ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Vrijdag 8 Juni 1923
63e Jaargaug.
Uit het booge Noorden.
No 7462
Bekertdmaking.
Bekendmaking.
BHBSTB BL A TO.
BSNNENLAND.
BUITENLAND.
BF&
Collecte fonds „Gewapende Dienst".
L.
Toen de Christelijke kerk nog onder hare
leden telde personen, die Christus hadden
gekend, of die zijne discipelen hadden ge-
hoord, sprak het van zetf, dat deze perso
nen in de kringen, waarin zij zich bevvogen
allerlei vertelden over wat zij gezien en
gehoord hadden. Veel uit wat door hen is
overgeleverd is in verhalen of evangelien
op schrift gebracht. Zoo bezat de oud-
christelijke gemeente naast de vier levens-
besehrijngen, die in het Nieuwe Testament
zijn opgenomen, nog een aanmerkelijk
groote literatuur. Echter traden de vier
.mieuw-Testamentische evangelien al spoedig
zoo op den voorgrond, dat zij gezaghebbend
werden en op het concilie van Nicea
„kanoniek" werden verklaard. Een ge-
deelte van die andere verhalen is toch altijd
door bekend geweest, maar een groot ge-
deelte, waarvan wij nu kennis dragen, is
eerst uit verschillende Oostersche hand-
schriften (bijv. in het Syrisch of in het
Koptisch) in de 19e eeuw teruggevonden.
Ook is veel merkwaardigs bij opgravingen
(vooral uit Egyptische graven) te vocr-
schijn gekomen.
Die literatuur kan worden verdeeld in
vier rubrieken: 1°. verhalen tot aanvulling
der levensbeschrijvingen van Jezus. Deze
handelen dus vooral over zijn jeugd
en zijn enkele honderden jaren later
ontstaan. Vol wonderverhalen, dikwijls
zeer poetisch. 2°. apocriefe evange
lien, die paralel loopen met de Nieuvv-
Testamentische verhalen, dus Jezus' predi-
king, lijden en dood bevatten. 3°. verhalen
over anderen, bijv. over Jozef den timmer-
man en over Pilatus. 4°. de handelingen
der afzonderlijke apostelen. Deze vierde
rubriek van Oosterschen oorsprong bestaat
eveneens uit geschriften van later tijd. Na-
tuurlijk kan in legenden, die eerst veel later
opgeteekend zijn, toch allerlei voorkomen,
waaraan een historische kern ten grondslag
ligt. Echter is begrijpelijk, dat zulke ge
schriften ons feitelijk geen historie bied: n,
doch wel <jns laten zien, welke denkbeek i
en opvattingen leefden in den tijd, toen e
verhalen werden geschreven.
De eerste en derde rubriek bevat geschri.
ten, die het langste bekend zijn gewc
Ongeveer zestig jaren geleden zijn zij d,
L. van Cleeff en C. P. Hofstede de Or
in het Nederlandsch vertaald.
De tweede rubriek bestaat voornamelijk u 1
fragmenten van evangelien, soms niets meer
dan brokjes papyrus, waarop een paar zin-
nen staan, waaraan enkele woorden of let
ters ontbreken. Vooral te Oxyrrynchus en
te Akhmim zijn belangrijke fragmenten ge-
vonden. In de laatste plaats werd in 1890
in een monnikengraf gevonden een groot
evangelie-brok, bevattende het tweede ge-
deelte van het verhaal van de gevangen-
neming, n.l. het proces voor Pilatus, de
mishandeling, de kruisdood en de opstan-
ding. Het fragment eindigt midden in het
begin van het verhaal over Jezus' verschij-
ning na de opstanding. In dit brokstuk
hebben wij dus een vijfde verhaal der lij-
densgeschiedenis. Het wordt genoemd: het
evangelie van Petrus. Al deze fragmenten
zijn door dr. W. H. van de Sande Bak-
huyzen in 1907 vertaald en uitgegeven. Van
de vierde rubriek bezaten wij nog steeds
niet een Nederlandsche vertaling. Deze is
thans verschenen.
De Wereldbibliotheek heeft door ds.
Bakels alles opnieuw laten uitgeven in twee
deelen ..Nieuw Testamentische Apocrie-
fen". Alles uit de le tot 3e rubriek, dat
reeds vroeger vertaald was, is herdrukt,
somtijds in eigen vertaling. Bakels heeft
daarbij uitvoerige inleidingen geschreven,
en bij de teksten zeer veel verklarende aan-
teekeningen gevoegd. Bovendien zijn er een
aanta! platen naar teekeningen van Albrecht
Diirer in opgenomen.
Er is in theologische kringen geklaagd,
dat het boek niet door een „deskundige" is
uitgegeven, d. w. z. door een vakman, die
speciaal studie van deze literatuur had ge-
maakt. Maar aangezien geen enkel vakman
dat reuzenwerk ondernam, is het tot zekere
hoogte te prijzen, dat Bakels het uitvoerde.
Alleen heeft hij in zijn inleidingen, en aan-
teekeningen herhaaldelijk opmerkingen ge-
maakt, die Katholieke en Gereformeerde
lezers moeten kwetsen. Hij laat zijn radicale
opvatting m. i. te veel aan het woord. Zijn
boek zou hebben gewonnen, als hij deze
noodelooze opmerkingen voor zich had ge
houden. Daarom vrees ik, dat zijn boek voor
velen aanstootelijk zal zijn, en moet il:
waarschuwen, dat men het alleen dan meet
koopen of lezen, als men zich voorneemt,
dit te doen om kennis te maken met die
apocriefen zelf.
Laat mij vandaag u iets vertellen van die
handelingen der apostelen. Onder leiding
van dr. Hennecke zijn deze geschriften ver
taald door verschillende Duitsche geleerden,
en in een groot verzamelwerk uitgegeven.
Bakels heeft deze stukken vertaald uit het
Duitsch. Zij zijn een aantal jaren geleden
uit Oostersche kloosterbibliotheken voor
den dag gekomen, vooral door de onderzoe-
kingen van prof. Tischendorf.
Er was een algemeene apostelgesdiiedenis
in het Nieuwe Testament opgenomen. Daar-
na is later een verhaal gemaakt van elk der
apostelen. Volgens een schrijver uit de 9e
eeuw Photius zou nog voor 200 dit alles zijn
geschreven door een zekeren Leucius Cha-
rinus. Evenwel vermoed ik, dat wat nu nog
bewaard is gebleven dan in later tijd moet
zijn omgewerkt. Het zijn blijkbaar geschrif
ten, die in Klein-Azie zijn ontstaan in een
kring, die niet zuiver in de leer was. Het
eigenaardige daarbij is, dat de auteur zeer
afkeerig is van den onderlingen omgang
tussehen man en vrouw en al zijn personen,
die Christen worden, laat leven in onthouding.
In die verzameling komt ook nog een z. g. n.
derde brief van Paulus aan de Corinthiers
voor, die is opgenomen in het Nieuwe Testa
ment, zooals dat bij dc Syrische en Arme-
nische kerken in gebruik is, zoodat het N. T.
daar een geschrift meer telt.
Van deze fantastische vertellingen zijn nu
nog over, deels fragmentarisch, de hande
lingen" van Paulus, Petrus, Johannes, An
dreas en Thomas. Derhalve is meer dan de
helft verloren geraakt. Natuurlijk zijn deze
verhalen volstrekt onhistorisch, maar zij zijn
curreus, omdat zij ons laten zien, wat voor
geestelijke ontwikkeling oudstijds bestond
in de Oostersche kerk. Zij zijn zeker on-
derhoudend genoeg en vol avonturen.
Slechts enkele fragmenten zijn ook in later
eeuwen bekend en populair gebleven, maar
vermoedelijk is dit het geval, omdat de
auteur hier een algemeen bekende overleve-
ring in zijn verhaal had opgenomen. Zoo
bevatten deze geschriften uitvoerige mee-
deeiingen over den marteldood van Paulus
en Petrus en de lijdensgeschiedenissen van
de jonkvrouw Thekla.
Als een voorbeeld van wonderverhaal
moge vermeld, hoe Thomas in Indie werk-
zaam, het lijk van een jongen man vindt,
gestorven door de vergiftige beet van een
draak. Wanneer dit ondier te voorschjjn
gekomen is en een lange rede tot Thomas
heeft gehouden, beveelt de apostel het beest
om het vergif uit het lijk te zuigen. Het ge-
hoorzaamt; de jongeling wordt weder
levend en de draak sterft.
Een der best bewaarde verhalen in de
geschiedenis van Thekla. Hierin moet een
historische kern zijn. Want haar graf was
langen tijd een beroemde bedevaartsplaats
en zij heeft een heiligendag: 24 September.
Te Selencie (Klein-Azie) is zij begraven.
Volgens het verhaal was de apostel Paulus
te Antiochie in Pisidie door zijn tegenstan-
ders de stad uitgeworpen en naar het nabu-
rige Iconium gevlucht. Hier predikte hij en
bracht daardoor een mooi meisje Thekla tot
bekeering. Het gevolg was, dat zij hare
verloving verbrak om voortaan als maagd
te leven. Haar minnaar ontsteekt daarover
in toorn en door zijn toedoen werpt de over-
held Paulus in de gevangenis. Thekla be-
sluit daarop den apostel in de gevangenis
te bezoeken, waardoor zij wordt gegrepen
en tot den brandstapel veroordeeld. Even
wel wordt zij op wonderdadige wijze gered
en ontvlucht zij de stad. Ondertusschen is
Paulus ook reeds buiten de stad geraakt.
Zij ontmoeten elkaar en reizen nu samen
naar Antiochie. Hier ontsteekt een voor-
naam burger voor haar in liefde, doch zij
versmaadt diens aanzoek. Wraakzuchtig
veroorzaakt hij nu, dat zij voor de wilde
dieren geworpen worden zal. Tot op den
dag van de kampspelen wordt zij bewaakt
in het huis van koningin Trvphaena van
Pontus. Als nu de strijd aanbreekt, ge-
schiedt een wonder. Een leeuwin verdedigt
de Christinne tegen de andere wilde dieren.
In den hoogsten nood springt zij in een
watervijver en doopt zoo zich zelf. De zee-
honden in den vijver werden door een blik-
semvuur gedood. Eindelijk valt een stier
haar aan, op welk gezicht Tryhaena in on-
macht valt. Echter wordt Thekla op het
laatste oogenblik begenadigd, wordt zij
weder bij de koningin gebracht, die door
haar bekeerd wordt. Daarop hervindt
Thekla in de stad Myra den apostel, die
haar nu uitzendt om het evangelie te ver-
kondigen, wat zij o.a. in Iconium doet.
Daarna woonde zij te Selencie 72 jaar lang
in een spelonk, etende kruiden en water
drinkende. Eindelijk stierf zij op negentig-
jarigen leeftijd in goeden vrede.
Dit is een der minst wondervolle verhalen.
Die over Thomas zijn buitengewoon fantas-
tisch. Ongetwijfeld zijn zij de moeite waard
gelezen te worden, mits men alles als legen
den beschouwt. Mocht het boek van Bakels
een tweeden druk beleven, dan is het te
hopen, dat hij er een aantal kwetsende aan-
teekeningen uit schrapt. T. g. T.
TWEEDE KAMER.
Vergaderiitg van Donderdag.
Bij de voortgezette beraadsiaging over
het wetsont'werp inzake toetreding tot de
bepalingen van het vredesverdrag van
Versailles betreffende de Rijnvaart, ver-
klaart de heer Trcelstra (s.d.), dat zijn
fractie voor het wetsontwerp zal stemmen.
Naar sprekers oe ckei liet de heer Dressel-
huys zich te veei leiden door beperkt na-
tionale overwegigen.
Minister van tjirneb^ek het ontjwerp ver-
dedigend, betoogt, dat Nejerland getracht
heeft hot meest rnogelijkc te maken van de
geboden ge.egenheid tot toetreding.
D*e heer Dresselhuys had moeten bewij-
zen, dat het Nederland mogelijk ware ge
weest daarvan rmer te maken dan het heeft
gedaan na een strijd van 4 jaren. Zijn redie
was zuiver negatief. Het was wel degelijk
een succes voor onze onderhandelaars, toen
zij bereikten, dat Nederland bij het nieuwe
Rijn-regime niet per se gevonden zal zijn
aan meerderheidsbesiuiten. v
HET BEZOEK VAN KON1NG HAKON.
Woensdagmorgim is Koning Haakon uit
Amsterdam vertrokken en heeft een bezoek
gebracht aan H. M. de Koningin-Moeder te
Soestdijk, die het vorstelijk gezelschap aan
het station te Baarn opwachtte. In het
paleiS" te Soestdijk werd ook Prinses
Juliana aan de Kdning voorgesteld, Aldaar
werd geluncht.
Des namiddags ging de reis naar Den
Haag. Aldaar werd druk gevlagd en overal
stond een groote menschenmassa om den
Koning te begroeten.
Na de aankomid werd dadelijk naar het
Paleis gereden. Des avonds werd een be
zoek gebracht aan het Mauritshuis en in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen
een concert aangeboden door het gemeente-
bestuur van het Residentie-orkest.
Gisteren vertrok de Noorsche Koning
naar Rotterdam, na te voren nog een bezoek
te hebben gebracht aan het Vredespaleis.
De ontvangst te Rotterdam was zeer
hartelijk. Op den weg van het station
Delftsche poort n.iar het stadhuis, stond
een groote meni ^te langs den weg ge-
schaard, om den Koninklijken stoet te aan-
schouwen. Na een korte wandeling door
het stadhuis betrad men de groote burger-
zaal, waar het orgel het Noorsche volkslied
deed hooren. De waarnemende burge
meester, de heer Mr. van Aalten, sprak hier
een woord van welkom, welke rede door
Koning Haakon werd beantwoord.
Van het stadhuis werd door een deel der
stad gereden naar de Parkkade, waar de
Noorsche „EidsvoI" broederlijk naast de
Nederlandsche „Jacob van Heemskerck"
gemeerd lag.
H.M. de Koningin met Koning Haakon en
de Prins begaven zich aanstonds aan boord
van de „Heemskerck", waar de parade-
marsch werd geslagen en het saluut werd
gebracht. De Minister van Marine, de heer
Westerveld, was ter begroeting aanwezig.
Op het achterdek werd het noenmaal ge-
bruikt, waarbij ook het gevolg van den
Noorschen Koning en verschillende Neder
landsche hofignitarissen en lanuelijke en
stedelijke autoriteiten waren genoodigd.
Koning Haakon bracht vervolgens met
zijn gevolg een bezoek aan de Noorsche
kerk. De Koningin en de Prins begaven zich
van de Heemskerck te voet naar de salon-
stoomboot van de Stad Rotterdam, waar zij
den Koning opwachtten om een bezoek te
brengen aan Wilton's dok te Schiedam. Na
dat bezoek en den terugkeer te Rotterdam
begaf het geheele gezelschap zich aan
boord van de „Eidsvol" waar de thee werd
gebruikt. De vorstelijke gasten bleven daar
tot kwart over zes. De Koningin en de
Prins begaven zich toen naar de „Heems-
kerck", tot aan de valreep uitgeleid door
Koning Haakon. De commandant der
„Eidsvold" zette een: leve de Koningin in,
met een driewerf hoera der bemanning be-
groet.
De trossen werden gelost, de ,,Eidsvold"
kwam, achteruitstoomende langzaam in be-
weging, stoomde daarop de „Heemskerck"
voorbij, steeds vlugger en vlugger zee-
waarts, gevolgd door de Nederlandsche
torpedobooten Z 3 en 4, die de „Eidsvold"
zouden esoorteeren tot de Nederlandsche
grens in de Schelde.
Omstreeks 7 uur drong het geluid der sa-
luutschoten, die te Vlissingen werden ge
lost toen de ,,Eidsvold" daar passeerde al-
hier door.
Hedenmorgen 8 uur is de Noorsche
Koning op weg naar Belgie met het pant-
serschip en de begeleidende torpedobooten
Ter Neuzen gepasseerd.
NEDERLAND EN BELGle.
Uit Brussel wordt aan de N. R. Crtj.
gemeld
Prins de Ligne, de Belgische giezant in
Den Haag, zal eerstdaags worden ontvan-
gen door minister van Karnebeek en zal
uiting geven aan den slechten indruk op
de Belgische openbare mieening gemaakt
door den maaltijd van het Algemeen Ne
derlandsch Verbond te Dordrecht, waaraan
de Nederlandsche regeering was vertegen-
woordigd.
De kwestie schijnt te zijn, dat ter her-
denking van de stichting van het Algemeen
Nederlandsch Verbond, naast Dr. Kiewit
de Jonge, ook herdacht werd de heer
Meert, die 25 jaar geleden den stoot gaf
voor de oprichting. Dit kan toch bdzwaar-
lijk in verb and gebracht worden met hetj-
geen de heer Meert later als activist heeft
gedaan, hetwelk hem in Belgie ter dood
deed veroordeelen.
De N. R. Crt. schrijft naar aanleiding
hiervan
Wij rnoeten nog een oogenblik aandacht
vragen voor het zonderlinge bericht, dat
ons uit Brussel gewerd. Ce Belgische ge-
zant in den Haag zou, naar luid van dat
telegram, eerstdaags een bezoek bij onzen
minister van buitenlandsche zaken gaan
afleggen en daarbij „uiting geven aan den
slechten indruk, op de Belgische openbare
meening gemaakt door een maaltijd van
het Algemeen Nederlandsche Verbond te
Dordrecht, waaraan de Nederlandsche re
geering was ver.egenwoordigd.''
Dit bericht, zoo het waarheid bevat
en de bron, waaruit het ons bereiktje, geeft
ons geen aanleiding, daaraan te twijfelen
is tamelijk potsierlijk, en wij zouden
het gezicht wel eens willen aanschouwen,
waarmee onze minis.er van buitenlandsche
zaken den aangekondigden bezoeker tege-
moet treedt Onze minister is een buiten
gewoon hoffelijk man, maar, ons dunkt,
in dit geval zal de minister toch niet zoo
ernstig zich kunnen voordoen, als men
pleegt te zijn, wanneer men deftige be
zoeken ontvangt. Het moge voor Nederland
zeer vie lend zijn dat het Belgische publiek
belangstelling toont voor de maaltijden,
die hier worden gehouden, en het moge
voor onze regcenng eene geruststelling
zijn, te weten, dat men in Belgie eenig
toezicht uitoefent, overide maaltijden waar
bij zij vertegenwoordigd zal zijn, dit belet
niet, dat het onzen minister van buitenland
sche zaken de beleefdheid toch wat te ver
gedreven meet toeschijnen, zoo de Belgi
sche regeering door haar veriegenwoordi-
ging hier te lande, onze regeering gaat
doen in kennis steLen van de indrukken,
die onze diners in Be,gie hebben gemaakt.
Het lijkt ons ook niet juist gezien, dat
de Belgische regeering voor zulke mede-
deelingen op den tijd onzer minister be-
slag leggen gaat. Ditmaal schijnt de indruk
dien het diner in Belgie heeft gemaakt,
niet gunstig te zijn geweest, hetgeen on
getwijfeld heel jammer is, daar de maaltijd
aan de deelnemers best heeft gesmaakfj.
en hunne aangename herinneringeh daar
aan door zure opmerkingen als van iemand
die spijt heeft, dat hij ook niet was ge-
nood.gd, eenigerma'.e kunnen worden ver
stoord maar als een anderen keer het
diner ook in Belgie .en prettige gewaar-
wording opwekt, zal de Belgische regee
ring niet willen nalaten, ook daarvan offi-
cieei kennis op het Plein te, doen geven
en een derden keer zal zij zich mis-
schien geroepen voeLen de ^unstige of
ongunstige publieke meening in Belgie aan
onze regtering te vertoiken, dat deze op
een of ander diner niet vertegenwoordigd
geweest was.
Het is ongetwijfeld alies goed bedoeld
en hoogst 'j ntcressant, maar de taak der
Belgische diplomatic kan, duukt ons, er
tocfi niet in aanzien door winnen, zoo
zij top deze wijzie gaat nadruppeien uit
de pittige inforinatiebron, die Beiga reeds
voor ons pieegt te doen vloeien, en den
indruk gaat wekken, dat zij mtent, aldus
den loop van 's werelds zaken te bestieren.
Daarom zouden wij zeggen, laat het bij
dit eene bezoek over eciaangeiegenheden
blijven. Onze regeering voert, gelijk on
ze minister van buitemandsche zaKen on-
langs in de eerste Kamer heeft meegedeeld.
eenc zeustand;gheidspoiitiek. Ook met vork,
lepel en mes. Dat klinkt in Belgie waar-
scnijnlijk wat vreemd, omdat men het be-
grip zeifstandigheid daar niet door en door
blijkt te verstaan. Ware het anders, dan
zou ongetw ijfeld het aangekondigd bezoek
van Prins de Ligne acnterwege blijven.
daar de Belgische regeering zou inzien,
dat de eetiust van Nederlandsche minis
ters haar geen onderwerp kan zijn voor
diplomatieke vertoogen, evenmin als zij
pleegt over de diners waar Fransche mi
msters aan deel nenien, langs den weg van
haar ambassadeur te Parijs de Bejgische
voiksopvattingen mede te deekn. Verbeeldt
u eens, dat ue Be,gische vertegenwoordi-
ger te Parijs zich over eene dergeiijke aan-
geiegenhe.d tot den Quai d'Orseay wendde.
Of zitten de Fransche ministers altijd aan
tafel, zoo dat de Belgische openbare mee
ning er genoegen inee neemt?
Hoe dit zij, de Nedenandsche zetl'stan-
digheidspolitiek brengt tnee dat Neder
landsche ministers, die uitnoodigingen krij-
gen voor een diner, over oe aanneming b--
stissen zonder inmenging van buiten of
het moest zijn die van hun vrouw. En
zoo het ooit voorkomen mocht dat Ne
derlandsche ministers zich begeven in ge
zelschap, dat aan Nederlandsche ministers
niet past, zullen wij daar zelven wel wa)
aan wet .t te dcen, ook zonder dat de Bel
gische gezant zijn welwillende hulp ver-
leent.
Dank zij mede de deelneming van de re-
geer.ng, niet te vergeten de voortreffelijke
rede van minister De Visser, is het feesti
van het A. N. V. uitnemend geslaagd, Wij
hier in Holland hebben de bijwoning van
den maaltijd door eenige ministers, waar-
onder, naar men weet, ailerp'eizierigste ta-
felgasten zijn, gewaardeerd, en onze pu
blieke meening was over het feest zeer
tevreden. Daar kan men in Belgie gerust
over zijn.
Moge dus de minister van buitenland
sche zaken aan den Beigischen gezant op
diens bezoek meedeelen, dat het menu good
was en het Lest onder de zeer geslaagde
mag worden geteld, en dat de Nederland
sche publieke meening er ernstig over ont-
stemd is, dat de Belgische gezant niet
voor den maaltijd den ministers „smake-
Iijk eten" is komen wenschen.
HOOG- EN STRIJKGELD.
Het hoofdbestuur van de Broederschap
der notarissen heeft in een adres aan de
Eerste Kamer er zijn leedwezen over uit-
gesproken dat de Tweede Kamer in haar
vergadering van den 2den Mei jt. zonder
hoofdelijke stemming heeft aangenomen
het ontwerp van wet, houdende regeling
omtrent het dragen der kosten van open-
bare verpachtingen en het uitlovxn van
prerm'en bij openbare verkoopingen en
verpachFngen. In het bijzonder is het te-
Teurgesteld door de intrekking van het
amendement van de heeren Bakker en
Weitkamp.
Het hoofdbestuur spreekt zich eenstem-
mig uit voor het behoud van de strijkgel-
den, die er toe bijdragen, dat de verkoop-
prijs niet onder de waarde zal vvezen. Het
vraagt daarom het ontwerp te verwerpen.
DE WEESINR1CHTING TE
NEERBOSCH.
Het 60jarig bestaan der Weesinrichting
te Neerbosch is Wcensdag op feestelijke
wijze herdacht. Het weezendorp was keu-
rig versierd. In het magazijn der stichting
en in de vakteekenschool waren tentoon-
stellingen aangericht.
Om 10 uur werd de algemeene vergade
ring der vej-eeniging met een kort woord
door den voorzitter, ds. A. Pijnacker Hor-
dijk, van Nijmegen, geopend.
Van halfelf tot elf uur gaf Neerbosch'
Zangkoor in de kerk der Weesinrichting
een uitvoering, gevolgd door de Herden-
kingssamenkomst, welke door zeer velen
werd bijgewoond, zoodat het kerkgebouw
geheel gevuld was. De samenkomst werd
geopend met gemeenschappelijken zangvan
Psalm 105:1, waarna ds. Pijnacker Hor-
dijk een welkomstwoord sprak. Daarna
hield ds. B. ten Kate, van Velp, de feest-
rede. Hij noemde het een heerlijk wtrk van
God, den Vader der Weezen, dat de Wees
inrichting haar 60jarig bestaan mag her-
denken in voile levenskracht, terwijl de
geheele wereld nog lijdt onder de gevolgen
van den grooten wereldoorlog en men
ook in ons land nog met velerlei nooden
en zorgen te kampen heeft. Aan de hand
van het Psalmwoord „Komt en ziet Gods
(daden" ging sprefcer in't kort de wordings-
geschiedenis der stichting na.
De directeur der Weesinrichting, ds.
J. Schrijver, bracht vervolgens het jaar-
verslag over 1922 uit. Wij ontlcenen er
i aan, dat in het afgeloopen jaar 51 kinde-
ren in de stichting werden geplaatst en dat
er 57 vertrokken, van wie 33 om in de
maatschappij hun plaats in te nemen. Op
het oogenblik telt de stichting 494 ver-
j pleegden, t.w. 275 jongens en 218 meis-
1 jes. Bij 192900 wrpltegdagen werd 422.43
gld. per kind, d.i. 1,16 gld per dag uit
gegeven. Aan gaven werd ontvangen1
31.107,51 gld., aan legaten 7.755 gld, aan
verplceggelden 141,305,35 gld. Uitgegeven
werd o.a. aan verpleging 162.457,34 gld,
onderwijs 25.266,40 gld., onderhoud gebou-
wen en terreinen 23.424.79 gld. Het batig
saldo bedraagt 1.879,11 gld.
De samenkomst werd door ds. Osse-
waarde, van Nijmegen, met gebed geslo-
ten.
Des nainiddags hadden in het weezen
dorp verschillende muziekuitvoeringen en
i wedstrijden plaats, terwijl in het kerkge-
j bouw een feestelijke samenkomst werd ge
houden.
Verschillende personen voerden het
woord ter huldiging van het besfuur en
den directeur der stichting.
i Namens de oud-leden bood de heer Van
den Hoeve een luid-klok voor den toren
der kapel aan, alsmede een krans, te leg
gen op het graf van den heer Van 't L'n-
denhout en diens echtgenoote.
D's. Jonker uit Middc!burg overhandigde
namens vele leden een bedrag van ruim
5700 gld. De voorzitter, ds. Pijnacker Hor-
dijk onthulde de geschilderde portretten
van den heer en mevrouvv Schrijver, aan-
gebod n do r het «_estuur >m in destsch'ing
als blijvend bczit te worden geplaatst. Na
mens het Department van Financiien
sprak de heer Inspecteur van de Kinder-
weeshuizen de heer van Rnppard, de heer
mr. Smeets namens de directeuren en d'
rectnces van de Rijks- en particuliere op-
voedingsgestichten. Ten slotte bracht ds.
Schrijver alien dan voor de gesproken
woorden en de ontvangen geschenken.
DE HEV1GE REGENVAL IN CANADA.
De overstroomingen in Canada, welke
door de hevige regens van den laatsten
tijd werden veroorzaakt, zijn over Let hoog-
tepunt heen. Hier en daar wordt de hoegc
waterstand allengs belangrijk minder. De
rivieren on beken zijn nog wel hoog, doch
het peil is aanmerkelijk lager dan eenige
dagen geleden. De toestand is niet zorg-
wekkend meer.
De waterstand in de Bow- en Eibow-
rivier bij Calgary in Alberta, is aanzienlijk
afgenomen. Het peil dezer rivieren is bijna
weder normaal. Het water van de Elk-rivier
is in een etmaal 20 voet gezakti.
De schade, door de overstroominge.i be-
rokkend, is zeer aanzienlijk. De provindale
hoofdwegen in het bijzonder hebben veel
te lijden gehad.
De landbouwers daarentegen beschouvv-
den de hevige regens als een uitkomst. De
regenval was hun nrllioenen dollars waard,
zeiden zij. Zelden kwamen uit het Westien
van Canada, het geteisterde gebied, zuike
optimistische oogstberichfen.
7M*
Burgeraeesier en Wethouders van TER NEUZEN,
raaken ingevolge hot bepaalde bij art. 6. sub. 2.
laatste alinea der Warenwet bekend, dat bij het in
hooger beroep door de Arrondissements-Rechtbank te
Middelburg gewezen vonnis, is veroordeeld
JANNA PIETERNELUA VAN ES, echtgenoot van
J. de Feuter, wonende P 38 te Ter Neuzen, tot
drie honderd gulden boete, subs, drie maanden
bechtenis, wegens het verkoopen van ttielk, waaraan
water was toegevoegd.
Ter Neuzen, 8 Juni 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. Z0NNEV1JLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis van de ingezetenen dat tussehen
10 en 17 Juni a.S., binnen deze gemeente dejaar-
lijksche collecte zal gehouden worden ten behoeve
van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning
van den gewapenden dienst in de Nederlanden, welk
fonds uitsluitend strekt tot ondersteuning van al de
verminkten in eenigerlei strijd, vvaaronder ook in
Nederland's overzeesche kolonien of bezittingen.
Zij noodigen een ieder uit om door een milde
bijdrage dat fonds in staat te stellen zijn doel te
knnnen verwezenlijken.
Ter Neuzen, 8 Juni 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.