No. 7488.
Woensdag 8 Augustus 1923.
63e Jaarg&ng.
ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Bekendmaking.
TerNeuzensche Courant
i
i
B~U I TEN LAND.
voormalige ambts wooing
Maandag 6 Aug. 1923. No. 7487.
T W iBjlKiZDifl
Burgemeester en Wethouders der ge-
meente ZAAMSLAG, maken bekend, dat
met ingangvan 1 Septembera.s. tehuur
komt de in den Grooten-Huissenpolder
staande
van het Hoofd der Openbare Lagere School
den heer I. Iansfn
Minister Davis heeft zich bereid ver-
klaard de delegatie te ontvangen.
DE TOESTAND.
3*
n
jn
e-
ie
e-
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
et
jk
le
r-
:n
ar
er
in
is
at
at
;n
1U
'g
'g
4-
n,
en
il,
en
en
er
n,
in
tea
-e-f
en
er
ie
»ij
ef
er
te
'P
en
g-
ae
n-
x-
er
ik
m
n,
li-
r-
ar
te
f-
te
it
at
,n
1-
ft
s.
TER NEUZENSCHE COURANT
en dat op het oogenblik nog alleen in
omloop zijn de zilverbons van 1 en 2.50
van het nieuwste type. Van de laatstbedoel-
de zilverbons, welke dus njet behceven te
worden ingewisseld, dragen de bons van
1 de dagteekening van 1 Februari 1920.
terwijl de bons van 2.50 zijn gedagtee-
ikend 1 Juli 1918 of later.
SOMBERE GERUCHTEN.
Ce „N. R, Ct," deelt mede dat haar
bedenklijke geruchten ter oore zijn geko-
£4. J,
De opheffing der deviezenverordening in
Duitschland is gepaard gegaan met een
duizeljngwekkende daling van den mark-
koerc Nfl van Hp Rppliincphp Kpkuc
ENGELAND EN SOWJET-RUSLAND.
Een nieuwe kwestie.
Als opvolger van Krassin heeft de sowjet
regeering onlangs Rakofski als Russisch
handelsgedelegeerde te Londen aangewet-
zen. Maar nu blijkt hij naar alle waarschijrr-
lijkheid jets op zijn kerfstok te hebben, dat
hem in Engeland tot een minder gezjene
persoonlijkheid rnaakt. In het Lagerhuis
werd al aan de regeering gevraagd, of hij
dezelfde persoon was, die tijdens den oor-
DE FINANCIEELE MISeRE IN
DUITSCHLAND.
De deviezenpolitiek van de Duitsche
rijksi egeering tot steun van de mark is een
volslagen fiasco geworden. De onmogelijk-
heid voor de importeurs om op de nor-
male wijze goederen uit het buitenlanld
te betrekken, heeft die verwarring en prijs-
stijging slechts doen toenemen. Het de-
par, ement van financien heeft nu over de
he Ie linie den terugtocht aanvaaijd jen de
N
de
er
in
iS
Vergadering van Maandag 30 Juli 1923.
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, D.
Sdheele. P. van Cadsand, R. G. E. Nolson, G.
de Ridder, F. B. G. de Meijer, H. J. Colsen, N.
A. Hamelink, L. J. van Driel en A. J. Harte:
later ook de heeren L. J. Geelhoedt en L. T.
van Hasselt.
Afwezig de heer H. J. van den Ouden.
(2. Vervolg).
3. Voorstel van burgemeester en wethou
ders om voor hoogstens f 718.000 deel te
nemen in de te stichten naamlooze ven-
nootschap „Zeeuwsch-Vlaainsche Water-
leidmgmaatschappij".
Voor dit voorstel wordt verwezen naar het
concept-besluit opgenomen in de notulen der
vergadering van 28 Juni 1923, bladzijde 4.
Het beknopt rapport betreffende de te stich
ten waterleiding met de bijlagen zijn reeds
vroeger ter kennis van den raad gebracht.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
hem genoegen doet, dat de heer W. F. J. M.
Krul, directeur van het rijksbureau voor drink-
watervoorziening in de vergadering tegen
woordig is. Uit den aard der zaak zal spreker,
voor zoover na hetgeen omtrent de waterleiding
aan de heeren is medegedeeld nog voorlichting
noodig is, dit overlaten aan den heer Krul, of-
schoon hij meent, dat het comite het den heeren
reeds vrij duidelijk gemaakt heeft. Hij wil
thans gaame het woord verleenen aan de leden
die dit wensdhen.
De heer VAN CADSAND wijst er op, dat de
raad voor een gewidhtige zaak staat. Het is
niet alleen van groot gewicht voor wat betreft
de financien, maar ook voor de belangen der
streek, daar he I hier te nemen besluit wel van
invloed zal zijn op de totstandkoming der wa
terleiding. Het kan echter niet worden ont-
kend, dat van onze gemeente een groote garan-
tie gevraagd wordt. Dat wordt door velen wel
voorgesteld als een vorm, doch dat blijft
slechts een vorm zoolang als het goed mar-
dheert. Indien de toestand verandert, moet toch
aan de verbintenis die in het besluit is vervat
worden voldaan. Meerderen met spreker hehben
het ondervonden, dat, als je eenmaal je naam
hebt gezet, je ook verplicht bent na te komen
waartoe je je daarmade hebt verbonden.
Spreker heeft gemeend, omtrent deze zaak niet
alleen volgens zijn eigen meening te moeten
handelen. Hij heeft hieromtrent geraadpleegd
met hen die hem afvaardigden en uit de be-
spreTdngen daaromtrent is hem gebleken, dat
deze, zonder het nut eener waterleiding te wil-
len ontkenuen, van meening zijn, dat het thans,
nu men niet ruim in de financien zit, geen tiid
is, om een werk waarmede een zoo groot kapi-
taal gemoeid is, te ondememen. Hij zal daarom
tegen het voorstel stemmen.
De heer DE RIDDER merkt op, dat in de
vorige vergadering is besproken om deze zaak
aan te houden, tot de nieuwe raad zou optre-
den en nu, een week of drie voor dat zulks het
gerval is, wordt dit punt toch nog in den ouden
raad aan de orde gesteld. Hij had dit liever
uitgesteld gezien, waar ongeveer een derde der
tagenwoordige leden in September niet terug-
keert. Sprekers hoofdbezwaar tegen de water-
Roman van Nederland gedurende
den oorlog,
door
CHARLES HUYGENS.
24)
De chauffeur kwam melden, dat de
,,Neerlandia" voorbij de brug van Velzen
in het zicht was De familie begaf zich
naar buiten. Een mooi schip toch om t^
zien, Frank, aldus de oude heer vol trots.
En inderdaad, de „Neerlandia" moc'nt cr
zijn Niet slechts om haar inhoud. grooter
dan eenig schip, dat tevoren op de kolo-
nien had gevaren, maar om geheel de wij
ze van haar afwerking De luxe in de ka-
juiten en in de hutten was op de Neer-,
landia tot een maximum opgevoerd, toch
zoodanig, dat de practijk van het gebruik
er niet onder leed. Frank verheugde zich
aan boord van dit schip te zijn; Hij hield
van zeereizen en voelde zich nooit zoo
gezond en lekker afs op zee. Het spoet hem,
dat niet meer passagiers aan boord wa-
ren, een groot deel van de hutten zoo on-
bezet zijn. Aan den anderen kant deed
het Frank genoegen, omdat hij, waren er
onder de passagiers velen, die hij kende,
het hem allicht zou hebben verplicht tot
lange en uitvoerige gesprekken aan boord,
waarin hij overjgens niet veel meer kon
mededeelen dan de passagiers .zelven wis-
ten. Het uiterlijk van het schip werd bedor-
\en door de leelijke rood-wit-blauwe banen,
1 siding is de verplichte aansluiting. Door die
regeling wordt de vrij held met voeten ge-
treden, het wordt een nieuwe belasting voor
de burgerij en hij zal daarom tegen het voor
stel stemmen.
De heer HAMELINK wijst er op, dat het
hier een zaak betreft, waarbij niet alleen plaat-
selijke belangen betrokken zijn, maar ook be
langen der geheele streek, anders zou hij er
ook tegen zijn, om in een stervenden gemeen-
teraad nog een dergelijk punt aan de orde te
stellen en indien hij zelf met September niet
meer terugkwam, zou hij waarschijnlijk be-
zwaar maken om aan de behandeling mee te
werken en heengaan. Hij overweegt echter
ook, dat het voor de zaak waar het om gaat
van beteekenis kan zijn, dat er thans reeds een
beslissing valt. Versohillende gemeenteraden
heoDen al een besluit genomen en ook voor deze
raad kan aangenomen worden, dat de tijd er
is om een beslissing te nemen.
Hij geeft toe, dat men zich op het star.d-
punt kan stellen, dat wij in een zoodanigen tijd
van malaise leven, dat men er niet aan begin-
nen moet om zulke zaken te ondernemen, maar
men kan ook overwegen, dat er zelfs in tijden
als deze aanleiding kan zijn, om noodzakelijke
ondememingen tot stand te brengen, indien
die op gezonden basis zijn te vestigen. Spreker
gelooft, dat het in deze vergadering wel niet
meer noodig zal zijn 'n pleidooi te houden over
de noodzakelijkheid eener waterleiding. We
hebben reeds zooveel misere beleefd ten op-
zichte van watergebrek en we moeten die nood
zakelijkheid ook erkennen, als we denken aan
de wijze waarop verschillende levensbehoeften,
waarbij watergebruik te pas komt, bereid
worden, dat hij wel gelooft, dat de gansche raad
een waterleiding voor onze gemeente en streek
ook een levensbehoefte acht.
En als men zich op het standpunt stelt, dan
moet ook zelfs aandurven, de ingezetenen eene
Verplichting op te leggen tot het gebruik-
maken van de waterleiding, omdat men zulks
dan doet in het belang der volksgezondheid.
Als men echter die door den heer De Ridder
aangevochten verplichting oplegt, moet men
er ook hij overwegen, of de ingezetenen het
kunnen betalen. En daartegen staat spreker
wel eenigsizins sceptisch. Wanneer men het
voorgestelde tarief nagaat en de verschillende
typen van woningen beschouwt, meent hij, dat
op deze wijze de waterleiding een nogal groo-
ten last voor de bevolking zou worden en hij
zal gaame omtrent dit punt van den deskun-
dige een antwoord ontvangen, dat zijn bezwaar
oplost. Kan men hem overtuigen, dat de last
niet te zwaar zal worden, dan zal hij zijn stem
aan het voorstel geven.
De heer NOLSON merkt op, dat er twee
tegenstanders van het voorstel aan het woord
zijn geweest, doch dat geen hunner het nut der
waterleiding heeft bestreden. Ze maken be
zwaar uit financieel oogpunt. Hij vertrouwt,
dat de voorzitter en de heer Krul die bezwa-
ren wel uit den weg zullen kunnen ruimen.
De heer De Ridder vraagt thans uitstel van
behandeling, maar dit heeft naar sprekers mee
ning geen zin een andere maal wilde genoemde
heer wel terstond over deze zaak stemmen.
Het betreft een zaak die niet alleen voor onze
gemeente van belang is, maar voor geheel
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Er wordt bezwaar gemaakt tegen verplichte
aansluiting en dit wordt een vrijheidsberooving
genoemd, doch dan wil spreker wijzen op de
agenda dezer vergadering staande politieveror-
dening; daarin komen zooveel verboden en ver-
plichtingen voor, dat nog weinig van vrijheid
sprake is; ook de bouwverordening behelst al-
lerled voorschriften en beperkingen en men is
ook allerminst vrij, om een woning te bouwen
boord kenbaar werden en Frank con-
stateerde het met voldoening op be-
hoorlijken afstand zichtbaar bfeken.
Het duurde geruimen tijd, voordat het
schip door de sluizen heen was. Frank had
zich aan boord begevexi, zoodra het schip
binnfen de sluizen was vastgefegd; het ove-
rige gezelschap ging met nem mede, aan
boord ontvangen met al de eerebewijzen,
aan de familie van den oudsten reeder en
aan den persoon van den1 jongsten reeder
verschuldigd. Een der salons boven was
op last van den ouden heer van Oosterzee
voor de familie gerescrveerd en daar b'cef
men de beweging aan den wal, geheef die
beweging op het schip, gadeslaan, tot-
dat een der officieren kwam mededeelen,
dat de sluizen geopend waren en men zou
vertrekken. Een krachtige handdruk van
zijn vader, een omhelzing van zijn moe-
der, toen nam Frank afscheid van vrouw
en kinderen Bob en Hetty hielden zich
flink; zij wisten immcrs niet waarom het
ging. Carla deed een gelijke poging, maar
het ging haar heel wat slechter af. Ik kan
niet anders doen, Frank, zoo tluisterde zij
nauw hoorbaar, dan hoyen en smeeken,
dat je behouden tcrugkomn Je hadt het
niet moeten doen.
Frank bracht hen alien tot aan de loop-
plank Zij bleven aan den wal staan, wis-
selden no? enkele van die ontoeti ekende
gezegden, die bij een lang verwacht weer-
zien of afscheid worden gewisseld. Spoe-
dig was de boot los; het scheepsvolk sa-
lueerde den ouden heer Van Oostirzee;
Frank wuifde de zijnen met de hand toe.'
Hij bleef daar staan, lang reeds nadat het
schip was vertrokken, hij zag Carla en
zooals men wil. Als men dan zoo sterk voor
vrijheid is, moet men ook niet meewerken aan
het uitvaardigen van zulke verordeningen. In
dien hier sprake is van het aantasten der per-
soonlijke vrijheid, dan geschiedt zulks in het
belang van alien.
Voorts heeft de heer De Ridder ook gezegd,
dat het een nieuwe belasting is op de burgerij,
maar dat is onjuist, men betaalt voor de af-
nerning van water en geniet daarvan de ge-
makken
De heer DE RIDDER: Maar het moet toch
betaald worden?
De heer NOLSON: Het electrisch licht ook.
Hjj hoopt, dat onze gemeente zich zal scharen
bij de gemeenten die reeds tot aansluiting heb
ben besloten.
De heer DE MEIJER meent, dat niet een lid
dezer vergadering het nut eener waterleiding
niet inziet. En wat die verplichting betreft,
daar kan hjj zich ook wel overheen zetten. De
kosten van aansluiting kunnen geen bezwaar
zijn, daar ieder het water beneden in zijn huis
krijgt en het dan voorts van hem zelf afhangt,
of hij een meer of minder kostbare leiding wil
laten aanleggen om het water op meer plaat-
sen in zijn huis te brengen.
De grootste factor die bij spreker voorzit
voor het uitbrengen zijner stem is, of men hem
A plus B zal kunnen bewijzen, dat, hoe het ook
loopt er voor de gemeente geen nadeelige ge- j
volgen aan zullen verbonden zijn. Hij heeft
zoo ter loops verschillende verslagen gelezen
van andere gemeenteraden, waarbij bleek, dat,
ofschoon aanvankelijk drie vierden der leden
tegen aansluiting was, zij na door den heer
Carriere gegeven inlichtingen in voorstanders
veranderd waren. Hij kan niet aannemen, dat
die menschen zoo maar op zeggende woorden
van opinie veranderd zijn.
Waar men dikwijls ziet, dat ramingen van
zulke grootsche werken tegenvallen, zal men
hem moeten kunnen geruststellen, dat het werk
waarvan de kosten thans op 6 millioen worden
geraamd tot 7 of 8 millioen zullen klimmen en
ook zal hem duidelijk gemaakt moeten worden,
dat, waar die groote sommen worden uitge-
geven, er voor een onafzienbaar tijdperk water
kan getrokken worden, eer hij de verantwoor-
ding voor deelneming in deze onderneming
durft dragen.
De heer DE RIDDER merkt op, dat er over
die vrijheidsbeperking wel heel gemakkelijk
heen geredeneerd wordt, doch wijst er op, dat
er in de residentie een vereeniging van hoog-
staande mannen is opgericht, waarbij mannen
van beslist democratische richting, om zich te
verzetten tegen de verschillende vrijheidsbe-
perkingen van den laatsten tijd. Door den
heer Nolson wordt wel tegengesproken, dat de
waterleiding een nieuwen vorm van belasting
is, die der burgerij wordt opgelegd, doch spre
ker houdt vol, dat dit wel als zoodanig moet
worden beschouwd. We beschikken over regen-
water en tegen de tijden van droogte schaffe
men een waterschuit aan, om het elders te
halen. Door de verplichte aansluiting beloopt
iemand die over voldoende drinkwater beschikt
naar zijn eigen genoegen, toch de kans gedwon-
gen te worden tot aansluiting en alsdan meebe-
talen in de waterleiding. Er wordt ook gezegd,
dat de waterleiding geen voor de gemeente
financieel nadeelige gevolgen kan hebben. Di
rect missehien niet, maar dan toch wel indirect.
Want, hoe het met ons riolenstelsel staat weet
men. Bij eenigen regenval van beteekenis heb
ben de riolen in het lage gedeelte geen voldoen
de capaciteit om het vallende water te bergen
en af te voeren. En nu wordt algemeen het op
de huizen vallende water opgevangen en in
bakken verzameld. Maar hoe zal het dan wel
gaan, als men geen regenbakken meer noodig
verte, hij zag de kinderen wuiven, en hij
wuifde terug. Hij z'ag naar buiten, het wecr
was weinig vriendelijlc, de reis beloofde op
zichzelf geen prettige reis te worden. Nog
eenmaal zag hij om, reeds was de boot tus
schen de opening der bejde pieren, de
zee, de onmetelijke zee met al haar geva-
ren, die zij onder haar oppervlak verborg,
lag open voor hen.
Frank begaf zich naar de brug om kapi-
lein Terborg, die zelf zijn schip naar bui
ten had gebracht, te begroeten. Ik heb ge-
hoord, kapi'.ejn, dat ik een onwelkom gast
voor U ben.
De kapitein protesteerde. Onwelkome
gast niet, mijnheer Van Oosterzee. Maar
ik1 heb tegen Uw vader nog eens uitdrukke-
lijk gezegd, dat het mij voorkwam, dat U
Uw plichte.i overdrijft door U persoonlijk
aan gevaar bloot te stellen. Wij zeelui, wij
weten nu eenmaal telkens wanneer wij de
haven verlatcn, dat de reis onze laatste
kan zijn, wij zijn er aan gewend, wij zijn
er voor opgevoed. U niet, mijnheer Van
Oosterzee, dat is Uw werk niet.
Mijn beste kapitejn, U bent niet verant-
woordelijk voor wat ik doe en gedaan
heb. Vraag U het eens aan ieder van Uw
personeel of hun niet een grief tegen on-
z® directie is ontnomen, nu ik zelf^meega,
Zeg U mij eens eerlijk wat U in den ki ing
van Uw personeel wel hebt gehoord, zon
der het te willen, te mogen hooren, over
het besluit van onze directie om de vaart
niet stop te Zetten, ondanks alle mijnen en
torpedogevaar en zeg U mij eens eerlijk
of er met een zekeie moreele kracht uit1
gaat van het voorbeeld, dat ik nu geef.
U. begrijpt wel1, kapitejn, nietis is vender
heeft en het water van de huizen ook in de
noien wordt geleidDan zal net riolenstelsel
toch wel grondig moeten worden veranderd,
ten koste van groote uitgaven.
De heer SCHEELE uit zijn blijheid, dat de
voorzitter dezer vergadering niet begonnen is,
zooals dat overal elders het geval was, bij het
in beinandelinig brengen van dit punt de deuren
te siuiten, en dat de heer Krul ook in openbare
vergadering inlichtingen zal kunnen geven. Het
betreft hier een onderwerp waarbij iedereen
belang heeft en hij juicht in dezen openbaar-
heid toe.
Spreker gelooft, dat we bij het tot stand
komen der waterleiding, een heelen stap voor-
uit zouden zijn, voor wat betreft de hygiene,
maar mj zou omtrent het plan toch gsarne nog
eemge toeiiehting wenschen.
Wanneer wii ue geschiedenis dezer zaak na-
gaan, herinneren wij ons, dat ook vroeger in de
omgeving van de thans gekozen waterwm-
plaats een onderzoek werd ingesteld en dat
toen als resultaat werd meegedeeld, dat er
geen voldoende voorraad water te krijgen was.
Thans wordt als resultaat van nadere bereke-
ningen gezegd, dat er wel genoeg water is. Van
waar dat verschil? Er is toen ook een plan
gemaakt, om het water door de Schelde naar
Zeeuwsch-Vlaanderen te voeren uit Noord-
Brabant, omdat er hier niet genoeg zou zijn.
Bestaan die motieven niet meer, of, neemt men
het thans lichter op dan vroeger
In het rapport wordt te kennen gegeven, dat
er naar 15 of 20 jaar putten bij zullen moeten.
Indien dan echter eens van een tekort aan
water bleek, hoe zou men het dan moeten op-
lossen Indien men het dan uit Noord-Brabant
zou moeten gaan halen, zullen de kosten tocb
raar sprekers meening veel hooger worden.
En nu de vraag: wie heeft het water noodig?
Er wordt ook gedurig gebouwd op de industrie.
Naar hij wel vernomen heeft, is deze nog niet
zoo geneigd tot aansluiting. Bovendien is hij
van meening, dat de geprojecteerde waterlei
ding maar hij kan het mis hebben ook
niet aan de behoeften van de industrie zal kun
nen voorzien. Als de fabrieken eens volop water
van de waterleiding zouden gaan nemen, kwam
er z. i. niets van terecht, want dan is er zoo
veel noodig, dat de winplaats te St. Jansteen
daarin wel niet kan voorzien.
De waterleiding zou missehien kunnen vol-
doen aan de* behoeften van de Zeeuwsoh-
Vlaamsche tram, en zal daaraan ook wel kun
nen lerveren. Die maatschappij zal thans voor
haar water een aanzienlijk bedrag uitg;even,
en zou voordeeliger zijn met de waterleiding.
Deze komt dus aan dat bedrijf ten goede, ter
wijl er ook verschillende aandeelhouders buiten
het district wonen. Die hebben dus kans, door
voordeeliger watervoorzieniing een ruimer divi
dend te trekken en spreker is van oordeel. dat
men voor de garantie voor het groote kapitaal
noodig om de tot standkoming der waterleiding
te verzekeren, ook een beroep zou moeten doen
op de industrie zelf. Die kunnen er in geruime
mate voordeel van hebben en zouden daarom
ook steun moeten verleenen aan de1 garantie,
die nu echter op den hals der gemeenten wor
den geschoven? Die zouden naar het oordeel
van spreker deel moeten nemen aan de garan
tie, waarvoor nu de particulieren moeten op-
draaien, om de vennootschappen in de gelegen-
hedd te stellen een grooter dividend uit te
keeren, waarvan ook aandeelhouders, buiten
onze streek wonende, profiteeren.
Er wordt gezegd, dat het ons geen belasting
zou kosten, doch alleen betaling voor water.
Maar dat hebben we niet noodig, want daarop
hebben we bij het bouwen onzer woningen ge-
rekend. We hebben gezorgd voor flinke regen
bakken en ook voor een welput. We hebben
wat ik doe is trouwens zoo onboteekmend,
dat het nauwelijks aandacht verdient. Men
had er in de familie en in mijn omgeving
niet zoo veel over moeten spneken.
Kapitein Terborg knikte. Dat kon ik den
ouden heer moeilijk zeggen, mijnheer
frank. Zekcr, er woidt gexlaagd onder
de zieelui, en als U het mij vraagt, niet
ten onrechte. Er zijn niet alle maatrege-
•e*i genomen om de schepen te beveiligen.
Maar dat is tot daaraantoe U hebt het
voorLeeld gegeven en als U het uit den
grond van mijn hart vraagt, dan geioof
ik, dat U goed eraan gedaan hebt.
Frank leidde het gesprek af en vroeg
den kapitein naar het weir., naar de vooo
uitzichten van de reis. Wij zullen geen
mooie overtocht hebben, zoo meende ka-
pilejn Terborg, althans niet zoolang vvjj
nog niet jn de Middeflandsche Zee zijn.
Het is een kwade tijd van het jaar om de
Golf van Biscaye door te gaan, en U weet
2jelf te goed hoe geweldig het daar kan
spoken Maar wij willen het beste hopen,
Onoe schepen zijn wel zoo gebouwd te
genwoordig, dat menschelijkerwijs gespro-
ken van een gewone scheepsramp geen
sprake meer is.
Frank bleef vrij laat aan het dek dien
avond. Hij had tijdens het diner kennis
gemaakt met een paar Zuid-Amcrjkaansche
handeiisliedlen, die van deze boot wilden
gejruik maken tot Genua om vandacr met
een der Italiaansche lijnen naar hun land
terug te gaan. Zij prezien de inrichting
van het schip. Hoewel het koud
was, bleven ze geruimen tijd op het
dek zitten praten. i usschen de doukere
wolken vertoonden zich hier en daar ster-
deze watervoorziening zegt spreker niet
noodig. En al krijgen we de kosten dier water
voorziening niet op het biljet onzer inkomsten-
belasting*, dan krijg"en we die toch. op onze uit-
gaafbiljetten, en of spreker langs de eene of
langs de andere leant een 60 of 70 gulden moet
betalen is hem volkomen gelijk, het is voor hem
een belasting, die hij thans niet noodig heeft
te dragen.
Hij brengt ten slotte alien lof aan het water-
leidingcomite voor hare poging om onze streek
aan een goede watervoorziening te helpen, en
daardoor trachtte te zorgen voor de toekomst
van het district. Hjj acht het evenwel betwist-
baar, dat het thans de tijd zou zijn om tot uit-
voering van dat werk over te gaan.
Van alle zijden wordt gezegd: menschen,
bezuinigt! Laat men dit plan aanriouden tot
een betere toekomst. E? wordt beweerd, dat de
waterleiding voor Ter Neuzen voordeel zal
brengen. Hij kan dit nog niet inzien, doch wil
toegeven missehien wat te pessimistisch te
zijn. Hij is echter van meening, dat het thans
veel te veel geld kost. Laat men het eens aan-
houden tot 1928 of missehien 1933. Wellicht
zijn de toestanden dan beter en de materialen
goedkooper.
Er wordt thans van de zijde van het comite
veel nadruk gelegd op de 500.000 die het rijk
en de provincie in het garantiefonds voor even-
tueele tekorten hebben toegezegd, maar dat
bedrag zegt voor spreker zeer weinig, aange-
zien zoo'n bedrag, als er groote tekorten zijn,
spoedig verteerd is. En dan wordt dat bedrag
wel renteloos verstrekt, maar we moeten het
later toch terugstorten.
En dan de dwang. De heer De Meijer zegt
wel, dat dit niets is, omdat de aansluiting in
de woningen gratis gegeven wordt. Maar
daarmede is men er niet af. Men bepaalt zelf
niet in hoeveel kamers men het water wil heb
ben, om daamaar het tarief te zien toegepast,
maar dat wordt toegepast naar gelang het
aantal kamers, dat de woning telt. Als men
maar een kamer heeft moet men f 8 betalen,
doch heeft men er 8 of meer, zooals bij den heer
De Meijer ook wel het geval zal zijn, dan be
taalt men f 60 en mag dan 120 M3. water per
jaar gebruiken. Is spreker in deze verkeerd,
dan hoopt hij nader te worden ingelicht.
Tegen den aan dit plan vastgekoppelden
dwang heeft spreker bezwaar. Indier. de men
schen vrijwillig konden aansluiten, was het een
ander geval. Het verslag zegt ook, dat het
niet zonder dwang kan. Maar indien men nu
zoo overtuigd is van het heilzame der water
leiding voor de bevolking, en dat men, de ge-
makken leerende kennen, toch tot aansluiting
overgaat, waarom dan deze onnoodige dwang
Van het tarief kan spreker weinig zeggen.
Hij krijgt daaromtrent den indruk, dat dit er
op gebaseerd is, om de minst gesitueerden zoo
veel mogelijk te ontlasten. Hij meent, dat dit
voor het land van Hulst en het land van Cad
sand, waar men veel een- of tweekamerwonin-
gen zal aantreffen, niet zoo bezwarend is,
maar meent, dat het er voor onze gemeente
wel eenigszins anders voorstaat, omdat men
hier gebouwd heeft woningen met vele kamers.
Rekent men op drie-kamerwoningen, dan is het
tarief 20 of 40 cent per week. Moeten de
huurders die missen, dan zal men een algemeen
verzoek krijgen, in verband met de daling der
loonen, tot verlaging van den huurprijs en dan
heeft de gemeente er ten slotte toch ook schade
van. Die schade zal, naar spreker verwacht,
voor Ter Neuzen niet te ontgaan zijn.
In het door den heer De Ridder te berde ge-
bradhte bezwaar der voorziening in de afwate-
ring voor het lager gedeelte van Ter Neuzen
zit ook wel iets. Missehien zal hiertegen wel
aangevoerd worden, dat daarin toch nog moet
7 -o'It TTMIIIg UV. UM1.
Boven hun hoofden straalde het electrische
rood-wit-blauwe licht, voor hun uit zetten
groote bundtls zoeklicht de golven in licht;
ien einde naderende mijnien te onderken-
nen. De vaart was op die wijze volkomen
veiljg, meende Frank, die het zijn plicht
achtie bij de passagiers elke gedachtie aan
gevaar te doen verdwijnen.
Niemand dan ook was er, die dien nacht
niet zijn hut betrok. Dies middags, kort
na het uitvaren, was aan alien het gebruik
van de reddingsboeien gewezen; was me-
dedeehng gedaan van de jndeeling in de
reddingbooten,. die was opgemaakt. De
„kapitejn en zijn officieren hadden theoriie
gegeven over de wijzle hoe te handelen,
wanneer zich onverwacht een ramp mocht
voordoen, doch de kapitein had niet on-
duidelijk doen doorschemeren, dat hij van
deze theoretische lessen weinig verwachtf-
te. Dames en heeren, zoo had de rondbor-
stige zeeman gezegd, het komt op de prac
tijk aan Jk heb met scheepsvolk geva-
ren, dat oe behandeling der reddingboo
ten voortreffelijk kende, dat ongetwijfeld
op een tentoonstelling of een wedstrijd een
eerste prijs zou hebben behaald, maar
waaraan de handen geheel verkeerd ston-
den toen zij in het aangezjcht van het
gevaar moesten handelen. Het eenige wat
wij kunnen doen, is ons er alien op voor-
bereiden om kalm en sterk te zijn als het
eens noodig mocht wezen. Maar als u het
mij vraagt, dan zullen wij het niet noodig
hebben. De onzijdigen vormem in dezen
oorlog nog een groote macht om ze noo-
deloos te prikkelen.
(Wordt vervolgd.)
r-
er
a-
le
1-
e-
;n
pr
:n
l-
id
.1-
p-
d.
at.
Pr
U
f.
n
e-
a-
l-
it
it
v
i-
:t