ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
Geldleening ad. 10.000,—
School en Huisgezin.
No 7513
Vrijdag 5 October 1923.
,argau;
63'
Gemeente ZAAMSLAG.
BINNENLAND.
BUITEHLAWD.
EUDI^ST'lD BL.AJD
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
ZAAMSLAG, maken bekend, dat ingevolge
leeningsbesluit, in obligatifin van p500,
rentende maximum 5x/2 u/o de inschrijving is
opengesteld tot en met 15 October a.s., des
voormiddags ten 10 are.
De storting moet geschieden op I Novem
ber a.s., in den voormiddag bij denGemeente-
Ontvanger.
Het leeningsbesluit ligt ter Gemeente-
secretarie ter inzage.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FE1JTER Pzn., Voorzitter.
J. STOLK Lzn., Secretaris.
Eigenlijk is dit opschrift reeds verkeerd.
De volgorde todh moet al dadelijik omge-
keerd zijn. Het huisgezin behoort voorop te
staan. Het huisgeziin is in tijdisorde immers
ook Wo. 1. Wij worden niet op school ge-
boren. En het Latijnsche spreekwoord zegt
bovendien: „Vitae, non scholae discimus",
dat wil zeggen: wij leeren voor het leven, en
niet voor de school. Maar de werkelijk
heid is helaas niet zelden anders. In de
werkelijkheid staat de school maar al te
vaak voorop. Dan komt die sahool met haar
aanmatigingen en met haar niet weinig
krasse eischen, en verdringt het gezin, of
zoo het dan het huisgezin al niet mocht ver-
dringen, zoo dringt ze het gezin toch een
heel stuk op den achtergrond.
Wij zouden dus beter gedaan heb'oen om
tenmiiraste in ons opschrift de volgorde om
te keeren, en die te doen luiden: „Huisgezin
en School". Voor deze verfoetering zouden
wij ook wel te vinden zijn, als de zaak van
de verhouding dezer twee grootheden alleen
daarmede en daardoor was te herstellen.
School en huisgezin, of (dan beter en
juisterhuisgezin en school zij zijn twee
grootheden, twee zaken van zeer groote en
diep ingrijpende beteekenis. Een mensch
wordt getooren in een gezin. Zoo'n jong
schepseltje vormt zelfs niet zelden juist het
gezin, en is dan de derde, die den ring, den
kring, doet ontstaan. Een tweetal personen,
hoe hecht ook ,,aaneen gesmeed" vormt nog
geen gezin. Van een gezin, in de voile en
rijke beteekenis van dat woord, is eerst
sprake en kan ook pas spake zijn, als de
derde in het verbond er bij gekomen is. Het
kind maakt het gezin. De jong geborene
vormt mede het gezin. En mag dan mis-
schien van een tweede of derde in een hu-
welijk jong geborene niet in die mate gelden,
dat zij het gezin maken, toch geldt van ieder
geborene op zijn of haar tijd weer in nieuwe
mate: ook die vormt weer mede, ook die
draagt weer het zijne of hare er toe bij, om
het gezin in volleren zin tot een gezin te
maken. Zoo is het gezin een enonme groot-
iheid. Er zijn allerlei majesteiten, voor wie
in den tegenwoordigen tijd en plaats en
vooral ook eerbied wordt gevraagd; onder
al die „machten" is er geen, aan wie zoo ten
voile gezag toekomt en respect behoort be-
wezen te worden als aan het 'gezin.
Maar ook de school mag er wezen. Ook
die school is een grootheid. Wij 'zouden wel-
licht lawmen volstaan met te wijzen op twee
zaken, die voor ieder duidelijk zijn, en die
zich haast „aan den lijve" hebben doen ge-
voelen en nog doen gevoelen: wij zouden
'kunnen wijzen op den schoolstrijd en op de
begrooting voor onderwijs. Hoe hevig is niet
de schoolstrijd geweest, en hoe lang heeft
die niet geduurd! Het begon heusch al „aar-
dig" te lijken op een tachtigjarigen krijg, en,
ook al waren er eerlijke strijders, die voch-
ten met open vizier en edele bedoelingen
aan weerszijden dat neemt toch niet weg,
dat de strijd hevig was en zeer diep i.ngrij-
pend in allerlei kring en op allerlei terrein.
En mag dan thans nu de ,zoo-genaamde Pa-
cificatie of „Bevrediging" de strijd al be-
eindigd schijnen, en mogen de wapenen al
zijn opgeborgen en menig kanon vernageld
schijnen daar zijn teekenen die er op
schijnen te wijzen, dat de ruin of meer fa-
briekmatig beeindigde strijd, die niet geheel
is uitgestreden, en die dan ook meer door
een vergelijk dan door een echten vrede is
besloten, straks terug zal komen. en in
nieuwe hevigheid zal losbarsten. Wij stel-
len ons op deze plaats en in dit artikel en
verband in dien schoolstrijd geen partij, en
wenschen dus ook omtrent het al-of-niet
rechtmatige van een opnieuw uitbreken van
dien schoolstrijd ons geen meening aan te
matigen, het eenige wat wij hier wilden doen
en waarom wij dien schoolstrijd hier ter
sprake brachten, was deze oorzaak: wij wil
den uit dien schoolstrijd, die er was, en die
er misscbien binnen korter of langer tijd
ook weer komt, bewijzen: van hoe diep in
grijpende beteekenis de school is, en welk
een grootheid de school heeten mag. Dan
noemden wij, om dat te bewijzen, in de twee
de plaats: de Begrooting van Onderwijs.
Men behoeft werkelijk niet tot de geregelde
af zaakkundige lezers van de jaarlijksche
Miljoenennota te behooren, om dat te heb
ben opgemerkt! Als de gulden nog eens
mocht deprecieeren wat God verhoede!
dan zal dit voor een groot deel te wijten zijn
aan de begrooting voor Onderwijs. Dat on
derwijs, in a! ziin "eledingen en onderdeelen
toch, eischt zoo groote offers en bedragen,
dat bijna al het andere, zelfs ook de
Vlootwet daarbij in den schaduw komt te
staan! Hebben wij dan niet het volste recht,
om van de „school" als een grootheid te
spre'ken?
Huisgezin en school zij zijn twee
grootheden van belangrijke beteekenis. Maar
naast elkaar ze stellend, die beide mach-
ten, en dat vooral is het doel van ons ar-
tikeltje komt er tussohen die beide groot-
machten helaas maar al te vaak wrijving en
strijd. Want beiden strijden om den voor-
rang. Het huisgezin was er dan meestal
reeds. Wij laten buiten beschouwing de toch
gelukkig niet overfalrijke gestichtskirderen,
voor en tegen wie dit juist als het groote
levensbezwaar wordt ingeibracht, dat zij niet
in een gezin zijn opgegroeid, dooh dat zij,
reeds op Ihun zbdveelste jaar, in een school
zijn „groot gebracht" (als bij die stakkerds
van „grootbrengen" werkelijk nog sprake
mag zijn). In een gezin wordt men trou-
wens niet groot gebracht, daar groeit men
op. Grootbrengen heeft alitijd iets machi-
naals, iets gemaakts, iets „fabriekmatigs";
opvoeden is, of behoort althans te zijn, iets
veel natuurlijkers. Opvoeden moet als
't goed is haast ongemerkt en onbewust
en onbedoeld gaan; grootbrengen is altijd
buitenwerk, men laat dan begaan en grijpt
juist in op de verkeerde momenten, geen oog
of hart heb'ber.d voor de ziel van het kind.
Het huisgezin voedt op, de inrichting brengt
groot, maar maakt niet groot.
Al vroeg komt dus de wrijving tusschen
huisgezin en school aan de orde, en dat zij
zich op-den-duur in zoo sterke mate niet
meer doet gevoelen, ligt, naar onze vaste
overtuiging, niet zoozeer aan het feit, dat
de school haar eischen matigt, maar is veel-
eer daaraan toe te schrijven, dat men iang-
zamerhand, onder invloed van de hooge
eischen der school, gevaar loopt de billijke
rechten van het huisgezin te gaan veron-
achtzaimen en vergeten.
Toch moest en mocht die wrijving tus
schen gezin en school nimmer tot strijd lei-
den, en leidde zij er al eens een enkele maal
toe, dan moest men toch met dien strijd
nimimer vrede hebben en van stonde aan tot
het inzicht ikornen: dat alleen door rustige
samenwerking van deze beide grootmachten
het waaracbtige heil van de jeugd en jon-
gelingschap wordt gediend en bevorderd.
School en gezin, gezin en school zij
staan maar al te vaak viiandig tegenover el-
kander. En wij willen, ook al hechten wij in
eerster, en ook in laatster instantie, aan de
school lang niet zoo veel als aan het gezin
(gelijk deze of gene lezer uit het reeds ge-
schrevene missohien reeds al „tuaschen-de-
regels-door" heeft begrepen)wij willen
toch geen oogenblik ontkennen of verheime-
iijken, dat de schuld voor die vijandige ver-
houding en voor die wrijving kan liggen
aan beide kanten. Het gaat ook hier weer
op, wat zoo vaak waar is: Als twee kijven,
heOoen ze beiden schuld". Niet zelden ligt
de schuld bij de school. De school eischt
maar en vraagt maar steeds meer; de school
slokt bijna alien tijd op van het kind, en al
zijn belangstelling. De school en de meesters
(en de leeraren niet minder) schijnen bij
voorbaat te voelen, dat zij het eerstgeboorte-
recht niet hebben, of dat, als zij het zich
misschien hebben aangematigd, dit eerst-
geboonterecht hun toch werkelijk allerminst
toekomt. Die aanmatiging wreekt zich en
hlijft zich wreken. En bij het gezin ligt de
schuld niet zelden evenzeer. Het gezin is
zoo vaak niet goed of in het geheel niet
geordend. Daar zijn tal van gezinnen waar
geen orde en absoluut geen tucht bestaat;
daar wordt er dan maar wat „op-los" ge-
ieefd. Komen zulke kinderen dan op een of
andere goed-geondende onderwijsinrichting,
dan doen zich atle verordeningen en rege-
lingen aan hen onmiddellijk en in klimmen-
de mate nog als beperkingen en inperkin-
gen gevoelen, en niet alleen aan die kinde
ren, doch ook aan hun ouders, die zelf in
en met hun geziin er nimmer aan dachten:
orde en regelmaat in te stellenen te bewaren.
Zoo komt dan al spoedig de wrijving. Dan
heeft de school het bij het rechte eind. onge-
twijfeld, dodi dit wordt natuurlijk nooit er-
kend: Het is niet de eerste, en ook niet de
laatste keer, dat een partij, die in werkelijk
heid oingelijk heeft, dit ongelijk toch in de
verste verte niet wenscht te erkennen! De
ongeregeldste ouders zijn voor de school-
meesters de lastigste ouders. Men vrage
maar eens na!
Zoo staan dan school en huisgezin niet
zelden op zeer gespannen voet, en wij wil
len zelfs nog een stapje vender gaan, en er
vollen nadruk op leggen, dat wij vreezen,
dat het ,met dien mensch niet geheel in orde
is, die niet voelt en dan ook erkennen wil,
dat deze gespannen verhouding er in
zekeren zin wezen moet, zoolang en gezin en
school niet zijn, wat zij behooren te wezen.
Was de school, wat de school moet en mag
zijn, en stond daarnaast het ideale en ware
gezin, dan zou de wrijving ophouden, en zou
het in ieder geval nimmer tot botsing en
strijd komen. Maar deniet-volkomen-in-orde
zijnde school botst en moet botsen met het
gezin; en het niet in orde zijnde gezin geeft
aanstonds strijd en zelfs hevigen strijd met
de school.
Het is er mede als met twee groote
naties. Wij weten nu langzamerhand
wel, hoe moeilijk het is voor twee zulke
volken van eenig belang om op behoorlijke
wijze met en naast elkander te leven. Wie
dat nog niet wist, die krijgt ook tegenwoor-
dig dag-aan-dag „openbare les". En toch
van hoe enonme beteekenis is het, als het
„goed-gaat!" Wat kan er dan door ver-
eende krachten ontzaglijk veel zegen en
kraoht worden bereikt en ontwikkeld!
Zoo is het ook met de school en het gezin.
Zij kunnen elkander zoo prachtig aanvul-
len. Maar dan is allereerst noodig, dat zij
beiden hun plaats weten en elkander hun
plaats gunnen. Dan moet de school geen
„gezinnetje-spelen" willen. Daar zijn van
die ischoolvosserige wijsneuzen, die dat zou
den willen. De school wordt dan ,,het" op-
voedingsgesticht bij uitnemendheid. A la
Rousseau wordt tetterlijk alles den ouders
uit handen genomen. En dat wreekt zich op
allerlei wij-s en naar btide kanten. Dan
komt er anti-pathie of apathie, en wij weten
niet, wat eigenlijk het ergote is!
Het gezin moet echtpr \0k aan de school
plaats gunnen. Elke vader en moeder, die
wel eens geprobeerd heeft zijn of haar kind
iets te leeren, mocht toch wel eens wat dank-
baarder zijn of worden voor datgene, wat de
school dag-aan-dag, uur-op-uur, en niet
zelden met het grootste geduld voor en aan
hun kind doet. Schrijver dezes is geen on-
derwijzer, maar hij komt heel vaak op scho-
len. En dan wensdht hij eens openlijk en
kradhtig te constateeren:- Het is enorm, met
zoo taai geduld als niet zelden, maar wel
bijna geregeld, aan onze kinderen wordt ge-
werkt. Dat dan gezin en school elkaar niet
slechts dragen en dulden, maar elkaar
sohragen en steunen! De school spele geen
gezinnetje, het gezin zij nimmer een minia-
tuursohool. Straks laten ze .onze kinderen
toch weer los. De school zeker, om vervan-
igen te worden door de groote school van
het leven.
DE AMBTENARENSALARlSSEN.
De Res.bode verneemt in aansluiting op,
wat bekend is, dat de periOfjieke verhoo-
gingen voor 1924 vooralsnog wet zulien
worden toegeh nd, dat de minister van
Financien last gegeven heeft alle extra
rangsverhoogingen, die gepaard zouden
gaan met buitengewone traciementsverhoo-
ging te schrappen.
Gebroken zal ook worden met het sys-
teem der automatische promoties, zonder
dat er een vacature is of verandering van
werkkring een prom tie we.ischelijk maakt.
Aan cen toestand, di. aan verschilende
departementen bestaat, dat hoofdcominie-
Zen met salarissen van 5000 gufden en meer
den dag doorbrengen m^j eenvoiidig agen-
deeringswerk, cen werk dat zij als scnrij-
ver op jaarloon ook reeds dede.t, zaf een
eind worden gemaakt.
DE SALARISVERLAGING.
De minister van Financien heeft Het
Vad. ingelicht omtrent zijn meening in
zake de salarisverlaging. Volgens de.i mi
nister heeft de amb,enaar minder van den
algemeenen financleelen druk te lijden dan
welke andere salaris- en inkomentrekker
ook t miners het nationale inkomen daal-
de .usschen 1922 en 1923 met 1 milliard
twee honderd millioen. De ambtenaarsstand
maakt ongeceer een twaalfde van de be-
volxing uit. Hij zou dus, gelijk omgesla-
gen, 100 millioen minder inkomen m,e:en
hebben. In werkelijkheid deelt de ambte-
naar maar voor 35 tot 40 millioen in den
nationale.i achteruitgang.
Verder vernam het blad dat de minister
bij tweede tien percentsverlaging wel
degetijk van plan is indLvidueel te werk
te gaan en den last naar draagkrac'nt, en
dus° ongelijk te verd eren.
Te laat is. voTgens den minister, inge-
giepen en daarom moist nu dac'elijk krach-
tig worden ge*handeld. De tijd ontbrak
voor he. opmaken van een ver.let ling als
de minister voor de toekomst overwecgt.
DE POSTCHEQUE- EN GlRODlENST
IS GESLOTEN.
De directeur van den Postcheque- en
Girodienst heeft, na overieg met de R,ij(gee-
ring, besloten den Postchfeque- en Giro
dienst met ingang van- 3 October 1923 na-
rmddag 5.30 tijdelijk te sluiten.
Een groot aantal fouten in de admini
strate van voormelden dienst is de reden
die tot dezen maatrege! noopt.
Het is noodzakelijk. dat die fouten eerst
worden opgespoord, hetg^en thans alleen
mogelijk blijkt bij sluiting van den dienst,
om te voorkomen, dat het aantal fouten
nog grooter wordt. Een controlebureau
is .eras in werking, om te trachie i met
spoe.l de gemaakte fouten te ac'hterhalen
en te verbeteren. Zoodra dit bureau met
zijn arbeid gereed is, kan heropening van
den dienst eerst in overwegmg genomin
worden. De Regeering overweegt, welke
maatiegelen zij zal kunnen i.e.nen ten be-
hoeze van die rekeninghouders, die door
c'e sluiting van den Postcheque en Giro
dienst in ernstige ongHegenheid zouden
geraken. Voor de bchandeling van daarop
Le.rekking hebbmde zaken zijn voorloopig
aangevezen de Thesaurier-generaal van het
Departement van Financien, de algemeen
secretaris der Posterijen en Telegrafie en
de beheerder van de Schatkistpostrekening.
Men deelt ons van bevoegde zijde nude,
dat lekeninghouders bij den Postcheque-
en Girodienst, die in ernstige moeilijkhe-
den komen tengevolge van de bes'issing
dat voorloopig over het tegoed bij voor-
noemden dienst niet kan worden beschikt,
zich tot de daarvoor aangewezen com-
missie kunnen wenden met verzoek oni
uitke ring van een zoodanig gedeelte van
hun saldo, als ter vermijding dier moei-
lijkl.ejen noodzakelijk is.
Zij zul'e.n daartoe gebruik rnoeten maken
van me. ingang van Zaterdag 6 October
a.s. op de postkantoren verkrijgbare for-
muheren. Slechts verzoeken waarvoor van
de hierbedoelde formulieren wordt gebruik
gemaakt, worden in overweging genomen.
Den rekeninghouders wordt in het be
lang van een spoedige afwikke'ing van za
ken, dus in hun eigen belang, dringend
verzocht van het vorenstaande niet af te
wijken.
DE SCHADELOOSSTELLiNG VAN DE
KAMERLEDEN.
"Name.ns de Kamerfractie van dei Vrij-
heidsbond, is Woensdag den volgendeu
brie; aan de Chr.-Hist. Kamerclub gericht:
Naar aanleiding van uw schrijven d.d.
29 September j.l., waarvan wij tegelijkertijd
publicatie in de pers opmerkten, hebben w(j
de' eer u mede te deelen, dat wij daarvan
niet zonder verbazing hebben kenn.is ge
nomen.
Wannem- het de bedoeling van uw schrij
ven mocht zijn, daarmede onze Kamerclub
een opwekking te geven, in gelijken zj,n te
handelen, dan zou dit (jpel vermoedelijk
beter kunnen zijri bereikt, indien er gebriii-
kelijkerwijze cen gezamenfijk vooroverleg
ter zake had plaats gevonden, thans ligt
het voor de hand, dat wij uw schrijven
voor kennisgeving aannemen.
Wij willen u intusschen nog wel mecle-
deelen, dat een soortgelijk denkbeeld ook
reeds eenieen tijd bij ons een punt van
overweging had uitgemaakt, en dat wij
voornemens waren, zoodra een verlaging
van ambtenaarstractementen inderdaad een
feit mocht worden, de andere groepen der
Kamer uit te noodigen, van gedachten tc
wisselen over de vraag of het op den weg
der Kamerleden kan liggen, zich een offer,
en zoo ja in welken vorm te jzetroosten.
Door uw. .onzes inziens ontndig optrc-
den, zal thans die weg niet kunnen worden
betreden; wij zullen nu te zijner tijd over-
wegen, wat ons in deze zal te doen staan.
VRAGEN VAN EEN KAMERLID.
Het Tweede Kamerlid Ds. Kersten, heeft
den minister van Waterstaat gevraagd, of
het den minister bekend is, dat een ambte-
naar ten postkantore te lerseke, bezoekers
van dit kantoor aan het loket het anti-
Vlootwe.adres ter tcekening aanbood. Zoo
ja, of de minister een dergefijk optreden
van een ambtenaar in rijksdienst toelaat-
baar acht.
BEZUINIGING.
Naar „De Rsib." verneemt, heeft de Re
geering besloten, met ingang van 1 Januari
a.s. ontslag te geven aan alle gehuwde amb-
tenaressen.
Dezen worden daartoe verdeeld in twee
groepen: Groep A zijn die ambtenaressen,
One reeds een minimum pensioen hebben be
reikt en worden zonder meer ontslagen. Dit
zijn zij, die zeven of meer dienstjaren heb
ben.
Tot groep B behooren zij, die nog niet
voor pensioen in aanmerking komen en op
waohtgeld zullen worden gesteld. Zij zullen
dan evenveel maanden wachtgeld krijgen als
zij dienstjaren tellen.
Verder zullen geen gehuwde ambtenares
sen meer in rijksdienst worden genomen en
zal aan amotenaressen, die in het huwelijk
treden, eervol ontslag worden verleend.
EEN COMlTe-GENERAAL?
Naar ce Tel. verneemt doet in parle-
mentaire kringen het gerucht de ronde,
dat de regeering, alvorens tot de bchande
ling der Vlootwet in openbare zitting over-
gegaan wordt, aan de Tweede Kamer in
oomite-generaal mededeeiing zal doen van
de motieven, die haar op een onverwijlde
behandeling van de Vlootwet doen prijs-
stellen.
van
alle
DE TOESTAND.
Men kan niet zeggen, schrijf't de N. R.
Crt., dat de suciaal democratische partij in
den Duitschen Rijksdag niet lieeft willen
schipperen, om in de coalitie regeerirg te
blijven. Zij had erin toegestemd, dat de
wet op den achtuurswerkdag, zij het niet
op bevel van de uitvoerende macht, dan
toch door het parlement zoo spoedig moge
lijk in voor de arbeiders ongunstigen zin
zou gewijzig.l worden. Toen de meerderheid
van het kabinet zich bereid verklaarde dit
voorstel over te nemeu, maar er op bleef
staan, dat in de wet tot verleening van
buitengewone bevoegdheden aan het kabinet
de noodige bepalingen van soeialeu aard
opgenomen zouden worden, hebben de so-
ciaal democratische leiders ook deze laatste
beperking aanvaard.
Pas in de partij vergadering zelve werd
dit besluit verworpen, maar slechts met een
meerderheid van 7 op het toiaal van 115
uitgebrachte stemmen, zoodat bijkans de
helft al voor de regeeringsformule ge-
wonnen bleek. Voorts had de sociaal-
democratische partij in den Rijksdag zich
b- reid verklaard in de kwestie van de sterk
separatistisch-gekleurde dictatuur in Beieren
niet langer en onverzoenljjke houding aan
te nemen. En eindelijk had Hilferding,
de sociaal-democatische Minister van Fi
nancien, ervan afgezien pogingen te doen
om de beginselen, die hij vroeger als oeco-
noom had aangehangen, als bewindsman
in praktijk te brengen en zich willen bs-
palen tot wat met goedvinden
partijen te bereiken viel.
Wie weet waar de sociaal-democraten
nog voor te vinden waren geweest, indien
niet ten slotte een krachtige druk van de
vakbeweging op de politici van de partij
ware geoefend. Druk van rechts en van
links heeft de al deerlijk in het nauw zit-
tende twee socialistische Ministers Hilfer
ding en Radbruch (justitie) uit het kabinet
geperst, en daar ook de twee Ministers
van de Duitsche volkspartij von Raumer
(oeconomische aangelegenheden) en Luther
(volksvoeding) niet meer den inmiddels
sterk naar rechts afgeweken koers van hun
partij vertegenwoordigden, is de crisis een
feit geworden.
Het is duidelpk, dat de groote coalitie
of een nog grootere coalitie van alle par-
tjjen nu afgedaan heeft. Duitsch nationale
ministers zouden evengoed weigeren met
sociaal-democraten te werken als omgekeerd.
De democraten toonen al evenmin neiging,
om metde uiterste rechterzijde teregeeren, en
aangezien een nieuwe combinatie geen kans
meer heeftt op een meerderheid in den
Rijksdag, is het begrijpelpk, dat een bericht
uit Berlijn er thans open voor uitkoiut, dat
er mogelijkheid bestaat op een kabinet,
dat het karakter van „een soort van directo-
rium" zal hebben.
Naast de militaire dictatuur dus de bur-
gerlijke dictatuur, waarin de vijanden van
de grondwet van Weimar alles te zeggen
zullen hebben, zoodat men den indruk krpgt
dat de directoire-stijl wel de overgangsvorm
zou kunnen woiden voor den empire-stijl.
Stresemann. de aftredende kanselier, is
belast met de vorming van het nieuwe
kaoinet, maar tenzij hij thans voor de uiter
ste rechterzijde capituleert, zou ook hij
slechts een overgangsman is geweest om
te komen tot een toestand, die sprekend
zou lijken op het resultaat van een ge-
slaagden Kappistischen Putsch.
Het is nu maar de vraag, of de Duitsche
atbeidersbeweging sterk genoeg zal blijken
om dit nog te verhinderen en of Ludendorff
niet ook zal gelukken, wat elders aan
Moestafa Kemal-pasja, Mussolini en Primo
de Rivera gelukt is. Billijkheidshalve zal
men moeten erkennen, dat de sociaal-
democraten niet intransigent zijn gebleken,
zoo lang het nog eenigszins mogelijk leek
een nieuwen nationalistischen koers, door
bestendiging van hun meewerking aan de
regeering, af te wenden.
Zij hebben het ook den vroegeren rijks-
kanselier Cuno niet lastig gemaakt, zoolang
het erom te doen was, het eenheidsfront
ten behoeve van het lijdelijk verzet te
handhaven. Maar indien nu de socialistische
arbeiders in de oppositie teruggedreven
worden, zal deze tegen een nationalistiscbe
politiek scherpe vormen aannemen.
En daar het n^ onmogelijk zou wezen,
dat bij de totstarfRioming van een burger-
lijk directorium de Rijksdag voorshands naar
huis werd gezonden, zooais ook in ltalie
en Spanje het geval is geweest, zou het
denkbaar zijn, dat hun verzet, bij het ge-
mis van de veiligheidsklep van het parle
ment, den vorm van lijdelijk of actief
verzet in de samenleving aannam. Het
minste wat te verwachten ware, is dat de
sociaal-democratie het middel van de poli-
tieke staking weer prob ert, dat tegen
Kapp probaat is gebleken.
Het zou ook te begrijpen zijn, indiende
heele loop van de jongste gebenrtenissen
bij de arbeiders achteraf een diep wantrouwen
wekte, dat nationali-tische invloeden er van
het begin af aan de hand in hebben gehad
de liquidatie van het leidelijk verzet te
gebruiken om op grond van de vermeende
dreigende Putsch gevaren den sociaal-demo-
cratischen rijkspresident tot ondevteekering
van het besluit tot instelling van de militaire
dictatuur in het rijk te bewegeu, daarna
de sociaal democraten uit de regeering te
manoeuvreeren en ten slotte te komen tot
een rijksdirectorium, dat in de binnen
en de buiteulandsche politiek zeer goed
zou kunnen samenwerken met dat van von
Kahr in Beieren. Het is ook een ver-
dacht verschijnsel, dat het gebruik van
anti-semietische leuzen zoo sterk is toe-
genomen
Elke dag die voorbijgaat, kan intusschen
duidelijker teekening brengen in een toe-
stand, die er wegens het gevaar voor een
fellen bu'-gerstrijd dreigend uitziet Wat
de houding van het buitenland tegenover
den nieuwen Duitschen koers betreft, is in
de eerste plaats een aaneensluiting van de
gelederen van de Entente ertegen te ver
wachten.
TER; NEUZEN, 5 Oct. 1923.
DE ZEELANDIA-BIOSCOOP
bracht sedert zij hare deuren weer opende
steeds een interessant ppogramma en dit
wondt, blij'kens het voortdurend drukke be-
zoek, door het publiek ook gewaardeerd.
Ook j.l. Woensdag was de belangstelling
weer groot. Vooral de jongere bezoekers
gemoten bij het vertoonen der hoofdfi'm
tiering
"\torvrr,_. net
L T o. 2Ml
maw
CO U RANT
clinp"