6EMEH8DE BERIOHTEN.
A. C. LENSEN's STOOMVAARTMAA1-
SCHAPPIJ—TER NEUZEN.
s.s. ARY vertrekt heden van Cardiff naar
Fowey.
s.s. HELENA in lading te Uleaborg voor
Ter Neuzen.
s.s. MAGDALENA in lading te Uleaborg
voor Ter Neuzen.
s.s. TERNEUZEN vertrekt heden van
Hull naar Stettin.
SCHEEPVAARTBEWEG1NG.
8 Oct.
Eng. s.s. Knebworth, 7235 M3., kolen,
van Goole voor Gent.
Eng. s.s. Wenning, 2227 M3., stukgoed,
van Goole voor Gent.
Eng. s.s. River Crake, 1892 M3., stukg.
van Goole voor Gent.
Eng. s.s. Madame Dorette, 2248 M3.,
kolen, van Goole voor Gent.
Nederl. s.s. Katwijk, 4501 M3., kolen, van
Methil voor Gent.
Eng. s.s. Frederik Larssen, 5423 M3.,
kolen, van Leith voor Gent.
Eng. s.s. Oriole, 1382 M3., ledig, van
Gent naar Londen.
Eng. s.s. Ryhope, 3475 M3., ledig, van
Gent naar Hull.
Eng. s.s. Eskwood, 2237 M3., ledig, van
Gent naar Goole.
Nederl. s.s. Johanna, 5882 M3., ledig,
van SluiskK naar Dunston.
9 Oct.
Eng. s.s. Auricula, 2307 M3., ledig, van
Gent naar Blyth.
Eng. s.s. Nanset, 1084 M3., ledig, van
Gent naar Boston.
Eng. s.s. Therese, 3677 M3„ kolen, van
Goole voor Gent.
Eng. s.s. York, 3202 M3., stukgoed, van
Antwerpen voor Gent.
Eng. s.s. Ronan, 3391 M3., stukgoed,
van Gent naar Leith.
Eng. s.s. River Crake, 1892 M3., stukg.
van Gent naar Goole.
Eng. s.s. Wenning, 2227 M3., stukgoed,
van Gent naar Goole.
Eng. s.s. Castlerock, 733 M3., fosfaat,
van Gent naar Londen.
Eng. s.s. Palmston, 1314 M3., stukgoed,
van Gent naar Ghattam.
Noorsch s.s. Batavia, 2722 M3., ledig,
van Gent naar Rotterdam.
Noorsch s.s. Frithjof Eide, 3258 M3„
ledig, van Gent naar New-Castle.
Van 8 tot 9 Oct. zijn langs de Oostsluis
alhier 29 binnenvaartuigen op- en 58 afge-
schut; langs de Middensluis 5 op- en 11
afgeschut; langs- de Westsluis 0 op- en
2 afgeschut.
WEERBERICHT van 10 Oct. 1923.
Het weerbericht van het meteorologisch
instituut te De Bildt luidt als volgt:
Hoogste barometerstand 770.6 Lyon.
Laagste barometerstand 732.0 Saerna.
Verwachting tot den avond van 11 Oct.:
Matige tot krachtige Zuidelijke tot Wes-
telijke wind, betrokken tot zwaar bewolkt,
rerrenbuien. aanvanke!;:k z^cbte".
kingso'emonstratie met motortrekkracht
plaats vinde.i op terreinen welwillend bt>
schikbaar gesteld door de N.V. de Bath-
polders te Rilland.
Deelgenomen za'i worden door verschil
lende Engelsche en Amerikaansche en mis
schien ook Duitsche motortrekkers, met
tw»e en meerscharige ploegen, schijven-
eggesn, cultivators, enz.
De machines zijn te voren onderzocht
op geschiktheid voor het drijven van em
dorschtrommel, onder leiding van het Insti-
tuut voor Werktuigen en Qebouwen te
Wage.iingen.
Bezoekers zij medegedeeld, dat de de-
monstratieterreinen ten Noorden van de
spoorlijn ge'egen zijn en het gemakkelijkst
te bereiken zijn vanaf het station Rilland
via de hoeve „Westhof".
ONTLADEN VAN EEN GEWEER.
De 40jarige H. W. te Drumpt is Don-
derdag bij het ontladen van een geweer
clour de terugspringende kolf ernstig tegen
het onderlijf getroffen. Zonidagnacht is hij
aan de gevoigen daarvan overleden.
EEN BAGGERMOLEN VERGAAN.
Vermoedelijk 15 Nederlandsche zeelieden
verdronken.
Blijke.is een telegram uit Parijs aan de
„Daily Chronicle" wordt de baggermolen
„Normand;e". me; een Nederlandsche be
manning van 15 koppe.i, als met man en
muis vergaan beschouwd, vermoedelijk in
de.i storm vai 3 op 4 October in het Ka-
naal.
Sinds 3 October, toen het vaartuig
Ouistrehan met bestemming naar Havre
verliet, is niets meer van den baggermolen
en de opvarenden vernomen. De naspo-
ringen hebben tot dusver geen resultaat
opgeleverd.
Omtrent het ongeluk van de „Nonnan-
die„ wordt nog nader gemeld: De „Nor-
mandie" werd door een sleepboot „La
Rejne des Flats" in de flank gevaren en
rnaakte sterk water. De boot begon spoe-
dig te zinken en de opvarenden trachtten
zjch in de booten te redden. Ook de an-
dere boot kreeg ernstige averij en kon
gem hulp bieden, doch slaagde er nog in
Henfleur te bereiken.
Tusschen Henfleur en Cabourg zijn een
tweetai lijken van de bemanning van de
„Norinandie" aangespoeid, alsmede red-
dingsgordels en stukken wrakhout.
Hoewel onmiddellijk na het bekend wor
den van het ongeluk reddingsbooten in
zBc werden gelaten, was van de beman-
nitngi niets meer te zien en men vreest,
dat de geheele bemanning, waaronder zich
twee vrouwen bevonden, den dood in de.
gohe.i heeft gevonden. (Tel.)
EEN UlTS TAPjE NAAR AMERIKA.
De heer P., een bijna 80jarige grijsaard,
is dezer dagen teruggekeerd te Seroosker-
ke, van een 3 maandeiijksch bezoek aan
zijn zoon in Amerika. De oude heer is
opgle.ogen over de behulpzaamheid die men
hem op zijn reis betoonde en over al het
veie dat hij gezien heeft. In Amerika heeft
de heer P. zelfs nog ean tocht per vlieg-
tuig gemaakt, waarover hij zeer tevreden
was, doch alleen had men z.i. te hoog ge-
vlogen, daar hij de dingen beneden niet
goed kon onderscheiden. Tot genoegen
van de.i „01d Dutch" is men daarna nog
ens opgestegen en bPef men dichter bij
de aardoppervlakte.
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dinsdag 9 October 1923,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester.
Tegenwoordig de leden: J. M. Oggei, A. E.
C. Kruijsse, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns,
J. M. Baert, A. 't Gilde, Ed. van da Casteel,
F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter.
Secretaris de heer J. L. J. Maris.
Afwezig de heer M. W. Koster.
!>e VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het gebedsformulier.
Aan de orde komt:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 28 Augus
tus en die van 4 September 11. worden met
algemeene stemmen onveranderd vastgesteld.
2. Mededeelingen en ingekomen stukken.
a. Procesverbaal van de op 2 October 1923
door Burgemeester en Wethouders ten kan-
tore van den gemeenteontvanger gehouden
kasopneming, waarbjj bleek, dat over het
dienstjaar 1923 is ontvangen f 112.077,03 en
uitgegeven 69877,70%, zoodat meer is ont
vangen dan uitgegeven f 42.199,32%,
Het restant van het goed slot der rekening
over 1921 en het vermoedelijk batig saldo der
rekening over 1922, die nog niet op de loopen-
de begrooting zijn gebracht bedragen f 6849,86
en 28.063,65, zoodat in kas moest zjjn
77.112,83%, overeenkomende met de ver-
toonde gelden en geldswaardige papieren.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van het bestuur van den
Coegorspolder, dat daarin naar aanleiding van
den waterafvoer aan de Axelsche Sassmg be-
richt, dat, alvorens op de missive van Burge
meester en Wethouders kan worden geant-
woord, een vergadering van stembevoegde in-
gelanden der polders moet worden gehouden,
hetgeen zeer vermoedelijk niet zal plaats heb
ben voor de maand Mei 1924.
De VOORZITTER merkt op, dat hieruit
bljjkt, dat Burgemeester en Wethouders thans
niet verder kunnen handelen en de beslissing
der vergadering van ingelanden moet worden
afgewacht; wil de polder het water niet ont
vangen, dan kan er geen rioleering gemaakt
worden.
De heer KRUIJSSE uit naar aanleiding van
het schrijven van het polderbestuur zjjn ver-
wondering, dat er zoo is gedraald eer er werk
van gemaakt werd om zich tot den Coegors-
polder te wenden. Het verzoek der bewoners
werd 13 Februari 11. in handen van Burge
meester en Wethouders gesteld om bericht en
raad. In de vergadering van 24 April d.a.v.
werd door hen verslag van hun bevinding uit-
gebracht, maar pas in Juli is naar aanleiding
van de toen gehouden besprekingen een brief
naar het bestuur van den Coegorspolder ge-
zonden. Wat is daarvan toch de oorzaak? Nu
komt er voorloopig van een verbetering van
den toestand niets en spreker weet, dat het
daar zeer erg is met het water, vooral in het
najaar, dat we nu weer tegemoetgaan, zonder
dat een oplossing mogelijk is.
De VOORZITTER geeft te kennen, destijds
met den voorzitter van het polderbestuur te
hebben geconfereerd, en die heeft toen aan-
geraden zich schriftelijk tot den polder te
wenden.
De heer KRUIJSSE wjjst er op dat, indien
dat vlugger na 24 April geschied was, het
schrijven tydig het polderbestuur had kunnen
bereiken om in de vergadering die dit jaar in
den loop van Juni heeft plaats gehad aan de
rwlp fp koTflPTl
De VOORZITTER merkt op, dat Burge
meester en Wethouders ondertusschen ook
een onderzoek moesten instellen.
De heer KRUIJSSE begrijpt toch de reden
niet, waarom zoolang met schrijven is ge-
wacht. Men had, met dit vlugger te doen, een
geheel jaar kunnen winnen.
De VOORZITTER herinnert zich thans niet
geheel den loop der zaak; indien de heer
Kruijsse er prijs op stelt de juiste aanleiding
van een en ander te weten, zal spreker daar-
over in de volgende vergadering mededeelin
gen doen, daar hij er dan eerst met de wet
houders over zal spreken en informaties
nemen.
De heer OGGEL wijst er op, dat er aanvan-
kelijk in den raad geen eenstemmigheid be-
stond over de wijze waarop de zaak zou wor
den opgelost, hetzij door een open of een on-
dergrondsche rioleering. Voorts moest er ook
met de belanghebbende bewoners worden on-
derhandeld, of deze eventueel bereid waren
op een te maken ondergrondsche rioleering
aan te sluiten. En dat was niet zoo maar op
een 14 dagen gebeurd.
De heer KRUIJSSE is van oordeel, dat men
daarop niet behoefde te wachten, want of het
een open, dan wel een ondergrondsche rio
leering zoude worden, in beide gevallen had
men toestemming van het polderbestuur noo
dig. Er was alle gelegenheid geweest om, in
afwachting van de nadere beslissing, tijdig
vo6r de vergadering in Mei of Juni een ver
zoek te doen.
De heer DIELEMAN vraagt, of er ook niet
een korteren weg mogelijk is, want zooals het
er nu voor staat weet men vooruit, dat er nog
in geen jaar een oplossing komt. Hy wjjst
op de gevoerde onderhandelingen met den
Noordpolder, die in een buitengewone verga
dering van ingelanden tot een goed resultaat
zijn gebracht. Zou het ook niet mogelijk zijn,
dat de Coegorspolder een buitengewone ver
gadering hield? Tegen het verzoek zelf, zal
toch wel geen bezwaar bestaan, want de pol
der ontvangt een eind verder het water nu
toch ook, door een rioleering onder den dijk,
die evenwel niet voldoende is. Kan niet op
wat meer spoed worden aangedrongen
De VOORZITTER zegt, daarover wel met
den dijkgraaf te hebben gesproken, maar deze
zag er geen kans voor, om voor een dergelijk
onderwerp een buitengewone vergadering te
beleggen en vreesde, dat er geen voldoende in
gelanden ter vergadering zouden komen. Dat
is iets, waar hij natuurlyk niet kan in komen.
Besloten wordt, thans nader den loop der
aak af te wachten.
c. Een schrijven van J. A. van Hoeve,
waarin deze te kennen geeft, dat zijn ge-
moedstoestand niet toeliet, het college van
Burgemeester en Wethouders op Donderdag
14 September 11., bij hun bezoek aan de Fro-
belsehool te bedanken; hij doet dit bij dezen
en brengt zijn welgemeenden dank voor de
welgekozen tractatie enz. op dien dag aan de
kinderen der school geschonken, alsook aan
den gemeenteraad, die de gelden daarvoor
toestond.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een schrijven van het bestuur der Po-
litiehonden dresseervereeniging Zeeuwsch-
Vlaanderen, voor de toegekende subsidie.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Verzoekschrii't van J. J. de Lozanne e.a.
tot het wederinvoeren der kermis.
Ingekomen is een adres van J. J. de Lozanne
en 10 anderen, alien neringdoende belasting-
betalers der gemeente Axel, die daarin te
kennen geven:
dat zij den raad verzoeken, herziening van
het raadsbesluit tot afschaffing van de Axel
sche kermis;
dat de afschaffing der kermis een alge
meene financieele schade heeft veroorzaakt
voor haast alle neringdoende burgers der ge
meente Axel;
dat volgens hun meening de afschaffing der
kermis niet voldaan heeft aan het denkbeeld
van vele raadsleden;
dat alle jonge, en zelfs oudere ingezetenen
van Axel, het geld, dat zij voor de Axelsche
kermis over hadden, nu in vreemde gemeenten
gaan verteeren;
dat vreemdelingen, trouwe bezoekers van de
Axelsche kermis (en dat getal was groot) nu
hun geld in andere gemeenten, waar vermake-
lijkheden zijn, gaan verteeren;
dat de raadsleden zelf, die den toestand heb
ben nagegaan, zich hebben kunnen overtuigen,
dat vele Axelaren, van alle rangen, standen en
partijen de gelegenheid hebben waargenomen,
om bij de kleinste gezelligheid buiten Axel zich
daar te gaan amuseeren;
dat het, gezien alle deze feiten, zeker op den
weg ligt van den nieuwen raad hierin zoo spoe-
dig mogelijk verbetering te brengen;
dat het afschaffen der vermakelijkheden, zoo
als in 1919 is geschied, niet door adressanten
wordt becritiseerd, doch dat het zeer gewenscht
zal zjjn, de Axelsche kermis weer op denzelf-
den tijd te laten doorgaan.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
op het verzoek afwijzend te beschikken, op
grond van de volgende overwegingen:
1. omdat door den uitslag der j.l. gehou
den verkiezing bljjkt, dat door de bjjna on-
veranderde samenstelling van den gemeente
raad in het algemeen den gemeentenaren ac-
coord gaan met het beleid en instemmen met
het besluit tot afschaffing der kermis;
2. reeds in verscheidene plaatsen zoowel
van vrijzinnige als van socialistische zijde tot
afschaffing der kermis is besloten;
3. dat de instelling geheel haar vroeger
karakter heeft verloren en volgens overtui-
ging van Burgemeester en Wethouders niet
mag gesanctionneerd worden door de over-
heid.
De heer VAN DE CASTEEL kan niet be-
grijpen, dat Burgemeester en Wethouders er
tegen zijn het vroegere besluit in te trekken.
Daar de afschaffing der kermis nadeelig is
voor de gemeentefinancien, zoowel als voor
verschillende arbeiders en neringdoenden. Er
waren arbeiders, die ter gelegenheid van de
kermis ongeveer f 50 verdienden met het op-
bergen van rijwielen. Waarom moeten die
verdiensten welke de kermis opleverden aan
hen en aan de neringdoenden worden ont-
nomen
De heer't GILDE was, toen hjj vemam, dat
de kermis in deze vergadering weer aan de
orde zou komen niet voomemens er iets over
te zeggen en wenschte, dat over te laten aan
de felle voor- en de fanatieke tegenstanders,
maar toen hij het prea-advies van Burge
meester en Wethouders ontving, stond hij
stom van verbazing.
Het college beroept zich in de eerste plaats
voor haar afwijzend voorstel op den uitslag
der laatste raadsverkiezing. Maar het voor of
tegen de kermis was toch bij geen der partijen
bij de verkiezingen een strijdpunt? Er blijkt,
uit, dat de heeren zich weinig laten gelegen
liggen aan de mentaliteit der bevolking. Hij
herinnert aan de uitlatingen van het vroeger
lid van dat college van Burgemeester en Wet
houders, de heer Van de Bilt, die opmerkte,
dat er gelukkig de kiezers nog hoogere mo-
tieven bezielen dan de kermis. De uitslag der
verkiezing bewijst op geen stuk na, dat de
meerderheid der ingezetenen tegen de kermis
is. Indien hierover een referendum mogelijk
was, zou de kermis bij de ingezetenen een j
groote meerderheid verwerven.
Dit zou ook in den gemeenteraad het geval j
zijn, als de leden schriftelijk konden stemmen
en niet gebonden waren aan verschillende
partijen.
In de tweede plaats zeggen Burgemeester
en Wethouders, dat reeds in verschillende
plaatsen zoowel van vrijzinnige als van socia-
listische zijde tot afschaffing der kermis is
besloten. Hij kan wel venklaren, dat afschaf-
fing der kermis niet op het gemeenteprogram
der S. D. A. P. voorkomt, dat wordt zuiver
overgelaten aan de afgevaardigden, om te
beslissen overeenkomstig de plaatselijke om-
standigheden. En de plaatselijke omstandig-
heden zijn te Axel, dat er kermis behoort te
zijn. Men ziet het aan de herhaalde protesten
der bevolking tegen het afschaffingsbesluit.
Om met den heer Kruijsse te spreken: de ker
mis leeft diep in de bevolking dezer ge
meente. Ook is de kermis niet los te maken
van het algmeen 'oelang. Burgemeester en
Wethouders geven in dit opzicht bij hun eerste
optreden geen blijk van groote bedrevenheid.
Zjj behoeven aan spreker niet te kennen te
geven hoe hij zich als vertegenwoordiger
zijner party behoort te gedragen. De sociaal-
democraten zijn toch ook van liberalen huize
en evenals zij stellen zij prijs op ieders vrij-
heid van beweging, op de stoffelijke en gees- j
telijke vrijheden van de ingezetenen, en die
wordt door het onthouden van de kermis aan-
getast. Het spijt hem, dat de heeren in deze
niet verder kijken dan hun neus lang is.
De anti-revolutionairen zjjn in dit opzicht
zeer kortzichtig en hij zou wel eens gaarne
antwoord hebben op de vragen, waarom zij,
tijdens hun vorig bewind eerst gedurende drie
jaren de kermis, hebben laten voortbestaan,
waarover hen van christelijk-historische zijde
toen reeds een verwijt is gemaakt. Hij is van
meening, dat het college van Burgemeester
en Wethouders geen partij-instituut mag
worden.
Spreker wijst er op, dat men geen bezwaar
geeft, tegen het vieren van Oranjefeesten,
maar dat z. i. de liederlijkheden alsdan even
groot zijn als ter gelegenheid van de kermis;
de kenmis te Axel stond trouwens op geen
laag peil. Hij betreurt, dat het Christelijk-
Historisch lid van Burgemeester en Wethou
ders aan dit afwijzend voorstel heeft meege-
werkt, want deze moet wel indachtig zijn, dat
er kiezers zijn die van hem een ander stand-
punt verwachten. Het is hem toch bekend, dat
er kiezers waren, die anders de vrijzinnige
lijst stemden, de laatste maal de Christelijk-
Historische ljjst stemden, uit overweging, dat
no. 2 van de candidaten dier party toch ook
voor de kermis was. Hij betreurt, dat het col
lege zich thans leent voor de scharrelpolitiek
der anti-revolutionairen. Hij acht het woord
scharrelpolitiek hier op zyn plaats, Hij wijst
op het wetsontwerp, dat in de Tweede Kamer
aanhangig is gemaakt door den heer Rutgers,
betreffende plaatselijke keuze, welk ontwerp
beoogt, sommige gedeelten of wijken van ge
meenten droog te leggen. Welnu, laat dan de
anti-revolutionairen alhier de consequentie van
dat wetsvoorstel toepassen. Laat men de
buitenwijken, waarvan de bevolking in zijn
groote meerderheid geen kermis wenscht, zoo
als Spui, Schapenbout en Kijkuit zonder ker- j
mis, maar onthoudt ze niet aan de kom der
gemeente, die er in zijn groote meerderheid i
voor is.
Er wordt van de sociaal-democraten wel 5
eens gezegd, dat ze den middenstand ver-
drukken, maar hij kan zich niet begrijpen, dat
de heer Oggel, die zijn ffrrtuin -aan den mid- j
denstand heeft te danken, zich voor het doen
van dit voorstel heeft willen leenen, dat in
strijd is met de belangen van den midden
stand.
Spreker is overtuigd, dat men alhier te
eeniger tijd de kermis terugkrijgt. Hij raadt
aan, het verzoek in te willigen en de kermis
weer in eere te herstellen.
De heer KRUIJSSE meent, dat het voor hem
wel niet meer noodig zal zijn, zyn standpunt
omtrent de kermis uiteen te zetten; dit is van
vroegere behandelingen dezer zaak voldoende
bekend. De motieven waarop Burgemeester
en Wethouders hun afwijzend voorstel doen,
mogen z. i. echter niet onweersproken blijven.
Zij doen dit in de eerste plaats, in verband
met de ongeveer ongewijzigde samenstelling
van den raad. Spreker geeft toe, die samen
stelling is vrijwel onveranderd, maar vraagt,
of de raad nu werkelijk een goede afspiegeling
is van de meening der bevolking. Hy is eens
aan het rekenen gegaan, en komt dan tot de
conclusie, dat de Chr.-Hist. die 396 stemmen
behaalden en hier 2 leden tellen voor 50
zyn vertegenwoordigd, de Roomsch-Katholie-
ken met 345 stemmen en 2 leden voor 58
de socialisten met 241 stemmen en 1 zetel voor
41 de vrijheidsbond met 516 stemmen en
2 leden voor 38 de oud-gereformeerden met
105 stemmen niet en de anti-revolutionairen
met 774 stemmen en 4 zetels voor 51
Men ziet daaruit, dat het allerminst een
regelmatige afspiegeling is van de meeningen
der kiezers, doch meer een uitslag die moge
lijk is door de tegenwoordige kieswet, die toe-
vallige uitslagen mogelijk maakt, en een ge-
volg is van de onbillijkheid van het tegen
woordig stelsel van evenredige vertegenwoor-
diging.
Spreker heeft zijn berekening nog verder
uitgestrekt en er dan rekening mede gehou
den, dat er vroeger 6 tegenstanders waren
der kermis, doch de Roomsch-Katholieken met
de vrijzinnigen er voor. Dan zijn er van de
2377 stemmen uitgebracht op de candidaten
der partijen die voor de kermis waren 1102
stemmen en 1275 stemmen op die der tegen
standers, dat is dus maar 173 meer, hetgeen
hij van geringe beteekenis acht, met betrek-
king tot het aantal uitgebrachte stemmen. De
helft daarvan was 1190, zoodat het aantal
tegenstanders feitelijk maar 85 meer dan de
helft bedraagt.
En nu is hij van oordeel, dat het bij een
zaak die zoo diep gaat, niet aangaat, dat die
door de helft plus 1 wordt beslist. By zaken
als hier, waar het er om gaat, dat een deel
der ingezetenen zijn wil aan een ander deel
oplegt en het in zijn vrijheid beperkt, meent
hij, dat toch zeker voor zulke gevallen eerst
het twee derde beslissend zou behooren te zijn.
Plaatst men zich op dat standpunt, dan zou
het twee derde eerst bereikt worden by 1584
stemmen, waaraan dan met de 1275 stemmen
der tegenstanders nog 400 stemmen te kort
komen.
Maar spreker is met zijn berekening nog
verder gegaan. Hy heeft nagegaan hoe de
meening is van de kiezers in de kom, die
stemmen in het eerste en tweede stemdistrict.
Dan blijkt, dat daar uitgebracht zijn 1234
stemmen, en dat daarvan 750 behoorden tot de
voorstanders en slechts 484 tot de tegenstan
ders der kermis. De redeneering van Burge
meester en Wethouders, dat de groote meer
derheid van Axelsch ingezetenen instemt met
het besluit tot afschaffing der kermis, is
foutief.
Wat het tweede punt van hun motieven be-
treft, zou spreker van Burgemeester en Wet
houders gaarne eens vememen, welke gemeen
ten dat zijn, alwaar de vrijzinnigen en socia
listen de kermis hebben afgeschaft. Hij be-
doelt dan gemeenten van dezelfde groote als
Axel. Men moet voor beantwoording dezer
vraag niet wijzen op de groote steden, waar
men iederen dag te kust en te kust en te keur
van amusementen genieten kan, waardoor van
die plaatsen kan gezegd worden, dat de ker
mis overbodig is geworden, maar zich bepalen
tot gemeenten als de onze. En dan kent hij
er geen waar dit gebeurd zou zijn. Spreker
kent wel zoo'n plaats waar een aniti-revolu-
tionair wethouder openbaarde, dat hij per-
soonlijk voor de kermis was, maar dat hij er
tegen stemde omdat zijn partij er tegen was.
Zoover is het dus gekomen, er wordr. tegen
de kermis gestemd tegen eigen oveituiging
in! Maar hoe staat het dan met art. 55 der
Gemeentewet, die men bezworen heeft te zul-
len naleven, en waar staat dat de leden zullen
stemmen elk volgens eed en geweten, zonder
last of ruggespraak met hen die benoemen
Is dit dan een ongeschreven letter?
Het is, zooals het van sociaal-democratische
zyde reeds is opgemerkt, zegt spreker, wij
willen vrijhedd van beweging voor alle ge-
zindten, natuurlijk binnen zekere grenzen. En
als zoodanig heeft het voor of tegen de plaat
selijke kermis zijn, niets met vrijzinnigheid te
maken, want spreker, kan wel verklaren, dat,
indien de kermis zou ontaarden in liederlijk
heden, hij de eerste zou zijn om er tegen te
stemmen. Wat de vrijzinnigen dus met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
hebben te maken, ontgaat hem.
Het derde motief van Burgemeester en
Wethouders is zuiver het anti-revolutionaire
standpunt en misschien ware het van Burge
meester en Wethouders verstandiger geweest,
zich daartoe te bepalen. Hij hoopt echter, dat
de wethouder, als straks het voorstel in stem
ming komt, zijn persoonlijk gevoelen zal doen
gelden boven het standpunt zijner partij, ge-
dachtig aan den eed dien de leden hier op 4
September weer opnieuw hebben bezworen:
te stemmen naar eed en geweten zonder last
of ruggespraak met hen die benoemden.
De heer BAERT heeft bij een vorige behan-
deling zijn standpunt ten opzichte van de ker
mis ook duidelijk uiteen gezet. Toch wil hij
ook ditmaal nog wijzen op het groote belang,
dat de gemeente bij de kermis heeft. Hij acht
het een groot financieel voordeel, dat niet
weggecijferd moet worden. Bovemdden is er
door de afschaffing in de gemeente een on-
eenigheid ontstaan, die tot onaangename en
verkeerde toestanden aanleiding heeft. Hij
hoopt, dat de raad straks een ander besluit
zal willen nemen, en de goede toestanden van
vroeger weer zullen terugkeeren, en de men-
schen van verschillende gedachten weer in
goede verhouding naast elkaar zullen kunnen
voortleven. Hij wenscht voor te stellen het
besluit van 6 Maart j.l. in te trekken.
De heer OGGEL meent, dat het wel niet
noodig is, het anti-revolutionair standpunt
over deze zaak uiteen te zetten, daar dit door
verschillende sprekers der andere partijen
reeds voldoende is gei'llustreerd. Hij is, zoo
als is opgemerkt, nauw bij den middenstand
betrokken en kan op grond daarvan verkla
ren, dat verschillende middenstanders, met
name de winkeliers, dankbaar waren voor het
besluit tot afschaffing der kermis, omdat deze
vooral in dien tijd meestal op hun geld moes
ten wachten, en ook de heer 't Gilde zal toch
wel moeten toestemmen, dat dan door de
werklieden het geld niet op de meest goede
wijze werd uitgegeven, door het aankoopen
van levensmiddelen.
Ook meent hij, dat het zeer goed mogelyk
is, dat men persoonlijk tegen een of ander
niet zoo'n overwegend bezwaar heeft, maar
dat men, in een partijverband levende, zich bij
de meening der partij aansluit. Hy gelooft
niet, dat het voortbestaan der kermis voor de
gemeente van zoo'n groot belang is, en meent
integendeel, dat er voor haar zeer weinig be
lang bij is.
We hebben nu onlangs een Oranjefeest ge-
vierd en ieder zal toch moeten toegeven, dat
die niet gepaard gaan met zulke beestialitei-
ten als de kermis. Men gaat daar dan ook
naar toe met minder goede, met minder edele
bedoelingen dan naar een Oranjefeest en zy
heeft aanleiding tot uitspattingen.
Aangezien het college van Burgemeester
en Wethouders in zyn meederheid rechts is,
kon men moeilyk een ander voorstel verwach
ten. De anti-revolutionaire party stelt zich
op het standpunt, dat zij ook op openbaar
terrein heeft te waken voor de eere Gods, en
dat wordt met het vieren der kermis niet be
reikt.
De heer 't GILDE verklaart, dat het hem
spijt, nog maar steeds geen antwoord te heb
ben gehoord op zijn vraag, waarom de anti-
revolutionairen, ofschoon ze toen ook reeds in
de gelegenheid waren de kermis af te schaf-
fen, dat groote kwaad zooals zy het noemen,
eerst nog drie jaren hebben laten voortwoe-
keren. Waar er toch onder hen zijn. die per
soonlijk er zoozeer geen bezwaar tegen heb
ben, verzoekt hij dezen, omtrent dit punt een
tegemoetkomende houding te willen aannemen
en kondigt aan, dat hij, indien dit voorstel van
Burgemeester en Wethouders wordt aange
nomen, am de kermis niet in zijn ouder. vorm
te herstellen, hij voornemens is een bemidde-
lingsvoorstel te doen, door voor te stellen de
kermis in plaats van 4 dagen zooals vroeger
beperkt tot 2 dagen te laten voortbestaan.
Hij hoopt, dat de meerderheid van den raad
dit dan zal willen accepteeren. Hij wijst ook
nog op Souburg, waar de kermis eerst werd
afgeschaft, doch deze met behulp der Christ.-
Hist. weer is ingevoerd.
De heer DIELEMAN merkt op, dat de anti-
revolutionaire fractie nu ruimschoots in alle
toonaarden het zoet gefluit van den vogelaar
heeft kunnen hooren, om haar te bewegen tot
het innemen van" een ander standpunt. Door
den heer Van de Casteel is betoogd, dat het
vervallen der kermis een groot nadeel is voor
de gemeente, maar hij heeft nagelaten het te
bewijzen. Door den heer 't Gilde is betoogd,
dat de sociaal-democraten niet tegen de ker
mis zijn, maar dan moet spreker er hem toch
op wijzen, dat drankmisbruik een der doods-
vijanden van het socialisme is en dit ter gele
genheid der kermis veelvuldig voorkomt.
De anti-revolutionairen staan op het stand
punt, zooals dat bij de vroegere behandeling
dezer kwestie in den breede is uitgelegd en
verklaard.
Wat het financieel voordeel betreft, waarop
van de andere zijde wordt gewezen, misschien
is dat te weerleggen door het nadeel, dat aan
andere zijde voor de gemeentenaren ontstaat.
Bij de anti-revolutionairen loopt het in
hoofdzaak over het princdpe, en dat is ruim
schoots van de daken gepredikt, dat zij tegen
de kermis zijn, omdat zij meenen, dat daar-
door het zedelijk peil van de bevolking naar
beneden wordt getrokken.
Voor de bestrijding van dit standpunt is niet
veel nieuws vernomen, al hetgeen over te
berde gebracht is, was verroest materiaal uit
het oude tuighuis van de vrijzinnigen, die men
al zoo dikwyls gehoord heeft en waarmede
spreker en zijn tegenstanders zich niet zullen
laten vangen. Zij zullen van harte het voor
stel van Burgemeester en Wethouders steunen.
De heer VAN DE CASTEEL merkt op, dat
de raadsleden 4 weken geleden den eed hebben
afgelegd, dat zij de belangen der gemeente
zullen voorstaan en behartigen; aangezien de
kermis geld in de gemeentekas brengt, behoo
ren de leden dus ook de kermis voor te staan.
De heer VAN DIXHOORN was niet voor
nemens over deze zaak het woord te voeren,
maar de opmerking van den heer Dieleman,
dat de motieven voor cle kermis verroest ma
teriaal zijn uit het oude tuighuis der vrijzin
nigen, veredscht eene opmerking. Zeker, spre
ker gaat er prat op, dat die motieven zijn ge-
grondvest op het aloude vrijzinnige beginsel,
op de leuze van Neerlandsch volksvrijheden,
waarvoor de vrijzinnigen steeds pal gestaan
hebben. Dat is maar al te goed begrepen en
op grond van dat beginsel zullen de liberalen
steecls blijven bestrijden de pogingen der an
dere partijen welke die vrijheden willen be-
knotten of aan banden leggen, en dat vrij-
heidsbeginsel hoog houden.
De heer WEIJNS merkt op, als de liberalen
zoo voor vrijheden zijn, zij sands 1834 toch wel
veel veranderd moeten zijn, toen hebben de
Gereformeerden het wel anders ondervonden.
De VOORZITTER verzoekt den heer Weijns
te bedenken, dat het gaat over de kermis en
dat dit geen aanleiding moet worden tot het
uitlokken van een breed politiek debat, dat
daar over heen gaat.
De heer WEIJNS meent, dat hy hiermede
niet buiten de orde was, omdat de heer Van
Dixhoorn het had over de vrijheid die de libe
ralen voorstaan.
De heer 't GILDE merkt op, dat van anti-
revolutionaire zijde naar voren is gebracht,
dat de motieven ter bepleiting van de kermis,
te voorschijn zijn gehaald uit de oude tuighui-
zen der vrijzinnigen, Spreker, als sociaal-
democraat, is toch ook van vrijzinnigen huize
en wil den anti-revolutionairen eens onder het
oog brengen, hoe hunne partij in hun doel en
streven is mislukt. Dit is door niemand beter
aangetoond dan door den anti-revolutionairen
Prof. Fabius, die daarvoor ten slotte de partij
uitgodreven is. Deze gaf in zijn op het einde
van 1920 verschenen nummer van „Stud;iin
en Schetsen" de volgende opsomming van de
beginselverzakingen dezer partij. Hij schreef
het volgende: „De werkzaamheden der anti-
„revolutdonaire partij - althans in hare boven-
„laag heeft zich in latere jaren vooral ge-
„openbaard in het zich neerleggen. Men legt
„zich neer bij leerdwang, bij vaccinedwang,
„bij openbare armenzorg, bij de Staatsloterij
„bij algemeen stemrecht, bij vrouwenstem-
„recht, bij verMezingsdwang, bij Staatspen-
„sioen, bij een wettelijken werkdag van 8 uur,
,>bij het verbranden van lijken. Zoo wandelt
„men gemakkelijk over haar heen, en heerscht
„de vrijzinnigheid; schier onberoerd".
Spreker meent, dat de heer Dieleman het
hiermede wel kan doen.
De heer DIELEMAN merkt op, dat naar
zijne meening het betoog van den heer 't Gilde
toch ook wel de hooge politiek raakte, hetgeen
de Voorzitter den heer Weijns niet wilde toe-
laten. Overigens moet de heer 't Gilde niet
vergeten dat er in „Studien en Schetsen" ook
nog wel andere dingen te vinden zullen zijn.
De heer KRUIJSSE komt terug op de woor-
den van den heer Oggel, dat de Oranjefeesten
op een andere wijze gevierd worden dan de
kermis. Wij hebben nu pas het jubileumfeest
gevierd, en spreker moet verklaren, dat hij bij
die gelegenheid door de feestvderenden weinig
nationale liederen heeft hooren zingen, maar
wel de gewone populaire liederen, hij heeft
veelvuldig van een „beste boerenmeid" en van
„een daalder hooren zingen, maar zeer wei
nig het „Wilhelmus". Bovendien: zoowel de
kermis als de Oranjefeesten dienen om zich
te ontspannen.
De heer WEIJNS merkt op, dat de Oranje
feesten buiten den raad gaan, die worden
ingericht door particulieren, en daar is de
raad dus niet voor verantwoordelijk, maar voor
de kermis wel.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt in stemming gebracht, met het
resultaat, dat de stemmen staken met 5 tegen
5 en in de volgende vergadering opnieuw zal
moeten worden gestemd.
Voor stemmen de heeren Dieleman, J. de
Feijter, Oggel, P. de Feijter en Weijns; tegen
stemmen de heeren Van de Casteel, 't Gilde,
Kruysse, Baert en Van Dixhoorn.
(Wordt vervolgd).
eidin
van d:
mededc
VOnrct
act
en