch is die buurtschap al- tijd stdefmoederlyk bedeeld. En nu spreker hier weer terug is gekomen tot spiit van den heer Scheele, die hem een paar jaren geieden aJ toevoegde: „je komt hier niet meer terug" en die hem ook al den naam Mussolini heeft gegeven heeft hij zich voor- genomen als voorheen voor de belangen dier buurtschap in het bijzonder op te komen, het geen wel noodig blijkt, omdat ze wel veel re- kwesten indienen, maar steeds nul op request krijigen, men ziet dan aan de waterleiding, aan het electrisch licht, aan de bestrating en no- leering en wat er meer is. Toch begint, als men zo6 weinig medewer- king ondervindt, de moed wel wat in de schoe- nen te zakken en als burgemeester en wethou ders de bevolking van Sluiskil niet geheel mal content wil maken, dan zullen ze toch niet moeten voontblijven gaan als tot hiertoe ge- schiedde, want dan zal men beginnen, zooals reeds vroeger is gebeurd, tot het houden van protestvergaderingen. Spreker is door ver schillende omstandigheden al tot de conclusie gekomen, dat men naar raadsleden niet wil luisteren en wel naar het algemeen, welnu: dat zal zich dan laten hooren. Spreker wijdt ook enkele woorden aan de wethouderskeuze. Het lag niet in zyn bedoe- ling om zelf wethouder te worden, al heeft de heer Scheele hem ook al eens de derde wet houder genoemd, maar het was toch het ver- langen van de Sluiskilsche bevolking, dat er iemand uit die buurtschap zou worden be- noemd. Spreker verklaart omtrent de besprekingen dienaangaande door de rechtsche raadsfrac- tdes geen geiheimhoudiing op zich genomen te hebben, en kan daarover dus vrijuit spreken. Hij deelt mede, dat het zijn bedoeling was, den heer Van Cadsand op den voorgronid te brengen, met een van de liberalen, maar dat lukte niet, omdat de heer Van Cadsand dat niet wilde aannemen. Spreker heeft toen zijn woord gehouden en den heer De Jager ge- stemd. De heeren van rechts wilden er niets van weten een zetel voor een Sluiskillenaar te bestemmenomdat er dan geen 2 zetels meer te vergeven waren, nl. een voor de anti-revo- en jeukende wintervoeten geneest men met Purol. In doozen van 30, 60 en 90 cts. Bij apothekers en drogisten. Purol verkrygbaax bij J. R. PLATTEEUW, Noordstraat 59. lutionairen en een voor de christelyk histori- sehen. Er breek ook dat de heeren Koomsch- lvatiholdeicen met goeu te Kunnen samengaan en daarom hebben ze dezen afgewezen. De heer VAN CADSAND acht zich verplicht hier ook wat te zeggen, omdat zyn naam in het deibat is genoemd. Naar aanleiding van hetgeen de heer Hamelink beweerde, wii spre ker verkiaren, geen enkele vrouw te hebben aaaigezet om op hem te stemmen. De heer Hamelink is begonnen alle partyen uit te schii- deren op een wy ze, alsof zijn partij alleen het goede voor heeft, maar het is toch gebleken, dat de kiezers er anders over denken. Hij moet voorts opmerken, dat de heer Colsen naar aanleiding van de wethoudersverkiezing niet mag beweren, dat de protestantsche leden niet met de katholieken willen samenwerken. De heer Colsen heeft aan spreker gevraagd, een wethouderszetel aan te nemen., dat is juist. Hij heeft echter onmiddellijk gezegd, oat hij dit niet wilde en liever een ander gekozen zag. Nu meent hij, dat er toch geen verschil is tus schen hem en den heer Van Aken. De heer Colsen mag er dus geen verwijt van maken, want als spreker het aangenomen had zou de heer Colsen hem hebben gestemd en dan was er toch ook geen katholiek benoemd. De heer HAMELINK: Daar kom ik goed van af! De heer VAN CADSAND: De heer Nolson heeft veel afgekamd op den wethouder van financien, en hen meermalen geprest den raad in te lichten, of door hen geen beloften zyn afgelegd. Spreker wil echter vragen, of ook het vorig college geen beloften heeft gedaan, want hy herinnert zich goed, dat de heer Col sen aan den heer Geelhoedt vertrouwen had opgezegd, omdat deze te voren zich had uit- gelaten, dat hij geen wethouder zou willen wor den, indien hy dat moest worden door de stemmen der sociaal-democraten. Later zijn ze benoemd met medewerking der sociaal-demo- raten, maar hebben ze bedankt? Ze zijn hun danikbaar geweest! De heer DE MEIJER geeft te kennen, dat door hem met meerdere of mindere belang- stelling naar de verschillende sprekers in hun algemeene 'beschouwingen is geluisterd. 'k Hoorde zegt spreker meermalen spreken van „willen" en „regeeren". Wij, Roomsch-Katholieken, die voor 3 jaren in deze raadszaal voor 't eerst eene vertegenwoordi- ging kregen, hebben in dat „willen" en „re- geeren" nog weinig te zeggen gehad. Een ding spijt mij echter, dat de linksche partijen, als zy spreken van bezuiniging, steeds met de uitgaven van het bijzonder on derwijs voor den dag komen, en zulks is juist voor mij een aanleiding om daarvoor des te harder te blyven strijden. Lange jaren hebben ook wy, Roomsch- Katholi ken, hiervoor gestreden, en behalive onze e'gen scholen geheel te moeten bekosti- gen ook de openbare moeten steunen, en het is ons eene vreugde en troost, dat aan deze onrechtvaardige verhouding een einde kwam. en dat wij hebben overwonnen. En als de heer Hamelink zich daarvan overtuigen wil, dat hij iedere Roomsch-Katholieke moeder zulks vrage, en blijde en fier zullen zij getuigen van de troost en vreugde die zij genieten? doordat hare kindenen nu het byzonder R. K. onderwijs kunnen genieten. Evenwel ben ik er ook voor, dat er ook voor dat onder de vlag van bezuiniging en venain- dering van lasten ook voor het bijzonder on derwijs niet meer wordt uitgegeven dan in 't belang van dat onderwijs wenschelijk en noodzakelijkis. Wat op finaneieel gebied thans wordt voongesteld, daar ben ik volkomen ge- rust in. Verder, wat de wethouderskeuze betreft, meen ik in antwoord op en tegenover den heer Colsen even mijn standpunt te moeten uiteen zetten en de redenen te noemen die my bij deze keuze hebben geledd. Ten eerste achtte ik het onder de huidige omstandigheden niet in't belang der Roomsch- Katholieke partij, dat een Roomsch-Katholiek wethouder werd. Ten tweede was het centraal bureau van de Roomsch-Katholieke sociale actie in Neder- land het hierin volkomen met mii eens. Ten derde, gelet op de moeilijkheden die zich voordeden, toen destijds iemand wethou der was, die nog slechts een half uur buiten de kom woonde, zou een wethouder, te Sluiskil wonende, nog meer moeilykheden opleveren. Ten vierde, om redenen, die ik hier ter wilie van den persoon in kwestie liever maar niet wil noemen. De heer VAN AKENNaar aanleiding van het gesprokene van hedenmorgen wil ik enkele punten naar voren brengen aangaande onze propaganda en onze beginselen. De heeren van links zullen wel begrypen, dat wij geen ver- antwoordelykheid dragen voor alle hdljetten en advertentien die geteekend zijn door eenige of vele Christelyk-Historische kiezers. lnzoiider- heid advertenties daarmede geteekend, nemen we in geen enkel geval voor onze rekening, want daar werden zelfs onze eigen caudidaiten niet mede gediend. Wie die vele of eenige Qhristelijk-Historische kiezers zijn, weten de heeren van links wellicht nog beter dan wij. Daar kunnen we dus gevoeglijk over zwygen. Dat er zooveel stemmen op onze Jijst zijn uitgebracht, is niet door onze hoedanigheden, want wij zyn alle drie politieke groot- of -kleinheden, naar dat we de zaak bezien. Datde keuze van onze partij nog zoo slecht niet was, bewees het aantal stemmen op onze lijst uit gebracht. Een van de reden is m. i. ook, dat we in den schoolstrijd veel kiezers en kiezeres- sen aan onze zijde hadden en dat cok die meenden, dat de wijze waarop de heer Hame link ddkwijls over het Christendom en zelfs over Gods Woord heeft gesproken, te ver gir.g. De heer HAMELINK: Daarvan moet u fei- ten noemen! De heer VAN AKEN: Dat de woorden van den heer Hamelink aan vlijmenden spot doen denken, hehoeft hem heusch niet te verwonde- ren. De rede die hij hedenmorgen hield, bewijst wel, dat hij beter doet, dergelyke aanhalingen na te laten, waar hij over het zevende gebod spreekt, als hij het negende bedoelt, en met de udtdrukking „zoekt eerst het Koninkrijk Gods en het aardsche slijk zal u worden toegewor- pen". Wat betreft de wethouderskeuze wil ik op merken, dat inderdaad volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging de Vryheids- bond recht had op een wethouderszetel. De heeren houden het mij ten goede, dat de ge- voerde schoolstrijd voor my persoon'.ijk een onoverkomelijke moeilijkhedd was, op een der heeren van links te stemmen. Had echter de heer Nolson een week eerder ons ter conferen- tie uitgenoodigd, dan hadden we nog eens kun nen spreken en was de zaak wellicht anders geloopen. De heer DE JAGER krijgt den indruk, dat de gemeenteraad van Ter Neuzen heden hier niet op zyn plaats is. Besprekingen als die thans worden gehouden, behooren niet thuis in een raad van 13, doch in de Kamer van 100.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 2