ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Vrijdag 8 Juni 1923 63e Jaargaug. Uit het booge Noorden. No 7462 Bekertdmaking. Bekendmaking. BHBSTB BL A TO. BSNNENLAND. BUITENLAND. BF& Collecte fonds „Gewapende Dienst". L. Toen de Christelijke kerk nog onder hare leden telde personen, die Christus hadden gekend, of die zijne discipelen hadden ge- hoord, sprak het van zetf, dat deze perso nen in de kringen, waarin zij zich bevvogen allerlei vertelden over wat zij gezien en gehoord hadden. Veel uit wat door hen is overgeleverd is in verhalen of evangelien op schrift gebracht. Zoo bezat de oud- christelijke gemeente naast de vier levens- besehrijngen, die in het Nieuwe Testament zijn opgenomen, nog een aanmerkelijk groote literatuur. Echter traden de vier .mieuw-Testamentische evangelien al spoedig zoo op den voorgrond, dat zij gezaghebbend werden en op het concilie van Nicea „kanoniek" werden verklaard. Een ge- deelte van die andere verhalen is toch altijd door bekend geweest, maar een groot ge- deelte, waarvan wij nu kennis dragen, is eerst uit verschillende Oostersche hand- schriften (bijv. in het Syrisch of in het Koptisch) in de 19e eeuw teruggevonden. Ook is veel merkwaardigs bij opgravingen (vooral uit Egyptische graven) te vocr- schijn gekomen. Die literatuur kan worden verdeeld in vier rubrieken: 1°. verhalen tot aanvulling der levensbeschrijvingen van Jezus. Deze handelen dus vooral over zijn jeugd en zijn enkele honderden jaren later ontstaan. Vol wonderverhalen, dikwijls zeer poetisch. 2°. apocriefe evange lien, die paralel loopen met de Nieuvv- Testamentische verhalen, dus Jezus' predi- king, lijden en dood bevatten. 3°. verhalen over anderen, bijv. over Jozef den timmer- man en over Pilatus. 4°. de handelingen der afzonderlijke apostelen. Deze vierde rubriek van Oosterschen oorsprong bestaat eveneens uit geschriften van later tijd. Na- tuurlijk kan in legenden, die eerst veel later opgeteekend zijn, toch allerlei voorkomen, waaraan een historische kern ten grondslag ligt. Echter is begrijpelijk, dat zulke ge schriften ons feitelijk geen historie bied: n, doch wel <jns laten zien, welke denkbeek i en opvattingen leefden in den tijd, toen e verhalen werden geschreven. De eerste en derde rubriek bevat geschri. ten, die het langste bekend zijn gewc Ongeveer zestig jaren geleden zijn zij d, L. van Cleeff en C. P. Hofstede de Or in het Nederlandsch vertaald. De tweede rubriek bestaat voornamelijk u 1 fragmenten van evangelien, soms niets meer dan brokjes papyrus, waarop een paar zin- nen staan, waaraan enkele woorden of let ters ontbreken. Vooral te Oxyrrynchus en te Akhmim zijn belangrijke fragmenten ge- vonden. In de laatste plaats werd in 1890 in een monnikengraf gevonden een groot evangelie-brok, bevattende het tweede ge- deelte van het verhaal van de gevangen- neming, n.l. het proces voor Pilatus, de mishandeling, de kruisdood en de opstan- ding. Het fragment eindigt midden in het begin van het verhaal over Jezus' verschij- ning na de opstanding. In dit brokstuk hebben wij dus een vijfde verhaal der lij- densgeschiedenis. Het wordt genoemd: het evangelie van Petrus. Al deze fragmenten zijn door dr. W. H. van de Sande Bak- huyzen in 1907 vertaald en uitgegeven. Van de vierde rubriek bezaten wij nog steeds niet een Nederlandsche vertaling. Deze is thans verschenen. De Wereldbibliotheek heeft door ds. Bakels alles opnieuw laten uitgeven in twee deelen ..Nieuw Testamentische Apocrie- fen". Alles uit de le tot 3e rubriek, dat reeds vroeger vertaald was, is herdrukt, somtijds in eigen vertaling. Bakels heeft daarbij uitvoerige inleidingen geschreven, en bij de teksten zeer veel verklarende aan- teekeningen gevoegd. Bovendien zijn er een aanta! platen naar teekeningen van Albrecht Diirer in opgenomen. Er is in theologische kringen geklaagd, dat het boek niet door een „deskundige" is uitgegeven, d. w. z. door een vakman, die speciaal studie van deze literatuur had ge- maakt. Maar aangezien geen enkel vakman dat reuzenwerk ondernam, is het tot zekere hoogte te prijzen, dat Bakels het uitvoerde. Alleen heeft hij in zijn inleidingen, en aan- teekeningen herhaaldelijk opmerkingen ge- maakt, die Katholieke en Gereformeerde lezers moeten kwetsen. Hij laat zijn radicale opvatting m. i. te veel aan het woord. Zijn boek zou hebben gewonnen, als hij deze noodelooze opmerkingen voor zich had ge houden. Daarom vrees ik, dat zijn boek voor velen aanstootelijk zal zijn, en moet il: waarschuwen, dat men het alleen dan meet koopen of lezen, als men zich voorneemt, dit te doen om kennis te maken met die apocriefen zelf. Laat mij vandaag u iets vertellen van die handelingen der apostelen. Onder leiding van dr. Hennecke zijn deze geschriften ver taald door verschillende Duitsche geleerden, en in een groot verzamelwerk uitgegeven. Bakels heeft deze stukken vertaald uit het Duitsch. Zij zijn een aantal jaren geleden uit Oostersche kloosterbibliotheken voor den dag gekomen, vooral door de onderzoe- kingen van prof. Tischendorf. Er was een algemeene apostelgesdiiedenis in het Nieuwe Testament opgenomen. Daar- na is later een verhaal gemaakt van elk der apostelen. Volgens een schrijver uit de 9e eeuw Photius zou nog voor 200 dit alles zijn geschreven door een zekeren Leucius Cha- rinus. Evenwel vermoed ik, dat wat nu nog bewaard is gebleven dan in later tijd moet zijn omgewerkt. Het zijn blijkbaar geschrif ten, die in Klein-Azie zijn ontstaan in een kring, die niet zuiver in de leer was. Het eigenaardige daarbij is, dat de auteur zeer afkeerig is van den onderlingen omgang tussehen man en vrouw en al zijn personen, die Christen worden, laat leven in onthouding. In die verzameling komt ook nog een z. g. n. derde brief van Paulus aan de Corinthiers voor, die is opgenomen in het Nieuwe Testa ment, zooals dat bij dc Syrische en Arme- nische kerken in gebruik is, zoodat het N. T. daar een geschrift meer telt. Van deze fantastische vertellingen zijn nu nog over, deels fragmentarisch, de hande lingen" van Paulus, Petrus, Johannes, An dreas en Thomas. Derhalve is meer dan de helft verloren geraakt. Natuurlijk zijn deze verhalen volstrekt onhistorisch, maar zij zijn curreus, omdat zij ons laten zien, wat voor geestelijke ontwikkeling oudstijds bestond in de Oostersche kerk. Zij zijn zeker on- derhoudend genoeg en vol avonturen. Slechts enkele fragmenten zijn ook in later eeuwen bekend en populair gebleven, maar vermoedelijk is dit het geval, omdat de auteur hier een algemeen bekende overleve- ring in zijn verhaal had opgenomen. Zoo bevatten deze geschriften uitvoerige mee- deeiingen over den marteldood van Paulus en Petrus en de lijdensgeschiedenissen van de jonkvrouw Thekla. Als een voorbeeld van wonderverhaal moge vermeld, hoe Thomas in Indie werk- zaam, het lijk van een jongen man vindt, gestorven door de vergiftige beet van een draak. Wanneer dit ondier te voorschjjn gekomen is en een lange rede tot Thomas heeft gehouden, beveelt de apostel het beest om het vergif uit het lijk te zuigen. Het ge- hoorzaamt; de jongeling wordt weder levend en de draak sterft. Een der best bewaarde verhalen in de geschiedenis van Thekla. Hierin moet een historische kern zijn. Want haar graf was langen tijd een beroemde bedevaartsplaats en zij heeft een heiligendag: 24 September. Te Selencie (Klein-Azie) is zij begraven. Volgens het verhaal was de apostel Paulus te Antiochie in Pisidie door zijn tegenstan- ders de stad uitgeworpen en naar het nabu- rige Iconium gevlucht. Hier predikte hij en bracht daardoor een mooi meisje Thekla tot bekeering. Het gevolg was, dat zij hare verloving verbrak om voortaan als maagd te leven. Haar minnaar ontsteekt daarover in toorn en door zijn toedoen werpt de over- held Paulus in de gevangenis. Thekla be- sluit daarop den apostel in de gevangenis te bezoeken, waardoor zij wordt gegrepen en tot den brandstapel veroordeeld. Even wel wordt zij op wonderdadige wijze gered en ontvlucht zij de stad. Ondertusschen is Paulus ook reeds buiten de stad geraakt. Zij ontmoeten elkaar en reizen nu samen naar Antiochie. Hier ontsteekt een voor- naam burger voor haar in liefde, doch zij versmaadt diens aanzoek. Wraakzuchtig veroorzaakt hij nu, dat zij voor de wilde dieren geworpen worden zal. Tot op den dag van de kampspelen wordt zij bewaakt in het huis van koningin Trvphaena van Pontus. Als nu de strijd aanbreekt, ge- schiedt een wonder. Een leeuwin verdedigt de Christinne tegen de andere wilde dieren. In den hoogsten nood springt zij in een watervijver en doopt zoo zich zelf. De zee- honden in den vijver werden door een blik- semvuur gedood. Eindelijk valt een stier haar aan, op welk gezicht Tryhaena in on- macht valt. Echter wordt Thekla op het laatste oogenblik begenadigd, wordt zij weder bij de koningin gebracht, die door haar bekeerd wordt. Daarop hervindt Thekla in de stad Myra den apostel, die haar nu uitzendt om het evangelie te ver- kondigen, wat zij o.a. in Iconium doet. Daarna woonde zij te Selencie 72 jaar lang in een spelonk, etende kruiden en water drinkende. Eindelijk stierf zij op negentig- jarigen leeftijd in goeden vrede. Dit is een der minst wondervolle verhalen. Die over Thomas zijn buitengewoon fantas- tisch. Ongetwijfeld zijn zij de moeite waard gelezen te worden, mits men alles als legen den beschouwt. Mocht het boek van Bakels een tweeden druk beleven, dan is het te hopen, dat hij er een aantal kwetsende aan- teekeningen uit schrapt. T. g. T. TWEEDE KAMER. Vergaderiitg van Donderdag. Bij de voortgezette beraadsiaging over het wetsont'werp inzake toetreding tot de bepalingen van het vredesverdrag van Versailles betreffende de Rijnvaart, ver- klaart de heer Trcelstra (s.d.), dat zijn fractie voor het wetsontwerp zal stemmen. Naar sprekers oe ckei liet de heer Dressel- huys zich te veei leiden door beperkt na- tionale overwegigen. Minister van tjirneb^ek het ontjwerp ver- dedigend, betoogt, dat Nejerland getracht heeft hot meest rnogelijkc te maken van de geboden ge.egenheid tot toetreding. D*e heer Dresselhuys had moeten bewij- zen, dat het Nederland mogelijk ware ge weest daarvan rmer te maken dan het heeft gedaan na een strijd van 4 jaren. Zijn redie was zuiver negatief. Het was wel degelijk een succes voor onze onderhandelaars, toen zij bereikten, dat Nederland bij het nieuwe Rijn-regime niet per se gevonden zal zijn aan meerderheidsbesiuiten. v HET BEZOEK VAN KON1NG HAKON. Woensdagmorgim is Koning Haakon uit Amsterdam vertrokken en heeft een bezoek gebracht aan H. M. de Koningin-Moeder te Soestdijk, die het vorstelijk gezelschap aan het station te Baarn opwachtte. In het paleiS" te Soestdijk werd ook Prinses Juliana aan de Kdning voorgesteld, Aldaar werd geluncht. Des namiddags ging de reis naar Den Haag. Aldaar werd druk gevlagd en overal stond een groote menschenmassa om den Koning te begroeten. Na de aankomid werd dadelijk naar het Paleis gereden. Des avonds werd een be zoek gebracht aan het Mauritshuis en in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen een concert aangeboden door het gemeente- bestuur van het Residentie-orkest. Gisteren vertrok de Noorsche Koning naar Rotterdam, na te voren nog een bezoek te hebben gebracht aan het Vredespaleis. De ontvangst te Rotterdam was zeer hartelijk. Op den weg van het station Delftsche poort n.iar het stadhuis, stond een groote meni ^te langs den weg ge- schaard, om den Koninklijken stoet te aan- schouwen. Na een korte wandeling door het stadhuis betrad men de groote burger- zaal, waar het orgel het Noorsche volkslied deed hooren. De waarnemende burge meester, de heer Mr. van Aalten, sprak hier een woord van welkom, welke rede door Koning Haakon werd beantwoord. Van het stadhuis werd door een deel der stad gereden naar de Parkkade, waar de Noorsche „EidsvoI" broederlijk naast de Nederlandsche „Jacob van Heemskerck" gemeerd lag. H.M. de Koningin met Koning Haakon en de Prins begaven zich aanstonds aan boord van de „Heemskerck", waar de parade- marsch werd geslagen en het saluut werd gebracht. De Minister van Marine, de heer Westerveld, was ter begroeting aanwezig. Op het achterdek werd het noenmaal ge- bruikt, waarbij ook het gevolg van den Noorschen Koning en verschillende Neder landsche hofignitarissen en lanuelijke en stedelijke autoriteiten waren genoodigd. Koning Haakon bracht vervolgens met zijn gevolg een bezoek aan de Noorsche kerk. De Koningin en de Prins begaven zich van de Heemskerck te voet naar de salon- stoomboot van de Stad Rotterdam, waar zij den Koning opwachtten om een bezoek te brengen aan Wilton's dok te Schiedam. Na dat bezoek en den terugkeer te Rotterdam begaf het geheele gezelschap zich aan boord van de „Eidsvol" waar de thee werd gebruikt. De vorstelijke gasten bleven daar tot kwart over zes. De Koningin en de Prins begaven zich toen naar de „Heems- kerck", tot aan de valreep uitgeleid door Koning Haakon. De commandant der „Eidsvold" zette een: leve de Koningin in, met een driewerf hoera der bemanning be- groet. De trossen werden gelost, de ,,Eidsvold" kwam, achteruitstoomende langzaam in be- weging, stoomde daarop de „Heemskerck" voorbij, steeds vlugger en vlugger zee- waarts, gevolgd door de Nederlandsche torpedobooten Z 3 en 4, die de „Eidsvold" zouden esoorteeren tot de Nederlandsche grens in de Schelde. Omstreeks 7 uur drong het geluid der sa- luutschoten, die te Vlissingen werden ge lost toen de ,,Eidsvold" daar passeerde al- hier door. Hedenmorgen 8 uur is de Noorsche Koning op weg naar Belgie met het pant- serschip en de begeleidende torpedobooten Ter Neuzen gepasseerd. NEDERLAND EN BELGle. Uit Brussel wordt aan de N. R. Crtj. gemeld Prins de Ligne, de Belgische giezant in Den Haag, zal eerstdaags worden ontvan- gen door minister van Karnebeek en zal uiting geven aan den slechten indruk op de Belgische openbare mieening gemaakt door den maaltijd van het Algemeen Ne derlandsch Verbond te Dordrecht, waaraan de Nederlandsche regeering was vertegen- woordigd. De kwestie schijnt te zijn, dat ter her- denking van de stichting van het Algemeen Nederlandsch Verbond, naast Dr. Kiewit de Jonge, ook herdacht werd de heer Meert, die 25 jaar geleden den stoot gaf voor de oprichting. Dit kan toch bdzwaar- lijk in verb and gebracht worden met hetj- geen de heer Meert later als activist heeft gedaan, hetwelk hem in Belgie ter dood deed veroordeelen. De N. R. Crt. schrijft naar aanleiding hiervan Wij rnoeten nog een oogenblik aandacht vragen voor het zonderlinge bericht, dat ons uit Brussel gewerd. Ce Belgische ge- zant in den Haag zou, naar luid van dat telegram, eerstdaags een bezoek bij onzen minister van buitenlandsche zaken gaan afleggen en daarbij „uiting geven aan den slechten indruk, op de Belgische openbare meening gemaakt door een maaltijd van het Algemeen Nederlandsche Verbond te Dordrecht, waaraan de Nederlandsche re geering was ver.egenwoordigd.'' Dit bericht, zoo het waarheid bevat en de bron, waaruit het ons bereiktje, geeft ons geen aanleiding, daaraan te twijfelen is tamelijk potsierlijk, en wij zouden het gezicht wel eens willen aanschouwen, waarmee onze minis.er van buitenlandsche zaken den aangekondigden bezoeker tege- moet treedt Onze minister is een buiten gewoon hoffelijk man, maar, ons dunkt, in dit geval zal de minister toch niet zoo ernstig zich kunnen voordoen, als men pleegt te zijn, wanneer men deftige be zoeken ontvangt. Het moge voor Nederland zeer vie lend zijn dat het Belgische publiek belangstelling toont voor de maaltijden, die hier worden gehouden, en het moge voor onze regcenng eene geruststelling zijn, te weten, dat men in Belgie eenig toezicht uitoefent, overide maaltijden waar bij zij vertegenwoordigd zal zijn, dit belet niet, dat het onzen minister van buitenland sche zaken de beleefdheid toch wat te ver gedreven meet toeschijnen, zoo de Belgi sche regeering door haar veriegenwoordi- ging hier te lande, onze regeering gaat doen in kennis steLen van de indrukken, die onze diners in Be,gie hebben gemaakt. Het lijkt ons ook niet juist gezien, dat de Belgische regeering voor zulke mede- deelingen op den tijd onzer minister be- slag leggen gaat. Ditmaal schijnt de indruk dien het diner in Belgie heeft gemaakt, niet gunstig te zijn geweest, hetgeen on getwijfeld heel jammer is, daar de maaltijd aan de deelnemers best heeft gesmaakfj. en hunne aangename herinneringeh daar aan door zure opmerkingen als van iemand die spijt heeft, dat hij ook niet was ge- nood.gd, eenigerma'.e kunnen worden ver stoord maar als een anderen keer het diner ook in Belgie .en prettige gewaar- wording opwekt, zal de Belgische regee ring niet willen nalaten, ook daarvan offi- cieei kennis op het Plein te, doen geven en een derden keer zal zij zich mis- schien geroepen voeLen de ^unstige of ongunstige publieke meening in Belgie aan onze regtering te vertoiken, dat deze op een of ander diner niet vertegenwoordigd geweest was. Het is ongetwijfeld alies goed bedoeld en hoogst 'j ntcressant, maar de taak der Belgische diplomatic kan, duukt ons, er tocfi niet in aanzien door winnen, zoo zij top deze wijzie gaat nadruppeien uit de pittige inforinatiebron, die Beiga reeds voor ons pieegt te doen vloeien, en den indruk gaat wekken, dat zij mtent, aldus den loop van 's werelds zaken te bestieren. Daarom zouden wij zeggen, laat het bij dit eene bezoek over eciaangeiegenheden blijven. Onze regeering voert, gelijk on ze minister van buitemandsche zaKen on- langs in de eerste Kamer heeft meegedeeld. eenc zeustand;gheidspoiitiek. Ook met vork, lepel en mes. Dat klinkt in Belgie waar- scnijnlijk wat vreemd, omdat men het be- grip zeifstandigheid daar niet door en door blijkt te verstaan. Ware het anders, dan zou ongetw ijfeld het aangekondigd bezoek van Prins de Ligne acnterwege blijven. daar de Belgische regeering zou inzien, dat de eetiust van Nederlandsche minis ters haar geen onderwerp kan zijn voor diplomatieke vertoogen, evenmin als zij pleegt over de diners waar Fransche mi msters aan deel nenien, langs den weg van haar ambassadeur te Parijs de Bejgische voiksopvattingen mede te deekn. Verbeeldt u eens, dat ue Be,gische vertegenwoordi- ger te Parijs zich over eene dergeiijke aan- geiegenhe.d tot den Quai d'Orseay wendde. Of zitten de Fransche ministers altijd aan tafel, zoo dat de Belgische openbare mee ning er genoegen inee neemt? Hoe dit zij, de Nedenandsche zetl'stan- digheidspolitiek brengt tnee dat Neder landsche ministers, die uitnoodigingen krij- gen voor een diner, over oe aanneming b-- stissen zonder inmenging van buiten of het moest zijn die van hun vrouw. En zoo het ooit voorkomen mocht dat Ne derlandsche ministers zich begeven in ge zelschap, dat aan Nederlandsche ministers niet past, zullen wij daar zelven wel wa) aan wet .t te dcen, ook zonder dat de Bel gische gezant zijn welwillende hulp ver- leent. Dank zij mede de deelneming van de re- geer.ng, niet te vergeten de voortreffelijke rede van minister De Visser, is het feesti van het A. N. V. uitnemend geslaagd, Wij hier in Holland hebben de bijwoning van den maaltijd door eenige ministers, waar- onder, naar men weet, ailerp'eizierigste ta- felgasten zijn, gewaardeerd, en onze pu blieke meening was over het feest zeer tevreden. Daar kan men in Belgie gerust over zijn. Moge dus de minister van buitenland sche zaken aan den Beigischen gezant op diens bezoek meedeelen, dat het menu good was en het Lest onder de zeer geslaagde mag worden geteld, en dat de Nederland sche publieke meening er ernstig over ont- stemd is, dat de Belgische gezant niet voor den maaltijd den ministers „smake- Iijk eten" is komen wenschen. HOOG- EN STRIJKGELD. Het hoofdbestuur van de Broederschap der notarissen heeft in een adres aan de Eerste Kamer er zijn leedwezen over uit- gesproken dat de Tweede Kamer in haar vergadering van den 2den Mei jt. zonder hoofdelijke stemming heeft aangenomen het ontwerp van wet, houdende regeling omtrent het dragen der kosten van open- bare verpachtingen en het uitlovxn van prerm'en bij openbare verkoopingen en verpachFngen. In het bijzonder is het te- Teurgesteld door de intrekking van het amendement van de heeren Bakker en Weitkamp. Het hoofdbestuur spreekt zich eenstem- mig uit voor het behoud van de strijkgel- den, die er toe bijdragen, dat de verkoop- prijs niet onder de waarde zal vvezen. Het vraagt daarom het ontwerp te verwerpen. DE WEESINR1CHTING TE NEERBOSCH. Het 60jarig bestaan der Weesinrichting te Neerbosch is Wcensdag op feestelijke wijze herdacht. Het weezendorp was keu- rig versierd. In het magazijn der stichting en in de vakteekenschool waren tentoon- stellingen aangericht. Om 10 uur werd de algemeene vergade ring der vej-eeniging met een kort woord door den voorzitter, ds. A. Pijnacker Hor- dijk, van Nijmegen, geopend. Van halfelf tot elf uur gaf Neerbosch' Zangkoor in de kerk der Weesinrichting een uitvoering, gevolgd door de Herden- kingssamenkomst, welke door zeer velen werd bijgewoond, zoodat het kerkgebouw geheel gevuld was. De samenkomst werd geopend met gemeenschappelijken zangvan Psalm 105:1, waarna ds. Pijnacker Hor- dijk een welkomstwoord sprak. Daarna hield ds. B. ten Kate, van Velp, de feest- rede. Hij noemde het een heerlijk wtrk van God, den Vader der Weezen, dat de Wees inrichting haar 60jarig bestaan mag her- denken in voile levenskracht, terwijl de geheele wereld nog lijdt onder de gevolgen van den grooten wereldoorlog en men ook in ons land nog met velerlei nooden en zorgen te kampen heeft. Aan de hand van het Psalmwoord „Komt en ziet Gods (daden" ging sprefcer in't kort de wordings- geschiedenis der stichting na. De directeur der Weesinrichting, ds. J. Schrijver, bracht vervolgens het jaar- verslag over 1922 uit. Wij ontlcenen er i aan, dat in het afgeloopen jaar 51 kinde- ren in de stichting werden geplaatst en dat er 57 vertrokken, van wie 33 om in de maatschappij hun plaats in te nemen. Op het oogenblik telt de stichting 494 ver- j pleegden, t.w. 275 jongens en 218 meis- 1 jes. Bij 192900 wrpltegdagen werd 422.43 gld. per kind, d.i. 1,16 gld per dag uit gegeven. Aan gaven werd ontvangen1 31.107,51 gld., aan legaten 7.755 gld, aan verplceggelden 141,305,35 gld. Uitgegeven werd o.a. aan verpleging 162.457,34 gld, onderwijs 25.266,40 gld., onderhoud gebou- wen en terreinen 23.424.79 gld. Het batig saldo bedraagt 1.879,11 gld. De samenkomst werd door ds. Osse- waarde, van Nijmegen, met gebed geslo- ten. Des nainiddags hadden in het weezen dorp verschillende muziekuitvoeringen en i wedstrijden plaats, terwijl in het kerkge- j bouw een feestelijke samenkomst werd ge houden. Verschillende personen voerden het woord ter huldiging van het besfuur en den directeur der stichting. i Namens de oud-leden bood de heer Van den Hoeve een luid-klok voor den toren der kapel aan, alsmede een krans, te leg gen op het graf van den heer Van 't L'n- denhout en diens echtgenoote. D's. Jonker uit Middc!burg overhandigde namens vele leden een bedrag van ruim 5700 gld. De voorzitter, ds. Pijnacker Hor- dijk onthulde de geschilderde portretten van den heer en mevrouvv Schrijver, aan- gebod n do r het «_estuur >m in destsch'ing als blijvend bczit te worden geplaatst. Na mens het Department van Financiien sprak de heer Inspecteur van de Kinder- weeshuizen de heer van Rnppard, de heer mr. Smeets namens de directeuren en d' rectnces van de Rijks- en particuliere op- voedingsgestichten. Ten slotte bracht ds. Schrijver alien dan voor de gesproken woorden en de ontvangen geschenken. DE HEV1GE REGENVAL IN CANADA. De overstroomingen in Canada, welke door de hevige regens van den laatsten tijd werden veroorzaakt, zijn over Let hoog- tepunt heen. Hier en daar wordt de hoegc waterstand allengs belangrijk minder. De rivieren on beken zijn nog wel hoog, doch het peil is aanmerkelijk lager dan eenige dagen geleden. De toestand is niet zorg- wekkend meer. De waterstand in de Bow- en Eibow- rivier bij Calgary in Alberta, is aanzienlijk afgenomen. Het peil dezer rivieren is bijna weder normaal. Het water van de Elk-rivier is in een etmaal 20 voet gezakti. De schade, door de overstroominge.i be- rokkend, is zeer aanzienlijk. De provindale hoofdwegen in het bijzonder hebben veel te lijden gehad. De landbouwers daarentegen beschouvv- den de hevige regens als een uitkomst. De regenval was hun nrllioenen dollars waard, zeiden zij. Zelden kwamen uit het Westien van Canada, het geteisterde gebied, zuike optimistische oogstberichfen. 7M* Burgeraeesier en Wethouders van TER NEUZEN, raaken ingevolge hot bepaalde bij art. 6. sub. 2. laatste alinea der Warenwet bekend, dat bij het in hooger beroep door de Arrondissements-Rechtbank te Middelburg gewezen vonnis, is veroordeeld JANNA PIETERNELUA VAN ES, echtgenoot van J. de Feuter, wonende P 38 te Ter Neuzen, tot drie honderd gulden boete, subs, drie maanden bechtenis, wegens het verkoopen van ttielk, waaraan water was toegevoegd. Ter Neuzen, 8 Juni 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. Z0NNEV1JLLE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis van de ingezetenen dat tussehen 10 en 17 Juni a.S., binnen deze gemeente dejaar- lijksche collecte zal gehouden worden ten behoeve van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, welk fonds uitsluitend strekt tot ondersteuning van al de verminkten in eenigerlei strijd, vvaaronder ook in Nederland's overzeesche kolonien of bezittingen. Zij noodigen een ieder uit om door een milde bijdrage dat fonds in staat te stellen zijn doel te knnnen verwezenlijken. Ter Neuzen, 8 Juni 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1