de particuliere scholen betreffen, maar zulks naai bet sciujnt ten opzicnte van de openuare met gescmem, waai men van wege het Dijzon- der onderwys er naar streeit zijn scr.olen tip top in orde te hebben, meent hij, dat het voor den gemeenteraad met te verantwoorden is, als deze de eischen voor de openbare scholen, waar aileen de raad voor te zorgen heett, lager stelt. Kij neemt ook aan, dat het hier met be- treft een schuilplaats voor de kinueren om voor en na schooltijd in te vertoeven, doch om die werkelijk als speelplaats in het speelkwar- tiertje te gebruiken. Aangezien de raad ver- piicht is mede te vverken voor de verbetering der bijzondere scholen, is het zijn plicht, den achterstand voor het openbaar onderwijs in te halen. De heer SCHEELE merkt op, dat het voor Driewegen niet ging over een overdekte speel plaats, maar omdat de speelplaats altijd onder water stond. Voor de bijzondere school in de Jozinastraat is geen overdekte speelplaats ge- vraagd, en dat behoeri Dinnen de kom ook niet; voor buiten de kom is er veel voor te zeggen. De heer VAN HASSELT meent het te moeten uitspreken, dat het schoolbestuur van de Jozinastraat vrij uitgaat, de twee daarbij. be- trokken rechtsche leden van dit college hebben in dat opzicht steeds fatsoenlijk gehandeld. Hij meent dit te moeten zeggen, omdat het burge- meester en vvethouders wel eens gehinderd heett, dat het van andere bijzondere ^chool- besturen stern den schijn verwekte, dat er ge- speculeerd werd op de publieke kas. De VOORZITTER meent, dat het niet noo- dig is, veel ter verdediging van het voorstel van burgemeester en wethouders te zeggen, zij komen met liiets nieuws, want toen spreker hier als burgemeester kwam, was er reeds sprake van een overdekte speelplaats bij school C. En nu het er toe moest komen aan de scholen A en C herstellingswerken uit te voeren, hebben burgemeester en wethouders gemeend die scholen dan nu tegelijkertijd ge- heel in orde te moeten laten brengen evenwel op een bescheiden wijze, want men zal niet kunnen zeggen, dat de bedragen overschat zijn. Door den heer De Jager is reeds bij de be- spreking in de commissie van bij stand bezwaar gemaakt tegen de speelplaatsen. Spreker had gehoopt, dat deze den raad zou gevolgd hebben dien spreker hem toen gegeven heeft, om, op grond van technische reden de onzekerheid die nog bestaat omtrent het schoolwezen dit jaar slechts een speelplaats te bouwen en wel daar, waar men zeker is dat een openbare school zal gevestigd blijven, n.l. school C. Er was dan mogelijkheid geweest, om het verschil te deelen. Als er iemand in den raad was op- gestaan, die zou betoogen, dat het niet zeker is, dat er van wege de gemeente steeds 2 open- bare scholen zullen worden onderhouden, dan was daarover te praten geweest, maar nu n beide de speelplaatsen bestrijdt, is dat wel wat te ver gegaan. De kinderen die de openbare scholen bezoe- ken, staan onder de zorgen van den gemeente raad. De gemeente heeft wettelijke zorgen en de vrije schoolbesturen hebben zede- lijke zorgen. Op het gemeentebestuur wordt geen aandrang uitgeoefend. In dat opzicht hebben de bijzondere scholen ingevolge de wet van 1920 iets voor. De gemeentebesturen moe ten eigener beweging zorgen en spreker meent, dat burgemeester en wethouders in deze geen te groote eischen steilen. De heer DE JAGER erkent, dat de voor- zitter hem een raad gegeven had, dien hij ech- ter heeft gemeend niet te moeten opvolgen. Spreker ziet verder dan zijn neus lang is en vreesde, dat, als er ditmaal een overdekt speel- terrein uitgesteld werd, dit het volgend jaar zou terugkomen en er alsdan een nog zwaar- dCre eisch aan zou woiuen vastgeknoopt. H is echter van oordeel, dat thans zou kunnen worden volstaan met 950 voor herstellings- kosten, doch dat men geen 1787 behoeft uit te geven om ook overdekte speelplaatsen te bouwen. Het onder letter a vermeld voorstel wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen; voor stemmen de heeren Nolson, De Ridder, Colsen, Van Driei, Harte en Van Hasselt; tegen stem- men de heeren De Jager en Scheele. (De heer Geelhoedt heeft de vergadering verlaten en de heer Hamelink was tijdens de stemming tijdelijk afwezig). De heer SCHEELE hermnert, omtrent het voorstel onder letter b, dat het vorig jaar op voorstel van burgemeester en wetnouders werd oesioten de pontie uit net gebouw op den Smulswal te verpiaatsen naar de Kazerne in de Nieuwstraat, die daarvoor naar hij ver- neemt nog minder geschikt is, en in uitzicht werd gesteld, dat het geoouw op den Smids- wal, dat bouwvailig was, zou kunnen worden veraocbt. mj is van oordeel, dat de gemeente dat geoouw niet meer noodig heeft. Wijlen dt heer Van Borssum WaalKes nad er vroeger j dOOO of f tobd voor over en spreker zou in overwegmg widen geven thans met de weduwe te onderhanuelen, of die het nog koopen wn of het anders publiek laten veilen. Nu komen burgemeester en wethouders met een voorstel, am het 't vorig jaar bouwvallige gebouw, dat met meer hersteid kon worden, te nerstellen en te veranderen en het ten ge- bruike te geven aan de vereeniging „Hulpbe- toon door Samenwerkmg Hij wil volstrekt niet beweren, dat dit geen nuttige vereeniging is, maar, aangezien men nu lokalen in de kop school aan een bepaalde vereeniging nu toch voor niets weggeeft, kan men daar die vereeni ging ook wei in onderbrengen, daar is plaats genoeg, en dan hebben we voor het gebouw op de Smidswal ook geen onde; ..oudskosten meer uit te geven. De heer DE RIDDER vermeent ook, dat in- dertijd gezegd is, dat het oude politiebureau zou verkocht worden, hij vindt dit ook een on- smakelijke gescliiedenis. De VOORZITTER geeft te kennen, dat, toen de raad op het voorstel van burgemeester en wethouders is ingegaan, om de politie te ver piaatsen naar de Nieuwstraat, niemand van het college van burgemeester en wethouders er anders over dacht, dan het oude gebouw te verkoopen. Toen had men echter het vooruitzicht, een der lokalen van school A ter beschikking van de vereeniging „Hulpbetoon door Samenwer- king" te kunnen steilen. Allen kennen de strubbelingen op onderwijsgebied, die aanleiding hebben gegeven, dat van die beschikbaarstel- ling moet worden afgezien. Maar men overwoog voorts, dat de gemeente toch voor verschillende doeleinden over te weinig lokaalruimte beschikt. Steeds moest b.v. de laatste jaren worden uitgezien naar een gelegenheid voor het ijken. Daarvoor werd een lokaal van de Vereenigde Handwerkslieden gehuurd, dat f 20 tot f 25 kostte. Voor de inspectie van de militie werd eerst gebruik gemaakt van de bomvrije kazerne op Java, en later van het Bureau voor de ar- beidsbemiddeling, toen de kazerne was afge- broken. Dat lokaal acht men echter ongeschikt, omdat het te weinig ruimte biedt, en de man- schappen, terwijl er een gedeelte geholpen wordt, buiten moeten blijven staan. Het Bur- gerlijk Armbestuur neemt van het gebouw op Java niet de kleinste ruimte in beslag en het voor de arbeidsbemiddeling beschikbare gedeel te is eigenlijk te klein. Zeer dikwijls komt het voor, dat kleine ver- gaderingen moeten gehouden worden van com- missies, die op sprekers kamer of in de raad- zaal moeten plaats hebben en wenschelijk ware !"'t. daarvoor een andere ruimte te hebben. Dat alles overwegende, kwamen burgemeester en wethouders tot de conclusie, dat het niet ge- wei.scht is, dit gebouw te verkoopen, doch het te herstellen, het gedeelte in gebruik geweest als ziekenhuis te veranderen en dit deel ter beschikking te steilen van de vereeniging ,,Hulpbetoon door Samenwerking" die niet in het thans op Java gebruikte gebouw kan blij ven, daar de gemeente die ruimte noodig heeft voor andere doeleinden en dit lokaal ook niet geschikt is. Het lekt er veel door en door de vocht is reeds groote schade ontstaan aan de naaimachines. De vereeniging betaalt voor het lokaal f 50 huur per jaar en moet voor eigen vuur en licht zorgen. Door den heer De Jager is nog nauwkeurig uitgerekend, dat er voor de gemeente voordeel in zat, die veran- dering aan het gebouw te doen. Het is natuurlijk geen ondankbare taak, voor den heer Scheele, om de voor het groot- ste deel leeg staande kopschool hierbij aan te halen, en te kennen te geven, dat het jammer is, dat zoo'n luxe gebouw zoo weinig gebruikt wordt. Indien de behandeling der lager onder- wijswet in de Tweede Kamer echter aanleiding geeft, dat het 7e leerjaar moet ingericht wor den, dan komen in de kopschool de centrale 7e klassen terecht, hetgeen ook van meet af de bedoeling is geweest. Dan is die school bezet. En de besproken vereeniging kan niet naar boven, in de groote zaal gestuurd worden. De heer DE JAGER deelt mede, dat hij in de commissie van bijstand ook bezwaren tegen dit plan heeft geopperd, maar hij heeft er zich ten slotte bij neergelegd, omdat hij, den voor- zitter kennende, vreest, dat deze, als hierop niet wordt ingegaan, later met een voorstel zal komen, dat veel meer geld kost, dan zou het wel eens f 12.000 kunnen worden, in plaats van f 1000. De VOORZITTER: Dat is dus om den voor- zitter in te toomen! De heer HAMELINK zou daaromtrent graag nader wat hooren. Wat is de voorzitter dan van plan? Hij gelooft, dat daar den laat- sten tijd in de commissie van bijstand wat gekokstoofd wordt. Overigens begrijpt deze spreker ook niet, dat een gebouw, dat blijkens de inlichtingen van het vorig jaar niet meer te herstellen was, nu voor een betrekkelijk klein bedrag voor verschillende doeleinden dienstbaar gemaakt kan worden. De toestand is dus de vorige maal te zwart geschilderd of nu te gunstig. Het lijkt er veel op, of men rapporten geeft, naar gelang men de een of andere weg uit wil. Het trekt voorts ook de aandacht, dat de vereeniging ,,Hulpbetoon door Samenwerking zoo de bijzondere zorg geniet van burgemees ter en wethouders. Als zij een lokaal noodig heeft, doen deze maar terstond een voorstel om er een gemeentegebouw voor te verande ren, om haar daarin te kunnen onderbrengen. Eigenlijk is dat toch niet de taak van burge meester en wethouders. Spreker heeft er vol strekt geen bezwaar in, om die vereeniging, als ze dat noodig heeft, een goedkoope gele genheid voor haar werk te verschaffen, maar in de eerste plaats zou toch de vereeniging zelf daarvoor moeten zorgen en dit kunnen gaan zonder kosten voor de gemeente, die reeds een bijdrage aan haar schenkt. Hij acht het noodig, dit hier eens vast te leggen, met het oog op mogelijke gevolgen, indien eens blij- ken zou, dat dit lokaal niet geschikt werd be- vonden. De heer DE JAGER zegt, geen nadere ver- klaring omtrent zijn geuite vrees te kunnen geven; dat was van hem maar een persoon- lijke gedachte. De heer HAMELINK: Dus u kunt dat nog niet zeggen? Dat kan toch anders iets zijn, dat gewicht in de schaal legt bij de behande ling dezer zaak. De heer VAN HASSELT acht het in het belang der gemeente, het gebouw niet te ver koopen. Het is, nu men het heeft, een nuttig bezit, om het voor verschillende doeleinden te kunnen gebruiken. Men heeft hier steeds meer behoefte gekregen aan lokaalruimte en hij acht het een verkeerde toestand, dat verschillende vereenigingen en commissies, hier in de raad- zaal of op des burgemeesterskamer moeten vergaderen, zooals hij het meermalen heeft opgemerkt, waar dan allerlei stukken liggen en de burgemeester soms zelf zijn kamer moet ruimen. Dat is toch geen toestand. De voor- gestelde veranderingen acht hij een goede ver betering want men krijgt dan een bepaald groote kamer en hij meent, dat dit ook niet te groot kan zijn. Waar het gebouw met weinig kosten voor het beoogde doel bruikoaar kan gemaakt worden, is het zeker van belang het voor de gemeente te behouden. Oven gens er kent hij ook, wel wat vreemd te hebben op- gekeken, dat, na de rapporten daarover in het vorig jaar, de herstellingen enz. slechts f 400 behoeven te kosten. Nu moet men hier weliswaar bij in aanmcr- king nemen, dat de gemeentebouwmeester zegt, dat hij het gebouw voor die som in orde kan maken, in ejgen beheer en met gebruik van de werkkrachten der gemeente. De uit- gaven betreffen dan in hoot'dzaak matenalen. Als men er een bezoek brengt, ontwaart men, dat het er van binnen allertreurigst uit ziet. Van buiten is het nu reeds wat opgeknapt. Het zou spreker spijten, als de raad zou be- siuiten tot verKoop. Hoe meer de gemeent2 uitbreiidt, hoe meer zij er behoefte aan hebben De VOORZITTER kan verklaren, dat er voor de uitlating van den heer De Jager geen enkele reden kan bestaan. De voorzitter koestert geenerlei plannen of heeft geen be- doelingen. Hij beschouwt de uitdrukken van den heer De Jager dan ook meer als een niet onvriendelijk bedoelde hatelijkheid, /.ooai- we er van dezen wel eens meer hooren. Sprekei is daaraan gewoon geraakt. De burgemeester dacht aan zijn nieuwe gemeentehuis. De heer SCHEELE: De heer De Jager misschien wel? De VOORZITTER: Dat kan misschien een plan worden voor den nieuwen gemeenteraad. Hi| bepleit nog aanneming van het voorstel, de politie is goed onderdak en voor een klein bedrag krijgt de gemeente een goed gebouw ter beschikking voor andere doeleinden. Het voorstel wordt aangenomen met 8 stem- men tegen 1. Voor stemmen de heeren Nolson, De Kidder. Colsen, Hamelink, Van Driel, Harte, N an Hasselt en De Jager; tegen stem! de heer Scheele. 14. Verkoop van gemeentegrend aan de Scheldedijk. Door R. G. E. Nolson wordt per adres ver- zocht aan hem te willen verkoopen een perceel bouwterrein, deel uitmakende van den ge- meentegrond aan de Scheldekade, zooals dit perceel op de bij het adres ingezonden kaart in roode arceering is aangegeven, ter breedte van 10 M. en ter diepte van 25 M., zulks voor den prijs van 10 per M2. (Blijkens de tee- kening is het perceel gelegen op den hoek van den Scheldedijk, bij de aanlegplaats der prov. boot, achter het gebouw van den prov. stoom- bootdienst). Burgemeester en wethouders steilen voor, dit verzoek in te willigen en tot verkoop van het gevraagde terrein, zijnde 250 M2. van sectie L no. 1930, te besluiten, onder de vol- gende voorwaarden: 1. De koopsom ad tien gulden 10,per vierkanten meter moet voor of bij de onder- teekening der akte van koop en verkoop ten kantore van den gemeente-ontvanger worden voldaan. 2. De kosten voor levering van het gr kochte komen voor rekening van den kooper. 3. De op het verkochte vallende belastingen komen, vanat 1 Januari 1924 af, eveneens voor diens rekening. 4. De levering van den grond moet binnen drie maanden, te rekenen van den dag der vereischte goedkeuring van dit besluit, ge- eischt worden. 5. Het gekochte mag alleen wtrden be- stemd voor den bouw van een of meer wonin- gen, waarvan de voorgevels over de voile breedte van het gebouw of de gebouwen ten minste zeven meter hoog zullen zijn, te meten uit da. kruin van de aangrenzende straat. De neer HAMELINK vraagt, wat eigenlijk de kostprjjs is van den grond aan de Schelde kade. Toen de vorige maal in besloten ver gadering over verkoop van den grond gespro- ken is, is gevraagd om den grond te mogen presenteeren voor tien tot twaalf gulden. Spreker heeft toen voorspeld, dat, als er vrij- heid gegeven werd, de prijs wel op 10 zou struikelen. Dat is blijkens dit voorstel uitge- komen. Hij meent in deze tot voorzichtigheid te moeten aanraden. Het kan misschien zijn nut hebben, om een stukje grond te verkoo pen, teneinde ook anderen tot koopen uit te lokken, doch daar staat tegenover, dat, als eenmaal een prijs genoemd is, dit den prijs kan worden voor het geheele bouwterrein, tcnzij de vraag bijzonder groot wordt. Het zal dan gaan precies als aan de Scheldekade en hij hoopt, dat we daarvoor bewaard zullen blijven. Naar hij meent, is de prijs van den grond, de kosten van gereed maken in aanmerking ge- nomen 15 a 16 per M2. berekend en vallen daaronder ook de slechtere kavels, terwijl dit het gunstigste plaatsje is. De heer SCHEELE geeft te kennen, dat hij met een verkoop van grond tegen 10 per M2. hoogst tevreden is, tenzij de gemeente in ver- band met dezen verkoop tot groote uitgaven zou worden verplicht, voor het aanleggen van de bestrating. Dan zou het wel een bezwaar worden. Kan het leggen daarvan echter wor den uitgesteld tot er meer terrein is verkocht, dan is hij hiermede hoogst te vreden. De heer DE RIDDER acht f 10 ook niet te laag, het is een aannemelijke prijs en als men meer zou vragen, bestaat het gevaar, dat het terrein renteloos blijft liggen. De VOORZITTER merkt op, dat, indien het hier gaat zooals aan de Scheldekade, het er goed voor staat, want daar is de eerste grond verkocht voor f 6 per M2. en die prijs is later gestegen tot f 7 en 8. Het ging dus steeds cresendo. De heer HAMELINK: Die grond is ook niet te duur verkocht. De VOORZITTER: Het ging steeds naar boven. De heer HAMELINK: De grond die we zelf kochten! De VOORZITTER: Indien het geheele blok ineens was gereed gemaakt, zou de prijs op f 14 tot f 16 per M2. gekomen zijn. We zijn echter niet aan dat bedrag gekomen, omdat 80.000 minder dan begroot werd is verwerkt. Op het oogenblik drukt de rente en aflossing van dat bedrag niet op den bouwgrond en is deze dus goedkooper. Men heeft overwogen, dat het gewenscht is, tot een begin van den verkoop te komen en toen is genoemd een prijs van f 10 tot f 12. Nu moge de heer Hamelink het vermoeden hebben uitgesproken, dat het dan wel 10 zou worden, maar, het had ook evengoed 12 kunnen zijn. Wat de bemerking van den heer Scheele be- treft herinnert spreker, dat besloten was, om voor het gereed maken van het terrein f 60.000 te leenen, doch er is nog maar 51.000 of f 52.000 van die leening opgenomen. De rest van dat bedrag is voor het gereed maken der bestrating bestemd. Indien we met dat bedrag uitkomen, is dat de normale berekening. Tot hiertoe is dat uitgesteld. Het is aan spreker niet bekend, wanneer met bouwen zal worden begonnen, of dit binnen 1 of binnen 2 jaar zal zijn. Als er gebouwd wordt, moet echter ook de bestrating worden gemaakt, maar voor dien tijd is geen voorstel daartoe te wachten. De heer HAMELINK is het met die rede- neering over den kostprijs niet eens. Het is wel juist, dat de rente en aflossing van een belangrijk bedrag nog niet op het bouwterrein drukt, maar daartegenover staat, dat ook een groot deel nog niet bouwrijp is, en dat daar voor nog groote uitgaven zullen moeten wor den gedaan. Nu zou hij het niet billijk achten, dat men die verdere uitgaven alleen zou laten drukken op het later in orde te maken terrein. De opmerking van den voorzitter, dat de grond nog niet zoo duur is, gaat dus niet op, de to- tale kosten, ook die welke nog te maken zijn, moeten over het geheele complex worden om- geslagen. Anders zou het minder gunstig ge legen terrein duurder worden, dan het gunsti. ger gelegen terrein, dat nu reeds bouwrijp is. Men kan hieromtrent van meening verschillen, maar spreker meent toch, dat men in deze voorzichtig moet zijn. Als de grond die thans reeds bebouwd kan worden verkocht is, moeten we toch ook het andere terrein bouwrijp maken en dan zouden we later minderwaardigen grond aan duurderen prijs moeten verkoopen. Spreker blijft van meening, dat thans f 10 te laag is. De VOORZITTER merkt naar aanleiding hiervan nog op, dat de prijs niet komt op f 14 tot f 16, doch dat het misschien 13 wordt. Men kan thans echter niet het hoogste vor- deren. Dat is niet verstandig. Er is al eens meer vraag naar bouwterrein geweest, maar ten slotte loopt het op niets uit, omdat de aan- vrager het minder aangenaam vindt, daar wel licht geruimen tijd alleen te zitten. Op deze wijze komt er een begin. De heer COLSEN meent, dat de raad zich door deze verkoop goed te keuren, toch niet vastlegt voor later. De VOORZITTER acht die stelling volko- men juist. Het voorstel wordt aangenomen met 5 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren De Ridder, Colsen, Van Hasselt, De Jager en Scheele; tegen stem- men de heeren Hamelink, Van Driel en Harte. (De heer Nolson onthoudt zich van mede stemmen). 15. Uitgifte van gemeentegrond in ertpacht. Naar aanleiding van een verzoek van J. A. van Rompu, te Ter Neuzen, om hem in erf- pacht uit te geven een oppervlakte gemeente grond, groot 15,13 M2., gelegen aan de Nieuw straat, thans in huur uitgegeven, in verband met de plannen om de daarop staande veranda in steen en dicht op te bouwen, steilen burge meester en wethouders voor, aan den verzoe- ker den gevraagden grond in erfpacht uit te geven tegen een canon van 50 cent per M2. en per jaar, en voorts op de gewone voorwaarden. De VOORZITTER deelt mede, dat dit punt wordt aangehouden, daar het nog niet vol- doende voorbereid is. 16. Vaststellen rooilijnen. Ingekomen is een verzoek van den Ontvan- ger der Registratie en Domeinen te Hulst tot het vaststellen van rooilijnen aan he Nieuwe- diep en de 2e Verbindingstraat, aan de Axel- sche straat en aan de Nieuwstraat en de Bur gemeester Geillstraat. Hij zag die gaarne vastgesteld zooals deze zijn aangegeven op een bij het schrijven inge zonden teekening. Een deel der Domeingron- den aan het Nieuwediep zou bij de naast- liggende straten worden gevoegd en later aan de gemeente worden overgedragen. Burgemeester en wethouders steilen voor, de rooilijnen vast te steilen overeenkomstig genoemde teekening. De heer HAMELINK ziet uit het plan voor het vaststellen van rooilijnen, dat Domein ook een deel van het vroegere kogelpark aan de Nieuwstraat gaat verkoopen. Hij vraagt, of dit wel in orde is. Hij meen- de altijd, dat die grond aan het rijli door de gemeente in gebruik is gegeven, met het oog op de vestiging van een garnizoen, en dat dit terrein later weer aan de gemeente zou terug komen, als oorlog het niet meer noodig had. Het garnizoen is nu weg, Oorlog heeft het blijkbaar het plan tot verkoop niet meer noo dig, moet het dan niet aan de gemeente wor den teruggegeven De VOORZITTER kan hierop voor het oogenblik geen pertinent antwoord geven, om dat een en ander voor zijn komst alhier ge- regeld was, doch meent zich te herinneren, dat kort te voren door de gemeente met den Staat een dading was aangegaan, waarbii de ge meente, die daarbij ander terrein aan de Scheldekade in eigendom verkreeg, afstand deed van hare rechten op het terrein aan de Nieuwstraat. De heer VAN HASSELT vermeent ook, dat het aldus is geregeld. Het voorstel wordt aangenomen met alge- meene stemmen. 17. Afschrijving in de begrooting voor 1922. Burgemeester en wethouders steilen voor 1922 van den post onvoorziene uitgaven af te schrijven f 935,96, over te schrijven op de post „aan der gemeente in de kwade posten op de gemeentelijke inkomstenbeiasting overeenkom stig art. 243h der gemeentewet" f 935,96. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 18. Wijziging der Algemeene Rolitieveror- dening. De VOORZITTER is voornemens, alvorens met de behandeling van de wijziging der alge meene politieverordening aan te vangen de vergadering te schorsen en van avond terug te komen. De heer DE RIDDER zegt, de veigadering te moeten verlaten, en vraagt, of niet eerst de omvraag aan de orde kan komen. De heer NOLSON geeft in overweging de behandeling van de politieverordening aan te houden, wegens het vergevorderd uur en het groot aantal niet tegenwoordig zijnde leden. De VOORZITTER verklaart dit punt dan te zullen aanhouden. 19. Heerschen der mazelen. De heer DE RIDDER vraagt, of het aan burgemeester en wethouders bekend is, dat er zooveel kinderen, schoolgaande op school A, lijdende zijn aan mazelen en blauwe mazelen. In sommige klassen zijn 22 tot 23 absenten. Hij vraagt, of daarin geen aanleiding is om de school tijdelijk te sluiten, schoon te maken en te ontsmetten, in het belang der schoolgaande kinderen. De VOORZITTER zegt toe, dat burgemees ter en wethouders met den inspecteur zullen bespreken. 20. Vergaderen met een technisch ambte- naar van het waterleidingbureau. De VOORZITTER deelt mede, dat is inge komen een schrijven van het Waterleiding- comite van Zeeuwsch-Vlaanderen, waarin dit den gemeenteraad verzoekt, op 12 Juli a.s. te willen vergaderen over het verzoek tot deel- neming aan de stichting eener waterleiding voor Zeeuwsch-Vlaanderen, met een tech nisch ambtenaar van het waterleidingbureau. Er zijn aan verschillende gemeenten zoo wat samenvallende datums verzocht, opdat de ambtenaar niet telkens van Den Haag heen en weer behoeft te reizen ter besparing van kosten. De heer DE RIDDER vraagt, of de raad over dat punt nu reeds niet zou kunnen stem- men. Hij voor zich acht het zeer ingrijpend en van te veel belang, om dit nog door den ouden raad te laten beslissen. De VOORZITTER kan zich indenken, dat men zich op dat standpunt stelt. De heer SCHEELE vraagt, of de heer De Ridder dat zegt, om zelf van de verantwoorde- lijkheid af te zijn? De heer DE RIDDER verklaart, het te zeg gen zooals hij het meent; hij schroomt zich zijn oordeel niet. Hij acht, dat de zaak veel te duur wordt. Er wordt nu aangenomen, dat de gemeente 718.000 gulden moet leenen, maar die zaken vallen altijd tegen en dat wordt wel een millioen. Het comite schrijft ook, dat de kosten niet op de gemeentefinancien zullen drukken. Zooals men het nu inricht, is dat juist, de kosten drukken niet op de belasting- betalers, maar wel op de waterverbruikers en men kan aannemen, dat er door de Ter Neu- zenaren ongeveer veertig tot vijftig duizend gulden 's jaars zou moeten worden opge- bracht aan waterverbruik. Een waterschuit laten varen is z.i. veel eenvoudiger en zal aan- zienlijk minder kosten. De VOORZITTER acht die voorstelling der kosten, als zou de burgerij van Ter Neuzen jaarlijks dat bedrag moeten opbrengen on- juist. Het is een naamlooze vennootschap, waarin Ter Neuzen aandeelen hebben zou, en het verbruik door industrien, in andere ge meenten, zou ook evenzeer aan de aandeelen van Ter Nepzen ten goede komen, zoodat onze gemeente niet geheel de rente van haar eigen aandeelen zou behooren op te brengen. Men deelt gelijk op. Spreker meent, dat een tarief van f 12 tot f 20 per jaar toch niet te duur kan genoemd worden. De heer SCHEELE meent wel voor hen die buiten de arbeiderskringen staan, maar dezen kan men daarmede- niet bezwaren. De heer DE JAGER acht het ook wel wen schelijk, dat dit wordt aangehouden voor den nieuwen raad, want anders krijgt men mis schien weer het geval, dat de nieuwe raad de oude gaat verwijten, dit of dat te hebben ge daan of te hebben nagelaten. Er komen met September vier of vijf nieuwe heeren en even- als de heer Stolk het ook in de alhier gehou den vergadering opmerkte, is daarvoor veel te zeggen. Hij is er tegen, dit nu reeds te be- handelen. De VOORZITTER merkt op, dat de raad steeds zij* taak moet vervullen; de leden zijn in functie, tot de andere hen opvolgen. Willen de heeren liever wachten, dan moet het maar worden uitgesteld. De heer NOLSON acht het jammer, dat in deze zaak zoo met cijfers geschermd wordt, zonder dat men volledig op de hoogte is, daar die cijfers het publiek afschrikken. Hij meent ook, dat het beter is nu niet hierover te be slissen, omdat er te weinig leden zijn. De VOORZITTER: Dan zullen we maar afwachten. 21. Toepassing tarief beerruiining. De heer VAN DRIEL deelt mede, dat ver schillende personen hem hebben aangesproken, met betrekking tot het tarief van de beerrui- ming. Velen die vroeger 30 of 40 cent moesten betalen, wordt nu door den gemeente-ontvan ger 80 cent in rekening gebracht. Dat zijn personen die aangeslagen zijn van f 700 tot f 1300. Het tarief is toch niet veranderd De gevolgen dier heffing zijn ook merkbaar voor hen die de riolen schoonmaken, want aan die menschen blijkt, dat men de faecalien over- brengt naar de riolen. De VOORZITTER: Dat doen die menschen niet, doch wel zij die 5 en 6 moeten betalen. De heer VAN DRIEL meent, dat dit wel degelijk ook geschiedt door menschen van den werkenden stand. Het tarief is in de laatste 4, 5 jaar toch niet veranderd? De VOORZITTER geeft te kennen, dat de gemeenteontvanger niets anders doet dan de verordening toepassen. Deze schrijft voor, het bedrag dat ieder betalen moet overeenkomstig zijn aanslag in de inkomstenbeiasting. De heer DE JAGER meent, dat er misschien verschil is tusschen zuiver en tusschen belast- baar inkomen. De VOORZITTER kan er voor het oogen blik niets van zeggen en zal een onderzoek instellen. 22. Uitbetaling uurloon. De heer VAN DRIEL heeft met genoegen vernomen, dat van wege het gemeentebestuur. toen onlangs tijdelijk personeel noodig was voor het schoonmaken der riolen, zelf ook ge bruik gemaakt heeft van de bemiddeling der Arbeidsbeurs, hetgeen tot nu toe geen gebrui was. Toch zit er aan het in dienstnemen van dat personeel weer een schauduwkant, daar de aangenomen personen, zonder dat hun daarvan vooruit iets bekend was, aan het eind der week 5 cent per uur minder uitbetaald kregen, dan vroeger, zonder dat hun daarvan te voren iets gezegd was. Niet alleen is daardoor inbreuk gemaakt op den regel, dat de arbeidsbemidde ling geen tusschenkomst verleent, als beneden het geldende loon betaald wordt, doch de ge meente heeft hier het voorbeeld gegeven van een slechten patroon. Ze konden daardoor bij een langere werkweek geen hooger loon ma ken dan f 21,10 per week. Dat hebben ze, als ze werken meer dan noodig voor hun onder- houd en kunnen dan nog niets overhouden om de schulden te delgen die ze hebben moeten maken in de weken die ze werkloos waren. Het loon is voor valide arbeiders 50 cent, doch de gemeentebouwmeester verklaarde niet meer dan 45 cent te gSren. De VOORZITTER noemt 't tweede punt niet geheel juist. Er is een verlaging van de loo- nen ingetreden. Het loon is voor de opper- lieden in vasten dienst 40 cent en voor losse werkkrachten 45 cent. Burgemeester en wet houders meenden, dat het werk dat thans ver- richt moest worden met dat van opperlieden is gelijk te steilen en besloten daarom ook 45 cent uit te betalen. Toen hebben de betrokken werklieden daarop gereclameerd, aanvoerende dat ze voor dat werk ook waterlaarzen noodig hadden. Dezerzijds is dat ontkend, op grond, dat Kurvink van wege de gemeente 'n paar waterlaarzen heeft gekre gen, om daarmede in de riolen te gaan en dat hij dat dus doen moet. Daarop zijn ze er nader op teruggekomen, om te betoogen, dat ze hun hulp bij het schoonmaken der riolen toch ook niet kunnen verleenen, zonder dat ze over waterlaarzen beschikken. Daarop heb ben burgemeester en wethouders besproken een bemiddelingsvoorstel te doen, en aan de werklieden uit te betalen 75 cent per week extra als laarzengeld. Ze hebben echter verder hun loon aangenomen en niets meer gezegd. Hadden ze dat wel gedaan, dan zou hun drie- maal 75 cent extra zijn uitbetaald. Spreker meent, dat burgemeester en wethouders door hun besluit een royaal standpunt hebben in- genomen, maar zij kunnen het ten slotte niet helpen, dat de betrokken menschen verder hun mond houden. Indien ze eens waren komen vragen, welk resultaat hun verzoek bij burge meester en wethouders had gehad, zouden ze op de hoogte geweest zijn. De heer VAN DRIEL neemt acts van de mededeeling van den voorzitter, maar zou toch wenschen, dat aan die werklieden nog het loon van het vorig jaar werd uitbetaald. Dan zou den zij 22,50 hebben gehad in plaats van f 21,10. Ze behooren, zooals hij reeds zeide, in de weken, dat ze werken iets te kunnen overhouden, tegenover de weken waarin niet gewerkt is en de heeren zullen wel kunnen nagaan, dat daarvan niet veel kan over- schieten. De VOORZITTER ontraadt, om daarop in te gaan; burgemeester en wethouders hebben een royaal standpunt ingenomen, zij willen de werklieden tegemoet komen. Hij merkt op. dat het misschien nog eenig verschil zou ge maakt hebben, als het gehuwde menschen had betroffen, maar het waren jonggezellen. Als het loon van opperlieden 40 cent is on de ge meente betaald 45 cent, plus laarzengeld, dan heeft men niet het recht, de gemeente een slechte patroon te noemen. 23. Toepassing Huurwetten. De heer HAMELINK vraagt, of burgemees ter en wethouders ook gevolg denken te geven aan de circulaire van den Minister Aalberse, naar aanleiding van het in werkingtreden der gewijzigde Huurwetten, waarin deze den wenk geeft, perceelen die daarvoor in aanmerking komen onbewoonbaar te verklaren, om te voor- komen, dat de eigenaars van in slechten staat verkeerende woningen, die in het geheel niet worden onderhouden, misbruik zouden maken van den woningnood, door voor die woningen waaraan zij niets ten koste leggen ook nog de hoogere huur te vorderen, die volgens de be- palingen der nieuwe Huurcommissiewet mag worden geeischt zonder medewerking der Huurcommissie. Er zijn in onze gemeente wel woningen die daarvoor in aanmerking komen. De VOORZITTER zal dit bij burgemeester en wethouders aanhangig maken. De heer HARTE merkt op. dat er in de Vischsteeg zeker twee woningen staan, die in aanmerking zouden komen. De heer HAMELINK merkt nog op, dat het niet de bedoeling is, die woningen te doen ont- ruimen, doch om te voorkomen. dat men er nog een hoogere huur voor vordert. 24. Electrificatie van Sluiskil. De heer COLSEN vraagt, hoe het nu staat met de electrificatie van Sluiskil, De VOORZITTER: Daar wordt aan gewerkt. 25. Boompjes op de begraafplaats te Sluis kil. De heer COLSEN herinnert, dat het vorig jaar, is toegezegd, dat de boompjes die door Smallegange op de begraafplaats te Sluiskil zijn geplant en doodgegaan, in den afgeloopen winter zouden herplant worden. Hij heeft op gemerkt, dat dit niet geschied is. Meer dan de helft is kapot gegaan. De VOORZITTER zal hiemaar laten ziem. 26. Innen schoolgeld voor het lager onder- wijs. De heer DE JAGER vraagt, of de school- gelden voor het lager onderwijs voldoende bin- nenkomen. De VOORZITTER deelt mede, dat er 16 of 17 nalatig zijn geweest; met het oog daarop is eerst een waarschuwing per advertentie ge- plaatst. Die lieden zijn voor vervolging vat- baar, indien ze nu niet aan hun verplichtingen voldoen. De heer DE JAGER vraagt nog, of het niet mogelijk is, de biljetten voor de maand Au gustus uit te reiken. De VOORZITTER zegt toe, dat hiernaar zal gestreefd worden. 27. Ontheffing wegens schoolgeld. Burgemeester en wethouders steilen voor wegens schoolgeld ontheffing te verleenen aan: H. J. van den Ouden f9, Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. De VOORZITTER sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 6