ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 7498
Vrijdag 31 Augustus 1923.
63e Jaargaug.
Uit het hooge Noorden,
~bT nnenland.
BTnnNLTNDT
Aanbesteding.
S3 BllSTB BJ-uA-33.
Gemeente-Begrooting.
Borgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG
zullen op Dlnsdafi 11 September
1923, des voormiddags ten io ure, ten
Raadhuize dier gerneente in het openbaar
trachten aan te besteden
0e leverantie van de voor het
jaar 1924 door de verschillende
openbare lagere scholen be-
noodigde schoolbehoeften.
De voorwaarden van aanbesteding en
lijsten van de benoodigde schoolbehoeften
liggen ter secretarie ter inzage.
Zaamslag, den 27 Aug. 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLK Lzn., Secretaris.
LVI.
Nu op den dag, dat deze brief verschijnt
de Koningin 25 jaren meerderjarig is en in
de volgende week Haar 25jarig regeerings-
jubileum zal worden gevierd, spreekt het wel
van zelf, dat ik iets zeg over de Oranje's.
Er zijn weinig vorstenhuizen in Europa, die
een zoo roemrijk verleden achter zich hebben
en die van zoo groote beteekenis zijn ge-
weest voor de wereldpolitiek. Tegelijk is op-
merkelijk, hoe herhaaldelijk dit huis dreigde
"uit te sterven.
Eigenlijk behoort de familie tot de Nas
sau's want in zijn jeugd erfde prins Willem
I het prinsdom Oranje van een zijlinie, die
uitstierf en die dit prinsdom door aanhuwe-
lijking had verkregen. Zijn zoons Maurits
en Frederik Hendrik, de groote stadhouders,
die tot de meest beroemde veldheeren van
hun tijd hebben behoord, hadden weinig lust
in het huwelijksleven. Prins Maurits wist
eerst in 1625 op zijn sterfbed zijn breeder
over te halen te huwen. Uit diens huwelijk
met Amalia van Solms werd slechts een
zoon Willem li geboren en toen deze in 1650
onverwachts aan de pokken stierf, scheen
het alsof het huis in rechte iinie was uit-
gestorven. Maar gelukkig schonk enkele
dagen later zijn weduwe het levenslicht aan
een zoon, die straks op een leeftijd, waarin
de nieesten ternauwernood tot zelfstandig
optreden in staat zijn, ons land redde uit het
gevaar onder te gaan bij den overval der
Fransche legers. Na een gelukkige regeering
van 30 jaren struikelt's prinsen paard over
een molshoop en sterft met Willem ill de
rechte linie uit, nog voordat de opvolging in
het stadhouderschap is geregeld.
De Friesche zijlinie, door Jan van Nassau
afstammend van de brave Juliana van Stol-
berg, naar wie onze kroonprinses is ver-
noemd, stamde door Frederik Hendriks
dochter Albertina Agnes van Willem den
Zwijger af, en erfde nu den Oranjenaam.
Maar slechts weinig jaren later dreigde ook
deze linie uit te sterven, toen in 1711 Johan
Willem Friso jammerlijk bij den Moerdijk
verdronk. Wederom herleefde het geslacht,
toen zes weken later's prinsen weduwe een
zoon ontving, die later als erfstadhouder
het bewind over onze zeven provincien voe-
ren zou. Met de tusschenpoos van 1795 tot
1813 heeft sindsdien deze zijtak der Oranje's
over ons land geregeerd.
Opmerkelijk is, hoe het aantal kinderen
in elk geslacht klein bleef en van de geboren
zoons het meerendeel of ongehuwd Of kin-
derloos stierf.
Toen koningin Sophie, de gemahn van
Willem 111 overleed, had het Oranjehuis
slechts twee prinsen, waarvan de oudste niet
huwen wilde en trouwens kort daarna
stierf en de jongste niet huwen kon.
Uit een tweede huwelijk werd onze Konin
gin geboren. Ieder weet wel, hoe er gerui-
men tijd werd getwijfeld, of Wilhelmina wel
het voorrecht genieten zou de moedervreug-
de te smaken. Wij zijn dankbaar, dat thans
het Oranjehuis in een vrouwelijke zijlinie,
naar wij hopen, zal blijven voortbestaan.
Maar in tegenstelling met andere vorsten
huizen, die talrijke prinsen, aartshertogen en
grootvorsten tellen, is Oranje-Nassau steeds
gering van omvang wat afstammelingen
betreft, gebleven. Doch telkens groot van
beteekenis voor de wereldpolitiek.
Ook in de ruime eeuw, die verliep sedert
dat in 1813 de Oranje's in ons land terug-
kwamen, toen de provincien werden samen-
getrokken tot een eenheids-staat en het
oonstitutioneel koningschap werd ingesteld.
Hun beteekenis ligt in de wijsheid, waarmee
zij hebben begrepen, hoe ons land was de
bufferstaat" tusschen Duitschland en En
geland en dit feit eischte een politiek, die
naar beide zijden geheel zelfstandig was,
zoodat nimmer geleund werd op een der
machtige naburen.
Wij zien, hoe Willem II als erfprins in
1815 het zijne er toe bijbracht om Napoleon
te verslaan bij Waterloo, waardoor Europa
voorgoed werd bevrijd van een overheer-
sching en hoe Willem I door het koning
schap over Belgie te aanvaarden, naar den
wensch der toenmaals leidende groote
mogendheden, een rol van internationale
beteekenis heeft gespeeld. Deze rol: hier-
door werd de aansluiting van Belgie bij
Frankrijk verhinderd en heeft het in 1830
zich afgescheicien hebbende Belgie een eeuw
lang een strenge neutraliteitspolitiek ge-
voerd. De wereldhistorie zou in de eerste
helft der 19e eeuw een geheel ander verloop
hebben gehad, als Belgie met Frankrijk
vereenigd aan den Rijn had gestaan tegen-
over een toenmaals nog in verschillende sta-
ten verdeeld Duitschland.
En de groote verdienste van Willem ill
is geweest, dat hij toen na 1870 Duitschland
oppermachtig geworden was, door de Bis
marckiaansche politiek van sabelgekletter
zich niet van de wijs heeft laten brengen en
zich niet heeft begeven in een staatkunde
die Duitschland naar de oogen zou hebben
gezien. Voortdurend heeft Nederland in de
laatste halve eeuw, en ziedaar ook de be
teekenis van Emma als regentes en van onze
Koningin, de uiterste zorg gedragen zich af-
zijdig te houden van elke afsprnak met
eenige groote mogenheid. Volkomen zelf-
standige politiek, gevoerd door vorsten, die
het landsbelang helder begrepen, gedurende
een tijdvak van verscheiden tientallen jaren,
heeft het moedertand en zijn kolonien onge-
deerd gelaten ook in den laatsten wereld-
oorlog. En tegelijk is daardoor Nederland
opgeklommen tot zulk een wel'vaart, dat
onze Amsterdamsche beurs een der voor-
naamste centra voor de werfeld-geldmarkt
vormt, waarvan de beteekenis uitreikt verre
boven die van een klein land.
Slaan wij nu onzen blik terug naar vroe-
ger eeuwen, dan mogen wij met het oog op
de Oranjes, die in een reeks van zijn beste
spruiten onze Republiek hebben gediend er-
kennen, dat ook hun politiek van groote be
teekenis is geweest voor de wereldhistorie.
Natuurlijk in de eerste plaats voor ons eigen
land. Aan hen toch danken wij de vrijheid
van ons volksbestaan, de mogelijkheid, dat
wij ons zelf bestuurden en niet afhingen van
de lusten en luimen van een buitenlandsch
vorst, die zetelde te Madrid.
Als een groote glorie blijft voor ons op-
rijzen de figuur van prins Willem I als de
man door wiens moedige volharding de Sta-
ten van Holland en Zeeland opgewc-kt zijn
om den opstand voort te zetten, toen heel
het Zuiden en het Oosten zich weder onder-
worpen had, en het vreemde juk af te schud-
den. Nooit heeft vader Willem over ons land
willen „heerschen". Steeds was zijn doel:
de souvereiniteit over te dragen aan een an
der vorst, hetzij Fransch hetzij Engelsch, die
het Spaansch geweld zou wederstaan. Hij
had zich beschikbaar gesteld als ,,bescermer
ende hooft des lants in afwesen der Co-
ninclijcke Majesteit", omdat de Staten van
Holland en Zeeland hem daartoe uitnoodig-
den, als „een vornempste gelidtmaet der Ge
nerate Staten des Nederlants", d. w. z.: om
dat hij 's lands eerste burger was. En de
prins beloofde, toen de strijd hachelijk werd:
,,de partir vers Hollande et Zelande pour
maintenir les affaires par dela tant que pos
sible sera, ayant delibere de faire illecq ma
sepulture" (te vertrekken naar H. en Z. om
de zaken aldaar zoo goed mogelijk te behar-
tigen, besloten hebbende aldaar mijn graf
te vinden).
Zoo kwam Oranje tot Nederland en met
elkander zijn zij groot geworden. Wij behoe-
ven waarlijk niet te herinneren, hoe Willem
en zijn breeders en zijn zoons en zijn neven
ons land hebben gediend met goed en bloed.
Evenmin: hoe zij een blijvende eereplaats in
onze volkshistorie hebben ingenomen. Ieder
Nederlander weet dat wel. Wij wijzen op
hun beteekenis voor de wereldpolitiek: Wil
lem 1 heeft de macht van het huis Habsburg
gebroken. Habsburg regeerde in Spanje,
Nederland, Belgie, Noord-ltalie en Oosten-
rijk, terwijl de Oostenrijker tevens keizer van
Duitschland was. Ware deze macht aaneen-
gesloten gebleven, terwijl het Frankrijk vrij-
wel geheel in een ring had ingesloten, en
terwijl het oppermachtig in Indie en Amerika
was, dan zou het huis Habsburg een over-
heerschende positie in Europa hebben kun
nen verkrijgen. Onze nationale strijd tegen
vreemde overheersching werd tegelijk een
internationale strijd, waarin beurtelings
Frankrijk en Engeland (ook Zweden) aan-
deel namen, omdat ook deze landen terecht
inzagen, dat het hier gold de macht van
Habsburg te fnuiken. Waarlijk Engeland
zou onze Republiek, die zijn concurrent op
den Oceaan was, niet hebben bijgestaan,
wanneer het niet had begrepen, dat dit
Eilanden-rijk steun moest verleenen aan de
zwakste partij om te beletten, dat straks
Spanje over Europa, IndiS en Amerika vol-
ledig baas worden zou.
In dien strijd gingen de kolonien over in
Nederlandsch en Engelsch bezit. Het t-paan~
sche rijk, dat zoo machtig heette, dat de zon
daarin nooit bnderging, heeft in dien strijd
zijn overheerschende positie zoo ingeboet,
dat het sinds twee en een halve eeuw niet
meer medetelt onder de grootmachten, die
het lot der wereld bepalen.
Na 1648 werd het Oostenrijksche Habs-
burgsche huis e£n, dat elke kwart eeuw een
deel van zijn glans en glorie verloor. De
voorlaatste keizer, Frans Jozef, verspeelde
zijn ltaliaansche deel, de laatste keizer stien
als balling op Madeira. De historie der
laatste drie eeuwen zou gevoegelijk kunnen
heeten: „De val der HabSburgers en de op-
komst der Oranje's". T. g. T.
N1EUWE MINISTERS VAN STAAT.
Het Eerste Kamerlid A. W, F ldenburg.
oud-minister van Kbionien en het Twee
de Kamerlid mgr. d.r, W. H Nolens, zijn
benoemd tot Minister van Staat.
NOODUITKEERINO AAN GEMEENTEN
De regeering herb. naar het Hbl. meldt,
aan de Gedeputecrd 4 Staten der provincien
bericht, dat zij wegens den toestand van
's lands financien geen voorstellen aan de
Staten Generaal kan doen tot het doen
van een nooduitkeering aan de gemeenten
over 1923 en volgende jaren.
DE RAMP VAN LOURDES.
Bij koninklijk besluit is als biijk van
goedkeuring en tevredenhrid de gou-
den eei ©penning voor menschlievend hulp-
betoon en een loffelijk getuigschrift toe-
gekend aan Henri Hourcadet, electricien
te Luz en Gaston Blavet, steengroefarbei-
der te Lourdes, we or ens de met levensge-
vaar volbrachte redding van den eenig
overlevende van het reisgezelschap dat met
de autocar 13 Aug bij St, Sauveur in een
ravijn van de rivier de Gave stortite.
EEN POL1TIEKE MOORD.
Maandag zijn vijf leden der ltaliaansche
missje in Albanie, nadat hun auto door een
hinderlaag tot stilstand was gedwomgen.
met revolverschoten bij Santo Quaranta ver-
moord.
De Grieksche kolonel, die achter de Ita
lian™ aar.reed, arri\eerde op de plek, toen
alles was afgeloopen, e,i de aanvallcrs do
vlucht hadden genomen.
In ltalie heeft cei en ander natuurlijk
groote beroering e.i verontwaardiging ge
wekt En het; is moeilijk te voorspelle.i
wat de gevolgen op politick gebied zul
len zijn Tot nu toe hebben de gezanten
van ltalie te Athene, Parijs en Londen in-
structies ontvangen, die strikt geheim wor
den gehouden, en heeft de Grieksche mi
nister van buitenlandsche zaken allerlei
strafmjiatregelen oe.-mi 'n om de schub
digen voorbeeldig te straffen.
Na het onderzoek van de gebeurtenissen
welke zijn voorafgegaan aan den moord
op de ltaliaansche inilitaire cemmissie voor
de vaststelling van de Grieksch-Albanee-
sche grens, van andeie aanwijzingen en
van zckere fe.tcn, die daarna piaatls had
den, alsmede van de inlichtingen uit ver
schillende bronnen, verzameld ter pfaatse
van den moord, onrtremt de onafge'oroken
lastercampagne en de opruiing in de
Grieksche pers tegen ltalie en de ltaliaan
sche missie, is de iegeering tot de overtui-
ging gekomen, dat de moreele verantwoor-
delijkheid voor den moord, alsook de ma-
terieele verantwoordelijkhejd, imsten op de
Grieksche regeering.
Om deze redenen heeft het hoofd van d1
regeering, overtuigd de tolk te zijn van
de gevoeiens van verontwaardiging van
de gehtek ltaliaansche natie, den Italiaan-
schen 'gezant te Athene opgedragen aan
Griekenland ten schriftelijke nota te over-
handjgen, waarin ltalie eischt:
lo het aanbieden van ofifcieele veront-
schuldfigingen in den meest uitgebreiden
voi-m aan de ltaliaansche regeering, te
overhandigen aan de ltaliaansche legatie
te Athene dooi" de hoogste Grieksche mi-
litaire autbriteit;
2o het houden van een plechtigen lijk-
dienst voor de slachtoffers van den moord
in de katholieke kathedraal te Athene, wel-
ict- door alle ieden van de regeering moet
worden bijgewoond;
3o het brengen van eerebewijzen aan
de ltaliaansche vlag door de Grieksche
vloot in de haven van Pireaus, w a arte a
een ltaliaansche vlootafde.ling zich daar-
heen zal begeven, en wel door salvo's van
21 ka onschoten doer de Gr eksc e sche-
pen, die gedurende deze salvo's de lta
liaansche vlag op hun ejgen masten m-oe-
ten hijschen;
4o het instellen van een zeer gestreng
onderzoek door de Grieksche autoriteitcn
ter plaatse van den moord, in tegenwoor-
digheid van kolonel Perrone, den ltaliaan-
schen attache, vo>oi- wiens persoonlijke vei-
iigheid de Gr.eksche regeering verantwoor-
delijk wordt gesteld Dit onderzoek moet
zijn afgeloopen binnen vijf dagen na de
aanbieding van deze eischen;
5o het straffen van alle schuldigen met
den dood;
6o. het betalen van een schadeloosstel-
ling van 50 mi.lioen Itaiiaariscne 1 re bin-
nein vijf dagen na de overhandiging van
deze nota;
7o. het bewijzen van militaire eer aan
het stoffelijk overschot van de slachtoffers
op het oogenblik van inscheping ie Prr-
vesa aan boord van een Italiaanscli schip.
De ltaliaansche regeering verzoekt aan
Griekenland ten spc-edigste te antwoorden.
Een onderzoek van ltaliaansche zijde
heeft aan het licht gebracht, dat de aan-
slag op de ltaliaansche commissieledea ter
grens vasts telling van Aloanie, niet mag
worden toegeschreven aan roovers, zoo-
als men van Griekschen kant tracht vol
te houden De feiten spi'eken daartoe te
1 duidelijk. Aan den automobiel, waarin de
Italianen waren gezefen, ging e.n andere
met ententeiofficieren vooraf. Nadat de
ze het punt gepasseerd was, waar de
„stvuikroovers" zich ophielden werd de
weg versperd en had de aanval plaats,
waarbij men de andere officicren belette
hun ltaliaansche collegas te hulp te komen.
Onder deze omstandigheden kan ltalie
zich niet tevreden stellen met een excuus
en betuiging van deelneming uit Athene,
doch moet een andere genoegdoening
volgen. Men spreekt van een vloo(demonL
stratie in den Piraeus, terwijl er tevens
andere deeien van de vloot worden samen-
getrokken (bij Kaap St, Maria di Leuca)
om een eventueele expeditie, waarvoor
reeds carabinjeri en het 47e regiment; in-
fanterie zijn aangewezen, zoo noodig, te
begekiden.
Hoe weinig men heeft te doen gehad
met roovers blijkt ook uit het feit, dat de
vermoorde officiere.i midden op den Weg
zijn achtergelatien en 'dat men hen vond
in het bezit van al hun geld en kostbaar-
heden.
De Albaneesche legatie te Rome deelt
aan het agentischap Stefani het volgende
mede
Ten einde den indruk te niet te doen, die
gewekt zou kunnen worden door de eerste
berichten over den moord op de ltaliaan
sche missie, zij er op gewezen, dat deze,
met de verdere betrokken commissies te
Janina verbleef en dat den 27sten Augus
tus de Albaneesche, de ltaliaansche en de
Grieksche missie elk afzonderlijke in de
genoemde volgorde per auto naar Al
baneesche gi-ens waren vertrokken. Toen
de ltaliaansche missie te Delvinaki was
aangekomen, dat op Grieksch gebied ligt,
ongeveer 20 KM van de Albaneesche grens,
werd zij door een bende van het Griek
sche leger opgehouden, welke de drie lta
liaansche officieren, den chauffeur en den
Albanceschen tolk neerschoot
Het nieuws van deze afschuwelijke mis-
daad heeft een diepe beroering gewekt in
heel Albanie, dat deze slachtoffers be-
schouwt als martelaren voor zijn nationale
zaak. Het is dus schandelijke laster het
te willen laten voorkomen alsof Albaneezen
'deze misdaad gepieegd zouden hebben.
Wie mocht hebben verwacht dat de
moord op vijf ltaliaansche leden der com-
missie voor de grensafbakening tusschen
Griekenland en Albanie met een sisser zou
afloopen, omdat de regeering te Athene
onverwijld buitcngewone maatrcgelen nam
ter bestraffing van de schuldigen en scha-
devcrgoeding beioofde, heeft geen reke-
Tilng gehouden met den aard wan TAus-
solini, die met voorliefde den „sterken
man" uithangt.
Het zal wel waar zijn dat Grieksche on-
giregelde,!, die in het Albaneesche grens-
gebied altijd zoo roeng zijn, het misdriji
Heoben gep.ergd, al is dit ook niet vol-
strekt zeker, daar ltalie ook in Albanie
niet louter vrienden telt. in elk gevai heeft
de Gr.eksche iegeering tot op zckire hoogte
haar verantwoordelijklieid voor het geoeur-
de erkend en zou zich dus niet kunnen
btklagen, als Mussolini haar eiscnen stride,
die binnen de perken bleven. Doch onder
de zes eischen in het ltaliaansche ultima
tum zijn er aithans twee, die de perken
te buiten gaan, het eerbetoon aan de lta
liaansche viag door de Grieksche vloot
te Piraeus en de deelneming aan het] on
derzoek naar de schuldigen door den ita-
liaanschen militairen attache te Athene.
Men zal zich herinneien dat Servie in
1914 het Oostenrijksche ultimatum zoo
goed als geheel heeft aanvaard, maar de
deelneming van Oostenrijksche ambhrta-
ren aan het onderzoek naar je wcrkzaam-
hedd van de Narodna Odbrana,
die de regeering te Ween en veranfwoor-
delijx achtte voor den moord op de.i aaris-
hertog-troonopvolger van de hand wees.
Destijds heeft vrijwe! de geheele wereld
eilcend dat een dergelijke eisch onaanne-
melijk was voor een onafhankelijken staat
Zal men dit ook nu erkennen? Zullen
met andere woorden Italie's oude en
nieuwe vrienden bij Mussolini op mati-
ging aandringen? Heh is wel waarschijn-
lijk, want er staat veeJ op het spel. Grie
kenland inoge zwak en uitgeput zijn, te
Athene staat de militaire partij aa.i het
noer en het is nog pas, bij de algeineene
staking, gebleken dat haar .eider kolonel
Plastiras even gaarne zijn kracht toont a.s
Mussolini. Wat er van een conflict op den
Balkan te wachten ware, benoeft ge.n na-
der betoog, omdat de ervaring heeft ge-
lterd, hoe ondoenlijk het is daar een ge-
schil te ,jocaiiseeien". Zoo is ^het' vol-
strekt niet zeker dat Griekenlana bij een
botsing tegen ltalie alleen zou staan, im-
mers zoolang de twistappel Fiume tusschen
Belgrade e.: Rome ligt, zal de nouding
van Zuid Slavie een zeer onzekere factor
blijven
Men mag hopen dat Benesj, de bemid,-
delaar van natura, te Rome ook zijn waar-
schuwende stem zaS laten hooren. Wel-
iswaar behoort Griekenland niet tot de
Kleine Entente, maar nocntans heeft deze
er het grootst mogelijke belang bij, dat in
Z.O. Europa de vrede bevvaard blijft
Hoezeer ook de groote westersche mo
gendheden daarop prijs steilen, i§ geole-
■Ken hij de vreuesonderhandelingen te Lau
sanne, waar zij, ook voor dat doel de v©rsi
gaande concessies aan Turkije hebben ge-
daan
Men mag dus nog hopen dat alle poli-
tieke hefboomen in beweging zullen ko1
men om een zoodanige matiging van het
ltaliaansche ultimatum tc bev.eiken, dat
het voor Griekenland, zondfir verned ring,
aannemelijk wordt.
TER NEUZEN, 31 Aug. 1923,
DE JAARDAG VAN H M. KONINGIN
WILHELMINA
werd alhier heden herdacht door
het uitsteken der vlag van de openbare en
vele particuliere woningen
Hedenmorgen hielden de feestelijk ge-
tooide kinderen der bewaarschool, bege-
leid door het persor.ed der school een op-
tocht door enkele straten, hetgeen een lie-
ven aanblik schonk.
Van avond geeft, zooals reeds gemeld,
het muziekgezeischap De vereenigde werk-
ieden te 8 uur concert op de Markt.
HOOFD-ACTE
Bij het gisteren t® Haarlem gehouden
examen voor de hoofdacle, is o,m. geslaagd
onze vroegere stadgenoot, de heer H. j.
Pauw, thans te Egmond aan Zee.
SLUITING VAN POSTKANTORLN
De directeur-generaal der postcrijen en
telegrafie maakt, ten vervolge op het mede-
gedeelde in de Staatscourant van 16 Aug.
jlbekend, dat op 6 September, de rijks-
telegraaf- en teiefo-onkantoren, de post-
telegraaf- en telefoonkantoren, de hulp-
post-, telegraaf en telefoonkantoren, de
hulptelegraaf- en telefoonkantoren en de
hulptelegraafkantoren, alsmede de tele
graaf- en telefoonstations, met handha-
ving overigens van hun diensttijd op werk-
dagen, tusschen 10 uur vm* en 1 uur n,m.
3 en 6 n.m, alsmede (voor zoover dc ge-
wone sluiting niet reeds vroeger plaats
vindt) te half acht uur n.m, gesloten zul
len zijn.
Uitgezonderd van de iegeling zijn de
kantoren Amsterdam, Rotterdam, en Dm
Haag, welke voor den telegraaf- en tele-
foondienst, benevens de post-, telegraaf-
en telefoonkantoren Hoek van Holland,
IJmuiden en Vlissingen, welke voor den
telegraafdienst doorloope.id opengestrid
blijven, en voorts de kantoren te TER
NEUZEN, Hansweert en Wemeldinge, wel
ke hun gewonen dienst volgen, terwijl de
sluitjng verder niet wordt toegepast op de
Rijkstelegraaf- en telefoonkantoren in de
hoofdplaatsen der provincien en het post-,
telegraaf- en telefoonkantoor te Assen, met
dien vcrstande, dat deze kantoren (behalve
D n Haag), in elk geval te 9 uur n,m.
sluiten
Nog wordt vastgesteld, dat op 5 Sep
tember voor de kantore.i te TER NEU
ZEN, Hansweert en We.neldinge de ge-
wone openstelling gehandhaafd blijft.
V WON1NGBOUW
De minister van Arbeid heeft goedge-
vonden dat een vroeger toegekende bij-
drage voor woningbouw zal worden uitge-
keerd aan de gerneente Axel, ten or ho eye
van P. J, van Wiemeersch (gedeelteiijk)
200 gulden.
POST EN TELEGRAFIE
Het hulppost-, telegraaf- en telefoonkan
toor te Zuidzande wordt met ingang van
1 Sept. als volgt opengesteld:
Op werkdagen voor den post-, te.egraat-
en telefoond.enst van 8,3011, 24 30 en
6—7 uur, op feestdagen uitsluilend voor
den postdienst van 89 uur v.m Op Zon-
dagen gesloten.
DL JUB1LEUMPOSTZEGELS
D d.recteur-ge.ieraal der posbrijen en
itrjegTane maast t«5cenct, aat ter getegen-
heid van het 25jarig regeeringsjubileum
van de Koningin van njssvvege jnoi.eum-
postzegels worden uitgegeven in de waar-
(den van, 2 5 7,5 10 20 25 35 en 50 cent
(en van 1, 2,5 en 5 gulden.
D juoueumpostzege.s .an 2 7,5 10 20
25 35 en 50 cent dragen de beeltenis van
Hare Majesteit de Koningin, die van 5 cent
ten van 1, 2,5 en 5 gulden vertoonen een
tronende tiguur met scepter en Rijksapp 1.
Op de juoiieumspostzege.s zijn de Depa-
lingen van toepassmg, weik« gelden vo^r
de gewone p^stzegels; zij zijn mede geldig
in net intemauonaai verk«er.
Van 31 Augustus at zullen bij de post-
bij- en hulpkantoren .emge so arten an
de hitrhedce.je zegels v«.rkrijgbaar zijn. D|-
ovu-.ge soor.en juui.eumpostzcgels word-n
na gireed ko.r.e.i geleiddijk virkrijgbaar
gesteld.
KON1NKLIJKE ONDeR-
SCHE1D1NGEN
Bij koninklijk besluit zijn benoemd.
Tot ridder in de orde vail
den Nederlandschen Leeuw de heer mr, F.
J. N, van Dam, kantonrechter te Oostburg.
en mr. F, J. Sprenger oud-iid van Gedep,
Staten te Middelburg;
tot brooder in de orde van don Ne
derlandschen Leeuw de heer J. Vader,
schipp r aan boord van het stootmranspcrt-
vaartuig in het zesde district (Scheide-
monden)
tot ridder in de orde van Oranje Nassau
de hteren W. jonk.r, prcdikanc d r Nej,
Herv, gemcente te Middelburg, jhr. W.
Z van Teijlingen, burgemeester van Oost-
kapeile, J. G.'van Nifirik wethouder van
Vlissingen, J Polderman, gemeente-onti-
vang.r te St. Annaland, A. W de Mnliano,
voorzitter van den Chr. Boeienbond \an
Zeeuvvsch Vlaanderen V/estetijk deel t. Wa-
tcrlandkerkje, P. A. L Nolson, oud-sta-
tionschef te Sas van Gent.
De eeremedaille der Oranje Nassauorde
in zilver werd toegekend aan den heer
P. Lauret, hoofdkommies der be.astingvn
te Oostlourg en in brons aan denl heer
A Zomnevijlle, dmkkersknecht te Oost
burg, en mej. W, M van LuijK, dienstbode
te Oostlourg
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
Gelet op artikel 203 der Gemeentewet,
brengen bij deze ter openbare kennis van de inge-
zetenen, dat de Begrooting van de plaatselijke in-
komsten en uitgaven dezer gerneente, voor het jaar
1924 op heden aan den Raad is aangeboden en voor
een tijdvak van veertien dagen, voor een ieder ter
lezing is nedergelegd op de eecretarie der gerneente,
alwaar tegen betaling der kosten afschriften kunnen
worden verkregen.
Ter Neuzen, den 31 Augustus 1923.
Burgemeester en Wethouders .yoornoemd.
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Perretaris.