ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No 7515 Woensdag 10 October 1923 63e Ja&rgaufe. binhenland. FETJILLETON. HET MINISTERIE-DE VlSSER EEN MISLUKKINO? Een oordeel van het Chr. Schoolblad. De handel en wandel van het Ministerie van Onderwijs wordt in het laatste num- mer van het „Christelijk Schoolblad" aan critiek onderworpen. Een van de redacteu- ren, D. W(outers), schrijft in de rubriek „Paedagogische inzichten en uitzichten": Het is ietwat tragisch, dat de eerste Mi nister van Onderwijs zijn roem reeds heeft overleefd nog tijdens zijn bewind. schujves rijst op erschilft-tfdC uirsprak n, die niet van politieke i> - 5t ide: afkom- stig zijn, waarin het beleid can Minister De Visser wordt afgekeurd. Hij zegt: Op een leeraarsvergadering te Utrecht sprak prof. Kohnstamm, lid van den On- derwijsraad, het uit, dat hij hoewel met den Minister van Onderwijs op eenzelfde geestesbodem staande, zijn beleid voor ons volk ten opzichte van het onderwijs, af- keurde. De bekende Roomsche onderwijsman en litterator Poelhekke schreef in „De Nieuwe Eeuw" een artikel, als en cri de conscience, een „ontboezeming die al lang op uiting zat te wachten, waarin hij zeide: „Mij dunkt dat de ondeskundigheid van den Minister in onderwijszaken door niets meer wordt aangetoond dan door het stre- ven om alles te willen voorschrijven". Alleen het volop uit overtuiging gege- v©n onderwijs is goed. Wie die overtuiging niet heeft, wie niet met hart en ziel zijn taak vervult, zal niet verbeteren door al de reglementen der wereld. Moc;ht men aan het Departement van Onderwijs dat ook begrijpen en een eind maken aan de on- deskundige bureaucratie die ons goede on derwijs dreigt te bederven.'" De redacteur van het „Chr. Schoolblad" vervolgt met te zeggen: Is het niet jammer, dat een man als Poelhekke, ten 'slotte, als't ware tegen zich zelf in, zich zo,6 moet uiten over een mi nister, die toch tot zijn partijmeerderheid behoort? Minister De Visser heeft thans op aan- drang zijner ambtenaren van het groot aantal gemeentelijke- en bijzondere H. B.- scholen en gymnasia verlangd, dat ze in de vacanties de rijksregeling zullen volgen. Voorschrijven kan hij dat gelukkig niet. Hij heeft ongeveer gelijktijdig iets anders gedaan. Hij heeft „naar aanleiding van de klachten in de pers en vergaderingvn over vrijheidsbeperking op onderwijsge- bied ten gevolge van de wetgeving der laatste jaren" aan den Onderwijsraad en aan de inspecteurs verzocht „te onderzoe- ken of niet in bepaalde gevallen meer vrijheid zou kunnen worden verleend dan bij de thans geldende voorschriften." On- der de gevallen, die de minister noemt, behooren de vacanties niet. Men zou anders zoo zeggen, dat ze er allereerst voor in aanmerking kwamen, evenzeer als de in- richting van het leerplan, die wel genoemd wordt. Men zal goed doen niet te groote ver- wachting te koesteren van deze vrijheids- bevlieging. De ambtenaren trekken immers ten slotte toch aan het langste eind. Een die moeten van die vrijheid niets hebben. Onze departementale bureaucratie drijft haar zin ver door. Het „Chr. Schoolblad" besluit met deze woorden Velen in den Iande zijn ontnuchterd door ons eigen onderwijsdepartement. Met gejuich is 't ingehaald, met sympa- thie is de nieuwe minister begroet, na nog geen vier jaar is alles omgekeerd. Een algemeene opinie is: alles beter dan dit, terug dan maar naar vroeger. Zonder dat politieke of godsdienstige inzichten hierbij een rol spelen, is de overtuiging van! vrij- wel alle op den voorgrond tredende on- derwijsmannen, dat het huidige onderwijs- beleid een misfukking, een ramp is, op alle terreinen van onderwijs. IN DEN GRAFKELDER DER ORANJE's in de Nieuwe Kerk te Delft rusten zeven- en-dertig dooden. 1. Prins Wiillem I, overleden 10 Juli 1584, bijgezet 4 Aug. 1584. 2. Louisa de Colligny, gemalin van Prins Willem 1, overt. 9 Oct. 1620, bijgezet 24 Mei 1621. J. Pi.iHMi*. *«ver! 24 Apri, 1325, bijgezet 26 Sept. 1625. 4. Elisaibedi, dochter van Prins Frederik Hendnik, overl. 4 At 1530, bijgezet 18 Augustus 1630. 5. Hendrik Lodewijk, zoon van Prins Frederik Hendrik, overl 2'9 Dec. 1639. 6. Elisabeth, eohtgen. van Henri de la Tour d'Auvergne, Hertog van Bouillon, overl. 17 Mei 1642, bijgezet 17 Junl 1642. 7. Prins Frederik Hendrik, overleden 14 Maart 1647, bijgezet 10 Mei 1647. 8. Catiharina Belgica, dochter van Prins Willem 1, overl. 12 April 1648, bijgezet 5 Mei 1648. 9. Prins Willem II, overl. 6 Nov. 1650, bijgezet 8 Maart 1651. 10. Amailia van Saints, gemalin van Prins Frederik Hendrik, overl. 8 Aug. 1675, bijgezet 21 Dec. 1675. 11. Eerstgeboren, levenlooze dochter van Prins Willem IV, overl. 19 Dec. 1736, bijge zet 22 Der 1736 12. Prins Willem IV, overl. 22 Oct. 1751, bijgezet 4 Febr. 1752. 13. Anna, gemalin van Prins Willem IV, overl. 12 Jan. 1759, bijgezet 23 Febr. 1759. 14. Georg Willem Belgicus, oudste zoon van Carel Ghristiaan, Vorst van Nassau- Weilburg, overl. 27 Mei 1762, bijgezet 1 Juni 1762. 15. Een doodgeboren kind van den Vorst van Nassau-Weilburg, overl 15 Oct. 1767, bijgezet 24 Oct. 1767. 16. Eerstgeboren, levenlooze zoon van Prins Willem V, overl. 23 Maart 1709, bij gezet 28 Maart 1769. 17. Willem George Frederik, 'zoon van Prins Willem V, overl. 6 Jan. 1799, bijgezet 3 Juli 1896. 18. Wilhelmina Frederika Louisa Pau lina, doditer van Koning Willem I, overl. 22 Dec. 1806, bijgezet 7 April 1911. 19. Frederika Louisa Wilhelmina, ge malin van den Erfprins van Brunswijk Wol- fenbuttel, overl. 15 Oct. 1819, bijgezet 26 Oct. 1819. 20. Frederika Sophia Wilhelmina, ge malin van Prins Willem V, overt. 9 Juni 1820, bijgezet 27 Nov. 1822. 21. Willem Alexander Ernst Casimir, zoon van Koning Willem II, overl. 22 Oct. 1822, bijgezet 10 Mei 1840. 22. Willem Frederik Nicolaas Karel, oudste zoon van Prins Willem Frederik Karel, overt. 1 Nov. 1834, bijgezet 5 Nov. 1834. 23. Frederika Louisa Wilhelmina, ge malin van Koning Willem I, overl. 12 Oct. 1837, bijgezet 26 Oct. 1837. 24. Koning Willem I, overl. 12 Dec. 1843, bijgezet 2 Jan. 1844. 25. Willem Frederik Nicolaas Albert, zoon van Prins Willem Frederik Karel, overl. 23 Jan. 1846, bijgezet 28 Jan. 1846. 26. Willem Alexander Frederik Con- stantijn Nikolaas Michiel, zoon van Koning Willem 11, overl. 20 Febr. 1848, bijgezet 21 April 1848. 27. Koning Willem II, overl. 17 Maart 1849, bijgezet 4 April 1849. 28. Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Karel, oudste zoon van Koning Wil- Roman van Nederland gedurende den oorlog, door CHARLES HUYGENS 49) Wat is er gebeurd? vroeg Ange. Niets vragen Ange. Het is vreeselijk. Wij zaten alien nog bijeen, wij hoorden in de verte de schoten. En plotseling zon der dat wij iets verder zagen, zonder dat wij verder iets konden vermoeden, is Mary naast ons ineengezakt. Ze zeggen dat het een verdwaalde kogel geweest is, maar hoe die hier gekomen is, niemand begrijpt het. En Mary? Robert vroeg het adenrloos. Leeft Bob. De toestand is, naar de dok- ter zegt, hoogsc ernstig. Maar geenszins hopeloos. Nu zitten wij zoover van het oprcer af; wij gaan er niet naar toev om- dat wjj er niet bij behooren en zoo'n stem verdwaald ding. HOOFDSTUK XIV. Een gexveigerd paspoort. Het was als trokken schaduvven over het huis van de Van Oosierzee's. De familie was gewend aan voorspoed, aan innerlijke rust en kalmte, en beiden schenen verdwje- nen. Papa Van Oosterzee mocht met ge- noegen zien, dat zijn dividend met den dag bijna steeg, steeds hooger beloofde te worden, ook hem drukten de zorgen. Mary bleek inderdaad ernstig gekw etst door den onverklaarbaar verdwaalden ko- el. Een hevjge koorts had haar al spoe- ij ig aangegrepen en dagien achtereen had men voor haar leven gevreesd. Nu he.ette ijl het ergste te boven, maar het was een kleurloos, zwak, zenuwachtig bevend schepseltje, dat, ondersteund door haar rnoeder, voor het eerst weer in tie huis- kamer was gekomen. Bij het minste geluid, dat zich deed hooren, bij elke beweging letterlijk, schrok Mary op. De dokter mocht verzekeren, dat het spo' dig zou veranderen, wanneer zij maar weer in den huiselijken kring was, papa en mama Van Oosterzee hadden moeite de tranen uit hun oogen te houden. Daarboven op een andere kamer lag Huug zwaar zlek. Hij bleek te veel Van zijn krachten te hebben gevengd; zich te weinig te hebben ontzicn. De geineraal had hem geprezen om zijn ijver, had hem schertsend zijn meest trouwen adjudant genoemd. Maar hij had hem dienzelfden avond naar huis gezonden, toen hij van het ongeluk van Mary hoorde. Huug had zich den volgenden morgen onwel gevoeld, koortsig, rilterig. Hij had niet kunnen la- tten aen thermometer aan te 1 egg en en geconstateerd, dat deze op 28.8 stond. Hij had er geen gewag van gemaakt, omdat hij dien dag, die veel drukte tre'Ioofde te brengCn, niet bij zijn dienst wildd ont- breken. Maar hij was teruggekomen van een motorrit naar Halfweg als neergezon- ken in de kamer van den generaal, die heln onmiddellijk met alle beschikbare zor gen naar huis had laten transporteeren. De dokter constateerde een aanval van de gevreesde griep. De koortsthermometer vertoonde een voortdurende stijging; in twee kamers van het ruime en kostbare heerenhuis streden twfee jonge menschen- kinderen met den dood. Dagen achtereen lem III, overt. 4 Juni 1850, bijgezet 10 Juni 1850. 29. Anna Paulowna, gemalin van Koning Willem II, overl. 1 Maart 1865, bijgezet 17 Maart 1865. 30. Louisa Augusta Wilhelmina Amalia, gemalin van Prins Willem Frederik Karel, overl. 6 Dec. 1870, bijgezet 21 Dec. i870. 31. Amalia Maria da Gloria Augusta, gemalin van Prins Willem Frederik Hendrik, overl. 1 Mei 1872, bijgezet 17 Mei 1872. 32. Sophia Frederic;, Mathilda, eerste ge malin van Koning Wi;lem III, overl. 3 Juni 1877, bijgezet 20 Juni 1877. 33. Willem Frederik Hendrik, zoon van K V. ..ie.ir^c'yl. 14 Jan. 1879, bij gezet 25 Jan. 1879. 34. Willem Nicoars Alexander Frederik Carel Hendrik, zoon v-m Koning Wiiiem III, overl. 11 Juni 1870, bijgezet 26 Juni 1879. 35. Willem Frederik Karel, zoon van Koning Willem I, overl. 8 Sept. 18S1, bij gezet 23 Sept. 1881. 36. Willem Alexander Karel Hendrik Frederik, zoon van Koning Willem III, overl. 21 Juni 1884, bijgezet 17 Juli 1884. 37. Koning Willem III, overl. 23 Nov. 1890, bijgezet 4 Dec. 1890. DE ZIEKTE VAN HET KAMERLID TER HALL. Er weven zich. naar meri aan Het Vad. meedeelt, politieke legenden om het ziek- bed van den heer Ter Hall. Eerl van deze is, dat ook de ziekte van politieken aard zou zijn en verband zou houden met de.... Vlootwet. Het is al onaangen; am genoeg aan een ernstige ziekte als die van den heer Ter Hall te lijdon, maar dubbel onaanfgenaam moet het voor den patient zijn als men verklaring zoekt in de richtirfg van poli tieke lafheid. Te onredelijker het blad kan verze keren, dat de heer Ter Hall ernstig ziek is en onder zeer strikte bevelen van zijn geneesheer staat is de benefiting in verband met de Vlootwet, waar iejer zijn handteekenifllg onder het petitionnement tegen deze wet kan vinden. DE POSTCHeQUE- EN GIRODIENST. Vragen van het Kamerlid Van Vuuren in verband met de sluiting. Het Tweede Kamerlid van Vuuren heeft aan den minister van Waterstaat de vol- gende vragen gesteld:, Ki^eMens welk recht of bevoegd^ heeft de directeur van den postcheque- en girodienst besloten, dien dienst tijde- lijk te sluiten? Kan de minister mededei'len, hoe lang vermoedelijk de postcheque- en girodienst zal zijn gesloten, en: is hij bereid te be- vorceren, dat de Staat der Nederlanden niet overgaat tot invorderirig van belas- tingen of opeisching van andere schul- deu gedurende den tijd, dat de postchfcque- en girodienst gesloten is, wanne r de be trokken debiteur van den Staat door overlegging \an saldobiljetten of op ande re wijze aannemelijk maakt, dat zijn saldo tegoed bij den postcheque- en girodienst gelijk of grooter is dan het bedrag, door hem aan den Staat der Nederlanden ver- schuldigd? Zoo ja, is hij dan genegen te bevorderen, dat de regeering haar invloed aanveidt bij andere Overheidsorganen en Overheidsinstellingen, om op gelijke wijze tegenover hun debiteuren te handeten? Kunnen de rekeninghouders bij den post- cheque- en girodienst, die in ernstige moeilijkheden komen, tengevo'ge van de beslissing, dat voorLoopig over het tegced bij dien dienst niet kan worden beschikt, verzekerd zijn, dat op een verzoek om uitkeering van hun saldo of van een ge- deelte van het saldo, onmiddellijk zal wor den beslist, zonder dat een onderzoek van duurde de crisis, nu scheen dezie overwon- nen, maar Huug was zoo zwak, dat er in de eerste weken aan opstaan niet viel te denken. Voorzoover mogelijk w'erden hem alfe versterkende levensmiddelen ver- strekt, en de wijze, waarop mama Van Oosterzee nu zonder eenig bezwaar in haar gemoed melkhoer, bakker, slager en wat al niet omkocht, kwam zelfs haar man niet ter oore. Frank had onmiddellijk zijn verblijf in Noordwijk beeindigd; de kinderen en Car- la bleven er nog, maar hij zelf logeerde thuis. Hij was behulpzaam zoo veel hij kon maar er viel nie't veei and'tirs te doen dan afwachten welk verioop de ziekte zou hebben. Gezien haar ernstigen aard mocht men van geluk spreken, dat het aanvanke- lijk zoo afliep. Wat ijiet wegnam dat men bij beide patienten, omdat een instorting niet tot de onmogelijkheden behoorde en deze diende gelijk de dokter niet onduide- lijk had te verstaan gegeven, voor alles en met alle kracht te worden vermeden. Frank was dezen Zondag in Noordwijk. Hij was kon het verwonderen wei nig opgewekt. Thuis bij de oude lui drukte hem de vrees vioor wat er nog met Huug of Mary kon gebeuren; hier, in het bij- zijn van Carla, gevoelde hij wat def oor log aan geluk voor hem had verhietigd. Sedert dien be.wusten avond, dat Carla hem haar gevoelens had bekend, had hij met haar niet meer over deze zaak gesproken. Hij had haar gtejzegd wat hij van haar verwachtte; hij mee.nde ervan verzekerd te kunnen zijn, dat haar verhouding tot het Duitsche gezantschap een einde had genomen. Hoewel1 hij bijna tot ber- stens toe vervuld was van het verdriet dat elken dag sterker in hem opwoelde, had hij er niemand, zelfs zijn mpt.eder niet over het al of niet bestaan der moeilijkheden of van den ernst er van worden ingesteld? Indien de minister geen vrijheid kan vinden deze vraag bevestigemd te beant- woorden, is hij dan bereid met zijn ambt- genoot van Justitie in overleg te treden of het mogelijk is maatregelen te treffen, dat geen faillietverklaringen kunnen plaals hebben op grond van een onmacht tot betaling, die in de sluiting van den che que- en girodienst haar oorzaak vindt? ARTIKEL 40 BEZOLDIGINGSBESLUIT. Volgens Het Volk heeft de aartsbisschop het houden van een landelijke betooging van alle R. K. bijzondere onderwijzers, tegen intrekking van art. 40 van het bezol- digingsbesluit, verboden. De hoofdbestu- ren der beide R. K. onderwijzers-federa- ties hadden in beginsel besloten tot het houden van zulk een; betooging in de re- sidentie. GEEN COMITE-GENERAAL VOOR DE VLOOTWET. De parlementaire redacteur van de Stan- daard meldt, dat het dezer dagen door de Telegraaf verspreide bericht, dat de re geering \o6v de openbare behandeling van de Vlootwet in de Tweede Kamer in comi- te-generaal de redenen der urgentieverkla- ring uiteen zou zetten, bij de regetering niet bekend, en derhalve gehiteiel uit de lucht gegrepen is. EEN EL EN EEN VERREL. De Minister van Arbeid, Handel en Nij- verlheid heeft ter in winning van advies aan de Kamers van Koapihandel toegezonden de tekst van een concept voor een ontwerp van wet betreffende de herziening van de IJkwet. In de toelichting tot dit concept wordt op- gemerkt, dat, hoewel ook door de bestaande Wet betreffende de maten, gewichten en weegwerktuigen, het deoimaal stelsel voor Nederland van overheidswege tot grondslag voor maten en gewichten werd genomen, tot op den huidigen dag nog steeds het gebruik van oude benamingen voor maten en gewich ten als b.v. el, pond, enz. in niet onbelang- rijke mate wordt gehandhaafd. Ten deele is dit gebruik van oude benamingen naast die van het decimaal systeem aan sleur te wijten. Daarbij komt echter, en dat is in deze het belangrijkste, dat daarin een middel zit tot oneerlijke concurrence. Voor- namelijk is dit het geval bij het gebruik van Hp? 'jcwrfi ,,el", doordat man-ufacturen b.v. in etalages van een prijs worden voorzien, die bij het publiek den indruk wekt als te zijn bedoeld per meter, doch die tenslotte folijkt inderdaad slechts bedoeld te zijn voor een lengtemaat van circa 69 c.M., die de wirakelier een el noemt. Naar het den Minister voorkomt, kan het genoemdc euvel bestreden worden, door in de bestaande IJkwet de oude benamin gen voortaan niet meer te noemen en hier- door zal het gebruik van deze maten of gewichten of hunne benamingen bij han- delstransacties zonder meer strafbaar wor den. RIJKSMUSEUM NIET MEER KOSTELOOS. Naar het Volk verneemt, zal met ingang van 8 October de toegang tot het Rijks- museum niet meer kosteloos zijn. Het mu seum zal van dien datum af op Maandag tegen een entree van 25 cent, de overige dagen der week tegen een dubbeltje per persoon te bezichtigen zijn. Aanleiding voor dit besluit is de alge meene bezuiniging. De regeering meent, dat uit deze entreeheffing ongeveer f 10.000 per jaar zal zijn te halen. Van de zijde der directie is reeds om an dere redenen op stappen in deze richting aangedrongen. Het komt n.l. dikwijls voor, dat een der lokalen van het museum voor gesproken. Zij had zorgen genoeg. Geluk- kigf maar zoo had zij juist nog dezer da gen gezegd, dat hij en Bob tenminste zon der zorgen zijn gebleken. De tijd is toch al moeilijk genoeg. Carla had blijkbaar in veel werk at'lei- ding gezocht. Nog meer dan tevoren had zij zich gegeven aan haar Comite van Duitsche vrouwen; wat zij niet tot stand bracht was ongelooflijk; het geld dat zij wist te verkrijgen, ging de honderdduizen- den overschrijden om het millioen te na- deren. Tegen die werkzaam'heid kon en wilde Frank niets inbrengkri. Hij dacht niet over de toekomst. Hij had er zich geen re- kenschap van gegeven wat er tusschen hem zou moeten gebeuren als op eenig oogen- blik deze verfoeilijke oorlog was geeindigd. Trouwens, zoo vroeg hij zich menigmaal af, kon men nog aan einde van deze oor log gefooven? Aanvankelijk toen het pas oorlog was, had men gesproken van een duur van slechts enkele maanden; de eco- nomisten immers hadden uitgerekend, dat Europa voor niet langer vo-dsel en weer- stancl had. De oorlog duurde at" even vele jaren als men hem maanden gerekend had, en nog w"as er van weerszijden geen tcenadering te bespeuren. Frank geloofde niet aan eenigen uitslag van de pogiingen der pacifisten, noch in Nederland, waar zij bijzonder ijverig waren, noch daar- buiten. Hij zag de hartstochten van de strijdende partijen veel te sterk ontwikkeld om aan eenige oplossing langs dien weg te durven denken. Alleen met de wapenen kon men een oplossing krijgen, en het scheen wel, dat beide partijen elkander nog geruimen tijd in evenwicht zouden houden. De scheepvaart ondervond al meer en meer moeilijkheden. Weliswaar was de schafitlokaal wordt gebruikt of als schuil- plaats voor een plotseling opkomende re- genbui. De directie meende ook, dat de hef- fing van een geringe entree overweging verdiende, wij I iets, waarvo or betaald wordt, meer waardeering vindt, dan iets, wat gratis verkrijgbaar is. DE NIEUWE MIDDENSTANDS-CRE- DIETBANK IN HET ZUIDEN. Donderdag werd te Eindhoven een bij- eenkomst gehouden van credit-uren van de Hanzebank in den R.-K. Volksbond. In die vergadering gaf mr. dr. Jan van Best een uiteenzetting omtrent de oprichting der nieuwe Middenstandscredietbank. „Het doe] der oprichting was" aldus spr. „te trachten een middenstandsbank in Noord-Brabant e.i Limburg te behouden. Waarom deden wij dat? Het is voldoende bekend, dat het bankwezen zoodanig is gecentraliseerd dat voortaan Amsterdam en Rotterdam de groote koopsteden zijn geworden. Daartoe zullen wel economische redenen aanwezig zijn' geweest, hetgeen spreker niet wil ontkennen. Maar hij is van meening, dat zoodra hier in deze pro- vincie geen eigen bank meer blijft bestaan, het zwaartepunt wordt verlegd naar de groote koopsteden en we daar dan veel te veel afhankelijk van zullen zijn. Daarbij komt, dat dan de leiding berust bij heeren, wier overtuiging niet de onze is. Spreker wil niets afdingen op de kennis van die heeren op financieel gebied, maar ihij noemt het een zeker tekort, dat wij Ka- tholieken op het stuk van cre'dietwezen toch al aan voogdijschap onderworpen zijn. Bovendien is er nog de vrees, welke door een ieder wordt gedeeld, dat een debacle der Hanzebank een ramp voor het Zuiden zal beteekenen. Wat toch is het geval? Wanneer we de debiteuren der Hanzebank niet in een georganiseerd lichaam brengen dan krijgen we onvermijdelijk faillissement. 't Staat voldoende vast, dat wij (de Hanze bank) nooit meer 100 pet. zullen uitkeeren, ook staat het vast dat de surseance in een faillissement zal worden omgezet. Bij een faillissementsliquidatie worden de posten stuk voor stuk geind en worden de debiteuren tot betaling gedwongen. Nu bestaan daartoe twee wijzen van inning en wel ten le door de debiteuren zooge- naamd „af te slachten" en ten 2e met be leid en voorzichtigheid eruit halen wat er in zit. Dat is ongetwijfeld een groot ver- schil. Nu hebben wij de vaste overtuiging, dat de debiteuren niet direct in staat zijn aan hun schuld te voldoen. Dat is nu eenmaal een zeer normaal verschijnsel in dezen tijd. Bij de Hanzebank is het aantal debiteuren, dat niet in staat is de voile 100 pet. in eens te betalen, zeer groot, terwijl het getal faillissementen, wanneer men morgen aan de.i dag moest betalen, buiTng -woon groot is. Ook zullen er debiteuren zijn, die door faillissement ook crediteuren benadeelen. Het gaat hier echter om de crediteuren. Spreker vraagt dan: moeten "die men- schen (debiteuren) onmiddellijk warden af- geslacht? En hij is er van overtuigd, dat de crediteuren, die de zaak ernstig be- schouwen, dat niet zullen wenschen. En waarom? Wel, omdat men door eene „af- slachting" achferop raakt. Want bij een faillissement brengt de boedel minder op dan bij een gewone verkooping; zoo ook hier. Faillissementen waariiit 30 a 40 pet. wordt getrokken behooren tot de uitzonde- rmgen; ze brengen meestal minder op. We moeten daarom voorzichtig en lang- zaam liquideeren, de deurwaarder moet het niet verkoopen. Indien bij een faillissement van de Han zebank langzaam en voorzichtig wordt te werk gegaan, dan onderscheidt spreker drie categorieen van debiteuren en wel: le de N.O.T. geheel en al ingeburgerd, ver- trouwde men haar in de geaUieerde lan- den en maakte zij het mogelijk, dat er handel on Nederland bleef bestaan. Maar telkenmafe vielen nieuwe schepen aan torpedo-aanvallen ten offer, vooral sedert Duitschland hei intreden van Amerika in den oorlog had gekocht met een onver- biddellijkc uitbreitiing van duikbootkrijg. Telkenrnale bovendien bleken Engeland en de gealljeerden moeilijkheden op te werpen. Zij hadden al reeds practised geheel de visschersvloot in bezit genomen, wat zou den zij zoo straks, zoo werd reeds in be- langhebbende kringen gevraagd doen met de koopvaardijvloot? Enkele van de colle- ga's van Frank waren met het buitenland in verbinding getreden om hun schepen te verkoopen, de wetgever was tusschenbeide gekomen en had de beschikking over de scheepsruimte. Eene der maatschappijen, waarvan Frank president-commissaris was, had een dergelijken koop aangegaan met de Engelscne regeering. Deze koop nu moest geannuleerd worden, de Engelschen wilden daarin berusten, maar eischten een onmogelijk hooge schadevergoeding. Bui- tenlandsche Zaken wilde in dit geval niet tusschenbeide komen hetgeen niet anders -dan te begrijpen viel, maar de maatschappij kon die schadevergoeding niet betalen. Er moest over onderhandold worden en Frank bood aan om in Engeland met den Board of Trade en de Admiraliteit ^e zaak te gaan bespreken. Hij kejide de Engelschen, hij wi'st, dat zij voor logische argumenten vat- baar zouden zijn, hij verwachtte een goe- den uitslag van zijn zending. (Wordt vervolgd) TER NEUZENSCHE CO U RANT IWWT TTf YTf ITHTB WTTWimg—FTHriT'T T -- I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1