6EMEH8DE BERIOHTEN. A. C. LENSEN's STOOMVAARTMAA1- SCHAPPIJ—TER NEUZEN. s.s. ARY vertrekt heden van Cardiff naar Fowey. s.s. HELENA in lading te Uleaborg voor Ter Neuzen. s.s. MAGDALENA in lading te Uleaborg voor Ter Neuzen. s.s. TERNEUZEN vertrekt heden van Hull naar Stettin. SCHEEPVAARTBEWEG1NG. 8 Oct. Eng. s.s. Knebworth, 7235 M3., kolen, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Wenning, 2227 M3., stukgoed, van Goole voor Gent. Eng. s.s. River Crake, 1892 M3., stukg. van Goole voor Gent. Eng. s.s. Madame Dorette, 2248 M3., kolen, van Goole voor Gent. Nederl. s.s. Katwijk, 4501 M3., kolen, van Methil voor Gent. Eng. s.s. Frederik Larssen, 5423 M3., kolen, van Leith voor Gent. Eng. s.s. Oriole, 1382 M3., ledig, van Gent naar Londen. Eng. s.s. Ryhope, 3475 M3., ledig, van Gent naar Hull. Eng. s.s. Eskwood, 2237 M3., ledig, van Gent naar Goole. Nederl. s.s. Johanna, 5882 M3., ledig, van SluiskK naar Dunston. 9 Oct. Eng. s.s. Auricula, 2307 M3., ledig, van Gent naar Blyth. Eng. s.s. Nanset, 1084 M3., ledig, van Gent naar Boston. Eng. s.s. Therese, 3677 M3„ kolen, van Goole voor Gent. Eng. s.s. York, 3202 M3., stukgoed, van Antwerpen voor Gent. Eng. s.s. Ronan, 3391 M3., stukgoed, van Gent naar Leith. Eng. s.s. River Crake, 1892 M3., stukg. van Gent naar Goole. Eng. s.s. Wenning, 2227 M3., stukgoed, van Gent naar Goole. Eng. s.s. Castlerock, 733 M3., fosfaat, van Gent naar Londen. Eng. s.s. Palmston, 1314 M3., stukgoed, van Gent naar Ghattam. Noorsch s.s. Batavia, 2722 M3., ledig, van Gent naar Rotterdam. Noorsch s.s. Frithjof Eide, 3258 M3„ ledig, van Gent naar New-Castle. Van 8 tot 9 Oct. zijn langs de Oostsluis alhier 29 binnenvaartuigen op- en 58 afge- schut; langs de Middensluis 5 op- en 11 afgeschut; langs- de Westsluis 0 op- en 2 afgeschut. WEERBERICHT van 10 Oct. 1923. Het weerbericht van het meteorologisch instituut te De Bildt luidt als volgt: Hoogste barometerstand 770.6 Lyon. Laagste barometerstand 732.0 Saerna. Verwachting tot den avond van 11 Oct.: Matige tot krachtige Zuidelijke tot Wes- telijke wind, betrokken tot zwaar bewolkt, rerrenbuien. aanvanke!;:k z^cbte". kingso'emonstratie met motortrekkracht plaats vinde.i op terreinen welwillend bt> schikbaar gesteld door de N.V. de Bath- polders te Rilland. Deelgenomen za'i worden door verschil lende Engelsche en Amerikaansche en mis schien ook Duitsche motortrekkers, met tw»e en meerscharige ploegen, schijven- eggesn, cultivators, enz. De machines zijn te voren onderzocht op geschiktheid voor het drijven van em dorschtrommel, onder leiding van het Insti- tuut voor Werktuigen en Qebouwen te Wage.iingen. Bezoekers zij medegedeeld, dat de de- monstratieterreinen ten Noorden van de spoorlijn ge'egen zijn en het gemakkelijkst te bereiken zijn vanaf het station Rilland via de hoeve „Westhof". ONTLADEN VAN EEN GEWEER. De 40jarige H. W. te Drumpt is Don- derdag bij het ontladen van een geweer clour de terugspringende kolf ernstig tegen het onderlijf getroffen. Zonidagnacht is hij aan de gevoigen daarvan overleden. EEN BAGGERMOLEN VERGAAN. Vermoedelijk 15 Nederlandsche zeelieden verdronken. Blijke.is een telegram uit Parijs aan de „Daily Chronicle" wordt de baggermolen „Normand;e". me; een Nederlandsche be manning van 15 koppe.i, als met man en muis vergaan beschouwd, vermoedelijk in de.i storm vai 3 op 4 October in het Ka- naal. Sinds 3 October, toen het vaartuig Ouistrehan met bestemming naar Havre verliet, is niets meer van den baggermolen en de opvarenden vernomen. De naspo- ringen hebben tot dusver geen resultaat opgeleverd. Omtrent het ongeluk van de „Nonnan- die„ wordt nog nader gemeld: De „Nor- mandie" werd door een sleepboot „La Rejne des Flats" in de flank gevaren en rnaakte sterk water. De boot begon spoe- dig te zinken en de opvarenden trachtten zjch in de booten te redden. Ook de an- dere boot kreeg ernstige averij en kon gem hulp bieden, doch slaagde er nog in Henfleur te bereiken. Tusschen Henfleur en Cabourg zijn een tweetai lijken van de bemanning van de „Norinandie" aangespoeid, alsmede red- dingsgordels en stukken wrakhout. Hoewel onmiddellijk na het bekend wor den van het ongeluk reddingsbooten in zBc werden gelaten, was van de beman- nitngi niets meer te zien en men vreest, dat de geheele bemanning, waaronder zich twee vrouwen bevonden, den dood in de. gohe.i heeft gevonden. (Tel.) EEN UlTS TAPjE NAAR AMERIKA. De heer P., een bijna 80jarige grijsaard, is dezer dagen teruggekeerd te Seroosker- ke, van een 3 maandeiijksch bezoek aan zijn zoon in Amerika. De oude heer is opgle.ogen over de behulpzaamheid die men hem op zijn reis betoonde en over al het veie dat hij gezien heeft. In Amerika heeft de heer P. zelfs nog ean tocht per vlieg- tuig gemaakt, waarover hij zeer tevreden was, doch alleen had men z.i. te hoog ge- vlogen, daar hij de dingen beneden niet goed kon onderscheiden. Tot genoegen van de.i „01d Dutch" is men daarna nog ens opgestegen en bPef men dichter bij de aardoppervlakte. GEMEENTERAAD VAN AXEL. Vergadering van Dinsdag 9 October 1923, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggei, A. E. C. Kruijsse, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. M. Baert, A. 't Gilde, Ed. van da Casteel, F. Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter. Secretaris de heer J. L. J. Maris. Afwezig de heer M. W. Koster. !>e VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Aan de orde komt: 1. Notulen. De notulen der vergadering van 28 Augus tus en die van 4 September 11. worden met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld. 2. Mededeelingen en ingekomen stukken. a. Procesverbaal van de op 2 October 1923 door Burgemeester en Wethouders ten kan- tore van den gemeenteontvanger gehouden kasopneming, waarbjj bleek, dat over het dienstjaar 1923 is ontvangen f 112.077,03 en uitgegeven 69877,70%, zoodat meer is ont vangen dan uitgegeven f 42.199,32%, Het restant van het goed slot der rekening over 1921 en het vermoedelijk batig saldo der rekening over 1922, die nog niet op de loopen- de begrooting zijn gebracht bedragen f 6849,86 en 28.063,65, zoodat in kas moest zjjn 77.112,83%, overeenkomende met de ver- toonde gelden en geldswaardige papieren. Aangenomen voor kennisgeving. b. Een schrijven van het bestuur van den Coegorspolder, dat daarin naar aanleiding van den waterafvoer aan de Axelsche Sassmg be- richt, dat, alvorens op de missive van Burge meester en Wethouders kan worden geant- woord, een vergadering van stembevoegde in- gelanden der polders moet worden gehouden, hetgeen zeer vermoedelijk niet zal plaats heb ben voor de maand Mei 1924. De VOORZITTER merkt op, dat hieruit bljjkt, dat Burgemeester en Wethouders thans niet verder kunnen handelen en de beslissing der vergadering van ingelanden moet worden afgewacht; wil de polder het water niet ont vangen, dan kan er geen rioleering gemaakt worden. De heer KRUIJSSE uit naar aanleiding van het schrijven van het polderbestuur zjjn ver- wondering, dat er zoo is gedraald eer er werk van gemaakt werd om zich tot den Coegors- polder te wenden. Het verzoek der bewoners werd 13 Februari 11. in handen van Burge meester en Wethouders gesteld om bericht en raad. In de vergadering van 24 April d.a.v. werd door hen verslag van hun bevinding uit- gebracht, maar pas in Juli is naar aanleiding van de toen gehouden besprekingen een brief naar het bestuur van den Coegorspolder ge- zonden. Wat is daarvan toch de oorzaak? Nu komt er voorloopig van een verbetering van den toestand niets en spreker weet, dat het daar zeer erg is met het water, vooral in het najaar, dat we nu weer tegemoetgaan, zonder dat een oplossing mogelijk is. De VOORZITTER geeft te kennen, destijds met den voorzitter van het polderbestuur te hebben geconfereerd, en die heeft toen aan- geraden zich schriftelijk tot den polder te wenden. De heer KRUIJSSE wjjst er op dat, indien dat vlugger na 24 April geschied was, het schrijven tydig het polderbestuur had kunnen bereiken om in de vergadering die dit jaar in den loop van Juni heeft plaats gehad aan de rwlp fp koTflPTl De VOORZITTER merkt op, dat Burge meester en Wethouders ondertusschen ook een onderzoek moesten instellen. De heer KRUIJSSE begrijpt toch de reden niet, waarom zoolang met schrijven is ge- wacht. Men had, met dit vlugger te doen, een geheel jaar kunnen winnen. De VOORZITTER herinnert zich thans niet geheel den loop der zaak; indien de heer Kruijsse er prijs op stelt de juiste aanleiding van een en ander te weten, zal spreker daar- over in de volgende vergadering mededeelin gen doen, daar hij er dan eerst met de wet houders over zal spreken en informaties nemen. De heer OGGEL wijst er op, dat er aanvan- kelijk in den raad geen eenstemmigheid be- stond over de wijze waarop de zaak zou wor den opgelost, hetzij door een open of een on- dergrondsche rioleering. Voorts moest er ook met de belanghebbende bewoners worden on- derhandeld, of deze eventueel bereid waren op een te maken ondergrondsche rioleering aan te sluiten. En dat was niet zoo maar op een 14 dagen gebeurd. De heer KRUIJSSE is van oordeel, dat men daarop niet behoefde te wachten, want of het een open, dan wel een ondergrondsche rio leering zoude worden, in beide gevallen had men toestemming van het polderbestuur noo dig. Er was alle gelegenheid geweest om, in afwachting van de nadere beslissing, tijdig vo6r de vergadering in Mei of Juni een ver zoek te doen. De heer DIELEMAN vraagt, of er ook niet een korteren weg mogelijk is, want zooals het er nu voor staat weet men vooruit, dat er nog in geen jaar een oplossing komt. Hy wjjst op de gevoerde onderhandelingen met den Noordpolder, die in een buitengewone verga dering van ingelanden tot een goed resultaat zijn gebracht. Zou het ook niet mogelijk zijn, dat de Coegorspolder een buitengewone ver gadering hield? Tegen het verzoek zelf, zal toch wel geen bezwaar bestaan, want de pol der ontvangt een eind verder het water nu toch ook, door een rioleering onder den dijk, die evenwel niet voldoende is. Kan niet op wat meer spoed worden aangedrongen De VOORZITTER zegt, daarover wel met den dijkgraaf te hebben gesproken, maar deze zag er geen kans voor, om voor een dergelijk onderwerp een buitengewone vergadering te beleggen en vreesde, dat er geen voldoende in gelanden ter vergadering zouden komen. Dat is iets, waar hij natuurlyk niet kan in komen. Besloten wordt, thans nader den loop der aak af te wachten. c. Een schrijven van J. A. van Hoeve, waarin deze te kennen geeft, dat zijn ge- moedstoestand niet toeliet, het college van Burgemeester en Wethouders op Donderdag 14 September 11., bij hun bezoek aan de Fro- belsehool te bedanken; hij doet dit bij dezen en brengt zijn welgemeenden dank voor de welgekozen tractatie enz. op dien dag aan de kinderen der school geschonken, alsook aan den gemeenteraad, die de gelden daarvoor toestond. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van het bestuur der Po- litiehonden dresseervereeniging Zeeuwsch- Vlaanderen, voor de toegekende subsidie. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Verzoekschrii't van J. J. de Lozanne e.a. tot het wederinvoeren der kermis. Ingekomen is een adres van J. J. de Lozanne en 10 anderen, alien neringdoende belasting- betalers der gemeente Axel, die daarin te kennen geven: dat zij den raad verzoeken, herziening van het raadsbesluit tot afschaffing van de Axel sche kermis; dat de afschaffing der kermis een alge meene financieele schade heeft veroorzaakt voor haast alle neringdoende burgers der ge meente Axel; dat volgens hun meening de afschaffing der kermis niet voldaan heeft aan het denkbeeld van vele raadsleden; dat alle jonge, en zelfs oudere ingezetenen van Axel, het geld, dat zij voor de Axelsche kermis over hadden, nu in vreemde gemeenten gaan verteeren; dat vreemdelingen, trouwe bezoekers van de Axelsche kermis (en dat getal was groot) nu hun geld in andere gemeenten, waar vermake- lijkheden zijn, gaan verteeren; dat de raadsleden zelf, die den toestand heb ben nagegaan, zich hebben kunnen overtuigen, dat vele Axelaren, van alle rangen, standen en partijen de gelegenheid hebben waargenomen, om bij de kleinste gezelligheid buiten Axel zich daar te gaan amuseeren; dat het, gezien alle deze feiten, zeker op den weg ligt van den nieuwen raad hierin zoo spoe- dig mogelijk verbetering te brengen; dat het afschaffen der vermakelijkheden, zoo als in 1919 is geschied, niet door adressanten wordt becritiseerd, doch dat het zeer gewenscht zal zjjn, de Axelsche kermis weer op denzelf- den tijd te laten doorgaan. Burgemeester en Wethouders stellen voor, op het verzoek afwijzend te beschikken, op grond van de volgende overwegingen: 1. omdat door den uitslag der j.l. gehou den verkiezing bljjkt, dat door de bjjna on- veranderde samenstelling van den gemeente raad in het algemeen den gemeentenaren ac- coord gaan met het beleid en instemmen met het besluit tot afschaffing der kermis; 2. reeds in verscheidene plaatsen zoowel van vrijzinnige als van socialistische zijde tot afschaffing der kermis is besloten; 3. dat de instelling geheel haar vroeger karakter heeft verloren en volgens overtui- ging van Burgemeester en Wethouders niet mag gesanctionneerd worden door de over- heid. De heer VAN DE CASTEEL kan niet be- grijpen, dat Burgemeester en Wethouders er tegen zijn het vroegere besluit in te trekken. Daar de afschaffing der kermis nadeelig is voor de gemeentefinancien, zoowel als voor verschillende arbeiders en neringdoenden. Er waren arbeiders, die ter gelegenheid van de kermis ongeveer f 50 verdienden met het op- bergen van rijwielen. Waarom moeten die verdiensten welke de kermis opleverden aan hen en aan de neringdoenden worden ont- nomen De heer't GILDE was, toen hjj vemam, dat de kermis in deze vergadering weer aan de orde zou komen niet voomemens er iets over te zeggen en wenschte, dat over te laten aan de felle voor- en de fanatieke tegenstanders, maar toen hij het prea-advies van Burge meester en Wethouders ontving, stond hij stom van verbazing. Het college beroept zich in de eerste plaats voor haar afwijzend voorstel op den uitslag der laatste raadsverkiezing. Maar het voor of tegen de kermis was toch bij geen der partijen bij de verkiezingen een strijdpunt? Er blijkt, uit, dat de heeren zich weinig laten gelegen liggen aan de mentaliteit der bevolking. Hij herinnert aan de uitlatingen van het vroeger lid van dat college van Burgemeester en Wet houders, de heer Van de Bilt, die opmerkte, dat er gelukkig de kiezers nog hoogere mo- tieven bezielen dan de kermis. De uitslag der verkiezing bewijst op geen stuk na, dat de meerderheid der ingezetenen tegen de kermis is. Indien hierover een referendum mogelijk was, zou de kermis bij de ingezetenen een j groote meerderheid verwerven. Dit zou ook in den gemeenteraad het geval j zijn, als de leden schriftelijk konden stemmen en niet gebonden waren aan verschillende partijen. In de tweede plaats zeggen Burgemeester en Wethouders, dat reeds in verschillende plaatsen zoowel van vrijzinnige als van socia- listische zijde tot afschaffing der kermis is besloten. Hij kan wel venklaren, dat afschaf- fing der kermis niet op het gemeenteprogram der S. D. A. P. voorkomt, dat wordt zuiver overgelaten aan de afgevaardigden, om te beslissen overeenkomstig de plaatselijke om- standigheden. En de plaatselijke omstandig- heden zijn te Axel, dat er kermis behoort te zijn. Men ziet het aan de herhaalde protesten der bevolking tegen het afschaffingsbesluit. Om met den heer Kruijsse te spreken: de ker mis leeft diep in de bevolking dezer ge meente. Ook is de kermis niet los te maken van het algmeen 'oelang. Burgemeester en Wethouders geven in dit opzicht bij hun eerste optreden geen blijk van groote bedrevenheid. Zjj behoeven aan spreker niet te kennen te geven hoe hij zich als vertegenwoordiger zijner party behoort te gedragen. De sociaal- democraten zijn toch ook van liberalen huize en evenals zij stellen zij prijs op ieders vrij- heid van beweging, op de stoffelijke en gees- j telijke vrijheden van de ingezetenen, en die wordt door het onthouden van de kermis aan- getast. Het spijt hem, dat de heeren in deze niet verder kijken dan hun neus lang is. De anti-revolutionairen zjjn in dit opzicht zeer kortzichtig en hij zou wel eens gaarne antwoord hebben op de vragen, waarom zij, tijdens hun vorig bewind eerst gedurende drie jaren de kermis, hebben laten voortbestaan, waarover hen van christelijk-historische zijde toen reeds een verwijt is gemaakt. Hij is van meening, dat het college van Burgemeester en Wethouders geen partij-instituut mag worden. Spreker wijst er op, dat men geen bezwaar geeft, tegen het vieren van Oranjefeesten, maar dat z. i. de liederlijkheden alsdan even groot zijn als ter gelegenheid van de kermis; de kenmis te Axel stond trouwens op geen laag peil. Hij betreurt, dat het Christelijk- Historisch lid van Burgemeester en Wethou ders aan dit afwijzend voorstel heeft meege- werkt, want deze moet wel indachtig zijn, dat er kiezers zijn die van hem een ander stand- punt verwachten. Het is hem toch bekend, dat er kiezers waren, die anders de vrijzinnige lijst stemden, de laatste maal de Christelijk- Historische ljjst stemden, uit overweging, dat no. 2 van de candidaten dier party toch ook voor de kermis was. Hij betreurt, dat het col lege zich thans leent voor de scharrelpolitiek der anti-revolutionairen. Hij acht het woord scharrelpolitiek hier op zyn plaats, Hij wijst op het wetsontwerp, dat in de Tweede Kamer aanhangig is gemaakt door den heer Rutgers, betreffende plaatselijke keuze, welk ontwerp beoogt, sommige gedeelten of wijken van ge meenten droog te leggen. Welnu, laat dan de anti-revolutionairen alhier de consequentie van dat wetsvoorstel toepassen. Laat men de buitenwijken, waarvan de bevolking in zijn groote meerderheid geen kermis wenscht, zoo als Spui, Schapenbout en Kijkuit zonder ker- j mis, maar onthoudt ze niet aan de kom der gemeente, die er in zijn groote meerderheid i voor is. Er wordt van de sociaal-democraten wel 5 eens gezegd, dat ze den middenstand ver- drukken, maar hij kan zich niet begrijpen, dat de heer Oggel, die zijn ffrrtuin -aan den mid- j denstand heeft te danken, zich voor het doen van dit voorstel heeft willen leenen, dat in strijd is met de belangen van den midden stand. Spreker is overtuigd, dat men alhier te eeniger tijd de kermis terugkrijgt. Hij raadt aan, het verzoek in te willigen en de kermis weer in eere te herstellen. De heer KRUIJSSE meent, dat het voor hem wel niet meer noodig zal zijn, zyn standpunt omtrent de kermis uiteen te zetten; dit is van vroegere behandelingen dezer zaak voldoende bekend. De motieven waarop Burgemeester en Wethouders hun afwijzend voorstel doen, mogen z. i. echter niet onweersproken blijven. Zij doen dit in de eerste plaats, in verband met de ongeveer ongewijzigde samenstelling van den raad. Spreker geeft toe, die samen stelling is vrijwel onveranderd, maar vraagt, of de raad nu werkelijk een goede afspiegeling is van de meening der bevolking. Hy is eens aan het rekenen gegaan, en komt dan tot de conclusie, dat de Chr.-Hist. die 396 stemmen behaalden en hier 2 leden tellen voor 50 zyn vertegenwoordigd, de Roomsch-Katholie- ken met 345 stemmen en 2 leden voor 58 de socialisten met 241 stemmen en 1 zetel voor 41 de vrijheidsbond met 516 stemmen en 2 leden voor 38 de oud-gereformeerden met 105 stemmen niet en de anti-revolutionairen met 774 stemmen en 4 zetels voor 51 Men ziet daaruit, dat het allerminst een regelmatige afspiegeling is van de meeningen der kiezers, doch meer een uitslag die moge lijk is door de tegenwoordige kieswet, die toe- vallige uitslagen mogelijk maakt, en een ge- volg is van de onbillijkheid van het tegen woordig stelsel van evenredige vertegenwoor- diging. Spreker heeft zijn berekening nog verder uitgestrekt en er dan rekening mede gehou den, dat er vroeger 6 tegenstanders waren der kermis, doch de Roomsch-Katholieken met de vrijzinnigen er voor. Dan zijn er van de 2377 stemmen uitgebracht op de candidaten der partijen die voor de kermis waren 1102 stemmen en 1275 stemmen op die der tegen standers, dat is dus maar 173 meer, hetgeen hij van geringe beteekenis acht, met betrek- king tot het aantal uitgebrachte stemmen. De helft daarvan was 1190, zoodat het aantal tegenstanders feitelijk maar 85 meer dan de helft bedraagt. En nu is hij van oordeel, dat het bij een zaak die zoo diep gaat, niet aangaat, dat die door de helft plus 1 wordt beslist. By zaken als hier, waar het er om gaat, dat een deel der ingezetenen zijn wil aan een ander deel oplegt en het in zijn vrijheid beperkt, meent hij, dat toch zeker voor zulke gevallen eerst het twee derde beslissend zou behooren te zijn. Plaatst men zich op dat standpunt, dan zou het twee derde eerst bereikt worden by 1584 stemmen, waaraan dan met de 1275 stemmen der tegenstanders nog 400 stemmen te kort komen. Maar spreker is met zijn berekening nog verder gegaan. Hy heeft nagegaan hoe de meening is van de kiezers in de kom, die stemmen in het eerste en tweede stemdistrict. Dan blijkt, dat daar uitgebracht zijn 1234 stemmen, en dat daarvan 750 behoorden tot de voorstanders en slechts 484 tot de tegenstan ders der kermis. De redeneering van Burge meester en Wethouders, dat de groote meer derheid van Axelsch ingezetenen instemt met het besluit tot afschaffing der kermis, is foutief. Wat het tweede punt van hun motieven be- treft, zou spreker van Burgemeester en Wet houders gaarne eens vememen, welke gemeen ten dat zijn, alwaar de vrijzinnigen en socia listen de kermis hebben afgeschaft. Hij be- doelt dan gemeenten van dezelfde groote als Axel. Men moet voor beantwoording dezer vraag niet wijzen op de groote steden, waar men iederen dag te kust en te kust en te keur van amusementen genieten kan, waardoor van die plaatsen kan gezegd worden, dat de ker mis overbodig is geworden, maar zich bepalen tot gemeenten als de onze. En dan kent hij er geen waar dit gebeurd zou zijn. Spreker kent wel zoo'n plaats waar een aniti-revolu- tionair wethouder openbaarde, dat hij per- soonlijk voor de kermis was, maar dat hij er tegen stemde omdat zijn partij er tegen was. Zoover is het dus gekomen, er wordr. tegen de kermis gestemd tegen eigen oveituiging in! Maar hoe staat het dan met art. 55 der Gemeentewet, die men bezworen heeft te zul- len naleven, en waar staat dat de leden zullen stemmen elk volgens eed en geweten, zonder last of ruggespraak met hen die benoemen Is dit dan een ongeschreven letter? Het is, zooals het van sociaal-democratische zyde reeds is opgemerkt, zegt spreker, wij willen vrijhedd van beweging voor alle ge- zindten, natuurlijk binnen zekere grenzen. En als zoodanig heeft het voor of tegen de plaat selijke kermis zijn, niets met vrijzinnigheid te maken, want spreker, kan wel verklaren, dat, indien de kermis zou ontaarden in liederlijk heden, hij de eerste zou zijn om er tegen te stemmen. Wat de vrijzinnigen dus met het voorstel van Burgemeester en Wethouders hebben te maken, ontgaat hem. Het derde motief van Burgemeester en Wethouders is zuiver het anti-revolutionaire standpunt en misschien ware het van Burge meester en Wethouders verstandiger geweest, zich daartoe te bepalen. Hij hoopt echter, dat de wethouder, als straks het voorstel in stem ming komt, zijn persoonlijk gevoelen zal doen gelden boven het standpunt zijner partij, ge- dachtig aan den eed dien de leden hier op 4 September weer opnieuw hebben bezworen: te stemmen naar eed en geweten zonder last of ruggespraak met hen die benoemden. De heer BAERT heeft bij een vorige behan- deling zijn standpunt ten opzichte van de ker mis ook duidelijk uiteen gezet. Toch wil hij ook ditmaal nog wijzen op het groote belang, dat de gemeente bij de kermis heeft. Hij acht het een groot financieel voordeel, dat niet weggecijferd moet worden. Bovemdden is er door de afschaffing in de gemeente een on- eenigheid ontstaan, die tot onaangename en verkeerde toestanden aanleiding heeft. Hij hoopt, dat de raad straks een ander besluit zal willen nemen, en de goede toestanden van vroeger weer zullen terugkeeren, en de men- schen van verschillende gedachten weer in goede verhouding naast elkaar zullen kunnen voortleven. Hij wenscht voor te stellen het besluit van 6 Maart j.l. in te trekken. De heer OGGEL meent, dat het wel niet noodig is, het anti-revolutionair standpunt over deze zaak uiteen te zetten, daar dit door verschillende sprekers der andere partijen reeds voldoende is gei'llustreerd. Hij is, zoo als is opgemerkt, nauw bij den middenstand betrokken en kan op grond daarvan verkla ren, dat verschillende middenstanders, met name de winkeliers, dankbaar waren voor het besluit tot afschaffing der kermis, omdat deze vooral in dien tijd meestal op hun geld moes ten wachten, en ook de heer 't Gilde zal toch wel moeten toestemmen, dat dan door de werklieden het geld niet op de meest goede wijze werd uitgegeven, door het aankoopen van levensmiddelen. Ook meent hij, dat het zeer goed mogelyk is, dat men persoonlijk tegen een of ander niet zoo'n overwegend bezwaar heeft, maar dat men, in een partijverband levende, zich bij de meening der partij aansluit. Hy gelooft niet, dat het voortbestaan der kermis voor de gemeente van zoo'n groot belang is, en meent integendeel, dat er voor haar zeer weinig be lang bij is. We hebben nu onlangs een Oranjefeest ge- vierd en ieder zal toch moeten toegeven, dat die niet gepaard gaan met zulke beestialitei- ten als de kermis. Men gaat daar dan ook naar toe met minder goede, met minder edele bedoelingen dan naar een Oranjefeest en zy heeft aanleiding tot uitspattingen. Aangezien het college van Burgemeester en Wethouders in zyn meederheid rechts is, kon men moeilyk een ander voorstel verwach ten. De anti-revolutionaire party stelt zich op het standpunt, dat zij ook op openbaar terrein heeft te waken voor de eere Gods, en dat wordt met het vieren der kermis niet be reikt. De heer 't GILDE verklaart, dat het hem spijt, nog maar steeds geen antwoord te heb ben gehoord op zijn vraag, waarom de anti- revolutionairen, ofschoon ze toen ook reeds in de gelegenheid waren de kermis af te schaf- fen, dat groote kwaad zooals zy het noemen, eerst nog drie jaren hebben laten voortwoe- keren. Waar er toch onder hen zijn. die per soonlijk er zoozeer geen bezwaar tegen heb ben, verzoekt hij dezen, omtrent dit punt een tegemoetkomende houding te willen aannemen en kondigt aan, dat hij, indien dit voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aange nomen, am de kermis niet in zijn ouder. vorm te herstellen, hij voornemens is een bemidde- lingsvoorstel te doen, door voor te stellen de kermis in plaats van 4 dagen zooals vroeger beperkt tot 2 dagen te laten voortbestaan. Hij hoopt, dat de meerderheid van den raad dit dan zal willen accepteeren. Hij wijst ook nog op Souburg, waar de kermis eerst werd afgeschaft, doch deze met behulp der Christ.- Hist. weer is ingevoerd. De heer DIELEMAN merkt op, dat de anti- revolutionaire fractie nu ruimschoots in alle toonaarden het zoet gefluit van den vogelaar heeft kunnen hooren, om haar te bewegen tot het innemen van" een ander standpunt. Door den heer Van de Casteel is betoogd, dat het vervallen der kermis een groot nadeel is voor de gemeente, maar hij heeft nagelaten het te bewijzen. Door den heer 't Gilde is betoogd, dat de sociaal-democraten niet tegen de ker mis zijn, maar dan moet spreker er hem toch op wijzen, dat drankmisbruik een der doods- vijanden van het socialisme is en dit ter gele genheid der kermis veelvuldig voorkomt. De anti-revolutionairen staan op het stand punt, zooals dat bij de vroegere behandeling dezer kwestie in den breede is uitgelegd en verklaard. Wat het financieel voordeel betreft, waarop van de andere zijde wordt gewezen, misschien is dat te weerleggen door het nadeel, dat aan andere zijde voor de gemeentenaren ontstaat. Bij de anti-revolutionairen loopt het in hoofdzaak over het princdpe, en dat is ruim schoots van de daken gepredikt, dat zij tegen de kermis zijn, omdat zij meenen, dat daar- door het zedelijk peil van de bevolking naar beneden wordt getrokken. Voor de bestrijding van dit standpunt is niet veel nieuws vernomen, al hetgeen over te berde gebracht is, was verroest materiaal uit het oude tuighuis van de vrijzinnigen, die men al zoo dikwyls gehoord heeft en waarmede spreker en zijn tegenstanders zich niet zullen laten vangen. Zij zullen van harte het voor stel van Burgemeester en Wethouders steunen. De heer VAN DE CASTEEL merkt op, dat de raadsleden 4 weken geleden den eed hebben afgelegd, dat zij de belangen der gemeente zullen voorstaan en behartigen; aangezien de kermis geld in de gemeentekas brengt, behoo ren de leden dus ook de kermis voor te staan. De heer VAN DIXHOORN was niet voor nemens over deze zaak het woord te voeren, maar de opmerking van den heer Dieleman, dat de motieven voor cle kermis verroest ma teriaal zijn uit het oude tuighuis der vrijzin nigen, veredscht eene opmerking. Zeker, spre ker gaat er prat op, dat die motieven zijn ge- grondvest op het aloude vrijzinnige beginsel, op de leuze van Neerlandsch volksvrijheden, waarvoor de vrijzinnigen steeds pal gestaan hebben. Dat is maar al te goed begrepen en op grond van dat beginsel zullen de liberalen steecls blijven bestrijden de pogingen der an dere partijen welke die vrijheden willen be- knotten of aan banden leggen, en dat vrij- heidsbeginsel hoog houden. De heer WEIJNS merkt op, als de liberalen zoo voor vrijheden zijn, zij sands 1834 toch wel veel veranderd moeten zijn, toen hebben de Gereformeerden het wel anders ondervonden. De VOORZITTER verzoekt den heer Weijns te bedenken, dat het gaat over de kermis en dat dit geen aanleiding moet worden tot het uitlokken van een breed politiek debat, dat daar over heen gaat. De heer WEIJNS meent, dat hy hiermede niet buiten de orde was, omdat de heer Van Dixhoorn het had over de vrijheid die de libe ralen voorstaan. De heer 't GILDE merkt op, dat van anti- revolutionaire zijde naar voren is gebracht, dat de motieven ter bepleiting van de kermis, te voorschijn zijn gehaald uit de oude tuighui- zen der vrijzinnigen, Spreker, als sociaal- democraat, is toch ook van vrijzinnigen huize en wil den anti-revolutionairen eens onder het oog brengen, hoe hunne partij in hun doel en streven is mislukt. Dit is door niemand beter aangetoond dan door den anti-revolutionairen Prof. Fabius, die daarvoor ten slotte de partij uitgodreven is. Deze gaf in zijn op het einde van 1920 verschenen nummer van „Stud;iin en Schetsen" de volgende opsomming van de beginselverzakingen dezer partij. Hij schreef het volgende: „De werkzaamheden der anti- „revolutdonaire partij - althans in hare boven- „laag heeft zich in latere jaren vooral ge- „openbaard in het zich neerleggen. Men legt „zich neer bij leerdwang, bij vaccinedwang, „bij openbare armenzorg, bij de Staatsloterij „bij algemeen stemrecht, bij vrouwenstem- „recht, bij verMezingsdwang, bij Staatspen- „sioen, bij een wettelijken werkdag van 8 uur, ,>bij het verbranden van lijken. Zoo wandelt „men gemakkelijk over haar heen, en heerscht „de vrijzinnigheid; schier onberoerd". Spreker meent, dat de heer Dieleman het hiermede wel kan doen. De heer DIELEMAN merkt op, dat naar zijne meening het betoog van den heer 't Gilde toch ook wel de hooge politiek raakte, hetgeen de Voorzitter den heer Weijns niet wilde toe- laten. Overigens moet de heer 't Gilde niet vergeten dat er in „Studien en Schetsen" ook nog wel andere dingen te vinden zullen zijn. De heer KRUIJSSE komt terug op de woor- den van den heer Oggel, dat de Oranjefeesten op een andere wijze gevierd worden dan de kermis. Wij hebben nu pas het jubileumfeest gevierd, en spreker moet verklaren, dat hij bij die gelegenheid door de feestvderenden weinig nationale liederen heeft hooren zingen, maar wel de gewone populaire liederen, hij heeft veelvuldig van een „beste boerenmeid" en van „een daalder hooren zingen, maar zeer wei nig het „Wilhelmus". Bovendien: zoowel de kermis als de Oranjefeesten dienen om zich te ontspannen. De heer WEIJNS merkt op, dat de Oranje feesten buiten den raad gaan, die worden ingericht door particulieren, en daar is de raad dus niet voor verantwoordelijk, maar voor de kermis wel. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt in stemming gebracht, met het resultaat, dat de stemmen staken met 5 tegen 5 en in de volgende vergadering opnieuw zal moeten worden gestemd. Voor stemmen de heeren Dieleman, J. de Feijter, Oggel, P. de Feijter en Weijns; tegen stemmen de heeren Van de Casteel, 't Gilde, Kruysse, Baert en Van Dixhoorn. (Wordt vervolgd). eidin van d: mededc VOnrct act en

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 3