ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No, 7499 Maandag 3 September 1923. 63e Jaarg&ng. Bekendmaking, B I N H E nTa N D. Jnbileum van H. M. de Koningin. Onteigening in het belang der Volkshuisvesting. Be Burgemeester van TER NEUZEN, FETTILLETON. be- De intocht te's Gravenhage. De intocht van H. M. de Koningin van het landhuis de „Ruygenhoek" naar het Paleis in Den Haag op j.l. Vrijdag, was een ware zegentocht. Tienduizenden stonden langs den weg ge- schaard en juichten de jubileerende jarige vorstin hartelijk toe. Nadat bij den Ruygenhoek namens de nolitiesectie bloemen waren aangeboden viel der Koningin nabij de Wittebrug een hutdiging ten deel van de algemeene feest- commissie en werd aan H. M. weder een bloemenhulde aangeboden, voorstellende het Haagsche'wapen. De voorzitter der huldigingscommissie richtte tot de vorstin woorden van welkom. De Kon. Nat. Zangschool zong een be- groetingslied waarna het politiemuziekcorps net Wilhelmus aanhief. Het gejuich van de menigte groeide aan tot een geestdriftige ovatie, welke zich langs den geheelen weg voortplantte. De Koningin was gezeten in een gala- caleche, bespannen met 4 door postiljons be- reden paarden. In den vorstelijken stoet reed Prinses Juliana in gesloten auto mede. Ook aan de prinses werden bloemen aange- boden. Verder op weg naar het paleis, was ook een enorme menschenmassa op de been. Op verschillende punten had een huldiging plaats door uitvoering van zang en muziek- nummers en bloemen. Een levendig moment was het vooral loen de vorstelijke stoet doorreed tusschen de praalwagens, die zouden deelnemen aan den gecostumeerden optocht, welke dien middag voor het paleis zou defileeren. Onder daverende hoerahs werd het paleis bereikt, waar de Koningin-Moeder voor een der vensters de -huldigingen gadesloeg en waar ook de burgemeester, Mr. Patijn, ter begroeting aanwezig was. De Maatschappij Toonkunst met het or- kest „Sint Gregorius de Groote" bracht voor het paleis „Mijne Moedertaal" ten gehoore. In het paleis aangekomen wachtte de Ko ningin een hulde van de Boskoopsche bloe- menkweekers, bij monde van burgemeester Colijn. Verder was daar een talrijke depu- tatie van ridders van de Militaire Willems- orde uit alle rangen, waarbij de oud-opper- bevelhebber generaal Snijders, een hulde- en heilwensch richtte tot de Koningin, Groot- meesteresse dier orde. De toespraken werden door de Koningin met woorden van dank en erkenteiijkheid aanvaard. Het weer hield zich zeer goed. Een heerlijk zonnetje scheen den geheelen dag. Ontvangst van de Staten-Generaal. De Koningin heeft Zaterdagmorgen de Staten-Generaal ontvangen. Eerst de leden van de Eerste Kamer. De voorzitter der Eerste Kamer, luitenant- generaal baron Van Voorst tot Voorst, heeft toen voorlezing gedaan van het volgende adres: Mevrouw. Het is de Eerste Kamer der Staten-Gene raal een groot voorrecht Uwe Majesteit bij de heuglijke herdenking van den dag, waar- op zij voor vijf-en-twintig jaren de regee- ring aanvaardde, hare eerbiedige hulde en hare hartelijkste wenschen te mogen aan- bieden. Terugziende op het afgesloten tijdperk, verblijdt zij zich over de vele zegeningen, die daarin aan ons vaderland en aan de over- zeesche gewesten ten deel vielen; bewaring van groote nationale rampen; behoud van den vrede te midden van fellen oorlogs- brand; bloei van het economisch leven ge- durende vele jaren en daardoor grooter weerstand in den huidigen crisistijd. Dankbaar gedenkt onze Kamer, hoe Uwe Majesteit persoonlijk daartoe heeft mede- gewerkt. Hoe zij getrouw aan het voornemen bij haar troonsbestijging geuit, in hooge plichtsopvatting, handhavend de tradities van haar stamhuis, in alles het welzijn voor het vaderland heeft gezocht; Nederland's naam onder de volken heeft hoog gehouden; naar vermogen den bloei heeft bevorderd van het rijk, ook in Oost en West. Hoe zij in blijde en in toange dagen zich een toonde met haar volk; treurend met hen, die in rouw werden gedompeld; alien voorgaand in ndlpbetoon, ais de nood daartoe dep. Deelend in de vreugde, die op de^en dag ons volk vervult, bidt de Eerste Kamer der Staten-Generaal Uwe Majesteit tot eene lange en voorspoedige regeering, waarin de geestelijke volkskracht tot steeds rijper ont- plooii'ng komt; waarin de ongunst dezer tij- den overwonnen en het rad van het econo misch leven weder omgezet wordt; waarin bij voortduring wordt gesterkt de ook in dit tijdvak zoo gelukkig bevestigde band, die Oranje en Nederland sinds eeuwen ver- eenigt; waarin Uwe Majesteit en haar Huis in rijke mate Gods zegen te beurt valt". Toespraak van de Koningin. De wenschen, welke de Eerste Kamer der Staten-Generaal Mij ter gelegenheid van de herdenking. Mijner regeeringsaanvaarding vijf en twintig jaren geleden aanbiedt, stel ik op hoogen prijs en ik breng U daarvoor mijnen dank. Nu ik aan het einde dier periode gekomen het voorrecht heb heden de vertegenvvoordi- gers mijns Volks hier voor mij te zien, denk ik opnieuw met ontroering .aan de liefde en steun, die het mij steeds zoo overvloedig ge- schonken heeft. In tijden van vrede en voorspoed mocht ik de regeering aanvaarden, doch sedert dien zijn ook ons beproevingen niet bespaard ge- bleven en menigmaal was de toekomst don- ker. Innig dankbaar gedenk ik daarbij met U, dat Gods Hand ons voor het ergste heeft behoed, zoodat ons lot tot heden benijdbaar geweest is boven dat van velen. Ook thans nog zijn de tijden moeilijk en voor velen zwaar te dragen. Maar ook dat zullen wij met Gods hulp en eendrachtig samen arbeidende in bet belang van het Vaderland te boven komen. De wil om vrij en zeifitandig te zijn, die mijn Volk in de ure des gevaars staande hield, moge het ook in de toekomst door- dringen. De wensch aan het slot van Uw adres vervat, zal dan ongetwijfeld in vervul- ling gaan en de betere tijden aanbreken, waarop wij thans nog slechts durven hopen in vertrouwen op Hem. die Ons tot heden heeft gespaard. Gij, mijne heeren, hebt een belangrijk aan- deel genomen in hetgben Regeering en Volksvertegenwoordiging? in onderlinge sa- menwerking hebben tot stand gebracht in't tijdperk, dat thans achter. ons ligt. Met vol doening kunt gij terugzieti op veel, dat dank zij uw ijverige en toegewijde medewerking is gewrocht in het belang van het Vaderland en van de gewesten van overzee. Voor den heilwensch tot Mij en M'.jn Huis gericht, ben ik U zeer erkentelijk. Van gan- scher harte geef ik U de verzekering, dat ik, naar beste krachten zal blijven medewerken aan het welzijn en den voorspoed van Ons dierbaar Vaderland. Bij de hierop volgende. ontvangst van de leden van de Tweede Kamer heeft de voor zitter van die Kamer, Mr, D. A. P. N. Koo- len, voorlezing gedaan van onderstaand adres: „Mevrouw! De Tweede Kamer d?r Staten-Generaal acht ztah. gelukkig Uwe Majesteit ter gele genheid van de herdenking van den dag, waarop Zij voor vijf en twintig jaren de re geering over het Koninkrijk der Nederlan- den aanvaard heeft, hare eerbiedige hulde en gelukwenschen te mogen aanbieden. Het Nederlandsche Volk ziet met een diep gevoel van erkenteiijkheid terug op het af- geloopen vijf en twintig-jarig tijdperk van Uwer Majesteit's regeering en op het vele goede, op schier elk gebied, door een wijs bestuur in dien tijd tot stand gebracht. In de jaren van onverdeelden voorspoed en steeds toenemende welvaart, die het eer ste deel van het tijdperk uitmaakten even- zeer als in die, waarin door ernstige wereld- gebeurtenissen zware zorgen werden ge bracht zoowel over het Moederland als over de overzeesche gedeelte*'an h'et rijk, bleef de band tusschen Nederland en Oranje on- verzwakt bestaan. Naast God, is het aan Uwe Majesteit, ge- steund door Hare raadsliieden, te danken, dat het Nederlandsche Volk na tijden van grooten druk weer wordt geleid tot een hoopvoller toekomst en dat Nederland in de rij der Staten eene onafhankelijke en eer- volle plaats heeft behouden. De herinnering aan de toewijding en de zorg van Uwe Majesteit voor de belangen des Volks en aan de gestadige bevordering door Uwe Maje steit van de werken en instellingen des vre- des omgeeft den dag van heden met bijzon- deren luister. De Tweede Kamer der Staten-Generaal stelt het op den hoogsten prijs te mogen be- tuigen, hoezeer het Volk den zegen waar- deert, die in Uwe Majesteit en Haar door- luchtig Huis aan Nederland werd gegeven en hoezeer het zich verheugt over het voor- uitzicht, dat ook in de volgende geslachten de band tusschen Nederland en Oranje zal blijven bestaan. Moge het Gode behagen ons Vaderland het voorrecht. te schenken, dat Uwe Maje steit nog vele.jaren Hare voile krachten kan wijden aan de belangen.van ons Volk en aan de bevordering van Vrede en Welvaart! Toespraak van de Koningin. Voor de gelukwdnschen, welke de Tweede Kamer der Staten-Generaal mij aanbiedt ter Roman van Nederland gedurende den oorlog, door CHARLES HUYGENS. 35) Zoudt u op dit oogenblik Belg in het bezettfe gebied wenschen te zijn, Hirr Hcrtmann? Het spnekt vanzelf vail niet Ook al heett het ocrlogsrecht op dat punt een grooten stap gedaan, zoo crken ik volmondig, dat de positie van de burgers in bezet gebied onaangenaam is. De bezel:ter moet als be- ginsel voorop steilen, datj hij een iedcr heeft te wantrouven; hij moet zich dekken tegen alle mogelijke en zelfs tegen denk- beeldige gecrren. Hij mag niet verslappen in zijn waakzaamheid. Maar, wanneer men dan in het oog houdt, geloof ik1 dat ons bestuur rechtvaardig is. Er zijn trouwens heel wat dingen, die wij hebben ingevocrd, waarvan de Belgen zelven het goede erken- nen. Maar dat behoefdc u toch njet te leiden. Hcrr Hertmann, ({ot onderdrukking van hun nationale gevoelens, tot het opdnrr- gen van een Vlaamsche Hoogeschool, die met Duitsche professoien bezet is, tot het splitsen van het Belgische gebied in twee deelen Dat behoefde u toch zekcr niet te leiden tot het wegvocren van arbeiders die het bij u in Duitschland waarlijk niet beter zullen hebben dan zij het in 3Ugie hadden. Ovcrdreven, al!es overdreven, mijn waar- de Hcrr van Ocsterzee Zdcer, ir zijn i-beiders weggevoerd en als u het mii vraagt, er zijn er IK veel weggevoeitd. "vlen heeft de bedoelingen van Bcrlijh niet begrepen, te straf de hand aan het wcrk geslagen Maar dat is al bijna voorbij. De arbeiders zijn teruggegaan, er worden er nu geen meer weggevoerd. Ach, iedere oorlogvoerende weet, dat hij lascerpraat je& te hooreti Krjjgl. Wat vertelt men al niet van het gebrek aan gevechtswaarde van ons le^cr in Belgie. U moest de man- nen eens zlen Herr van Oosterzee. Ik vrees dat ik daartoe niet licht in de gelegenheid zal werden gesteld. Hangt er van af. Als u werkelijk fcereid zoudt zijn om in Belgie eens rond te kij- ken, dan durf ik u de verzekering geven van afdoende introducties. U begrijpt heel goed, wij doen zoo iets niet tegenovcr den eersten den besten. Ik weet aan wel- ken kant u stjaat, maar juist, omdat ik uw opvaltjingen ken, zou ik u zoo graag tens ovcrtuigen van den goeden wil die bij ons voorzit Alle gekheid tier zijde, wilt u naar Belgie gaan? Frank dacht even na. Met zijn familie was hij thans buiten in Bergen aan Zee. Hij genoot er van de stjlte van deze bad- plaats, aan welke intusschen een heel wat drukker bezoek ten deel viel dan in nor- male jaren gekend had. Ook Bergen aan Zee ondervond, dat pradjsch de grenzen van het buitenland voor de reisluchtige Hollanders gesloten waren; zij moesten des- noods tegen wil en dank hun1 reislust vvel bedwingen; genoegen n men met wat het eigen land bood. Voor den tweed<*n keer waren Frank en Carla met de kind, r n in Bergen aan Zee; men verwacht<e bin- gelegenheid van de herdenking van den dag waarop ik voor 25 jaar de regeering aan vaardde, ben ik zeer gevoelig en ik betuig Haar daarvoor mijn dank. Wanneer ik op die jaren terug zie en heden ontvang de vertegenwoDrdigers van mijn Volk, wensch ik openlijk uit te spreken mijn groote dankbaarheid en erkenteiijkheid voor den steun van dat Volk immer onder- vonden, Voor de trouw en aanhankeiijkheid waarmede het mij steeds heeft omringd. Wei verre van mij te worden onthouden is die steun Mij het daadwerkelijkst betoond toen de wreedzame en voorspoedige jaren van het begin Mijner Regeering helaas ge- voigd werden door andere, waarin wij door groote gevaren omringd bedacht moesten zijn op eigen veiligheid en behoud. Toen deed Mijn Volk Mij gevoelen, dat het hier en overzee als een man achter Mij stond doordrongen van een groote gedachte: de handhaving van zijn vrijheid en zelfstandig- heid. Toen waren wij een van zin en vast be- sloten ons erfdeel ongerept te bewaren. Ook thans nog beleven wij donkere tijden. Echter wij zullen als toen ook in de toe komst bezield blijven met den vasten wil om vrij en zelfstandig en van niemand afhanke- lijk zijn bestemming te volgen. Dan twijfel ik niet of het zou ons met Gods hulp en naast Hem op eigen kracht vertrouwend gegeven zijn een betere toekomst tegemoet te gaan. Dan zal ons Vaderland in de rij der staten een eigen en eervolle plaats behouden. Het tijdperk, dat thans achter ons ligt heeft uitgemunt door parlementairen arbeid van ver strekkende beteekenis. Een geest van samenwerking heeft onder nagenoeg al gemeene instemming veel tot stand gebracht tot heil van Land en Volk, zoo hier als in de overzeesche gewesten, dank zij Uwen bij- kans onafgebroken arbeid en toegewijde medewerking, welke ik steeds hoogelijk heb gewaardeerd. Ik dank U ook voor de woorden aan Mij en Mijn Huis gewijd. De vijf en twintig jaren die voorbij zijn, het lief en vooral het leed te zamen met Mijn volk gedeeld hebben ons slechts nader tot elkander gebracht. God behoede en bescherme als in het ver- leden ook in de toekomst ons dierbaar Va derland. De ontvangst van de leden van de Staten- Generaal geschiedde op de ceremonieele wijze, waarop gewoonlijk ten Paieize de comrpissies uit Eerste Kamer enTwee.de Kamer, belast met het aanbieden van adres- sen van antwoord of voordracht ter benoe- ming van een voorzitter en dergelijke wor den ontvangen. In de vestibule van het paleis stond, als eerewacht, een detachement huzaren met hoornblazer, onder commando van den eerste-luitenant der huzaren jhr. von Hey- den, tot voor kort nog ordonnance-officier van de Koningin. Onmiddellijk na afloop van de audientie aan het Hof van Internationale Justitie ver- leend, kwamen in 11 auto's ten Paieize aan de Voorzitter der Eerste Kamer, generaal Baron van Voorst tot Voorst, de griffier Mr. Zillesen en de commies-griffier Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, en het meerendeel der leden van de Kamer. Allen droegen, be- halve generaal Van Voorst tot Voorst, die zijn groot generaal-tenue aan had, ambts- kleeding of de galakleeding verbonden aan tegenwoordig of vroeger door hen uitge- oefende openbare ambten. Slechts een was in rokcostuum. Bij het betreden van het Paleis presen- teerde de eerewacht der huzaTfcn de karabij- nen en blies de hoornblazer de eerewacht. Generaal Van Voorst tot Voorst braeht het militair saluut. Twee Kamerheeren der Koningin geleiden de leden der Eerste Kamer naar de balzaal, waar de ontvangst plaats had in tegenwoor- digheid van verschillende hofdignitarissen. nenkcrt de oudelui. Het weer was mooi, Frank had rust noodig; de zenuwen wa ren nog steeds niet geheel tot kalmte ge komen. Aan den anderen kant hij was te intrrnationaal aange'egd om niet het drujk- kendel te gevoelen van dit veeds drie ja ren binnen Holland opgesloten zijn; hij wilde wel eens wat van Belgie zien. En dan, hij hoopte dat eenige afleiding hem goed zou doen. Ik ben bereid te gaan, Herr Harflman. maar liefst spoedig. Hce zal ik gaan, wel ke introductEcs krijg ik, wat krijg i'k te zien? Alles wat u wilt. Nog hedenavond schnjf ik naar Von Lersner met de mededeeling van uw adres. U ontvangt dan rechtstreeks alle inlichtingen, Let benoodigde pasvisum tot ovcrschrijding van den grenzen; en ik durf te zeggen, datf u zich over de ont vangst niet 'te beklagen zult hebben. lr.de rdaad toen Frank een achttal dagen na dit gesprek voor zijn iiot|el in Gent stond, moest hi] erke.men, dat hij over de ontvangstf niet te klagen had. Het ra- dcrwerk e'er Duitsche administrate blcek k'eurig in orde Nauweiijks vier dagen, na dat hij Hcrr Hart(mann zijn toesiemmend antwoord had gege\en, bereikte hem in zijn hotel te Bergen aan Zee het schrij- ven, door Von Lersner eigenhandig on- dcrtcekend, waarin hem werd medege- deeld, dat op Vrijdagochtend tien uur een auto met militair geleide hem zou komen afhalen aan het hotjel te Gent. De noo- dige aanwijzingen voor de grenswachten in Belgie waren ingesloten. Frank had slechts zijn Hollandsche pas in gereed- heid te fciengen om de reis te aanvaarden. Hij ondervond wel eenige tegenstand bij zijn vadcr, die Oprp.erkte, dat hij zich met alle geweld aan oorlogsgevaren scheen te willen blootstfclllenwel eenige bezwaren bij. Carla, die intusschen opmerkte, cjat hij nu het goede van het Duitsche bestuur eens zelf kon zien, van de kindtren, die het allesbehalve aardig vonden, dat ya- dcrtje nu enkele dagen van hun vacantic weken weg ging. Zij wild.en mee en Frank had heel wat moeite cm Bob en Hetty te overtuigen, dat aanwezigheid van kindtren in Belgie thans geenszins zon- der gevaar was. Op het afgesproken uur reed de auto voor. Hauptmann Dierx in het nauw- sluitend uniform van de Uhlanen, zat er in Hy vroeg naar Herr Von Oosterzee^ Toen hij met Frank had kennis gemaakt, stelde hij hem voor onmiddellijk in tfe stappen jk heb gehoord, dat u hier komt om te zien, hce wij hier een oorlog! voe- ren en hoe wij tradition het Belgische volk te behandejen. Ja, ontjkent u maar niet, dat u in uw eigen land enl daarbuiten veel kwaads van ons hebt gehoord. Maar heusch, ik kan u vcrzekeren, dat wij ons best doen, ons uiterste best. En ik durf u ook de verzekering geven, dat er hier aan de vechtwaarde van onze troepen niets ontbreekt. Het duurt wat langer dan wij gedacht hebhen, heel de wcreld schijritj zich tegen ons te willen vereenigen, maar dat vcrzeker ik u, Herr Von Oosterzee, ik kan u er van overtuigen, da* wij zullen wir.nen. De auto ging van Gent den weg op naar Kortrijk. Frank had vroeger veel in Vlaanderen gereisd, er was iets in heti lachende guile van het Vlaamsche land, dat hem steeds opnieuw aantrok. Ook nu ■scheen de zem over de velden, en toch het was niet het Vlaanderen, dat Frank Ook bij het vertrek van de Eerste Kamer- leden werden de honneurs bewezen door de voren genoemde eerewacht. Op gelijke plechtstatige wijze werden daarna en corps de leden van de Tweede Kamer ontvangen. Deze kwamen, na zich in het gebouw der Kamer te hebben ver- eenigd, in een 20-tal auto's ten Paieize. De voorzitter, Dr. Koolen, zat in de eerste auto en in de daaropvolgende de griffier, Mr. Dr. baron De Vos van Steenwijk, en de commies-griffier Mr. Kesper en Mr. Wery. Zeer vele der, stellig wel een 70-tal dames en heeren Kamerleden, die op deze ont vangst door de Koningin verschenen, droe gen het ambtsgewaad of het vroeger ambts- gewaad of het vroeger ambtscostuum. De Voorzitter antwoordde namens de Kamerleden het eerbewijs der militairen door langs het gelid te loopen met de hand aan den steek. Het aantal leden der Eerste Kamer, dat ter audientie verscheen kan op een 45-tal, dat der Tweede Kamer op 70 geschat worden. Corps diplomatique. Bij de gala-audientie, welke H. M. de Koningin tusschen half zes en kwart over zes ten paieize verleende aan de hoofden der bij haar hof geaccrediteerde gezanten met hun echtgenooten, heeft de deken van het corps diplomatique te 's Gravenhage, Guesalaga, gezant van Argentinie, tot de Koningin de volgende rede gehouden: Majesteit, Het corps diplomatique bij Uwe Majesteit geaccrediteerd, verheugt zich hier aanwezig te zijn bij de groote gedenkdagen van het Nederlandsche volk, om Uwe Majesteit onze oprechte wenschen aan te bieden voor haar geluk, op dezen dubbelen verjaardag "van heden en van het 25ste jaar van haar roem- rijke regeering. Wij zien hoe het geheele Nederlandsche volk feestviert en uiting geeft van voldoe ning en vreugde: Zijn harten, geneigd tot de zaChte gevoelens van harmonie, geven dui delijke blijken van de atmosfeer, wijsheid, waarvan zijn werken getuigen op het gebied van wetenschappen, van kunsten en van let- teren onder deze regeering van vrede en vooruitgang. Het corps diplomatique sluit zich gaarne aan bij de feesten van het Nederlandsche volk, ter eere van zijn Koningin en verleent mij de eervolle opdracht zijn gelukwenschen aan Uwe Maje'Steit aan 'te bieden en haar tevens bloemen aan te bieden als eerbiedige hulde met de beste wenschen voor het geluk van Hare Majesteit, Haar Koninklijk gezin en voor den toenemenden bloei van het Ko ninkrijk der Nederlanden. De Koningin heeft hierop het voigende antwoord gegeven: Mijnheer de deken! Ik ben uiterst gevoelig voor de wenschen, welke gij zooeven hebt geuit, namens uwe ambtgenooten te 's-Gra- venhage geaccrediteerd. De vertolking der gevoelens van het corps diplomatique, zoowel door uwe welspreken- de woorden als door de bekoorlijke bloemen welke gij mij aanbiedt, heeft mij levendig ge- troffen en ik verzoek het corps diplomatique mijn oprechten dank te aanvaarden. Ik zou gaarne aan ieder uwer individueel willen te kennen geven, hoe zeer ik inge- nomen ben met deze fijngevoelige attentie. En indien ik mij voor het oogenblik moet beperken tot deze enkele woorden verricht. tot het vereenigd corps diplomatique, kunt gij desniettemin verzekerd zijn van mijn levendige erkenteiijkheid. De belangstelling, die UuitenLandsche mis- sien -in deze nationale .gedenkdagen- steilen. is voor mij een waardevol getuigenis van de goede betrekkingen, welke zoo gelukkig tus schen Nederland en de.andere mogendheden bestaan en welke het mijn streven zal zijn;. evenals in het verleden, te versterken, en nog had gekend. Zwaar dreunde, dan alsof- het dichtbi] was, dpn weer ver vcrwijdtrd het kanon, aan den gezichfeeindcr zag men vocrtdurend vlammen en- rook opstijgen. De auto moest! tejker.male stopper tcn- einde vocrbijmarcherrende troepen door te laten, op zijde to gaan voor transporten van levensmidcleien en krijgsvoorraden. De. auto, met de vlag van het Generaal-Gou- vcrnerr.ent voorop, werd in het algomeen met terbied bcgroell; men kende het .on- dcrscheidingsteeken en scheen te voren te weten, dat Let een gast was, die behocr- lijk diende te worden behandeld. Met snelle vaart ging het door Kortrijk, over de mrrkt met haar moote geveltjcs, onmid- dellijk de nauwe straat in, aan den ingang waarvan een bord met reuzengrootle let ters aangaf, dat deze straat naar Meenen vocrde Ecrst in Meenen komf u in de gev ciits- linie verder m;ag ik u niet brengen, !ichtit> Hauptmann Dierx, de kaart in de hand, in. Hij bleek een ondcrhoudend begfieider, hij wist alles, geen moejtie was hem te veel om Frank in te lichten. Inderdaad toen men Meenen genaderd was, klonk het geschut van zeer nabii her eeveervuur knetcerde alsof men mid den in den strijd stond. In M.ernen was veel beweging van hooge en lagcre mi litairen De au'lfc, dank zij de vlag van het Generaal Gou\ernement, schoof door alles heen, geen wachtposten belemmuden haar docrgang Aan den uitgang van het dorp had men ten gezicht over het golvende heuvellandschap, dat zich uitstrekte tot aan Ypcren eenerzijds^ tot aan Rijsstl an- drrzijds (Wordt Vefvolgd) sssaa UZENSCHE COURANT De Burgemeester ter gemeente TER NEUZEN maakt bekendv dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gebonden op DitlEdag 4 Sept. 1923, des voormiddngs 9V2 AT. Ter Neuzen, 31 Aug. 1923. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. brengt hierbij, ter voldoening aan artikel 80 der wet van 28 Augustus 1851, Staatsblad no. 125, zooals deze wet is gewijzigd bij de Woningwet, ter openbare tenuis, dat van 4 September tot en met 3 October 1923, op de gemcente-secretarie ter inzage voor een ,eder is nedergelegd een door den Gemeenteraad van Ter Neuzen in zijne vergadering van 30 Augustus j.l. voorloopig goedgekeurd plan van onteigening van grond, met uitvoerige kaarten en grondteekeningen en met duidelijke aanwijzing van de te onteigenen eigendommen, met hunne kadastrale nummersende namen hunner in de registers van het kadaster aan- geduide eigenaars, en zulks ter verkrijging van de bescbikking over ongebouwde eigendommen, ten einde uitvoering te kunnen geven aan een in het belang der volkshuisvesting vastgesteld bouwplan. De belanghebbenden kunnen uiterlijk veertien dagen na verloop van den termijn van nederlegging hunne bezwaren tegen de onteigening van de aangeduide perceelen schriftelijk aan burgemeester en wethou- ders dezer gemeente opgeven. Ter Neuzen, 3 September 1923. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. iiwn i mm hi■hi" nan i i t irr~rr

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1