ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. No. 7489. Vrij dag 10 Augustus 1923. 63e Jaargang. Charles Kingsley. BINNEHLAND. BUITENLAND. -sm III. Wij hebben cms reeds op enkele punten, waarop wij eeri denkbeeld krijgen konden van Kingsley's godsdienstige overtuiging, geplaatst. Ten slotte mogen hier nog enkele korte aanteekeningen volgen uit een gesprek van Lancelot en zijn Mentor in Yeast, vol- gens de vertaling, die wij in't bekende werk van De Vries vinden. oote bewondering voor vriend Tregrava, een Lancelot zelf toestemt een schat, waarvoor hij, ennis, ja zijn leven over rava weet in elk geval zooveel van God, dat het toereikt om hem te maken tot iets wat Lancelot niet is. En nu komt Mentor met de vraag, of Lancelot zijn vader niet zoti kennen, gesteld, dat hij hem eens ontmoet, met hem gesproken en hem liefgekregen had, zonder te weten, dat die persoon zijn vader was. Ja, zegt Lancelot, maar't gewichtigste, n.l. dat hij mijn vader is, zou mij verborgen blijven. Mentor laat zich niet van zijn stuk brengen: Zou dat wel 't voornaamste zijn? Is't niet veeleer't voor- naamste, dat hij wist, dat gij zijn zoon waart, dat hij U pndersteunde, leidde, op- voedde, al waart gij er U niet van bewust? Hij vraagt dan aan Lancelot of hij er zich eigenlijk ook niet zeer goed van bewust is, dat iemand zich op dergelijke wijze om hem bekommerd heeft. En dat kan Lancelot niet ontkennen. Een eind verder zegt Lancelot, dat hij zou wenschen, dat God zich eenvoudig open- baarde door zich te ontsluieren. Dat ver- langen hij stemt zelf toe, dat het nog al erg eerzuchtig is is bij hem opgekomen bij het lezen van een boek „Zalig Visioen", waarin werd beweerd, dat het hoogste geluk voor den mensch is: God te zien. Hij kan dat niet gelooven, maar betreurt de onmoge- lijkheid daarvan wel. Mentor antwoordt dan geheel in Kingsley's geest: Wat spreekt gij over onmogelijkheid? Het mogelijke ziende, ziet gij genoeg. Het Onge- schapene is niet anders waar te nemen dan in het geschapene. Het Oneindige is te zien in het Eindige. Ook de pasgenoemde Tre grava pretendeert niet meer te zien dan dit. Ook hij ziet niet anders dan in zijn eigen gedachten, in zijn menschelijk bewustzijn en in de gebeurtenissen en toestanden der wereld random hem afgebeeld in den spiegel van zijn geest. Waar anders zoudt ge hem widen zien dan in uzelf en in de wereld? Deze alleen zijn voor u kenbare zaken. Hij heeft zich daarin aan U vertoond, gij hebt Hem reeds gezien, maar omdat gij den naam niet weet van hetgeen gij ziet, of liever: om dat gij het zichtbare niet erkent als open- baring Gods, daarom verbeeldt ge u dat die niet bestaat. Hebt gij dan niet gezien, al- thans in uw verbeelding, een menschelijk ideaal, veel meer dan een Engel, den vol- maakten mensch, den volmaakten man? M" A dat Ideaal der memsChheid dan niet zelf persoon zijn? Hoe kan hij anders de ideale mensch wezen? En wat is de eigen- aardigste hoedanigheid des menschen? Is het niet, dat hij alleen van alle schepselen de zoon is met een vader dien Hij lief heeft en gehoorzaamt. Moet dan de ideale mensch ook niet zoon wezen? En is 't niet 't ken- merk des menschen een geest te zijn in de gedaante van vleesch en bloed? Kan het dan wel anders, of de ideale mensch moet, een- maal ten minste, ook vleesch en bloed heb ben aangenomen? Wij willen alleen nog het slot van dit gesprek mededeelen: Als Mentor zegt: Gij moet ledig zijn, als God u zal vervullen, antwoordt Lancelot: Niets weet ik, niets kan ik; ik hoop ik vrees ik ben niets. En gij wenscht iets te verkrijgen, zegt Mentor, maar tot welk doel? Om groot, machtig, beroemd te wor den? Neen, mijn eenig streven is, op mijne plaats te komc-n, mijn bestemming te berei- ken al ware die slechts schoorsteenveger te z;jn! En dan nog dit: een klein, klein hoekje van het heelal te hervormen zonder daarvoor gepxezen of bedankt te worden. Ja, ik zou in spot en miskenning kunnen berusten, zoo ik Slechts het bewustzijn had, door mijn daden geboet te hebben voor de zondeIk wee' genoeg viel Mentor hem in de rede, ga mee, maar wees nog eens gewaarschuwd, gij zult niets nieuws hooren, slechts zien het geen gij en alle menschen reeds lang weten. Wij houden er geen nieuwe geloofsbelijdenis op na, het oude geloof is voldoende. Wij hebben slechts het onderwijs der eeuwen gevolgd en er in toegestemd van geslacht tot geslacht te worden opgebouwd tot een levenden tempel, welks fondament reed's ge- legd is, en dat fondament is Jezus Christus. Over Kingsley's liefde voor en dwepen met de Natuur spraken wij reeds even. Dat hij hooge achting heeft voor de weten- schap, verwondert evenmin. Wisten wij het niet, we zouden het uit zijn intienie vriend- sohap met Darwin en Carlyle hebben kun nen opmaken. Hij heeft eerbied voor de wetenschap, maar zij is waanwijs en hij ge- loovig. Hij is ziich bewust als geloovige op vasteren en meer verheven bodem te staan dan zij. Opdat zijne ingenomenheid met de wetenschap volmaakt worde, stelt hij haar als voorwaarde, dat zij, veel wetende, en veel ziende, erkenne bekenne, niets te weten en het Augustinus nazegt: Omnia exeunt in mysterium. (Alles loopt uit op een myste- rie). De kunst staat bij hem niet minder hoog aangeschreven. Kunst en schoonheid zou zijn: van de aarde, aardsch? Integendeel, zegt Kingsley, zij zijn voor sommigen de eenige wegen ten hemel. De dweper met schoonheid ontwaart een geheimzinnig ver- band tusschen stoffelijke en geestelijke schoonheid en is het met de Romeinen eens, voor wie „mundus" zoowel ,,rein" als „schoon" beteekent. Daarom zijn al zijn helden en heldinnen schoon, en zijn al zijn lage karakters met een leelijik liohaam be- hept. Daarom ook acht hij de zorgen aan het uiterlijk besteed, zoowel wat lichaamsbouw en gezondheid, als wat manieren en kleeding betreft, van zoo groot gewicht. De dweper met natuurlijkheid, mensche- lijkheid en democratic verlooohent zich ook daar, waar-het kunst geldt, niet. Hij is voor realisme, maar daarom nog niet uitsluitend of in de eerste plaats voor het leelijke of sledite. Het leelijke en slechte behoeven wij geenszins als de hedendaagsche realistcn te zoeken en te vertoonen, wij loopen dat dikwijls genoeg tegen het lijf. Maar wij moeten ons oog oefenen om het schoone en goede te ontdekken. Dat schoonheid het sacrament is en liefde de poort des hemels, dat ook dat, wat het genotvolst was, tevens is gebleken het rein- ste te zijn, bekent Kingsley van zijn vrouw te hebben geleerd. Overal in zijn werken stelt hij de vrouw voor als uitdeelster aller beschaving, als bezielster van den man, wiens ideaal zij is. Liefde is ,,het toppunt aller gelukzaligheid, de wekster van alle gezang". In al zijn werken houdt Kingsley zich met ridderlijke en artistieke voorliefde bezig met de vrouw, en teekent ons haar in de meest versChillende ,r»;edaanten. In Hypatia: zij, de Romeinsche, discipline van Plato, walgend van materie, plebs en huwelijk, type van hoogmoed en egolsme. Pelagia, de Griek- sche Bacchante, naast Rebecca, de sluwe Jodin, handelaarster in vrouwen en sieradien en ondanks dat alles toch de edelere trekken van haar Joodschen aard vertoonend in haar weergaalooze liefde voor haar zoon. Ten- slotte nog Victoria, de Christelijke jonk- vrouw, die door de macht van reinheid, on- ■bewuste gratie en stille plichtsbetrachting den cynisohen Raphael temt. Maar wij gaan eindigen. We kunnen niet meer spreken over zijn democratische neigin- gen, hoewel ook deze onzebelangstelling ten zeerste verdienen, ook hier 'n waardeeren van den minderen man, en graag een lans breken voor de hoogere standen, een ijveren voor de meest liberale denkbeelden naast blijken van sympathie voor oudere uitleg- gingen en gebruiken van het aristocratisch- episcopaalsche Engeland. Wij hebben de kennis gemaakt of her- nieuwd met een man van contrasten maar tegelijk uit een stuk, n.l. in dezen zin, dat er bij hem volkomen consequentie is tus schen zeggen en doen, weten en handelen, zoodat geheel zijn bestaan doortrokken is van een en denzelfden geest. Het kortste woord en de geringste daad zijn bij hem karakteristiek. Eindigen wij met een woord van den be- roemden Max Muller, die Kingsley's trouwe vriend was: ,.Het is gewoonte, als een schrijver of dichter sterft, te zeggen: 's Mans beste deel bleef ons over in zijne werken. Niet alzoo bij Kingsley: diens leven en geschriften vormen een geheel." HET MINISTERIE VAN FINANCIEN. Het Nederl. Correspondentiebureau in Den Haag meldt: Naar thans kan worden meegedeeld, kan eerlang de benoeming van den heer H. Colijn, oud-Minister van Gorlog, lid der Tweede Kamer, tot Minister van Financien worden tegemoet gezien. HET REGEERINGSJUBILEUM VAN DE KONINGIN. De regeering heeft tot de kerkgenoot- schappen van alle gezindten hier te lande't verzoek gericht, op Woensdag 5 September de 25jarige regeering van de Koningin op pleohtige wijze kerkelijk te herdenken. DE ZOMERTIJD. Het moet in de bedoeling van de regeering liggen, den zomertijd in Nederland te doen eindigen tegelijk met het einde van den zomertijd in enkele andere landen, waar- schijnlijk tusschen 6 en 8 October. BRUTAAL. Naar men aan de Avp. meldt, heeft de voortvluchtige kapitein der mil. adm. K. R., den Minister van Oorlog een schrijven doen toekomen, waarin hij meedeelt zoo vrij te zijn geweest, zijn pensioen voor de eerste 11 jaren inede te nemen. Het na dien termijn hem toekomend pensioen, schenkt hij in dit geval aan den Staat. VLOOTWET EN BEZUINIGING. Op de vragen van de raadsleden Mullens en Van Bommel of B. en W. van's Graven- hage in zake het verschil van inzicht ten aanzien van de uitvoering van voor s Rijks schatkist kostbare plannen, die den Miniser van Financien aanleiding gaven, zijn arbeid niet voort te zetten, geen redenen vond ons hetzij afzonderlijk, ihetzij in overleg met de besturen der groote gemeenten van Neder land tot de Regeering een woord van waar- schuwing te richten op grond van de door de Regeering zelve aan de gemeentebesturen in overweging gegeven bezuiniging, heb ben B. en W. o.m. geantwoord, dat zij op het standpunt staan, dat het gemeentebe- bestuur als regel zich niet moet wenden tot de Rijksregeering over onderwerpen, die slechts zijdelings verband houden met de huisihouding der gemeente. Huns inzien zou de vraag kunnen rijzen of een desbetreffend verzoekschrift aan de Regeering, met het oog op art. 8 van de Grondwet, dat het recht van wet- tig bestaande lichamen om verzoekschriften tot de bevoegde macht te richten, beperkt tot onderwerpen tot hun bepaalden werk- kring behoorende, wel toelaatbaar is. B. en W. antwoorden dan ook ernstig een inmenging van de zijde der gemeente in deze zaak, die de Regeering met de volks- vertegenwoordiging heeft te behandelen. GEVOLGEN 43ER VLOOTWET. tiet Twwle. K imerlid Hugenholtz heeft aan den Minister van Marine gevraagd: Wil de Minister aan de Kamer mededee len, hoe groot het aantal is dergenen, die tot op het oogenblik van de ontslagaanvrage van den Minister van Financien, dus voor de bekendwording van het besluit van den Ministerraad tot behandeling der Vlootwet op korten termijn, zich hebben aangemeld voor de verschillende opleidingen der ma rine, dan wel om opnieuw, op grond van reeds vroeger behaalden rang of stand, bij de marine dienst te nemen en kan de Minis ter ter vergelijking eenzelfde opgave ver- strekken voor de drie aan genoemd tijdstip voorafgaande jaarperioden? DE TOESTAND. Woensdag zou het Engelsche kabinet bij- eenkomen om te beslissen over den da- turn «n de vvijze van openbaarmaking dec tusschen de GeallLeerden gevvisselde nor ta's, en over de antwoorden aan Parijs, Brussel en Rome, die Baldwin een laat- ste poging heeft genoemd om tot een ver- gelijk te komen. Te elfder ure is echter de kabinetsraad uitgesteld tot Dondirdag omdat er, naar de diplomatieke medewer- ker van de Daily Telegraph meedeelt, ver- deddheid onder'dc ministers heerscht over de i te volgen koers, Dinsdag had dezelfde rnedewerker, die over goede bronnen in Downing Street beschikt, u'iteengezet welken koers Bald win en Curzon dachten te star en. „In geen geval schreef hij zullen ze zich in een langdurige, geheime, nuttei- looz|e gedachtenwisseling met Parijs en Brussel laten beb'ekken ,,Ofschoon het kabinet hef zenden van eeti afzondcrlijke Eng'elsche nota aan Duitschland we.ischt te vermijden, zou het verkeerd zijn te denken, dat het ondei- geen omstandigheden tot een zelfstandige actie zal overgaan. Dat hangt af van de vraag of Frankrijk en Belgie bereid zijn, aan de Engelsche zienswijze tegemoet te ko men." j i I Wat de Engelsche regeering beoogde ingeval Frankrijk en Belgie daartoc niet tereid bleken, omschivef de rnedewerker als volgt: Hoewel zij het tot dusver niet dienstig heeft geacht ondanks het rap port van de rechtsgelec rde raadslieden der kroon van 11 April het recht van Eelgie en Frankrijk tot bezetting van de Rcer te betwisten, zal zij stellig het mach- tige wapen van een beroep op het Lntcrf nationale Gerechtshof niet uit handen ge- veu De moeite, die Poincare doet om ons te bewegen, de bezetting als een uitge maakte zaak te aanvaarden, moet voor ons juist een reden zijn daarin niet te treden Een uitspraak van hef Hof zou te meer gewicht hebben als de nieuws pre sident der Ver_ Stafen werkelijk het hem toegeschreven voornemen heeft, den Senaat te winnen voor Amerika's toetreding tot h*t Hof". Deze uiteenzetting zal, schrijft de N. R, Crthet standpunt van de twee leiden de mannen in het 'Engelsche kabinet wel werrgeven Ze herhaalt 't geen we re ds wisten dat zij haast willen ma k«n, zoo mogel'ijk een afzonderlijke actie willen vermijden, doch er niet voor zullen terugdeinzen als het noodig mocht blij ken en in dat geval stappen willen doen om het Int Gerechtshof de rechtmatigheid of onrechtmatigheid van de Roerbezeti ting te laten uitmaken. Naar alien schijn agecren echter de die hards zoo s'jerjk tegen dit plan, dat Bald win e.n Curzon het dienstig hebben g&- acht den kabinetsraad te verdagen. De dag van heden zal nu wel worden gebruikt voor een poging om de eensgezindheid te her stellen ^Meer dan een formed herstel kan h«t echter kwalijk worden, zoodat het zich laat aanzien dat van dc Engelsche actie Weinig kracht meer zal uitigaan. De Manchester Guardian oppert zelfs de onderstelling dat het aangekondigde wit boek over de gedachtenwisseling tusschen de Geallieerdcn in het oieheel niet zal uiii- komen. Baldwin en Curzon staan overigens niet alleen in hun overtuiging dat er naast bij 't werk is Het Belgischc kabinet, dat zij- nerzijds naar middelen zoekt om over het doode punt, waarop de gedachtenwisseling over de schadevcrgoeding is aangeland, he en te komen, denkt er precies zoo ovci Belgie kan niet langer wachten, want de financiede toestand des lands, die met de daling van den frankkoers bij den dag min der rooskleurig wordt, eischt snel recht. het geheele productieproces op een waarde- houdenden grondslag. De eerste stap daar- toe zal hierin bestaan, dat allerijksinkom- sten, uit invoerrechten, belastingen, spoor- wegen, posterijen, telegrafie enz. op vasten basis worden gebracht. Dit zal onvermij- deljjk tengevolge hebben dat het geheele ekonomische leven zich na verloop van tpd op dien grondslag stelt. Met de arbeiders- loonen is dat tot op zekere hoogte al gebeurd. Aan de verwezenlijking van dit program zitten intusschen nog zooveel praktische moeilijkheden vast, dat men het best doet zijn oordeel over de uitvoerbaarheid op te schorten. Dr. Becker, de ryksminister van oeconomisehe zaken, deelt alvast mede, dat over u verschillende punten de noodzakelijke overeenstemming tusschen de betrokken res- sorten nog niet verkregen is." Uit indu- strieele kringen, vooral uit de bedrijven die voor export werken. zal ook wel oppositie rijzen tegen het plan, dat zijn ontstaan dankt aan de onhoudbare toestanden, die de snelle mark-depreciatie meebrengt. Men moet het in elk geval waardeeren als een ernstige poging om den inflatie-mallemolen tot staan te brengen. Dr. Cuno he.-ft Woensdag in den Rijks- dag d«n juisten toon niet weten te treffen, schrijft de N R, Crt, Ofschoon de open baarmaking van h«t financieele program kort voor d« zitting ongetwijfeld beoog de de fronde tegen het kabinet zachter te stemmen en daarin ook was geslaagd. wekte de uiting van den kanselier, dat het de plicht van den Rijksdag is het volk een sterke regeering te geven en haar uit alle krachten te steunen, een zoo uit- bundige en belecdigendc lachlust aan de linkerzijde, dat Cuno in arren moede zijn rede afbrak en de kwrstie van vertrouwen s'.e de Dat was feitelijk het eenige span- ne.ide moment in de overigens vrij saaie bijeenkomst. De rcgeeringsverklaring be- vat.e niets nieuws en zou zonder de gepe- pe.de interrupties van de communisten de aandacht van Let Huis nog minder heb- b« l vastgehouden dan thans het geval was. He algemeene gede t'te laat zich samen- vatten in d? woorden .,voor Duitschland is afwachten de boodschap" en de mede- de.lingen over de financieele maatregelm, die het land dat afwachten mogelijk moe ten maken, waren al bekend. Opmerke>- lijk was slechts de erkenning dat de re geering ze slechts als een voorloopig red- tniddel beschouwt, omdat herstsel der rijks- ifnancien eerst mogelijk wordt, als ,.do bui.e.ilandsche betrekkingen wcer gezond Zijn geworden". Veel vertrouwen in de geneeskracht van haar program schijnt zij dus zelf niet te hebben Vandaar misschien de verzekering dat de papiermark geens zins heeft afgedaan en de in te voeren goudrekening juist moet strekken om haar te steunen Hiei-bij zal de overwe ging dat men geen oude schoenen moet weggooien voor men nieuwe heeft, wel een woordje meespreken; and rs ware het moeilijk te verklaren waarom de reg^ ring de invoering van een nieuw ruilmiddel noodzakelijk acht. Of het overigens zin heeft de mark, die tot beneden het milli- oe.iste van haar vredeswaarde is gedaald en wier koopkracht vrijwel geheel is ver- dwenen, met kunst en vliegwerk in het leven te houden, zij in het midden gela- tjen, doch dat Zij stfeun zal krijgen van het regeeringsprogram, is vrijwel uitgesloten. Als het tot uitvoering komt zal het juist de mark als een waardeloos meubel in een ho*k zetten Als h«t tot uitvoering komt! Dat im- mers is volstrekt niet zeker, in de eerste plaats omdat het kabinet-Cuno al zeer wan- kel op zijn beenen staat en verder omdat zelfs in het ministerie nog geen eenstem- migh«id over tal van onderdeelen bestaat. Hoe het plan er zal uitzien als het in den Rijksdag komt is dusmog de groote vraag. Het door Cuno gevraagde vertrouwen zal de Rijksdag hem ditmaal nog wel ge- ve.i, minder uit overtuigijng dan omdat er al heel weinig animo bestaat hem van het „landspark" te ontheffen. Niettemin he-ft de dag van Woensdag allerminst he. gezag der regeering vcrstevigd. DE RECTOR VAN DE GENTSCHE HOOGESCHOOL AFGETREDEN. De rector-magnificus van de hoogeschool te Gent is afgetreden. DE BOOTWERKERSSTAK1NG TE LONDEN VERLOOPT. De Dinsdag begonnen zitting van den Duitschen Rijksdag, die een dag of acht zal duren ontleent haar belang aan het geschetste regeeringsplan dat in zijn uiterste consequentie gericht is op de vestiging van Terwijl in alle Engelsche havens, ook te Tilbury, het lossen en laden van de booten weder in vollen gang is gekomen, verloopt de staking van de Londensohe bootwerkers langzamerhand. Zij wordt door de eigen- machtige leiders met kunst- en vliegwerk, en vooral door schrikaanjaging nog eenigen tijd gaande gehouden, doch de groote massa van de Londensohe bootwerkers is den ho- peloozen strijd moede geworden. Maandagavond namen stakers in ver- sdhillende openluchtmeetings het besluit, den arbeid Dinsdagoohtend te hervatten. Dat werd heden evenwel belet door talrijke posten voor de toegangen tot de haven. Het bestuur van den Transportwerkersbond heeft verklaard, dat de stakingleiders, die door den bond niet worden erkend, een ter- reur uitoefenen, waardoor de algemeene hervatting van het werk in de Londensche haven nog wordt belet. DE NACHTRUST DER INWONERS VAN DOORNIK. Er is in Belgie een stad, waar de ge- meenteraad niet van honden en katten houdt en bijgevolg waakt over de rust van de inwoners, voor zoover honden en katten deze kunnen verstoren. Deze stad is Door- nik. De gemeenteraad van Doornik heeft namelijk een verordening uitgevaardigd, volgens welke strafmaatregelen kunnen wor den genomen tegen personen, die hun hon den en katten „toestaan", gedurende de nachtelijke uren te blaffen of te miauwen op zoodanige wijze, dat daardoor de nachtrust van hun medeburgers kan worden gestoord. Reeds is een'ige dagen geleden een inwoner van Doornik veroordeeld tot een boete van 300 francs, daar diens bond sedert eenige nachten den slaap van een der buren had gestoord. TER NEUZEN, 10 AUG, 1923 POSTERIJEN EN TELEGRAFIE. Verplaatst met ingang van 16 Aug. a,s, de commies A A, Beerens van Zevenaar naar Ter Neuzen. CONCERT IN „DE BUITEN-SOCIETEIT". Zooals uit de advertentie in dit nummer blijkt, wordt aanstaanden Zondag door de Frontharmonie „Flora" van Everghem in den tuin der „Buiten-Sociteit" een concert gegeven, dat vrij toegankelijk is voor alle muziekliefhebbers, en aangeboden wordt door Ter Neuzensche donateurs van ge- noemde harmonie. Deze harmonie heeft hier vroeger ook reeds meermalen een concert gegeven. Zij zal het volgende programma uitvoeren: 1. The great little army, marche Kenneth, J. Alford. 2. Fantaisie op de liederen van E. Hullebroeck. 3. Max Reve, wals L. Langlois. 4. Pique Dame, ouverture. Diss. 5. Les Inseparables, polka voor bugle en piston. A. Eenhaes. Pauze. 6. The Vanishedx army, marche Kenneth. J. Alford. 7. Poete et Paysan, ouverture. Supp6. 8. Jeunesse Radieuse, wals. P. Francois. 9. Tanrihauser, fantaisie. Wagner. 10. Bagatelle, polka voor bugle en fluit. C. de Bode. POLDER NIEUW NEUZEN. Door het bestuur der waterkeering van den calamiteuze polder Nieuw Neuzen is het maken van zinkwerken tot verdediging van den oever (2 zinkwerken) gegund aan A. de Bruijn te Ter Neuzen voor 17.690. DE JUWEELENSTOET TE ANTWERPEN. Bij al de beslommeringen die de inrich- ters van den Juweelenstoet te Antwerpen reeds hadden voor de inrichting van den stoet zelf, en de moeilijkheden die daarvoor te overwinnen waren, kwam ook nog de groote vraag voor den te volgen weg. Sedert de intrede van den electrischen tram, zijn de hoofdstraten ontoegankelijk geworden voor optochten met hooge wagens. Wel is volgens de concessie de tram verplicht om binnen den kortst mogelijken tijd de boven- grondsche geleidingen op te ruimen in straten waar een stoet moet passeeren (zoo veel hechtte Antwerpen's stedelijk bestuur aan het behoud van de mogelijkheid tot het laten uitgaan van luisterrijke optochten), maar men wensoht ook zoo min mogelijk het tramverkeer te ontwrichten. Toen eenmaal den weg van den stoet voor 12 dezer was vastgesteld moest later nog een verandering gemaakt worden wegens de komst des Konings. Van een en ander is de late verschijning van het officieele programma oorzaak. Nu het voor ons ligt en de afbeeldingen aan- schouwen van de voornaamste wagens uit den stoet, krijgen we een denkbeeld van de pracht en praal die daar zal worden *l_ gespreid. Er zijn niet minder dan groepen. Vooral de Oostersche u.. gen beloven door hun kleurrijke kleeding en losse lijnen een praohtigen aanblik. De 38e groep is de „Hulde aan Holland". Daarvan schrijft het programma: „Een hulde aan Nederland, onze naaste buur en onze zuster, wat het diamantbedrijf aangaat, mocht in dezen optocht niet ontbreken. Als apothese van Holland zien we het wapen van Nederland, de gouden leeuwen op het blauwe veld en het „Je Maintiendrai" ge heel uit edelgesteenen samengesteld. Van dit wapen dalen naar alle kanten wimpels af met kleuren der verschillende Noord-Nederlandsohe provincign. Deze wimpels worden vastgehouden door meisies in de verschillende typische Hollandsche kleederdrachten Zeeuwsche en Friesche meisjes en Hol landsche diamantbewerkers in werkkleedij dragen het toestel". Het uitgaan van den stoet op 12, 15 en 19 Augustus valt samen met de Antwerpsche feestweek In verschillende straten is men nog werkzaam aan de versieringen, terwijl die op de groote markt en andere pleinen reeds voltooid zijn. Er blijkt voor den stoet allerwege zeer groote belangstelling, vooral van uit Neder land. Zooals bekend vaart van hier voor de muzie'.fgezelschappen ,,De veremigde wcrk- IJN ,>de van ader rge- on- van zijn roe- l de ge- rijks ver- heer ta- inde mil- be- ioen ster igen re^, met /eg- cen- i het elijk t de vor- een iuur ister zijn eco- ons dat root igen nu Qgig ring oot- lten, even igel, een rgenl heer I lien,I ran I 7 tea be- f 8 711 )eli-l den j and-| beer v de i hij et ctief iend itige neer g te lieden" en „Cresendo" de salonboot de Schelde, die enkele honderden passagiers mee zal voeren, van Vlissingen vaart de Koningin Wilhelmina, naar we vernemen is vol- op Een >dig- Ieine oon- :aar- imer iblik stem den, slui- oor- daar op- ofd. dat oor- it( u iote irif- te dat dat kan tnd- eeff •eis, eek1. aan roe- on- on- dat met uw imi- •liet 'Vi

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1