ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7486.
Vrijdag 3 Augustus 1923
63e Jaargajif
Bekendmaking.
Hit list hoogs Noorden.
B I N N E N L A W D.
BUITENLA N D.
HBESTH BF.AT-)
LIV.
Over een Fransdi wijsgeer, die onlangs
driehonderd jaar geleden geboren is, over
Blaise Pascal, wil ik u iets vertellen. Eigen-
lijk is dat moeilijk te doen in slechts een
paar kolom. Wan men kan een wijsgeer
eigenlijk eerst recht genieten, als men eep
uitvoerig artikel van hem leest. Toch hoop
ik, dat ik u duidelijk maken kan door enkele
voorbeelden, hoe bijzonder denker en schrij-
ver Pascal is geweest.
In juni 1623 geboren, zwak en ziekelijk
overleed hij reeds in Augustus 1662. In dat
tijdsverloop had hij zich betoorad een uit-
stekend geleerde te zijn op wiskundig en
natuurkundig gebied. Onder meer vond hij
een rekenmachine uit, en ontdekte hij hoe de
barometer gebruikt worden kon bij hetmeten
van hoogten. Maar zijn grootste beteekenis
llgt in de door hem geschreven studien dp
wijsgeerig, godsdienstig en zedelijk gebied,
clie vol zijn van merkwaardige gedachten en
opmerkihgen. Nu nog steeds bevatten de
voornaamste bundels, die hij schreef, zoo-
veel sahoons, dat zijn werk gezocht blijft.
Het is fnerkwaardig, dat hij voortdurend
denkibeelden uit, die geheel in de lijn liggen
van het denken van 19e en 20e eeuwsche
wijsgeeren.
Een geestelijke waarheid kan veelal van
verschillende zijden worden belicht. Ook
vertoonen zedelijke waarden ons dikwijls
een nieuw en onvermoed gezichtspunt door
den vorm, waarin zij ons worden uitgebeeld.
Feitelijk is er nidts nieuws onder de zon.
Vrijwel alle wijsgeerige stelsels zijn al vele
eeuwen oud, maar telkens verschijnen zij
voor ons in een nieuwe gedaante, doordat
een groot denker de oude gedachte opnieuw
aanivaten in andere bewoordingen ontvouwt,
waardoor wij plotseling ontdekken. dat een
nieuwe zijde naar voren gebracht is. Zoo
isiedt het geestelijk leven telkens weder
nieuwe schatten, oipgedolven uit de diepte
van het menschelijk vernuft. Vooral bij het
besipiegelen over karaktereigenschappen
ziien wij tot onze verrassing, hoe onze deug-
den en ondeugden als't ware zijn: geslepen
juweelen of steenen met een menigte facet-
ten. Telkens valt een lichtstraal op een
andere facet, en zien wij een nieuwe scha-
keening.
Een beroemd beeld over den mensch van
Pascal is het volgende. „De mensch is
slechts een riet, het zwakste der natuur;
maar hij is een denkend riet. Het is on-
noodig, dat het gansche heelal zich wapene
om hem te verpletteren; een ademtocht, een
droppel water is voldoende om hem te
dooden. Maar mocht het heelal hem ver
pletteren, dan zou de mensch nog altijd
edeler zijn dan hetgeen hem doodt, omdat
hij weet, dat hij sterft, en het voordeel, dat
het heelal boven hem heeft, daarvan beseft
het heelal niets".
De adel van den mensch, die hem onder-
scheidt van de gansche overige schepping is
gelegen in zijn bewuste rede. Maar terzelf-
dertijd vol zonden is hij een tweeslachtig
wezen, een mengsel van hoogheid en laag-
heid. In 's menschen zedelijke onvolkomen-
heid ziet Pascal vooral deze drie ondeug
den, waarover hij allerlei pittige opmerkin-
gen neerschrijft; zijn ijdelheid, zijn eigen
liefde en zijn zucht naar verstrooii'ng.
De ijdelheid is zoozeer vastgeankerd in het
menschenihart, dat iedereen zich heel wat in-
beeldt en zijn bewonderaars wil hebben.
Ook de weetgierigheid is niets dan ijdelheid.
Gewoonlijk wil men alleen iets weten om
erover te kunnen spreken. Men zou geen
zeereizen gaan maken om er nooit iets over
te vertellen, uitsluitend om het genoegen van
wat te zien, zonder de hoop er ooit iets van
mede te deelen. Vooral zijn wij gevoelig
voor de erkienning van onze schrandeiheid,
en wij gevoelen ons gekwetst, wanneer die
in twijfel wordt getrokken. Hoe komt het,
vraagt Pascal, dat een kreupele ons niet
ergert, maar wel een kreupele geest? Het is,
omdat een kreupele erkent, dat wij goed
loopen, terwijl een kreupele geest beweert,
dat wij mank gaan in onze redeneering. Wij
worden met boos, als men ons zegt, dat wij
hoofdpijn hebben, maar wel boos, wanneer
men beweert, dat wij verkeerd redeneerden
of een verkeerde keuze deden.
Zelfs kan men vender gaan. Het is een
bekend verschijnsel, dat de mensch vaak
liever voor slecht dan voor dom wordt ge
houden, en dat hij zioh veel boozer maakt,
indien hij voor dom wordt uitgemaakt, dan
indien hem iets verkeerds wordt verweten.
Want het verkeerde is afhankelijk van zijn
wil en kan dus verbeterd worden, maar dom-
heid is iets aangeborens en onverbeterliiks.
Wij ziien hetzelfde bij ouders ten opzichte
van hun kinderen. Veelal kan men hun geen
grooter beleadiging aandoen dan door te
zeggen, dat hun kind achter'lijk is, niet goed
mee kan, weinig verstand heeft.
Welke voorrechten de mensch op aarde
ook mage bezitten, hij hecht zooveel waarde
aan het oordeel der menschen, dat hij niet
tevreden is, wanneer hij in dit opzic.ht niet
voordeelig uitkomt.
In dien trant maakt Pascal tal van geestige
opmerkingen. Ook over de tweede ondeugd
(waarvan de ijdelheid eigenlijk een onder-
deel is), n.l. 's menschen eigenliefde zegt hij
bijizondere dingen. Bijv. hoe dit aanleiding
is tot wederzijdsche onwaarachtigheid. Het
is eigenlijk hoogst ongelukkig allerlei .ge-
breken te hebben, maar als men die ge-
breken voor zich zelf heeft erkend. dan wil
men doorgaans ze niet openlijk aangewezen
zien. Daardoor komt men er toe zichzelf te
begoocihelen. Onze eigenliefde maakt, dat
wij alien c" .zekeren graad een afkeer van
de vo1leIF$rf'arheid hebben. Want gaarne
zien wij, dat de menschen zich in hun oor
deel over ons in ons voordeel vergissen, zoo-
dat wij door hen voor beter worden geacht
dan wij in werkelijkheid zijn.
Dat veroorzaakt, dat men onwillekeurig
zich er wel voor wacht om tegen een vriend
van wien wij houden de voile waarheid te
zeggen en hem een onaangenaam oordeel
mee te deelen. Men behandelt ons, zooals
wij behand^ld willen worden. Wij widen
gevleid zijn en men vleit ons. Hoe hooger wij
in de wereld kornen, des te meer worden wij
van de waarheid verwijderd, want men
ducht het des te meer iemand te kwetsen,
naarmate (doordat hij rnacht heeft) zijn ge-
negenheid ons van meer nut en zijn boosheid
voor ons gevaarlijker is. Vandaar, dat vor-
sten en koningen zoo duchtig worden ge
vleid. Een vorst kan de spot zijn van geheel
Europa, terwijl hij de eenige is, die er niets
van merkt. Wie met vorsten omgaan en hun
eigembelang hooger stellen dan het belang
van den vorst, dien zij dienen, wachten zich
cr dan ook wel voor, om hem een waarheid
te zeggen, waardoor zij zich konden bena-
deelen. Aldus wordt voortdurend de wair-
fteid verbloerrid.
Zelfs wordt Pascal bitter, als hij zegt: Het-
leven is een voortdurende begoochelin|;.
Niemand spreekt in ons bijzijn, zooals hij
het doet in onze afwezigheid. De heele sa-
menleving berust op wederzijdsch bedrog.
Weinig vriendsohappen zouden in stand blij-
ven, als ieder wist wat zijn vriend van hem
zegt, als hij zelf er niet bij is. Dat blijkt vol
doende uit de onaangenaamheden, die er uit
voortvloeien, als een derde het heeft ver-
klapt. Zoo besluit Pascal: De mensch wil
niiet, dat men hem de waarheid zegt, hij ver-
rtlljdt het de waarheid aan anderen te zeg
gen. De geheele maatschappelijke omgang is
niet mogelijk zonder beleefdheidsvormen,
die der menschen ortderlinge meening over
elkaar bedekken en omhullen.
Over den godsdienst heeft Pascal ook be-
hartigenswaardige dingen gezegd. Tegen-
over hen, die het goed recht van het geloof
wilden bewijzen met allerlei redeneeringen
hield hij vol, dat de godsdienst boven de
rede uitgaat, reeds omdat daarin iets boven-
natuurlijks is vervat. Het verstand kan nooit
hiierin optreden als eenige beslissende rech-
ter. Het hart heeft nu eenmaal zijn bewijs-
gronden en beweegredenen, die het verstand
niet kent. Men bewijst niet, dat men liefde
verdient en recht heeft bemind te worden
door methodised de billijke redenen voor
zulk een liefde uiteen te zetten. Zoo iets
gevoelen wij als dwaas. Zoo is het ook met
ons hart, dat Gods bestaan voelt. Het ge
loof is een gave Gods en het is een dwaling
dat het een gave zou zijn van redeneering.
Er is ook een groote afstand iusschen de
kennis Gods en God lief te hebben. Daarom
moet de godsdienst in het gevoel zijn ge-
worteld.
Het gevolg is, dat Pascal, evenals de
Duitsohe geleerde Kant, weinig gevoelt voor
de zoogenaamde „bewijzen" voor het Gods-
bestaan. Ook kan men hem eigenlijk geen
theoloog noemen. Want over dogmatiek be-
kommert hij zich niet. Voor alles blijft hij
mensch, ontvankelijk voor alle roerselen des
gemoeds en zich nietopsluitend in redeneer-
kunst. Want hij was tegelijk zoo weten-
sdhappelijk onderlegd, dat hij inzaig, dat
Gods bestaan gevoeld en niet beredeneerd
moest worden. De onmisbaarheid van het
geloof zoekt hij in zijn innerlijke zedelijke
waarde. God wordt beleefd en niet gede-
monstreerd. God wordt erkend op grond
van innerlijke ervaring.
In dit opziicht laten 20e eeuwsche denkers
als bijv. wijlen de Bussy eenzelfde geluid
hooren. Deze betoogde, dat de godsdien-
stige verzekerdheid onafhankelijk is van ver-
standsoverweging. Een wereldbeschouwing
heeft dan slechts waarde, als deze zelf
doorleefd is. Wie niet persoonlijk de waarde
van den godsdienst bij zich zelf heeft erva-
ren, komt nog niet tot geloofsverzekerd-
heid.
Wij besluiiten met deze aanhalingen:
„Eigenlijk zijn er slechs twee soorten
menschen, die men redelijk kan noemen: zij,
die God met hun geheele hart dienen, omdat
zij Hem kennen; en zij die God met hun ge
heele hart zoeken, omdat zij Hem nog niet
kennen".
„Ik kan mij wel een mensch voorstellen
zonder handen of voeten, maar niet zonder
gedachte".
„De grootheid van den mensch bestaat
daarin, dat hij een besef heeft van zijn
ellende; een boom weet zich niet ellendig.
T. g. T.
GAAT DE EX-KROONPRINS
VERHUIZEN?
Naar de Tel uit Berlijn van een zijde,
welke als goed ingeljcht kan worden be-
schouwd, \erneemt, zou het Cacilien
Hof", de verblijfpfaats van de ex-kroon-
prinses Cacilie te Potsdam, zijn verkocht
De koopsom natuurlijk in dollars
zou in Holland tot haar beschikking lig
gen
In dit verband maakt het; blad tevens
melding van een eveneens uit betrouwba-
re bron stammende mcd deeling, dat Hof-
landsche vrienden van den ex-kroonprins
in ons land voor Lem een buiten-verblijf
zouden hebben gekocht.
Gezien de hjer algemeen bekende om-
standighejd, dat zoowel de ex-kroonprins
te Wierjngen, als de ex-kroonpejnses te
Potsdam in financieele moeilijkheden ver-
keeren, en zeker niet in staat zijn om de
kosten van 2, zi.i het ook bescheiden, „hof-
houdiugen" te k talen, is de veronderst'el-
ling njet gewaagd, dat de ex-kroonprins
vrienden heeft gezocht, die hem uit den
brand helpen. In een gekregen huis,
met de dollaropbrengst van „Cacilien Hof"
te Potsdam, zou het ex-koninklijk gezjn in
Holland weer geruimen tijd voort kunnen.
Voor de verhuizing zou toestemming
van onze regeering noodig zijn.
PRESIDENT HARDING OVERLEDEN
Uit San Francisco, 2 Aug V, D,:
President Harding is hedenavond over-
leden.
Uit San Francisco, 2 Aug V, D,
Toen President Harding hedenavond met
eenige familieleden converscerde, kreeg hij
pfotseling een beroerte Hij is te half acht
overleden
DE VERKLARING VAN DE ENGELSCHE
REGEERING.
De ministerleele verklaring waarin het be-
loop van de jongste ©nderhandelingen tus-
schen Errgeland en de geallieerde regeerin-
gen over de schadevergoedings- en Roer-
kwesties wordt samengevat en de tegen-
woordige staat van zaken aangegeven, is
Donderdagmiddag om twaalf uur in het
parlement afgelegd.
Gelijk bij vroegere gelegenheden had zij
den vorm van een gelijkluidende mededee-
ling die in het Lagerhuis door den eerste-
voorzitter en in het Hoogerhuis door mar-
kies Curzon werd gedaan.
De verklaring uidde als volgt:
Op zeven Juni .1. heeft de Duitsohe regee
ring na de antwoorden van de Entente-
regeeringen op haar eerste nota van 2 Mei
te heibben overwogen hun een nieuw memo
randum toegezonden houdende herziene
voorstellen om de kwesties van de schade-
vergoeding in de Roer-bezetting te behan-
delen. De Entente-regeeringen hebben
overleg gepleegd om hun wederzijdsche in-
zichten vast te stellen en duidelijk te maken,
en de Fransche en Betgische regeeringen in
het bijzonder hebben met de Engelsche re
geering daarover van gedachten gewisseld.
Een maand later, op 12 Juli is een ver
klaring afgelegd in beide huizen van het
Parlement over het door de Engelsche re
geering ingenomen standpunt en daarbij is
sterke nadruk gelegd op de noodzakelijk-
heid van een actie ten einde een einde te
maken aan den toestand die zoowel ge-
vaarlijk was voor den vrede van Europa als
voor de belangen van alle betrokken par-
tijen.
De Britsche regeering legde zekere voor
stellen over als grondslag voor zoodanige
actie en de mededeeling eindigde toen met
den geallieerden bepaalde stappen aan te
bevelen.
De Britsche regeering nam het standpunt
in, dat de voorstellen, vervat in de Duitsche
nota van 7 Juni onderzocht en beantwoord
verdienen te worden en dat zulk een ant-
woord zoo mogelijk een geallieerd antwoord
moest zijn. Voorzoover verder de Fransche
en Belgische regeeringen ongeneigd waren
het initiatief te nemen tot het formuleeren
van een antwoord, zeide de Britsche regee
ring de verantwoording op zich te willen
nemen om het ontwerp van een antwoord
oip te stellen, dat zij ter overweging aan hare
bondgenooten willen toezenden.
Ingevolge dit voornemen stelde de Brit
sche regeering het ontwerp op van een iden-
tiek antwoord, dat zij op 20 Juli verzond met
een begeleidende nota aan de geallieerde
regeeringen van Frankrijk, Belgie, Italie en
Japan.
In dit ontwerp van antwoord behandelde
zij verschillende voorstellen vervat in het
Duitsche memorandum van 7 Juni. Zij uitte
de meening, dat, terwijl niets diende te ge-
schieden, dat onvereenigbaar was met de
bepalingen van het tractaat van Versailles,
het zijn voordeel zou hebben als onpartijdige
deskundigen in samenwerking met de com-
miissie van herstel Duitschland's betalings-
capacteit zouden onderzoeikeu.
Wat de kwestie van de waafborgen, door
de Duitsche regeering aangaboden, betrof,
liet de Britsche regeering verder uitkomen,
dat de oeconomische waarde van elken zoo-
danigen waarborg grootendeels moest af-
hangen van factoren waarvan het Duitsche
memorandum geen melding had gemaakt
zooals de stabilisatie van de mark en het
in evenwicht brengen van de Duitsche be-
grooting en dat geen waarborgen doeltref-
fend konden zijn, tenzij voorzieningen wer-
den getroffen voor den een of anderen vorm
van internationale controle van Duitsch
land's financieele beheer.
Het ontwerp van antwoord eindigde met
de Duifsdhe regeering den raad te geven,
indien zij de hervatting van het onderzoek
wenschte, zonder verder vertoef de verorde-
ningen en besluiten in te trekken die de po-
liti.ek van 't lijdelijk verzet hadden georga-
niseerd en aangewakkerd en ondubbelzin-
nig daden van geweld en sabotage te ver-
loochenen, die haar in sommige gevallen
vergezeld hadden, en het ontwenp uitte het
geloof, dat zulk een handelwijze van den
leant van Duitschland zou meebrengen, dat
de bezettende mogendheden de voorwaar-
den van hun bezetting opnieuw zouden over-
wegen en gaandeweg zouden terugkeeren
tot de normale vormen van het industrieele
leven in het Roergebied.
In de begeleidende nota's die met het ont
werp van antwoord aan de geallieerden ver-
zonden werden, gaf de Britsche regeering
voilediger ophelderingen over haar opvat-
tingen op al deze punten en drong zij er bij
haar bondgenooten op aan met zoo min
mogelijk vertoef beraadslagingen tusschen
de geallieerden te openen, hetzij door een
conference hetzij anderszins, met het' doel
een gedetailleerd plan van een algemeene
en definitieve financieele regeling uit te
werken.
De antwoorden van de geallieerde regee
ringen zijn thans ontvangen.
Een schriftelijk antwoord van de Italiann-
sche regeering is nog niet aangekomen,
maar zij heeft in het algemeen haar instem-
ming geuit met de opvattingen en voorstel
len van de Britsche regeering.
De Fransche en de Belgisahe regeeringen
hebben onafhankelijke antwoorden gezon-
den.
De Britsche regeering heeft deze antwoor
den zeer zorgvuldig en angstvallig over
wogen en ofschoon zij zich ten voile bewust
is van de vriendelijke termen waarin zij ge-
kleed zijn en van den hartelijken geest waar
door zij ingegeven zijn, betreurt zij het
daarin geen materiaal te vinden voor het
zenden van een geallieerd antwoord op de
Duitsche nota, aan welks verzending zij zoo
veel hecht metterdaad wordt het ontwerp
van het antwoord, dat door de Britsche re
geering voorgelegd is, niet vermeld in de
Fransche en Belgisahe antwoorden. Even-
rain sohijnen deze nota's eenig stellig voor-
uitzioht te bieden, hetzij op een spoedige
wijziging in den toestand in het Roergebied
hetzij op het beginnen van beraadslagingen
over de vergoedingen, naar welke beide
dingen de Britsche regeering gretig had
uitgezien.
Het is duidelijk, dat vele weken, zoo niet
meer, gemakkelijk heen zouden kunnen gaan
met de voorloopige wisseling van meeningen
tusschen de geallieerden volgens richtsnoe-
ren, die thans door de laatsten aangeduid
zijn, voor er eenige doeltreffende stap ge
daan zou kunnen worden ©m aan den tegen-
woordigen toestand een einde te maken.
De Britsche regeering kan niet te vaak
herhalen dat, terwijl zij de belangen van
hare bondgenooten als met haar eigen be
langen saam veilbonden acht en terwijl zij
terugdeinst, gelijk zij altoos gedaan heeft.
voor elike actie waarin men een aanwij'zing
zou kunnen zien van verdeeldheid onder de
geallieerden, zij overtuigd blijft, dat het
vraagstuk, hetwelk thans aan alien wordt
gesteld niet kan worden ontweken en dat
terwijl de geallieerden over dit of dat onder-
deel of voorstel op de meest vriendschap-
pelijke wijze van gedachten wisselen de
Europeesohe toestand waarbij alle kansen
op schadevergoeding op welke de geallieer
den alleen aanspraak hebben betrokken zijn
kan verzinken in een onherstelbare ruine.
In deze omstandigheden heeft de Britsche
regeering besloten met zco min mogelijk
vertoef aan het Parlement de stukken voor
te leggen, die hare eigen opvattingen en po-
gingen vermelden en zij noodigt thans hare
bondgenooten uit, toestemming te geven tot
openbaarmaking van de nota's of mededee-
lingen van hun kant waarop gedoeld wordt
en die noodig zijn om den toestand in zijn
geheel duidelijk te maken.
De Britsche regeering hoopt, dat de open-
baarmaking van deze besaheiden zal mee-
werken ter bepaling van de werkelijke af-
metingen van het vraagstuk, waarvoor de
geallieerden zich geplaatst zien en de wereld
zal overtuigen van de gebiedende noodzake-
lijkheid eener onverwijlde en gezamenlijke
actie ©m ze te behandelen.
In beide Huizen is de verklaring gevolgd
door een debat, dat nog voortduurt.
DE MILITAIRE DIENSTTIJD IN
BELGIe
De Senaat beeindigde Woensdagavond
de debatten over het militaire wetsontwerp
hetwelk reeds door de Kamer was aange-
nomen.
De socialisten heibben getracht obstructie
te voeren, doch de liberalen en de katho-
Iieken hebben hierop niet gereageei'd.
Het socialistisch voorstel tot invoering
van een militairen diensttijd van zes maan-
den werd tenslotte verwonpen met 91 te
gen 48 stemrnen.—
Het geheele ontwerp, waarbij de dienst
tijd wordt bepaald op 12 maanden vo-or
de infanterje en 13 maanden voor de ca-
valerie en de genie, alsmcde de wetsbepa
ling, volgens welke de troepen twee maan
den extra zttUen dienen, zoolang de be
zetting van het Roergebied duurt, werden
ten slotte aangeinomen met 82 stemrnen
(der liberalen en katholieken) tegen 32
stemrnen (socialisten) en 5 ontlioudinlgen
van de christen-democrateji,.
De wet zal Zaterdag of Zondag in het
Staatsblad verschijnen.
RUSLAND.
Het Wolgagebied heeft op ernstjge wij
ze te lijden van gebrek aan trekvee. Vol
gens het comite tot redding van den vee-
stapel is er in het geheele gebied een te-
Ikort van 2 'millicen beesten. Vooral hetf aan-
tal kameelen en ossen, die in de. goeverue-
menten bij den Wolga en het oeralgebied
de eenige trekdieren zijn, is zeer gering.
Het comite stelt zich voor uit de andere
republieken, vooral uit Mongolie, trekvee
in het Wolgagebied in te voeren. Voorts
wil zij ook tot den aankoop van paarden
in het buitenland overgaan
GEBOORTEN IN PRUISEN
Overtrof het aantal geboorten in Prui-
sen dat der sterfgevallen in 1913 met 13,28
per 1000 inwoners, dit geboorteoverschot
da aide in 1920 tot 10,25, stjeeg in 1921
weer tot 11,29, maar daalde in 1922 tot
8,47. En dit ondanks het fejt dat in 1921
en 1922 en vooral in 1920 het aantal hu-
welijken van 1913 verre ovtrtrof en het
sterftecijfer bijv. in 1922 belangrijk lager
was dan in 1913 In alle provincien van
Pruisen is deze achteruitgang merkbaar, in
het district Groot Berlijn is zelfs van een
geboorte-ovcrschot geen sprake meer.
maar overtrof het aantal sterfgevallen dat
der geboorten met 1.92 per duizend in
woners
TE VEEL WIJN IN FRANKRIJK,
Hoe tragisch het den ver-verwijderden
lezers ook in de ooren moge klinken
zoo schrijft de speciale Parijsche corres
pondent van de Daily Telegraph in
Frankrijk is er op het oogenblik een te-
veef aan wijn, en onlanjgs zijn vele aan-
wijzingen, hoe hiermede te handelen, aan
de hand gedaan. Ernstige economische
vraagstukken gaan hiermede gepaard en
krachtige bezwaren worden geopperd tegen
het verbod van invoer van vreemde wijn en
Pn de verlagii.fe van de binnenlandsche
vrachttarieven twee maatregefen, weK
ke in den laatsten tijd sterk worden be-
pfeit
De „man in the street" echter, die zich
weinig bekommert om de econcmische zij
de van het vraagstuk, weetr slechts een
ding te doen als er teveel wijn is, en dat
is, meer wijn drinken, en het is dan ook
dit eenvoudige. argument, dat in het schrij-
ven van senator Billjet aan den minister
van Oorbg wordt aangevotrd. Het schijnf
Idat de Fransche soldaat van het Roerleger.
per dag een halve liter wijn krijgt en de
senator geeft nu in overweging dit rant-
soen voor den Poilu te verdubbelen, ten
einde moeilijkheden van de wijnbouwers
wat te verl'ichten
Senator BiUiet beperkt zijn voorstel tot
den duur van den zomer, hetgeen tamelijk
vreemd is, daar vele Amerjkanen te Parijs
kunnen bevestigen, dat wijrt den dorst nog
verhoogt, indien dit voorstel echter door
den minister van Oorbg wordt aanvaardt,
zal niets eenvoudiger zijn, dan het ver-
hoogde rantsoen ook gedurende den win
ter te handhaven.
Senator Billjet beweert, dat de kosten
gepaard met de verdubbbeling van het
„Poilu-rantsoen" volkomen gerechtvaar-
digd worden door het vcoi-deef.
dat de Fransche wijnbouwers hiervan zul-
len "hebben, die, nu vele buitenlandsche af-
nemers zijn „drooggefegd" met groot ver-
langen uitzjen naar nieuwe vrienden, die
den overvloed van het edele druivennat zul-
!en opdrinken.
TER NEUZEN, 3 Aug. 1923.
GEMEENTERAAD.
In de op a.s. Maandag, des namiddags
7 ure, te houden qpenbare vergadering van
den gemeenteraad alhier kornen de volgende
punten in behandeling:
1. Ingekomen stukken.
2. Behandeling wijziging der algemeene
politieverordening.
DE JAARDAG VAN
H. M. DE KONINGIN-MOEDER
wend gisteren alhier herdacht door het uit-
steken der vlag van verschillende opertbare
en enkele particuliere gebouwen. Desavonds
gaf het muziekgezelschap „De vereenigde
vverklieden" het aangekondigde concert.
Het programma werd, onder leiding van
den uirecteur, den heer Schirris met elan
uitgevoerd. Het werd begunstigd door mooi
weer en trok veel bezoek.
A.s. Zondagavond geeft de vereeniging
blijkens achterstaande advertentie ten
volksconcert in ,,De Buiten-Societeit".
LEGER DES HEILS.
Gedurende de maand Augustus zuilen
verschillende muziekkorpsen van het Leger
des Heils uitstapjes maken en ook onze
plaats komt aan de beurt. Het muziekkorps
van Dordrecht bestaande uit 22 muzikanten
brengt een bezoek op 13 Augustus, en zal
een uitvoering geven volgens een vastgesteld
programma.
De muzikanten gebruiken hun vacantie-
dagen voor dit doel, zoodat zij geheel be-
langeloos hun tijd en krachten geven, met de
hoop, dat de uitvoeringen ook financieel een
hulp zullen zijn voor de korpsen die bezocht
worden.
SCHIETWEDSTR1JD.
De uitslag schietwedstrijd van de Burger-
wacht en sohietvereenigingen, gehouden op
14, 21, 28 Juli 1923, op de schietbaan te Ter
Neuzen, is als volgt:
Korpswedstrijden met scherp, in klassen
A, B en C:
Klasse A: Ter Neuzen 384 punten.
Klasse B: Zaamslag 351 punten.
Klasse B: Ter Neuzen 347 punten.
Klasse B: Axel 311 punten.
Klasse C: Zaamslag 246 punten.
NEUZENSCHE COURANT
De Uurgemeester der gemeeute TER NEUZEN
maakt Ueaend, dat eene Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
Maandag 6 Aug. 1923, des namiddags 7 uur.
Ter Neuzen, 3 Aug. 1923.
De Bnrgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA