ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
4
1
1
No. 7501.
Vrijdag 7 September 1923.
63e Jaarg&ug.
Gaudeamus!
Wa
{Laat ons juichen).
HEOISTSI IBXj-A.:P.
De geschiedenis van v<>6r z5 jaar herhaalt
zich, We le.ven weer in een tijdperk van
feestdagen. De jubelkreet klinkt heinde en
ver; 't is een feestgalm overal. De vreugde-
klokkin luiden, wijl boven in de blauwe
lueht di beiaard zijn klingelende noten in
liuppelende vlucht doet wegspranken. Ba-
zuinen schetteren, klaroenen schalien,
't fees*,lied klinkt allerwege uit voile borst.
Nu eens zacht, als't suizen eener koelte,
dan kiachtig, als der baren stem, die don-
dert tegen den wet onzer duinen, ruischt en
klinkt de feest- en dankzang uit duizenden
monden, een boodschap van vrede en heil
brengi nde tot in de verste streken.
De Vaderlandsche driekletir, afgewisseld
door, of vereenigd met het geliefde oranje,
ontploait zich allerwegen en golft op den
adem van den wind, terwijl vele plaatsen
in fee. tdos zijn gestoken, bloemen en groen
tot krunsen zijn gevlochten, woningen zijn
versieid, en dat alles om het i'eit: de her-
denking van het zilveren regeeringsjubile
van o ize geliefde Oranjevorstin, Koningin
Wilheimina, tot een echten feestdag ta
makerr
't Is hoogtij; NeerlandS volk heeft zich
opgemaakt, om een feest te vieren reeds
lang i oorbereid, een feest, dat nu het volk
van N jerland een kwarteeuw geleefd heeft
onder de regeering der Oranjevorstin, zijn
grondloon vindt in vereerende liefde, in on-
kreukl are trouw en innige dankbaarheid,
drie toned, die wel in staaf zijn een heer
lijk acioord te vormen, welks machtige klank
het ha.t verheft en de ziel roert.
Heet Neerland zendt haar bee ten Hemell
Wa.-rtoe dit alles?
Wa; rom die vreugde bij arm en rijk, bij
ouden van dagen en bij de zonnige jeugd?
Waari m die blijde stemming overal, zoowel
in onze gronden als daar buiten, waar
Nederianders samen zijn?
We terdenken den dag Harer kroning als
onze Vorstin, den dag, dat het volk van Ne-
derlan 1 aan de voeten van den troon van
Wilhei. nina van Oranje Nassau neerlegde
zijn ecbied, liefde, hulde en trouw!
Wa t, we hebben Haar lief! Zij was onze
hope, in Haar geloofden we. We hebben
Haar reeds als kind gekend. en Hare ver-
schijni ig liet bij ons een mach'tigen en toch
verteederenden indruk achter. Zij veroverde
de har en stprmender hand, waar Zij zich ver-
toondf in hare jeugd en in hare reinheid en
we h Hjpten en verwachtten, dat Zij de
Oranji zon zou doen dagen in vredelicht en
zonneichijn. Men wist het toen reeds, dat
Zij me>;leefde met Haar volk, dat zelf her-
leefde in haren glans.
Zeke r, men kende haar reeds in al de diep-
te vaa hare menschenliefde, erfenis van
haren koninklijken vader, waar Zij de ar-
moede lenigde en niet doof bleef voor de
beden van hen, die in kommer en ellende
verkee;den.
Zoo kwam Zij op 6 September 1S98 tot
ons, n de eerekrans Harar jonkheid, met
den zenneglans op't blonde voorhoofd. Vol
vertronwen ging Neerlands volk met Haar
de toehomst tegen, God dankende, van Wien
Hare ftracht en glorie komt.
Het was een indrukwekkende plechtig-
heid, toen Zij zich bij de kroning in de
Nieuwi; Kerk te Amsterdam aan Haai volk
verbond met een dure gelofte, beloofde de
Grondwet te zullen handhaven en volgen,
's volks onafhankelijkheid en 's rijksgebied
te veidedigen en te bewaren; vriiheid en
recht ti behoeden, te streven naar de bevor-
dering van's volks heil en welvaart, zooals
een gced Vorst schuldig is te doen, toen Zij
het uit sprak het een groot voorrecht te ach-
ten, d; t het Haar levenstaak en plicht was
al Haar krachten te wijden aan den btoei van
Haar ciierbaar Vaderland.
De dagen van toen, zijn thans historie
geworden en het tegenwoordig geslacht kan
reeds jordeelen, hoe de Vorstin Hare taak
heeft opgevat, hoe Zij Hare belofte heeft
vervulrj.
Voorzeker heeft zelden eene gebenrtenis
de haiten van heel het Nederlandsche volk
in hoogcr geestdrift doen blaken dan dit.vijf
en twintigjarig jubileum van Nederlandsch
geliefde Landsvrouwe en Vorstinne.
Is het wonder, dat niet alleen binnen de
enge landpalen van het kleine koninkrijk,
maar ook verre buiten, in Oust en West, in
't heerlijk rijk van lnsulinde, „dat zich daar
slingert om den evenaar als een goruel van
smaragd en paarlen" den naam van Konin
gin Wilheimina op aller lippen is, en lof-
ciank- en zegeliederen opstijgen om den
Hemel te danken, dat het Haar beschoren
was een kwarteeuw aan het hoofd te staan
niet alleen van de zeven millioen onderdanen
in het Moederland zelf, maar ook Haar wijs
bestuur te mogen uitstrekken over het vijf-
I tig millioenen volk, dat, alhoewel duizenden
mijlen van ons gescheiden, door groote we-
reldzeeen, zich toch nauw verbonden voelt
aan de kleine plek op aarde, waarover
Konir.gin Wilheimina den scepter zwaait.
Inderdaad! Een gunstiger gelegenheid nm
een jubelend „Gaudeamus" aan te heffen,
tlan die welke zich thans aanbiedt, bestond
er niet!
Laat ons, zonder in eene herhaling te ver-
vallen van de historische gebeurtenissen, die
j>edurende dc koninklijke regeering van de
jubileerende Vorstin op staatkundig terrein
plaats grepen, een terugblik werpen in het
leven van de vor^telijke Vrouwe, wier wel en
wee steeds in zoo'n innig verband heeft ge-
staan met het bestaan van het Nederlancj-
sche volk, zoowel binnen als buiten Europa.
Dan rijst ook voor ons oog de aloude
historie, die daar is, om te getuigen, tnei
welke innige banden Oranje en Nederland
zijn saamgesnoerd door alle tijden heen. We
zien in onze verbeelding de vorstelijke rij
harer voorvaderen, omgeven door een
aureool van heldenglorie, die pal stonden
voor onze Vrijheid en onze rechten, al gingcn
de golven van geweld ook nog zoo hoog.
En evenals hit lot der kinderen on-
afscheidelijk verbonden is met dat der
ouders, zoo voelde ook het geheele volk be-
langstelling voor het lot der Koninklijke
Moeder, die niet alleen als Regentes in
naam harer dochter Met land bestuurde, doch
in wier handen thai s alleen de zorg voor en
de opvoeding van de vorstelijke telg be-
rustte.
Meer dan ooit mochten Moeder en Doch
ter zioh van af dien stond in de warme be-
langstelling van millioenen verheugen.
Bezwaard met een groote verantwoorde-
lijkheid, omdat het wel en wee van een mil-
lb >enenvolk op Hare schouderen drukte,
heeft Zij zich van Hare regeeringstaak ge-
kweten op eene wijze, die Haar de bewonde-
ring van heel de beschaafde wereld bezorgd
heeft.
Want, omdat Zij den koningsmantel en den
scepter draagt, heeft Zij evenals Hare
Doorluchte voorvaderen willen zijn, eene
„Die zorght en waeckt en slaeft en pi >eght
en zwoeght en zweet, ten oirbaer van het
We herinneren ons al het lijden, dat Haar
voorgeslacht samen droeg met het volk, al
den strijd, waarin die helden steeds aan de
spits stonden, onwrikbaar als rolsen te
midden der woedende golven. Uit dat ge
slacht sproot Zij, Wilheimina van Nassouwe!
Toen ongeveer een halve eeuw geleden
achtereenvolgens de-mennelijke stamhou-
ders uit het oude Oranjehuis stierven en het
Doorluchtige Stamhuis van Nassau met
den eenig overblijvenden Koning Willem
de Derde dreigde uit te sterven, maakte
zich een groote ongerustheid van het Neder
landsche volk meester.
Want toen, evenmin als thans in zijn
overgroote meerderheid achtte de Nederlan-
Er worden niet alleen in het leven van
enkele individuen, maar ook in dat van vors^
ten mijlpalen uitgezet, die kenmerkende ge
beurtenissen, tijdens hun levens.loop voorge-
vallen, memoreeren om deze dan de verge-
telheid te ontrukken.
Als zoo'n mijlppat in het leven onzer
Vorstin mag zekei A Augustus 1898 wor
den beschouwd.
Na gedurende acht jaren onder ioogdij
van Hare Koninklijke Moeder te hebben ge-
staan, was het oogenblik aangebroken, dat
Zij zelve de teugels van het bewind ter hand
zou moeten nemen.
In eene door Haar tot het Nederlandsche
Volk gerichte proclamatie verklaarde Konin-
Lant een lastigh ambt bekleet".
Nederland heeft groote verplichtingen aan
zijne vorstin en daarotn eiseht de dankbaar
heid van den tijdgenoot en nazaat aan dezen
plicht uiting te geven.
Hare Majesteit heeft getoond een juiste
opvatting te hebben van Hare taak als
constitutioneete VT)??tin. De constitutioneele
regeeringsvorm is zonder twijfel reeds de
gelukkigste regeeringsvorm van dezen tijd,
doch indien dan daarenboven het regeerende
Vorstenhuis wortelt in de historie van het
volk, aan welks hoofd het geplaatst is, door
alle eeuwen lief en leed met het volk heeft
gedeeld, dan zijn inderdaad alle-voorwaar-
den verwezenlijkt voor een opgewekt natio-
der het bestaan van zijn land zonder een
Oranje als Kroon-, en Scepterdrager, nauwe-
lijks denkbaar.
Doch ziet, daarontspruit in dien somberen
nacht van ongerustheid een nieuwe loot aan
den ouden stam. We herinneren ons nog
uit onze jonge jaren het bericht van 31
Augustus 1880, dat uit het tweede huwelijk
van den bejaarden Koning Willem III met
Koningin Emma van Waldeck Pyrmont eene
Prinses was geboren, Prinses Wilheimina
van Oranje. De geboorte van deze vorste
lijke telg uit het oude stamhuis, deed de
hoop in de harten van een heel volk herleven
en zij werd oak van te meer beteekenis, toen
eenige jaren na dien de zwakke Prins
Alexander, de laatste mannelijke loot van
den ouden stam, aan Nederland ontviel.
Hoe diep de rouw bij het daarna gevolgde
overlijden van den bijkans 74jarigen koning
ook was, zij maakte spoedig plaats voor de
troost, dat in de jonge Prinses het Oranje
huis zou vaortleven.
Met hoeveel angstvalligheid en warme be-
langstelling de jeugdige Prinses in Haar
doen en laten gevolgd werd, zullen alien zich
herinneren, die thans als mannen en vrou-
wen van middelbaren leeftijd en als puder-
lingen dit jubileum mede mogen herdenken
en vieren.
gin Wilheimina zich tot levensdoel tc stel-
len; het voorbeeld na te volgen, van de edele
en verheven opvatting der plichten door
Hare Moeder als Regentes van het Konink-
rij'k gegeven, te regeeren, zooals van een
Vorstin uit het Oranjehuis wordt verwacht.
„Aan de Grondwet getrouw, wensch ik
„den eerbied voor den Nederlandschen naam
„en de Nederlandsche vlag te bevestigen.
„lk wensch bij het opperbestuur over de
„bezittingen en de kolonien in Oost en West
„rechtvaardigheid te betrachten en naar mijn
,,vermogen bij te dragen tot verhooging van
„uw geestelijk en stoffelijk welzijn".
Zoo sprak op 18jarigen leeftijd een
Vorstin tot Hare ruim 50 millioen onder
danen.
Wel moet bij het uiten van deze woorden,
degene, die zich op deze wijze tot een ge-
heel volk riehtte, het groote bewustzijn heb
ben gevoeld van de groote verantwoordelijk-
heid, die met den hermelijnen mantel op
Hare schouders gelegd werden.
Maar wij, die het geluk hebben, gedurende
een kwarteeuw onder de gezegende regee
ring van Koningin Wilheimina te leven,
mogen, neen, moeten volmondig erkennen,
dat van af het oogenblik Harer troonsbestij-
ging deze Vorstin rijkelijk aan de toenmnals
door Haar afgelegde heloften voldaan heeft.
naal leven en een. duurzaam nationaal geluk.
En de Koningin van Nederland heeft met
Haar volk meegeleefd, zooals ook het Volk
in Haar wel en wee heeft deelgenomen.
Er was door verschillende omstandig-
heden, tijdens de regeering van Koning
Willem 111 een vereenzaming gekomen om
en van den troon. De loop der parlemen-
taire gebeurtenissen had den Vorst aanlei-
ding gegeven zich meer en meer terug te
trekken en er waren gewesten, waaronder
ook het onze, waar men den Soiiverein in
lange jaren niet had gezien, en tot in het
midden van het land werd de Koning, door
zijn langdurig oponthoud in het buitenland,
een onbekende. Door den intocht der jonge
Koningin Emma in 1879 en de geboorte der
Prinses in 1880 werd de band tusschen
Vorst en Volk wel weer nauwer geknoopt,
doch een zekere vervreemding viel niet te
miskennen, al is het ook, dat destijds zijn
70sten jaardag en het 40jarig kronings-
jubile door de bevolking met hartelijkheid
werden gevierd.
Het is daarom een groote, niet genoeg op
den voorgrond te stellen verdienste van de
Koningin-Regentes geweest, dat zij in het
korte tijdsbestek, aan haar Regentsehap
voorbeihouden, een zoo kenmerkende veran-
dering heeft weten aan te brengen. Zij heeft
de jonge Koningin nader gebracht tot Haar
Volk.
Terwijl de opvoeding, van de lOjarige
Wilheimina met groote zorg werd geleid en
reizen naar het buitenland werden onderno-
men ter ontspanning, werd tevens tijd ge-
vtondeh om bezoeken te brengen aan ver
schillende deelen des lands en plechtig-
heden bij te wonen, die van historische of
algemeene beteekenis waren. Zoo bracht de
Regentes de jonge Koningin en Haar Volk in
nauwere aanraking, en dat het volk van
Nederland, dit waardeerde, blijkt wel uit de
warmte, waarmede men Haar overal be-
groette, de groote blijdschap, die een bezoek
van de Vorstin nog allerwege verwekt.
't Was in de dagen van 21 tot 25 Augustus
1894, dat Zeeland voor het eerst in de ge
legenheid kwam op eigen bodem de Vorstin
te leeren kennen en begroeten en levendig
staat nog voor den geest de groote drukte,
die toen op Walcheren heerschte, we zien ze
nog, de angstwekkend voile jirovinciale boo-
ten, die de Oranjeklanten over de Schelde
voerden, de stroom ook van vreemdelingen,
die naar Middelburg toog, om de jonge Ne
derlandsche Vorstin te leeren kennen en te
helpen toejuichen.
Op 't onverwachts, in voor verschillende
deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen zorgvolle
dagen, zagen we de Vorstin voor het eerst
in ons gewest, nl. in het voorjaar van het
jaar 1906, toen eenige polderdijken voor het
woeste geweld der baren waren bezweken
en het water verschillende polders over-
stroomde en dorpen omspoelde. Hare Majes
teit gaf toen blijk, den aard Harer voor-
zaten niet te verloochenen en het Hare te
willen doen, om het lot der getroffen bevol
king te verzachten. Die kennismaking met
de Vorstin, in alien eenvoud, zonder officieel
cachet, zij maakte een onvergetelijken indruk
op alien, 'die daarvan getuige waren.
Medio September 1907 bracht Koningin
Wilheimina na hare kroning het eerste of
ficieel. bezoek aan Zeeland, vergezeld van
den Prins Gemaal, en we herinneren ons
nog het groot enthousiasme, dat Zaterdag
14 September 1907 in Zeeuwsch-Vlaanderen
heerschte, bij dat eerste officieele bezoek,
hetwelk op de verschillende plaatsen die be-
zocht werden, aanleiding was voor groote
feestelijkheden.
Hoe het volk van Neerland met de Vorstin
meeleefde, bleek ook overtuigend in het voor
jaar van 1909, toea de geruchten meer vas-
ten vorm kregen, dat de hoop van het Neder
landsche -Volk 1 geboorte van een
Vorstentelg, ter voortzetting van den
Oranjestam, stond om in vervulling te
komen. Nog klaar staan ze ons voor den
geest, de spannende laatste dagen der
maand April van dat jaar, en d& blijde mor-
gen van den 3Qsten, toen de geboorte der
Prinses bekend werd. Hoe leefde men toen
mede met de Hooge Moeder en dc jonge
spruit!
Ininiddels zijn ook donkere dagen aange
broken. De noodlottige gebeurtenissen aan-
gevangen in Augustus 1914, die ook voor
ons land, voor onze Vorstin groote zorg ver-
wekten. Ook toen bleek -overtuigend, dat
Vorstin en Volk een waren. We ontvingen
toen opvolgende bezoeken der Koningin,
voor de eerste maal tijdens den oorlog, voor
een bezoek aan de verschillende garmzoenen
en kampementen. Vervolgens in het najaar
van 1918, tot het inspecteeren der van wege
het Roode Kruis ingerichte verplegingsin-
richtingen. Dit was in de laatste dagen van
den oorlog. Kort daarna trad de wapen-
stilstand in.
Maar niet lang duurde het, of er was voor
Hare Majesteit weer een aanleiding hierheen
te k imen ojn de inwoners van Zeeuwsch-
Vlaanderen een riem onder het hart te ste-
ken, naar aanleiding van de annexatiepo-
gingen uit het buitenland.
Wij zien Haar nog landen, te Walsoorden,
aangebracht door een ranke torpedoboot,
onder de toejuichingen der menigte en we
gevoelen nag de ontroering, toen Hare Ma
jesteit daar spontaan getuigde van Hare be-
langstelling voor de bevolking van
Zeeuwsch-Vlaanderen „die e£n met Neder
land zou blijven", welke verklaring Zij later
op de verschillende plaatsen, die Zij bezocht
meer officieel herhaalde, en welke daardoor
der bevolking vertrouwen schonk.
Hoe staat nog voor den geest bij alien, die
het medemaakten, de nooit te cergeten reis
naar Den Haag, toen het Ter Neuzensch
Protestkoor en eenige andere Zeeuwsche en
Limburgsche zangvereenigingen daarheen
waren getogen, om deel te nemen aan een
anti-annexati'ebetoogj^g, hoe men toen in de
gelegenheid kwam de geheele Koninklijke
Familie, ook de jonge Prinses Juliana, van
aangezicht tot aangezicht te zien, toen men
zoo heerlijk verrast werd met een uitnoodi-
ging om de Koninklijke Familie te bezoeken,
de ontroering, die werd ondervondec, toen
men daar met de Vorstelijke Familie bijeen
was, toen men daar in den tuin van het Huis
ten Bosch ook de sporen kon zien, hoe het
Vorstelijk gezin ook het lot van het Neder
landsche Volk had gedeeld, en ook het ge-
ledene in herinnering werd gebracht. De
vriendelijkheid en minzaamheid der Konin
gin, van Hare Moeder en den Prins Gemaal,
de veelbelovende lieftalligheid van Prinses
Juliana, dat alles liet bij de gasten uit
Zeeuwsch-Vlaanderen en Limburg een on-
uitwischbaren indruk achter.
Het vorig jaar genoten we weer het voor
recht van het bezoek van Hare Majesteit,
thans niet alleen vergezeld van Prins Hen-
drik, doch ook van Prinses Juliana, die Zij,
naar het voorbeeld Harer Moeder, ook reeds
zooveel mogelijk met het Volk in aanraking
brengt.
Bij al die gelegenheden blijkt, hoe sterk
d.at de za' K
*,k
'CNDRHl illRASPt^
in tree deed
Naar aanieidmff van
modccii-.ciu
HI no
tiiv-.'jitv