ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN. Geldleening ad. 10.000,— School en Huisgezin. No 7513 Vrijdag 5 October 1923. ,argau; 63' Gemeente ZAAMSLAG. BINNENLAND. BUITEHLAWD. EUDI^ST'lD BL.AJD Burgemeester en Wethouders der Gemeente ZAAMSLAG, maken bekend, dat ingevolge leeningsbesluit, in obligatifin van p500, rentende maximum 5x/2 u/o de inschrijving is opengesteld tot en met 15 October a.s., des voormiddags ten 10 are. De storting moet geschieden op I Novem ber a.s., in den voormiddag bij denGemeente- Ontvanger. Het leeningsbesluit ligt ter Gemeente- secretarie ter inzage. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JOH. DE FE1JTER Pzn., Voorzitter. J. STOLK Lzn., Secretaris. Eigenlijk is dit opschrift reeds verkeerd. De volgorde todh moet al dadelijik omge- keerd zijn. Het huisgezin behoort voorop te staan. Het huisgeziin is in tijdisorde immers ook Wo. 1. Wij worden niet op school ge- boren. En het Latijnsche spreekwoord zegt bovendien: „Vitae, non scholae discimus", dat wil zeggen: wij leeren voor het leven, en niet voor de school. Maar de werkelijk heid is helaas niet zelden anders. In de werkelijkheid staat de school maar al te vaak voorop. Dan komt die sahool met haar aanmatigingen en met haar niet weinig krasse eischen, en verdringt het gezin, of zoo het dan het huisgezin al niet mocht ver- dringen, zoo dringt ze het gezin toch een heel stuk op den achtergrond. Wij zouden dus beter gedaan heb'oen om tenmiiraste in ons opschrift de volgorde om te keeren, en die te doen luiden: „Huisgezin en School". Voor deze verfoetering zouden wij ook wel te vinden zijn, als de zaak van de verhouding dezer twee grootheden alleen daarmede en daardoor was te herstellen. School en huisgezin, of (dan beter en juisterhuisgezin en school zij zijn twee grootheden, twee zaken van zeer groote en diep ingrijpende beteekenis. Een mensch wordt getooren in een gezin. Zoo'n jong schepseltje vormt zelfs niet zelden juist het gezin, en is dan de derde, die den ring, den kring, doet ontstaan. Een tweetal personen, hoe hecht ook ,,aaneen gesmeed" vormt nog geen gezin. Van een gezin, in de voile en rijke beteekenis van dat woord, is eerst sprake en kan ook pas spake zijn, als de derde in het verbond er bij gekomen is. Het kind maakt het gezin. De jong geborene vormt mede het gezin. En mag dan mis- schien van een tweede of derde in een hu- welijk jong geborene niet in die mate gelden, dat zij het gezin maken, toch geldt van ieder geborene op zijn of haar tijd weer in nieuwe mate: ook die vormt weer mede, ook die draagt weer het zijne of hare er toe bij, om het gezin in volleren zin tot een gezin te maken. Zoo is het gezin een enonme groot- iheid. Er zijn allerlei majesteiten, voor wie in den tegenwoordigen tijd en plaats en vooral ook eerbied wordt gevraagd; onder al die „machten" is er geen, aan wie zoo ten voile gezag toekomt en respect behoort be- wezen te worden als aan het 'gezin. Maar ook de school mag er wezen. Ook die school is een grootheid. Wij 'zouden wel- licht lawmen volstaan met te wijzen op twee zaken, die voor ieder duidelijk zijn, en die zich haast „aan den lijve" hebben doen ge- voelen en nog doen gevoelen: wij zouden 'kunnen wijzen op den schoolstrijd en op de begrooting voor onderwijs. Hoe hevig is niet de schoolstrijd geweest, en hoe lang heeft die niet geduurd! Het begon heusch al „aar- dig" te lijken op een tachtigjarigen krijg, en, ook al waren er eerlijke strijders, die voch- ten met open vizier en edele bedoelingen aan weerszijden dat neemt toch niet weg, dat de strijd hevig was en zeer diep i.ngrij- pend in allerlei kring en op allerlei terrein. En mag dan thans nu de ,zoo-genaamde Pa- cificatie of „Bevrediging" de strijd al be- eindigd schijnen, en mogen de wapenen al zijn opgeborgen en menig kanon vernageld schijnen daar zijn teekenen die er op schijnen te wijzen, dat de ruin of meer fa- briekmatig beeindigde strijd, die niet geheel is uitgestreden, en die dan ook meer door een vergelijk dan door een echten vrede is besloten, straks terug zal komen. en in nieuwe hevigheid zal losbarsten. Wij stel- len ons op deze plaats en in dit artikel en verband in dien schoolstrijd geen partij, en wenschen dus ook omtrent het al-of-niet rechtmatige van een opnieuw uitbreken van dien schoolstrijd ons geen meening aan te matigen, het eenige wat wij hier wilden doen en waarom wij dien schoolstrijd hier ter sprake brachten, was deze oorzaak: wij wil den uit dien schoolstrijd, die er was, en die er misscbien binnen korter of langer tijd ook weer komt, bewijzen: van hoe diep in grijpende beteekenis de school is, en welk een grootheid de school heeten mag. Dan noemden wij, om dat te bewijzen, in de twee de plaats: de Begrooting van Onderwijs. Men behoeft werkelijk niet tot de geregelde af zaakkundige lezers van de jaarlijksche Miljoenennota te behooren, om dat te heb ben opgemerkt! Als de gulden nog eens mocht deprecieeren wat God verhoede! dan zal dit voor een groot deel te wijten zijn aan de begrooting voor Onderwijs. Dat on derwijs, in a! ziin "eledingen en onderdeelen toch, eischt zoo groote offers en bedragen, dat bijna al het andere, zelfs ook de Vlootwet daarbij in den schaduw komt te staan! Hebben wij dan niet het volste recht, om van de „school" als een grootheid te spre'ken? Huisgezin en school zij zijn twee grootheden van belangrijke beteekenis. Maar naast elkaar ze stellend, die beide mach- ten, en dat vooral is het doel van ons ar- tikeltje komt er tussohen die beide groot- machten helaas maar al te vaak wrijving en strijd. Want beiden strijden om den voor- rang. Het huisgezin was er dan meestal reeds. Wij laten buiten beschouwing de toch gelukkig niet overfalrijke gestichtskirderen, voor en tegen wie dit juist als het groote levensbezwaar wordt ingeibracht, dat zij niet in een gezin zijn opgegroeid, dooh dat zij, reeds op Ihun zbdveelste jaar, in een school zijn „groot gebracht" (als bij die stakkerds van „grootbrengen" werkelijk nog sprake mag zijn). In een gezin wordt men trou- wens niet groot gebracht, daar groeit men op. Grootbrengen heeft alitijd iets machi- naals, iets gemaakts, iets „fabriekmatigs"; opvoeden is, of behoort althans te zijn, iets veel natuurlijkers. Opvoeden moet als 't goed is haast ongemerkt en onbewust en onbedoeld gaan; grootbrengen is altijd buitenwerk, men laat dan begaan en grijpt juist in op de verkeerde momenten, geen oog of hart heb'ber.d voor de ziel van het kind. Het huisgezin voedt op, de inrichting brengt groot, maar maakt niet groot. Al vroeg komt dus de wrijving tusschen huisgezin en school aan de orde, en dat zij zich op-den-duur in zoo sterke mate niet meer doet gevoelen, ligt, naar onze vaste overtuiging, niet zoozeer aan het feit, dat de school haar eischen matigt, maar is veel- eer daaraan toe te schrijven, dat men iang- zamerhand, onder invloed van de hooge eischen der school, gevaar loopt de billijke rechten van het huisgezin te gaan veron- achtzaimen en vergeten. Toch moest en mocht die wrijving tus schen gezin en school nimmer tot strijd lei- den, en leidde zij er al eens een enkele maal toe, dan moest men toch met dien strijd nimimer vrede hebben en van stonde aan tot het inzicht ikornen: dat alleen door rustige samenwerking van deze beide grootmachten het waaracbtige heil van de jeugd en jon- gelingschap wordt gediend en bevorderd. School en gezin, gezin en school zij staan maar al te vaak viiandig tegenover el- kander. En wij willen, ook al hechten wij in eerster, en ook in laatster instantie, aan de school lang niet zoo veel als aan het gezin (gelijk deze of gene lezer uit het reeds ge- schrevene missohien reeds al „tuaschen-de- regels-door" heeft begrepen)wij willen toch geen oogenblik ontkennen of verheime- iijken, dat de schuld voor die vijandige ver- houding en voor die wrijving kan liggen aan beide kanten. Het gaat ook hier weer op, wat zoo vaak waar is: Als twee kijven, heOoen ze beiden schuld". Niet zelden ligt de schuld bij de school. De school eischt maar en vraagt maar steeds meer; de school slokt bijna alien tijd op van het kind, en al zijn belangstelling. De school en de meesters (en de leeraren niet minder) schijnen bij voorbaat te voelen, dat zij het eerstgeboorte- recht niet hebben, of dat, als zij het zich misschien hebben aangematigd, dit eerst- geboonterecht hun toch werkelijk allerminst toekomt. Die aanmatiging wreekt zich en hlijft zich wreken. En bij het gezin ligt de schuld niet zelden evenzeer. Het gezin is zoo vaak niet goed of in het geheel niet geordend. Daar zijn tal van gezinnen waar geen orde en absoluut geen tucht bestaat; daar wordt er dan maar wat „op-los" ge- ieefd. Komen zulke kinderen dan op een of andere goed-geondende onderwijsinrichting, dan doen zich atle verordeningen en rege- lingen aan hen onmiddellijk en in klimmen- de mate nog als beperkingen en inperkin- gen gevoelen, en niet alleen aan die kinde ren, doch ook aan hun ouders, die zelf in en met hun geziin er nimmer aan dachten: orde en regelmaat in te stellenen te bewaren. Zoo komt dan al spoedig de wrijving. Dan heeft de school het bij het rechte eind. onge- twijfeld, dodi dit wordt natuurlijk nooit er- kend: Het is niet de eerste, en ook niet de laatste keer, dat een partij, die in werkelijk heid oingelijk heeft, dit ongelijk toch in de verste verte niet wenscht te erkennen! De ongeregeldste ouders zijn voor de school- meesters de lastigste ouders. Men vrage maar eens na! Zoo staan dan school en huisgezin niet zelden op zeer gespannen voet, en wij wil len zelfs nog een stapje vender gaan, en er vollen nadruk op leggen, dat wij vreezen, dat het ,met dien mensch niet geheel in orde is, die niet voelt en dan ook erkennen wil, dat deze gespannen verhouding er in zekeren zin wezen moet, zoolang en gezin en school niet zijn, wat zij behooren te wezen. Was de school, wat de school moet en mag zijn, en stond daarnaast het ideale en ware gezin, dan zou de wrijving ophouden, en zou het in ieder geval nimmer tot botsing en strijd komen. Maar deniet-volkomen-in-orde zijnde school botst en moet botsen met het gezin; en het niet in orde zijnde gezin geeft aanstonds strijd en zelfs hevigen strijd met de school. Het is er mede als met twee groote naties. Wij weten nu langzamerhand wel, hoe moeilijk het is voor twee zulke volken van eenig belang om op behoorlijke wijze met en naast elkander te leven. Wie dat nog niet wist, die krijgt ook tegenwoor- dig dag-aan-dag „openbare les". En toch van hoe enonme beteekenis is het, als het „goed-gaat!" Wat kan er dan door ver- eende krachten ontzaglijk veel zegen en kraoht worden bereikt en ontwikkeld! Zoo is het ook met de school en het gezin. Zij kunnen elkander zoo prachtig aanvul- len. Maar dan is allereerst noodig, dat zij beiden hun plaats weten en elkander hun plaats gunnen. Dan moet de school geen „gezinnetje-spelen" willen. Daar zijn van die ischoolvosserige wijsneuzen, die dat zou den willen. De school wordt dan ,,het" op- voedingsgesticht bij uitnemendheid. A la Rousseau wordt tetterlijk alles den ouders uit handen genomen. En dat wreekt zich op allerlei wij-s en naar btide kanten. Dan komt er anti-pathie of apathie, en wij weten niet, wat eigenlijk het ergote is! Het gezin moet echtpr \0k aan de school plaats gunnen. Elke vader en moeder, die wel eens geprobeerd heeft zijn of haar kind iets te leeren, mocht toch wel eens wat dank- baarder zijn of worden voor datgene, wat de school dag-aan-dag, uur-op-uur, en niet zelden met het grootste geduld voor en aan hun kind doet. Schrijver dezes is geen on- derwijzer, maar hij komt heel vaak op scho- len. En dan wensdht hij eens openlijk en kradhtig te constateeren:- Het is enorm, met zoo taai geduld als niet zelden, maar wel bijna geregeld, aan onze kinderen wordt ge- werkt. Dat dan gezin en school elkaar niet slechts dragen en dulden, maar elkaar sohragen en steunen! De school spele geen gezinnetje, het gezin zij nimmer een minia- tuursohool. Straks laten ze .onze kinderen toch weer los. De school zeker, om vervan- igen te worden door de groote school van het leven. DE AMBTENARENSALARlSSEN. De Res.bode verneemt in aansluiting op, wat bekend is, dat de periOfjieke verhoo- gingen voor 1924 vooralsnog wet zulien worden toegeh nd, dat de minister van Financien last gegeven heeft alle extra rangsverhoogingen, die gepaard zouden gaan met buitengewone traciementsverhoo- ging te schrappen. Gebroken zal ook worden met het sys- teem der automatische promoties, zonder dat er een vacature is of verandering van werkkring een prom tie we.ischelijk maakt. Aan cen toestand, di. aan verschilende departementen bestaat, dat hoofdcominie- Zen met salarissen van 5000 gufden en meer den dag doorbrengen m^j eenvoiidig agen- deeringswerk, cen werk dat zij als scnrij- ver op jaarloon ook reeds dede.t, zaf een eind worden gemaakt. DE SALARISVERLAGING. De minister van Financien heeft Het Vad. ingelicht omtrent zijn meening in zake de salarisverlaging. Volgens de.i mi nister heeft de amb,enaar minder van den algemeenen financleelen druk te lijden dan welke andere salaris- en inkomentrekker ook t miners het nationale inkomen daal- de .usschen 1922 en 1923 met 1 milliard twee honderd millioen. De ambtenaarsstand maakt ongeceer een twaalfde van de be- volxing uit. Hij zou dus, gelijk omgesla- gen, 100 millioen minder inkomen m,e:en hebben. In werkelijkheid deelt de ambte- naar maar voor 35 tot 40 millioen in den nationale.i achteruitgang. Verder vernam het blad dat de minister bij tweede tien percentsverlaging wel degetijk van plan is indLvidueel te werk te gaan en den last naar draagkrac'nt, en dus° ongelijk te verd eren. Te laat is. voTgens den minister, inge- giepen en daarom moist nu dac'elijk krach- tig worden ge*handeld. De tijd ontbrak voor he. opmaken van een ver.let ling als de minister voor de toekomst overwecgt. DE POSTCHEQUE- EN GlRODlENST IS GESLOTEN. De directeur van den Postcheque- en Girodienst heeft, na overieg met de R,ij(gee- ring, besloten den Postchfeque- en Giro dienst met ingang van- 3 October 1923 na- rmddag 5.30 tijdelijk te sluiten. Een groot aantal fouten in de admini strate van voormelden dienst is de reden die tot dezen maatrege! noopt. Het is noodzakelijk. dat die fouten eerst worden opgespoord, hetg^en thans alleen mogelijk blijkt bij sluiting van den dienst, om te voorkomen, dat het aantal fouten nog grooter wordt. Een controlebureau is .eras in werking, om te trachie i met spoe.l de gemaakte fouten te ac'hterhalen en te verbeteren. Zoodra dit bureau met zijn arbeid gereed is, kan heropening van den dienst eerst in overwegmg genomin worden. De Regeering overweegt, welke maatiegelen zij zal kunnen i.e.nen ten be- hoeze van die rekeninghouders, die door c'e sluiting van den Postcheque en Giro dienst in ernstige ongHegenheid zouden geraken. Voor de bchandeling van daarop Le.rekking hebbmde zaken zijn voorloopig aangevezen de Thesaurier-generaal van het Departement van Financien, de algemeen secretaris der Posterijen en Telegrafie en de beheerder van de Schatkistpostrekening. Men deelt ons van bevoegde zijde nude, dat lekeninghouders bij den Postcheque- en Girodienst, die in ernstige moeilijkhe- den komen tengevolge van de bes'issing dat voorloopig over het tegoed bij voor- noemden dienst niet kan worden beschikt, zich tot de daarvoor aangewezen com- missie kunnen wenden met verzoek oni uitke ring van een zoodanig gedeelte van hun saldo, als ter vermijding dier moei- lijkl.ejen noodzakelijk is. Zij zul'e.n daartoe gebruik rnoeten maken van me. ingang van Zaterdag 6 October a.s. op de postkantoren verkrijgbare for- muheren. Slechts verzoeken waarvoor van de hierbedoelde formulieren wordt gebruik gemaakt, worden in overweging genomen. Den rekeninghouders wordt in het be lang van een spoedige afwikke'ing van za ken, dus in hun eigen belang, dringend verzocht van het vorenstaande niet af te wijken. DE SCHADELOOSSTELLiNG VAN DE KAMERLEDEN. "Name.ns de Kamerfractie van dei Vrij- heidsbond, is Woensdag den volgendeu brie; aan de Chr.-Hist. Kamerclub gericht: Naar aanleiding van uw schrijven d.d. 29 September j.l., waarvan wij tegelijkertijd publicatie in de pers opmerkten, hebben w(j de' eer u mede te deelen, dat wij daarvan niet zonder verbazing hebben kenn.is ge nomen. Wannem- het de bedoeling van uw schrij ven mocht zijn, daarmede onze Kamerclub een opwekking te geven, in gelijken zj,n te handelen, dan zou dit (jpel vermoedelijk beter kunnen zijri bereikt, indien er gebriii- kelijkerwijze cen gezamenfijk vooroverleg ter zake had plaats gevonden, thans ligt het voor de hand, dat wij uw schrijven voor kennisgeving aannemen. Wij willen u intusschen nog wel mecle- deelen, dat een soortgelijk denkbeeld ook reeds eenieen tijd bij ons een punt van overweging had uitgemaakt, en dat wij voornemens waren, zoodra een verlaging van ambtenaarstractementen inderdaad een feit mocht worden, de andere groepen der Kamer uit te noodigen, van gedachten tc wisselen over de vraag of het op den weg der Kamerleden kan liggen, zich een offer, en zoo ja in welken vorm te jzetroosten. Door uw. .onzes inziens ontndig optrc- den, zal thans die weg niet kunnen worden betreden; wij zullen nu te zijner tijd over- wegen, wat ons in deze zal te doen staan. VRAGEN VAN EEN KAMERLID. Het Tweede Kamerlid Ds. Kersten, heeft den minister van Waterstaat gevraagd, of het den minister bekend is, dat een ambte- naar ten postkantore te lerseke, bezoekers van dit kantoor aan het loket het anti- Vlootwe.adres ter tcekening aanbood. Zoo ja, of de minister een dergefijk optreden van een ambtenaar in rijksdienst toelaat- baar acht. BEZUINIGING. Naar „De Rsib." verneemt, heeft de Re geering besloten, met ingang van 1 Januari a.s. ontslag te geven aan alle gehuwde amb- tenaressen. Dezen worden daartoe verdeeld in twee groepen: Groep A zijn die ambtenaressen, One reeds een minimum pensioen hebben be reikt en worden zonder meer ontslagen. Dit zijn zij, die zeven of meer dienstjaren heb ben. Tot groep B behooren zij, die nog niet voor pensioen in aanmerking komen en op waohtgeld zullen worden gesteld. Zij zullen dan evenveel maanden wachtgeld krijgen als zij dienstjaren tellen. Verder zullen geen gehuwde ambtenares sen meer in rijksdienst worden genomen en zal aan amotenaressen, die in het huwelijk treden, eervol ontslag worden verleend. EEN COMlTe-GENERAAL? Naar ce Tel. verneemt doet in parle- mentaire kringen het gerucht de ronde, dat de regeering, alvorens tot de bchande ling der Vlootwet in openbare zitting over- gegaan wordt, aan de Tweede Kamer in oomite-generaal mededeeiing zal doen van de motieven, die haar op een onverwijlde behandeling van de Vlootwet doen prijs- stellen. van alle DE TOESTAND. Men kan niet zeggen, schrijf't de N. R. Crt., dat de suciaal democratische partij in den Duitschen Rijksdag niet lieeft willen schipperen, om in de coalitie regeerirg te blijven. Zij had erin toegestemd, dat de wet op den achtuurswerkdag, zij het niet op bevel van de uitvoerende macht, dan toch door het parlement zoo spoedig moge lijk in voor de arbeiders ongunstigen zin zou gewijzig.l worden. Toen de meerderheid van het kabinet zich bereid verklaarde dit voorstel over te nemeu, maar er op bleef staan, dat in de wet tot verleening van buitengewone bevoegdheden aan het kabinet de noodige bepalingen van soeialeu aard opgenomen zouden worden, hebben de so- ciaal democratische leiders ook deze laatste beperking aanvaard. Pas in de partij vergadering zelve werd dit besluit verworpen, maar slechts met een meerderheid van 7 op het toiaal van 115 uitgebrachte stemmen, zoodat bijkans de helft al voor de regeeringsformule ge- wonnen bleek. Voorts had de sociaal- democratische partij in den Rijksdag zich b- reid verklaard in de kwestie van de sterk separatistisch-gekleurde dictatuur in Beieren niet langer en onverzoenljjke houding aan te nemen. En eindelijk had Hilferding, de sociaal-democatische Minister van Fi nancien, ervan afgezien pogingen te doen om de beginselen, die hij vroeger als oeco- noom had aangehangen, als bewindsman in praktijk te brengen en zich willen bs- palen tot wat met goedvinden partijen te bereiken viel. Wie weet waar de sociaal-democraten nog voor te vinden waren geweest, indien niet ten slotte een krachtige druk van de vakbeweging op de politici van de partij ware geoefend. Druk van rechts en van links heeft de al deerlijk in het nauw zit- tende twee socialistische Ministers Hilfer ding en Radbruch (justitie) uit het kabinet geperst, en daar ook de twee Ministers van de Duitsche volkspartij von Raumer (oeconomische aangelegenheden) en Luther (volksvoeding) niet meer den inmiddels sterk naar rechts afgeweken koers van hun partij vertegenwoordigden, is de crisis een feit geworden. Het is duidelpk, dat de groote coalitie of een nog grootere coalitie van alle par- tjjen nu afgedaan heeft. Duitsch nationale ministers zouden evengoed weigeren met sociaal-democraten te werken als omgekeerd. De democraten toonen al evenmin neiging, om metde uiterste rechterzijde teregeeren, en aangezien een nieuwe combinatie geen kans meer heeftt op een meerderheid in den Rijksdag, is het begrijpelpk, dat een bericht uit Berlijn er thans open voor uitkoiut, dat er mogelijkheid bestaat op een kabinet, dat het karakter van „een soort van directo- rium" zal hebben. Naast de militaire dictatuur dus de bur- gerlijke dictatuur, waarin de vijanden van de grondwet van Weimar alles te zeggen zullen hebben, zoodat men den indruk krpgt dat de directoire-stijl wel de overgangsvorm zou kunnen woiden voor den empire-stijl. Stresemann. de aftredende kanselier, is belast met de vorming van het nieuwe kaoinet, maar tenzij hij thans voor de uiter ste rechterzijde capituleert, zou ook hij slechts een overgangsman is geweest om te komen tot een toestand, die sprekend zou lijken op het resultaat van een ge- slaagden Kappistischen Putsch. Het is nu maar de vraag, of de Duitsche atbeidersbeweging sterk genoeg zal blijken om dit nog te verhinderen en of Ludendorff niet ook zal gelukken, wat elders aan Moestafa Kemal-pasja, Mussolini en Primo de Rivera gelukt is. Billijkheidshalve zal men moeten erkennen, dat de sociaal- democraten niet intransigent zijn gebleken, zoo lang het nog eenigszins mogelijk leek een nieuwen nationalistischen koers, door bestendiging van hun meewerking aan de regeering, af te wenden. Zij hebben het ook den vroegeren rijks- kanselier Cuno niet lastig gemaakt, zoolang het erom te doen was, het eenheidsfront ten behoeve van het lijdelijk verzet te handhaven. Maar indien nu de socialistische arbeiders in de oppositie teruggedreven worden, zal deze tegen een nationalistiscbe politiek scherpe vormen aannemen. En daar het n^ onmogelijk zou wezen, dat bij de totstarfRioming van een burger- lijk directorium de Rijksdag voorshands naar huis werd gezonden, zooais ook in ltalie en Spanje het geval is geweest, zou het denkbaar zijn, dat hun verzet, bij het ge- mis van de veiligheidsklep van het parle ment, den vorm van lijdelijk of actief verzet in de samenleving aannam. Het minste wat te verwachten ware, is dat de sociaal-democratie het middel van de poli- tieke staking weer prob ert, dat tegen Kapp probaat is gebleken. Het zou ook te begrijpen zijn, indiende heele loop van de jongste gebenrtenissen bij de arbeiders achteraf een diep wantrouwen wekte, dat nationali-tische invloeden er van het begin af aan de hand in hebben gehad de liquidatie van het leidelijk verzet te gebruiken om op grond van de vermeende dreigende Putsch gevaren den sociaal-demo- cratischen rijkspresident tot ondevteekering van het besluit tot instelling van de militaire dictatuur in het rijk te bewegeu, daarna de sociaal democraten uit de regeering te manoeuvreeren en ten slotte te komen tot een rijksdirectorium, dat in de binnen en de buiteulandsche politiek zeer goed zou kunnen samenwerken met dat van von Kahr in Beieren. Het is ook een ver- dacht verschijnsel, dat het gebruik van anti-semietische leuzen zoo sterk is toe- genomen Elke dag die voorbijgaat, kan intusschen duidelijker teekening brengen in een toe- stand, die er wegens het gevaar voor een fellen bu'-gerstrijd dreigend uitziet Wat de houding van het buitenland tegenover den nieuwen Duitschen koers betreft, is in de eerste plaats een aaneensluiting van de gelederen van de Entente ertegen te ver wachten. TER; NEUZEN, 5 Oct. 1923. DE ZEELANDIA-BIOSCOOP bracht sedert zij hare deuren weer opende steeds een interessant ppogramma en dit wondt, blij'kens het voortdurend drukke be- zoek, door het publiek ook gewaardeerd. Ook j.l. Woensdag was de belangstelling weer groot. Vooral de jongere bezoekers gemoten bij het vertoonen der hoofdfi'm tiering "\torvrr,_. net L T o. 2Ml maw CO U RANT clinp"

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1