ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7486. Vrijdag 3 Augustus 1923 63e Jaargajif Bekendmaking. Hit list hoogs Noorden. B I N N E N L A W D. BUITENLA N D. HBESTH BF.AT-) LIV. Over een Fransdi wijsgeer, die onlangs driehonderd jaar geleden geboren is, over Blaise Pascal, wil ik u iets vertellen. Eigen- lijk is dat moeilijk te doen in slechts een paar kolom. Wan men kan een wijsgeer eigenlijk eerst recht genieten, als men eep uitvoerig artikel van hem leest. Toch hoop ik, dat ik u duidelijk maken kan door enkele voorbeelden, hoe bijzonder denker en schrij- ver Pascal is geweest. In juni 1623 geboren, zwak en ziekelijk overleed hij reeds in Augustus 1662. In dat tijdsverloop had hij zich betoorad een uit- stekend geleerde te zijn op wiskundig en natuurkundig gebied. Onder meer vond hij een rekenmachine uit, en ontdekte hij hoe de barometer gebruikt worden kon bij hetmeten van hoogten. Maar zijn grootste beteekenis llgt in de door hem geschreven studien dp wijsgeerig, godsdienstig en zedelijk gebied, clie vol zijn van merkwaardige gedachten en opmerkihgen. Nu nog steeds bevatten de voornaamste bundels, die hij schreef, zoo- veel sahoons, dat zijn werk gezocht blijft. Het is fnerkwaardig, dat hij voortdurend denkibeelden uit, die geheel in de lijn liggen van het denken van 19e en 20e eeuwsche wijsgeeren. Een geestelijke waarheid kan veelal van verschillende zijden worden belicht. Ook vertoonen zedelijke waarden ons dikwijls een nieuw en onvermoed gezichtspunt door den vorm, waarin zij ons worden uitgebeeld. Feitelijk is er nidts nieuws onder de zon. Vrijwel alle wijsgeerige stelsels zijn al vele eeuwen oud, maar telkens verschijnen zij voor ons in een nieuwe gedaante, doordat een groot denker de oude gedachte opnieuw aanivaten in andere bewoordingen ontvouwt, waardoor wij plotseling ontdekken. dat een nieuwe zijde naar voren gebracht is. Zoo isiedt het geestelijk leven telkens weder nieuwe schatten, oipgedolven uit de diepte van het menschelijk vernuft. Vooral bij het besipiegelen over karaktereigenschappen ziien wij tot onze verrassing, hoe onze deug- den en ondeugden als't ware zijn: geslepen juweelen of steenen met een menigte facet- ten. Telkens valt een lichtstraal op een andere facet, en zien wij een nieuwe scha- keening. Een beroemd beeld over den mensch van Pascal is het volgende. „De mensch is slechts een riet, het zwakste der natuur; maar hij is een denkend riet. Het is on- noodig, dat het gansche heelal zich wapene om hem te verpletteren; een ademtocht, een droppel water is voldoende om hem te dooden. Maar mocht het heelal hem ver pletteren, dan zou de mensch nog altijd edeler zijn dan hetgeen hem doodt, omdat hij weet, dat hij sterft, en het voordeel, dat het heelal boven hem heeft, daarvan beseft het heelal niets". De adel van den mensch, die hem onder- scheidt van de gansche overige schepping is gelegen in zijn bewuste rede. Maar terzelf- dertijd vol zonden is hij een tweeslachtig wezen, een mengsel van hoogheid en laag- heid. In 's menschen zedelijke onvolkomen- heid ziet Pascal vooral deze drie ondeug den, waarover hij allerlei pittige opmerkin- gen neerschrijft; zijn ijdelheid, zijn eigen liefde en zijn zucht naar verstrooii'ng. De ijdelheid is zoozeer vastgeankerd in het menschenihart, dat iedereen zich heel wat in- beeldt en zijn bewonderaars wil hebben. Ook de weetgierigheid is niets dan ijdelheid. Gewoonlijk wil men alleen iets weten om erover te kunnen spreken. Men zou geen zeereizen gaan maken om er nooit iets over te vertellen, uitsluitend om het genoegen van wat te zien, zonder de hoop er ooit iets van mede te deelen. Vooral zijn wij gevoelig voor de erkienning van onze schrandeiheid, en wij gevoelen ons gekwetst, wanneer die in twijfel wordt getrokken. Hoe komt het, vraagt Pascal, dat een kreupele ons niet ergert, maar wel een kreupele geest? Het is, omdat een kreupele erkent, dat wij goed loopen, terwijl een kreupele geest beweert, dat wij mank gaan in onze redeneering. Wij worden met boos, als men ons zegt, dat wij hoofdpijn hebben, maar wel boos, wanneer men beweert, dat wij verkeerd redeneerden of een verkeerde keuze deden. Zelfs kan men vender gaan. Het is een bekend verschijnsel, dat de mensch vaak liever voor slecht dan voor dom wordt ge houden, en dat hij zioh veel boozer maakt, indien hij voor dom wordt uitgemaakt, dan indien hem iets verkeerds wordt verweten. Want het verkeerde is afhankelijk van zijn wil en kan dus verbeterd worden, maar dom- heid is iets aangeborens en onverbeterliiks. Wij ziien hetzelfde bij ouders ten opzichte van hun kinderen. Veelal kan men hun geen grooter beleadiging aandoen dan door te zeggen, dat hun kind achter'lijk is, niet goed mee kan, weinig verstand heeft. Welke voorrechten de mensch op aarde ook mage bezitten, hij hecht zooveel waarde aan het oordeel der menschen, dat hij niet tevreden is, wanneer hij in dit opzic.ht niet voordeelig uitkomt. In dien trant maakt Pascal tal van geestige opmerkingen. Ook over de tweede ondeugd (waarvan de ijdelheid eigenlijk een onder- deel is), n.l. 's menschen eigenliefde zegt hij bijizondere dingen. Bijv. hoe dit aanleiding is tot wederzijdsche onwaarachtigheid. Het is eigenlijk hoogst ongelukkig allerlei .ge- breken te hebben, maar als men die ge- breken voor zich zelf heeft erkend. dan wil men doorgaans ze niet openlijk aangewezen zien. Daardoor komt men er toe zichzelf te begoocihelen. Onze eigenliefde maakt, dat wij alien c" .zekeren graad een afkeer van de vo1leIF$rf'arheid hebben. Want gaarne zien wij, dat de menschen zich in hun oor deel over ons in ons voordeel vergissen, zoo- dat wij door hen voor beter worden geacht dan wij in werkelijkheid zijn. Dat veroorzaakt, dat men onwillekeurig zich er wel voor wacht om tegen een vriend van wien wij houden de voile waarheid te zeggen en hem een onaangenaam oordeel mee te deelen. Men behandelt ons, zooals wij behand^ld willen worden. Wij widen gevleid zijn en men vleit ons. Hoe hooger wij in de wereld kornen, des te meer worden wij van de waarheid verwijderd, want men ducht het des te meer iemand te kwetsen, naarmate (doordat hij rnacht heeft) zijn ge- negenheid ons van meer nut en zijn boosheid voor ons gevaarlijker is. Vandaar, dat vor- sten en koningen zoo duchtig worden ge vleid. Een vorst kan de spot zijn van geheel Europa, terwijl hij de eenige is, die er niets van merkt. Wie met vorsten omgaan en hun eigembelang hooger stellen dan het belang van den vorst, dien zij dienen, wachten zich cr dan ook wel voor, om hem een waarheid te zeggen, waardoor zij zich konden bena- deelen. Aldus wordt voortdurend de wair- fteid verbloerrid. Zelfs wordt Pascal bitter, als hij zegt: Het- leven is een voortdurende begoochelin|;. Niemand spreekt in ons bijzijn, zooals hij het doet in onze afwezigheid. De heele sa- menleving berust op wederzijdsch bedrog. Weinig vriendsohappen zouden in stand blij- ven, als ieder wist wat zijn vriend van hem zegt, als hij zelf er niet bij is. Dat blijkt vol doende uit de onaangenaamheden, die er uit voortvloeien, als een derde het heeft ver- klapt. Zoo besluit Pascal: De mensch wil niiet, dat men hem de waarheid zegt, hij ver- rtlljdt het de waarheid aan anderen te zeg gen. De geheele maatschappelijke omgang is niet mogelijk zonder beleefdheidsvormen, die der menschen ortderlinge meening over elkaar bedekken en omhullen. Over den godsdienst heeft Pascal ook be- hartigenswaardige dingen gezegd. Tegen- over hen, die het goed recht van het geloof wilden bewijzen met allerlei redeneeringen hield hij vol, dat de godsdienst boven de rede uitgaat, reeds omdat daarin iets boven- natuurlijks is vervat. Het verstand kan nooit hiierin optreden als eenige beslissende rech- ter. Het hart heeft nu eenmaal zijn bewijs- gronden en beweegredenen, die het verstand niet kent. Men bewijst niet, dat men liefde verdient en recht heeft bemind te worden door methodised de billijke redenen voor zulk een liefde uiteen te zetten. Zoo iets gevoelen wij als dwaas. Zoo is het ook met ons hart, dat Gods bestaan voelt. Het ge loof is een gave Gods en het is een dwaling dat het een gave zou zijn van redeneering. Er is ook een groote afstand iusschen de kennis Gods en God lief te hebben. Daarom moet de godsdienst in het gevoel zijn ge- worteld. Het gevolg is, dat Pascal, evenals de Duitsohe geleerde Kant, weinig gevoelt voor de zoogenaamde „bewijzen" voor het Gods- bestaan. Ook kan men hem eigenlijk geen theoloog noemen. Want over dogmatiek be- kommert hij zich niet. Voor alles blijft hij mensch, ontvankelijk voor alle roerselen des gemoeds en zich nietopsluitend in redeneer- kunst. Want hij was tegelijk zoo weten- sdhappelijk onderlegd, dat hij inzaig, dat Gods bestaan gevoeld en niet beredeneerd moest worden. De onmisbaarheid van het geloof zoekt hij in zijn innerlijke zedelijke waarde. God wordt beleefd en niet gede- monstreerd. God wordt erkend op grond van innerlijke ervaring. In dit opziicht laten 20e eeuwsche denkers als bijv. wijlen de Bussy eenzelfde geluid hooren. Deze betoogde, dat de godsdien- stige verzekerdheid onafhankelijk is van ver- standsoverweging. Een wereldbeschouwing heeft dan slechts waarde, als deze zelf doorleefd is. Wie niet persoonlijk de waarde van den godsdienst bij zich zelf heeft erva- ren, komt nog niet tot geloofsverzekerd- heid. Wij besluiiten met deze aanhalingen: „Eigenlijk zijn er slechs twee soorten menschen, die men redelijk kan noemen: zij, die God met hun geheele hart dienen, omdat zij Hem kennen; en zij die God met hun ge heele hart zoeken, omdat zij Hem nog niet kennen". „Ik kan mij wel een mensch voorstellen zonder handen of voeten, maar niet zonder gedachte". „De grootheid van den mensch bestaat daarin, dat hij een besef heeft van zijn ellende; een boom weet zich niet ellendig. T. g. T. GAAT DE EX-KROONPRINS VERHUIZEN? Naar de Tel uit Berlijn van een zijde, welke als goed ingeljcht kan worden be- schouwd, \erneemt, zou het Cacilien Hof", de verblijfpfaats van de ex-kroon- prinses Cacilie te Potsdam, zijn verkocht De koopsom natuurlijk in dollars zou in Holland tot haar beschikking lig gen In dit verband maakt het; blad tevens melding van een eveneens uit betrouwba- re bron stammende mcd deeling, dat Hof- landsche vrienden van den ex-kroonprins in ons land voor Lem een buiten-verblijf zouden hebben gekocht. Gezien de hjer algemeen bekende om- standighejd, dat zoowel de ex-kroonprins te Wierjngen, als de ex-kroonpejnses te Potsdam in financieele moeilijkheden ver- keeren, en zeker niet in staat zijn om de kosten van 2, zi.i het ook bescheiden, „hof- houdiugen" te k talen, is de veronderst'el- ling njet gewaagd, dat de ex-kroonprins vrienden heeft gezocht, die hem uit den brand helpen. In een gekregen huis, met de dollaropbrengst van „Cacilien Hof" te Potsdam, zou het ex-koninklijk gezjn in Holland weer geruimen tijd voort kunnen. Voor de verhuizing zou toestemming van onze regeering noodig zijn. PRESIDENT HARDING OVERLEDEN Uit San Francisco, 2 Aug V, D,: President Harding is hedenavond over- leden. Uit San Francisco, 2 Aug V, D, Toen President Harding hedenavond met eenige familieleden converscerde, kreeg hij pfotseling een beroerte Hij is te half acht overleden DE VERKLARING VAN DE ENGELSCHE REGEERING. De ministerleele verklaring waarin het be- loop van de jongste ©nderhandelingen tus- schen Errgeland en de geallieerde regeerin- gen over de schadevergoedings- en Roer- kwesties wordt samengevat en de tegen- woordige staat van zaken aangegeven, is Donderdagmiddag om twaalf uur in het parlement afgelegd. Gelijk bij vroegere gelegenheden had zij den vorm van een gelijkluidende mededee- ling die in het Lagerhuis door den eerste- voorzitter en in het Hoogerhuis door mar- kies Curzon werd gedaan. De verklaring uidde als volgt: Op zeven Juni .1. heeft de Duitsohe regee ring na de antwoorden van de Entente- regeeringen op haar eerste nota van 2 Mei te heibben overwogen hun een nieuw memo randum toegezonden houdende herziene voorstellen om de kwesties van de schade- vergoeding in de Roer-bezetting te behan- delen. De Entente-regeeringen hebben overleg gepleegd om hun wederzijdsche in- zichten vast te stellen en duidelijk te maken, en de Fransche en Betgische regeeringen in het bijzonder hebben met de Engelsche re geering daarover van gedachten gewisseld. Een maand later, op 12 Juli is een ver klaring afgelegd in beide huizen van het Parlement over het door de Engelsche re geering ingenomen standpunt en daarbij is sterke nadruk gelegd op de noodzakelijk- heid van een actie ten einde een einde te maken aan den toestand die zoowel ge- vaarlijk was voor den vrede van Europa als voor de belangen van alle betrokken par- tijen. De Britsche regeering legde zekere voor stellen over als grondslag voor zoodanige actie en de mededeeling eindigde toen met den geallieerden bepaalde stappen aan te bevelen. De Britsche regeering nam het standpunt in, dat de voorstellen, vervat in de Duitsche nota van 7 Juni onderzocht en beantwoord verdienen te worden en dat zulk een ant- woord zoo mogelijk een geallieerd antwoord moest zijn. Voorzoover verder de Fransche en Belgische regeeringen ongeneigd waren het initiatief te nemen tot het formuleeren van een antwoord, zeide de Britsche regee ring de verantwoording op zich te willen nemen om het ontwerp van een antwoord oip te stellen, dat zij ter overweging aan hare bondgenooten willen toezenden. Ingevolge dit voornemen stelde de Brit sche regeering het ontwerp op van een iden- tiek antwoord, dat zij op 20 Juli verzond met een begeleidende nota aan de geallieerde regeeringen van Frankrijk, Belgie, Italie en Japan. In dit ontwerp van antwoord behandelde zij verschillende voorstellen vervat in het Duitsche memorandum van 7 Juni. Zij uitte de meening, dat, terwijl niets diende te ge- schieden, dat onvereenigbaar was met de bepalingen van het tractaat van Versailles, het zijn voordeel zou hebben als onpartijdige deskundigen in samenwerking met de com- miissie van herstel Duitschland's betalings- capacteit zouden onderzoeikeu. Wat de kwestie van de waafborgen, door de Duitsche regeering aangaboden, betrof, liet de Britsche regeering verder uitkomen, dat de oeconomische waarde van elken zoo- danigen waarborg grootendeels moest af- hangen van factoren waarvan het Duitsche memorandum geen melding had gemaakt zooals de stabilisatie van de mark en het in evenwicht brengen van de Duitsche be- grooting en dat geen waarborgen doeltref- fend konden zijn, tenzij voorzieningen wer- den getroffen voor den een of anderen vorm van internationale controle van Duitsch land's financieele beheer. Het ontwerp van antwoord eindigde met de Duifsdhe regeering den raad te geven, indien zij de hervatting van het onderzoek wenschte, zonder verder vertoef de verorde- ningen en besluiten in te trekken die de po- liti.ek van 't lijdelijk verzet hadden georga- niseerd en aangewakkerd en ondubbelzin- nig daden van geweld en sabotage te ver- loochenen, die haar in sommige gevallen vergezeld hadden, en het ontwenp uitte het geloof, dat zulk een handelwijze van den leant van Duitschland zou meebrengen, dat de bezettende mogendheden de voorwaar- den van hun bezetting opnieuw zouden over- wegen en gaandeweg zouden terugkeeren tot de normale vormen van het industrieele leven in het Roergebied. In de begeleidende nota's die met het ont werp van antwoord aan de geallieerden ver- zonden werden, gaf de Britsche regeering voilediger ophelderingen over haar opvat- tingen op al deze punten en drong zij er bij haar bondgenooten op aan met zoo min mogelijk vertoef beraadslagingen tusschen de geallieerden te openen, hetzij door een conference hetzij anderszins, met het' doel een gedetailleerd plan van een algemeene en definitieve financieele regeling uit te werken. De antwoorden van de geallieerde regee ringen zijn thans ontvangen. Een schriftelijk antwoord van de Italiann- sche regeering is nog niet aangekomen, maar zij heeft in het algemeen haar instem- ming geuit met de opvattingen en voorstel len van de Britsche regeering. De Fransche en de Belgisahe regeeringen hebben onafhankelijke antwoorden gezon- den. De Britsche regeering heeft deze antwoor den zeer zorgvuldig en angstvallig over wogen en ofschoon zij zich ten voile bewust is van de vriendelijke termen waarin zij ge- kleed zijn en van den hartelijken geest waar door zij ingegeven zijn, betreurt zij het daarin geen materiaal te vinden voor het zenden van een geallieerd antwoord op de Duitsche nota, aan welks verzending zij zoo veel hecht metterdaad wordt het ontwerp van het antwoord, dat door de Britsche re geering voorgelegd is, niet vermeld in de Fransche en Belgisahe antwoorden. Even- rain sohijnen deze nota's eenig stellig voor- uitzioht te bieden, hetzij op een spoedige wijziging in den toestand in het Roergebied hetzij op het beginnen van beraadslagingen over de vergoedingen, naar welke beide dingen de Britsche regeering gretig had uitgezien. Het is duidelijk, dat vele weken, zoo niet meer, gemakkelijk heen zouden kunnen gaan met de voorloopige wisseling van meeningen tusschen de geallieerden volgens richtsnoe- ren, die thans door de laatsten aangeduid zijn, voor er eenige doeltreffende stap ge daan zou kunnen worden ©m aan den tegen- woordigen toestand een einde te maken. De Britsche regeering kan niet te vaak herhalen dat, terwijl zij de belangen van hare bondgenooten als met haar eigen be langen saam veilbonden acht en terwijl zij terugdeinst, gelijk zij altoos gedaan heeft. voor elike actie waarin men een aanwij'zing zou kunnen zien van verdeeldheid onder de geallieerden, zij overtuigd blijft, dat het vraagstuk, hetwelk thans aan alien wordt gesteld niet kan worden ontweken en dat terwijl de geallieerden over dit of dat onder- deel of voorstel op de meest vriendschap- pelijke wijze van gedachten wisselen de Europeesohe toestand waarbij alle kansen op schadevergoeding op welke de geallieer den alleen aanspraak hebben betrokken zijn kan verzinken in een onherstelbare ruine. In deze omstandigheden heeft de Britsche regeering besloten met zco min mogelijk vertoef aan het Parlement de stukken voor te leggen, die hare eigen opvattingen en po- gingen vermelden en zij noodigt thans hare bondgenooten uit, toestemming te geven tot openbaarmaking van de nota's of mededee- lingen van hun kant waarop gedoeld wordt en die noodig zijn om den toestand in zijn geheel duidelijk te maken. De Britsche regeering hoopt, dat de open- baarmaking van deze besaheiden zal mee- werken ter bepaling van de werkelijke af- metingen van het vraagstuk, waarvoor de geallieerden zich geplaatst zien en de wereld zal overtuigen van de gebiedende noodzake- lijkheid eener onverwijlde en gezamenlijke actie ©m ze te behandelen. In beide Huizen is de verklaring gevolgd door een debat, dat nog voortduurt. DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN BELGIe De Senaat beeindigde Woensdagavond de debatten over het militaire wetsontwerp hetwelk reeds door de Kamer was aange- nomen. De socialisten heibben getracht obstructie te voeren, doch de liberalen en de katho- Iieken hebben hierop niet gereageei'd. Het socialistisch voorstel tot invoering van een militairen diensttijd van zes maan- den werd tenslotte verwonpen met 91 te gen 48 stemrnen.— Het geheele ontwerp, waarbij de dienst tijd wordt bepaald op 12 maanden vo-or de infanterje en 13 maanden voor de ca- valerie en de genie, alsmcde de wetsbepa ling, volgens welke de troepen twee maan den extra zttUen dienen, zoolang de be zetting van het Roergebied duurt, werden ten slotte aangeinomen met 82 stemrnen (der liberalen en katholieken) tegen 32 stemrnen (socialisten) en 5 ontlioudinlgen van de christen-democrateji,. De wet zal Zaterdag of Zondag in het Staatsblad verschijnen. RUSLAND. Het Wolgagebied heeft op ernstjge wij ze te lijden van gebrek aan trekvee. Vol gens het comite tot redding van den vee- stapel is er in het geheele gebied een te- Ikort van 2 'millicen beesten. Vooral hetf aan- tal kameelen en ossen, die in de. goeverue- menten bij den Wolga en het oeralgebied de eenige trekdieren zijn, is zeer gering. Het comite stelt zich voor uit de andere republieken, vooral uit Mongolie, trekvee in het Wolgagebied in te voeren. Voorts wil zij ook tot den aankoop van paarden in het buitenland overgaan GEBOORTEN IN PRUISEN Overtrof het aantal geboorten in Prui- sen dat der sterfgevallen in 1913 met 13,28 per 1000 inwoners, dit geboorteoverschot da aide in 1920 tot 10,25, stjeeg in 1921 weer tot 11,29, maar daalde in 1922 tot 8,47. En dit ondanks het fejt dat in 1921 en 1922 en vooral in 1920 het aantal hu- welijken van 1913 verre ovtrtrof en het sterftecijfer bijv. in 1922 belangrijk lager was dan in 1913 In alle provincien van Pruisen is deze achteruitgang merkbaar, in het district Groot Berlijn is zelfs van een geboorte-ovcrschot geen sprake meer. maar overtrof het aantal sterfgevallen dat der geboorten met 1.92 per duizend in woners TE VEEL WIJN IN FRANKRIJK, Hoe tragisch het den ver-verwijderden lezers ook in de ooren moge klinken zoo schrijft de speciale Parijsche corres pondent van de Daily Telegraph in Frankrijk is er op het oogenblik een te- veef aan wijn, en onlanjgs zijn vele aan- wijzingen, hoe hiermede te handelen, aan de hand gedaan. Ernstige economische vraagstukken gaan hiermede gepaard en krachtige bezwaren worden geopperd tegen het verbod van invoer van vreemde wijn en Pn de verlagii.fe van de binnenlandsche vrachttarieven twee maatregefen, weK ke in den laatsten tijd sterk worden be- pfeit De „man in the street" echter, die zich weinig bekommert om de econcmische zij de van het vraagstuk, weetr slechts een ding te doen als er teveel wijn is, en dat is, meer wijn drinken, en het is dan ook dit eenvoudige. argument, dat in het schrij- ven van senator Billjet aan den minister van Oorbg wordt aangevotrd. Het schijnf Idat de Fransche soldaat van het Roerleger. per dag een halve liter wijn krijgt en de senator geeft nu in overweging dit rant- soen voor den Poilu te verdubbelen, ten einde moeilijkheden van de wijnbouwers wat te verl'ichten Senator BiUiet beperkt zijn voorstel tot den duur van den zomer, hetgeen tamelijk vreemd is, daar vele Amerjkanen te Parijs kunnen bevestigen, dat wijrt den dorst nog verhoogt, indien dit voorstel echter door den minister van Oorbg wordt aanvaardt, zal niets eenvoudiger zijn, dan het ver- hoogde rantsoen ook gedurende den win ter te handhaven. Senator Billjet beweert, dat de kosten gepaard met de verdubbbeling van het „Poilu-rantsoen" volkomen gerechtvaar- digd worden door het vcoi-deef. dat de Fransche wijnbouwers hiervan zul- len "hebben, die, nu vele buitenlandsche af- nemers zijn „drooggefegd" met groot ver- langen uitzjen naar nieuwe vrienden, die den overvloed van het edele druivennat zul- !en opdrinken. TER NEUZEN, 3 Aug. 1923. GEMEENTERAAD. In de op a.s. Maandag, des namiddags 7 ure, te houden qpenbare vergadering van den gemeenteraad alhier kornen de volgende punten in behandeling: 1. Ingekomen stukken. 2. Behandeling wijziging der algemeene politieverordening. DE JAARDAG VAN H. M. DE KONINGIN-MOEDER wend gisteren alhier herdacht door het uit- steken der vlag van verschillende opertbare en enkele particuliere gebouwen. Desavonds gaf het muziekgezelschap „De vereenigde vverklieden" het aangekondigde concert. Het programma werd, onder leiding van den uirecteur, den heer Schirris met elan uitgevoerd. Het werd begunstigd door mooi weer en trok veel bezoek. A.s. Zondagavond geeft de vereeniging blijkens achterstaande advertentie ten volksconcert in ,,De Buiten-Societeit". LEGER DES HEILS. Gedurende de maand Augustus zuilen verschillende muziekkorpsen van het Leger des Heils uitstapjes maken en ook onze plaats komt aan de beurt. Het muziekkorps van Dordrecht bestaande uit 22 muzikanten brengt een bezoek op 13 Augustus, en zal een uitvoering geven volgens een vastgesteld programma. De muzikanten gebruiken hun vacantie- dagen voor dit doel, zoodat zij geheel be- langeloos hun tijd en krachten geven, met de hoop, dat de uitvoeringen ook financieel een hulp zullen zijn voor de korpsen die bezocht worden. SCHIETWEDSTR1JD. De uitslag schietwedstrijd van de Burger- wacht en sohietvereenigingen, gehouden op 14, 21, 28 Juli 1923, op de schietbaan te Ter Neuzen, is als volgt: Korpswedstrijden met scherp, in klassen A, B en C: Klasse A: Ter Neuzen 384 punten. Klasse B: Zaamslag 351 punten. Klasse B: Ter Neuzen 347 punten. Klasse B: Axel 311 punten. Klasse C: Zaamslag 246 punten. NEUZENSCHE COURANT De Uurgemeester der gemeeute TER NEUZEN maakt Ueaend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Maandag 6 Aug. 1923, des namiddags 7 uur. Ter Neuzen, 3 Aug. 1923. De Bnrgemeester voornoemd, J. HUIZINGA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1