ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN.
No. 7489.
Vrij dag 10 Augustus 1923.
63e Jaargang.
Charles Kingsley.
BINNEHLAND.
BUITENLAND.
-sm
III.
Wij hebben cms reeds op enkele punten,
waarop wij eeri denkbeeld krijgen konden
van Kingsley's godsdienstige overtuiging,
geplaatst. Ten slotte mogen hier nog enkele
korte aanteekeningen volgen uit een gesprek
van Lancelot en zijn Mentor in Yeast, vol-
gens de vertaling, die wij in't bekende werk
van De Vries vinden.
oote bewondering voor
vriend Tregrava, een
Lancelot zelf toestemt
een schat, waarvoor hij,
ennis, ja zijn leven over
rava weet in elk geval
zooveel van God, dat het toereikt om hem te
maken tot iets wat Lancelot niet is. En nu
komt Mentor met de vraag, of Lancelot zijn
vader niet zoti kennen, gesteld, dat hij hem
eens ontmoet, met hem gesproken en hem
liefgekregen had, zonder te weten, dat die
persoon zijn vader was. Ja, zegt Lancelot,
maar't gewichtigste, n.l. dat hij mijn vader
is, zou mij verborgen blijven. Mentor laat
zich niet van zijn stuk brengen: Zou dat wel
't voornaamste zijn? Is't niet veeleer't voor-
naamste, dat hij wist, dat gij zijn zoon
waart, dat hij U pndersteunde, leidde, op-
voedde, al waart gij er U niet van bewust?
Hij vraagt dan aan Lancelot of hij er zich
eigenlijk ook niet zeer goed van bewust is,
dat iemand zich op dergelijke wijze om hem
bekommerd heeft. En dat kan Lancelot niet
ontkennen.
Een eind verder zegt Lancelot, dat hij zou
wenschen, dat God zich eenvoudig open-
baarde door zich te ontsluieren. Dat ver-
langen hij stemt zelf toe, dat het nog al
erg eerzuchtig is is bij hem opgekomen
bij het lezen van een boek „Zalig Visioen",
waarin werd beweerd, dat het hoogste geluk
voor den mensch is: God te zien. Hij kan
dat niet gelooven, maar betreurt de onmoge-
lijkheid daarvan wel. Mentor antwoordt
dan geheel in Kingsley's geest:
Wat spreekt gij over onmogelijkheid? Het
mogelijke ziende, ziet gij genoeg. Het Onge-
schapene is niet anders waar te nemen dan
in het geschapene. Het Oneindige is te zien
in het Eindige. Ook de pasgenoemde Tre
grava pretendeert niet meer te zien dan dit.
Ook hij ziet niet anders dan in zijn eigen
gedachten, in zijn menschelijk bewustzijn en
in de gebeurtenissen en toestanden der
wereld random hem afgebeeld in den spiegel
van zijn geest. Waar anders zoudt ge hem
widen zien dan in uzelf en in de wereld?
Deze alleen zijn voor u kenbare zaken. Hij
heeft zich daarin aan U vertoond, gij hebt
Hem reeds gezien, maar omdat gij den naam
niet weet van hetgeen gij ziet, of liever: om
dat gij het zichtbare niet erkent als open-
baring Gods, daarom verbeeldt ge u dat die
niet bestaat. Hebt gij dan niet gezien, al-
thans in uw verbeelding, een menschelijk
ideaal, veel meer dan een Engel, den vol-
maakten mensch, den volmaakten man?
M" A dat Ideaal der memsChheid dan niet
zelf persoon zijn? Hoe kan hij anders de
ideale mensch wezen? En wat is de eigen-
aardigste hoedanigheid des menschen? Is
het niet, dat hij alleen van alle schepselen de
zoon is met een vader dien Hij lief heeft en
gehoorzaamt. Moet dan de ideale mensch
ook niet zoon wezen? En is 't niet 't ken-
merk des menschen een geest te zijn in de
gedaante van vleesch en bloed? Kan het dan
wel anders, of de ideale mensch moet, een-
maal ten minste, ook vleesch en bloed heb
ben aangenomen? Wij willen alleen nog
het slot van dit gesprek mededeelen:
Als Mentor zegt: Gij moet ledig zijn, als
God u zal vervullen, antwoordt Lancelot:
Niets weet ik, niets kan ik; ik hoop ik
vrees ik ben niets. En gij wenscht iets te
verkrijgen, zegt Mentor, maar tot welk
doel? Om groot, machtig, beroemd te wor
den? Neen, mijn eenig streven is, op mijne
plaats te komc-n, mijn bestemming te berei-
ken al ware die slechts schoorsteenveger te
z;jn! En dan nog dit: een klein, klein hoekje
van het heelal te hervormen zonder daarvoor
gepxezen of bedankt te worden. Ja, ik zou in
spot en miskenning kunnen berusten, zoo ik
Slechts het bewustzijn had, door mijn daden
geboet te hebben voor de zondeIk wee'
genoeg viel Mentor hem in de rede, ga mee,
maar wees nog eens gewaarschuwd, gij
zult niets nieuws hooren, slechts zien het
geen gij en alle menschen reeds lang weten.
Wij houden er geen nieuwe geloofsbelijdenis
op na, het oude geloof is voldoende. Wij
hebben slechts het onderwijs der eeuwen
gevolgd en er in toegestemd van geslacht
tot geslacht te worden opgebouwd tot een
levenden tempel, welks fondament reed's ge-
legd is, en dat fondament is Jezus Christus.
Over Kingsley's liefde voor en dwepen
met de Natuur spraken wij reeds even. Dat
hij hooge achting heeft voor de weten-
schap, verwondert evenmin. Wisten wij het
niet, we zouden het uit zijn intienie vriend-
sohap met Darwin en Carlyle hebben kun
nen opmaken. Hij heeft eerbied voor de
wetenschap, maar zij is waanwijs en hij ge-
loovig. Hij is ziich bewust als geloovige op
vasteren en meer verheven bodem te staan
dan zij. Opdat zijne ingenomenheid met de
wetenschap volmaakt worde, stelt hij haar
als voorwaarde, dat zij, veel wetende, en
veel ziende, erkenne bekenne, niets te weten
en het Augustinus nazegt: Omnia exeunt in
mysterium. (Alles loopt uit op een myste-
rie).
De kunst staat bij hem niet minder hoog
aangeschreven. Kunst en schoonheid zou
zijn: van de aarde, aardsch? Integendeel,
zegt Kingsley, zij zijn voor sommigen de
eenige wegen ten hemel. De dweper met
schoonheid ontwaart een geheimzinnig ver-
band tusschen stoffelijke en geestelijke
schoonheid en is het met de Romeinen eens,
voor wie „mundus" zoowel ,,rein" als
„schoon" beteekent. Daarom zijn al zijn
helden en heldinnen schoon, en zijn al zijn
lage karakters met een leelijik liohaam be-
hept. Daarom ook acht hij de zorgen aan het
uiterlijk besteed, zoowel wat lichaamsbouw
en gezondheid, als wat manieren en kleeding
betreft, van zoo groot gewicht.
De dweper met natuurlijkheid, mensche-
lijkheid en democratic verlooohent zich ook
daar, waar-het kunst geldt, niet. Hij is voor
realisme, maar daarom nog niet uitsluitend
of in de eerste plaats voor het leelijke of
sledite. Het leelijke en slechte behoeven wij
geenszins als de hedendaagsche realistcn
te zoeken en te vertoonen, wij loopen dat
dikwijls genoeg tegen het lijf. Maar wij
moeten ons oog oefenen om het schoone en
goede te ontdekken.
Dat schoonheid het sacrament is en liefde
de poort des hemels, dat ook dat, wat het
genotvolst was, tevens is gebleken het rein-
ste te zijn, bekent Kingsley van zijn vrouw
te hebben geleerd. Overal in zijn werken
stelt hij de vrouw voor als uitdeelster aller
beschaving, als bezielster van den man,
wiens ideaal zij is. Liefde is ,,het toppunt
aller gelukzaligheid, de wekster van alle
gezang".
In al zijn werken houdt Kingsley zich met
ridderlijke en artistieke voorliefde bezig met
de vrouw, en teekent ons haar in de meest
versChillende ,r»;edaanten. In Hypatia: zij, de
Romeinsche, discipline van Plato, walgend
van materie, plebs en huwelijk, type van
hoogmoed en egolsme. Pelagia, de Griek-
sche Bacchante, naast Rebecca, de sluwe
Jodin, handelaarster in vrouwen en sieradien
en ondanks dat alles toch de edelere trekken
van haar Joodschen aard vertoonend in haar
weergaalooze liefde voor haar zoon. Ten-
slotte nog Victoria, de Christelijke jonk-
vrouw, die door de macht van reinheid, on-
■bewuste gratie en stille plichtsbetrachting
den cynisohen Raphael temt.
Maar wij gaan eindigen. We kunnen niet
meer spreken over zijn democratische neigin-
gen, hoewel ook deze onzebelangstelling ten
zeerste verdienen, ook hier 'n waardeeren
van den minderen man, en graag een lans
breken voor de hoogere standen, een ijveren
voor de meest liberale denkbeelden naast
blijken van sympathie voor oudere uitleg-
gingen en gebruiken van het aristocratisch-
episcopaalsche Engeland.
Wij hebben de kennis gemaakt of her-
nieuwd met een man van contrasten maar
tegelijk uit een stuk, n.l. in dezen zin, dat
er bij hem volkomen consequentie is tus
schen zeggen en doen, weten en handelen,
zoodat geheel zijn bestaan doortrokken is
van een en denzelfden geest. Het kortste
woord en de geringste daad zijn bij hem
karakteristiek.
Eindigen wij met een woord van den be-
roemden Max Muller, die Kingsley's trouwe
vriend was:
,.Het is gewoonte, als een schrijver of
dichter sterft, te zeggen: 's Mans beste deel
bleef ons over in zijne werken. Niet alzoo
bij Kingsley: diens leven en geschriften
vormen een geheel."
HET MINISTERIE VAN FINANCIEN.
Het Nederl. Correspondentiebureau in
Den Haag meldt:
Naar thans kan worden meegedeeld, kan
eerlang de benoeming van den heer H.
Colijn, oud-Minister van Gorlog, lid der
Tweede Kamer, tot Minister van Financien
worden tegemoet gezien.
HET REGEERINGSJUBILEUM VAN DE
KONINGIN.
De regeering heeft tot de kerkgenoot-
schappen van alle gezindten hier te lande't
verzoek gericht, op Woensdag 5 September
de 25jarige regeering van de Koningin op
pleohtige wijze kerkelijk te herdenken.
DE ZOMERTIJD.
Het moet in de bedoeling van de regeering
liggen, den zomertijd in Nederland te doen
eindigen tegelijk met het einde van den
zomertijd in enkele andere landen, waar-
schijnlijk tusschen 6 en 8 October.
BRUTAAL.
Naar men aan de Avp. meldt, heeft de
voortvluchtige kapitein der mil. adm. K. R.,
den Minister van Oorlog een schrijven doen
toekomen, waarin hij meedeelt zoo vrij te
zijn geweest, zijn pensioen voor de eerste 11
jaren inede te nemen. Het na dien termijn
hem toekomend pensioen, schenkt hij in dit
geval aan den Staat.
VLOOTWET EN BEZUINIGING.
Op de vragen van de raadsleden Mullens
en Van Bommel of B. en W. van's Graven-
hage in zake het verschil van inzicht ten
aanzien van de uitvoering van voor s Rijks
schatkist kostbare plannen, die den Miniser
van Financien aanleiding gaven, zijn arbeid
niet voort te zetten, geen redenen vond ons
hetzij afzonderlijk, ihetzij in overleg met de
besturen der groote gemeenten van Neder
land tot de Regeering een woord van waar-
schuwing te richten op grond van de door
de Regeering zelve aan de gemeentebesturen
in overweging gegeven bezuiniging, heb
ben B. en W. o.m. geantwoord, dat zij op
het standpunt staan, dat het gemeentebe-
bestuur als regel zich niet moet wenden tot
de Rijksregeering over onderwerpen, die
slechts zijdelings verband houden met de
huisihouding der gemeente.
Huns inzien zou de vraag kunnen
rijzen of een desbetreffend verzoekschrift
aan de Regeering, met het oog op art.
8 van de Grondwet, dat het recht van wet-
tig bestaande lichamen om verzoekschriften
tot de bevoegde macht te richten, beperkt
tot onderwerpen tot hun bepaalden werk-
kring behoorende, wel toelaatbaar is.
B. en W. antwoorden dan ook ernstig
een inmenging van de zijde der gemeente in
deze zaak, die de Regeering met de volks-
vertegenwoordiging heeft te behandelen.
GEVOLGEN 43ER VLOOTWET.
tiet Twwle. K imerlid Hugenholtz heeft
aan den Minister van Marine gevraagd:
Wil de Minister aan de Kamer mededee
len, hoe groot het aantal is dergenen, die
tot op het oogenblik van de ontslagaanvrage
van den Minister van Financien, dus voor
de bekendwording van het besluit van den
Ministerraad tot behandeling der Vlootwet
op korten termijn, zich hebben aangemeld
voor de verschillende opleidingen der ma
rine, dan wel om opnieuw, op grond van
reeds vroeger behaalden rang of stand, bij
de marine dienst te nemen en kan de Minis
ter ter vergelijking eenzelfde opgave ver-
strekken voor de drie aan genoemd tijdstip
voorafgaande jaarperioden?
DE TOESTAND.
Woensdag zou het Engelsche kabinet bij-
eenkomen om te beslissen over den da-
turn «n de vvijze van openbaarmaking dec
tusschen de GeallLeerden gevvisselde nor
ta's, en over de antwoorden aan Parijs,
Brussel en Rome, die Baldwin een laat-
ste poging heeft genoemd om tot een ver-
gelijk te komen. Te elfder ure is echter
de kabinetsraad uitgesteld tot Dondirdag
omdat er, naar de diplomatieke medewer-
ker van de Daily Telegraph meedeelt, ver-
deddheid onder'dc ministers heerscht over
de i te volgen koers,
Dinsdag had dezelfde rnedewerker, die
over goede bronnen in Downing Street
beschikt, u'iteengezet welken koers Bald
win en Curzon dachten te star en. „In
geen geval schreef hij zullen ze
zich in een langdurige, geheime, nuttei-
looz|e gedachtenwisseling met Parijs en
Brussel laten beb'ekken
,,Ofschoon het kabinet hef zenden van
eeti afzondcrlijke Eng'elsche nota aan
Duitschland we.ischt te vermijden, zou het
verkeerd zijn te denken, dat het ondei- geen
omstandigheden tot een zelfstandige actie
zal overgaan. Dat hangt af van de vraag
of Frankrijk en Belgie bereid zijn, aan
de Engelsche zienswijze tegemoet te ko
men." j i I
Wat de Engelsche regeering beoogde
ingeval Frankrijk en Belgie daartoc niet
tereid bleken, omschivef de rnedewerker
als volgt: Hoewel zij het tot dusver niet
dienstig heeft geacht ondanks het rap
port van de rechtsgelec rde raadslieden der
kroon van 11 April het recht van
Eelgie en Frankrijk tot bezetting van de
Rcer te betwisten, zal zij stellig het mach-
tige wapen van een beroep op het Lntcrf
nationale Gerechtshof niet uit handen ge-
veu De moeite, die Poincare doet om ons
te bewegen, de bezetting als een uitge
maakte zaak te aanvaarden, moet voor
ons juist een reden zijn daarin niet te
treden Een uitspraak van hef Hof zou te
meer gewicht hebben als de nieuws pre
sident der Ver_ Stafen werkelijk het hem
toegeschreven voornemen heeft, den Senaat
te winnen voor Amerika's toetreding tot
h*t Hof".
Deze uiteenzetting zal, schrijft de N. R,
Crthet standpunt van de twee leiden
de mannen in het 'Engelsche kabinet wel
werrgeven Ze herhaalt 't geen we
re ds wisten dat zij haast willen ma
k«n, zoo mogel'ijk een afzonderlijke actie
willen vermijden, doch er niet voor zullen
terugdeinzen als het noodig mocht blij
ken en in dat geval stappen willen doen
om het Int Gerechtshof de rechtmatigheid
of onrechtmatigheid van de Roerbezeti
ting te laten uitmaken.
Naar alien schijn agecren echter de die
hards zoo s'jerjk tegen dit plan, dat Bald
win e.n Curzon het dienstig hebben g&-
acht den kabinetsraad te verdagen. De dag
van heden zal nu wel worden gebruikt voor
een poging om de eensgezindheid te her
stellen ^Meer dan een formed herstel kan
h«t echter kwalijk worden, zoodat het
zich laat aanzien dat van dc Engelsche
actie Weinig kracht meer zal uitigaan.
De Manchester Guardian oppert zelfs
de onderstelling dat het aangekondigde wit
boek over de gedachtenwisseling tusschen
de Geallieerdcn in het oieheel niet zal uiii-
komen.
Baldwin en Curzon staan overigens niet
alleen in hun overtuiging dat er naast bij
't werk is Het Belgischc kabinet, dat zij-
nerzijds naar middelen zoekt om over het
doode punt, waarop de gedachtenwisseling
over de schadevcrgoeding is aangeland,
he en te komen, denkt er precies zoo ovci
Belgie kan niet langer wachten, want de
financiede toestand des lands, die met de
daling van den frankkoers bij den dag min
der rooskleurig wordt, eischt snel recht.
het geheele productieproces op een waarde-
houdenden grondslag. De eerste stap daar-
toe zal hierin bestaan, dat allerijksinkom-
sten, uit invoerrechten, belastingen, spoor-
wegen, posterijen, telegrafie enz. op vasten
basis worden gebracht. Dit zal onvermij-
deljjk tengevolge hebben dat het geheele
ekonomische leven zich na verloop van tpd
op dien grondslag stelt. Met de arbeiders-
loonen is dat tot op zekere hoogte al
gebeurd.
Aan de verwezenlijking van dit program
zitten intusschen nog zooveel praktische
moeilijkheden vast, dat men het best doet
zijn oordeel over de uitvoerbaarheid op te
schorten. Dr. Becker, de ryksminister van
oeconomisehe zaken, deelt alvast mede, dat
over u verschillende punten de noodzakelijke
overeenstemming tusschen de betrokken res-
sorten nog niet verkregen is." Uit indu-
strieele kringen, vooral uit de bedrijven die
voor export werken. zal ook wel oppositie rijzen
tegen het plan, dat zijn ontstaan dankt aan
de onhoudbare toestanden, die de snelle
mark-depreciatie meebrengt. Men moet het
in elk geval waardeeren als een ernstige
poging om den inflatie-mallemolen tot staan
te brengen.
Dr. Cuno he.-ft Woensdag in den Rijks-
dag d«n juisten toon niet weten te treffen,
schrijft de N R, Crt, Ofschoon de open
baarmaking van h«t financieele program
kort voor d« zitting ongetwijfeld beoog
de de fronde tegen het kabinet zachter
te stemmen en daarin ook was geslaagd.
wekte de uiting van den kanselier, dat
het de plicht van den Rijksdag is het
volk een sterke regeering te geven en haar
uit alle krachten te steunen, een zoo uit-
bundige en belecdigendc lachlust aan de
linkerzijde, dat Cuno in arren moede zijn
rede afbrak en de kwrstie van vertrouwen
s'.e de Dat was feitelijk het eenige span-
ne.ide moment in de overigens vrij saaie
bijeenkomst. De rcgeeringsverklaring be-
vat.e niets nieuws en zou zonder de gepe-
pe.de interrupties van de communisten de
aandacht van Let Huis nog minder heb-
b« l vastgehouden dan thans het geval was.
He algemeene gede t'te laat zich samen-
vatten in d? woorden .,voor Duitschland
is afwachten de boodschap" en de mede-
de.lingen over de financieele maatregelm,
die het land dat afwachten mogelijk moe
ten maken, waren al bekend. Opmerke>-
lijk was slechts de erkenning dat de re
geering ze slechts als een voorloopig red-
tniddel beschouwt, omdat herstsel der rijks-
ifnancien eerst mogelijk wordt, als ,.do
bui.e.ilandsche betrekkingen wcer gezond
Zijn geworden". Veel vertrouwen in de
geneeskracht van haar program schijnt zij
dus zelf niet te hebben Vandaar misschien
de verzekering dat de papiermark geens
zins heeft afgedaan en de in te voeren
goudrekening juist moet strekken om
haar te steunen Hiei-bij zal de overwe
ging dat men geen oude schoenen moet
weggooien voor men nieuwe heeft, wel
een woordje meespreken; and rs ware het
moeilijk te verklaren waarom de reg^ ring
de invoering van een nieuw ruilmiddel
noodzakelijk acht. Of het overigens zin
heeft de mark, die tot beneden het milli-
oe.iste van haar vredeswaarde is gedaald
en wier koopkracht vrijwel geheel is ver-
dwenen, met kunst en vliegwerk in het
leven te houden, zij in het midden gela-
tjen, doch dat Zij stfeun zal krijgen van het
regeeringsprogram, is vrijwel uitgesloten.
Als het tot uitvoering komt zal het juist
de mark als een waardeloos meubel in een
ho*k zetten
Als h«t tot uitvoering komt! Dat im-
mers is volstrekt niet zeker, in de eerste
plaats omdat het kabinet-Cuno al zeer wan-
kel op zijn beenen staat en verder omdat
zelfs in het ministerie nog geen eenstem-
migh«id over tal van onderdeelen bestaat.
Hoe het plan er zal uitzien als het in den
Rijksdag komt is dusmog de groote vraag.
Het door Cuno gevraagde vertrouwen
zal de Rijksdag hem ditmaal nog wel ge-
ve.i, minder uit overtuigijng dan omdat
er al heel weinig animo bestaat hem van
het „landspark" te ontheffen. Niettemin
he-ft de dag van Woensdag allerminst
he. gezag der regeering vcrstevigd.
DE RECTOR VAN DE GENTSCHE
HOOGESCHOOL AFGETREDEN.
De rector-magnificus van de hoogeschool
te Gent is afgetreden.
DE BOOTWERKERSSTAK1NG TE
LONDEN VERLOOPT.
De Dinsdag begonnen zitting van den
Duitschen Rijksdag, die een dag of acht
zal duren ontleent haar belang aan het
geschetste regeeringsplan dat in zijn uiterste
consequentie gericht is op de vestiging van
Terwijl in alle Engelsche havens, ook te
Tilbury, het lossen en laden van de booten
weder in vollen gang is gekomen, verloopt
de staking van de Londensohe bootwerkers
langzamerhand. Zij wordt door de eigen-
machtige leiders met kunst- en vliegwerk, en
vooral door schrikaanjaging nog eenigen
tijd gaande gehouden, doch de groote massa
van de Londensohe bootwerkers is den ho-
peloozen strijd moede geworden.
Maandagavond namen stakers in ver-
sdhillende openluchtmeetings het besluit, den
arbeid Dinsdagoohtend te hervatten. Dat
werd heden evenwel belet door talrijke
posten voor de toegangen tot de haven. Het
bestuur van den Transportwerkersbond
heeft verklaard, dat de stakingleiders, die
door den bond niet worden erkend, een ter-
reur uitoefenen, waardoor de algemeene
hervatting van het werk in de Londensche
haven nog wordt belet.
DE NACHTRUST DER INWONERS VAN
DOORNIK.
Er is in Belgie een stad, waar de ge-
meenteraad niet van honden en katten
houdt en bijgevolg waakt over de rust van de
inwoners, voor zoover honden en katten
deze kunnen verstoren. Deze stad is Door-
nik. De gemeenteraad van Doornik heeft
namelijk een verordening uitgevaardigd,
volgens welke strafmaatregelen kunnen wor
den genomen tegen personen, die hun hon
den en katten „toestaan", gedurende de
nachtelijke uren te blaffen of te miauwen op
zoodanige wijze, dat daardoor de nachtrust
van hun medeburgers kan worden gestoord.
Reeds is een'ige dagen geleden een inwoner
van Doornik veroordeeld tot een boete van
300 francs, daar diens bond sedert eenige
nachten den slaap van een der buren had
gestoord.
TER NEUZEN, 10 AUG, 1923
POSTERIJEN EN TELEGRAFIE.
Verplaatst met ingang van 16 Aug. a,s,
de commies A A, Beerens van Zevenaar
naar Ter Neuzen.
CONCERT IN „DE BUITEN-SOCIETEIT".
Zooals uit de advertentie in dit nummer
blijkt, wordt aanstaanden Zondag door de
Frontharmonie „Flora" van Everghem in
den tuin der „Buiten-Sociteit" een concert
gegeven, dat vrij toegankelijk is voor alle
muziekliefhebbers, en aangeboden wordt
door Ter Neuzensche donateurs van ge-
noemde harmonie. Deze harmonie heeft hier
vroeger ook reeds meermalen een concert
gegeven. Zij zal het volgende programma
uitvoeren:
1. The great little army,
marche Kenneth, J. Alford.
2. Fantaisie op de liederen van
E. Hullebroeck.
3. Max Reve, wals L. Langlois.
4. Pique Dame, ouverture. Diss.
5. Les Inseparables, polka voor
bugle en piston. A. Eenhaes.
Pauze.
6. The Vanishedx army,
marche Kenneth. J. Alford.
7. Poete et Paysan, ouverture. Supp6.
8. Jeunesse Radieuse, wals.
P. Francois.
9. Tanrihauser, fantaisie. Wagner.
10. Bagatelle, polka voor
bugle en fluit. C. de Bode.
POLDER NIEUW NEUZEN.
Door het bestuur der waterkeering van
den calamiteuze polder Nieuw Neuzen is het
maken van zinkwerken tot verdediging van
den oever (2 zinkwerken) gegund aan A. de
Bruijn te Ter Neuzen voor 17.690.
DE JUWEELENSTOET TE ANTWERPEN.
Bij al de beslommeringen die de inrich-
ters van den Juweelenstoet te Antwerpen
reeds hadden voor de inrichting van den
stoet zelf, en de moeilijkheden die daarvoor
te overwinnen waren, kwam ook nog de
groote vraag voor den te volgen weg. Sedert
de intrede van den electrischen tram, zijn
de hoofdstraten ontoegankelijk geworden
voor optochten met hooge wagens. Wel is
volgens de concessie de tram verplicht om
binnen den kortst mogelijken tijd de boven-
grondsche geleidingen op te ruimen in
straten waar een stoet moet passeeren (zoo
veel hechtte Antwerpen's stedelijk bestuur
aan het behoud van de mogelijkheid tot het
laten uitgaan van luisterrijke optochten),
maar men wensoht ook zoo min mogelijk het
tramverkeer te ontwrichten. Toen eenmaal
den weg van den stoet voor 12 dezer was
vastgesteld moest later nog een verandering
gemaakt worden wegens de komst des
Konings.
Van een en ander is de late verschijning
van het officieele programma oorzaak. Nu
het voor ons ligt en de afbeeldingen aan-
schouwen van de voornaamste wagens uit
den stoet, krijgen we een denkbeeld van de
pracht en praal die daar zal worden *l_
gespreid.
Er zijn niet minder dan
groepen. Vooral de Oostersche u..
gen beloven door hun kleurrijke kleeding en
losse lijnen een praohtigen aanblik.
De 38e groep is de „Hulde aan Holland".
Daarvan schrijft het programma: „Een
hulde aan Nederland, onze naaste buur en
onze zuster, wat het diamantbedrijf aangaat,
mocht in dezen optocht niet ontbreken. Als
apothese van Holland zien we het wapen
van Nederland, de gouden leeuwen op het
blauwe veld en het „Je Maintiendrai" ge
heel uit edelgesteenen samengesteld.
Van dit wapen dalen naar alle kanten
wimpels af met kleuren der verschillende
Noord-Nederlandsohe provincign. Deze
wimpels worden vastgehouden door meisies
in de verschillende typische Hollandsche
kleederdrachten
Zeeuwsche en Friesche meisjes en Hol
landsche diamantbewerkers in werkkleedij
dragen het toestel".
Het uitgaan van den stoet op 12, 15 en 19
Augustus valt samen met de Antwerpsche
feestweek In verschillende straten is men
nog werkzaam aan de versieringen, terwijl
die op de groote markt en andere pleinen
reeds voltooid zijn.
Er blijkt voor den stoet allerwege zeer
groote belangstelling, vooral van uit Neder
land.
Zooals bekend vaart van hier voor de
muzie'.fgezelschappen ,,De veremigde wcrk-
IJN
,>de
van
ader
rge-
on-
van
zijn
roe-
l de
ge-
rijks
ver-
heer
ta-
inde
mil-
be-
ioen
ster
igen
re^,
met
/eg-
cen-
i het
elijk
t de
vor-
een
iuur
ister
zijn
eco-
ons
dat
root
igen
nu
Qgig
ring
oot-
lten,
even
igel,
een
rgenl
heer I
lien,I
ran I
7 tea
be- f
8 711
)eli-l
den j
and-|
beer
v de
i hij
et
ctief
iend
itige
neer
g te
lieden" en „Cresendo" de salonboot de
Schelde, die enkele honderden passagiers
mee zal voeren, van Vlissingen vaart de
Koningin Wilhelmina, naar we vernemen is
vol-
op
Een
>dig-
Ieine
oon-
:aar-
imer
iblik
stem
den,
slui-
oor-
daar
op-
ofd.
dat
oor-
it( u
iote
irif-
te
dat
dat
kan
tnd-
eeff
•eis,
eek1.
aan
roe-
on-
on-
dat
met
uw
imi-
•liet
'Vi