BURGERLIJKENST AND. Jixiisch ambtenaar. Hij leefde lange jaren in «en hotel te Londen, geheel afgezonderd van de werel'd en zijn eenige hartstocht bestond in het verzamelen van zeldzame boeken. Een zeer bijzondere voorliefde legde hij aan den dag voor eeniige karto-uitgaven van Shakespeare's drama, waarvan er nog slechts vier of zes ter wereld bestaan. Alles borg hij netjes verpakt in kisten, na de boe ken van de noodiige handteekeningen voor zien te hebben. Zoo leefde hij ver van het wereldsch ver- ke r, waarin hij nooit meer hoopte terug te keeren, en hij verbrandde zelfs zijn jas, om niet meer in de verleiding te kunnen komen de straat op te gaan. Toen hij dezer dagen zijn einde voelde na- deren, had hij nog juist den tijd een soort testament te schrijven en twee hotelbedien- den als getuiigen te roepen, die het epistel mede onderteekenden. Nu de man dood is, is zijn laatste wilsbe- sohikking ter kennis gekomen. Daarin staat evenwel de bepaling, dat de de zeldzame Shakespeare's karto's onmiddellijk aan de vlammen moeten worden prijsgegeven. Men staat nu voor het dilemma: doen of miet doen. lntusschen: de Engelsahe advokaten zul len er wel een mouw aan weten te passen om de waardevolle boeken voor het nage- slacht te kunnen redden. DE HUMOR IS DE WERELD NOO NIET UIT! Ejr is vaak humor in het ambtejijke leven, al zulle.i de meeste staatsburgers dien hu mor niet al te hoog aanslaan, zoo lezen wij in het ,.Rott. Nwsbl." Me.i weet, dat de Postcheque- en Qiro- die-ist zich voorloopig insolvent heeft ver- klaard, zichz*'f surseance van betaling heeft vBxleend en alleen in zeer dringende geval- le.i, door de postambtenaren te beoordee- le.i en vervolgens door een hooge com- j missie, tot een beperkt bedrag eeaige be taling toe wil staan. De burgerij heeft dus, terecht den Post- cheque- en Girodient uit het geldverkeer afgeschreven. Misschien wel, na deze de bacle, voorgoed. En in elk gejval is er thans mCj meer mee te doen. Toch, alsof er geen vuiltje aan de lucht is, ontving een der lezers Zaterdagoch- teud, dus al enkele dagen na de sluiting van den dienst, een rekening van het kan- tongerecht. En onder deze rekening was een briefje geplakt, luidende: Postcheque en Girodienst. ,.De gemakkelijke wijze van betaling van deze nota, zoowel voor u als voor m'ij, is hei bedrag te doen overschrijven (giree- ren) van uw op mijn postrekening nr. 104.078, kantoor Rotterdam. ,.Zijt gij nog niet rekeninghouder bij den Postcheque- en Girodienst, dan kunt gij deze nota het best voldoen, door op onverschillig welk jxist-, bij- of hulpkan- toor het bedrag op mijn genoemde reke ning te storten". De lezer vraagt: Is het niet, om razend te worden? He. blad antwoord: Welneen. Deze amb- tenarij is allervermakelijkst. ,.EEN AARDBEVING". Waarschijnlijk als gerolg van de sen- satione.le aardbevingsvoorspellingen heeft zich te Londen het volgende afgespee'd Zondagmiddag, zoo meldt de Daily Mail, kLnk plotseiing ae kreet ,.een aardbeving" tusscheu de menigte, welke ce.i paar twis- te.ide personen aangaapte op Bethnai Gre.n, de groote kanariemarkt der En- geische hoofdstad. Vrouwen, huisdieren en vogeis werden omvergeworpen en onder de.i voet geloopen. Een wilde paniek ontstond, waardoor niet minder dan 11 personen in het zie- ke.ihuis moesten worden opgenomen. Vijf- tig me.ischen werden licht gewond. Meei dan 2000 vogeis vlogen uit de kooien w®g. Een groot aantal kanaries, tientallen kippen en meer dan 100 honden en kat- te.i werden bij de paniek gedood. Hoe het geval zich voordeed bleef een mysterie. Bekend is het echter, dat er. top.i ,.een aardbeving" geroepen werd, een paard, waarop een man gezeten was. weg- snelde. De man hield een revolver in de hand. Wilde scenes speelden zich af on der de" menschenmassa, die op 4000 man geschat werd. DAT KOMT NOG WEL. Ee.i verkiezingscandidaat hield op het platteiand een propaganda-rede en schil- dftide zijn kiezers het gelukkigste leven, dat zij zouden krijgen, als zij hem naar de Kamer zouden zenden. Niemand van jelui heeft nog twee bunder land, en een koe, maar dat komt nog w»i, riep hij enthousiast uit. Jelui hebt ook nog geen thuis voor o-ude.i van dagen, maar dat komt nog wel. Toe.i ging hij over tot bespreking van de verbetering van het gevangeniswezeri. Ik heb, eerlijk bekend, zeide hij la- chend, van dergelijke inrichtingen weinig ve.stand en ondervinding. Toe.i riep een stem uit het publiek: O, dat komt nog wel. GEMEENTERAAD VAN AXEL. Vergadering van Dinsdag 9 October 1923, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, A. E. C. Kruijsse, Ph. J. van Dixhoom, J. Weijns, J. M. Baert, A. 't Gilde, Ed. van de Casteel, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feyter. Secretaris de heer J. L. J. Maris. Afwezig de heer M. W. Koster. (2. Vervolg). 4. Schrijven van Gedeputeerde Staten be- treffende overdracht gedeelte weg Ter NeuzenAxel. Van Gedeputeerde Staten is dd. 14 Septem ber 11. een schrijven ontvangen, waarin dit col lege te kennen geeft, dat het de slotvoorwaar- de, in het besluit van den gemeenteraad van 19 Juni 11., niet kan aanvaarden, aangezien de provincie met het onderhoud der middelen tot waterafvoer ter zjjde van het over te dragen wegvak niets uitstaande heeft. Het onderhoud van de aan de westzijde ge- legen afvoermiddelen rioleering met zink- putten berust bij de belanghebbende bewo- ners der langs die zijde gebouwde perceelen, dat van de oostelijke bestrate goot met zink- putten bij de gemeente Axel. Het college verzoekt zoo spoedig mogelijk de tot stand koming van een verbeterd raadsbe- sluit te willen bevorderen en hen dat toe te zenden. Burgemeester en Wethouders stellen voor, overeenkomstig dit schrijven, de slotalinea te doen vervallen, en dat besluit opnieuw in te zenden. De heer KRUIJSSE verklaart, dat het hem spijt, dat de waterafvoer van dat straatgedeelte niet zal verbeterd worden. Indien de gemeente raad echter besluit om de straat over te nemen voor dat hierin voorzien is, zal dat geheel ten lasite der gemeente komen. Spreker is voor overneming van de straat, al was het alleen uit overweging, dat hij het niet raadzaam vindt dat een straat gelegen in de kom der gemeente aan een ander dan de gemeente behoort, maar als daar niet eerst in voorzien wordt, zal hij tegen het voorstel moeten stemmen. Hec is een toestand die heelemaal niet in orde is; bij eenigen regenval staat het daar terstond blank en als de straat aan de gemeente komt zonder dat die toestand eerst verbeterd is, zal er niets anders overschieten, dan dat deze er haar schouders onder zet. De VOORZITTER betoogt, dat het hier twee verschillende zaken betreft. Aan de orde is een voorstel om den weg over te nemen, terwijl de heer Kruijsse de afwatering bespreekt. Om- trent dit laatste dient eerst te worden over- wogen, op welke wijze het best verbetering is te maken en daarna kunnen Burgemeester en Wethouders zich tot de bewoners wenden met verzoek daarvoor te zorgen, terwijl zij, bij ge- breke daarvan het desnoods zelf kunnen laten doen ten koste der bewoners. De waterafvoer aan de Westzijde moet door de betrokken be woners worden onderhouden, die moeten het dan voor eigen rekening in orde laten brengen. De heer KRUIJSSE noemt dat heel mooi in theorie, maar de practijk leert het anders. Hij bljjft er bij, dat, als de gemeente het zoo over- neemt, deze het ook voor haar rekening zal krijgen. En voorziening is dringend noodig. De VOORZITTER merlct op, dat de afvoer- buizen er wel liggen, maar dat die niet voldoen- de schoon gehouden worden. De heer KRUIJSSE betwijfelt, of de buizen wel in orde zijn, want men is er indertijd eens aan begonnen, om het in orde te maken. Men vond het toen echter naar het schijnt in zoo- danigen toestand, dat men het maar al gauw weer stilletjes dicht gegooid heeft. De VOORZITTER bepledt nogmaals aan- neming van het voorstel; daarna kunnen maat- regelen getroffen worden om den waterafvoer te verbeteren, waartoe de onderhoudsplichtigen dan genoopt kunnen worden. Aan den heer J. de Feijter antwoordt hij, dat de Noordpolder het water moet ontvangen. De heer KRUIJSSE wijst er op, dat het daar vroeger een poldersloot is geweest, die gerio- leerd is, maar niet goed in orde schijnt te zijn. De heer WEIJNS: Maar, als de gemeente het niet doet, zal het dan verbeteren? Kunnen we de provincie daartoe dwingen? De VOORZITTER: De provincie heeft er, zooals uit het schrijven blijkt, niets mee te maken. Hij gelooft, dat de riolen eenvoudig verstopt zijn. Aan den anderen kant van den weg is het ook zoo. De heer BAERT wijst er op, dat de toestand sedert het aanleggen van de tramlijn veel slech- ter geworden is; het water wordt door de rails tegen gehouden. Er zijn wel sleuven onder door de rails, maar die zitten voortdurend verstopt. Ook de riool, die het water moet afvoeren, is verstopt. De sloot, waarin het riool uitloopt, is indertijd eens uitgegraven en toen was de toe stand veel verbeterd, maar nu ligt het riool diep onder den grond, zoodat het geen water kan loozen. Zooals het nu is ingericht kan het wa ter bij eenigen val niet op tijdig loozen. Hy geeft aan, hoe naar zijn meening, verbetering zou kunnen tot stand gebracht worden door het maken van een ontvangput bij de oude nor- maalschool. Hij hoopt, dat mettertijd in dezen hoogst ongewenschten toestand verbetering zal worden gebracht. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt in stemming gebracht, met het re- sultaat, dat zich 5 voor en 5 tegen verklaren en de stemmen dus staken, zoodat in de volgen de vergadering opnieuw moet worden gestemd. Voor stemmen de heeren Dieleman, J. de Fejjter, Oggel, P. de Feijter en Weijns; tegen stemmen de heeren Van de Casteel, 't Gilde, Kruijsse, Baert en Van Dixhoom. De heer DE FEIJTER vraagt, of Burgemees ter en Wethouders nu ondertusschen niet eens met een uitgebreid plan zouden kunnen komen, opdat de leden zich alsdan beter van den toe stand op de hoogte kunnen stellen, want hij gelooft, dat het meerendeel zich den toestand maar moeilijk kan indenken. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur gemeester en Wethouders dat niet behoeven te doen, daar de onderhoudsplicht noch bij de gemeente, noch bjj de provincie berust; de menschen moeten het zelf doen. De heer J. DE FEIJTER merkt op, dat het ook meer zijn bedoeling is, op de hoogte gesteld te worden van den toestand, ter nlaatse. Door den heer Baert is ook gezegd, dat de toestand onhoudibaar is; hij zou wenschen, dat de onder houdsplichtigen dan ook op hun verplichting werden gewezen. De VOORZITTER wil er wel eens met de wethouders over spreken. 5. Vacature aan de openbare lagere school. In een schrijven van 8 September 1.1. geeft de commissie van toezicht op het lager onder- wijs in antwoord op een schrijven van Burge meester en Wethouders, betreffende de vaca ture van mej. Mangold aan de openbare school het volgende te kennen: wordt deze vacature niet vervuld, dan zal een der klassen moeten worden gesplitst en deze deelen moeten worden gecomibdneerd met een andere klasse, zoodat dus een ondervVy zer aan anderhalve klas onderwys zal hebben te geven. Waren de klassen kleiner, dan zou zulks zeer goed mogelijk zijn; nu zal het aantal leerlingen voor enkele onderwijzers meer dan 50 worden, wat voor den goeden gang van het onderwijs zeker niet bevorderlijk zal zijn. Daartegenover staat, dat, wanneer deze vaca ture wel wordt vervuld, d« bijzondere scholen straks ook wettelijk aanspraak kunnen maken op een onderwijzer voor rekening der gemeen te. Uw commissie acht, dat redelijker wijze zulks niet kan worden verwacht van alle bijzon dere scholen; de sterke toename van leerlingen op de bijzondere school in de Nieuwstraat zou oorzaak kunnen zijn, dat het bestuur die aan spraak sou kunnen doen gelden. Zulks zou dan voor de gemeente tengevolge hebben, dat door de vervulling der vacature twee onder wijzers door de gemeente zouden moeten wor den betaald. Uw commissie heeft de voor- en nadeelen dezer zaak emstig overwogen en meent, dat, waar het onderwijs aan gehalveerde en ge- combineerde klassen op schade uitloopt voor de kinderen, het zeer gewenscht is, deze vaca ture te vervullen. Burgemeester en Wethouders, gezien het ad- vies van toezicht op het lager onderwijs, ge- hoord de mondelinge bespreking met voor- noemde commissie in hare vergadering van 2 October 1.1., stellen den raad voor, te beslui- ten, overeenkomstig het advies van het Ryks- schooltoezicht, hetwelk naar verwacht werd v6or de raadszitting zou worden ontvangen. De VOORZITTER deelt mede, dat het ver- wachte advies niet is ontvangen, wel een schrijven, waaraan men voor een oplossing der zaak weinig houvast heeft. De Inspecteur van het lager onderwijs te Maddelburg schrijft: Naar het vermoedelijk leerlingenaantal uwer school, waarvan de juiste statistiek van de data genoemd in art. 28 der L. O. wet niet in mijn bezit is, heeft u vermoedelijk recht op rjjksuitkeering van de salarissen van 6 leer- krachten, de vacature wordt dus niet meer, ook niet tijdelijk, door het Rijk vergoed. In een lokaal 64 leerlingen plaatsen gaat niet; wel mogen 2 klassen onder een onder wijzer (es) geplaatst worden. De gemeente mag zeer zeker voor eigen rekening eene tij- delijke leerkracht tot 1 April 1924 aanstellen. Zij moet dan echter rekenen met de finan- cieele gevolgen daarvan, in de Wet neergelegd voor het bijzonder onderwijs. Het is mij niet bekend, hoe groot precies elke klasse der O. L. school is, Het schijnt mij in dit geval niet ongewenscht toe, dat u tot mij eene uitnoodiging richt, om de geheele zaak te komen bezien, of er geen andere op lossing is te vinden, die het onderwijs niet schaadt en financieel voordeeliger voor de ge meente is. Hetzij ik zelf, hetzij de heer Schoolopziener Sterringa kunnen dan plaatse- lijk de zaak opnemen. De VOORZITTER vervolgt, dat Burge meester en Wethouders ingevolge dat schrij ven den inspecteur verzocht hebben eens naar Axel te komen, teneinde plaatselijk den toe stand op te nemen en de zaak zoo mogelijk tot een oplossing te brengen. Zij verzoeken daarom den raad hun college te maehtigen, te handelen overeenkomstig het door het Rijksschooltoezicht te geven advies en als dit gunstig luidt voor het aanstellen eener tijde- lijke leerkracht tot 1 April a.s. daartoe over te gaan. Het voomemen bestaat, om het 7e leerjaar weer te doen vervallen en als zulks geschiedt, kan het onderwijs na 1 April 1924 geregeld worden zonder vervulling der vacature en zon der nadeel voor het onderwijs. Indien nu ook niet langer dan tot 1 April a.s. bij het openbaar onderwijs een tijdelijke leerkracht voor rekening der gemeente wordt aangesteld, is het niet te verwachten, dat daarop ook voor een der bijzondere scholen aanspraak zal worden gemaakt. De heer 't GILDE geeft te kennen, het voorstel met beide handen te aanvaarden; hij brengt een woord van dank aan de commissie voor het standpunt dat zij in deze heeft in- genomen. Met algemeene stemmen wordt overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 6. Voortzetting vervolgonderwijs. Naar aanleiding van een door Burgemeester en Wethouders gevraagd advies omtrent het geven van vervolgonderwijs, schrjjft de com missie van toezicht op het lager onderwijs als volgt: Het is uw commissie gebleken, dat in den afgeloopen winter door ongeveer 60 leerlingen vervolgonderwijs is genoten; aan de bijzondere school in de Nieuwstraat 24, aan de openbare school 20 en de bijzondere school te Spui 16. De verlenging van den leerplicht tot 7 jaren mist haar uitwerking op de jeugd, die nu reeds vry van de school is. Er is onder onze bevolking een vrij groot getal kinderen, dat, na de lagere school te hebben doorloopen, geen onderwijs meer ont- vangt, als het vervolgonderwijs wordt opge- heven, en dus straks de lange winteravonden nutteloos voor velen zal doen voorbijgaan. Voor het inwerking treden der Wet op het L. O. 1920 werd dit onderwijs ook reeds door de gemeente verstrekt. Indien de salariee- ring van het personeel, dat vervolgonderwijs geeft lager wordt gesteld, dan in vorige jaren door het Rijk werd uitgekeerd, en de raad der gemeente de voorwaarde stelt, dat het aantal leerlingen niet te laag worde, kunnen naar schatting van uw commissie de kosten niet dermate oploopen dat de last voor de gemeente, te zwaar zou worden. De commissie van toezicht is daarom tot de conclusie gekomen, dat, waar vele ouders dit onderwjjs blijken op prijs te stellen, en het geven van vervolgonderwijs van te groot be- lang- moet geacht worden om dit te doen vervallen, u te advisee re n om maat- regelen te nemen opdat dit onderwijs nog kan verstrekt worden. Naar aanledding van dit advies en de met de commissie in de vergadering van 2 October 1.1. gehouden besprekingen, stellen Burgemees ter en Wethouders voor, dezen winter het ver volgonderwijs aan de 4 lagere scholen in deze gemeente te doen geven. Het college aanvaardt het advies der com missie, die wijst op de nuttigheid, van dat onderwijs, hetwelk gegeven wordt uitsluitend aan die leerlingen, welke reeds op 12jarigen leeftijd de school verlieten en die niet in de gelegenheid zijn andere inrichtingen van on derwijs te bezoeken. Aan het geven van een cursus in het ver volgonderwijs wenschen Burgemeester en Wethouders evenwel voorwaarden te ver- binden: 1. dat de cursus 100 uren zal duren. 2. dat de belooning zal bedragen f 1,per lesuur. 3. dat het minimum aantal leerlingen, dat de cursus volgt minstens 12 moet zijn bfj den aanvang en wordt opgeheven als het aan tal beneden 8 daalt. 4. dat de regeling op het vervolgonderwijs waarin alles nader zal worden geregeld, in een der volgende vergaderingen van den raad, zal worden vastgesteld. 5. dat een billijk schoolgeld van de leerlin gen zal worden geheven te bepalen in een daarvoor vast te stellen heffingsverorde- ning. De kosten van het vervolgonderwijs zouden dan voor de 4 scholen bedragen f 400,waarmede dan naar hunne bere- kening ongeveer 50 leerlingen zijn ge- holpen. De heer 't GILDE, verklaart, zich met het voorstel goed te kunnen vereenigen. In ver schillende plaatsen is er voor dat onderwijs geen voldoende deelneming en is het ook, uit bezuinigingsoogpunt opgeheven. Hij verklaart het alleen te betreuren, dat de kans bestaat, dat het streven van hen die het sectarisch onderwijs voorstaan tengevolge kan hebben, dat aan een of andere school de cursus niet kan doorgaan wegems onvoldoend aantal leer lingen, terwijl, indien de leerlingen op een ver- volgcursus kwamen, die kans geringer is, om- dat die eene cursus dan drukker zou zijn be- zocht. Hij meent dit ook als waarschuwing te moeten uiten tegen hen, die de separatie van het onderwijs misschien nog verder zouden willen doordrjjven. Hij uit de hoop, dat Burgemeester en Wet houders een billijke schoolgeldheffing aan den raad zullen voorstellen en dat er voldoende animo voor het volgen van dit nuttige onder wijs zal bestaan. De heer BAERT merkt op, dat de besprekin gen met de schoolcommissie niet juist zijn weergegeven. O.m. was daarin besproken, dat als lesgeld 1,25 per uur zou worden betaald, in plaats van f 1,zooals in het prae-advies staat. Ook was er niet gesproken over een aantal van 8 en 12 leerlingen, maar moet dit zijn 10 en 6. Nu is dat verschil niet zoo groot, want hii vermeent, dat. als er zoo weinig animo is, dat het aantal leerlingen beneden 8 daalt het dan ook spoedig beneden 6 zal zijn. Er was over 1,25 als lesgeld gesproken, om zeker van de zaak te zijn, dat het zou kunnen door gaan. Het is nuttig onderwijs, spreker weet dit bij ondervinding. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Bur gemeester en Wethouders in deze vergadering alleen kennis van hun voornemen hebben willen geven en aan den raad vragen of deze er in principe voor is, dat het vervolgonderwijs wordt gegeven. Later zullen zij dan met definitieve voorstellen komen, en de voorgestelde getallen zijn dan voor verandering vatbaar. De heer 't GILDE vond 1,ook weinig en had ook vemomen, dat men f 1,25 had voor- gesteld, Hij heeft echter van het hoofd van een der scholen vemomen, dat de leerkrachten zelf hebben voorgesteld het voor /I te doen, uit moreele overwegingen. Als de menschen het er voor willen doen, moeten zij het zelf weten, maar hij vond het ook weinig. Met algemeene stemmen wordt besloten ver volgonderwijs te geven. volgens nader vast te stellen regelen. 7. Benoemen lid Burgerlijk Armbestuur. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van een lid van het burgerlijk armbestuur, ter voorziening in de vacature ont- staande door het aftreden van den heer F. Dekker Fz., die niet meer in aanmerking wenscht te komen. Door Burgemeester en Wethouders worden ter benoeming aanbevolen de heeren J. de Kraker Pz. en F. van Driel. De heer t GILDE betreurt, dat bij een voor- dracht als deze geen rekening wordt gehouden met alle richtingen in de gemeente, meer be- paaldelijk, dat niemand van zijn nartij is voor- gedragen. Hij meent, dat Burgemeester en Wethouders in deze geen loyaal standpunt in- nemen en verzoekt hen de voordracht terug te nemen en daarop alsnog te plaatsen de heer C. Hamelink. De VOORZITTER merkt op, dat de heer 't Gilde de zaak voorbij loopt. Er is bij de samenstelling van het armbestuur wel degelijk rekening gehouden met de verschillende groe- pen in deze gemeente. De Katholieken zijn vertegenwoordigd door het oud-raalslid de heer Van de Bilt, de Gereformeerden door J. de Fey ter, de vrijzinnigen door de ljeeren F. Dekker en Esselbrugge. Er zijn echter maar 5 leden en er kunnen dus niet meer groepen in aanmerking genomen worden. Burgemeester en Wethouders zijn niet ge- negen hun aanbeveling in te trekken. De heer OGGEL stemt hiermede in; er is steeds zooveel mogelijk met de verschillende groepen rekening gehouden. Het is niet alleen de S. D. A. P., die er niet in vertegenwoordigd is, dit is ook het geval met de Oud-Gerefor- meerden. De heer't GILDE bemerkt, dat zijn voorstel geen steun ondervindt, en zal zich er dus by neerleggen. Hij kondigt echter een voorstel aan, ter gelegenheid van de behande'ing der begrooting, om het aantal leden van het arm bestuur met 2 uit te breiden, en hoopt daar voor steun bij Burgemeester en Wethouders en den raad te zullen vinden. Hy is van meening, dat het deelnemen van een workman aan de werkzaamheden van het Burgerlijk Armbestuur voor dat college van groot nut zal kunnen zijn, vooral nu de steunregeling voor uitgetrokken werkloozen door de regeering wordt ingetrok- ken. De VOORZITTER noodigt de heeren Weijns en Baert uit voor deze en de volgende stem- mingen met hem het stem-bureau te vormen. Benoemd wordt met 8 stemmen de heer De Kraker; de heeren Van Driel en Hamelink ver- krijgen ieder 1 stem. 8. Benoemen lid commissie van toezicht op het lager onderwijs. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van een lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs ter voorziening in de vacature ontstaande dor het aftreden van den heer D. A. van Houte, met wie ter be noeming wordt aanbevolen de heer C. Dijkwel. Met algemeene stemmen wordt de heer Van Houte herbenoemd. 9. Aanbieding gmeentebegrooting voor 1924. Door Burgemeester en Wethouders wordt aangeboden de gemeentebegrooting voor 1924. De VOORZITTER merkt op, dat volgens het reglement van orde, de begrooting moet worden onderzocht door een commissie van 3 leden, Hij zou, vooral ook wegens de gewijzigde in- richting der begrooting, liever een commissie van 4 leden, door hem te benoemen, met dat werk belasten, en verwacht, dat dit voor de latere behandeling zijn nut zal hebben. De heer't GILDE wijst er op, dat, zooals on- langs is geconstateerd, Axel de 6e gemeente van Zeeland is, en meent dat het daarom tijd wordt alhier in te voeren het onderzoeken der begrooting in afdeelingsvergaderingen, De VOORZITTER raadt aan, thans op zijn voorstel in te gaan. Indien mocht blijken, dat dit systeem niet voldoet, kan voor een volgend jaar weer anders worden besloten. Een be handeling door de voorgestelde commissie, zal, naar spreker vermeent, ellenlange besprekin gen kunnen voorkomen. Hij zal voor de samen stelling der commissie rekening houden met de politieke richtingen. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. De VOORZITTER benoemt de heeren Kruys- se, Baert en 't Gilde en J. de Feijter, die ver klaren deze aan te nemen. De heer 't GILDE vraagt, of de begrooting ook gedrukt aan de leden zal worden toege- zonden. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; met het oog op de groote kosten die het druk- ken van de begrooting nu zou kosten, is daar van afgezien. De heer 't GILDE wyst op Amsterdm, daar is de begrooting wel 1000 bladzijden en thans al gedrukt bij de leden thuisgestuurd. Hy acht dat noodig voor studie, zonder welke een goede behandeling niet mogelijk is. De VOORZITTER merkt op, dat, hetgeen in Amsterdam kan, hier niet altijd mogelyk is. De kosten zouden zeer hoog worden en het nut dat het oplevert daaraan niet evenretpg zijn. De heer DIELEMAN merkt op, dat het toch voor een goede behandeling noodig is, dat de leden de begrooting kunnen bestudeeren. De heer KRUIJSSE wijst er op, dat het in- derdaad ook niet zooveel beteekent; meer dan 75 der begrooting bestaat uit vaste posten, waaraan de raad toch niets kan veranderen. De VOORZITTER geeft te kennen, het den leden zoo gemakkelijk mogelijk te zullen ma ken. Als er leden zijn, die ze thuis willen heb ben, zal hy er wel voor zorgen, dat ze die een avondje krijgen. Aan den heer 't Gilde, die er op aandringt dat minstens de leden der commissie toch een begrooting zullen krijgen zegt hij, dat men het nu maar eens aan hem moet overlaten. Hij zal het zoo gemakkelijk mogelijk trachten te maken. 10. Omvraag. a. De heer 't GILDE vraagt, wat de be doeling van Burgemeester en Wethouders is met de loonboekjes. De VOORZITTER meent, dat dit duidelijk genoeg is gepubliceerd. Het is op advies der commissie wenschelijk geacht, dat zy, die zich in het a.s. najaar zouden aanmelden om onder- steuning of werkverschaffing een boekje kun nen overleggen waarin is aangeteekend het loon, dat zij van week tot week verdienden. De heer 't GILDE deelt mede, dat in een andere gemeente een dergelijke regeling door den Minister werd afgkeurd en de menschen naar de armenzorg werden verwezen. Hij kan wel mededeelen, dat het bestuur van een der arbeidersorganisaties alhier voomemens is over deze kwestie een converentie met Burgemees ter en Wethouders aan te vragen. b. De heer't GILDE wijst op de bepalingen van het werkliedenreglement, waarin staat dat zij, die een jaar in tijdelijken dienst zijn ge weest, in vasten dienst overgaan. Wat is nu de oorzaak, dat personen die in die omstandig- heden verkeeren nog niet vast zijn aangesteld? Hy heeft het oog op de gasfitters. Hij meent, dat die menschen door de bepalingen van het reglement en hun werkprestatie daarop recht hebben. Indien ze vast aangesteld worden, wordt hun positie sterker en is het voordeeliger voor hun pensioen. Ook kan men van gemeen- tewege meer verantwoordelijkheidsgevoel eischen van vast, dan van los personeel. De VOORZITTER moet, om hierop te kun nen antwoorden, een onderzoek instellen. Hij zal in de volgende vergadering hierover verslag uitbrengen. c. De heer 't GILDE geeft te kennen, dat hij omtrent werken op Zondag van dezelfde meening is als de heer Dieleman, dat dit zoo weinig mogelyk moet gebeuren, maar, als het dan door het los personeel gebeuren moet, be- grijpt hy niet, dat het daarvoor niets vergoed krijgt. Hij is van oordeel, dat er dan integen- deel wel dubbel loon zou mogen betaald wor den. Teneinde geen verkeerde verhoudingen te scheppen wil hy hier wel verklaren, dat het betrokken personeel der gasfabriek zich daar- over niet bij hem heeft beklaagd. Hij hoorde dit van andere zijde. De VOORZITTER merkt op, dat dc Zon- dagsarbeid in het werkliedenreglement is ge regeld. De heer 't GILDE stemt dat toe, maar vraagt, waarom de menschen er dan geen ver- goeding voor krijgen. De VOORZITTER kan daarop thans geen antwoord geven, maar zegt, dat dan het werk liedenreglement niet goed wordt toegepast. Indien ze niet goed worden behandeld is het echter naar hij meent voor de betrokkenen zaak om zich te vervoegen bij den burgemeester of bij Burgemeester en Wethouders. De heer't GILDE stemt dat toe. d. De heer 't GILDE wenschte ook nog te weten doch deelt mede zijne vragen schrifte- lyk aan den Voorzitter te zullen toezenden wat de ohkosten zyn geweest der verlichting van het stadhuis bij het jubileumfeest. De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit niet tot den laatsten cent kan gezegd worden, daar niet is na te gaan hoeveel gas er ge- bruikt is, omdat er geen meter geplaatst is. Het is nu niet bekend, hoeveel M3. gas er verbruikt is. Hij kan wel meedeelen, dat de installatie f 40 heeft gekost, doch die verlichting ging uit van de gasfabriek en is vastgeknoopt aan een reclame voor verschillende gastoestellen, het geen een goed resultaat opleverde, want er is goed verkocht. Men kan in deze van geen na deel spreken. De heer 't GILDE meiikt op, dat er ook al f 1000 voor het feest was uitgegeven. De VOORZITTER merkt op, dat f 1000 door den raad was toegestaan; met deze verlich- tingskosten is men niet boven dat bedrag ge komen. De heer 't GILDE wenschte dan toch aan Burgemeester en Wethouders te vragen of zij het uitgeven van een dergelijk bedrag in over- eenstemming achten met de soberheid die blij- kens verschillende berichten door de Koningin zelf voor de viering van haar jubileum ge wenscht werd geacht. De VOORZITTER zegt toe, dat de vragen zullen beantwoord worden. e. De heer VAN DE CASTEEL vraagt, of het niet mogelyk zou zijn des avonds te ver- gaderen. De VOORZITTER kan dit niet bepaald toe- zeggen. Hij wil zooveel mogelijk rekening houden met de wenschen der raadsleden, maar de eene zal op dit tydstip en een ander weer op een ander uur willen vergaderen. De heer't GILDE merkt op, dat in het re glement staat, dat de vergaderingen des na- middags worden gehouden. De VOORZITTER stemt dat toe, er wordt ook een vaste dag aangegeven; maar dat be hoort eigenlijk niet in 't reglement van orde thuis, daar de bevoegdheid tot het beleggen der vergaderingen volgens de Gemeentewet berust bij den burgemeester. Hij zal trachten het zoo goed mogelyk te schikken, doch dan moeten de leden het ook doen. f. De heer VAN DE CASTEEL merkt op, dat het meermalen voorkomt, dat vreemdelin- gen, die de stad passeeren, door de straten loopen dwalen, zonder te weten welken weg ze nemen moeten. Hy vraagt of het niet mogelyk zou zijn op de voomaamste plaatsen op de hoeken der straten verkeersbordjes te plaat sen, die aangeven naar welke plaats een straat leidt. De VOORZITTER zal dit met de wethouders be spreken. g. De heer P. DE FEIJTER wenscht nog wat te bespreken, doch zou dit willen doen in een besloten vergadering. De heer 't GILDE verklaart ook nog iets te hebben voor een geheime vergadering. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge- sloten deuren. Na het weder openbaar worden der vergade ring wordt deze door den Voorzitter door het uitspreken van het dank-gebed gesloten. AXEL. Huwelyks-aangiften. 14 Sept. Comelis Rinn, oud 20 j., jm. en Jozina Verschelling, oud 22 j.,jd. Comelis den Hamer, oud 34 j., jm. en Maria Dieleman, oud 33 j., jd. Francois Jacob Lensen, oud 22 j., jm. en Janneke Maria van Bendegem, oud 19 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen. 6 Sept. Marinus Jacob Scheele, oud 28 j., jm. en Johanna Diele man, oud 27 j., jd. 27 Sept. Comelis den Hamer, oud 34 j., jm. en Maria Dieleman, oud 33 j., jd. Jacob Francois Lensen, oud 22 j., jm. en Janneke Maria van Bendegem, oud 19 j., jd. Comelis Rinn, oud 20 j., jm. en Jozina Versche'- ling, oud 22 j., jd. Geboorten. 4 Sept. Comelis Johannes, z. van Jannis Arij Schieman en van Jacoba Splunder. 7 Sept. Anna Janna, d. van Rokus Dees en van Janneke de Kraker. 9 Sept. Leuntje, d. van Jacobus Duerink en van Leuntje Buijze. Jan, z. van Pieter Jansen en van Willemina Meertens. 14 Sept. Janna, d. van Martinus Faas en van Janna van Espen. 16 Sept. Maria, d. van Jacob van Overdulve en van Neeltje Elisabeth Donze. 17 Sept. Pietemella, d. van Andries Overdulve en van Pietemella Zegers. 18 Sept. Cornelis, z. van Hermanus Smies en van Adriana Meulbroek. 19 Sept. David, z. van Levinus van de Velde en van Adriana Kotvis. 22 Sept. Diana, d. van Edmond Steenhuizen en van Elisa Emma Broekmeyer. 28 Sept. Wilhelmina, d. van Maarten van Fraaijenhove en van Suzanna Koster. 30 Sept. Marinus, z. van Cornelis de Feijter en van Sara Elizabeth Gans. Overlijden. 2 Sept. Hendrik Smies, oud 80 j., weduwn. van Johanna Catharina Visscher. 14 Sept. Leendert van Oosten. oud 87 j., weduwn. van Neeltje de Yisser. 16 Sept. Jan van Doe- selaar, oud 74 j., weduwn. van Suzanna Abigael van den Bergh. ill ill cU iv, 11UI JLLL&I HHMHMBtX xrm

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 7