ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7493. Maandag 20 Augustus 1923. 63e Jaargang. DRANKWET. Uit het hooge Noorden, Bekendmaking. B I N N E NTaTdT" LV. Misschien is er geen tijd zoo van pas om te spreken van de gelijkenis van den rijken jongeling, die zich niet in staat voelde om al zijn bezittingen te verkoopen en deze uit te reiken aan de armen, dan juist deze tijd, waarin Ihet naburige Duitschland financiSel aan den rand van den afgrond ligt en aldaar de hevigste schokken worden toegcbracht aan de welvaart van vrijwel elk burger. Want wij zien bier duidelijk voor oogen welk een groote ramp het voor de massa is om alle zekerheid van bestaan te verliezen. Hier zijn thans tienduizenden, die van hun goederen evenmin als die rijke jongeling afstand doen kunnen en die in een rade- loos gedobbel aan de beurzen traohten nog iets uit de branding te redden. In de gelijkenis wordt ons geteekend een rijke jongeling, die verklaart, dat hij van zijn jeugd af alle geboden heeft onderhou- den. Hij meende, dat hij daartoe in staat was. Maar toen hem nu nog werd ge- vraagd, om zijn rijkdommen op te geven, werd hij bedroefd en liep weg. Wanl daar toe was hij niet in staat. Hij gevoelde zich onmachtig om afstand van zijn goederen te doen. Welnu in deze onmacht is hij inder- daad een type van een soort menschen, die veel voorkomen pok in onze dagen. Laat het ons maar erkennen, dat velen, waanonder wij allicht zelf behooren, bereid zijn om in tal van opzichten goed te doen, onze liefde aan onzen naaste te bewijzen, barmhartigheid uit te oefenen, en daarvoor ook gaarne onze bettrs te openen. Wij zullen lid zijn van allerlei weldadige vereenigingen en als aan ons een inteeken- lijst wordt gepresenteerd, zullen wij toonen, dat men bij ons niet te vergeefs heeft aan- geklopt. Maar om nu heelemaal van onze bezittingen te scheiden, alles op te offeren en weg te geven, dht gaat boven de macht. Welk een vreeselijke ramp is ihet voor een gezin, wanneer een faillissement wordt uit- gespnoken en als gevolg daarvan alles wordt verkocht. Maar het is nog geheel iets an- ders, wanneer de ijzeren noodzakelijkheid het geldverlies veroorzaakt, of wanneer de totale ineenstorting van de economische verhoudingen, zooals thans in Duitschland, daarvan de reden is. Dan wanneer men wordt uitgenoodigd vrijwillig van zijn bezit tingen afstand te doen. Ja als het moet, dan moet het in vredesnaam. Maar om dit te offeren onverplicht, daarop zouden velen ruw zeggen: „lk kleed mij niet uit, voordat ik dood ben". In ons land zijn tegenwoordig de menschen al bevreesd voor de hooge belastingen, die men moet betalen en zijn velen tegenstan- ders van overheidsmaatregelen, die veel geld kosten, omdat anders de belasting eens mocht worden verhoogd. Iedere ambtenaar is wars van salarisver- mindering, iedere arbeider is tegenstander van verlenging van arbeidsduur of verlaging van het uurloon en iedere zakenman is be vreesd, dat het in zijn affaire minder zal worden. De geldbelegger is in zorg voor zijn effecten en de landbouwer vraagt hoe het met de korenbeurs gaat. Zoo is in elken stand of kring onzer maatschappij een zucht om het toCh vooral niet minder te krijgen. Zouden wij kunnen veronderstellen, dat er dan velen zouden zijn, die al hun goederen zouden willen verkoopen en uitdeelen? Ook zij, die tot de weinige gelukkigen behooren, datzij zoo rijk gezegend met aard- schegoederen zijn, dat zij niet de helft van hun inkomen verteren, zullen terugschrikken voor het denkbeeld, dat zij een groot ka- pitaalverlies zouden kunnen lijden. Het denkbeeld van vermindering beangstigt ook hen. Ach zelfs als men met zijn eene voet reeds in het graf staat, wordt nog iets los- gelaten. Ook al weet iedereen, dat geld slechts een tijdelijk aardsch bezit is, toch bewaart ieder het krampachtig. En hoe zij ook menigmaal Christus' raad hebben vernoinen: Vergadert u geen schat- ten op aarde, toch doet vrijwel iedereen daartoe zijn best, zoo niet in 't groot, dan toch in't klein. Want letwel: dit betreft niet alleen rijken of kapitalisten, dit betreft iedereen. Behoudens de zeer zeldzame uit- zondering van idealisten, die daartoe door hun religieuze overtuiging worden aange- spoord, is er niemand, vooral als hij een gezin heeft, die er de voorkeur aan geeft om iederen dag voor het zijne te laten zor- gen boven een min of meer verzekerd en rustig levensbestaan. Christus heeft eens gezegd: „Wie twee kieederi bezit, geve er ben aan wie niet be zit". Hoe mooi zulk een woord ook wordt gevonden, niemand past het toe. Echter wij zouden ons zeer vergissen, indien wij meen- den, dat zoo iets Mammondienst ware. Want er is groot verschil tusschen de zucht om eenig bezit te hehben en wat inderdaad Mammonistische begeerte is. Dat laatste is: zich aardsche goederen te verschaffen zon der te vragen door welk middel, dat goed wordt venmeesterd, n.l. wanneer dat ge- schiedt ten koste van eer en fatsoen, als het onrechtmatig wordt verkregen of aan een ander door list of door overmacht wordt ontroofd. Wat de rijke jongeling niet vermocht te doen, hoewel daaraan voor hem zijn zalig- heid zou zijn verbonden, dat js in den loop der eeuwen sinds het Christendom 'oestond, slechts een hoogst enkele maal toegepast. Slechts de edele Franciscus van Assis'i, door de Kath. kerk heilig verklaard, de sfichter van de orde der Franciscanen, en r.og en kele andere geloofshelden waren tot een dergelijke zelfopoffering bekwaam. De raad door Christus aan den rijken jongeling gegeven was dan ook stellig be- doeld als een persoonlijke. Wie er even over nadenkt, begrijpt terstond, dat Christus niet bedoeld hebben kan, dat ieder die de zalig- heid wilde deelachtig worden, zijn bezittin gen moest wegschenken en bezitloos wor den. Want niet alleen kan dit middel niet door alien worden toegepast, omdat dit slechts verplaatsing van bezit zou betee- kenen, maar ook zou dit beteekenen zulk een ontwrichting van het maatschappelijke leven, dat daardoor een chaos zou ontstaar. Zoo ooit dan zien wij immers thans in Duitsch land de schrikwekkende gevolgen van de vernietiging der geldswaarden. Houden wij dit in het oog, dat deze raad een peroonlijke was, dan behoeven wij ons niet bezorgd te maken, omdat wij dien raad, die ons niet geldt, niet hebben opgevolgd, om dat wij het niet konden." Let wel: omdat wij het niet konden! Om dat die raad slechts kan worden opgevolgd door hem, die zich van het gezinsleven los- maakt en zich dwingt een zwerver te wor den, die in elk opzicht afhankelijk is van de goedgeefsheid zijner medeburgers. Kort ge- leden heeft een vroom Christen in Indie zulk een leven geleid: de Sadhoe Soendar Sing1), den inlander die van het heidendoni tot het Christendom bekeerd inderdaad alles op- gaf, zijn familie en zijn rijkdom, ook zijn rust en veiligheid.. Die voortaan een zwer- vend Christenprediker was, overal zich met levensgevaar wagende om het evangelie te verkondigen, die de felle haat der Tibetha- nen niet achtte en ongetwijfeld met grooten zegen heeft gearbeid als prediker. Doch reeds is hij vermoond. Zijn levenstaak nam reeds een einde. Slechts hij kan tot zulk een zelfopoffering de kracht hebben, die daartoe door God wordt geroepen. En als wij het erkennen, dat wij den raad: „Verkoop al wat gij hebt en geeft het aan de anmen" hebben be- schouwd als een kostelijk woord, maar dat wij niet in toepassing brachten, omdat wij het niet konden, welnu dan ligt daarin ook opgesloten: dat God ons persoonlijk heeft opgeroepen tot een andere levenstaak. God heeft slechts de noodige kracht aan hem, dien Hij uitverkoos tot Zijn dienstknecht. Wij kunnen ons iiet losmaken van onze inenschelijke eigenschappen. En daaronder behooren twee van groot gewicht, omdat zij juist oorzaak zijn van de steeds voortgaande ontwikkeling van ons geslacht: onze zucht naar zelfbehoud en onze zucht naar bezit. Eigenschappen, die wij aantref- fen evengoed bij den primitieven rr.ensch, die leefde in den aanvang der menschheid als bij den hoogst ontwikkelde uit onze dagen. Juist door deze beiderlei zucht is dezt wereld opgebouwd tot de prachtige maat schappij van tegenwoordig. Die maatschap pij moge een groot nadeel vertoonen in de geweldige uiteenlooping van het bezit. In- zonderfieid zien wij in de laatste maanden, dat het ingewikkelde raderwerk van deze menschelijke machinerie niet goed meer werkt, omdat blijkbaar enkele raderen defect geraakt zijn. Maar dat neemt niet weg, dat het imposante beeld, dat het groote stads- leven vertoont evenals het idyllische beeld van het landelijk leven te voorschijn geroe pen is juist doordat de menschen eeuw in eeuw uit hebben gepoogd te verzamelen en te sparen, niet alles op te maken. Uit de reserves door spaarzaambeid gevormd, is alles in stad en lande opgebouwd. En nu is dit het eigenaardige bij de men schen, dat zij niet meer willen missen wat zij eens hebben verkregen. Wij willen de ge- makken des levens, die wij verworven heb ben, niet meer prijsgeven. Daarom is het veel gemakkelijker arm te zijn, omdat men altoos arm was en niet weet wat rijkdom beteekent, dan arm te worden en te verliezen wat men had. De blind geborene is lang niet zoo ongelukkig als de blind gewordene. Onze grootvaders leefden zonder al het ge- mak, dat wij genieten door verbetering van verkeersmiddelen, door tal van uitvindingen, vooral die berusten Dp toepassing der elec- triciteit. Zij waren er even gelukkig om, zij wisten niet, ja vermoedden zelfs niet, dat allerlei zou worden uitgevonden, waarvan wij profiteeren. Maar nu wij al die gemak- ken bezitten, zouden wij ze niet meer willen missen. Daarom juist is bet voor een beschaafd volk iets ontzettends; als de welvaart ver- dwijnt en geheel de samenleving in elkaar stort, waardoor de roeger genoten zeker heid van bestaan velloren gaat. Onzettend, omdat het noodwendig gevolg is, dat die maatschappij demofaliseert. Opgekropte haat en wanboop van vele mlllioenen, tien- maal grooter dan onze bevolking. De Nemesis, de engel der wrake, teistert vrij wel heel Europa. De hongersnood zal groot worden over onze Oostergrenzen. De toe- komst is in de hand des Heeren. Uit de chaos van thans schept Hij straks een nieuwe orde. T. g. T. EEN AMERIKAANSCHE PERSSTEM OVER HET OPTREDEN VAN MINISTER COLIJN EN DE VLOOTWET Do New York Times van Vrijdag had een lang hoofdartikel: De Nede.-landscho financien en1 de vioot, waarvan de N. R, Crt de volgende samenvatting geeft: De heer Colijn, die aan het hoo.fd van het ministerie van Financien gekomen is, nadat de heer De Oeer was afgetreden, aldus het blad, wordt) gezegd evenzieer te streven naar bezuiniging, als naar het bouwen van een vloot en zal z'n doel niet zonder moeilijkheden bereiken, al zullen die ook niet zoo groot zijn als van radicale en socialistische zijde wordt voorspeld. De heer Colijn is, uit hoofde van de par- tij, waartoe hij behoort, als vanzelf spreekt. bij de socialisten niet gewild, maar dat is niet zoozeer een reden tot opgewonden- heid, als zijn relaties met de petroleutn- industrie, die den sooalisten aanleiding ge ven te spreken van een „olicvloot,", be- stemd om de Nederlandsche en Engelsche belangen te bescherm.en tegen een Ameri- kaanschen aanval. Een dergelijke interpretatie gaat te ver. De Amerikaansche protesten ter zake van de Djambi-concessie willen toch zeker niet zeggen, dat Amerika Engeland den oor- log zou willen verklaren, om deze velden te krijgen, als sommige opgewonden Ne derlandsche dagbladscnrijvers schij\ten te- denken. Zeker is de heer Colijn niet van die meening. Als een van de beste kolo- niale specialiteiten, met lange ondervinding in het Verre Oosten, ziet hij vooruit naar de uiteindelijke autonomic van Oost Indie, onder de Nederlandsche Kroon, hoewel het nauwelijks te verwachten is, dat de infiooit lingen In de eerste tientallen jar en daartoe geschikt zullen zijn. Als man van de practijk weet hij1, dat rijke bezittingen van een klein land aan den anderen kant van de wereld niet steeds veilig zijn. In 1922 en 1913 heeft hij het Nederlandsch leger he 1 pen versterken, welk leger in den grooten oorlog de Nederland- scne neutraliteit heeft beschermd. Het zou niet onbegrijpeli.'; zijn als Co lijn inzag, dat in geval van oorlog een Zuidzeevioot met Soterabaya als basis oolc weer andere mogendheden ervan zou kun nen laten afschrikken Nederland t® dwin- gen partij te kiezen, of, indien het slim1- ste gebeurde, Nederland in staat zou stel- len partij te kiezen met een soortgelijjc be- slissend resultaat als van Roemenie te Plewna j I ;f| I Het is waar, er zijn p e tro te u m t e r re in en in Nederlandsch Indie en Colijn en ande ren, zoowcl als het volk in het algemeen .hebben belang bij hun behoud. De sociaus- ten zeggen, dat er geen „volk" is. Het proletariaat heeft niets t£ verliezen, dan zijn aanspraken. Maai- zelfs onder de socia listen zijn er sceptici. Op socialistisfche! betoogingen ziet men borden en doeken met het opschrift: „Welke zijde zal Neder land kiezen Tn den komenden oorlog?" Het zou echter juister zijn te vragen hoe (tfederland uit den komenden oorlog zal blijven, als deze zich om den Grooten Oc«- aan afspeelt. Waarschijnlijtc komt er geen Zuidzeeoorlog. In ieder geval is er uiets wat wijst op een Engelsch-Amerikaanschen oorlog over de petroleumterreinen op Djambi Het Viermogendhedenverdrag geeft min of meer e®n waarlborg dat er geen overhaaste oorlog uit zal breken bij ongeluk, zonder dat vooraf een poging is gedaan tot een internationale oplossing van de aanhangige vraagstukken en geen enkel land zal op hoi siaan als Gostenrijk en Duitschland in 1914 Wat de marineverdra- gen betreft, bestaat er geen twijfel aan hun beteekenis. De Amerikaansche maritieme actie zal feitelijk beperkt zijfn tot de wateren ooste- lijk van Hawai, de Britsche maritieme actie tot de wateren bewesten Singapore. De bepalingen van de te Washington tot stand gekomen verdragen hebben er veel toe bijdragen een goede gezindheid te be- vorderen aan weei szijden van den Stillen Oceaan zooal niet aan weerszijden van het Kanaal. De Japansche regeering, onder leiding van admiraal Kato, handelt eerlijk in den geest van de verdragen, en de geest van imperialisme in Japan is klaarblijkelijk aan het verflauwen Niettemin is het duidelijk dat de verdragen Japan den machtigsten staat in Azie en de Aziatische wateren laten blijven, tenminste tot tij^d en wijlen Rusland zich zal herstellen. Dit zijn de politieke en strategist® fei- ten, waarop de Nededanders hun vlodtpoli- tiek moeten baseeren. Uit de Haagsche telegrammen valt af te leid-en, dat de Ka- tholieken het vlootontwerp zullen stteunen. In samenwerking met de antinevolutionaii en kunnen zij het waarschijnlijk aangenomen krijgen. Dit te doen 'en tegelijlkertijd de bezuiniging in de financieele huishouding baar beslag te doen krijgen, zal de moeilijk- ste taak zijn, waarvoor de nieuwopgetre- den Minister van Financieji zich gesteld ziet. DE BEGRAFENIS VAN J, T, CREMER Onder overgroote belangstelling heeft Donderdaginiddag op Westerveld de be- grafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van den heer J. Cremer, oud- minister van Kolonien en oud-gezant te Washington. Van de aanwezigen vermelden we de minister De Graaf en Colijn. Namens den Minister van Buitenlandsche Zaken was .del »*cretaris-generaal, jhr, mr. .A. M, -Snouck Hurgronje gekomen. De Koningin werd vcrtegenwoordigd door den kamer- heer in buitengewonen dienst, jhr. 'C, 3C. 1Six, prjns Hendrik door zijn adjudant, kapitiin jhr Laman Trip, Voorts merkten we op tal van leiders van Indische cut- tuurondirnemingen, banken, handelslicha- men, enz., veriegenwoordige,-s van dc spoorwegen en den scheepsbouw te Am sterdam, enz. Vcrder vele autoriteiten, ora- der wie mr. dr. W. F. van Leeuwen, vice- president van den Raad van State, burge meester De Vlugk de oud-burgemeestcr van Haarlem, jhr. J. W. G. Boreel van Hogelanden, de burgemeesters van Bloe- mcndaal en Velzen, oud-minister Idenburg en vele bekenden uit de Indische kringen. Een schat van kransen dekte de baar e,i was bezijden het graf neergelegd. De Ko- inmgin had een krans van witte rozen on groene bladergrond gezonden, op de witzij- den linten stonden gouden gekroonde W's. Het woord word het eerst geyoerd door- minister Colijn namens de regeering na- mens den heer Idenburg, en namens zich- zelt, als oud medelid in de Eerste Kamer. Spr. gaf een uitvoerig overzicht van Cre- mer's Indische joopbaan en legde daarna zeer stcrx de.i nadruk op zijn werk als gtzant te Washington. Misschien ligt daar wel de grootste dienst, wel'ken Cro mer aan zijn vaderland heeft bewezen Vervoigens spraken dr. Van Aalst, dr.C. w. Janssens en ds. van den Bergh van Eysinga (De heer Herbert Cremer dankte voor dc laatste zijn vader bewezen eer. de RiJKSMIDDELEN IN JUL1 1923. De opbrengst der rijksmiddelen (hoofd- som en opcenten) over de maand Juli 1923 bedroeg f 34.656.686 tegen 41.323.732 over de maand Juli 1922. Het een twaalfde gedeelte der raming over t geheele jaar bedraagt 33.787.916. We laten hier onder volgen de opbrengst over de eerste zeven maanden van 1923, vergeleken met die over de eerste zeven maanden van 1922. Grondbelast. f 11.077.548 f 10 324 386 Personeel 9.564.844 7.136.392 Inkomstenbei. 71.164.665 78.C99.312 Div. en Tant. 8.282.873 7.045.463 Vermog.bel. 6.020.865 ✓10.178.603 buiker 23.102.123 28 947.515 W'jn 1.048.195 1.313.276 Gedistilleerd 28.618.830 34.377 663 Zout 821.541 797.686 S'er 2.806.574 2.384.994 Geslacht 5.924.586 5.325.213 Tabak 9.822.031 1.910.281 Bel. speelk. 53.479 44.086 Zegelrechten 10.225.525 10.335.561 Registratier. 10.906.697 11.929.086 Successierecht 27.714.398 23.326 083 Invoerrecht 19.810.071 22 139885 Goud, zilver 540.171 515 460 Bezaailoon 603 636 Statistiek 10930.126 1.945.195 Domeinen 1.317.053 1.108.998 Staatsloterij 419.818 417.362 Jacht, visch. 172.617 194 590 Loodsgelden 1.604.162 1.614 231 Mijnrecht 334.914 353.980 De opbrengst over de maand Juli '23 der oorlogswinstbelasting was minus 1.066.790. De opcenten, geheven ten bate van het Leeningsfonds 1914, gaven over Juli een op brengst van 7.588.608, tegen 11.472.288 in Juli '22. Over de eerste zeven maanden brachten deze opcenten op 64.234.470 tegen 75.563.397 in de eerste zeven maanden van '22. De ernst van den achteruitgang zal nu wel niet meer ontkend worden, schrijft de M. Crt., door hen, die zoo lang beweerden, dat de kwade voorspellingen overdreven waren. Hoewel in de eerste zeven maanden de tabaksaccijns 8 millioen meer, en de succes- sie 4 millioen meer opbrachten dan in die periode van '22, dus samen reeds 12 mil lioen meer, is de totaal-opbrengst in die periode reeds 5 millioen ten achter gekomen, in weerwil van de ruimere opbrengsten in de eerste vier maanden. En daarbij is dan nog dit op te merken, dat de inkomstenbelasting (blijkens in de St.crt. vermelde splitsing) onder haar op brengst nu nog 15 millioen te boeken had van vorige dienstjaren en 55 millioen van '22'23; terwijl een jaar geleden van de toen in zeven maanden ontvangen 78 mil lioen, slechts 6 millioen waren van vorige dienstjaren en 72 millioen van het toen af- geloopen dienstjaar. Dat verschil beteekent des te meer, omdat in de nu nagenoeg nog niet geinde belasting over '23'24 zich de aanzienlijke loonsvermLndering van 1922 zal weerspiegelen. Aandacht verdient het ook, dat de opcen ten ten bate van het leeningsfonds 1914 zoo aanzienlijk daalden: 75 millioen in de eerste zeven maanden van '22; en 64 millioen in dit jaar. Dat beteekent een aanzienlijk min- dere aflossing van de staatsschuld, dus ook een blijvende rente voor die 11 millioen. DE BARKERS EN DE JUBILEUM!- FEESTEN. De Minister van Arbeid heeft; goedge-> vonden: dat in het tijdvak van 20 Augustus tot en met 23 September a s, in broodbakkers- onderneming-en, jn vedband met de fees- ten ter vieiing van 't rtegeeringsjubileum van de Koningin, arbeid wordt verricht als volgt: j Ill's#,1 a in de gevallen, dat op een dag, waar-. op in de gemcente feestelijkheden als bo- venbedoeld plaats vinden, in een brood- bakkersonderneming niet gebakken en niet bezorgd wordt, mag in of voor de brood- - bakkerij op den voorafgaanden dag, ar beid worden verricht, volgens de regeling, die op de arbeidslijst voor den Zaterdag resp. voor den dag, voorafgaande aan den Sabbath, is vermeld; b in de gevallen, dat op een dag, waar op in de germ en te ieesteiijkhedcn ais bo- venbedoeld plaats vinden, in een broodbak- kersonderneming wel gebakken of bezorgd wordt, mag: lo. in de broodbakkerij alle bakkersar- beid twee uren vroeger aanvangen dan in gevolge de artt 35 en 36 der Arbeidswet 1919 voor dien dag is toegestaan; 2o het in die ondememing na 8 uur n m van den vorigen dag gebakken of op- gewarmde deeg of brood van 7 uur v.m, af uit het gebouw met aanhoorigheden. waarin zich de brozdbakkerij bevindt, wor den ver voted en van 8 uur v,tn, af worden verkocht of afgeleverd. HET TEKORT OP DE STAATS BEGROOTING. Het „Vad" noemde het tekort op de begrooting voor het volgende dienstjaar 12,/99,477,95 gld. en het tekort op de ouderdomsverzekering 12 millioen. De „Rsb." vennoedt dat Het Vad," hier abuis is en een cijfer publioeert, dat wel eens bestaan heeft, maar reeds lang weg- gewerkt is. De thans afgetreden minister van Finan cien noemde aan de Rsb enkele dagen voor zijn aftreden het tekort op 140 mil lioen, niet ten voile meer. En toen was men, zoo verzekerde hij; nog aan het besnoeien, zoodat ook het cijfer 140 millioen nog te hoog was. Is het blad goed "ingelicht, dan zijn na dien tijd nog verschjllende subsidies ge- schrapt, waaronder dat van de drankbestrij- ding, dat vorig jaar reeds belangrijk ver- minderd was DE DIENST OR 5 SEPTEMBER, De directeur-generaal der posterijen en telegrafie maakt bekend, dat op 5 Sep tember (bid- en dankdag, in verband met het regceringsjubileum van de Koningin) de post-, telegraaf- en telefoonkantoren en hulpkantorcn, alsmede de post-, telegraaf- en telefoonstations van 9 uur v.m. tot 1 uur n,m, gesloten zullen zijn, met dien ver- stande, dat kantoren, welke te 8,30 uur v,m, openen, dien dag te 8 uur v m, wor den opengesteld, en dat hulpkantoren en stations, welke te 8,30 of 9 uur openen, zoo mogelijk eveineens te 8 uur geopeind zullen zijn Van 1 Uur n,m, af geldt, althans voor den telegraaf- en telefoondienst, voor alle kantoren, hulpkantjoren en stations ver- der de gewo-ne openstelling als op werk- dagen Uitgezonderd van deze regeling zijn de kantoren Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, welke voor den telegraaf- en tele foondienst, benevens de post-, telegraaf- en telefoonkantoren Hoek van Holland, IJmuiden en Vlissingen, welke voor den telegraafdienst doorloopend opengesteld blijven De bureelen van de locale rijkstelefoon- netten zullen op 5 September tusschen 9 uur v.m. en 1 uur n.m geopend zijn als op Zon- en fecstdagen. (Stct.) HET ZEERECHT Uit Stockholm wordt gemeld: De con ference van de internationale commissie voor het zeenecht is Woensdag te Gothen- geopend Aanwezig wanen afgevaar- digden van Belgie, Denemarken, Engeland# Frankrijk, Duitschland, Nederland, Italie. Japan, Noorwegen, Polen en Zweden. De Zweedsche ex-minister Eliel Lofgren wercf tot voorzitter gekozen, tot ondervoorzit- ters werden gekozen o,a, Sir Norman Hill en Sir Alan Anderson, Engeland; dr. C,- D Asser, Holland en Francisca Berlingieri, Italie EeN NIEUWE POSTZEGEL Binrienkort zal worden uitgegeven een nieuwe postzegel van 35 cent, die kan die- nen voor de fi-ankeering van aangetee- kende brieven van enkelvoudig gewicht voor het buitenland. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN. maken, ingevolge het bepaalde bij art. 6, sub. 2 laatste alinea der Warehwet bekend, dat door het Kantongerecht alhier zijn veroordeeld 1. WILLEM MOERMAN, Noordstraat 93, tot 100,— boete subs. 6 maanden hechtenis, wegens het verkoopen van ondeugdelijke waar (brood met een te laag gehalte aan droge stof). 2. MARIA GRIEP, huisvrouvv van J. F. van Kehk- voorde, Tholensstraat 106, tot /200,boete subs. 6 maanden hechtenis, wegens het verkoopen van ondeugdelijke waar (melk waaraan water was toegevoegd). Ter Neuzen, 20 Augustus 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HU1ZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen, ingevolge artikel 12, eerste lid der Drank- wet, ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoek om verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank, van IDA MARIA HAMERLINCK, weduwe van Edumon- dus Gijsel, zonder beroep, wonende alhier, voor het voorlokaal van het perceel, Aelsche straat 49. Binnen twee weken, nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen v/in dit verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders inbrengen. Ter Neuzen, 20 Augustus 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA. Burgemeester. B. I. ZONNEVULLE, Secretaris. Hij werd g-eboren in 1889, bekeerd in 1903, predikte in Nederland in 1922, en werd voorjaar 1923 in Tibeth vermoord. f 253.284.353 f 258.365.958

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1